DE GOTISCHE PERIODE 1150 - 1450 n.Chr.
1000
500
0
1000
500
Byzantijns
KLASSIEKE OUDHEID Vroeg Christelijk
1250
Vroege ME Karolingisch Ottoons
Romaans Gotiek
1500
Hst. 3 Steden en Kathedralen: Gotiek in de 13e en 14e eeuw
13e
Middeleeuwse stad:
In en eeuw is er een snelle groei van de steden. • Economie verschuift van plattelandseconomie naar economie van ruilhandel. • Burgerij komt op. Krijgt naast de Adel en de kerk ook zeggenschap. • Kloosters vestigen zich in de stad. Kloosterlingen geven onderwijs, verzorgen zieken in ruil voor giften. •
12e
Gotiek
Vanuit de in de Frans Romaanse periode ontstaat de Gotiek. Gotiek= scheldwoord van kunstschrijvers uit de Renaissance.> Barbaars>Goten Naast BK (bouw kathedralen en steden) ontwikkelt zich de: SK (wordt meer zelfstandig Grafische kunst (houtsnedes, kopergravures) komt op BHK groeit en ontplooit zicht
Gotiek
De steden brengen veel nieuws: Middenstanders “burger”gevoel (kerk richt zich ook meer op burgers) Nieuwe bestuursvormen Rijkdom (men had geld voor mooie dingen) “Mooie dingen”werden door kundige ambachtslieden (Gilden) gemaakt.
Gotiek
Kruistochten brachten veel nieuwe producten (bijvoorbeeld papier maar ook muziekinvloeden) De adel en de kerk moesten macht inleveren. Bevolking c.q. “burgers” namen niet alles meer zomaar aan.
Notre-Dame te Reims In late M.E. staat de kerk centraal (letterlijk en figuurlijk). • Niet alleen voor de mis maar ook markten, rechtspraak, feesten en processies. • Kathedralen zijn voor zowel bisschoppen als de stad zelf enorme prestige objecten. •
De troubadour hofmuzikant die langs de hoven reist • adellijke komaf, opleiding in klooster, Gregoriaans en oosters muziek combi. • Minnelieden belangrijk onderdeel repertoire. Is het bezingen van de Hoofse liefde. • D’ardant désir http://www.youtube.com/watch?v=ZKfU7y15A_g •
DE STRAAT:
De vaganten: Straatartiesten die van stad naar stad trekken. • Laag aanzien. Zouden niet deugen. • Oude traditie. Bij Romeinen al populair. • Raken in verval door komst Christelijke kerk. • Kerk veroordeelt deze vorm van vermaak. •
Mirakelspelen, passiespelen en wagenspelen: Manier om m.b.v. theater de liturgie aan het gewone volk over te brengen. • In 1e instantie in Kerk, later groots opgezet op pleinen en straten buiten de Kerk. • Wagenspelen zijn soort theateroptocht. Feest maar ook bezinning. •
De bedelorden:
Fransiscus van Assisi Kloosterorden vestigen zich in steden. O.a. Fransiscanen en Dominicanen. • Orden volgen gedachtegoed Bernardus van Clairvaux = sober, geen luxe • Fransiscanen volgen regels van Fransiscus van Assisi = naar voorbeeld Christus, sober en eenvoudig. •
Interieur kapel San Francesco, Assisi, Italië Gotische architectuur in Italië minder aanwezig. Reden; warm klimaat. Grote ramen betekend meer warmte (broeikas). • Idealen Fransiscus minder makkelijk te rijmen met uitbundige Gotisch bouwstijl. • Bouwstijl meer Romaans. I.p.v. grote gebrandschilderde ramen wordt er meer met fresco’s gewerkt. •
Christus als voorbeeld; het leven van Fransiscus van Assisi:
Werkterrein was niet de Kerk maar de straat. Zingt als een troubadour over de schoonheid van Gods schepping. Benadrukt de menselijke kant van het leven van Christus. Afbeeldingen van Christus krijgen ander karakter. Niet meer oordelend als rechter maar als mensenzoon Thema’s als geboorte en dood van Christus worden populair.
