grenzen_aan_leren_2.0 -14/04/2001 http://lemniscaatmethode.com
[email protected]
DE GRENZEN AAN LEREN
Leren betekent grenzen verleggen. Welke grenzen kan ik verleggen en welke zijn niet verlegbaar?
De moeilijkheid van een gesprek over grenzen is het volledig
zonder
oordeel te houden. In dit artikel heb ik mijn best gedaan nergens een oordeel uit te spreken. Mij gaat het er niet om of een grens goed of slecht is, of een grens mag gesteld worden of niet. Ik heb er voor gekozen om mezelf als onderwerp van onderzoek te maken, om mijn eigen verhaal als illustratie te nemen. Dat kan soms belachelijk klinken omdat sommige lezers vinden dat ik minder grenzen heb dan zij. Het gaat er niet om wie er de meeste grenzen heeft. Het punt is of mijn verhaal het voor jou helder kan maken welke grenzen jij bij jezelf kunt ontdekken. Mijn onderzoeksvragen zijn: Welke grenzen zijn er aan mijn leren? Welke van die grenzen kan ik verleggen? Wat moet ik leren, wat moet ik doen en wat heb ik nodig om die grenzen te kunnen verleggen? Welke grenzen kan ik niet verleggen en hoe ga ik daar dan mee om?
1
Grenzen zijn deel van het geheel Het is een zeer oude discussie: betekenen grenzen een beperking of integendeel een manifestatie van mijn mogelijkheden? Voor iemand die naar de fenomenen kijkt, is dat een vreemde vraagstelling. Tenslotte, wat is er niet begrensd? Wijs me op één fenomeen dat niet begrensd is. Grenzen en begrenzingen maken fenomenen mogelijk. Ze zijn een onlosmakelijk deel van de fenomenen zelf. Het zijn de bepaalde (of bepalende) grenzen die eigen zijn aan mezelf die dat "zelf" mogelijk maken. Zonder bepaalde van mijn huidige grenzen zou ik niet dezelfde "zelf' zijn. Ik ben vandaag de "ik" die ik de ander presenteer dankzij - en niet ondanks - mijn huidige grenzen. Indien ik morgen een ander "ik" wil presenteren zal ik sommige van mijn huidige grenzen moeten verleggen. Welke grenzen kan ik wél en welke kan ik niet verleggen? Om grenzen te kunnen verleggen, zal ik iets moeten leren. Zijn er echter ook 1 / 11
grenzen_aan_leren_2.0 -14/04/2001
grenzen aan mijn capaciteit om te leren? En zijn die grenzen te verleggen? Kan ik alles leren? Heeft het niet kunnen leren niet veeleer te maken met de slechte of foute leermethoden en leermiddelen die ik en mijn begeleiders nog steeds gebruiken? Hoe kan ik op dit gebied grenzen verleggen? Wil ik wel echt leren?
2
Grenzen zijn persoonlijke belevingen Of iets als een grens wordt ervaren door iemand is een persoonlijk gegeven. De feiten die anderen kunnen waarnemen zijn enkel grenzen indien ik ze als grens ervaar. Wat de ene ervaart als een scherpe grens, waar geen ontkomen aan is, kan door een ander - die dezelfde of sterk gelijkaardige fenomenen ervaart - totaal anders worden beleefd. Voor de een is de kust een grens die hij niet overschrijdt, voor de ander is dat enkel een punt waarop hij van vervoermiddel verandert. In het eerste geval stopt de voorwaartse beweging, in het tweede geval gaat deze beweging verder.
Voor de een is een negatief resultaat reden om er mee op te houden, voor de ander is datzelfde resultaat een stimulans om met meer kracht opnieuw te proberen en verder te gaan.
