De periode van de Burgerij Hammed is blij dat hij alle opdrachten heeft volbracht en hoopt nu op een teken van Mariken. Al een week lang zwerft hij rond zijn ouderlijk huis, dat nu zijn ouderlijk huis niet is. Mariken komt niet meer in zijn dromen terug, wat zou er met haar gebeurd zijn? In plaats van Mariken komt hij een zekere Jan Pieterszoon Sweelinck tegen, die hij niet kent, maar die hem wel aanspreekt. Sweelinck kijkt wat verdwaasd om zich heen, hij is zelf vreemde in Berlijn en moest nu ineens een jongen ophalen uit de toekomst, om hem mee te nemen naar zijn eigen tijd. Hij zou de jongen herkennen aan een soort Moors uiterlijk en aan zijn naam: Hammed. De jongen zou gekleed zijn volgens de Duitse gewoontes, maar ja hoe die er in de toekomst zouden uitzien was hem niet verteld. Jan Pieterszoon Sweelinck zegt hem dat hij niet in deze periode thuishoort en dat hij de opdracht heeft gekregen hem mee te nemen naar zijn tijd. Jan Pieterszoon weet ook niet precies waarom, maar hij heeft het de betbetovergrootvader van een zekere Eduard uit de nog verdere toekomst op diens sterfbed moeten beloven. Het zou van levensbelang zijn en de jongen zou zo intens naar zijn muziek luisteren dat Jan Pieterszoon zich gestreeld zou voelen. Hammed verbaast zich over de uitleg en heeft nog nooit naar muziek van Sweelinck geluisterd. Maar met het horen van de naam Eduard is hij tot alles bereid. Sweelinck wil meteen weg uit het straatgedrang en gekrijs en trekt Hammed mee een kerk binnen waar iemand op een orgel speelt. Jan Pieterszoon vertelt dat hier zijn muziek nu klinkt. Hammed doet erg zijn best zich volledig over te geven aan de muziek en vergeet de man. Als de muziek zwijgt en de stilte tot hem doordringt, opent Hammed zijn ogen en ziet dat de man verdwenen is. Hij zit hij alleen in de Marienkirche; ook de organist is verdwenen. Hij is inmiddels wel gewend dat het buiten weer anders zal zijn en bedenkt hoe hij nu weer aan kleren voor deze tijd kan komen. Hij wil zo onopvallend mogelijk zijn werk doen. Dan komt er warempel een jong meisje aangelopen. Is het Mariken? Ze lijkt erop, nee ze is het toch niet, ze loopt anders, misschien komt dat door de kleren – de tijd ? Nee ze is het niet, maar spreekt hem wel aan. ‘He vreemdeling waar kom je vandaan ? meegekomen met het handelsvolk uit het Holländsches Viertel ? Zo kun je je niet vertonen hoor, dan lachen ze je allemaal uit. Kom maar mee, dan geef ik je kleren van mijn broer, die is nu toch niet thuis.’ Het meisje is nieuwsgierig en vraagt hem van alles, maar Hammed vertelt niet veel. Ze zou het toch niet begrijpen. Hammed twijfelt of hij weer naar het ouderlijk huis terug moet gaan, het is nu toch langzamerhand al wel erg lang geleden. Het meisje had het over de 17e eeuw. Misschien dat ze hem in het Holländisches Viertel verder kunnen helpen. Blijkbaar kijken die over landgrenzen heen dus misschien ook wel over tijdgrenzen. Hij vraagt het meisje nog in welke richting hij op weg moet gaan en vertrekt. En komt dan per ongeluk toch langs zijn huis van de 21e eeuw. Gek hij herkende eerst de straat niet, maar nu hij er toch is, loert hij weer naar binnen. Wat een deftig huis is
