Dirk Demaeght, aalmoezenier
Nationaal Pastoraat Zeevisserij Rijselstraat 214, 8200 Brugge apostolatus.maris.pesca @belgacom.net Gsm: 0476 486 494
Eucharistieviering voor vissers en zeelieden
Duurzaamheid en de schepping God verrichtte scheppend zijn werk opdat de mens ermee door zou gaan als verantwoordelijk gestelde medeschepper.
' Bevolk de aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die over de aarde rondkruipen' (Gen. 1,28). Kruisteken: Laten we samen in dit uur bidden en zingen tot Hem, die begin en einde is van ons bestaan, (+) in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest. Thema van de viering: Beste vrienden, van harte welkom in deze vissersmis waarin wij ons bezinnen rond het thema van medezeggenschap in de zorg om de schepping. Meer en meer horen we beweren dat het leven op aarde is bedreigd. Wetenschappers en staatslieden buigen zich over het probleem. Als christenen zoeken we mee naar een bepaling van onze verantwoordelijkheid voor het geschapene. Ook onze visserij krijgt de oproep om, in eer en geweten, te streven naar een duurzaam verantwoorde visserij. We laten hier Bijbelse Woorden meespreken in dat complexe ecologisch debat. Mogen diezelfde woorden in ons de overtuiging opwekken dat onze geliefden, die het leven lieten op zee, en allen die eens aan onze sector verbonden waren, terug zijn in het Vaderhuis: oorsprong en bestemming van onze ziel.
Schuldbelijdenis: Priester: Leven naar Gods wil is een weg van vallen en opstaan, een trage moeizame weg van kwetsbare mensen. Zonder verzoening met God en met elkaar kunnen wij niet echt tot warme gastvrijheid komen. Maken wij het daarom stil en bidden wij om ontferming.
Lector: Heer, wie in de harmonieuze samenklank van uw schepping uw stem niet hoort, moet wel doof zijn; wie in de schittering U niet weerkaatst ziet, is blind; wie bij het beschouwen van al dit moois U niet bezingt, is stom; en wie in het veelzeggend getuigenis van alle schepselen Uw majesteit niet herkent, is arm. Heer, ontferm U over ons. Allen: Heer, ontferm U. Lector: Christus, soms lijkt het alsof ons schip stuurloos ronddobbert op de golven van het leven, dat het ons ontbreekt aan gedrevenheid en inzet voor wat goed en rechtvaardig is. Allen: Christus, ontferm U. Lector: Heer, we zijn zo bang en angstig als we aan een grens in ons leven komen, bang voor nieuwe ideeën en profetische woorden. We vragen uw vurig enthousiasme om verder te kunnen groeien als gemeenschap, als visserijsector, als mensen in uw schepping. Heer, ontferm U. Allen: Heer, ontferm U. Priester: Moge de Heer onze goede intenties doorgronden, moge Hij onze kleinheid en ons tekort aan moed vergeven en ons blijven oproepen tot vernieuwd en geestdriftig leven. Amen. Openingsgebed: Priester: Vader van alle leven, hoe groot is uw geloof in mensen. U laat zich vinden in het wonder van uw schepping dat U aan ons hebt toevertrouwd. Altijd opnieuw nodigt U ons uit om deze aarde te bewerken met veel zorg en respect, als goede rentmeesters, om de vruchten van de zeeën tot bij de mens te brengen, om te groeien in liefde voor U en voor elkaar. Geef dat wij uw vertrouwen niet beschamen. Leer ons daartoe luisteren naar uw Zoon en naar allen die ons de weg wijzen die leidt naar de voltooiing van uw Rijk van vrede en gerechtigheid. Amen. Eerste lezing: Lector: Lezing uit het boek Genesis (8,6- 9,14) Nadat het veertig dagen en nachten geregend had, liet Noah een duif los om te zien of het water daalde. Tegen de avond kwam ze bij hem terug met een jong olijfblad in haar snavel. Zeven dagen later liet hij opnieuw de duif los. Ze kwam niet meer terug… Toen zei God tegen Noah: „Verlaat met je familie de ark. Laat ook alle dieren die bij je zijn naar buiten gaan. Ze moeten weer vruchtbaar zijn, talrijk worden en de aarde bevolken… Toen zegende God Noah, zijn zonen en de vrouwen. Hij zei tegen hen: „Wees vruchtbaar en bevolk de aarde. De dieren die in het wild leven, de vogels van de hemel en de vissen van de zee zullen ontzag en angst voor jullie voelen. Ze zijn in jullie macht. Alles wat leeft en beweegt, geef ik jullie en zullen jullie tot voedsel dienen. Deze belofte doe ik jullie: nooit meer zal er een zondvloed komen over de wereld. Voor alle komende generaties zal dit een teken zijn van mijn verbond met de aarde: Ik plaats mijn