3
Mijn grenzen en mijn vrijheid Alvorens in te gaan op de verschillende soorten begrenzingen wil ik even naar de eeuwenoude opmerking over begrenzing en vrijheid. Beschik ik wel over een vrije wil als ik op zoveel verschillende en belangrijke punten van mijn leven word begrensd? Het antwoord is eenvoudig: ik ben God niet, ik ben een mens. Ik ben een mens doordat ik begrensd word in een lichaam, opgenomen in een maatschappelijke context die zich situeert ergens op de planeet aarde. Wezens die deze begrenzende kenmerken niet hebben, zijn geen mensen maar noem ze engelen of geesten of zo. Indien voor jou "een vrije wil" betekent dat er geen grenzen zijn, dan is er geen "vrije wil". Indien je echter met mij de vrijheid beleeft binnen de begrenzingen, dan zal je ook hebben ervaren op hoeveel plaatsen en hoeveel manieren jij en ik vrij zijn om keuzes te maken, grenzen te verleggen, een andere visie te ontwikkelen en bijgevolg om voortdurend te leren en te ontwikkelen. Alles verandert voortdurend. Dat geldt ook voor mij en voor mijn grenzen. Zoals ik vandaag ben zal ik morgen niet meer zijn.
2 / 11
grenzen_aan_leren_2.0 -14/04/2001
Daarnaast zijn er wezens die nog meer begrensd worden dan ik: de dieren en de planten. Zij zijn geen mensen omdat zij begrensd worden op essentiële punten die mij kenmerken als mens, bv. mijn mogelijkheden om bewust te zijn, mijn mogelijkheden om innerlijke beelden te vormen en tot abstracties te komen, mijn mogelijkheden om iets voor lange tijd uit te stellen louter op basis van een idee, mijn mogelijkheid om te oordelen en daarbij afstand te doen van sympathie en antipathie.
4
Vier soorten grenzen Aan deze indeling is geen grondige studie van het fenomeen aan vooraf gegaan. Evenmin berust ze op een of andere getallenleer of op de navolging van een filosofie. Deze indeling is het resultaat van mijn beleving, van hoe ik de dingen in en rondom mij waarneem. Indien jij anderen indelingen ziet, voel je dan vrij om wat hier staat aan de kant te schuiven en je eigen indeling te maken. Een indeling is niet de hoofdzaak maar wel het onder ogen zien van de grenzen die je beleeft en die durven in vraag te stellen.
Als mens word ik mij in mijn relaties - met mezelf, de anderen en mijn omgeving - geconfronteerd met vier soorten grenzen.
1.
Er zijn de grenzen die eigen zijn aan mijn persoon, grenzen die ik heb meegekregen van bij mijn geboorte (of beter van bij de conceptie): mijn fysieke grenzen, bepaalde biologische grenzen, mijn intellectuele grenzen voor zover die worden bepaald door de fysieke structuur van mijn brein en zelfs bepaalde biografische grenzen.
2.
Er zijn de grenzen die worden opgelegd door mijn omgeving, door de
plek waar ik werd geboren, de grenzen veroorzaakt door mijn klasse-, sexe- en cultuursocialisatie, de grenzen van mijn onmiddellijke sociale omgeving, maatschappelijke en structurele grenzen, de grenzen van mijn actuele context.
3.
Er zijn de grenzen die ik zelf (mee) creëer door de interactie met
anderen, de grenzen als consequenties van de keuzes die ik maak - soms bewust doch meestal onbewust - de grenzen die ik mezelf opleg, de grenzen waar ik bewust voor kies, de door mijn gedrag onbewust veroorzaakte grenzen, de grenzen aan mijn mogelijkheden om anderen te beïnvloeden, de grenzen om door anderen beïnvloed te kunnen/willen worden. 3 / 11
grenzen_aan_leren_2.0 -14/04/2001
4.
Tenslotte zijn er mijn mentale grenzen, de grenzen bepaald door mijn
visie, door mijn denkpatroon, door mijn mentale beelden, de grenzen die ik mezelf voorhoud als niet verlegbaar, de innerlijke grenzen die ik heb geleerd, ingebeelde grenzen, de grenzen van mijn paradigma's, waarden en normen.