het in deze tijd, jeminee zeg, daar zou hij wel in willen wonen. Hij onthoudt welke voorwerpen er dit keer staan, je weet maar nooit hoe dat hem nog van pas kan komen. Dan vervolgt hij zijn weg naar het Holländisches Viertel, want op een of ander manier voelt hij dat hij daar heen moet. Hij slaapt die nacht in een pakhuis, waarvan de deur op een kier stond. Midden in de nacht hoort hij gestommel en gefluister, hij houdt zich doodstil en is blij zo diep het pakhuis ingegaan te zijn. Daar lagen veel jutten zakken en dus was het een beetje comfortabel slapen geweest. Nu is hij er veilig hoopt hij, en inderdaad na een poosje verdwijnen de mannen weer. Bij het ochtendgloren ziet hij dat er zakken zijn binnengebracht. Hij voelt dat hij met name naar een zak erg nieuwsgierig is en opent hem. Hij wist eigenlijk niet waarom, maar bij het zien van de voorwerpen uit zijn huis, weet hij het wel. Snel draait hij de voorwerpen om en weer kan hij de opdrachten lezen. Hij heeft ze net allemaal in zijn hoofd geprent als hij buiten mannen hoort aankomen en praten over dieven, die overal huisraad uit het Nicolai Viertel hebben gestolen. Meteen duikt hij weer naar achteren en hoopt dat er daar ergens iets is waardoor hij weg kan. Als die mannen hem zouden zien en ook nog de buit, dan liep het niet goed met hem af. Hammed weet te ontsnappen (hoe, dat ontdek je later wel) en begint weer aan zijn speurtocht. Geen nachtelijke monologen van Mariken, zij kan Hammed nu niet helpen Het lukt Mariken niet om contact te krijgen met Hammed, hij moet het dit keer blijkbaar alleen doen. Hij weet al zoveel meer van haar eigen Europese geschiedenis dan zij van Turkije. Zal zij daar eens een kijkje gaan nemen ? Ze zullen elkaar vast en zeker ooit terugvinden en dan kan ze hem verrassen met alles wat zij weet. Ze beschrijft het voor zichzelf, zodat ze het Hammed later vertellen kan. Fragmenten uit het dagboek van Mariken: Mijn leven ten tijde van de Burgerij In haar dagboek beschrijft ze voor zichzelf weer haar belevenissen en avonturen van alledag, hoe lang gaat dit nog duren ? Steeds als Hammed de opdrachten volbracht heeft, wordt zij verder terug in de tijd gezet. Waarom moet Hammed dit allemaal weten ? Heeft het iets met de nieuwe inburgeringwetten te doen ? Het wordt toch wel te gek zeg. Fragmenten uit het logboek van Hammed: Mijn ontdekkingen in de deze tijd Dagboeken worden door meisjes geschreven dat weet Hammed ook wel, maar het nachtelijk avontuur in het pakhuis kon hij aan niemand kwijt. Stel dat ze hem niet zouden geloven of dat hij de dieven zou moeten aanwijzen. Dan was zijn leven hem niet zeker. Nee hij hield wijselijk zijn mond, maar vertrouwde het allemaal toe aan zijn logboek bij wijze van uitzondering. Daarnaast maakt hij natuurlijk weer digitale foto’s en aantekeningen of, want ja het gaat altijd om bewijslast. Blijkbaar is dat niet alleen op school zo. Inleiding in de burgerij
De verzameling van alle burgers is in principe de brugerij, maar dat woord wordt vaak gebruikt om de meer gegoede bovenlaag van de maatschappij aan te duiden: de bourgeoisie. De groep stedelingen die stadsrechten bezaten. Maar zij hadden minder privileges, macht en aanzien dan de adel. Nederland en Berlijn In Potsdam ontstond een Nederlandse wijk in opdracht van Koning Friedrich Wilhelm I. Zijn interesse was ontstaan door zijn huwelijk met de Nederlandse vrouw: Louise. Een persoon werd aangesteld voor de verantwoordelijkheid van het grote bouwproject. Hij kreeg de opdracht om typisch Hollandse architectuur te bouwen. Het waren de populaire 17e eeuwse gevelhuizen. De wijk werd het Holländisches Viertel genoemd. Hollanders werden er naar toe gehaald. Ze handelden in eigen waar, zoals kaas, zuivelproducten, kleding en klompen. De mensen die daar woonden behoorden tot de gegoede burgerij (de bourgeoisie). Zij gingen naar theater