regenboog in de wolken. Wanneer ik de wolken samendrijf boven de aarde en in die wolken de boog zichtbaar wordt, zal ik denken aan mijn verbond met jullie en met al wat leeft. Evangelie: Optimistisch vertrouwen in groeizaamheid Priester: De Heer zij met U. Allen: En met uw geest Priester: Lezing uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus, opgetekend door Marcus (4, 2629): In die tijd zei Jezus tot de menigte: „Het gaat met het Rijk Gods als met een man die zijn land bezaait; hij slaapt en staat op, ‟s nachts en overdag, en onderwijl kiemt het zaad en schiet op, maar hij weet niet hoe. Uit eigen kracht brengt de aarde vruchten voort, eerst de groen halm, dan de aar, dan het volgroeide graan in de aar. Zodra de vrucht het toelaat slaat hij er de sikkel in, want het is tijd voor de oogst.‟ Een woord bij de lezingen: Goede vrienden, Het thema van de zorg voor het milieu is sinds de politieke profetie van Al Gore niet meer uit het nieuws te slaan. Er is een collectieve angst gegroeid voor het voortbestaan van de aarde en al wat leeft. Vanuit die angst ontstond er, zoals meestal ook in het verleden gebeurde, een soort nieuwe religie, hier spreken we nu van een religieuze „ecologie‟. Gevoed door die angst voor het leefmilieu slingert men onprettige leuzen naar het hoofd van alle soorten producenten, niet in het minst naar vissers: „dat ze het evenwicht en de biodiversiteit in zee verstoren, zich moeten schamen voor wat ze de natuur aandoen, de verwoesters van het zeeleven zijn, enz.‟ De fanatiekste ijveraars van die religie spuien op internet beweringen zoals: „de visserij zou best „totaal‟ ophouden en verdwijnen, vooraleer gans de zee is uitgemoord!‟ De Eurocommissaris voor Visserij, Maria Damanaki, die zich de laatste tijd heel druk maakt over de hervorming van het Europees visserijbeleid die voor de deur staat, zegde in een vergadering voor de hoge ambtenarij: „…dat alle technisch maatregelen en inspanningen die aan de vissers werden opgelegd, kunnen vergeleken worden met “het behandelen van een ernstige ziekte met een aspirientje. Dat bijvangsten (dat zijn onbedoelde vangsten, soorten waarop men eigenlijk niet vist) …onethisch zijn, een verspilling van de natuurlijke bronnen, enz.” Vele van haar uitspraken geven ons de indruk dat Mw Damanaki een aanhangster is van de deep ecology: een nieuwe natuurgodsdienst, die we enigszins kunnen volgen als ze zeggen dat de natuurlijke bronnen verantwoord moeten behandeld worden; maar die we moeten tegenspreken als ze scanderen: dat dieren en vissen „onaantastbare‟ rechten hebben…, als ze schrijven dat vissen zelfs „voorgaan‟ op de rechten van de mens! Dat is een brug te ver. Onaanvaardbaar! Ecologisch fundamentalisme moeten we vanuit onze Bijbels/kerkelijke achtergrond durven tegenspreken; - Het eerste wat de mens moet doen, zegt de Bijbel, is de schepping bewonderen en dankbaar zijn. De mens moet zich op de juiste plaats weten (geen God spelen). In het boek der psalmen zingt iemand het uit: Als ik naar de hemel kijk, de maan en de sterren, wat ben ik, dan toch maar een kleine sterveling waar Gij, God, naar omziet, aandacht aan
schenkt. Gij legt de mens alles aan zijn voeten: het vee, de gewassen van het veld, de vissen in de zeeën en alles wat er trekt over de wegen der zeeën. (psalm 8) Het vissersgeloof (en ook het onze) begint niet met dogma‟s en de kennis van de catechismus, geloven begiont met een vermoeden van Gods grootheid en na doorleefde beroepservaringen op zee. Een visser vertelde me: “In de zomer, als het water ‟s nachts rustig spiegelt, durf ik wel eens mijn motor afleggen en genieten van de stilte. Ik wordt dan diep getroffen door het aanschouwen van de sterrenhemel, die onmetelijke grootheid. De stilte en de lichte deining van het water brengen me dan in vervoering. God moet bestaan!” De oceaan is te groot voor mensen en onze woorden te klein om uit te zeggen wat die overweldigende grootte je vanbinnen doet. - Het tweede wat de mens moet doen zegt God zelf tot de mens, die Hij als laatste op de wereld heeft gezet: ”Je hebt nu aanschouwd, gekeken…steek nu de handen uit de mouwen, neem vast, bewerk, vorm