4.1
Grenzen eigen aan mijn persoon Ik heb een aantal duidelijke fysieke grenzen geërfd van mijn ouders en grootouders (1,68m groot, een paar gebreken aan mijn fysieke constitutie, gevoeligheid voor bepaalde ziekten, enkele afwijkingen, enz.), maar het valt allemaal best mee. Er zijn heel veel mensen die meer en pijnlijkere beperkingen hebben dan ik. Ik ben daarenboven tot nu toe gespaard gebleven van ongevallen die mijn lichaam nog meer zouden beperkt hebben in zijn bewegingsvrijheid. Ook hier zijn er wekelijks andere ervaringen en belanden jonge mensen voor de rest van hun leven in een rolstoel. Hoe raar het voor sommigen ook mag klinken, ik heb meermaals de grens ervaren van in een mannelijk lichaam te wonen. Empathisch voelde ik de kracht van een vrouwelijk lichaam, het genot van borsten en het intense van een kind te voelen groeien binnen in het eigen lichaam. Ik ervoer op zulke momenten duidelijk mijn fysieke grens als man. Er zijn fysieke grenzen die het leren erg belemmeren of zelfs helemaal onmogelijk maken. Ik denk daarbij aan letsels die rechtstreeks het psyche van de mens raken. Wel zie ik sommige van die mensen met kleine stapjes een grens verleggen, met de hulp van toegewijde begeleiders en het inzetten van creatieve leermethoden. Toegewijde artsen geven sommigen van ons hoop omdat ze bepaalde fysieke grenzen (aangeboren of door een ziekte of een ongeval) trachten en kunnen verleggen. Daarnaast zijn er mensen die met veel wilskracht een situatie omkeren die sommige artsen als een niet verlegbare fysieke grens beschouwen (bv. kanker of coma). Deze mensen tonen dat het hier niet gaat om een aangeboren capaciteit maar om iets dat ze gedurende hun leven verworven hebben, iets dat ze geleerd hebben, vaak net door de confrontatie met de ziekte.
Ik ben geboren met een cholerisch temperament dat na al die jaren nog steeds een uitgesproken kleur geeft aan mijn karakter en gedrag. Met de jaren heb ik geleerd om de andere temperamenten (sanguinisch,
4 / 11
grenzen_aan_leren_2.0 -14/04/2001
melancholisch en flegmatisch) wat meer gewicht te geven zodat gaandeweg de balans een beetje beweegt. Maar makkelijk is dat niet. Het vraagt dat ik mij bewust ben van mijn manier van reageren alvorens iets te uiten en dat ik dan tijdig het innerlijk evenwicht herstel. Velen weten uit ervaring dat ik daar niet altijd in slaag. Ik ervaar sterk een intellectuele grens. Er zijn teksten en gedachten die niet aan mij zijn besteed. Hoe ik ook mijn best doe, het gaat er niet in. Misschien als ik nog wat meer mijn best doe? Maar dan kom ik bij een andere grens, bij de grens van mijn keuzes, ik zeg "nee" (grens 3.). Ik kan genieten van een boek dat anderen als "moeilijk" bestempelen doch op andere momenten voel ik duidelijk mijn grens en leg ik het boek naast mij neer. Ik ervaar de intellectuele grens ook nu ik aan het schrijven ben. Sommige lezers zijn verbaasd wanneer ik hen vertel dat schrijven voor mij een zware karwei is. Het werk vordert moeizaam. Herschrijven en herschrijven. Af en toe voel ik de grens van het onder woorden kunnen brengen van bepaalde gedachten. Meer nog, ik ervaar de grens van het denken van bepaalde gedachten. Ik