D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
De Eucharistieviering bij een huwelijksjubileum
1
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
Inleiding De voornaamste verjaardagen van een huwelijk, bijvoorbeeld het zilveren, gouden of diamanten huwelijksjubileum, vormen een gelegenheid om de sacramentele huwelijkssluiting op bijzondere manier te herdenken door het vieren van de Eucharistie met familie, vrienden en leden van de gemeenschap. Zo’n viering kunt u een persoonlijk karakter geven door gebeden te kiezen die aansluiten bij uw ervaringen en beleving van uw huwelijk. Dit boekje vormt een hulpmiddel om die jubileumviering naar eigen wens samen te stellen. In dit boek staat achter elkaar hoe een jubileumviering in de Katholieke Kerk verloopt. Er zijn heel veel keuzemogelijkheden wat de teksten betreft. Elke keer worden die per onderdeel aangegeven. Sommige teksten zijn facultatief, andere zijn gewenst, of als iets ingepast wordt dan is dat de logische plaats daarvoor. Er zijn delen die zonder meer vast liggen. Dat staat steeds aangegeven. Lees de teksten rustig door, en praat er over met elkaar. Maak dan uw keuze. Op een goede manier bezig zijn met de viering, kan ook iets betekenen voor uw eigen voorbereiding op deze mooie dag! Wat betreft de muziek: Bespreek vooraf met de pastoor wat kan en niet kan; niet alle muziek is namelijk geschikt als ondersteuning van een Eucharistieviering. In een huiskamer klinkt muziek anders dan in een Kerk. De teksten zijn allemaal genummerd en opgenomen in een computerbestand. U hoeft dus niets te typen van wat in deze map staat [het mag natuurlijk wel als je dat leuk vindt!], alles kan zo kant en klaar worden geleverd. U hoeft het boekje, als de pastor of diaken het hebben nagekeken of evt. fouten, dan alleen nog te (laten) kopiëren in de juiste aantallen. De pastoor of diaken is natuurlijk bereikbaar voor suggesties. Binnen de gegeven mogelijkheden, maken we er dan ook samen een mooie viering van. Succes!
Met dank aan kapelaan Loodts van de Joannesparochie die zo goed was ons het door hem gemaakte werkboek ter beschikking te stellen. 2
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
Inhoud Om een boekje samen te stellen, dient u onder elk titeltje van deze pagina een bijhorende tekst uit deze map te zoeken. De nummers die de titel voorafgaan hoeven niet opgenomen te worden in het boekje, maar dienen om het zoeken te vergemakkelijken. De nummers achter de rode titels, verwijzen naar de pagina.
OPENINGSRITUS (4) 1 2
3 4 5 6
Intredelied of muziek Opening en verwelkoming Eventueel: gedicht of overweging (door iemand van de familie) Ontsteken van de jubileumkaars Gebed om vergeving Lofzang “Eer aan God” Openingsgebed
22 Voorbereiding op de communie 23 Communie en lied / muziek 24 Gebed na de communie
SLOTRITUS (104) 25 26 27 28 29
Gedicht of overwegingstekst Bloemenhulde Bezoek aan Maria / Maria-lied Slotwoord, zegen en zending Slotlied
DIENST VAN HET WOORD (13) 7
Eerste Lezing Een lezing uit het Oude Testament Eerste of (evt) tweede Lezing Een lezing uit het Nieuwe Testament 8 Antwoordpsalm / Lied / Muziek 9 Evangelie 10 Preek
EXTRA (114) Teksten ter overweging
JUBILEUMRITUEEL (63) 11 12 13 14 15 16
Hernieuwing van de huwelijksgeloften Zegening en overreiking van de ringen Feestelijk lied Ontsteken van de jubileumkaars Geloofsbelijdenis Voorbede
EUCHARISTIE (77) 17 Klaarmaken van het altaar lied of muziek / collecte 18 Gebed over de gaven 19 Eucharistisch gebed 20 Onze Vader en vredewens 21 Zegeningsgebed 3
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
De openingsritus 1
INTREDELIED OF MUZIEK
In overleg met de pastoor of diaken wordt er een openingslied of muziek uitgezocht.
2
OPENING en VERWELKOMING
Pr:
In de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest. Allen: Amen. Pr: De genade van onze Heer Jezus Christus, de liefde van God, en de gemeenschap van de heilige Geest zij met U allen. Allen: En met uw geest. De priester of de diaken houdt een kort woord van welkom, en een inleiding op de viering.
GEDICHT OF OVERWEGINGSTEKST Daarna kan een familielid of een vriend(in) een gedicht of een overwegingstekst voorlezen. Dit is niet verplicht.
3
ONTSTEKEN VAN EEN JUBILEUMKAARS
Wanneer u kiest voor een jubileumkaars, zorgt u zelf voor een kaars. U kunt hier de kaars ontsteken ter gelegenheid van het jubileum (of straks - zie nr. 14).
4
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
4
GEBED OM VERGEVING
B I J
E E N
J U B I L E U M
Voor de viering van een sacrament is het een goede gewoonte dat ieder die het wil meevieren, eerlijk gaat staan tegenover elkaar en God. Daarom willen we ook eerlijk toegeven dat we wel eens tekort schieten. Na een korte inleiding kunnen we dan één van de onderstaande teksten bidden. 4.1
GEBED OM VERGEVING
Pr:
Broeders en zusters, belijden wij onze zonden, bekeren wij ons tot God om de heilige Eucharistie goed te kunnen vieren.
Pr:
Heer, Gij hebt ons bemind en U voor ons overgeleverd, ontferm U over ons. Allen: Heer, ontferm U over ons. Pr: Christus, die de liefde van God in U draagt, ontferm U over ons. Allen: Christus, ontferm U over ons. Pr: Heer, die ons als uw heilige en geliefde uitverkorenen vergeving geschonken hebt, ontferm U over ons. Allen: Heer, ontferm U over ons. Pr:
Moge de almachtige God zich over ons ontfermen, onze zonden vergeven en ons geleiden tot het eeuwig leven. Allen: Amen.
5
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
4.2
GEBED OM VERGEVING
Pr:
Broeders en zusters, belijden wij onze zonden, bekeren wij ons tot God om de heilige Eucharistie goed te kunnen vieren.
Pr:
E E N
J U B I L E U M
Heer, die ons uw liefde hebt geopenbaard, ontferm U over ons. Allen: Heer, ontferm U over ons. Pr: Christus, die tot ons gezonden zijt om onze zonden uit te wissen, ontferm U over ons. Allen: Christus, ontferm U over ons. Pr: Heer, die ons zozeer hebt liefgehad, dat ook wij elkaar moeten beminnen, ontferm U over ons. Allen: Heer, ontferm U over ons. Pr:
Moge de almachtige God zich over ons ontfermen, onze zonden vergeven en ons geleiden tot het eeuwig leven. Allen: Amen.
6
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
4.3
GEBED OM VERGEVING
Pr:
Broeders en zusters, belijden wij onze zonden, bekeren wij ons tot God om de heilige Eucharistie goed te kunnen vieren.
E E N
J U B I L E U M
Allen: Ik belijd voor de almachtige God en voor u allen, dat ik gezondigd heb in woord en gedachte, in doen en laten, door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld. Daarom smeek ik de heilige Maria, altijd maagd, alle engelen en heiligen, en u, broeders en zusters, voor mij te bidden tot de Heer onze God. Pr: Moge de almachtige God zich over ons ontfermen, onze zonden vergeven en ons geleiden tot het eeuwig leven. Allen: Amen. Pr: Allen: Pr: Allen: Pr: Allen:
Heer, ontferm U over ons. Heer, ontferm U over ons. Christus, ontferm U over ons. Christus, ontferm U over ons. Heer, ontferm U over ons. Heer, ontferm U over ons.
7
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
5
LOFZANG EER AAN GOD
B I J
E E N
J U B I L E U M
Het is een mogelijkheid dat bij extra plechtige gelegenheden deze lofzang wordt gezongen. Het is niet verplicht maar wel mogelijk. Het zal er misschien ook van afhangen of er een koor is die het op een feestelijke manier zingt. Het Gloria kan natuurlijk ook gebeden worden. Eer aan God in den hoge, en vrede op aarde aan de mensen, die Hij liefheeft. Wij loven U. Wij prijzen en aanbidden U. Wij verheerlijken U en zeggen U dank voor uw grote heerlijkheid. Heer God, hemelse Koning, God, almachtige Vader. Heer, eniggeboren Zoon, Jezus Christus. Heer God, Lam Gods, Zoon van de Vader. Gij die wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons. Gij die wegneemt de zonden der wereld, aanvaard ons gebed. Gij die zit aan de rechterhand van de Vader, ontferm U over ons. Want Gij alleen zijt de Heilige. Gij alleen de Heer. Gij alleen de Allerhoogste: Jezus Christus, met de heilige Geest in de heerlijkheid van God de Vader. Amen.
8
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
6
OPENINGSGEBED
B I J
E E N
J U B I L E U M
In het openingsgebed drukken we heel speciaal de betekenis van de viering uit. Met dit gebed sluiten wij het openingsgebeuren af. Op de stippellijn komt jullie naam. 6.1
OPENINGSGEBED 1 (AM)
Pr:
Laat ons bidden.
God, oorsprong van alles, Gij hebt in den beginne door de schepping van man en vrouw de grondslag gelegd voor het huwelijk. Bekrachtig met Uw zegen de verbintenis tussen ... en ... en laat dit huwelijk een steeds volmaakter beeld zijn van de band tussen Christus en zijn Kerk. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U leeft en heerst, in de eenheid van de Heilige Geest, God, door de eeuwen der eeuwen. Allen: Amen.
9
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
6.2
OPENINGSGEBED 2 (AM)
Pr:
Laat ons bidden.
B I J
E E N
J U B I L E U M
Heer, Gij hebt ... en ... door de onverbrekelijke band van het huwelijk verenigd en door een innige verbondenheid sterk doen staan in voor- en tegenspoed. Wij bidden U: vermeerder en zuiver hun liefde, dat zij voor elkaar een teken blijven van genade, tot vreugde van henzelf en van al hun dierbaren. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U leeft en heerst, in de eenheid van de Heilige Geest, God, door de eeuwen der eeuwen. Allen: Amen.
10
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
6.3
OPENINGSGEBED 3 (AM)
Pr:
Laat ons bidden.
B I J
E E N
J U B I L E U M
God, almachtige Vader, zie vol goedheid naar deze echtgenoten ... en ... (en naar hun kinderen aan wie zij het leven en het geloof hebben doorgegeven). Zie naar het vele goede dat zij in deze .... jaar hebben verricht. Maak hun ouderdom tot een gezegende tijd, zoals Gij hun eerste liefde hebt bekrachtigd door het sacrament van het huwelijk. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U leeft en heerst, in de eenheid van de Heilige Geest, God, door de eeuwen der eeuwen. Allen: Amen.
11
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
6.4
OPENINGSGEBED 4
Pr:
Laat ons bidden.
B I J
E E N
J U B I L E U M
God, wees hier aanwezig en luister welwillend naar ons gebed. Vanaf de schepping hebt Gij het huwelijk van man en vrouw ingesteld, om het voortbestaan te waarborgen van het menselijk leven. Daarom bidden wij U: moge de eenheid van de huwelijksband, waarvan Gij de schepper zijt, door uw helpende hand behouden blijven. Dat vragen wij U door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de heilige Geest, God, door de eeuwen der eeuwen. Allen: Amen
12
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
Dienst van het Woord We komen nu bij het volgende onderdeel waarin God ons iets te vertellen heeft. In de Dienst van het Woord luisteren we naar woorden uit de Bijbel, naar God die tot ons spreekt. Daarom worden op deze plaats geen teksten gelezen die niet uit de Bijbel komen. Hoewel er natuurlijk ook overal op de wereld hele mooie andere teksten geschreven zijn, heeft de Bijbel voor christenen een onvervangbare plaats. De Dienst van het Woord bestaat uit minimaal twee teksten: een eerste lezing uit het Oude of het Nieuwe Testament, en een lezing uit het Evangelie. Het Evangelie vertelt wat Jezus zelf gedaan of gezegd heeft en vormt bij de dienst van het woord het hoogtepunt. Je mag ook drie lezingen kiezen. De eerste is dan uit het Oude Testament; de tweede uit het Nieuwe Testament, en de derde uit het Evangelie. Er is een ruime keuze beschikbaar. Lees ze daarom rustig door en kijk welke lezing iets van uw jubileum onder woorden brengt. Praat er met elkaar over welke u geschikt vindt. Er komen verschillende thema’s aan bod: geschapen zijn, liefde, vreugde, trouw, verbonden zijn met elkaar, geluk, elkaar gevonden hebben, elkaar aanvaarden, vrede, volmaaktheid van de liefde, en het kostbare van het huwelijk. Misschien kent u iemand die de eerste lezing zou kunnen voorlezen (familie, vrienden).
13
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
7
UIT HET OUDE TESTAMENT
7.1
(EERSTE) LEZING 1: Man en vrouw schiep Hij hen.
Uit het boek Genesis (1,26-28.31a) In het begin, bij de schepping van hemel en aarde, sprak God, toen Hij de dieren had geschapen: “Nu gaan wij de mens maken, als beeld van Ons, op Ons gelijkend; hij zal heersen over de vissen van de zee, over de vogels van de lucht, over de tamme dieren, over alle wilde beesten en over al het gedierte dat over de grond kruipt.” En God schiep de mens als zijn beeld, als het beeld van God schiep Hij hen; man en vrouw schiep Hij hen. God zegende hen, en God sprak tot hen: “Weest vruchtbaar en wordt talrijk; bevolkt de aarde en onderwerpt haar; heerst over de vissen van de zee, over de vogels van de lucht, en over al het gedierte dat over de grond kruipt.” En God bezag alles wat Hij gemaakt had en Hij zag dat het heel goed was. Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
14
B I J
E E N
J U B I L E U M
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
7.2
(EERSTE) LEZING 2: En zij worden volkomen één.
B I J
E E N
J U B I L E U M
Uit het boek Genesis (2,18-24) In het begin, bij de Schepping van hemel en aarde, na de schepping van de eerste mens, sprak God de Heer: “Het is niet goed dat de mens alleen blijft. Ik ga een hulp voor hem maken die bij hem past”. Toen boetseerde God de Heer uit de aarde alle dieren op het land en alle vogels van de lucht en bracht ze bij de mens om te zien hoe Hij ze noemen zou: zoals de mens ze zou noemen, zo zouden ze heten. De mens gaf dus namen aan al de tamme dieren en aan al de vogels van de lucht en aan al de wilde beesten; maar een hulp die bij hem paste vond de mens niet. Toen liet God de Heer de mens in een diepe slaap vallen; en terwijl hij sliep nam Hij één van zijn ribben weg en zette er vlees voor in de plaats. Daarna vormde God de Heer uit de rib die Hij bij de mens had weggenomen een vrouw, en bracht die naar de mens. Toen sprak de mens: “Eindelijk been van mijn gebeente, en vlees van mijn vlees! Mannin zal zij heten, want uit een man is zij genomen”. Zo komt het dat een man zijn vader en moeder verlaat en zich zo aan zijn vrouw hecht, dat zij volkomen één worden. Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God. 15
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
7.2
(EERSTE) LEZING 2: En zij worden volkomen één (verkorte versie)
B I J
Uit het boek Genesis (2,18-24) In het begin, bij de Schepping van hemel en aarde, na de schepping van de eerste mens, sprak God de Heer: “Het is niet goed dat de mens alleen blijft. Ik ga een hulp voor hem maken die bij hem past”. Zo komt het dat een man zijn vader en moeder verlaat en zich zo aan zijn vrouw hecht, dat zij volkomen één worden. Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
16
E E N
J U B I L E U M
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
7.3
(EERSTE) LEZING 3: Isaak kreeg Rebekka lief.
B I J
E E N
J U B I L E U M
Uit het boek Genesis (24,62-65.67a) Isaak was teruggekomen van de bron en woonde in de Negeb. Bij het vallen van de avond ging hij buiten wat afleiding zoeken. Toen hij zijn ogen opsloeg, zag hij ineens kamelen aankomen. Ook Rebekka keek op, en toen zij Izaak zag, liet zij zich van haar kameel glijden en vroeg aan de dienaar: “Wie is die man daar, die over het veld naar ons toekomt?” De dienaar antwoordde: “Dat is mijn meester.” Toen deed zij haar sluier voor. Daarop bracht Isaak Rebekka in zijn tent en nam haar tot vrouw en Isaak kreeg haar lief. Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
17
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
7.4
(EERSTE) LEZING 5: Laat mij aan haar zijde oud worden.
B I J
E E N
J U B I L E U M
Uit het boek Tobit (8,4-6.7b-9) Op de avond van hun huwelijk zei Tobias tot Sara: “Wij zijn kinderen van de heiligen en wij kunnen dus niet zó gehuwd zijn als de heidenen die God niet kennen”. Zij stonden beiden op en samen baden ze vurig dat zij gezond zouden blijven. En Tobias bad: “Gezegend zijt Gij, God van onze vaderen, moge de hemel en de aarde, de zee, de bronnen en de rivieren en alle schepselen die er in wonen, U prijzen. Gij hebt Adam gemaakt en hem Eva, zijn vrouw tot hulp en steun gegeven. Welnu, Heer, ontferm U over ons, en laat ons samen oud worden in een goede gezondheid”. Daarop brachten zij samen de nacht door. Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
18
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
7.5
(EERSTE) LEZING 6: Laat liefde en trouw u niet verlaten.
