de grote pensioen
Illustraties: Chris Bonis
zwendel
36
18 oktober 2008
beleggingsfondsen
De woekerpolisaffaire is het grootste financiële schandaal dat Nederland ooit trof. Decennialang creëerden verzekeringsmaatschappijen aandeelhouderswaarde door hun klanten ondoorzichtige, maar zeer winstgevende beleggingsproducten te verkopen. Het toezicht daarop faalde. Wie draait daar voor op?
inds het bloed over het plaveisel van Wall Street spuit, heeft republikein John McCain het licht gezien: het financiële hart van de Amerikaanse economie wordt geregeerd door een bende ‘hebzuchtige’ en ‘corrupte’ lieden. Maar waar in de VS genadeloos met de integriteit van banken en verzekeraars wordt afgerekend, blijft de financiële wereld in de Lage Landen, op een paar blunderende Belgische Fortis-bestuurders na, dergelijke kritiek bespaard. Hier waren ook geen uitgekookte bankiers voorhanden die complexe subprime derivaten hadden ontwikkeld en op grote schaal verhandeld. Wel werden er in Nederland vele jaren lang op grote schaal ondoorzichtige en prijzige beleggingsproducten aan onwetende burgers verkocht. De verkoop van die producten werd ook jarenlang door de overheid fiscaal gesubsidieerd. Toezichthouders en de wetgever lieten deze snelgroeiende industrie lange tijd ongemoeid.
Gelegaliseerde diefstal
Beleggingsverzekeringen, door verzekeraars hardnekkig als ‘integere producten’ omschreven, zijn in de kern al ondeugdelijk. Wanneer er wordt afgezien van de hoge kosten van de polissen en er wordt stilgestaan bij de aard van het ingebouwde product – een eigen beleggingsfonds – wordt er veel duidelijk. Voor de doorsnee belegger heeft dit type huisfonds geen enkele toegevoegde waarde. Erger, ze leveren bijna per definitie schade op. ‘Bewijzen tonen het overweldigende falen van beleggingsfondsen om beloftes in te lossen’, schrijft David Swensen chief investment officer van de Yale Universiteit, in zijn boek ‘Unconventional Success, A Fundamental Approach to Personal Investment’, uit 2005. Zijn gelijk blijkt uit meer onderzoeken. Zoals dat uit 2008 van de Amerikaanse Vanguard groep, een grote aanbieder van goedkope indexfondsen. Daaruit blijkt dat 50 procent van de beleggingsfondsen meer dan 2 tot 3 procent slechter rendeert dan de benchmark en dat tussen 75 en 85 procent van de beleggingsfondsen (afhankelijk van de regio) slechter presteert dan de index. Ook uit een onderzoek van de Vereniging van Effectenbezitters naar Ne-
| omslagverhaal
derlandse beleggingsfondsen blijkt dat. Economen als Theo Nijman van de universiteit van Tilburg en Jaap Bikker van de universiteit van Utrecht komen tot die conclusie. De hoge kostenstructuur en de forse winstmarges zijn er verantwoordelijk voor dat dit type fondsen slechter presteert. De gevolgen zijn eenvoudig te berekenen. Wie 25 jaar lang 250 euro per maand inlegt tegen een gemiddeld rendement van 6 procent, heeft aan het einde van de termijn 165.000 euro. Een beleggingsfonds dat gemiddeld 3 procent slechter rendeert, kost de belegger uiteindelijk 55.000 euro, 33 procent van zijn spaarpot. De industrie voor beleggingsfondsen is het kernpunt van een gigantisch marktfalen, stelt Swensen. De asymmetrie tussen de uiterst geraffineerde internationale aanbieders van beleggingsproducten aan de ene kant en de slecht geïnformeerde individuele consument aan de andere kant, resulteerde de afgelopen decennia in een historisch ongeëvenaarde vermogensoverdracht. Een Nederlandse ex-bankier formuleert het puntiger: “Het is de grootste gelegaliseerde vorm van diefstal die zich ooit heeft voorgedaan.” Swensen ziet als gevolg van dit ‘falen van de beleggingsindustrie’ serieuze maatschappelijke gevolgen opdoemen: ‘Specifiek wat betreft de oudedagsvoorzieningen van Amerikaanse arbeiders.’