voorvoel soms waar een gedachte naar toe kan gaan maar voel tevens dat ik vandaag die gedachte niet volop kan uit-denken. "Keep it simple", zegt een stem in mij dan. Naast emotionele intelligentie is er ook de emotionele grens. Ik kan dan niet meer (in)voelen wat de ander zegt. Met mijn verstand kan ik begrijpen wat de ander zegt, weet ik dat de ander er een andere mening op na houdt en dat die visie evenveel waar kan zijn of is dan mijn visie ... maar ik kan niet voelen wat het betekent zo te denken als de ander denkt. Ik kan niet invoelen wat de ander voelt. Ik kan niet voelen wat een Indiase vrouw voelt wanneer zij spreekt, zelfs wanneer ik de taal tracht te leren. Leren vanuit "begrijpen" en "inzicht" wordt begrensd door mijn emotionele grens. En mijn biografische grens? Het leren hangt nauw samen met de biografische dynamiek en bepaalde wetmatigheden. Velen weten bv. dat een kind vóór haar negen jaar moet leren lezen. Gebeurt dat niet dan ondervindt dat kind later heel wat moeilijkheden bv. om andere talen te leren. Minder bekend is het feit dat dit zelfde proces ook geldt voor de volgende levensfasen. In iedere levensfase moet er iets specifieks geleerd worden. Gebeurt dat niet dan zijn er moeilijkheden bij de verdere ontwikkeling.
Het menselijk leven speelt zich af tussen enerzijds biografische wet5 / 11
grenzen_aan_leren_2.0 -14/04/2001
matigheden die we niet kunnen ontlopen en anderzijds de keuzes die we kunnen maken. De studie van de menselijke biografie heeft me gevoelig gemaakt voor de biografische wetmatigheden. Ik zie, ervaar en weet dat er een "logische" ontwikkeling is van de mens. Aan de levensvragen die iemand stelt kan ik horen in welke levensfase zij op dit ogenblik leeft. Bepaalde levensvragen kan je jezelf niet stellen op jonge leeftijd, andere zijn typisch voor de dertiger dan wel voor een veertiger. Ik herken bij mezelf de worsteling van de vijftiger (geschreven in 2001) met verleden en toekomst, met zingeving vanuit meta-perspectief, met de vragen rond mentorschap, enz. Het wordt me daarnaast hoe langer hoe duidelijker dat er vreemde verbindingen zijn tussen mij en de mensen in mijn leven waar ik tegenaan loop, positief of negatief, verbindingen die met meer te maken hebben dan met sympathie of antipathie. Bij sommige relaties heb ik duidelijk het gevoel "Ik moet hier iets mee, zelfs al is het niet prettig", en bij anderen "Ik moet hier niets meer mee, zelfs al hoort het binnen de huidige sociale regels om contact te houden en daar wel iets mee te doen.". Sommige ontmoetingen zijn bedoeld om me even te raken en een duwtje te geven in ene andere richting. Sommige ontmoetingen lijken bedoeld om langer te duren en de (levens)lessen te spreiden over meerdere jaren.
4.2
Grenzen via mijn sociale omgeving Socialisatie is geen verouderd begrip, het is dagelijkse realiteit. Via socialisatie leren we bepaalde gevoelens en reacties als vanzelfsprekend te beschouwen. Ze geven ons het gevoel geborgen te zijn binnen een groep maar ze sluiten ons tevens af van andere groepen. We leren daardoor grenzen te aanvaarden die er eigenlijk niet zijn, grenzen tussen klassen, tussen sexen, tussen culturen.