en met name de opera’s in Duitsland in die tijd. Bezoek deze wijk en zoek uitzoeken wie de persoon was die Koning Friedrich Wilhelm I had aangesteld voor het bouwproject. Wie was Jan Bouman? Ga naar het Jan Bouman museum en verzamel informatie over de ontstaansgeschiedenis van het Holländisches Viertel. Zoek uit welke dansen er tijdens traditionele Nederlandse feesten zoals het Tulpenfeest werden gedanst. Maak groepen van acht personen Verplaats je in de 17e eeuw. Jullie zijn de Nederlandse bewoners van het Hollandisches Viertel. Het tulpenfeest is aan de gang! Ontwerp een volksdans die je samen met z’n achten uitvoert in de straten van het Hollandisches Viertel. Je mag hierbij de verschillende dansen waarover je hebt geleerd (Poolse volksdans, Weense wals en de Nederlandse klompendans) combineren. Dans en interculturaliteit Van de danskunst in ons land gedurende de zeventiende eeuw is weinig bekend. Den Haag (door het Huis van Oranje) en Amsterdam (door de handel) boden belangrijke toneelactiviteiten, maar veel dans was daar niet bij. In twee dingen liep Nederland voorop: al in 1655 dansten er vrouwen op het toneel. Wat in Parijs pas in 1681 gebeurde. En er werd als eerste op spitzen gedanst. In Frankrijk en Italië werd vooral aan de hoven gedanst, in Nederland was het meer een aangelegenheid van burgers. Er is in heel Europa een voortdurende wisselwerking geweest tussen de volksdans en de hieruit voortgekomen gezelschapsdans van de landadel. Elementen uit de volksdans werden in hofdansen verwerkt. In Polen is de invloed van het hof op het platteland zeer groot geweest. Daarbij kwam dat die adel overwegend op het platteland woonde, en zo enerzijds bijdroeg tot 'vervolksing' van de Poolse cultuur, en anderzijds plattelandswaarden aan het hof introduceerde. Over danskunst die in Duitsland zelf is ontstaan is weinig te zeggen. Duitsland
heeft open gestaan voor invloeden uit het buitenland. Polen was heel actief in de volksdansen, Oostenrijk had de Weense walsen en vanuit Nederland is de klassieke dans komen overwaaien. Zo is er in Duitsland een mengeling ontstaan van deze verschillende culturen in de dans. Waarom werd dans bijna verboden? Waaruit kan afgeleid worden hoe er in Nederland gedanst werd in de 17e eeuw? Geef een eigen definitie van vertoningsdans. Waarom denk jij dat er in Duitsland zelf weinig tot geen dansen ontstonden? Muziek en techniek & ontwikkeling De VOC kende verschillende muzikale kanten. Tijdens hun lange reizen zongen de bemanningsleden verschillende zeemansliederen. Veel ervan zijn bewaard gebleven. De bouw van instrumenten als de viool, luit, viola da gamba en klavecimbel namen enorm toe. In de 17e eeuw stond Amsterdam zelfs bekend om zijn muziekinstrumentenmakers, die technieken soms afleidden uit de scheepsbouw. En natuurlijk bracht de VOC ons in contact met muziek uit de Aziatische landen. In de jaren 1598-1602 werden vanuit verschillende havensteden vloten met bestemming Oost-Indië uitgezonden. Schilderkunst Ga op zoek naar tien schilderijen uit de tijd tussen 1650 en 1750. Maak vanuit de kennis die je door goed kijken je eigen maakt een nieuw kunstwerk met hedendaags materiaal maar voor die tijd. Zorg ervoor dat het nieuwe “ schilderij “ weer een kloppend geheel wordt en dat je rekening houdt met de symbolen en iconografieën uit die tijd. Beschrijf de discussie over de camera Obscura die in de 17e eeuw wel of niet gebruikt zou zijn door bepaalde kunstschilders. Wat denk je er zelf over? Het Rederijkerstoneel Bekende