B I J
E E N
J U B I L E U M
Uit het boek Spreuken (3,3-6) Laat liefde en trouw u niet verlaten! Bind ze om uw hals, schrijf ze op de tafel van uw hart: dan wordt gij bemind en als verstandig gewaardeerd door God en de mensen. Vertrouw op de Heer met heel uw hart en verlaat u niet op uw eigen inzicht. Denk aan Hem op al uw wegen en Hij zal uw paden effenen. Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
19
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
7.6
(EERSTE) LEZING 7: Een vrouw die de Heer vreest, moet geroemd worden.
E E N
Uit het boek der Spreuken (31,10-12.17-18.20-21.25-29) Een sterke vrouw, wie zal haar vinden? Haar waarde gaat die van koralen ver te boven! Het hart van haar man vertrouwt op haar en het zal hem aan winst niet ontbreken. Zij brengt hem geluk, geen ongeluk, alle dagen van zijn leven. Zij omgordt haar lenden met kracht en maakt haar armen sterk. Zij merkt dat haar ondernemingen slagen; ‘s nachts gaat haar lamp niet uit. Zij opent haar hand voor de behoeftige en strekt haar handen uit naar de misdeelde. Zij vreest voor haar gezin geen sneeuw, want heel haar gezin is in scharlaken gekleed. Kracht en luister zijn haar gewaad en zij ziet lachend de komende dag tegemoet. Zij opent haar mond en zij spreekt wijsheid; van haar tong komen lieflijke lessen. Zij gaat de gangen van haar gezin na en eet haar brood niet in ledigheid. Haar zonen staan op en prijzen haar gelukkig, haar man staat op en roemt haar: “Vele vrouwen hebben zich wakker gedragen, maar gij overtreft ze alle!” Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
20
J U B I L E U M
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
7.7
(EERSTE) LEZING 8: Sterk als de dood is de liefde.
B I J
E E N
J U B I L E U M
Uit het Hooglied van Salomo (2,8-10.14.16a;8,6-7a) Hoor, daar is mijn geliefde; kijk, daar komt hij aan, over de heuvels snelt hij voort. Mijn geliefde is als een gazel, hij lijkt wel het jong van een hert. Daar staat hij achter de muur van ons huis. Hij ziet door het raam en kijkt door de tralies naar binnen. Nu roept mijn geliefde en zegt tegen mij: Sta op, mijn liefste, kom toch, mijn schoonste. Mijn duif, die u verscholen hebt in de kloven van het gesteente, in de holten van de rotsen, laat mij uw gezicht zien, laat mij uw stem horen, want uw stem is zo mooi, uw gezicht zo lieftallig! Mijn lief is van mij en ik ben van hem. En Hij zei tegen mij: Draag mij als een zegel op uw hart, als een zegel aan uw arm: want sterk als de dood is de liefde, met de onverbiddelijkheid van het dodenrijk sluit zij ieder ander buiten. Haar vonken zijn als bliksemschichten, vlammen van de Heer. Geen stortvloed van water kan de liefde blussen, geen rivier spoelt haar weg. Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
21
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
7.8
(EERSTE) LEZING 9: De schoonheid van een goede vrouw in haar welgeordend huis.
Uit de Wijsheid van Jezus Sirach (26,1-4.13-16) Een goede vrouw maakt haar man dubbel gelukkig, het getal van zijn dagen wordt dubbel zo groot. Een flinke vrouw is een vreugde voor haar man, zij laat hem al zijn jaren in vrede doorbrengen. Met een goede vrouw is men goed bedeeld; wie God vrezen, krijgen haar als hun deel. Rijk of arm, hun hart is gelukkig en hun gezicht staat altijd opgewekt. Een bevallige vrouw verblijdt haar man, haar waardigheid geeft hem nieuwe levenskracht. Een vrouw die bescheiden is, is een geschenk van de Heer; zij die onderlegd is, wordt hoog geprezen. Een ingetogen vrouw is een grote zegen en niets weegt op tegen haar zelfbeheersing. Als de zon die opgaat aan de hoge hemel van de Heer, zo is de schoonheid van een goede vrouw, het sieraad van haar gezin. Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
22
J U B I L E U M
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
7.9
(EERSTE) LEZING 10: Ik, de Heer, zal een nieuw verbond met u sluiten.
E E N
J U B I L E U M
Uit het boek van de profeet Jeremia (31,31-32a.33-34a) “Er komt een tijd - godspraak van de Heer dat Ik met Israël en Juda een nieuw verbond sluit; geen verbond zoals Ik met hun voorvaderen gesloten heb, t oen Ik hen bij de hand heb genomen om hen uit Egypte te leiden. Dit is het nieuwe verbond dat Ik in de toekomst met Israël sluit: Ik schrijf Mijn wet in hun binnenste, Ik grif ze in hun hart. Ik zal hun God, en zij zullen Mijn volk zijn. Dan hoeft niemand een ander nog voor te houden: Leer de Heer kennen. Want iedereen, groot en klein, kent Mij al” - godspraak van de Heer. Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
23
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
7.10
(EERSTE) LEZING 11: Ik, uw Heer, neem u als Mijn bruid, voor altijd.
Uit het boek Hosea (2,21-22) Dit zegt de Heer: “Ik neem u als Mijn bruid, voor altijd, als Mijn bruid, in recht en gerechtigheid, in goedheid en erbarming, als Mijn bruid, in onverbrekelijke trouw: dan zult gij de Heer leren kennen.” Zo spreekt de heer Allen: Wij danken God.
24
B I J
E E N
J U B I L E U M
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
UIT HET NIEUWE TESTAMENT 7.11
(TWEEDE) LEZING 1: Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus?
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome (8,31b-35.37-39) Broeders en zusters, indien God voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn? Hij heeft zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard, voor ons allen heeft Hij Hem overgeleverd. En zou Hij ons na zulk een gave ook niet al het andere schenken? Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen? God die rechtvaardigt? Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus misschien, die gestorven is, meer nog, die is opgewekt en die, gezeten aan Gods rechterhand, onze zaak bepleit? Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking wellicht of nood, vervolging, honger, naaktheid, levensgevaar of het zwaard? Maar over dit alles zegevieren wij glansrijk, dank zij Hem die ons heeft liefgehad. Ik ben ervan overtuigd, dat noch de dood noch het leven, noch engelen noch boze geesten, noch wat is noch wat zijn zal, en geen macht in den hoge of in de diepte, noch enig wezen in het heelal ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, die is in Christus Jezus onze Heer. Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
25
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
7.12
(TWEEDE) LEZING 2: Wijdt uzelf aan God toe als een levende, heilige offergave, die Hij kan aanvaarden.
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome (12,1-2.9-13) Broeders en zusters, ik smeek U bij Gods erbarming; wijdt uzelf toe aan God als een levende, heilige offergave, die Hij kan aanvaarden. Dat is de geestelijke eredienst die u past. Stemt uw gedrag niet af op deze wereld. Wordt andere mensen met een nieuwe visie. Dan zijt ge in staat om uit te maken wat God van u wil en wat goed is, wat zeer goed is en volmaakt. Uw liefde moet ongeveinsd zijn. Haat het kwaad, weest het goede welgezind. Bemint elkander hartelijk met broederlijke genegenheid. Acht anderen hoger dan uzelf. Laat uw ijver niet verflauwen, weest vurig van geest, dient de Heer. Laat de hoop u blij maken, houdt stand in de verdrukking, volhardt in het gebed. Draagt bij voor de noden der heiligen, beoefent de gastvrijheid. Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
26
E E N
J U B I L E U M
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
7.13
(TWEEDE) LEZING 3: Uw enige schuld blijve de onderlinge liefde.
B I J
E E N
J U B I L E U M
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome (13,8-10) Broeders en zusters, zorgt dat gij niemand iets schuldig zijt. Uw enige schuld blijve de onderlinge liefde. Wie zijn naaste bemint, heeft de wet vervuld. Want de geboden: gij zult niet echtbreken, gij zult niet doden, gij zult niet stelen, gij zult niet begeren, en alle andere geboden kan men samenvatten in dit ene woord: “Bemin uw naaste als uzelf.” De liefde berokkent de naaste geen enkel kwaad. Liefde vervult de gehele wet. Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
27
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
7.14
(TWEEDE) LEZING 4: Aanvaardt elkander, zoals ook Jezus Christus ons heeft aangenomen.
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome (15,1b-3a.5-7.13) Broeders en zusters, wij moeten geen rekening houden met onszelf. Laat ieder van ons bedacht zijn op het welzijn en de stichting van zijn naaste. Ook Christus heeft geen rekening gehouden met zichzelf. God die de volharding en de vertroosting schenkt, verlene u ook eensgezindheid in de geest van Christus Jezus, opdat gij één van hart en uit één mond de God en Vader van onze Heer Jezus Christus moogt verheerlijken. Aanvaardt daarom elkander als leden van één gemeenschap, zoals ook Christus ons in Zijn gemeenschap heeft opgenomen ter ere Gods. Moge de God van de hoop u vervullen met alle vreugde en vrede in het geloven, zodat gij overvloeit van hoop, door de kracht van de Heilige Geest. Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
28
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
7.15
(TWEEDE) LEZING 6: Als ik de liefde niet heb, baat het mij niets.
B I J
E E N
J U B I L E U M
Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte (12,31-13,8a) Broeders en zusters, gij moet naar de hoogste gaven streven. Maar eerst wijs ik jullie een weg die verheven is boven alles. Al spreek ik met de tongen van engelen en mensen: als ik de liefde niet heb, ben ik een galmend bekken of een schelle cimbaal. Al heb ik de gave van profetie, al ken ik alle geheimen en alle wetenschap, al heb ik het volmaakte geloof dat bergen verzet: als ik de liefde niet heb, ben ik niets. Al deel ik heel mijn bezit uit, al geef ik mijn lichaam prijs aan de vuurdood: als ik de liefde niet heb, baat het mij niets. De liefde is lankmoedig en goedertieren; de liefde is niet afgunstig, zij praalt niet, zij beeldt zich niets in. Zij geeft niet om schone schijn, zij zoekt zichzelf niet, zij laat zich niet kwaad maken en rekent het kwaad niet aan. Zij verheugt zich niet over onrecht maar vindt haar vreugde in de waarheid. Alles verdraagt zij, alles gelooft zij, alles duldt zij. De liefde vergaat nimmer. Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
29
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
7.16
(TWEEDE) LEZING 7: De liefde van Jezus Christus kennen.
B I J
E E N
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Efeze (3,14-21) Broeders en zusters, ik, Paulus, buig mijn knieën voor de Vader naar wie alle vaderschap genoemd wordt in de hemel en op aarde: moge Hij u in zijn onmetelijke heerlijkheid geven dat uw diepste wezen machtig door Zijn Geest wordt gesterkt, dat Christus door het geloof woont in uw hart en dat gij geworteld en gegrondvest blijft in de liefde. Moogt gij in staat zijn, mét alle heiligen, te vatten wat de breedte en de lengte en de hoogte en de diepte is, en te kennen de liefde van Christus die alle kennis te boven gaat. Moogt gij de volheid bereiken die de volheid van God zelf is. Aan Hem die door de kracht welke in ons werkt, bij machte is oneindig meer te volbrengen dan al wat wij kunnen vragen of bevroeden, aan Hem zij de heerlijkheid in de Kerk en in Christus Jezus, tot in alle geslachten, van eeuwigheid tot eeuwigheid! Amen. Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
30
J U B I L E U M
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
7.17
(TWEEDE) LEZING 8: Eén lichaam en één Geest.
B I J
E E N
J U B I L E U M
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Efeze (4,1-6) Broeders en zusters, ik, Paulus, de gevangene in de Heer, vraag u met aandrang: leidt een leven dat beantwoordt aan de roeping die gij van God ontvangen hebt, in alle deemoed en zachtheid, in lankmoedigheid, liefdevol elkaar verdragend. Beijvert u de eenheid van de Geest te behouden door de band van de vrede: één lichaam en één Geest, zoals gij ook geroepen zijt tot een en dezelfde hoop waarvoor Gods roeping borg staat. én Heer, één geloof, één doop. Eén God en Vader van allen, ie is boven allen en met allen en in allen. Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
31
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
7.18
(TWEEDE) LEZING 9: Leidt een leven van liefde, zoals Christus ons heeft bemind.
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Efeze (4,23-24;32-5,2) Broeders en zusters, geheel uw denken moet zich vernieuwen. Bekleedt u met de nieuwe mens, die naar Gods beeld is geschapen in ware gerechtigheid en heiligheid. Weest goed voor elkaar en hartelijk. Vergeeft elkaar zoals God u vergeven heeft in Christus. Weest navolgers van God zoals geliefde kinderen past. Leidt een leven van liefde naar het voorbeeld van Christus, die ons heeft bemind en zich voor ons heeft overgeleverd als offergave en slachtoffer, God tot een lieflijke geur. Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
32
J U B I L E U M
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
7.19
(TWEEDE) LEZING 10: Dit geheim heeft een diepe zin. Ik voor mij betrek het op Christus en de Kerk.
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Efeze (5,2a.25-32) Weest navolgers van God, zoals geliefde kinderen past. Leidt een leven van liefde naar het voorbeeld van Christus, die ons heeft bemind en zich voor ons heeft overgeleverd. Mannen, hebt uw vrouw lief, zoals Christus de kerk heeft liefgehad: Hij heeft zich voor haar overgeleverd om haar te heiligen, haar reinigend door het waterbad met het woord. Hij heeft de kerk tot zich gevoerd als een heerlijke bruid, zonder vlek of rimpel of fout, heilig en onbesmet. Zo moeten ook de mannen hun vrouwen liefhebben, zoals ze hun eigen lichaam liefhebben. Wie zijn vrouw bemint, bemint zichzelf. Niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat; integendeel, hij voedt en koestert het. En zo doet Christus met de kerk, omdat wij ledematen zijn van zijn lichaam. Daarom zal de man vader en moeder verlaten om zich te hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen een vlees zijn. Dit geheim heeft een diepe zin. Ik voor mij betrek het op Christus en de kerk. Hoe dit ook zij, ieder van u moet zijn vrouw beminnen als zichzelf. Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
33
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
7.20
(TWEEDE) LEZING 11: De God van de vrede zal met u zijn.
B I J
E E N
J U B I L E U M
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Filippi (4,4-9) Broeders en zusters, verheugt u in de Heer te allen tijde. Nog eens: verheugt u! Uw vriendelijkheid moet bij alle mensen bekend zijn. De Heer is nabij. Weest onbezorgd. Laat al uw wensen bij God bekend worden in gebed en smeking, en nooit zonder dankzegging. En de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten behoeden in Christus Jezus. Tenslotte, broeders en zusters, houdt uw aandacht gevestigd op al wat waar is, al wat edel is, wat rechtvaardig is en rein, beminnelijk en aantrekkelijk op al wat deugd heet en lof verdient. En brengt in praktijk wat u geleerd is en overgeleverd, en wat gij van mij hebt gehoord en gezien. Dan zal de God van vrede met u zijn. Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
34
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
7.21
(TWEEDE) LEZING 12: Voegt bij alles de liefde als de band van de volmaaktheid.
J U B I L E U M
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Kolosse (3,12-17) Broeders en zusters, doet aan als Gods heilige en geliefde uitverkorenen, tedere ontferming, goedheid, deemoed, zachtheid en geduld. Vergeeft elkaar als de een tegen de ander een grief heeft. Zoals de Heer u vergeven heeft, zo moet ook gij elkaar vergeven. Voegt bij dit alles de liefde als de band der volmaaktheid. En laat de vrede van Christus heersen in uw hart; daartoe zijt gij immers geroepen, als leden van één lichaam. En weest dankbaar. Het woord van Christus moge in volle rijkdom onder u wonen. Leert en vermaant elkander met alle wijsheid. Zingt voor God met een dankbaar hart psalmen, hymnen en liederen, ingegeven door de Geest. En al wat gij doet in woord of werk, doet alles in de Naam van Jezus de Heer, God de Vader dankend door Hem. Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
35
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
7.22
(TWEEDE) LEZING 13: Het huwelijk is iets kostbaars; laten we het allen in ere houden.
Uit de brief aan de Hebreeën (13,1-4a.5-6b) Broeders en zusters, de broederlijke liefde hoort bij de dingen die altijd moeten blijven. En vergeet de gastvrijheid niet; door haar hebben sommigen zonder het te weten engelen onthaald. Denkt aan hen die gevangen zijn als waart ge met hen in de gevangenis, en aan hen die mishandelt worden, want ook gij hebt een lichaam. Het huwelijk is iets kostbaars; laten we het allen in ere houden en de trouw respecteren. Leeft niet alleen voor geld, weest tevreden met wat ge hebt. God zelf heeft gezegd: “Ik zal u nooit in de steek laten.” Daarom kunnen wij met vertrouwen zeggen: “De Heer is mijn helper, ik heb niets te vrezen.” Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
36
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
7.23
(TWEEDE) LEZING 14: Weest allen eensgezind in meegevoel en broederliefde.
J U B I L E U M
Uit de eerste brief van de heilige apostel Petrus (3,3-5a.6b-12) Zoekt uw schoonheid niet in uiterlijke dingen, zoals kunstige kapsels, gouden sieraden en mooie kleren, maar veeleer in de innerlijke hoedanigheden van het hart, in het onvergankelijke sieraad van een zacht en gelijkmatig gemoed, dat kostbaar is in het oog van God. Zo tooiden zich eertijds de heilige vrouwen die hun hoop hadden gesteld op God. Gij toont u haar dochters, als gij deugdzaam leeft en geen verschrikking vreest. Eveneens gij, mannen, toont in het huwelijk begrip voor uw vrouwen; bewijst hun de eer die hen toekomt, want met u zijn zij erfgenamen van de genade des levens; dan zullen uw gebeden geen belemmering ondervinden. Tenslotte, weest allen eensgezind in meegevoel, broederliefde, barmhartigheid en ootmoed. Vergeldt geen kwaad met kwaad; als men u uitscheldt, scheldt dan niet terug. Integendeel, zegent elkander, opdat gij de zegen verwerft waartoe gij geroepen zijt. Want Wie het leven liefheeft en gelukkige dagen wil genieten, weerhoude zijn tong van het kwade en zijn lippen van het spreken van bedrog. Laat hij het kwade mijden en het goede doen, vrede zoeken en die nastreven. Want de ogen van de Heer zijn gericht op de rechtvaardigen en zijn oren gewend naar hun smeken. Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
37
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
7.24
(TWEEDE) LEZING 15: Wij moeten liefhebben met daden.
