Juridisch zakmes ( bron Jolanda van Boven) Naast een contextuele analyse is het toepassen van het juridische kader van groot belang. Bij OGGZ problematiek en het toepassen van dwang en drang nemen de coördinator en de kerngroepleden telkens besluiten. De handreiking ‘Gegevensuitwisseling in het kader van Bemoeizorg’ ( 2005) biedt een helder kader voor besluitvorming binnen netwerken. Een belangrijke boodschap is: wissel informatie uit, ga niet in een kramp zitten met elkaar. De wetgeving geeft veel ruimte om in te grijpen, met elkaar te overleggen zonder dat de cliënt dat vooraf weet. Naast de wettelijke kaders blijft het ook van essentieel belang om als netwerkgroep met elkaar vertrouwen op te bouwen over de wijze van bespreken van gedetailleerde informatie. Bron Jolanda van Boven: Voor hulpverleners draait alles om het juridische begrip ‘goed hulpverlener[schap]’ uit de WGBO: je moet verantwoord handelen volgens professionele standaarden. Je kunt bijvoorbeeld niet zeggen: ‘De familie wilde niet ingrijpen, dus ik kon niets doen.’ Of: ‘De patiënt wilde geen pil, dus ik ben niet verantwoordelijk.’ Je bent zelf verantwoordelijk om te handelen in overeenstemming met de normen van uw beroepsgroep. Dat geldt dus voor andere deelnemers in het overleg. De eigen standaarden en wetgeving zijn van toepassing Een protocol heeft meer juridische waarde dan je denkt. Dit geldt juridisch namelijk als ‘strenge norm’ voor uw handelen. Het betreft dus alle standaarden, regels, regionale of lokale protocollen Of het nu standaarden, protocollen of richtlijnen zijn: je bent erop aan te spreken. Of het nu afspraak is van jet eigen praktijk, OGGZ-netwerk, of een landelijke standaard. Motiveren & documenteren, daar gaat het om. Jekunt handelen als goed hulpverlener, maar dat is niet genoeg. Wijkt je af van een protocol, standaard, of afspraak, beargumenteer dan waarom en bovenal: noteer deze argumenten in het dossier/clientvolgsysteem. Hetzelfde geldt als de client geen toestemming geeft voor ingrijpen, behandeling of medicatie: noteer wat er is gezegd en overwogen. Noteer de volgende zaken in het dossier: (1) welke argumenten u hebt gebruikt; (2) of u in redelijkheid tot een conclusie kon komen; (3) wat u afgewogen hebt; (4) wat u de patiënt precies verteld hebt . Je hoeft wat je opschrijft niet te kunnen bewijzen: met documentatie op zichzelf staat je al sterker. Je kunt niet altijd alles documenteren, maar doe dit in elk geval wanneer je een niet-pluis-gevoel hebt, of misverstanden of conflicten voorziet. Het heeft weinig zin om de cliënt een verklaring te laten tekenen, bijvoorbeeld dat hij afziet van behandeling. De cliënt kan later namelijk zeggen dat hij nerveus was en door de druk van de omstandigheden niet goed begreep waarvoor hij tekende.
Essentieel is dus de volgende mantra: motiveer en documenteer!
Bij een motivatie achteraf, of dat nu aan de cliënt is, een organisatie of bij een rechter, telkens moet de vraag beantwoord worden: wat zijn jouw keuzes geweest, welk belang was er om deze keuzes te maken en deze activiteiten te ontplooien, hoe ben je tot je standpuntbepaling gekomen? De rechter zal bij achteraf toetsing altijd op zoek gaan naar informatie, dossier, rapportages etc. En daarbij hanteert hij in zijn algemeenheid: wat er niet staat, is er niet gebeurd!! Niets doen maakt je ook verantwoordelijk, als je in de functie/rol die je inneemt wel verwacht had kunnen worden dat je iets had ondernomen in een complexe situatie. Een cliënt mag altijd bezwaar maken tegen de werkwijze, de informatie-uitwisseling etc, maar de wetgeving geeft je anno 2009 de ruimte om daar geen rekening mee te houden. Maar daar ligt dus wel de verplichting op dat je beargumenteren. Daarbij maak je gebruik van de tas met ‘bijzondere wetgeving’( oa art 31 Wet Persoons Bescherming, Meldcode kindermishandeling en de Handreiking ‘Gegevensuitwisseling in het kader van Bemoeizorg’) Een coördinator en een OGGZ netwerk kunnen bij het besluiten over een ( preventieve) ingreep, het inschatten van risico’s en moment van ingrijpen of opschalen de volgende beslisboom gebruiken ( Jolanda van Boven noemt dat het gebruik van het Zwitserse juridische zakmes) Zie volgende pagina!