Niet professioneel
Het aantal Amerikanen dat via beleggingsfondsen bouwt aan zijn oudedagsvoorziening is relatief groter dan in Nederland. Niettemin geldt ook voor de Nederlandse burger dat zijn oudedagsvoorziening in belangrijke mate afhankelijk is van dit type fondsen. Volgens recente cijfers van De Nederlandsche Bank (DNB) investeren Nederlanders direct, via verzekeringsmaatschappijen en via pensioenfondsen, ongeveer 300 miljard euro in binnen- en buitenlandse beleggingsfondsen. De rendementen van beleggingsfondsen zijn structureel lager dan de veel goedkopere representatieve indexfondsen of trackers, die in veel gevallen voor 30 procentpunten al verkrijgbaar zijn. En toch verkopen banken en verzekeraars in Nederland hun klanten vrijwel uitsluitend beleggingsfond-
‘het is de grootste gelegaliseerde vorm van diefstal die zich ooit heeft voorgedaan’
18 oktober 2008
37
het bedrijfsbelang wint het altijd van het belang van de klant
hollandse miljarden
300 miljard euro investeren Nederlanders in binnen- en buitenlandse beleggingsfondsen.
sen, waarvan de jaarlijkse kosten tussen de 1,5 en de 3,5 procent liggen. Wie zich daartegen verzet, komt in serieuze problemen. Fortis-vermogensbeheerder Anne Gram werd in 2006 door haar werkgever op non-actief gesteld toen ze weigerde het geld van haar klanten in een te duur beleggingsproduct van eigen makelij te beleggen. De wortel van het kwaad zit in het spanningsveld tussen de verantwoordelijkheid van de bank of verzekeraar om het belang van de klant te dienen, en het nastreven van het voornaamste bedrijfsbelang (tevens het belang van de aandeelhouder): winst. Deze strijd kent een voorspelbaar verloop: het bedrijf wint, de klant verliest. De eentonige uitkomsten van de ongelijke strijd tussen integriteit en winststreven blijkt ook uit onderzoek van Tom Loonen, bankier bij Insinger de Beaufort. In zijn proefschrift uit 2006, ‘Een kwestie van vertrouwen’, stelt Loonen dat beleggingsadviseurs als beroepsgroep niet professioneel zijn en uitsluitend worden gestimuleerd om voor hun baas en zichzelf geld te verdienen. Hoezeer uiteindelijk het bedrijf wint en de klant verliest, blijkt vervolgens uit een onderzoek van de Boston Consulting Group, dat concludeert dat de winstmarges in deze industrie met 42 procent buitenproportioneel zijn.
Kwade opzet
Mogelijkheden tot koersmanipulatie en gebruik van voorkennis deden zich volop voor en er was ook sprake van strafbare feiten. “Alles wat mis kon gaan bij die beleggingsfondsen, is ook misgegaan”, zegt Freddy van Mulligen, analist van beleggingsfondsen bij Morningstar. “En natuurlijk is er sprake geweest van kwade opzet.” Bij de presentatie van het rapport in 2004 gromt de toezichthouder, maar laat hij zijn tanden niet zien. ‘De tekortkomingen zijn zo structureel dat een commissie van wijze mannen voor de gewenste vernieuwing van regelgeving moet zorgen’, legt AFM-bestuurder Paul Koster uit. Hij zegt er nadrukkelijk bij dat ze niet hebben kunnen constateren dat de klanten van de beleggingsinstellingen door de genoemde praktijken ‘willens en wetens’ zijn benadeeld. In hun reacties wijzen de banken en verzekeraars iedere aansprakelijkheid af en zijn ze zelfs ‘verheugd’ dat er eindelijk wat aan de regelgeving gaat worden geschaafd. Het rapport zelf geeft de reden voor de gekozen communicatiestrategie van de toezichthouder. De resultaten van het onderzoek mogen niet ‘gefragmenteerd en zonder context naar buiten komen.’ Veel Nederlandse huishoudens hebben immers hun ‘vertrouwen gesteld in beleggingsinstellingen’, en dat vertrouwen mag ‘op geen enkele wijze’ worden beschaamd.
Geen toezicht
Sinds het uitkomen van het AFM-rapport in 2004 is een aantal zaken ten goede gekeerd. De commissie die na het uitkomen van het rapport werd samengesteld en onder leiding van de advocaat Jaap Winter kwam te staan, heeft de nodige aanbevelingen gedaan. Die hebben geleid tot nieuwe wet- en regelgeving die met name de transparantie verbeterde. De conclusie dat de resultaten van de commissie Winter dus een positieve invloed hebben gehad op de kwaliteit van de beleggingsverzekering blijkt echter voorbarig.