B I J
E E N
J U B I L E U M
Uit de eerste brief van de heilige apostel Johannes (3,18-24) Kinderen, wij moeten niet liefhebben met woorden en leuzen maar met concrete daden. Dat is onze maatstaf; daardoor krijgen wij de zekerheid dat wij thuishoren bij de waarachtige God. Dan mogen wij ook voor zijn aanschijn ons geweten geruststellen, ook als het ons veroordeelt, want God is groter dan ons hart en Hij weet alles. Dierbare vrienden, daar ons geweten ons niet hoeft te veroordelen, mogen wij vrijmoedig met God omgaan; wij krijgen van Hem alles wat wij vragen, omdat wij zijn geboden onderhouden en doen wat Hem aangenaam is. En dit is zijn gebod: van harte geloven in zijn Zoon Jezus Christus en elkaar liefhebben zoals Hij ons bevolen heeft. Wie zijn geboden onderhoudt blijft in God, en God blijft in hem. En dat Hij in ons woont weten we door de Geest die Hij ons gegeven heeft. Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
38
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
7.25
(TWEEDE) LEZING 16: God is liefde.
B I J
E E N
J U B I L E U M
Uit de eerste brief van de heilige apostel Johannes (4,7-12) Vrienden, laten wij elkander liefhebben, want de liefde komt van God. Iedereen die liefheeft is kind van God en kent God. De mens zonder liefde kent God niet, want God is liefde. En de liefde die God is, heeft zich onder ons geopenbaard doordat Hij zijn enige Zoon in de wereld gezonden heeft, om ons het leven te brengen. Hierin bestaat de liefde: niet wij hebben God liefgehad, maar Hij heeft ons liefgehad, en Hij heeft zijn Zoon gezonden om door het offer van zijn leven onze zonden uit te wissen. Vrienden, als God ons zozeer heeft liefgehad, moeten ook wij elkaar beminnen. Nooit heeft iemand God gezien, maar als wij liefhebben, woont God in ons en is zijn liefde in ons volmaakt geworden. Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
39
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
7.26
(TWEEDE) LEZING: Zalig zij die genodigd zijn tot het bruiloftsmaal van het Lam.
J U B I L E U M
Uit het boek van de Openbaring van de heilige apostel Johannes (19,1.5-9) Ik, Johannes, hoorde iets als de machtige stem van een grote menigte uit de hemel. En zij riepen: “Alleluia! Het heil en de eer en de macht zijn van onze God.” En een stem ging uit van de troon en sprak: “Looft onze God, al zijn dienstknechten, gij die Hem vreest, gij kleinen en groten.” Toen hoorde ik een geluid als van een grote menigte en als het gedruis van vele wateren en als het dreunen van zware donderslagen, en zei riepen: “Alleluia! De Heer, onze God, de Albeheerser, heeft zijn koningschap aanvaard. Laat ons blij zijn en juichen en Hem de eer geven: de tijd is gekomen voor de bruiloft van het Lam en zijn bruid heeft zich al klaargemaakt.” Voor haar bruidskleed kreeg ze smetteloos, blinkend lijnwaad; zinnebeeld van de goede daden van de heiligen.” En de engel zei tot mij: “Schrijf op: zalig zij die genodigd zijn tot het bruiloftsmaal van het Lam.” En hij voegde eraan toe: “Dit zijn de eigen woorden van God.” Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
40
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
8
ANTWOORDPSALM / LIED / MUZIEK
E E N
J U B I L E U M
Als u een eerste én een tweede lezing kiest, kunt u tussen deze lezingen een antwoordpsalm / lied of muziek zetten. Als u één lezing gekozen hebt volgt nu een antwoordpsalm / lied of muziek. 8.1
ANTWOORDPSALM (Ps. 33[32],12 en 18.20-21.22)
Refr: De aarde is vol van de mildheid van de Heer. Refr: De aarde is vol van de mildheid van de Heer. Zalig het volk dat de Heer heeft als God, het volk dat Hij koos als zijn erfdeel. Het oog van de Heer rust op hen die Hem vrezen, die rekenen op zijn erbarming. Refr: De aarde is vol van de mildheid van de Heer. Wij stellen al onze hoop op de Heer, Hij is onze hulp en ons schild. Om Hem is ons hart van vreugde vervuld, zijn Heilige Naam zal ons helpen. Refr: De aarde is vol van de mildheid van de Heer. Laat uw erbarmen, Heer, over ons dalen zoals ons vertrouwen uitgaat naar U. Refr: De aarde is vol van de mildheid van de Heer.
41
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
8.2
ANTWOORDPSALM (Ps. 34[33],2-3.4-5.6-7.8-9)
B I J
Refr: Proeft en merkt hoe mild de Heer is. Refr: Proeft en merkt hoe mild de Heer is. De Heer zal ik prijzen iedere dag, zijn lof ligt mij steeds op de lippen. Mijn geest is fier op de gunst van de Heer, laat elk die het hoort zich verheugen. Refr: Proeft en merkt hoe mild de Heer is. Verheerlijkt de Heer te zamen met mij en laat ons eendrachtig zijn Naam vereren. Ik ging tot de Heer en Hij heeft mij verhoord, Hij heeft mij gered uit al wat ik vreesde. Refr: Proeft en merkt hoe mild de Heer is. Ziet naar Hem op, dan straalt uw gelaat en zult ge niet blozen van schaamte. Die roepen in nood, naar hen luistert de Heer en redt hen uit hun ellende. Refr: Proeft en merkt hoe mild de Heer is. De engel van God legt een schans om hen heen, om elk die God vreest te beschermen. Proeft en merkt hoe mild de Heer is, gelukkig de mens die zijn heil zoekt bij Hem. Refr: Proeft en merkt hoe mild de Heer is.
42
E E N
J U B I L E U M
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
8.3
ANTWOORDPSALM (Ps. 103[102],1-2.8 en 13.17-18a)
B I J
E E N
J U B I L E U M
Refr: De Heer is barmhartig en welgezind. Ofwel:Gods erbarmen blijft altijd en eeuwig voor allen die zijn verbond onderhouden. Refr: De Heer is barmhartig en welgezind. Ofwel:Gods erbarmen blijft altijd en eeuwig voor allen die zijn verbond onderhouden. Verheerlijk, mijn ziel, de Heer, zijn heilige Naam uit het diepst van uw wezen! Verheerlijk, mijn ziel, de Heer, vergeet zijn weldaden niet! Refr: De Heer is barmhartig en welgezind. Ofwel:Gods erbarmen blijft altijd en eeuwig voor allen die zijn verbond onderhouden. De Heer is barmhartig en welgezind, lankmoedig en goedertieren. Zozeer als een vader zijn kinderen liefheeft, zozeer heeft de Heer zijn dienaren lief. Refr: De Heer is barmhartig en welgezind. Ofwel:Gods erbarmen blijft altijd en eeuwig voor allen die zijn verbond onderhouden. Maar Gods erbarmen blijft altijd en eeuwig, rechtvaardig is Hij voor geslacht na geslacht, Voor allen die trouw zijn verbond onderhouden. Refr: De Heer is barmhartig en welgezind. Ofwel:Gods erbarmen blijft altijd en eeuwig voor allen die zijn verbond onderhouden.
43
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
8.4
ANTWOORDPSALM (112[111],1-2.3-4.5-7a 7b-8.9)
B I J
E E N
Refr: Gelukkig de mens die vreugde vindt in Gods geboden. Refr: Gelukkig de mens die vreugde vindt in Gods geboden. Gelukkig de mens die ontzag heeft voor God, die vreugde vindt in zijn geboden. Zijn kroost zal machtig zijn in het land, gezegend zal zijn het geslacht van de vrome. Refr: Gelukkig de mens die vreugde vindt in Gods geboden. Welvaart en rijkdom sieren zijn huis, hij zal zijn gerechtigheid nooit verliezen. Hij is voor de vromen een licht in de nacht, weldadig, barmhartig, rechtvaardig. Refr: Gelukkig de mens die vreugde vindt in Gods geboden. Goed gaat het de mens die weggeeft en leent, die eerlijk zijn zaken behartigt. In eeuwigheid staat de rechtvaardige sterk, men blijft hem voor eeuwig gedenken. Refr: Gelukkig de mens die vreugde vindt in Gods geboden. Voor slechte tijding is hij niet bang, hij blijft ongeschokt op de Heer vertrouwen. Standvastig en zonder vrees zet hij door tot hij op zijn vijand neerziet. Refr: Gelukkig de mens die vreugde vindt in Gods geboden. Met mildheid deelt hij aan armen uit, hij zal zijn gerechtigheid nooit verliezen. Zijn macht en zijn aanzien vermeerderen steeds. De zondaar zal het met afgunst aanschouwen. Refr: Gelukkig de mens die vreugde vindt in Gods geboden.
44
J U B I L E U M
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
8.5
ANTWOORDPSALM (Ps. 128[127],1-2.3.4-5)
B I J
E E N
J U B I L E U M
Refr: Gelukkig allen die godvrezend zijn. Refr: Gelukkig allen die godvrezend zijn. Gelukkig die godvrezend zijt, de weg des Heren gaat. Ge zult de vrucht van eigen arbeid eten, tevreden en voorspoedig zult ge zijn. Refr: Gelukkig allen die godvrezend zijn. Uw vrouw daarbinnen in uw huis is als eer rijkbeladen wijnstok. En als olijventakken rond de stam, zo staan uw kinderen om uw tafel. Refr: Gelukkig allen die godvrezend zijn. Ja, zo wordt elke mens gezegend die eer geeft aan de Heer. U zegene de Heer uit Sion; moogt gij Jeruzalem welvarend zien zolang uw dagen duren. Refr: Gelukkig allen die godvrezend zijn.
45
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
8.6
ANTWOORDPSALM (Ps. 145[144],8-9.10 en 15.17-18)
Refr: De Heer is bezorgd voor iedere mens. Refr: De Heer is bezorgd voor iedere mens. De Heer is vol liefde en medelijden, lankmoedig en zeer goedgunstig. De Heer is bezorgd voor iedere mens, barmhartig voor al wat Hij maakte. Refr: De Heer is bezorgd voor iedere mens. Uw werken zullen U prijzen, Heer, uw vromen zullen U loven. De ogen van allen zien hoopvol naar U, Gij geeft hun te rechter tijd spijs. Refr: De Heer is bezorgd voor iedere mens. De Heer is rechtvaardig op al zijn wegen, en heilig en al wat Hij doet. Nabij is de Heer voor elk die Hem aanroept, voor elk die oprecht tot Hem bidt. Refr: De Heer is bezorgd voor iedere mens.
46
B I J
E E N
J U B I L E U M
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
8.7
ANTWOORDPSALM (Ps. 148,1-2.3-4.9-10.11-13ab.13c-14a)
B I J
E E N
J U B I L E U M
Refr: Laat allen prijzen de Naam van de Heer. Refr: Laat allen prijzen de Naam van de Heer. Looft de Heer vanuit de hemel, looft Hem in den hoge! Looft Hem, al zijn engelenscharen, looft Hem, heel zijn legermacht. Refr: Laat allen prijzen de Naam van de Heer. Zon en maan, verheerlijkt Hem, prijst Hem, stralende sterren. Looft Hem, hoogste hemeltransen, water dat boven het uitspansel staat. Refr: Laat allen prijzen de Naam van de Heer. Berggevaarten en heuvels rondom, bomen die vrucht draagt en hoge ceders; wilde beesten en vee op het veld, kruipend en vliegend gedierte. Refr: Laat allen prijzen de Naam van de Heer. Vorsten der aarde met al uw volken, heren en rechters in heel het land; jonge mannen en jonge meisjes, grijsaards en kinderen, allen bijeen. Refr: Laat allen prijzen de Naam van de Heer. Laat hen nu prijzen de Naam van de Heer, want deze Naam is alleen verheven. Roemrijk is Hij boven aarde en hemel, roemvol maakte Hij ook zijn volk. Refr: Laat allen prijzen de Naam van de Heer.
47
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
9
EVANGELIE
B I J
E E N
J U B I L E U M
Het is gebruikelijk bij de viering van ieder sacrament een stuk uit het Evangelie te lezen. In ieder sacrament komt Jezus aanwezig, het is niet meer dan logisch Jezus ook eerst aan het woord te laten. Zijn woorden zijn dan ook belangrijk voor ons. U kunt kiezen uit de onderstaande tekstselectie, maar mocht u hier niets vinden wat u aanspreekt, dan kunt u ook een andere tekst uit één van de Evangelies kiezen; mits genomen uit de Willibrordvertaling. Een priester of diaken leest het Evangelie voor. We maken tijdens de viering met de duim een kruisje op ons voorhoofd, de mond en het hart; zo geven we te kennen dat we het Woord van God in ons hoofd overwegen, met de mond belijden en in ons hart bewaren. 9.1
EVANGELIE 1: Verheugt u en juicht, want groot is uw loon in de hemel.
Pr:
(Alleluia.) God is liefde; als God ons zozeer heeft liefgehad, moeten ook wij elkander liefhebben. (Alleluia.)
Pr: De Heer zij met u. Allen: En met uw geest. Pr: Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs (5,1-12a) Allen: Lof zij U, Christus. In die tijd, toen Jezus deze menigte zag, ging Hij de berg op en, nadat Hij zich had neergezet, kwamen zijn leerlingen bij Hem. Hij nam het woord en onderrichtte hen aldus “Zalig de armen van geest, want aan hen behoort het Rijk der hemelen. Zalig de treurenden, want zij zullen getroost worden. Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten. Zalig die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. Zalig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden. Zalig de zuiveren van hart, want zij zullen God zien. Zalig die vrede brengen, want zij zullen kinderen van God genoemd worden. Zalig die vervolgd worden om de gerechtigheid, want hun behoort het Rijk der hemelen. Zalig zijt gij, wanneer men u beschimpt, vervolgt en lasterlijk van allerlei kwaad beticht om Mijnentwil: Verheugt u en juicht, want groot is uw loon in de hemel.” Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God. 48
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
9.2
EVANGELIE 2: Gij zijt het licht der wereld.
Pr:
(Alleluia.) Als wij elkaar liefhebben, woont God in ons, en is zijn liefde in ons volmaakt geworden. (Alleluia.)
E E N
J U B I L E U M
Pr: De Heer zij met u. Allen: En met uw geest. Pr: Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs (5,13-16) Allen: Lof zij U, Christus. In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Gij zijt het zout der aarde. Maar als het zout zijn kracht verliest, waar mee zal men dan zouten? Het deugt nergens meer voor dan om weggeworpen en door de mensen vertrapt te worden. Gij zijt het licht der wereld. Een stad kan niet verborgen blijven als ze boven op een berg ligt! Men steekt toch ook niet een lamp aan om ze onder de korenmaat te zetten, maar men plaatst ze op de standaard zodat ze licht geeft voor allen die in huis zijn. Zo moet ook uw licht stralen voor het oog van de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader verheerlijken die in de hemel is.” Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
49
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
9.3
EVANGELIE 3: Zoekt eerst het koninkrijk van God.
Pr:
(Alleluia.) Iedereen die liefheeft, is een kind van God, en kent God. (Alleluia.)
B I J
E E N
Pr: De Heer zij met u. Allen: En met uw geest. Pr: Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs (6,19-21.24-33) Allen: Lof zij U, Christus. In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Verzamelt u geen schatten op aarde, waar ze door mot en worm vergaan en waar dieven inbreken om te stelen; maar verzamelt u schatten in de hemel, waar ze niet door mot en worm vergaan en waar dieven niet inbreken om te stelen. Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn. Niemand kan twee heren dienen: hij zal de een haten en de ander liefhebben, ofwel de een aanhangen en de ander verachten Gij kunt niet God dienen én de mammon. Daarom zeg Ik u: weest niet bezorgd voor uw leven, wat ge zult eten of wat ge zult drinken, en ook niet voor uw lichaam, wat ge zult aantrekken. Is het leven niet méér dan het voedsel en het lichaam niet méér dan de kleding? Let eens op de vogels in de lucht: ze zaaien niet en ze maaien niet en verzamelen niet in schuren, maar uw hemelse Vader voedt ze. Zijt gij dan niet veel méér dan zij? Trouwens, wie van u is in staat met al zijn tobben aan zijn levensweg één el toe te voegen? En wat maakt gij u zorgen over kleding? Kijkt naar de leliën in het veld: hoe ze groeien. Ze arbeiden noch spinnen. Toch zeg Ik u: zelfs Salomo in al zijn pracht was niet gekleed als een van hen. 50
J U B I L E U M
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
Als God nu het veldgewas, dat er vandaag nog staat en morgen in de oven wordt geworpen, zo kleedt, hoeveel te meer dan u, kleingelovigen? Maakt u dus geen zorgen over de vraag: wat zullen wij eten of wat zullen wij drinken of wat zullen wij aantrekken? Want dat alles jagen de heidenen na. Uw hemelse Vader weet wel dat gij al deze dingen nodig hebt. Maar zoekt eerst het koninkrijk en zijn gerechtigheid: dan zal dat alles u erbij gegeven worden.” Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
51
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
9.4
EVANGELIE 4: Zij die hun huis op rotsgrond bouwen, op God.