Wat is het evident belang?
Dringend gezondheidsbelang
Ernstig nadeel
Reële vrees daarvoor
Al dan niet gecombineerd met ernstige overlast
Besluit
Toepassen van principes op het besluit: 1. Subsidiariteit: wat is de minst ingrijpende maatregel? 2. Proportionaliteit: is er een verhouding tussen de maatregel en het doel? 3. Doelmatigheid: is de meest geschikte maatregel getroffen?
Beslisboom Eerst de vraag beantwoorden: wat is de goede reden tot ingrijpen? Is er een evident belang ( soms in combinatie met ernstige overlast) Een evident belang is een overduidelijke reden om toch contact te zoeken met een cliënt, een melding te doen, informatie uit te wisselen, ook al heeft deze om wat voor reden dan ook, geen behoefte aan. Bespreek met elkaar wat de gegronde reden is om in te grijpen of je meer dan dwingend te gaan bemoeien met de melding die is gedaan. Onderzoek met elkaar wat het belang van ingrijpen is, welke argumenten zijn er om het ingrijpen te legitimeren en wie heeft die argumenten? Je beantwoord daarmee ook de vraag: wat is volgens jou/jullie de reden om de rechten, die cliënten hebben op basis van de wet, te kunnen inperken. Redenen kunnen ook liggen in een dringend gezondheidsbelang( lichamelijk of geestelijk). Dringend wil zeggen, het hoeft niet acuut te zijn, maar de cliënt ondervindt wel een ernstig nadeel In zijn gezondheid, of de hulpverlener/coördinator heeft een reële vrees, dat de cliënt een ernstig nadeel in zijn gezondheid oploopt, al dan niet gecombineerd met ernstige overlast. Allen het feit dat er sprake is van ernstige overlast kan een reden zijn om in te grijpen. Ook dan kunnen de vragen over evident belang en het gezondheidsbelang meewegen. Met een gezondheidsbelang wordt bedoeld: alle feiten die verwijzen naar lichamelijk of geestelijke gezondheid én de context waarbinnen beide zich voordoen. Het onderzoeken van het contextuele kader is dus van even groot belang. Om tot een gewogen besluit te komen is het dus van cruciaal belang om bovenstaande beslisboom te volgen. Wordt je geconfronteerd met een noodsituatie of een vastgelopen dan is het een keuze maken uit twee kwaden. En ook hier geldt weer: motiveer en documenteer!! Als het besluit is genomen dan kan, mits noodzakelijk en om tot een goed afgewogen besluit of Plan van Aanpak te komen, de volgende principes worden toegepast. Principe 1. Subsidiariteit Met dit principe beoordeel je of bij het oplossen van het probleem ook de minst ingrijpende maatregel gaan hanteren. Dit is een belangrijke vraag: ga je niet te hard, teveel in 1 keer, of probeer je met de minste schade een oplossing formuleren. Principe 2. Proportionaliteit Een andere belangrijke weging is of de geopperde maatregel ook in verhouding staat tot het doel wat men wil bereiken. Principe 3. Doelmatigheid Een laatste toets element is of je alle mogelijkheden die voor handen zijn besproken en is uiteindelijk de meest geschikte maatregel getroffen. Samenvattend: Als er bij bemoeizorg, dwang en drang in het geding is bij een OGGZ-melding en de coördinator en netwerkleden verschillende visies hebben, verschillende belangen of er een ethisch dilemma voordoet, dan is een goed hulpmiddel het toepassen van een contextueel kader en een juridisch kader.
Het contextuele kader geeft veel verduidelijking op het gebied van ontstaan en voortbestaan van de problematiek en het juridische kader helpt om de discussie zuiver te houden en volgens de grenzen van de wet een besluit te nemen.
© 2010, Bureau Ben Venneman Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Bureau Ben Venneman .