Maar er was de afgelopen een groot deel van de decennia nog meer aan de beleggingsfondsen onttrekt zich hand bij beleggingsfondsen. In 2003 vormt de ontdekking aan iedere vorm van direct toezicht van enkele grove misstanden bij beleggingsfondsen in de VS en een daarop volgend routineonderzoek De beleggingsfondsen die onderdeel uitmaken in Nederland de aanleiding voor een diep- van woekerpolissen waren immers geen onderdeel gaand onderzoek. In april 2004 publiceert van het AFM-onderzoek naar beleggingsinstelde AFM het onderzoeksrapport ‘Zicht op lingen. Er is namelijk iets vreemds aan de hand beleggingsinstellingen’. In het rapport met het toezicht op het type beleggingsfondsen wordt een ferme lijst van methoden en dat specifiek voor beleggingsverzekeringen is onttechnieken opgesomd die zonder uit- wikkeld. Aangenomen mag worden dat de AFM zondering ten nadele zijn van de klant. verantwoordelijk is voor het gedragstoezicht, zoals het ook verantwoordelijk is voor het toezicht op alle andere type beleggingsfondsen, dus ook de zogenaamde huisfondsen. Dat blijkt niet zo te zijn. “De beleggingsfondsen die deel uitmaken van beleggingsverzekeringen en niet ook als 38
18 oktober 2008
beleggingsfondsen
| omslagverhaal
‘ontzettend jammer’ Kees Storm was negen jaar chief executive officer van Aegon, een van de grootste leveranciers van woekerpolissen. Hij presenteerde zich graag als een sobere, sportieve en goedlachse bestuurder. ‘Alles terugbrengen naar de menselijke maat, dat adagium past bij me’, zei Storm in 2003 tegen Quote. De hondstrouwe kerkganger was de lieveling van zijn aandeelhouders waarvoor hij de waarde van het bedrijf
markt bracht? ‘Vragen stellen mag altijd’, zegt Storm monter bij aanvang van dit korte telefonische vraaggesprek. Hoe staat u tegenover de Woekerpolis-affaire?
Na korte stilte: ‘Dat kan ik niet zomaar in een paar zinnen uitleggen. Ik vind het ontzettend jammer dat het is gebeurd, maar daar heeft u niets aan.’
‘ik voel me niet verantwoordelijk’
Dijkstra
Kees Storm, ex-ceo Aegon
vertienvoudigde. De groei van Aegon was voor een belangrijk deel gegrondvest op de vele beleggingsproducten die het bedrijf, mede dankzij uiterst agressieve verkoopmethodes en de snel stijgende beurskoersen van de late jaren negentig, op grote schaal wist te verkopen. Waaronder ook het LegioLease-product dat in Storms tijd door Aegondochter Labouchere aan de man werd gebracht. In zijn laatste jaar als Aegon-baas viel Storm even uit zijn rol van ‘doe gewoon’predikant. Hij liet zich in 2002 portretteren door de beroemde popsterfotograaf Anton Corbijn. Hoe zou de vroegere beursheld nu denken over de producten die hij in zijn tijd massaal op de
zelfstandig product worden aangeboden, vielen – en vallen – niet onder instellingstoezicht van de AFM”, antwoordt de woordvoerder van de AFM per e-mail. “Er hoeft voor deze fondsen geen prospectus te worden opgesteld en er hoeft ook geen verantwoording achteraf te worden afgelegd over het beleid in een jaarverslag. De maatregelen in opvolging van het advies van de commissie Winter hadden alleen betrekking op ‘normale’ beleggingsinstellingen, die collectief eigendom zijn van
Wat vindt u achteraf van de torenhoge kosten die Aegon ook in uw periode zijn klanten van beleggingsverzekeringen in rekening bracht?
‘Ja, dat is uhh, nogmaals, het is jammer dat het zo is gegaan.’ Had u als bestuursvoorzitter van Aegon er destijds weet van hoe ondoorzichtig die producten waren voor uw klanten?
‘Nou, er zijn toen diverse pogingen gedaan om de producten, nadat die waren ontwikkeld, doorzichtiger te maken, maar – met de benefit of hindsight – dat is toen onvoldoende gelukt.’
oenpolis van Aegon in de toekomst een groot gat in hun oudedagsvoorziening hebben zitten?