Pr:
(Alleluia.) Iedereen die liefheeft, is een kind van God, en kent God. (Alleluia.)
E E N
J U B I L E U M
Pr: De Heer zij met u. Allen: En met uw geest. Pr: Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs (7,21.24-29 of 7,21.24-25)) Allen: Lof zij U, Christus. In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Niet ieder die tot Mij zegt: Heer, Heer! zal binnengaan in het koninkrijk der hemelen, maar hij die de wil doet van Mijn Vader die in de hemel is. Ieder nu, die deze woorden van Mij hoort en ernaar handelt, kan men vergelijken met een verstandig man die zijn huis op rotsgrond bouwde. De regen viel neer, de bergstromen kwamen omlaag, de storm stak op en zij stortten zich op dat huis, maar het viel niet in, want het stond gegrondvest op de rots. (Maar ieder die deze woorden van Mij hoort, doch er niet naar handelt, kan men vergelijken met een dwaas die zijn huis bouwde op het zand. De regen viel neer, de bergstromen kwamen omlaag, de storm stak op en zij beuken dat huis, zodat het volledig verwoest werd.” Toen Jezus deze toespraak beëindigd had, was het volk buiten zichzelf van verbazing over Zijn leer. Want Hij onderrichtte niet zoals hun schriftgeleerden, maar als iemand die gezag bezit.) Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
52
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
9.5
EVANGELIE 5: Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.
Pr:
(Alleluia.) Iedereen die liefheeft, is een kind van God, en kent God. (Alleluia.)
J U B I L E U M
Pr: De Heer zij met u. Allen: En met uw geest. Pr: Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs (19,3-6) Allen: Lof zij U, Christus. In die tijd kwamen er Farizeeën naar Jezus toe om Hem op de proef te stellen met de vraag: “Staat het een man vrij zijn vrouw te verstoten, om welke reden dan ook?” Hij gaf hun ten antwoord: “Hebt Gij niet gelezen, dat de Schepper in het begin hen als man en vrouw heeft gemaakt en gezegd heeft: Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten om zich te binden aan zijn vrouw en deze twee zullen worden: één vlees Zo zijn zij niet langer twee, één vlees als zij geworden zijn.” Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
53
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
9.6
EVANGELIE 6: Ook de Mensenzoon is gekomen om te dienen.
Pr:
(Alleluia.) God is liefde; als God ons zozeer heeft liefgehad, moeten ook wij elkander liefhebben. (Alleluia.)
E E N
J U B I L E U M
Pr: De Heer zij met u. Allen: En met uw geest. Pr: Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs (20,25-28) Allen: Lof zij U, Christus. In die tijd riep Jezus zijn leerlingen bij zich en sprak: “Gij weet dat de heersers van de volkeren hen met ijzeren vuist regeren en dat de groten misbruik maken van hun macht over hen. Dit mag bij u niet het geval zijn; wie onder u groot wil worden, moet dienaar van u zijn, wie onder u de eerste wil zijn, moet dienaar van u wezen. Zoals ook de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen.” Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
54
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
9.7
EVANGELIE 7: Dit is het voornaamste en eerste gebod. Het tweede is daarmee gelijkwaardig.
Pr:
(Alleluia.) God is liefde; als God ons zozeer heeft liefgehad, moeten ook wij elkander liefhebben. (Alleluia.)
Pr: De Heer zij met u. Allen: En met uw geest. Pr: Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs (22,35-40) Allen: Lof zij U, Christus. In die tijd vroeg een van hen, een wetgeleerde, om Hem op de proef te stellen: “Meester, wat is het voornaamste gebod in de Wet?” Hij antwoordde hem: “Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand. Dit is het voornaamste en eerste gebod. Het tweede, daarmee gelijkwaardig: Gij zult uw naaste beminnen als uzelf. Aan deze twee geboden hangt heel de Wet en de Profeten.’’ Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
55
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
9.8
EVANGELIE 8: Zij zijn niet langer twee, maar één.
Pr:
(Alleluia.) Iedereen die liefheeft, is een kind van God, en kent God. (Alleluia.)
B I J
E E N
Pr: De Heer zij met u. Allen: En met uw geest. Pr: Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus (10,6-9) Allen: Lof zij U, Christus. In die tijd zei Jezus: “In het begin, bij de schepping, heeft God hen als man en vrouw gemaakt. Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten om zich te binden aan zijn vrouw en deze twee zullen een vlees worden. Zo zijn zij dus niet langer twee, een vlees als zij geworden zijn. Wat God derhalve heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.” Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
56
J U B I L E U M
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
9.9
EVANGELIE 9: Weest niet ongerust.
Pr:
(Alleluia.) Wie in de liefde woont, woont in God, en God is met hem. (Alleluia.)
B I J
E E N
J U B I L E U M
Pr: De Heer zij met u. Allen: En met uw geest. Pr: Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas (12,22-31) Allen: Lof zij U, Christus. In die tijd sprak Jezus tot Zijn leerlingen: “Ik zeg u: weest niet bezorgd voor uw leven, wat ge zult eten en ook niet voor uw lichaam, wat ge zult aantrekken. Het leven is meer dan de kleding. Let eens op de raven; ze zaaien niet en ze maaien niet, ze hebben geen voorraadkamer of schuur, maar God voedt ze. Hoeveel meer zijt gij dan de vogels! Trouwens, wie van u is in staat met al zijn tobben aan zijn levensweg één el toe te voegen? Als ge dus zelfs machteloos staat tegenover zoiets gerings, wat tobt ge dan over de rest? Let eens op de bloemen, hoe zij groeien; zij spinnen noch weven. Toch zeg Ik u: zelfs Salomo in al zijn pracht was niet gekleed als een van hen. Als God nu het veldkruid, dat er vandaag nog staat en morgen in de oven wordt geworpen, zo kleedt, hoeveel te meer dan u, kleingelovigen? Vraagt dus niet, wat ge zult eten en wat ge zult drinken, en weest niet ongerust. Want dat alles jagen de heidenen in de wereld na. Uw Vader weet wel, dat gij dat alles nodig hebt. Maar zoekt dan Zijn Rijk, dan zullen die dingen aan u erbij gegeven worden.” Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God. 57
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
9.10
EVANGELIE 10: Zo maakte Jezus te Kana in Galilea een begin met de tekenen.
Pr:
(Alleluia.) Als wij elkaar liefhebben, woont God in ons, en is zijn liefde in ons volmaakt geworden. (Alleluia.)
J U B I L E U M
Pr: De Heer zij met u. Allen: En met uw geest. Pr: Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes (2,1-11) Allen: Lof zij U, Christus. In die tijd was er een bruiloft te Kana in Galilea, waarbij de moeder van Jezus aanwezig was. Jezus en zijn leerlingen waren eveneens op die bruiloft uitgenodigd. Toen de wijn opraakte zei de moeder van Jezus tot Hem: “ze hebben geen wijn meer.” Jezus zei tot haar: “Vrouw, is dat soms uw zaak? Nog is mijn uur niet gekomen.” Zijn moeder sprak tot de bedienden: “Doet maar wat Hij u zeggen zal.” Nu stonden daar volgens het reinigingsgebruik van de Joden zes stenen kruiken elk met een inhoud van ongeveer twee of drie metreten. Jezus zei hun: “Doet die kruiken vol water.” Zij vulden ze tot bovenaan toe. Daarop zei Hij hun: “schept er nu wat uit en brengt dat aan de tafelmeester.” Dat deden ze en zodra de tafelmeester het water proefde dat in wijn veranderd was - hij wist niet waar die wijn vandaan kwam riep hij de bruidegom en zei hem: “Iedereen zet eerst de goede wijn voor en wanneer men eenmaal goed gedronken heeft de mindere. U hebt de goede wijn tot nu toe bewaard.” Zo maakte Jezus te Kana in Galilea een begin met de tekenen en openbaarde zijn heerlijkheid. En zijn leerlingen geloofden in Hem. Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God. 58
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
9.11
EVANGELIE 11: Wie Mijn geboden onderhoudt, die is het die Mij liefheeft.
Pr:
(Alleluia.) Wie in de liefde woont, woont in God, en God is met hem. (Alleluia.)
J U B I L E U M
Pr: De Heer zij met u. Allen: En met uw geest. Pr: Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes (14,12-17.21) Allen: Lof zij U, Christus. In die tijd sprak Jezus tot Zijn leerlingen: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie in Mij gelooft, zal ook zelf de werken doen die Ik doe. Ja, grotere dan die zal hij doen, omdat Ik naar de Vader ga. En wat gij ook zult vragen in mijn Naam, Ik zal het doen, opdat de Vader moge verheerlijkt worden in de Zoon. Als gij Mij iets zult vragen in mijn Naam, zal Ik het doen. Als gij Mij liefhebt, zult ge Mijn geboden onderhouden. Dan zal de Vader op Mijn gebed u een andere Helper geven om voor altijd bij u te blijven: de Geest van de waarheid, voor wie de wereld niet ontvankelijk is, omdat zij Hem niet ziet en niet kent. Gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn. Wie Mijn geboden onderhoudt die hij heeft ontvangen, hij is het die Mij liefheeft. En wie Mij liefheeft, zal door mijn Vader bemind worden; ook Ik zal hem beminnen en Ik zal Mij aan hem openbaren.” Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
59
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
9.12
EVANGELIE 12: Blijft in Mijn liefde.
Pr:
(Alleluia.) Wie in de liefde woont, woont in God, en God is met hem. (Alleluia.)
B I J
E E N
J U B I L E U M
Pr: De Heer zij met u. Allen: En met uw geest. Pr: Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes (15,9-12) Allen: Lof zij U, Christus. In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Zoals de Vader Mij heeft liefgehad, zo heb ook Ik u liefgehad. Blijft in mijn liefde. Als gij mijn geboden onderhoudt, zult gij in mijn liefde blijven, gelijk Ik, die de geboden van mijn Vader heb onderhouden, in zijn liefde blijf. Dit zeg Ik u, opdat mijn vreugde in u moge zijn en uw vreugde volkomen moge worden. Dit is mijn gebod, dat gij elkaar liefhebt, zoals Ik u heb liefgehad.” Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
60
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
9.13
EVANGELIE 13: Dit is Mijn gebod, dat gij elkaar liefhebt.
Pr:
(Alleluia.) God is liefde; als God ons zozeer heeft liefgehad, moeten ook wij elkander liefhebben. (Alleluia.)
E E N
J U B I L E U M
Pr: De Heer zij met u. Allen: En met uw geest. Pr: Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes (15,12-17) Allen: Lof zij U, Christus. In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden. Gij zijt mijn vrienden, als gij doet wat Ik u gebied. Ik noem u geen dienaars meer, maar vrienden, want de dienaar weet niet wat zijn heer doet, maar Ik heb u vrienden genoemd, want Ik heb u alles meegedeeld wat Ik van mijn Vader heb ontvangen. Niet gij hebt Mij uitgekozen, maar Ik u, en Ik heb u de taak gegeven op tocht te gaan en vruchten voort te brengen die blijvend mogen zijn. Dan zal de Vader u geven al wat gij Hem in Mijn Naam vraagt.” Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
61
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
9.14
EVANGELIE 14: Ik bid dat zij volmaakt één zijn.
Pr:
(Alleluia.) Als wij elkaar liefhebben, woont God in ons, en is zijn liefde in ons volmaakt geworden. (Alleluia.)
E E N
J U B I L E U M
Pr: De Heer zij met u. Allen: En met uw geest. Pr: Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes (17,20-23) Allen: Lof zij U, Christus. In die tijd sloeg Jezus zijn ogen ten hemel en bad: “Heilige Vader, niet voor hen alleen bid Ik, maar ook voor hen die door hun woord in Mij geloven, opdat zij allen één mogen zijn zoals Gij, Vader in Mij en Ik in U; dat zij ook in Ons mogen zijn opdat de wereld gelove dat Gij Mij gezonden hebt. Ik heb hun de heerlijkheid gegeven die Gij Mij geschonken hebt, opdat zij volmaakt één zijn zoals wij één zijn en opdat de wereld zal erkennen, dat Gij Mij hebt gezonden en hen hebt liefgehad zoals Gij Mij heb liefgehad. (Vader, Ik wil dat zij die Gij mij gegeven hebt, met Mij mogen zijn waar Ik ben, opdat zij mijn heerlijkheid mogen aanschouwen die Gij Mij gegeven hebt, daar Gij Mij lief hebt gehad voor de grondvesting der wereld. Rechtvaardige Vader, al heeft de wereld U niet erkend, Ik heb U erkend, en dezen hier hebben erkend dat Gij Mij gezonden hebt. Uw Naam heb Ik hun geopenbaard en Ik zal dit blijven doen, opdat de liefde waarmee Gij Mij hebt liefgehad, in hen moge zijn en Ik in hen.”) Zo spreekt de Heer. Allen: Wij danken God.
10
PREEK: Door de pastoor
62
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
Jubileumritueel 11
HERNIEUWING VAN DE HUWELIJKSBELOFTEN
Het is een mooi en zinvol gebruik om tijdens de jubileumviering de huwelijksbelofte te hernieuwen. Vaak is het een gevoelig moment, waarop het vuur en de genade van het begin weer terugkomen... Dit is niet verplicht. 11.1
HERNIEUWING VAN DE HUWELIJKSBELOFTEN 1 (275)
Pr: Bij gelegenheid van jullie huwelijksjubileum willen jullie nu de wederzijdse beloften van jullie huwelijksdag ten overstaan van de Heer vernieuwen. Die dag heeft jullie leven, door het sacrament van het huwelijk, in een onverbrekelijke band met elkaar verbonden. Richt dan nu jullie gebeden tot de Heer, dat deze beloften door zijn goddelijke genade mogen standhouden. Man en vrouw geven elkaar opnieuw de rechterhand en vernieuwen hun huwelijksbeloften in stilte.
63
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
11.2
HERNIEUWING VAN DE HUWELIJKSBELOFTEN 2 (277)
J U B I L E U M
Pr: Bij gelegenheid van jullie huwelijksjubileum willen jullie nu de wederzijdse beloften van jullie huwelijksdag ten overstaan van de Heer vernieuwen. Die dag heeft jullie leven, door het sacrament van het huwelijk, in een onverbrekelijke band met elkaar verbonden. Richt dan nu jullie gebeden tot de Heer, dat deze beloften door zijn goddelijke genade mogen standhouden. Man en vrouw geven elkaar opnieuw de rechterhand en vernieuwen hun huwelijksbeloften openlijk op de volgende manier: Man: Gezegend zijt Gij, goede God, want door U heb ik .... tot mijn vrouw genomen. Vrouw:Gezegend zijt Gij, goede God, want door U heb ik .... tot mijn man genomen. Beiden:Gezegend zijt Gij, God, want in de goede en kwade dagen van ons leven zijt Gij ons met uw mildheid nabij geweest. Wij bidden U: blijf bij ons met uw hulp om onze liefde voor elkaar trouw te behoeden. Mogen wij zo goede getuigen zijn van het verbond dat Gij met ons mensen gesloten hebt. Pr: De Heer beware jullie alle dagen van jullie leven. Moge Hij voor jullie een trooster zijn bij tegenspoed, een helper bij voorspoed. Moge Hij jullie huis en jullie gezin met rijke overvloed zegenen. Door Christus onze Heer. Allen: Amen.
64
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
11.3
HERNIEUWING VAN DE HUWELIJKSBELOFTEN 3
J U B I L E U M
Pr: Vrienden, God is de liefdevolle Vader van de hele schepping: van de eerste schepping der natuur en van de nieuwe schepping door zijn genade. In het huwelijk brengt Hij de oude en de nieuwe schepping samen, zoals Hij dag na dag in de Eucharistie Brood en Wijn samenbrengt om te worden: Lichaam en Bloed van Jezus onze Heer. Vandaag zijn wij hier samengekomen om God dank te zeggen voor de rijke gaven die we in het huwelijk mochten ontvangen. Samen willen we, in de kracht van de heilige Geest, ook bidden om vernieuwende bezieling voor allen die christelijk gehuwd zijn. Vader, U hebt van het huwelijk een heilig geheim gemaakt, een teken van Christus’ liefde voor de kerk. Vanuit een diep geloof in U en elkaar, beloven deze gehuwden hier opnieuw elkaar oprecht lief te hebben. Wij bidden U: dat hun liefde mag getuigen van uw goddelijke liefde voor de wereld. Dat vragen wij U door Jezus Christus onze Heer, die met U leeft en heerst, in de eenheid van de heilige Geest, God, door de eeuwen der eeuwen. Allen: Amen. Pr: God, Gij heiligt de mens in het doopsel en versterkt hem in het huwelijk. Nu deze gehuwden hun trouwbeloften willen hernieuwen, bidden wij U: maak hun liefde dieper en hun geloof krachtiger. Man en vrouw geven elkaar opnieuw de rechterhand. Beiden: Ik hernieuw mijn verbond met jou, en beloof je trouw te blijven, in goede en kwade dagen, in rijkdom en armoede, in ziekte en gezondheid. Ik beloof je mijn tedere liefde tot de dood ons scheidt. Allen: Wij danken God.
65
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
12
ZEGENING EN OVERREIKING VAN DE RINGEN
Dit is ook niet verplicht en wordt maar zelden gedaan. 12.1
OFWEL 1 (als het om de reeds gedragen ringen gaat; 278)
Pr: God, wil de liefde van deze mensen, ... en ..., versterken en heiligen. Als teken van hun onderlinge trouw hebben zij elkaar ringen geschonken. Mogen zij door het dragen van deze ringen hechter groeien in de onderlinge verbondenheid die het sacrament van het huwelijk hun schenkt. Dat vragen wij U door Christus onze Heer. Allen: Amen.