namen in het theater van de zeventiende eeuw waren Pieter Corneliszoon Hooft, Gerbrand Adriaanszoon Bredero, Joost van den Vondel en Jacob Cats. Literatuur en toneel waren nauw verbonden; naast toneel schreven deze schrijvers veel gedichten. Welke vier soorten toneel stonden centraal? Welk soort toneel spreekt je het meeste aan en waarom? Welke verandering binnen de literatuur kun je aanduiden in de tweede helft van de 17e eeuw? Een van de meest bekende composities van Jan Pieterszoon Sweelinck is het lied van de Zilvervloot. Dit lied is gecomponeerd als reactie op de Spanjaarden, die in de tachtig jarige oorlog hun katholieke beleving aan de Nederlanders op wilden
dringen. Jan Pieterszoon Sweelinck wordt ook wel de indirecte leermeester van Johan Sebastiaan Bach genoemd. Tot zijn leerlingen behoorden onder andere Samuel Scheidt en H. Scheidemann; zij waren de stichters van de Noord-Duitse orgelschool, waar Bach studeerde. De Duitsers hadden de mankracht om voort te bouwen op wat Sweelinck had opgestart. In de 16de eeuw ontstond in Duitsland de hervormings –of Reformatiebeweging door de geleerde monnik Maarten Luther. Men wilde weer een zuivere beleving van het geloof prediken en men verzette zich tegen de corruptie van de kerk van Rome. Ook in Nederland groeide hierdoor het verzet tegen de kerkelijke macht. Dit had onder andere invloed op de orgelmuziek in de 17e eeuw. Tot 1578 behoorde de organist tot de kerk. Maar na deze ontwikkeling had de organist geen plaats meer in de christelijke eredienst van die dagen. De orgels waren geen eigendom van de Kerk, maar van de stad, de burgers. Noem een aantal muziek instrumenten uit de 17e eeuw die gebruikt en beschrijf kort hoe en waar ze gebruikt werden. Wat was voornamelijk de functie van muziek in de 17e eeuw? Waarom maakten de zeelieden van de VOC muziek? Wie is Jan Pieterszoon Sweelinck? Bedenk wat het verschil is voor een musicus die componeert vanuit de kerk of een musicus die componeert vanuit zichzelf. Waarom was orgelmuziek zo populair in Duitsland? Opera en vermaak Een opera kan gezien worden als een toneelstuk waarin de tekst gezongen wordt in plaats van gesproken. En de zang wordt begeleid door een orkest. Het toneelelement is fundamenteel. Wanneer ontstond de opera? Wanneer kwam de opera in Duitsland tot bloei? Noem enkele bekende opera’s en hun componisten. Wat is het onderscheid tussen opera en operette? Welke twee tegenpolen werden in de opera bij elkaar samen gebracht? De Duitse opera was in het begin meer op de burgerij aangewezen. Leg uit waarom er een verschuiving naar de adel plaats vond. Betekende dit ook iets voor de kunstenaar? Zo ja, wat? De opera heeft ook een sociale verandering teweeggebracht. Benoem deze. Waarom ging de gegoede burgerij naar de opera? Ga op zoek naar informatie over dit oudste operahuis van Berlijn, de vroegere Königliche Hofoper, nu ‘Unter den Linden’ genoemd. Nabespreken Opera (in een van de drie opera gebouwen) Welk moment vond je leuk/interessant om te zien en waarom? Welk moment vond je niet interessant en waarom? Kunnen jullie je voorstellen waarom mensen naar de opera gingen in de 17e eeuw?
Stel je voor dat jullie als bewoners van het Hollandisches Viertel voor een opera over de zilvervloot van Spanje de opdracht krijgen het slot lied te maken. Het moet een overwinningslied worden, waarin de Nederlander Piet Hein de Spaanse zilvervloot heeft overwonnen. Bedenk een titel voor de opera en presenteer het lied van de zilvervloot in een opera bewerking.