Na korte stilte: ‘Dat is te kort door de bocht.’ Wat bedoelt u daarmee? ‘Er zit een beleggingsrisico in zulke producten. Die vallen uit zoals ze uitgevallen zijn en daar voel ik me niet verantwoordelijk voor. Maar het is natuurlijk een feit dat veel mensen die producten hebben gekocht terwijl ze wisten dat er een beleggingscomponent in zat. En beleggingen kunnen nu eenmaal goed en slecht aflopen.’ De kosten van dit soort polissen zijn zeer aanzienlijk.
‘Jawel, maar het product is gekocht in een tijd dat de kopers van de producten dachten dat de beleggingswinsten voldoende zouden zijn. Wat ik jammer vindt van de hele discussie is dat wel eens wordt vergeten dat veruit de meeste kopers van deze producten wisten dat ze een beleggingsrisico liepen.’ Heeft u zelf ook woekerpolissen?
‘Ja, ik heb er negen. Ze lopen dit jaar af. Ik ben weinig hoopvol gestemd over de beleggingsopbrengsten.’
Voelt u zich verantwoordelijk voor de mensen die dankzij de aankoop van bijvoorbeeld een prijzige pensi-
de deelnemers. Fondsen binnen een beleggingsverzekering zijn economisch weliswaar eigendom van de polishouders, maar juridisch eigendom van de verzekeraar.” DNB, die toezicht houdt op verzekeraars, laat weten ‘geen informatie bij te houden’ over dit type fondsen. Kortom: een groot deel van de beleggingsfondsen die worden gebruikt voor de massaal verkochte beleggingsproducten onttrekt zich dankzij zijn juridische status aan elke vorm van direct toezicht. 18 oktober 2008
39
structureel wordt in offertes onjuiste informatie gegeven
Dure polissen
Uit een pas verschenen rapport van de AFM blijkt dat
52%
van de beleggingspolissen duurder is dan de norm.
DNB heeft zelfs geen idee hoeveel vermogen van Nederlandse consumenten in dit type fondsen is verzameld. “Navraag leert dat wij die gegevens niet bijhouden”, meldt de DNB-woordvoerder. Het Verbond van Verzekeraars laat weten “niet over dergelijk gedetailleerde informatie van zijn leden te beschikken”. Nationale Nederlanden zegt deze informatie niet te verstrekken en Aegon “kan die informatie niet zomaar opdiepen”. Zeker is dat het hier om tientallen miljarden gaat.
Knollen voor citroenen
Het onderzoek naar beleggingsinstellingen uit 2004 leverde nog iets op. De AFM komt daarin tot de slotsom dat ook onderzoek moet worden gedaan naar beleggingsverzekeringen. ‘Het is niet uit te sluiten dat de situatie wat betreft transparantie, administratieve organisatie en interne controle niet gunstiger is dan wat nu in de markt voor beleggingsinstellingen is aangetroffen’, stelt het rapport. Dat blijkt een juiste inschatting te zijn, die professor Arnoud Boot al in 1995 had gemaakt. Vijf maanden voor de eerste Radar-uitzending over woekerpolissen, publiceert de AFM het rapport ‘Beleggingsverzekeringen’. De onderzoekers hebben interessante ontdekkingen gedaan. Structureel worden in offertes voor beleggingsverzekeringen onjuiste – veel te optimistische – mededelingen gedaan over de uitkomsten van de beleggingen. In de beleggingsoverzichten worden in zeer veel gevallen te hoge cijfers gepresenteerd. Beide fouten kunnen worden aangemerkt als overtredingen van de dan net vijf maanden oude Wet financi-
geld weg
0 -10 -20 -30 -40 -50
40
– bedrijfs- en beleggingskosten –
0
0,5
18 oktober 2008
1,0
1,5
J.Bikker en J. de Dreu ‘Uitvoeringskosten van pensioenverstrekkers’ ‘06
Aantasting pensioenvoorziening door jaarlijkse uitvoeringskosten, in procenten
2,0
ële dienstverlening (Wfd). Toch komt de AFM in datzelfde rapport tot de wonderlijke conclusie dat ‘niet is gebleken dat er bewust een misleidende voorstelling van zaken is gegeven’. De ‘tekortkomingen’ worden onder meer veroorzaakt door het gebruik van dubbele administraties en verschillende rekenmethoden tussen front- en backoffice. Controle door interne compliance-afdelingen blijkt veelal afwezig. Deze misstand, waarvan de oorzaken het ergste doen vermoeden, wordt door de AFM vergevingsgezind bestempeld als ‘suboptimale dienstverlening’ en ‘moeizame beheersing van bedrijfsrisico’s’. Waar de AFM in andere dossiers al zou zijn overgegaan tot aangifte bij het Openbaar Ministerie, spreekt de toezichthouder hier liever van een ‘juiste grondhouding’ en een ‘goed ontwikkeld normbesef’ bij verzekeraars. Niet iedereen is daarvan overtuigd. ‘De verzekeraars hebben mensen producten aangesmeerd, waar die mensen helemaal geen voordeel bij hebben’, zei Arnoud Boot begin dit jaar in de regionale GPD-kranten. ‘En dat wisten de verzekeraars. Ze hebben het willens en wetens gedaan om er zelf beter van te worden.’ VVD-Kamerlid Frans Weekers: ‘De verzekeraars hebben heel veel mensen knollen voor citroenen verkocht.’