66
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
12.2
OFWEL 2 (als het om nieuwe ringen gaat; 279)
E E N
J U B I L E U M
Pr: Heer, geef uw zegen + aan ... en ..., die Uw vrienden zijn, en heilig hen in hun liefde voor elkaar. Voor hen zijn deze ringen een kostbaar symbool van hun trouw. Mogen zij hen steeds weer opwekken elkaar met genegenheid lief te hebben en getuigen te zijn van de genade die zijn ontvangen hebben in het sacrament van het huwelijk. Zo bidden wij U door Christus onze Heer. Allen: Amen.
67
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
12.3
OFWEL 3 (als het om nieuwe ringen gaat; 229)
E E N
J U B I L E U M
Pr: Heer, zegen + deze ringen. Mogen ... en ... dit sieraad dragen onder de zegen van uw Naam en hun trouw bewaren als een kostbaar goed. Mogen zij naar uw bedoeling in uw vrede leven en gelukkig zijn in hun liefde voor elkaar. Door Christus onze Heer. Allen: Amen.
68
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
13
FEESTELIJK LIED
14
ONTSTEKING VAN DE JUBILEUMKAARS
J U B I L E U M
Tijdens het lied kunt u de jubileumkaars ontsteken (als u dat niet al aan het begin van de viering deed, zie nr. 3).
69
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
15
GELOOFSBELIJDENIS
B I J
E E N
J U B I L E U M
Als u in uw jubileumviering het geloof wilt belijden, mag dat, maar het is niet verplicht. Als u ervoor kiest, is het wel het beste daarvoor de onderstaande formule te gebruiken, het is de nederlandse vertaling van het Latijnse credo; je belijdt immers het geloof zoals de Kerk waarin u trouwde dat belijdt, en die doet dat met de volgende woorden : OFWEL Allen. Ik geloof in God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde, en in Jezus Christus, zijn enige Zoon, onze Heer, die ontvangen is van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria; die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven; die nedergedaald is ter helle, de derde dag verrezen uit de doden; die opgestegen is ten hemel; zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader. Van daar zal Hij komen oordelen de levenden en de doden. Ik geloof in de heilige Geest, de heilige katholieke kerk, de gemeenschap van de heiligen, de vergeving van de zonden, de verrijzenis van het lichaam en het eeuwig leven. Amen.
70
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
OFWEL Ik geloof in één God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde, van al wat zichtbaar en onzichtbaar is. En in één Heer, Jezus Christus, eniggeboren Zoon van God, Voor alle tijden geboren uit de Vader. God uit God, licht uit licht, ware God uit de ware God. Geboren, niet geschapen, één in wezen met de Vader, en door wie alles geschapen is. Hij is voor ons, mensen, en omwille van ons heil uit de hemel neergedaald. Hij heeft het vlees aangenomen door de Heilige Geest uit de maagd Maria, en is mens geworden. Hij werd voor ons gekruisigd, Hij heeft geleden onder Pontius Pilatus en is begraven. Hij is verrezen op de derde dag, volgens de Schriften. Hij is opgevaren ten hemel: zit aan de rechterhand van de Vader. Hij zal wederkomen in heerlijkheid om te oordelen levenden en doden. En aan zijn Rijk komt geen einde. Ik geloof in de Heilige Geest, die Heer is en het leven geeft; die voortkomt uit de Vader en de Zoon; die met de Vader en de Zoon tezamen wordt aanbeden en verheerlijkt; die gesproken heeft door de profeten. Ik geloof in de ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk. Ik belijd één doopsel tot vergeving van de zonden. Ik verwacht de opstanding van de doden en het leven van het komend rijk. Amen.
71
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
OFWEL Ik geloof in God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde. Ik geloof dat God bij mij is, dat Hij mij nooit alleen laat, dat Hij van mij houdt, dat Hij mijn Vader wil zijn. Ik geloof in Jezus Christus, Gods eniggeboren Zoon, onze Heer, die geboren is uit de maagd Maria, die gestorven en begraven is, die uit de dood is opgestaan en leeft aan Gods rechterhand. Ik geloof dat Jezus bij mij is, dat Hij mij de weg wijst naar God, dat Hij mij vraagt te leven zoals Hij, dat Hij mij vormt als kind van Zijn Vader. Ik geloof in de heilige Geest, de heilige katholieke Kerk, de gemeenschap van de heiligen, de vergeving van de zonden, de verrijzenis van het lichaam en het eeuwig leven. Ik geloof dat de kracht van Gods Geest in mij is, dat Hij een vuur is in mijn leven, dat Hij mij bezielt tot liefde in de wereld, dat Hij in mij bidt tot God mijn Vader. Bidden wij dan samen tot God: Zie, trouwe Vader op ons neer door Jezus Christus, onze Heer, die met U heerst in majesteit en met de Geest in eeuwigheid. Amen.
72
B I J
E E N
J U B I L E U M
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
16
VOORBEDE
B I J
E E N
J U B I L E U M
In de beden die worden uitgesproken bidden de gelovigen voor de speciale noden, intenties en gedachten waarmee deze viering wordt gehouden. Het is het mooiste als u ze zelf maakt. U kunt ook kiezen uit één van de onderstaande nummers. De beden zelf worden bij voorkeur gelezen door iemand uit de familie. 16.1
VOORBEDE 1
Pr: God is bij machte ons als een vader nabij te zijn. In zijn voorzienigheid en wijs beleid heeft Hij door alle tijden het welzijn en behoud van mensen zin en betekenis gegeven in de liefde en de trouw (en de vruchtbaarheid) van echtgenoten. Roepen wij dan nu ook zijn Naam aan: “Ik-zal-er-zijn-voor-u”, en bidden wij om zijn goedheid. Heilige Vader, een trouwe God wordt U genoemd, U verlangt van ons toewijding aan uw verbond en vergeldt onze trouw. Schenk in overvloed uw zegen aan ... en ... die vandaag hun ...-jarig huwelijksfeest vieren. Daarom bidden wij: Allen: Heer, hernieuw de trouw van wie U dienen. Heilige Vader, van alle eeuwigheid deelt U volkomen de eenheid van leven en de gemeenschap in liefde met de Zoon en de heilige Geest. Schenk uw genade aan deze echtgenoten en laat hen die hun verbond in liefde bevestigd hebben in het sacrament van het huwelijk die steeds gedenken en trouw bewaren. Daarom bidden wij: Allen: Heer, hernieuw de trouw van wie U dienen. Heilige Vader, in uw wijs beleid beschikt U alles wat mensen in hun leven ervaren, naar een gelovige deelname aan Christus’ heilswerk. Geef dat deze man en vrouw, die de voor- en tegenspoed van hun leven met blijmoedig hart op zich nemen, zich moeite blijven geven de weg van Christus te gaan. Daarom bidden wij: Allen: Heer, hernieuw de trouw van wie U dienen. Heilige Vader, alles hebt U zo beschikt dat de duurzame verbondenheid in het huwelijk een toonbeeld is van christelijk leven. Sta er dan voor in, dat alle echtgenoten die getuigen van uw liefde in de wereld waarin wij leven, daardoor ook beeld zijn van het heilswerk van uw Zoon. Daarom bidden wij: Allen: Heer, hernieuw de trouw van wie U dienen. Pr: God, in de goede ordening van de schepping heeft de gemeenschap van mensen haar vaste grondslag. Luister dan in uw medeleven met ons naar de gebeden van hen die U dienen en eren. Vervul hun wensen, om in het voetspoor van de heilige Familie U altijd te loven in de vreugde van uw huis. Dat vragen wij U door Christus onze Heer. Allen: Amen. 73
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
16.2
VOORBEDE 2
B I J
E E N
J U B I L E U M
Pr: Laten wij bidden om de barmhartigheid van God, de almachtige Vader, die in zijn voorzienigheid heeft gewild dat ... en ... in hun echtelijke liefde, trouw en vruchtbaarheid een beeld van God zijn: Heilige Vader, die trouw wordt genoemd en die de naleving van uw verbond verlangt en vergeldt, wil ... en ... die vandaag de … verjaardag van hun huwelijk vieren, met uw zegeningen vervullen. Allen: Versterk hun liefde en hun trouw. Heilige Vader, die leeft in eenheid en liefde met uw Zoon en de heilige Geest, geef aan ... en ... die het huwelijkssacrament ontvingen in liefde trouw kunnen blijven aan U en elkaar. Allen: Versterk hun liefde en hun trouw. Heilige Vader, die het huwelijk tot een voorbeeld hebt gemaakt voor het christelijk leven, geef dat ... en ..., samen met alle andere gehuwden in deze wereld mogen getuigen van uw liefde en uw trouw. Allen: Versterk hun liefde en hun trouw. Pr: U, God, Schepper van al wat is, loven en prijzen wij. In het begin hebt Gij man en vrouw gemaakt, opdat zij samen een levens- en liefdesgemeenschap zouden vormen. Wij willen U tevens danken omdat Gij het gezin van .. en ... hebt willen zegenen als beeld van de eenheid van Christus en de kerk. Zie vandaag goedgunstig op hen neer en verstevig onophoudend het huwelijksverbond van deze gemeenschap die Gij bewaard hebt in vreugde en moeilijkheden. Vermeerder hun liefde en bevestig hun band van vrede zodat zij (omringd door hun kinderen) zich steeds in uw zegen mogen verheugen. Door Christus, onze Heer. Allen: Amen.
74
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
16.3
VOORBEDE 3
B I J
E E N
J U B I L E U M
Pr: Broeders en zusters, blij en dankbaar gedenken wij nu dat God met zijn bijzondere gave de trouw en de liefde van ... en ... heeft bevestigd en gezegend. Bidden wij dan voor hen tot de Heer en vertrouwen wij hun leven aan Hem toe. Voor ... en ... bidden wij, die door hun huwelijksbelofte met elkaar verbonden zijn, dat het hun steeds goed mag gaan in goede gezondheid naar lichaam en geest. Laat ons bidden: Allen: Heer onze God, wij bidden U verhoor ons. Moge de Heer aan hun samenleven zijn zegen schenken in goede en kwade dagen, zoals Hij ook in Kana een teken gaf van Gods heiligende kracht. Laat ons bidden: Allen: Heer onze God, wij bidden U verhoor ons. Moge het volk van God steeds meer toenemen in innerlijke kracht, zodat allen die in nood verkeren bij de wisselvalligheden van het leven van Godswege bijstand ervaren. Laat ons bidden: Allen: Heer onze God, wij bidden U verhoor ons. Mogen alle gehuwden onder ons door Gods Geest nieuwe kracht ontvangen, zodat zij hun liefde verinnigen in een liefdevol samenzijn en blijvende aandacht voor elkaar. Laat ons bidden: Allen: Heer onze God, wij bidden U verhoor ons. Pr: God, uw Geest is liefde. Wees deze gehuwden nabij en schenk hun welwillend de Geest die één maakt. Mogen zij één van hart en geest het leven met elkaar blijven delen: dat niets hen zal scheiden die Gij zelf verbonden hebt; dat niets hen zal bedroeven die Gij zelf gezegend hebt. Zo bidden wij U door Christus onze Heer. Allen: Amen.
75
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
16.4
VOORBEDE 4
B I J
E E N
J U B I L E U M
Pr: Broeders en zusters, laten wij bidden voor dit ...- jarig bruidspaar, voor alle gehuwden en ongehuwden, voor hun noden en verlangens. Bidden wij voor ... en .... die eens hun trouwbelofte hebben uitgesproken, dat de Heer hun samenzijn blijft zegenen en dat hun leven gedragen wordt door een waarachtige christelijke liefde. Laat ons bidden: Allen: Heer onze God, wij bidden U, verhoor ons. Voor allen die het moeilijke besluit namen van elkaar te scheiden, dat zij niet verbitterd raken maar naar nieuwe wegen zoeken en kracht vinden in de liefde van Uw Zoon voor alle mensen. Laat ons bidden: Allen: Heer onze God, wij bidden U, verhoor ons. Voor hen die hun man of vrouw verloren hebben en alleen achterbleven, om troost voor hun verdriet en dat zij Gods hulp ondervinden. Laat ons bidden: Allen: Heer onze God, wij bidden U, verhoor ons. Voor de (overleden) ouders van ... en ... aan wie zij zoveel te danken hebben, die hen zovele jaren hebben begeleid en van wie zij zoveel goeds hebben geleerd (dat zij mogen rusten in de vrede van de Heer). Laat ons bidden: Allen: Heer onze God, wij bidden U, verhoor ons. Voor alle mensen die hier aanwezig zijn, dat deze viering een uitnodiging mag zijn om te geloven dat ware liefde nog bestaat. Laat ons bidden: Allen: Heer onze God, wij bidden U, verhoor ons. Voor familieleden en vrienden die niet op deze dag aanwezig konden zijn, dat zij toch delen in de feestvreugde dankzij de verbondenheid van onze liefde. Laat ons bidden: Allen: Heer onze God, wij bidden U, verhoor ons. Om vrede tussen alle mensen in deze wereld; dat de kracht van de liefde zal zegevieren over oorlog en onrecht. Laat ons bidden: Allen: Heer onze God, wij bidden U, verhoor ons. Pr: Heer onze God, laat steeds uw ogen rusten op dit ...-jarig bruidspaar en op allen die vragen om uw hulp, zodat mensen elkaar mogen vinden in geloof en twijfel, in sterkte en zwakheid, en eenmaal met U mogen deelhebben aan het hemels bruiloftsmaal. Door Christus onze Heer. Allen: Amen. 76
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
Dienst van de Eucharistie 17
KLAARMAKEN VAN HET ALTAAR LIED of MUZIEK / COLLECTE
In een Eucharistieviering wordt altijd het altaar klaargemaakt: brood en wijn worden op het altaar geplaatst en met gebeden aan God opgedragen. Ondertussen wordt er (meestal) gecollecteerd. Ondertussen kan er een lied worden gezongen.
18
GEBED OVER DE GAVEN
Het klaarmaken van het altaar wordt besloten met het gebed over de gaven. Dit wordt altijd voorafgegaan door de inleiding “Bidt broeders...” en wordt afgesloten met één van de onderstaande gebeden, de nrs. 19.1 - 19.3. Pr:
Bidt, broeders en zusters, dat mijn en uw offer aanvaard kan worden door God, de almachtige Vader. Allen: Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen tot lof en eer van zijn Naam, tot welzijn van ons en van heel zijn heilige Kerk. 18.1
GEBED 1 (AM)
God, Gij hebt uit de zijde van Christus bloed en water doen vloeien als een teken van onze wedergeboorte. Aanvaard de gaven die wij U dankbaar aanbieden voor Uw vrienden ... en ... en bekroon hun huwelijk met Uw rijke gaven. Door Christus onze Heer. Allen: Amen.
77
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
18.2
GEBED 2 (AM)
B I J
E E N
J U B I L E U M
God, aanvaard de gaven die wij U aanbieden voor ... en ... . Maak deze offerande voor hen tot een rijke bron van vrede en vreugde. Door Christus onze Heer. Allen: Amen.
78
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
18.3
GEBED 3 (AM)
B I J
E E N
J U B I L E U M
God, aanvaard de gaven die wij U dankbaar aanbieden voor ... en ... . Gij weet dat zij al deze jaren samen vanuit hetzelfde geloof hebben geleefd. Verhoor hun gebed en schenk hen alles wat tot eenheid en vrede strekt. Door Christus onze Heer. Allen: Amen.
79
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
18.4
GEBED 4
B I J
E E N
Heer, onze God aanvaard het offer dat wij U aanbieden bij deze jubileumviering. Wij bidden U: Breng de liefde die Gij in uw dienaren … en … hebt gewekt, door uw genade tot verdere ontplooiing. Door Christus onze Heer. Allen: Amen.
80
J U B I L E U M
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
18.5
GEBED 5
B I J
E E N
J U B I L E U M
Heer, onze God, vol vreugde bieden wij U deze gaven aan: aanvaard ze in uw grote welwillendheid; Gij hebt uw dienaren … en … eens in de heilige verbintenis verenigd: begeleid hen nu verder met de genegenheid van een vader. Door Christus onze Heer. Allen: Amen.
81
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
18.6
GEBED 6
B I J
E E N
Getrouwe God, aanvaard in deze gaven van brood en wijn onze inzet voor de schepping en onze genegenheid voor elkaar. Heilig het verbond van ... en ... in ons midden, bekrachtig ook onze onderlinge liefde en versterk onze toewijding aan U. Door Christus onze Heer. Allen: Amen.
82
J U B I L E U M
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
19
HET EUCHARISTISCH GEBED
B I J
E E N
J U B I L E U M
Hier komen we bij de kern en de bron van heel het christelijk leven en de andere sacramenten: de Eucharistie. In het Eucharistisch Gebed (Ook wel Tafelgebed of Grote Dankgebed genoemd) worden brood en wijn het Lichaam en Bloed van Christus. Het is het belangrijkste gebed van de Eucharistieviering. Wij doen wat Jezus gedaan heeft op Witte Donderdag, bij het vieren van het Laatste Avondmaal. U kunt kiezen uit de vijf verschillende varianten onder de nrs.19.1 t/m 19.5. Wij willen datgene doen wat Jezus ook gedaan heeft. Daarom is ook de inhoud van de tekst belangrijk, en niet variabel. 19.1
EUCHARISTISCH GEBED II, versie C PREFATIE 1 van het huwelijk
Pr: Allen: Pr: Allen: Pr: Allen:
De Heer zij met U. En met uw geest. Verheft uw hart Wij zijn met ons hart bij de Heer. Brengen wij dank aan de heer, onze God. Hij is onze dankbaarheid waardig.