Zoals iedereen ben ik geboren in een specifieke omgeving en op een specifiek moment geboren. Ik groeide op onmiddellijk na de oorlog in een gezin van gemengde sociale klasse (arbeider-zelfstandige). Als zevenjarige stond ik meermaals achter de toonbank van de winkel van mijn moeder. Het begrip "klant" kreeg ik met de paplepel mee. Ons winkeltje was het tweede huis naast een noodkerk. Ik speelde zowel op straat als in de noodkerk. Combineer dat met een diep gelovige moeder en een atheïstische vader. Leren was thuis een punt van aandacht maar het werd toch vooral vanuit het nuttigheidsaspect bekeken: "Uit boeken kan je veel leren maar je hebt 6 / 11
grenzen_aan_leren_2.0 -14/04/2001
ook twee handen en je zal leren die voor alle werk te gebruiken." En ook: "Dat kan niet, bestaat niet! Het kan als je wil!" Ik heb geleerd de zaken van diverse kanten te bekijken en de dingen aan te pakken. Dat klinkt voor sommigen erg positief doch dat biedt naast mogelijkheden ook grenzen. Ik bekijk de zaken makkelijker van achter de toog, van achter de scène, dan van er op. En ik voel nog steeds weerstand tegen personen die zeggen: "Dat kan niet." Later liep ik tegen de grenzen aan van een enge parochiale mentaliteit. De jeugdclub die ik mee trachtte vorm te geven mocht een aantal dingen niet omwille van ... Het werd me in mijn jeugd vaak duidelijk gemaakt dat er maatschappelijke grenzen zijn die ik niet zonder gevolgen kon uitdagen. De school-weg die ik liep, was op dit punt een groot oefenterrein. Ik zou die school-weg kunnen tekenen als een kruisweg, met zijn verschillende haltes: de marteling en de kruisiging van de vrije lerende. Mijn moeder vond gaan werken nuttiger dan aandacht te hebben voor mijn verzet tegen de school. En dus belandde ik op jonge leeftijd op een kantoor van een vakbond. Daar kwam ik in dezelfde situatie terecht als in onze winkel: luisteren naar klanten en trachten een oplossing te vinden voor hun problemen. Iedere dag was er de les dat de sociale situatie van mensen erg bepalend is voor wat ze doen en wat ze niet kunnen doen. Toen ik later op een bank werkte, werd ik geconfronteerd met structuren die ik als zinloos en zeer inefficiënt beleefde, maar waartegen ik niets kon beginnen. Ik zag in de bank en bij klanten vriendjespolitiek, de macht van diegenen die geld bezitten, corruptie op kleine schaal, kleinzieligheid verpakt in een maatpak met daarop een naamkaartje gespeld van een zeer belangrijke functie, mensen die omwille van de bekrompen ideeën van de manager verplaatst en gedemotiveerd werden, enz. Gaandeweg groeide bij mij het beeld van een "logisch" systeem. Het zijn niet zozeer de individuele mensen dan wel het interactiesysteem dat die individuen met mekaar hebben opgezet en mee in stand houden dat het vrij leren en het vrij ontwikkelen van mensen tegenhoudt. In het politieke leven is het nog een graad erger. Ik kan me dan gelukkig prijzen dat ik in luilekkerland woon (in Afrika is het écht veel erger) maar ik zou blind zijn indien ik niet zou zien hoe het neo-liberale, kapitalistische systeem een groot deel van de bevolking intellectueel en vooral moreel klein
7 / 11
grenzen_aan_leren_2.0 -14/04/2001
houdt via de keuzes die zij maakt en de grenzen die zij stelt. Het werken met begeleiders van gehandicapten en met kansarmen bracht voor mij telkens de beperkingen aan het licht van een maatschappelijke structuur die mensen eerder uitsluit dan insluit. Ik werd ook geconfronteerd met de systematische doch vaak verdoken onderdrukking van vrouwen en "andersgeaarden" (holebi's, migranten). Indien zij vrij willen leren en ontwikkelen moeten ze vaak eerst tegen de maatschappelijke stroom in hun plekje veroveren. Dit is geen verhaal van gisteren, ik kom dat vandaag tegen, in de bedrijven, in de scholen. Ik had vaak het gevoel dat er heel wat maatschappelijke en structurele grenzen zijn die het vrij leren belemmeren. In een donker moment durf ik zelfs te veronderstellen dat er een bewuste politiek gevoerd wordt om mensen enkel datgene te laten leren wat geen gevaar oplevert voor het bestaande systeem. Maar dat zal wel een hersenspinsel zijn, is het niet? En dan zijn er nog die onnoemelijk droeve verhalen van mensen in oorlogssituaties die de maatschappelijke begrenzingen voelen tot op hun huid. Hoe kan je leren in Afghanistan, Rwanda, ... Niet alleen de rijkdom is ongelijk verdeeld, maar ook (en vooral) de kansen om meer te leren dan te leren overleven.