Schadeomvang
Uit het AFM-rapport uit 2006 blijkt dat de jaarlijkse bruto premie-inleg die betrekking heeft op beleggingsverzekeringen, 16 miljard euro bedraagt. Slechts 60 procent van de premies wordt daadwerkelijk belegd. Alleen in 2006 is al 6,4 miljard euro van klanten in de zakken van verzekeraars en tussenpersonen gevloeid. Arnoud Boot becijferde de totale schade voor polishouders eerder dit jaar op zo’n 200 miljard euro en meende dat de verzekeraars met minimaal 20 miljard over de brug moesten komen. Als de recente deal van consumentenorganisaties Verliespolis en Woekerpolisclaim met Delta Lloyd maatgevend blijkt te zijn, dan zullen de verzekeraars hooguit 6 miljard euro betalen. Hoe groot is de werkelijk geleden schade? Niemand die het echt weet. De vier grootste politieke partijen tasten in het duister. “Geen flauw idee”, erkent Mei Li Vos (PvdA). De partijen hebben nagelaten in dit dossier zelf een goed gefundeerde berekening te laten maken. “We hebben geen expertise om dat onderzoek te laten doen”, reageert Ewout Irrgang (SP). De verzekeraars lieten de afgelopen jaren geen kans onbenut om diepgaande onafhankelijke onderzoeken naar de oorzaken en de ware omvang van de schade af te raden. Een dergelijk onderzoek zou volgens de verzekeraars ‘geen toegevoegde waarde’ hebben en zou het proces alleen maar ‘ernstig vertragen en bemoeilijken’. Het gerommel rond het onderzoek naar woekerpolissen door bureau IFO, dat door Wouter Bos zwaar op de korrel werd genomen, gaf er zelfs blijk van dat de verzekeraars het onderzoek moedwillig frustreren.
beleggingsfondsen
Schrijnende gevallen
Donderdag 9 oktober presenteerde Wouter Bos het langverwachte AFM-rapport. Belangrijkste bevinding: 52 procent van de beleggingspolissen is duurder dan de norm die ombudsman Jan Wolter Wabeke vaststelde op 2,5 procent. Een uitspraak over de totale schade kan echter niet worden gedaan. Bos had eerder al aan de Kamer laten weten dat het geen volledig onderzoeksrapport zou worden. Dat bleek ook. De onmiskenbare kern uit het Woekerpolis-dossier, de structureel ondoorzichtige en foutieve informatie- ombudsvoorziening over beleggingsverzekeringen, man bleek niet tot de onderzoeksopdracht van Bos’ ministerie aan de AFM te behoren. De reden die Financiën daar voor geeft: “Onderzoek naar inJan Wolter formatievoorziening is complex en je moet je toch Wabeke ergens op focussen.” (1948) is de De feiten en achtergronden over de groot- Ombudsman schalige desinformatie rond woekerpolissen en Financiële de daaraan verbonden aansprakelijkheden blijven Dienstverlening. zo onopgehelderd. Datzelfde geldt voor het woe- Hij deed kerpolisproduct dat volgens de cijfers van DNB onderzoek nog steeds stijgt in populariteit en dat volgens ex- naar de Woeperts verantwoordelijk is voor de ergste gevallen: kerpolis-affaire. de pensioenverzekering. “Het onderzoek omvat Volgens Waslechts overeenkomsten tussen verzekeraar en con- beke mogen sument”, zegt de woordvoerder van het ministerie de kosten die desgevraagd. “Pensioenregelingen waar werkge- verzekeraars vers bij betrokken zijn, horen daar niet bij.” in rekening Wat de gevolgen zijn voor bijvoorbeeld de cir- brengen voor ca 600.000 mensen die via een premieregeling of hun product via een combinatie van regelingen een belegging- liggen tussen spensioen hebben bij een verzekeraar, maakten de 2,5 en 3,5 bijzonder hoogleraar economie en DNB-strateeg procent. Jaap Bikker en econoom Jan de Dreu duidelijk. Zij publiceerden in 2006 een omvangrijk onderzoek naar onder meer de kosten van pensioenvoorzieningen. Daarbij werden de door DNB verzamelde gegevens van alle pensioenfondsen en verzek-