De eerste Universiteiten: Nieuwe orden zoals de Fransiscanen noemen we bedelorden. In ruil voor giften geven zij o.a. onderwijs. • Vanuit deze kloosterorden ontstaan de eerste Universiteiten zoals b.v. in het Quartier Latin in Parijs. •
De eerste universiteiten:
Universiteiten richten zich op beschrijving en verklaring van de schepping. Thomas van Aquino verbindt Griekse denkbeelden van Aristoteles met theologische opvattingen. Aristoteles: gaat uit van de materie, van het waarneembare (wetenschap). Theologie: gaat uit van het immateriële, het niet waarneembare (geloof). Goddelijke gaat schuil achter materiële wereld. Deze denkwijze vertaalt zich in late M.E. naar de Kunst. De zichtbare wereld mag weer worden afgebeeld.
DE GOTISCHE PERIODE
BHK
Gotiek
De gotische kathedraal is een eenheid Alles vult elkaar aan Geleidelijke ontwikkeling van stram naar bewegelijk. Ideoplastisch > Fysioplastisch Belangrijkste BHK bij de portalen
Gotiek Vroege periode / midden periode / late periode Figuren zien eruit als boomstammen Figuren zijn bijzonder statisch,vertikaal gericht, emotieloos, bewegingloos De beelden zijn niet vrijstaand (architectuur gebonden) Niet naar de waarneming maar naar de fantasie (fabeldieren, gedrochten en gefantaseerde duivels.
Gotiek Vroege periode / midden periode / late periode Wat levendigere houding d.m.v. Draaiing van het hoofd Knieën worden onder gewaad zichtbaar Plooival van kledij Door plooival komen de beelden iets meer los van het gebouw
Gotiek Vroege periode / midden periode / late periode Beelden worden nog losser Volgen niet meer de vorm van een zuil Ze staan voor de muur > vrijstaand Emoties zijn nu te zien op de gezichten Natuurlijke houdingen met gevoel S-bocht houding bij figuren
Gotiek Vroege periode / midden periode / late periode Kerkelijk christelijke figuren, maar ook Grafmonumenten voor rijken/ adel Geen anonieme beeldhouwers meer Italië: Niccolo Pisano Bourgondië: Claus Sluter:
DE GOTISCHE PERIODE
BK
Gotiek Kerk als status symbool (=grotere kerken) voor: passend eerbetoon voor God. Trekpleister voor burgers en pelgrims. Behalve plek voor de mis ook gebruikt als marktplaats, plek waar men recht sprak. Omhoogstrevend karakter (dichter bij God) Ontstaan van Gilden. (b.v. bouwmeesters, beeldhouwers, houtsnijders, metselaars, schilders etc., het zijn eigenlijk vakverenigingen, meester/ gezel relatie)
Gotiek
Grotere kerken bouwen had problemen: Door de hoeveelheid zuilen kon je weinig zien Koepelgewelf ,was niet geschikt voor het lange middenschip van de Basilica Tongewelf veel te zware muren Kruisgewelf was een betere mogelijkheid Kruisribgewelf was de beste oplossing
Gotiek
Ramen en andere openingen: Spitsboog : Sterker Variabel in hoogte en breedte
Gotiek Frankrijk Duitsland Italië Nederland
Gotiek Frankrijk Duitsland Italië Nederland
Gotiek Frankrijk Duitsland Italië Nederland
Gotiek Frankrijk Duitsland Italië Nederland
Het Plein:
Giotto: ‘De bewening’, Arena-kapel, Padua In Italië ontwikkeld zich de waarheidsgetrouwe uitbeelding van de mens èn de natuur vanaf eind 13e eeuw. • Giotto is de eerste schilder die Bijbelse figuren weergeeft als mensen van vlees en bloed. • In ‘De bewening’ besteedt Giotto erg veel aandacht aan gezichtsuitdrukkingen en compositie. • De detaillering in de lijst is opvallend. Het lijkt net echt marmer. • Geeft de compositie extra effect van ruimtelijkheid, alsof je door een raam kijkt. •