4.3
Grenzen die ik zelf creëer Een groot deel van de grenzen die ik ontmoet, ontstaan door de keuzes die ik zelf maak, bewust of onbewust. Het zijn de "logische" gevolgen van mijn beslissingen en van mijn daden. Via de interactie met anderen creëer ik zelf omstandigheden die mij in meerdere of mindere mate begrenzen. Iedere afspraak is een zelf gekozen begrenzing. Vroeger heb ik vaker ervaren dat door een primaire cholerische reactie van mij ik mezelf in een lastig parket bracht. Ik voelde daarop sterk de begrenzing die ik daardoor mezelf had opgelegd. Ik kon uiteraard de scheur in de relatie ook negeren of de relatie dan maar verbreken. Pijnlijke gedachten en gevoelens nestelden zich vervolgens in mij en beperkten mijn mogelijkheden om te leren. Ik kon de ander niet meer positief beïnvloeden of open staan om door de ander beïnvloed te worden. Aangezien leren te maken heeft met zich laten beïnvloeden, beperkte ik op deze manier mijn leren. Gelukkig voor mij was het niet dramatisch. In de balans van de relatie met anderen, de balans van geven en ontvangen, sluipt de begrenzing binnen van zodra de balans sterk in onevenwicht is.
8 / 11
grenzen_aan_leren_2.0 -14/04/2001
Wanneer ik overdreven veel geef of overdreven veel ontvang beperk ik mijn mogelijkheden om vlot en vrij "ja" of "neen" te zeggen wanneer dat past. En dit laatste is nodig om te kunnen leren. Bij deze soort grenzen reken ik ook de grenzen die opgelegd worden aan mijn mogelijkheden om anderen te beïnvloeden. Of omdat ik niet goed ben in de kunst van het beïnvloeden of omdat de ander weerstand biedt en zich niet open stelt voor beïnvloeding, hoe dan ook ik word regelmatig geconfronteerd met de grens van mijn invloed. Het kan best zijn dat ik de gevolgen van mijn daden niet zo "logisch" vind. Ik kan dan vaststellen dat dit de consequenties zijn en dat ik het daar niet mee eens ben. Maar dit laatste verandert niets aan het feit dat de consequenties zijn wat ze zijn. Vaak gebruiken mensen het argument dat door de eerste en de tweede soort grenzen (grenzen eigen aan de persoon en grenzen opgelegd door de omgeving) zij niet in staat zijn om een vrije keuze te maken én dus niet verantwoordelijk kunnen gesteld worden voor de gevolgen van hun daden. Ze aanvaarden niet de verantwoordelijkheid van de consequenties van het eigen gedrag.
4.4
Mentale grenzen Tenslotte zijn er de grenzen die samenhangen met mijn visie op de wereld, op de anderen, op wat er rondom mij gebeurt. Mijn basisuitgangspunten om de fenomenen te verklaren, mijn paradigma's, zijn zowel een hulp om de dingen te kunnen begrijpen als een grens die me afsluit van andere zienswijzen. Iedereen heeft een visie, bewust of onbewust. Een visie op wat goed is of slecht, op wat mag en niet mag, op wat kan en niet kan, enz. We kijken steeds door die gekleurde bril naar de werkelijkheid.