Pr: Heilige Vader, almachtige eeuwige God, om recht te doen aan uw heerlijkheid, om heil en genezing te vinden zullen wij U danken, altijd en overal. Gij hebt aan het verbond van man en vrouw het zachte juk van eensgezindheid gegeven En door de hechte band van vrede hebt Gij op hen een aangename last gelegd. Zo zegent Gij, in dit heilig verbond, de eerzame liefde van uw mensen, zo doet Gij, in deugdzame vruchtbaarheid, uw kinderen in aantal groeien. Want meer dan wij kunnen verwoorden, voorziet Gij in genadevolle mildheid, dat de aarde wordt verblijd door nieuw leven en uw kerk groeit, herboren in Christus. Door Hem brengen wij U dank voor uw liefde en samen met de engelen en al uw heiligen roemen wij in ons loflied uw grote daden, nu wij U toezingen vol vreugde: Allen: Heilig, heilig, heilig de Heer de God der hemelse machten. Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid. Hosanna in den hoge. Gezegend Hij die komt in de Naam des Heren. Hosanna in den hoge. Pr: Gij zijt waarlijk heilig onze Heer, de bron van alle heiligheid. Heilig dan deze gaven met de dauw van uw heilige Geest, dat zij voor ons worden tot Lichaam en Bloed van Jezus Christus onze Heer. 83
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
Toen Hij werd overgeleverd en vrijwillig zijn lijden op zich nam, nam Hij het brood, sprak de dankzegging uit, brak het en gaf het aan zijn leerlingen met deze woorden: NEEMT EN EET HIERVAN, GIJ ALLEN, WANT DIT IS MIJN LICHAAM DAT VOOR U GEGEVEN WORDT. Na de maaltijd nam Hij de kelk, sprak opnieuw de dankzegging uit, en gaf hem zijn leerlingen met deze woorden: NEEMT DEZE BEKER EN DRINKT HIER ALLEN UIT, WANT DIT IS DE BEKER VAN HET NIEUWE, ALTIJDDURENDE VERBOND; DIT IS MIJN BLOED DAT VOOR U EN ALLE MENSEN WORDT VERGOTEN TOT VERGEVING VAN DE ZONDEN. BLIJFT DIT DOEN OM MIJ TE GEDENKEN. Verkondigen wij het mysterie van het geloof. Allen: Heer Jezus, wij verkondigen uw dood en wij belijden tot Gij wederkeert, dat Gij verrezen zijt. Pr: Zijn dood en verrijzenis indachtig, God, bieden wij U aan het levensbrood en de kelk van het heil. Wij danken U, omdat Gij ons waardig keurt om voor uw aangezicht te staan en uw heilige dienst te verrichten. Z delen wij in het Lichaam en Bloed van Christus en wij smeken U, dat wij door de heilige Geest worden vergaderd tot één enige kudde. Denk toch, Heer, aan uw Kerk, verspreid over de hele wereld, dat haar liefde volkomen wordt, één heilig volk met ..., onze paus en ..., onze bisschop, en allen die uw heilig dienstwerk verrichten. Gedenk ook onze broeders en zusters die reeds ontslapen zijn in de hoop der verrijzenis, ja alle gestorvenen dragen wij op aan uw zorg. Neem hen aan en laat hen verschijnen in het licht van uw gelaat. Wij vragen U: ontferm U over ons allen, opdat wij tezamen met de maagd Maria, de moeder van Christus, met de apostelen en alle heiligen die hier eens leefden in uw welbehagen, waardig bevonden worden het eeuwig leven deelachtig te zijn en U loven en eren. Door Jezus Christus uw Zoon. Door Hem en met Hem en in Hem zal uw naam geprezen zijn, Heer onze God, almachtige Vader, in de eenheid van de heilige Geest, hier en nu en tot in eeuwigheid. Allen: Amen.
84
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
19.2
EUCHARISTISCH GEBED III, versie B PREFATIE 2 van het huwelijk
Pr: Allen: Pr: Allen: Pr: Allen:
De Heer zij met U. En met uw geest. Verheft uw hart. Wij zijn met ons hart bij de Heer. Brengen wij dank aan de Heer onze God. Hij is onze dankbaarheid waardig.
B I J
E E N
J U B I L E U M
Pr: Heilige Vader, almachtige eeuwige God, om recht te doen aan uw heerlijkheid, om heil en genezing te vinden zullen wij U danken, altijd en overal door Christus onze Heer. Een nieuw verbond hebt Gij gesloten met uw volk; door het geheim van Christus’ dood en verrijzenis, zijn nu de mensen verlost; zo hebben zij deel aan uw goddelijk wezen, en de heerlijkheid van Christus wordt hun erfdeel in de hemel. Het verbond van man en vrouw hebt Gij gemaakt tot een teken van overvloedige genade; telkens toont Gij ons in de viering van dit sacrament het onuitsprekelijke plan van uw liefde. Daarom aanbidden wij U, samen met de engelen en alle heiligen, en zingen wij U toe vol vreugde: Allen: Heilig, heilig, heilig de Heer de God der hemelse machten. Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid. Hosanna in den hoge. Gezegend Hij die komt in de Naam des Heren. Hosanna in den hoge. Pr: Ja, Heer, Gij zijt werkelijk de heilige; heel uw schepping moet U wel prijzen, want door Jezus Christus, uw Zoon onze Heer, maakt Gij alles levend en heilig in de kracht van de heilige Geest. Altijd blijft Gij bezig U een volk bijeen te brengen uit alle naties en rassen en talen; want van oost tot west moet door een zuivere offergave hulde worden gebracht aan uw Naam. Wij hebben deze gaven dan ook hier gebracht om ze aan U toe te wijzen. In alle ootmoed vragen wij U ze te heiligen door uw Geest en ze Lichaam en Bloed te doen zijn van Jezus Christus, uw Zoon onze Heer, op wiens woord wij deze geheimen vieren. Want in de nacht dat Hij werd overgeleverd nam Hij brood en sprak daarover het dankgebed om uw Naam te verheerlijken. Toen brak Hij het brood, gaf het aan zijn leerlingen en zei: NEEMT EN EET HIERVAN, GIJ ALLEN, WANT DIT IS MIJN LICHAAM DAT VOOR U GEGEVEN WORDT. 85
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
Zo nam Hij ook na de maaltijd de beker en sprak een zegenbede om uw Naam te verheerlijken. Hij gaf hem aan zijn leerlingen en zei: NEEMT DEZE BEKER EN DRINKT HIER ALLEN UIT, WANT DIT IS DE BEKER VAN HET NIEUWE, ALTIJDDURENDE VERBOND; DIT IS MIJN BLOED DAT VOOR U EN ALLE MENSEN WORDT VERGOTEN TOT VERGEVING VAN DE ZONDEN. BLIJFT DIT DOEN OM MIJ TE GEDENKEN. Verkondigen wij het mysterie van het geloof. Allen: Heer Jezus, wij verkondigen uw dood en wij belijden tot Gij wederkeert, dat Gij verrezen zijt. Pr: Daarom, Heer, gedenken wij het heilzaam lijden en sterven van uw Zoon, zijn glorievolle verrijzenis, en zijn verheffing aan uw rechterhand; zo staan wij vol verwachting open voor uw wederkomst en bieden U vol dankbaarheid dit offer aan, zo levend en heilig. Wij vragen U, Heer: zie welwillend neer op het offer van uw Kerk en wil er uw Zoon in herkennen, door wiens dood Gij ons met U verzoend hebt. Geef dat wij mogen worden verkwikt door het nuttigen van zijn Lichaam en Bloed. Vervul ons van zijn heilige Geest opdat men ons in Christus zal zien worden tot één lichaam en één geest. Moge Hij ons maken tot een blijvende offergave voor U: dan zullen wij het erfdeel verkrijgen, dat Gij ons beloofd hebt, samen met Maria, de heilige maagd en moeder van God; samen met uw apostelen en martelaren, en met allen die in uw heerlijkheid zijn en daar voor ons bidden. Mogen de vrede in de wereld en het heil van alle mensen toenemen door dit offer van uw Zoon dat ons in handen is gegeven opdat wij met U worden verzoend. Maak uw volk onderweg hier op aarde sterk in liefde en geloof: samen met uw dienaar ..., onze paus en ..., onze bisschop, met alle bisschoppen, de geestelijkheid en heel het gelovige volk, dat Gij U hebt verworven. Wij vragen U, welwillend te staan tegenover de wensen van deze gemeenschap die hier bij U is en waarvan Gij de Vader zijt. Goede God, breng in uw barmhartigheid al uw kinderen van overal bijeen. Laat onze overleden broeders en zusters, ja laat allen die U lief waren en die van hier zijn heengegaan genadig binnen in uw Rijk. Ook wijzelf hopen daar eens te mogen zijn, 86
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
om met hen samen voor altijd te mogen genieten van uw heerlijkheid. Door Christus onze Heer. In Hem schenkt Gij alles wat goed is aan deze wereld. Door Hem en met Hem en in Hem zal uw Naam geprezen zijn, Heer onze God, almachtige Vader, in de eenheid van de heilige Geest, hier en nu en tot in eeuwigheid. Allen: Amen.
87
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
19.3
EUCHARISTISCH GEBED V PREFATIE 3 van het huwelijk
Pr: Allen: Pr: Allen: Pr: Allen:
De Heer zij met U. En met uw geest. Verheft uw hart. Wij zijn met ons hart bij de Heer. Brengen wij dank aan de Heer onze God. Hij is onze dankbaarheid waardig.
B I J
E E N
J U B I L E U M
Pr: Heilige Vader, almachtige eeuwige God, om recht te doen aan uw heerlijkheid, om heil en genezing te vinden zullen wij U danken, altijd en overal. Gij hebt de mensen door een geschenk van uw goedheid geschapen en hen een bijzondere waardigheid verleend: want de levensgemeenschap van man en vrouw is een beeld van uw goddelijke liefde. Deze mensen, door uw liefde geschapen roept Gij onophoudelijk tot de plicht van liefde; en het is u bedoeling dat zij eens uw eeuwige liefde zullen delen. Zo is het huwelijk een sacrament, dat uw goddelijke liefde openbaart en de liefde van mensen heiligt, door Christus onze Heer. Door wie wij samen met de engelen en alle heiligen U aanbidden en U toezingen vol vreugde: Allen: Heilig, heilig, heilig de Heer de God der hemelse machten. Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid. Hosanna in den hoge. Gezegend Hij die komt in de Naam des Heren. Hosanna in den hoge. Pr: God onze Vader, wij danken U met heel ons hart, want Gij hebt ons tot leven geroepen, Gij hebt ons bestemd voor het geluk in Jezus, uw Zoon onze Heer. In Hem zien wij uw goedheid en uw wil om ons allen te redden. Hij is het verlossende Woord, uw helpende hand. Nooit willen wij vergeten, hoe Hij één werd met ons in lijden en dood. Onze last maakte Hij tot de zijne, zijn trouw werd de onze. Blijvend zijn wij U dank verschuldigd om Hem. God onze Vader, wij vragen U: zend over dit brood en deze wijn de kracht van uw heilige Geest; dat zij voor ons het Lichaam en Bloed worden van uw veelgeliefde Zoon, Jezus Christus. Toen het paasfeest op handen was, kwam zijn uur. Hij had de zijnen in de wereld bemind; nu gaf Hij hun het bewijs van zijn liefde tot het uiterste toe. In het bewustzijn dat Hij van U was uitgegaan en naar U terugkeerde, heeft Hij het brood in zijn handen genomen, en zijn ogen opgeslagen naar U, God zijn almachtige Vader, de zegen uitgesproken, het brood gebroken en aan zijn leerlingen gegeven met de woorden: 88
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
NEEMT EN EET HIERVAN, GIJ ALLEN, WANT DIT IS MIJN LICHAAM DAT VOOR U GEGEVEN WORDT. Zo nam Hij ook, toen zij gegeten hadden, de beker in zijn handen, Hij sprak de zegen en het dankgebed, reikte hem over aan zijn leerlingen en zei: NEEMT DEZE BEKER EN DRINKT HIER ALLEN UIT, WANT DIT IS DE BEKER VAN HET NIEUWE, ALTIJDDURENDE VERBOND; DIT IS MIJN BLOED DAT VOOR U EN ALLE MENSEN WORDT VERGOTEN TOT VERGEVING VAN DE ZONDEN. BLIJFT DIT DOEN OM MIJ TE GEDENKEN. Verkondigen wij het mysterie van het geloof. Allen: Als wij dan eten van dit Brood en drinken uit deze Beker, verkondigen wij de dood des Heren, tot dat Hij komt. Pr: Trouw aan dit woord, Vader, gedenken wij Jezus Christus uw Zoon onze Heer: zijn overgave in lijden en dood, de overwinning van zijn verrijzenis en de glorie van zijn hemelvaart; wij bieden U deze gaven aan, het levende Brood en de heilzame Beker, terwijl wij vol vertrouwen uitzien naar zijn komst in heerlijkheid. Zend nu, Vader, de Trooster en Helper in ons midden, uw heilige Geest. Wek de gezindheid van Jezus Christus in ons hart. Sterk ons vertrouwen, verruim onze liefde. Raak ons met het vuur van uw Geest en breng ons elkaar nabij. Vrijmoedig in deze Geest bidden wij U, Vader, voor uw heilige Kerk. Bescherm haar en leid haar; geef haar vrede en eenheid in de hele wereld. Geef wijsheid en kracht aan onze paus ..., aan onze bisschop ... en aan allen die Gij als herders in uw Kerk hebt aangesteld. Gedenk in uw goedheid ook degenen die en bijzondere plaats innemen in ons hart en vergeet niet hen, die door de dood van ons zijn heengegaan. Samen met heel uw volk, met de maagd Maria, de moeder van de Heer, met de apostelen, martelaren en al uw heiligen; samen met allen die op U hun vertrouwen hebben gesteld, vragen wij om uw barmhartigheid, erkennen wij uw grootheid en brengen wij U onze dank, door Christus onze Heer. Door Hem en met Hem en in Hem zal uw Naam geprezen zijn, Heer onze God, almachtige Vader, in de eenheid van de heilige Geest, hier en nu en tot in eeuwigheid. Allen: Amen. 89
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
19.4
EUCHARISTISCH GEBED XI (eenvoudige tekst)
Pr: Allen: Pr: Allen: Pr: Allen:
De Heer zij met U. En met uw geest. Verheft uw hart. Wij zijn met ons hart bij de Heer. Brengen wij dank aan de Heer onze God. Hij is onze dankbaarheid waardig.