Piazza del Campo, Siena, Italië Stadhuis is hier centrum van de stad, het palazzo publico. • Inwoners aantal steeg enorm in late M.E., veel hoogbouw om inwoners te kunnen vestigen. • Des te opvallend is ruimte voor groot plein het Piazza del Campo. • Plein onderverdeeld in negen segmenten. Vertegenwoordigen ‘de Nove’; het stadsbestuur. • Uit hele planning van stad en plein spreekt trots burgerij. Niet vorst of Kerk is aan de macht, maar de burgers hebben het voor het zeggen. •
‘Het goede bewind’ fresco van Ambrogio Lorenzetti ‘De nove’ laten schilder Lorenzetti 2 fresco’s schilderen in de vergaderzaal. 1 met gevolgen goed bewind, 1 met gevolgen slecht bewind. • zeer precieze weergave van alledaags leven. • fresco’s moeten bestuur er constant op wijzen wat hun verantwoordelijkheid is en wat de gevolgen kunnen zijn van hun beslissingen. •
De Kathedraal:
Kathedraal van Reims Een van de meest zuivere voorbeelden van Gotische bouwkunst • Geen massieve muren zoals bij oudere Romaanse kerken maar open gevels met veel vensters en openingen. • bevolking betaald mee aan bouw door belasting te betalen. • Gilden geven giften. Vorm van sponsoring want in ruil voor giften willen ze dat hun wapen of naam in bijvoorbeeld een gebrandschilderd raam wordt verwerkt. •
Notre Dame, Parijs In gotiek zijn dragende muren vervangen door skeletbouw van spitsbogen. • Skeletbouw maakt het bouwen van zeer hoge gebouwen mogelijk. • Luchtbogen en steunberen leiden druk van het gewelf af. • Muren dragen niet meer al het gewicht dus grote vensters zijn mogelijk. •
God is licht:
Gebrandschilderd raam in de kathedraal van Chartres Gebrandschilderde ramen zijn zeer geschikt om Gods woord te verbeelden. • Gaven het effect alsof God zelf tot de gelovigen sprak. • honderden stukjes gekleurd glas in raamwerk van loodstrips die de contouren van de voorstelling volgen. •
Gebrandschilderde ramen te Chartres, Beeldhouwwerk te Reims en Fresco’s te Assisi. De verbeelding van het evangelie (het leven van Christus) is een veelvoorkomend thema in de Kunst. • Deze verbeelding wordt ook wel ‘plaatjesbijbel’ genoemd voor de arme en ongeletterde gelovigen. •
Het Koor:
Zicht op het koor vanuit het middenship. Het koor is het belangrijkste deel van de kerk. • Hier speelt zich rond het altaar de liturgie af. • Latijn blijft de voertaal binnen de kerk. • Langzaamaan ontstaat het liturgisch drama. Een soort toneelstuk die de eredienst ook voor het gewone volk begrijpelijk moet maken. •
Musica mundana, Musica Humana: Vanuit de theologie en muziektheorie ontstaat de idee van de Hemelse muziek; de ‘musica mundana’. • Deze hemelse muziek werd het dichts benaderd door de menselijke stem; de ‘musica humana’. • Muziekinstrumenten zijn minder geschikt om ‘de geest van God’ te laten klinken dan de menselijke stem. •
Polyfonie: Meerstemmige muziek die het mogelijk maakt meer emotie toe te voegen aan de gezongen teksten. • Kapelmeesters Notre Dame van Parijs ontwikkelen de Polyfonie. • Zij introduceren contratenoren naast de melodielijn van de Gregoriaanse tenorstem de ‘cantus firmus’. • Videront Omnes is voorbeeld van polyfoon muziekstuk. •
twee componisten:
La messe de Nostre Dame Meerstemmigheid (polyfonie) is verder opgevoerd. • Mis opgedragen aan Maria, geschreven voor 4 stemmen en kan worden toegeschreven aan 1 componist; • Guillaume de Mauchat die tevens cantor is van de Notre Dame te Reims • Kenmerkt zich door hechte eenheid. •
Agnus Dei Elke mis bestaat uit vaste onderdelen; het Kyrie, Gloria, Credo en Agnus Dei. • Agnus Dei vormt de afsluiting van de mis. • In ‘la messe de Nostre Dame’ zijn de zangpartijen zeer complex. • Ze lijken als het ware aan te sluiten bij de herhalingen, variatie, ritme en lijnenspel van de architectuur van de kathedraal in Reims. •
Francesco Landini Belangrijkste musicus Trecento-muziek. Trecento is de Italiaanse benaming voor de 14e eeuw. • Landini schreef niet voor de kerk maar combineerde de traditie van de troubadours met de polyfonie. • Hij is te vergelijken met hedendaagse popmuzikant; schreef eigen teksten en muziek en voerde ook het liefst zelf uit. • Repertoire bestaat vnl. uit madrigalen en ballate. •
Trecento Landini, Giotto, Lorenzetti en Dante zijn kunstenaars uit het Trecento. • Landini zet als eerst componist teksten van Dante op muziek. • Kunstenaasr van het Trecento zijn wegbereiders van de Renaissance. •
DE GOTISCHE PERIODE
SK
Gotiek
SK Staat in dienst van het geheel: Fresco’s Gebrandschilderde ramen (glas-en-lood) Grote schilderijen bij het altaar Onderwerpen uit: De Christelijke leer De bijbel Onderwerpen wel in eigen tijd geplaatst (plaats+kleding)
Gotiek
Vroege periode/ Midden periode/ Late periode: Stram ideoplastisch Figuren niet echt menselijk Figuren emotieloos Meestal goudkleurige achtergrond Achtergrond geen diepte Kleding hoekig, strak, plat.
Gotiek
Vroege periode/ Midden periode/ Late periode: Overgang van strak ideoplastisch naar fysioplastisch Nog wel een gouden achtergrond Dikke omtrekslijnen Nieuw zijn “golvend haar”en “plooien in gewaden”.
Gotiek
Vroege periode/ Midden periode/ Late periode: Fysioplastisch door S-bocht houding, draaiing en beweging Figuren worden plastischer (meer dikte/volume in lichaamsdelen) Belangstelling voor gefantaseerde landschapsachtergronden en ruimtelijkheid. Wereldse onderwerpen (Portretten van ..) Van losstaande figuren naar overlapping Cimabue en Giotto zijn bekende schilders uit de 13de eeuw.
Gotiek
Vroege periode/ Midden periode/ Late periode: Van losstaande figuren naar overlapping Achtergrond bestaat uit rotsen, bomen en een blauwe lucht Cimabue en Giotto zijn bekende schilders uit de 13de eeuw. Schilderingen nu voor eerst op houten panelen
samenvatting In late M.E. verschuiving van statische agrarische plattelands samenleving naar stedelijke cultuur gebaseerd op ruilhandel. • Invloed verstedelijking ook op religieus terrein. • Kathedralen niet alleen voor geloof maar ook prestige objecten voor de stad (statussymbool). • Bedelorden actief. Eerst als rustplaatsen en toevluchtsoord voor pelgrims, later in de steden als plek waar onderwijs wordt gegeven en zieken worden verzorgt. Verspreiding van het geloof bleef altijd een belangrijke taak. • bouw kathedralen en bedelorden worden bekostigd door burgerij. • Geloof wordt in meer begrijpelijkere taal worden verkondigt (voor burgers). • Christus krijgt ‘menselijker gezicht’ accent verschuift van angst voor laatste oordeel naar leven en dood van Christus. • Streven naar natuurgetrouwe afbeelding wint terrein. •