Deze bril, onze visie, bepaalt wat we ervaren en wat niet, wat we waarnemen, zien, horen, voelen, enz. en wat niet. Onze bril vernauwt onze blik en doet ons slechts een beperkt deel zien van de werkelijkheid. De bril kleurt hoe we ervaren en voelen. Tenslotte bepaalt onze bril hoe we onze waarnemingen en ervaringen betekenis geven. Het is onmogelijk om alles te zien, om een 360°-blik te hebben in tijd en
9 / 11
grenzen_aan_leren_2.0 -14/04/2001
ruimte. Toch kunnen we onze blik zo ruim mogen maken, binnen de begrenzingen van ons mens-zijn.
Mijn geloof kan zowel grenzen verleggen als grenzen opleggen. Zo geloof ik bv. in de wijsheid van de mensen als ze in een Open Space samenwerken. Dit geloof is echter niet oneindig. In tegenstelling tot andere Open Spacers heb ik de neiging om de groep toch te wijzen op de mogelijkheden van de dialoog en hen te wijzen op wat vaak gebeurt: ze debatteren, discussiëren, spelen het meningenspel of houden het bij een losse babbel. Het geloof in mezelf helpt me om voortdurend verder te leren, om te blijven zoeken. Ik weet dat ik verder kan, dat ik nog zal groeien, dat ik morgen mijn taak weer een beetje beter kan doen. Ik weet dat ik over de mogelijkheden en de capaciteiten en de steun beschik om verder te gaan. Het is mijn overtuiging dat vele mensen verder kunnen dan ze vandaag staan maar het niet doen omdat ze zichzelf de grens hebben opgelegd "verder kan ik niet, wil ik niet". Bij mijn mentale grenzen hoort bv. ook mijn visie op datgene waar ik verantwoordelijk voor ben. Zeker bij de opvoeding van kinderen of bij de begeleiding van mensen komt steeds de vraag: "Wat is hier mijn verantwoordelijkheid?" of "Wat is mijn probleem en wat is het probleem van de ander?" Zoals ieder mens heb ik de neiging om te verwachten dat de dingen om mij heen zijn zoals ik verwacht dat ze zijn. Dat klinkt misschien "logisch" maar dat is het niet. Deze verwachting werkt als een sluipende grens bij het leren omdat ik dan niet meer zie of waarneem wat er kan gezien en waargenomen worden. Zien welke grens ik kan verleggen, is deel van mijn visie. Ik begrens me dus ook in het zien van wat wel of niet verlegbaar is. Ik help mezelf al een grote stap vooruit wanneer ik mijn visie onder handen neem en die zo ruim mogelijk instel.
5
Alle grenzen werken samen Mijn "ik" vandaag wordt begrensd door deze vier soorten grenzen samen. Ik kan deze grenzen wel onderscheiden doch ik kan ze niet scheiden. Steeds werken ze samen en ze werken voortdurend op mekaar in. Bij iedere
10 / 11
grenzen_aan_leren_2.0 -14/04/2001
belangrijke keuze voel ik opnieuw dat ik over heel wat mogelijkheden beschik en tegelijkertijd voel ik de verschillende grenzen aan als beperkend. Al naargelang de situatie of het vraagstuk komt dan weer eens de ene, dan weer eens de andere grens op de voorgrond. Wat ik vandaag wil en kan leren wordt begrensd door het samenspel van de vier grenzen in en rond mij. Wil ik leerrijker worden dan zal ik verschillende grenzen moeten verleggen. Het volstaat niet om enkel een grens in mijn hoofd te verplaatsen, in mijn gedachten. Ik loop er wel tegenaan dat er aan het verleggen van mijn grenzen ook grenzen zijn. Maar veeleer dan me zorgen te maken over deze grenzen zal ik trachten zo ver mogelijk te geraken. Ik zal wel blijven zien welke grenzen ik ontmoet en beslissen of ik deze grens kan verleggen of niet.
© Francis Gastmans
11 / 11