E E N
J U B I L E U M
Pr: Wij danken U, God. U hebt ons geschapen om op weg te gaan naar U en in liefde te leven met elkaar. U geeft ons ogen om elkaar te zien en een mond om met elkaar te praten. U legt de liefde in ons hart om niet alleen al het goede met elkaar te delen, maar ook al wat moeilijk is. Zo hebt U ons gemaakt en mogen wij Uw kinderen zijn. Blij danken wij U daarvoor met alle mensen die in U geloven. En met alle heiligen en engelen zingen wij U toe: Allen: Heilig, heilig, heilig de Heer de God der hemelse machten. Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid. Hosanna in den hoge. Gezegend Hij die komt in de Naam des Heren. Hosanna in den hoge. Pr: Ja, God, U bent heilig en goed voor ons en voor alle mensen. Wij danken U vooral voor Jezus Christus, uw Zoon. Hij kwam in de wereld omdat de mensen U in de steek gelaten hadden en niets meer met elkaar te maken wilden hebben. Hij heeft onze ogen en onze oren geopend en ons gezegd wie wij waren: broers en zusters van elkaar, kinderen van U, onze Vader. Op dit ogenblik brengt Hij ons samen rond deze ene tafel om te doen wat Hij heeft voorgedaan. Goede Vader, heilig deze gaven, brood en wijn, zodat zij Lichaam en Bloed worden van Jezus Christus, uw Zoon. Want op de avond voordat Hij zijn leven voor ons gaf, was Hij met zijn vrienden voor het laatst aan tafel. Hij nam het brood, dankte U, brak het, gaf het hun en zei: NEEMT EN EET HIERVAN, GIJ ALLEN, WANT DIT IS MIJN LICHAAM DAT VOOR U GEGEVEN WORDT. Zo nam Hij ook de beker met wijn, Hij dankte U, gaf hem aan zijn leerlingen en zei:
90
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
NEEMT DEZE BEKER EN DRINKT HIER ALLEN UIT, WANT DIT IS DE BEKER VAN HET NIEUWE, ALTIJDDURENDE VERBOND; DIT IS MIJN BLOED DAT VOOR U EN ALLE MENSEN WORDT VERGOTEN TOT VERGEVING VAN DE ZONDEN. BLIJFT DIT DOEN OM MIJ TE GEDENKEN. Verkondigen wij het mysterie van het geloof. Allen: Als wij dan eten van dit Brood en drinken uit deze Beker, verkondigen wij de dood des Heren, tot dat Hij komt. Pr: Daarom zijn wij hier samen, Vader, en denken blij en dankbaar aan wat Jezus deed voor ons geluk. Zijn offer heeft Hij aan de Kerk gegeven: zo vieren wij zijn dood en verrijzenis. Heilige Vader in de hemel, wij bidden U: neem ons op in uw liefde samen met Jezus, uw beminde Zoon. Hij is voor ons gestorven maar U hebt Hem nieuw leven gegeven. Daarom zeggen wij: Allen: Goede God, wij loven U, Goede God, wij danken U. Pr: Hij leeft nu bij U en toch is Hij ook dicht bij ons. Allen: Goede God, wij loven U, Goede God, wij danken U. Pr: Op het einde van de tijd zal Hij als onze Heer verschijnen. Als uw Rijk gekomen is, zijn pijn en tranen, honger en verdriet voorbij. Allen: Goede God, wij loven U, Goede God, wij danken U. Pr: Vader, U hebt ons uitgenodigd om hier aan deze tafel te eten van het Brood, het Lichaam van Christus, onze Heer; zo maakt U ons blij door de Heilige Geest. Wij bidden U: maak ons door dit Brood ook sterk, en geef dat wij meer en meer gaan doen wat U van ons verwacht. Denk, Heer, aan de paus ..., aan onze bisschop ... en aan alle andere bisschoppen. Help iedereen die leerling van uw Zoon wil zijn: laat hen vrede en vreugde brengen aan alle mensen. God, onze Vader, breng ons allen eenmaal thuis bij U en bij Christus, uw Zoon, samen met Maria, zijn moeder, en met alle heiligen. Dan zullen wij met Jezus Christus voor altijd bij U zijn. Door Hem en met Hem en in Hem zal uw Naam geprezen zijn, Heer onze God, almachtige Vader, in de eenheid van de heilige Geest, hier en nu en tot in eeuwigheid. Allen: Amen. 91
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
19.5
EUCHARISTISCH GEBED XII A (De Heer leidt Zijn Kerk)
J U B I L E U M
Pr: Wij danken U, God, onze Vader, voor het geschenk van het leven. Nooit laat Gij ons alleen, wij staan U dag en nacht voor ogen. Eertijds hebt Gij Israël, Uw volk, door de onmetelijke woestijn geleid. Vandaag zijt Gij Uw Kerk nabij en schenkt haar Uw Heilige Geest. Uw Zoon maakt wegen voor ons open en uit dit aardse leven mogen wij Uw land van eindeloze vreugde binnengaan. Daarom heffen wij met alle engelen en heiligen een loflied aan en prijzen Uw heerlijkheid: Allen: Heilig, heilig, heilig de Heer de God der hemelse machten. Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid. Hosanna in den hoge. Gezegend Hij die komt in de Naam des Heren. Hosanna in den hoge. Pr: Hemelse Vader, met eerbied noemen wij uw naam. Altijd zijt Gij met ons op weg, en dichter dan wij durven dromen, zijt Gij bij ons wanneer uw Zoon ons samenbrengt rond deze altaartafel, waar wij uw liefde vieren met brood en beker. Zoals eens op de weg naar Emmaus ontsluit Hij nu voor ons de Schrift en wij herkennen Hem in het breken van het brood. Daarom bidden wij, almachtige God: beadem met uw Geest dit Brood en deze wijn, zodat Jezus Christus in ons midden komt in de gaven van zijn Lichaam en zijn Bloed. Want op de avond voor zijn lijden nam Hij onder de maaltijd brood en sprak tot U het dankgebed. Hij brak het brood en gaf het aan zijn leerlingen terwijl Hij zei: NEEMT EN EET HIERVAN, GIJ ALLEN, WANT DIT IS MIJN LICHAAM DAT VOOR U GEGEVEN WORDT. Zo nam Hij ook de beker met wijn en sprak opnieuw het dankgebed. Hij gaf hem aan zijn leerlingen en sprak: NEEMT DEZE BEKER EN DRINKT HIER ALLEN UIT, WANT DIT IS DE BEKER VAN HET NIEUWE, ALTIJDDURENDE VERBOND; DIT IS MIJN BLOED DAT VOOR U EN ALLE MENSEN WORDT VERGOTEN TOT VERGEVING VAN DE ZONDEN. BLIJFT DIT DOEN OM MIJ TE GEDENKEN. 92
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
Verkondigen wij het mysterie van het geloof. Allen: Als wij dan eten van dit Brood en drinken uit deze Beker, verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt. Pr: Oneindig goede Vader, wij vieren de gedachtenis van onze verzoening en wij verkondigen de liefde die Gij ons betoont. Uw Zoon is door het lijden en de dood gegaan, en, tot nieuw leven opgewekt, is Hij ingetreden in uw heerlijkheid. Zie met genegenheid neer op dit offer en erken erin uw eigen Zoon die zijn leven heeft gegeven en zijn bloed vergoten opdat voor alle zoekers de weg naar U, Vader, geopend en begaanbaar zij. God van eindeloos erbarmen, vervul ons met uw Geest van liefde, de Geest die Jezus, uw beminde Zoon bezielde. Maak ons sterk door de deelname aan dit heilig maal; dat wij vertrouwvol en met vreugde onze wegen gaan, toenemend in geloof, vervuld van hoop en aanstekelijk door onze liefde, verbonden met heel het volk van God, met de diakens en de priesters, met onze bisschop ... en paus ... Erbarm U, Vader, over onze broeders en zusters die in de vrede van Christus naar U zijn teruggekeerd, en over alle gestorvenen waarvan Gij alleen het geloof hebt gekend. Breng hen tot het licht van de verrijzenis. En als ook onze weg ten einde loopt, neem ons dan op in uw huis, waar plaats is voor velen. Schenk ons de vervulling van onze levenslange hoop; overvloedig leven in uw heerlijkheid. Laat ons toe in de gemeenschap van uw heiligen; dat wij met Maria, de maagd en moeder Gods, met uw apostelen en martelaren, en al de anderen die U genegen zijn, dankbaar uw Naam aanbidden en U prijzen door Jezus Christus onze Heer. Door Hem en met Hem en in Hem zal uw naam geprezen zijn, Heer onze God, almachtige Vader, in de eenheid van de heilige Geest, hier en nu en tot in eeuwigheid. Allen: Amen.
93
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
20
ONZE VADER en VREDESWENS
Priester.
B I J
Laten wij nu bidden tot God onze Vader, met de woorden die Jezus ons gegeven heeft;
ofwel: Priester:
Aangespoord door een gebod van de Heer en door Zijn goddelijk woord onderricht, durven wij zeggen (zingen:)
Allen.
Onze Vader, die in de hemel zijt; Uw naam worde geheiligd; Uw Rijk kome; Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood; en vergeef ons onze schuld, zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven; en leid ons niet in bekoring; maar verlos ons van het kwade.
Priester.
Verlos ons, Heer, van alle kwaad, geef vrede in onze dagen; dat wij, gesteund door Uw barmhartigheid, vrij mogen zijn van zonden en beveiligd tegen alle onrust. Hoopvol wachtend op de komst van Jezus, Messias, Uw Zoon.
Allen.
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen.
94
E E N
J U B I L E U M
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
Priester.
B I J
Allen.
Heer Jezus Christus, Gij hebt aan uw apostelen gezegd: “Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u”, let niet op onze zonden, maar op het geloof van uw kerk; vervul uw belofte: geeft vrede in uw Naam en maak ons één. Gij die leeft in eeuwigheid. Amen.
Priester. Allen.
De vrede des Heren zij altijd met u. En met uw geest.
E E N
J U B I L E U M
95
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
21
ZEGENINGSGEBED
B I J
E E N
J U B I L E U M
U kunt kiezen uit de nummers, 21.1 en 21.2. Dit is niet verplicht en wordt maar zelden gedaan. 21.1
ZEGENINGSGEBED 1 (283 / 128a)
Pr: U, God, Schepper van al wat is, Uw naam loven en prijzen wij, want man en vrouw hebt Gij in het begin gemaakt om een gemeenschap van leven en liefde te stichten. U brengen wij ook onze dank, want ... en ... die U zijn toegewijd, hebt Gij aanzien geschonken door hun huisgezin te zegenen: zo zijn zij beeld van de eenheid tussen Christus en zijn geloofsgemeenschap, de Kerk. Wij bidden U: zie op deze dag vol liefde naar hen, en zoals Gij hun samenzijn behoed hebt in goede en kwade dagen, schenk ook nu onverminderd nieuwe kracht aan hun verbondenheid in het huwelijk. Doe hen groeien in liefde, bestendig hun band van vrede en laat hen zo (temidden van hun kinderen) vreugde vinden in Uw zegeningen tot in lengte van dagen. Door Christus onze Heer. Allen: Amen.
96
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
21.2
ZEGENINGSGEBED 2 (128b)
B I J
E E N
J U B I L E U M
Pr: God, Gij hebt de onverbrekelijke band van het huwelijk een diepe betekenis gegeven: Gij hebt haar gemaakt tot het sacrament van de eenheid van uw Zoon Jezus Christus met zijn bruid, de kerk. Zie dan met genegenheid naar ... en ..., die door het huwelijk met elkaar zijn verbonden. Zij vragen om uw bijstand en roepen de bescherming in van de Maagd Maria. Mogen zij elkaar in voor- en tegenspoed hun liefde blijven bewijzen, elkaar behulpzaam zijn, met zorg, in een band van vrede, de eenheid bewaren van hart en geest. God, laat hen vreugde vinden in uw nabijheid die hun arbeid steunt, sterkte ervaren door uw aanwezigheid die hun noden lenigt; U steeds weer erkennen als de ware bron die hun vreugde vervult. Dat vragen wij U door Christus onze Heer. Allen: Amen.
97
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
22
VOORBEREIDING OP DE COMMUNIE
E E N
Dit gedeelte is altijd hetzelfde. Pr: De vrede des Heren zij altijd met u. Allen: En met uw geest. Pr: Allen: Pr: Allen: Pr: Allen:
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons. Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons. Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, geef ons de vrede.
Pr:
Zalig zij, die genodigd zijn aan de Maaltijd des Heren. Zie het Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld.
Allen: Heer, ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt maar spréék slechts één woord en ik zal gezond worden.
23
98
COMMUNIE en LIED / MUZIEK
J U B I L E U M
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
24
GEBED NA DE COMMUNIE
B I J
E E N
J U B I L E U M
Voor dit gebed kunnen jullie kiezen uit de onderstaande nummers. 24.1
GEBED NA DE COMMUNIE 1 (AM)
Pr:
Laat ons bidden.
Heer, met spijs en drank van uw tafel hebt Gij dit echtpaar gesterkt. Laat hun vreugde en liefde steeds groter worden, en maak hun huis tot een woning van goedheid en vrede, waar eenieder steun en liefde vindt. Door Christus onze Heer. Allen: Amen.
99
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
24.2
GEBED NA DE COMMUNIE 2 (AM)
Pr:
Laat ons bidden.
B I J
E E N
God, Gij hebt in uw goedheid deze echtgenoten ... en ... (met hun kinderen en vrienden) aan uw altaar uitgenodigd. Wij bidden U: laat hun onderlinge verbondenheid zo toenemen dat zij eens samen mogen aanzitten aan het eeuwig feestmaal. Door Christus onze Heer. Allen: Amen.
100
J U B I L E U M
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
24.3
GEBED NA DE COMMUNIE 3 (AM)
Pr:
Laat ons bidden.
B I J
E E N
J U B I L E U M
Heer, gesterkt door de goede gaven van uw altaar vragen wij U: bewaar deze echtgenoten ... en ... nog lange jaren voor elkaar, totdat Gij hen beiden, in hoge ouderdom, laat aanzitten aan uw eeuwig feestmaal. Door Christus onze Heer. Allen: Amen.
101
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
24.4
GEBED NA DE COMMUNIE 4
Pr:
Laat ons bidden.
B I J
E E N
J U B I L E U M
Heer, onze God, begeleid door de kracht van dit offer welwillend, wat uw voorzienigheid heeft ingesteld; Gij hebt … en … destijds in een heilig verbond verenigd, met het ene brood en uit de ene beker hebt Gij hen gevoed; laat hun onderlinge liefde steeds blijven groeien tot een diepe eensgezindheid. Door Christus onze Heer. Allen: Amen.
102
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
24.5
GEBED NA DE COMMUNIE 5
Pr:
Laat ons bidden.
B I J
E E N
J U B I L E U M
Heer onze God, Gij hebt ons deelgenoot gemaakt aan uw tafel; wij vragen U: laat deze gehuwden altijd trouw blijven aan U en bij de mensen getuigen van uw naam. Door Christus onze Heer. Allen: Amen.
103
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
Slotritus 25
GEDICHT OF OVERWEGINGSTEKST
Een gedicht of een overwegingstekst kan door een familielid of een vriend(in) gedaan worden. Dit is niet verplicht.
26
BLOEMENHULDE
Kinderen en/of kleinkinderen kunnen de jubilarissen huldigen met bloemen. De volgende tekst kan gebruikt worden: OFWEL: Mike en An: Hier zijn wat rode rozen, een kleine bloemenweelde. Voor alle goede lentes, die jullie samen deelden. Jeroen en Ellen: Hier zijn wat rode rozen, herinnering aan het verleden. Voor elke warme zomer, die jullie samen deelden. Pieter en Nicole: Dit zijn zomaar wat rozen, voor al die jaren samen. Voor al wat nog kan komen, vandaag en altijd. Allen: Amen.
104
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
OFWEL:
B I J
E E N
J U B I L E U M
Door één of meer personen.
Hier zijn wat rode rozen, een kleine bloemenweelde. Voor alle lieve lentes, die jullie samen deelden. Hier zijn wat rode rozen, herinnering aan het verleden. Voor elke warme zomer, die jullie samen deelden. Hier zijn wat rode rozen, in dankbaarheid gegeven. Voor alle donkere dagen, de herfsttijd die jullie deelden. Hier zijn wat rode rozen, om warmte te verbeelden. Voor elke koude winter, die jullie samen deelden. Dit zijn zomaar wat rozen, voor al die jaren samen. Voor al wat nog zal komen, vandaag en altijd. Allen: Amen.
105
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
27
BEZOEK AAN MARIA / MARIA-LIED
E E N
J U B I L E U M
Voor de zegen gaan de jubilarissen naar het Maria-altaar/Maria-beeld om zich aan Maria toe te wijden. In dit gebed vragen de jubilarissen aan Maria, de Moeder van God en de Moeder van de mensen, om voorspreekster te zijn bij haar Zoon Jezus Christus.
Trouwkaars De jubileumkaars wordt bij het Maria-altaar geplaatst. Er kan een van de onderstaande gebeden gezegd worden (of in stilte gebeden worden) en/of er kan ook een passend Maria-lied gezongen worden. 27.1
OFWEL
Moeder van altijddurende bijstand, wij knielen met groot vertrouwen voor uw beeltenis neer. Nog nooit heeft iemand tevergeefs tot u zijn toevlucht genomen. Gij hebt op aarde zo dikwijls aan Jezus, uw goddelijke Zoon, uw moederlijke bijstand verleend. Met tedere zorg hebt gij Hem in zijn jeugd beschermd en geleid. Gedurende zijn leven hebt gij Hem getroost en bemoedigd. In de uren van Zijn lijden gesterkt. Wees zo ook voor ons een Moeder van altijddurende bijstand. Maria, wij zijn uw kinderen. Aan het kruis heeft uw goddelijke Zoon, u als onze moeder gegeven en hebt gij ons als uw kinderen aangenomen. Wij weten, dat gij over heel de wereld uw kinderen met ontelbare gunsten hebt overladen. Voor onszelf en voor hen allen danken wij u oprecht voor uw liefdevolle bescherming. Laat ons ook nu niet onverhoord van u heengaan. Voortdurend hebben wij uw moederlijke bijstand nodig. Moeder! Zie dan vol goedheid op ons neer en verkrijg voor ons van uw goddelijke Zoon de gunsten, die nodig zijn om het gezin bijeen te houden. Wij beloven u dankbaarheid en liefde al onze dagen van ons leven, totdat wij u komen bedanken in de hemel. Gij kunt ons helpen, gij wilt ons helpen, gij zult ons helpen. O machtige, o goede, o getrouwe Moeder van altijddurende bijstand.
106
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
27.2
OFWEL
B I J
E E N
J U B I L E U M
Moeder Maria, op U stellen wij onze hoop. Bij U zoeken wij troost en geborgenheid. Heel uw leven stond in dienst van God en de mensen. Door uw geloof en gebed hebt Gij ontdekt wat God van U vroeg. Door uw ja-woord op uw uitverkiezing hebt Gij meegewerkt aan de verlossing van ons allen. Door uw beschikbaarheid voor Gods plan zijt Gij de moeder geworden van Jezus, Gods Zoon. Wij bidden U: spreek voor ons ten best bij uw Zoon, wanneer wij bang of onrustig zijn. Maak ons sterk wanneer wij moedeloos zijn en toon ons de weg naar Hem, wanneer lijden of beproeving ons treft. Spreek ten beste voor allen die hongeren naar rechtvaardigheid, die zoeken naar de zin van hun leven, die gevangen zitten in eigen gedachten, die ziek zijn of belast door beproeving, die vervolgd worden omwille van hun geloof. Moeder Maria, spreek ten beste voor ons die vandaag hun ja-woord vernieuwd hebben. Leer ons elkaar (en onze kinderen) die liefde te geven die U ons gegeven heeft. Beschouw ons als uw kinderen en laat ons in alle omstandigheden ervaren die liefde van uw Moederhart. Amen.
107
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
27.3
OFWEL
B I J
E E N
J U B I L E U M
Maria, ik kniel met een groot en kinderlijk vertrouwen voor uw beeltenis neer. Nog nooit heeft iemand tevergeefs tot U zijn toevlucht genomen. Aan het kruis heeft uw goddelijke Zoon U als mijn moeder gegeven en hebt Gij mij als uw kind aangenomen. Laat mij niet ongetroost van U heengaan. Voortdurend heb ik uw moederlijke bijstand nodig. Moeder, zie dan vol goedheid en medelijden op mij neer en verkrijg voor mij van uw Zoon de gunsten, waarom ik U nu met alle aandrang smeek. Ik beloof tot U dankbaarheid en liefde alle dagen van mijn leven, totdat ik U zal komen bedanken in de hemel, Gij kunt mij helpen, Gij wilt mij helpen, Gij zult mij helpen, machtige, goede, getrouwe Moeder Maria. Amen.