‘Wie hebben de boel opgelicht? dat zijn de verzekeraars! daar gaat de belastingbetaler dus niet voor opdraaien’
| omslagverhaal
eraars in Nederland in aanmerking genomen. Verzekeraars zijn in 2004 gemiddeld 5,43 keer duurder dan pensioenfondsen. Dat is exclusief een deel van de kosten en winstopslagen van de door de verzekeraars beheerde beleggingsfondsen. Het cumulatieve effect van de kosten kan volgens Bikker grote invloed hebben op de hoogte van pensioenen. Bikker: “Jaarlijkse kosten ter grootte van 1 procent van het totale pensioenvermogen, leiden over de gehele levensloop tot pensioenverlies van 27 procent of tot een premiestijging van 37 procent.” Bikker wil dat op persoonlijke titel toelichten: “Als je snoept van het rendement, werkt dat door op lange termijn. Dit geldt dus ook voor producten met beleggingsfondsen.” De door ombudsman Jan Wolter Wabeke voorgestelde norm ligt tussen de 2,5 en 3,5 procent. De gevolgen voor de uiteindelijke pensioenuitkering van de verzekerde op basis van die norm laten zich raden. Volgens hoogleraar beleggingstheorie Theo Nijman uit Tilburg en wetenschappelijk directeur van het onderzoeksnetwerk Netspar, is de Wabekenorm nog steeds ‘schreeuwend duur’. Ook VVD, PvdA, SP en CDA menen eensgezind dat de Wabeke-norm verre van optimaal is. Irrgang: “Wabeke heeft te snel zijn oor laten hangen naar de belangen van de verzekeringssector.”
Toezichthouder heeft gefaald
De Amerikaanse beleggingsexpert Swensen schreef het drie jaar geleden al in zijn boek: ‘Een overheid die over het welzijn van zijn burgers waakt, mag de oudedagsvoorziening van miljoenen mensen niet aan inefficiënte en op winst beluste banken en verzekeraars overlaten.’ Toch hebben verzekeraars en banken vele jaren kunnen profiteren van de kennisachterstand bij hun clientèle. De Tilburgse hoogleraar Theo Nijman bevestigt desgevraagd dat de toezichthouder (AFM en voorgangers) heeft gefaald in enkele van zijn primaire taken. Ook de vertegenwoordigers van de VVD, PvdA, CDA en SP menen dat de toezichthouder heeft gefaald. Nijman kan zich goed voorstellen dat de toezichthouder daarvoor aansprakelijk wordt gesteld, maar hij is geen jurist. “Ja, dat is mogelijk”, zegt een bekende advocaat die in dit geval zijn naam liever niet bij zijn uitspraak ziet staan. “Als nalatigheid kan worden aangetoond en er is aantoonbaar schade geleden, dan kan ook een toezichthouder worden aangeklaagd en aansprakelijk worden gesteld.” Mede-aansprakelijkheid voor de staat is voor de VVD, SP, PvdA en CDA echter ondenkbaar. Mei Li Vos (PvdA) verwoordt dit standpunt het meest kernachtig: “Wie hebben nu de boel opgelicht? Dat zijn de financiële instellingen, de verzekeraars! Daar gaat de belastingbetaler dus niet voor opdraaien.” [Eric Smit]
Meer? Ga naar www.fembusiness.nl/beleggingsfondsen 18 oktober 2008
41