108
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
27.4
OFWEL
B I J
E E N
J U B I L E U M
Heilige Maria, Moeder van God, verkrijg voor mij een echte liefdevolle houding. Leer mij met heel mijn hart uw Zoon beminnen, Jezus onze Heer, en na Hem, U, Maria, boven alles, en de medemens in God en omwille van God. Leer mij zo liefhebben, dat ik mij verheug over alles wat goed is en bedroefd ben om alle kwaad. Leer mij niemand te misprijzen, niet vermetel te oordelen, en nooit mijzelf boven een ander te verkiezen. Amen.
109
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
28
SLOTWOORD, ZEGEN EN ZENDING
E E N
J U B I L E U M
Het slotwoord wordt door de pastoor gedaan; daarna volgt de plechtige zegen. 28. 1 OFWEL Pr: De Heer zij met u. Allen: En met uw geest. Pr:
Zegene u de almachtige God, Vader, Zoon + en heilige Geest. Allen: Amen. Pr: Gaat nu allen heen in vrede. Allen: Wij danken God.
110
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
28.2
OFWEL (plechtige zegen)
B I J
E E N
J U B I L E U M
Pr: De Heer zij met u. Allen: En met uw geest. Pr: God, de Vader almachtig, schenke jullie zijn vreugde. Allen: Amen. Pr: De eniggeboren Zoon van God zij jullie in voor- en tegenspoed liefdevol nabij. Allen: Amen. Pr: De Geest die heiligt vervulle jullie hart altijd met zijn liefde. Allen: Amen. Pr:
En U allen die hier aanwezig zijt, zegene de almachtige God, Vader, Zoon + en heilige Geest. Allen: Amen. Pr: Gaat nu allen heen in vrede. Allen: Wij danken God.
111
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
28.3
OFWEL
B I J
E E N
Pr: De Heer zij met u. Allen: En met uw geest. Pr:
God, de almachtige Vader, schenke u vreugde en zegene u in uw kinderen. Allen: Amen. Pr:
De eniggeboren Zoon van God bescherme u en zij u nabij in goede en kwade dagen. Allen: Amen. Pr: Gods heilige Geest vervulle uw hart steeds met zijn liefde. Allen: Amen. Pr:
En u allen, die hier aanwezig zijt, zegene de almachtige God, Vader, Zoon en heilige Geest. Allen: Amen. Pr: Gaat nu allen heen in vrede. Allen: Wij danken God.
112
J U B I L E U M
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
28.4
OFWEL
B I J
E E N
J U B I L E U M
Pr: De Heer zij met u. Allen: En met uw geest. Pr:
De Heer Jezus, die zijn kerk steeds heeft liefgehad tot het uiterste, vervulle uw hart steeds met zijn liefde. Allen: Amen. Pr:
De Heer make u tot getuigen van zijn verrijzenis en geve dat u vol vreugde uitziet naar het geluk dat ons wacht. Allen: Amen. Pr:
En u allen, die hier aanwezig zijt, zegene de almachtige God, Vader, Zoon en heilige Geest. Allen: Amen. Pr: Gaat nu allen heen in vrede. Allen: Wij danken God.
29.
SLOTLIED
Bij het naar buiten gaan van de Kerk, wordt er een slotlied gezongen.
113
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
Extra TEKSTEN TER OVERWEGING U kunt hier één van de onderstaande teksten kiezen of zelf ergens anders een tekst zoeken. Deze tekst kan gelezen worden door een familielid, na het openingswoord van de priester of voor het gebed na de communie. Het is niet verplicht hier een tekst te kiezen. Deze teksten mogen niet gebruikt worden om bijbelse lezingen te vervangen!! LUISTEREN De liefde spreekt een ja-woord. Maar zou het waar zijn dat liefde meer luisteren is dan spreken? Luisteren naar jouw ogen, naar wat jouw hart mij zeggen wil, met of zonder woorden? Zou het waar zijn dat jouw ja-woord om mijn stilte vraagt, waarin het kan uitgolven tot een lied diep in mij van binnen? Ik luister met gesloten ogen naar wat jouw stem heeft opgeroepen. Laat mij de naklank van jouw woorden zijn, ruimte waarin jouw woord gaat leven. Zou het waar zijn dat liefde meer luisteren is dan spreken? Zwijg het antwoord maar, ik lees het in je ogen.
114
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
VANWAAR? Woorden bestormen de hemel vandaag en roepen om zegen. Maar grote woorden maken mij verlegen, ware het niet dat in jouw ogen warmte en zegen al zichtbaar gloeit. En wat jou doorstroomt raakt ook mij van binnen. Vanwaar dit vreemd en wonderlijk gevoel dat wij, ondanks onszelf, elkaar beminnen? Worden wij van hogerhand gezegend met wat een mens verrassend overspoelt? Maar dan zal ook, zo bidden wij, de hemel aan ons blijvend schenken wat ooit in ons is neergelegd en wat aan liefde in ons leeft en bloeit. Zijn wil geschiede dus op aarde dat wij, volkomen voor elkaar bevrijd, in liefde blijvend vreugde vinden en voor de hemel psalmen van erkenning en van vrede zingen.
115
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
IN JOUW OGEN Wie in een spiegel kijkt, ziet zichzelf, met ogen, huid en haar, maar niet wat achter ogen ligt en niet wat in hem zucht en zingt Ziet hij zichzelf? Wie in een spiegel kijkt, ziet die zichzelf? Maar als ik in de spiegel van jouw ogen kijk, zie ik -behalve joumijzelf door jou aanvaard zoals ik ben van binnen, door jou vermoed, bemind zoals ik ben, gezocht en gezegend. In jouw ogen zie ik het antwoord op mijn ongesproken vragen, een die genade vindt en vrede, mijzelf, van binnenuit weerspiegeld in jouw ogen
116
J U B I L E U M
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
GEDICHT (Seth Gaaikema) Eén keer moet het begin zijn, of je wilt of niet. Eén keer wil je bereiken, wat je in de verte ziet. Eén keer zul je moeten kiezen, uit alles om je heen. Eén keer zul je moeten zeggen: er is er voor mij maar één. Eén liefde om van te houden, één voor wie je vecht, één plaats om thuis te komen, één thuis, maar dan ook echt. Het klinkt misschien kortzichtig, met al die inspraak om je heen. Toch is het goed te zeggen: er is er voor mij maar één. En soms begint het te rommelen te scheuren hier en daar, en heel jouw zeek’re wereld, die dondert in elkaar. En toch - vanuit de resten, al gebeurt dat niet meteen, komt toch weer het verlangen: er is er voor mij maar één.
117
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
GEDICHT Diep in jou klopt het ritme van het leven, elke dag klinkt als een nieuwe melodie, soms een dag van vreugde, soms een van pijn, het klopt snel als er mensen zijn van wie je houdt, het klopt traag als je vol verwondering gegrepen wordt door de grootsheid van de natuur. Je droomt van een leven waar de zon nooit ondergaat, waar de bloemen nooit verwelken, een leven waar mensen kunnen lachen en blij zijn, elkaar liefhebben, grenzeloos. Je droomt van leven vol oneindigheid, op zulke momenten word je boven jezelf uitgetild. Je weet dan dat er ergens een hart klopt op jouw ritme, een mens die om je geeft dat maakt je zielsgelukkig.
118
J U B I L E U M
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
LIEFDE De sneeuw viel traag en monotoon zo van...nou ja, dan mot het maar het was al véél te ver in het jaar er was al groen. En toen ik j’in mijn armen een beetje wilde warmen viel er een grote witte volk op onze zoen. Zo gaat dat met de liefde de sneeuw valt op het vuur de eerste maal, dan schrik j’er van maar het went wel op den duur. Ik hou van jou, ik hou van jou een dag, een jaar, een eeuw ik weet dat liefde lente is maar ook een beetje sneeuw.
119
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
GEDICHT Wanneer ik morgen dood zou gaan vertel dan aan de bomen, dat ik van je hield. Vertel het aan de wind die in de bomen klimt of uit de takken valt hoeveel ik van je hield. Vertel het aan een kind dat jong genoeg is om het te begrijpen. Vertel het aan een dier misschien alleen al door het aan te kijken. Vertel het aan de huizen van steen, vertel het aan een stad hoe lief ik je had. Maar zeg het aan geen mens: ze zouden je niet geloven. Ze zouden niet willen geloven dat alléén maar een man alléén maar een vrouw. Dat een mens een mens zo liefhad, als ik....jou.
120
E E N
J U B I L E U M
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
JE HEBT IEMAND GEVONDEN.... Je hebt iemand gevonden, waar je op vertrouwt, iemand gevonden die achter je staat, samen ga je aan iets bouwen. Samen ga je op weg, een vreemde weg, een weg vol hindernissen, toch ben je niet bang voor het onbekende, samen ruim je de struikelblokken op. Je gaat door, bent samen bedroefd als je bijna struikelt, maar hand in hand ga je verder de weg wordt breder, bekender. Samen mag je ook rusten, luisteren naar je eigen adem, dromen van dingen, die er nog niet zijn voelen dat je niet langer alleen bent. Woordeloos kun je genieten, intens gelukig zijn, omdat je weet, dat die ander er is.
121
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
OMDAT JIJ HET BENT Ja, ik weet het, grote woorden zijn het, liefde en trouw. Dus als het niet om jou ging, bleef ik wijselijk zwijgen misschien. Want het leven is lang, hopen we, en de dagen zijn zo verschillend als het weer. En morgen zijn we zelf anders dan vandaag, mensen ooit volgroeid? Dus als het niet om jou ging... Maar het gaat om jou. En ik weet, ik lees het in je ogen, dat jij me zult aanvaarden, met al wat in mij leeft en groeit, en faalt misschien. Ja, ik vermoed, dat liefde in je woont, te groot en te wijd voor woorden, waarin ik thuis mag zijn en waar ik mag terugkeren, opdat met vallen en staan ik mens mag worden en jij je daarover in liefde kunt verheugen Daarom zeg ik “ja” vandaag. En niemand méér dan jij weet hoe ik dat bedoel. Jacques Verhees
122
E E N
J U B I L E U M
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
WONEN Hoe zal ons huis zijn, opdat jij er vrede vindt? Met deuren goudbeslagen, voorzien van sloten, die een vreemde verre houden? Granieten muren en kostbaars hars in vaten geurend als paleizen van oude droomverhalen, moet zo ons huis zijn om te wonen? Of zal ik aan een houten tafel het brood van vrede met je delen? Vermoeid van daagse dingen, zal ik rusten waar jij op me wachtte, En onder een dak van eenvoud zal ik zeggen dat ik van je houd. Jouw handen openen ramen naar het licht van morgen. En deuren gaan open naar wie vriendschap willen delen. Mag zo ons huis worden? Wees gerust, de hemel zegent hen die elkaar zegenen: jouw huis, oase van vrede. Jacques Verhees
123
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
JIJ MISSCHIEN Hoe in mensen liefde ontspringt, weet geen wijze. Zelfs geen kind weet waar de huiver van liefde begint. Geen wijze, geen kind, geen ouderling weet, alleen jij misschien, waarom een mens als ik door jou wordt bemind. Liefde, niet te bedenken, maar wonder dat welt als verlangen dat ik voor je zijn mag al wat gelukkig maakt, een leven lang jouw morgenlicht en avondvrede. Door de hemel aan mensen gegeven kleurt liefde hun wereld met warmte en licht, wordt zij een lied dat blinkt in hun ogen. Adem van liefde, niet te bedenken, maar een wonder dat ruimte vindt in wie wordt als een kind. Jacques Verhees
124
J U B I L E U M
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
HORIZON Hoe ver zal ik met je meegaan? Langs welke wegen zal het leven ons leiden: tot waar wij weten dat de liefde geduldig is en herbergzaam? Welke dalen moeten wij nog doorkruisen om te kunnen zeggen dat het goed was wat wij hier, met de stem van ons hart, zeggen vandaag? Maar het is goed, jouw hart weet het en het mijne ook. Het is goed dat wij -wat er ook gebeuren magtot elkaar geroepen zijn om samen op weg te gaan, toevertrouwd aan elkaars genade. Zo ver als het leven reiken zal, zul je hopen dat ik bij je thuis zal zijn, en, gehavend misschien, bij jou rust zal vinden. Nog is de horizon ver, maar in jouw ogen is de toekomst al begonnen waarin - op goede en kwade dagen -ik worden mag die jij hoopt dat ik worden zal. Blijf dat hopen met liefde die geduldig is. Jacques Verhees
125
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
LIEFDE IS ALS DE ZON De zon is voor velen de gewoonste zaak van de wereld. Toch doet ze elke dag een wonder. Ze steekt het licht en het vuur voor me aan. Ze vecht tegen de wolken om me te zien en me een mooie dag te schenken. ‘s Nachts gaat ze naar de andere kant van de aarde om ook daar de mensen haar licht te schenken. Doof ik de zon, dan zit ik in de zwarte duisternis en de ijzigste kou. Zo is het met de liefde. Gaat de liefde op in m’n leven, dan brengt ze licht en warmte. Als ik de liefde heb, kan ik veel missen. Maar als de liefde ondergaat in m’n leven, worden de schaduwen steeds groter en geraak ik stilaan in de nacht en in de kou. De liefde is als de zon. Wie ze heeft, kan veel missen. Wie de liefde mist, mist alles. Uit: Phil Bosmans, “Menslief, ik hou van je”.
126
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
OVERWEGING Op de avond van haar huwelijk liep zij met haar moeder over het strand en keek naar de zon die onderging in de volle zee. Toen vroeg zij haar moeder: “Moeder, mijn vader houdt van je en is je altijd trouw gebleven, wat moet ik doen opdat mijn man mij steeds zou beminnen?” De moeder zweeg en dacht even na, toen bukte zij zich en vulde elke hand met zand. Zo kwam zij bij haar dochter staan en zonder verder iets te zeggen, knelde zij de vingers van één hand steeds sterker om het zand. Het zand glipte eruit; hoe krampachtiger zij haar hand balde, hoe sneller het zand eruit gleed; toen zij haar hand opende kleefden er nog slechts enkele vochtige korrels aan haar handpalm. Maar haar andere hand had de moeder opengehouden als een kleine schaal, daar bleven de zandkorrels liggen, ze schitterden steeds heerlijker in het licht van de late zon. “Dit is mijn antwoord”, zei de moeder zacht.
127
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
DE WEG NAAR LIEFDE-VOL God, die liefde is, heeft ons liefde-bekwaam gemaakt, beeld en gelijkenis van Hem. Daarom durfde Jezus ons vragen: “Wees volmaakt zoals uw hemelse Vader volmaakt is”. We zijn er nog ver van af. Liefde is nog niet onze tweede natuur. Als schaaldieren dragen wij ook een hard skelet aan de buitenkant. Daarom dringen noden en vragen zo moeilijk door tot ons hart. We moeten door een dikke korst egoïsme breken. En dat kan. Als we maar gewoon elke dag proberen lief te hebben: luisterend in het leven staan en bereid tot helpen. Tussen liefde-bekwaam en liefde-vol ligt een lange weg. Hier zijn er vandaag twee, die weer één stap zetten op die lange weg. Ward Bruyninckx
128
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
OVER DE LIEFDE. Men vroeg aan de wijze profeet: “Spreek ons over de liefde”. En hij antwoordde: Wanneer de liefde wenkt, volg haar, al zijn haar wegen stil en zwaar. Als de liefde haar vleugels om u heen slaat, laat u gaan, zelfs als er een zwaard in verborgen is, dat u verwondt. Als de liefde tot u spreekt, geloof haar, ook als ze het einde van je dromen betekent en je tuin in woestenij doet verkeren. Liefde kan je kronen, maar ook kruisigen, je doen groeien maar ook snoeien. Ze kan je tot grote hoogte doen stijgen en je koesteren als de zon, maar je ook tot in de wortels raken en je losrukken van je vaste grond. Liefde kan je bundelen als korenschoven, maar je ook dorsen tot je naakt bent. Ze kan je wannen tot graan zonder kaf maar je ook malen tot meel. Liefde kan je kneden tot buigzaam deeg maar je ook bakken tot voedzaam brood voor het feest dat God geven zal. De liefde doet alles om je het diepste van je hart te leren kennen en je aan het volle leven deel te laten hebben. Zoek je echter alleen vrede en genoegen in de liefde, dan kun je je beter tegen haar beschermen en wegvluchten van de dorsvloer, die de liefde is. Helaas zal je wereld dan seizoenloos zijn: je kunt wel lachen maar niet je volle lach, je zult wel wenen, maar niet al je tranen. Uit: Kahil Gibran “De Profeet”
129
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
OVER HET HUWELIJK Men vroeg aan de wijze profeet: “Wat kunt ge ons zeggen over het huwelijk?” En hij antwoordde: Je bent voor elkaar geboren en je zult ook voor immer samen zijn, ook als je dagen verstrooid worden door de witte vleugels van de dood. Ja, dan zul je samen zijn in Gods stille herinnering. Maar laat er tussen jullie ook ruimte zijn, zodat de hemelwind om je heen kan dansen. Heb elkaar lief, maar niet met knellende band; eerder een liefde die als golven de kusten van jullie zielen bespoelt. Vul elkaars beker, maar drink niet uit dezelfde beker. Geef elkaar brood, maar eet niet samen van hetzelfde stuk. Dans en zing blij samen, maar laat elkaar ook eens alleen, zoals snaren van een instrument alleen zijn, al trilt dezelfde muziek er doorheen. Geef uw harten, maar sta niet toe, dat de ander je hart als een cipier bewaakt. Want het hart is zo vol en rijk dat alleen het Leven ‘t ten volle kan omvatten. Sta ook naast elkaar, maar niet te dicht bijeen; want de zuilen van de tempel staan ieder op zichzelf, en eik en cipres groeien niet in elkaars schaduw. Uit: Kahil Gibran “De Profeet”
130
D E
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M
131
D E
132
E U C H A R I S T I E V I E R I N G
B I J
E E N
J U B I L E U M