en voltooi. ' heers over de vissen van de zee…' (Gen. 1,28). Tot Noah zegt Hij (zo hoorden we in de eerste lezing): „Alles wat leeft en beweegt, geef ik jullie en zullen jullie tot voedsel dienen. (Gen. 9,2) De mens krijgt dus een goddelijke opdracht ten aanzien van de aarde waar hij geen eigenaar van is. Hij krijgt een goddelijk bevel om voedsel aan de man te brengen! En wat de Heer vraagt moet doenbaar zijn. Daarom zit in het hart van Gods werkbevel altijd een belofte dat Hij ons zal inspireren en bijstaan om zijn droom waar te maken. We moeten dus niet denken dat we alles zelf moeten oplossen. God is er ook nog! Maar ik mis elke verwijzing naar de Bijbel in de debatten over de zoveelste hervorming van het Europees Visserijbeleid, terwijl Europa het sap van haar wortels gevonden heeft in de Bijbelse, Griek/Romeinse cultuur met Jeruzalem als centrum en gewone vissers die door Jezus van Nazareth werden aangesproken, hun schip lieten liggen en de Kerk hebben opgebouwd. De drang tot jagen en vissen is meegeschapen (archètype) in de menselijke geest en zit in den genen van de ziel. Er zal hoe dan ook „altijd‟ gevist worden. De mens kan niet anders! Hij moet en wil naar zee! Maar onze vissers en onze visserij moet door een ecologische bekering heen. Reders en vissers krijgen de zee als werkterrein, als voedselbron „voor ons allen‟. Ze krijgen subsidies met geld van ons allen. Zo delen we allen in hun opdracht en stelt onze gemeenschap ze in staat om volwaardig voedsel binnen te brengen. Ten derde, zegt de Bijbel in het boek Leviticus (25,23), staat die opdracht dat ge krijgt van God gericht op de toekomst. Wanneer de Israëlieten het beloofde land in handen krijgen, is het een erfenis die zij moeten bewaren en doorgeven aan de komende generaties. „Maar‟, zegt God, „het land en de zee blijft van mij. Zorg er dus voor dat hetgeen ge aan uw kinderen doorgeeft de moeite waard is.‟ Die oer-Bijbelse gedachte is vandaag gedachtegoed aan het worden. We zijn enerzijds erfgenamen (krijgen) van de natuur en erflaters (moeten we gezond doorgeven). Over de vruchten in zee hebben we niet de volle beschikking. In de Europese regelgeving is er sprake van visrechten. Bijbels gesproken zijn de biologische rijkdommen van de zee (van ons allen) een gemeenschappelijk openbaar goed. Daarop kan men in principe geen eigendomsrechten laten gelden. Men zou beter spreken over vruchtgebruik of oogstrecht, dat
aan passende beperkingen is gebonden, want die vruchten behoren toe aan de komende generaties. De jongeren in de visserijafdeling van maritiem Instituut Mercator zijn zich reeds voldoende bewust dat hun toekomst als visser zal moeten gebeuren in een geleefde ecologie. Wees maar zeker dat de jongeren (waar ik dit schooljaar les aan gaf) een uitgesproken mening hebben over de vaartuigen: die na 20 dagen aan de wal komen met slechts 1(één) vuilzak nog aan boord!!! De school en de sector kunnen maar nieuwe werkkrachten aantrekken als de toekomst beveiligd wordt door vandaag de visbestanden op peil te houden! De Bijbel is een aanhoudend getuigenis van de band tussen Israëls moreel gedrag en het land waarop het mag wonen. Het volk beloofde de aarde te behandelen volgens de regels van Gods Wet. Israël kon groot worden als het gehoorzaam was aan wat God vraagt. De visserij zal welstand kennen als ze, met de bereikte technologie van vandaag, de zeevruchten behandelt en zich houdt aan wat God vraagt. Ontrouw aan God heeft kosmische gevolgen! Goede vrienden, De uitdaging van vandaag aan onze visserij draait rond goed rentmeesterschap over de zeevruchten. Ik herhaal: dat is onze goddelijke opdracht. De ecologische omschakeling is niet meer tegen te houden, maar het moet mentaal en technisch mogelijk zijn. 20 jaar geleden voorzag Europa veel geld om te investeren in grote vaartuigen met groter vermogen…Het kon niet op! Tegenwoordig heeft de Europese besluitvorming een zwaai gemaakt van 180°. Europa moet eerlijk omgaan met de visserij!!! Ethisch gesproken moeten schepen die toen werden ingelegd van een billijke exploitatie genieten… tot ze niet meer vis- en zeewaardig zijn! Men kan onze Vlaamse visserij niet verwijten dat er geen ecologisch verantwoorde inspanningen werden en worden gedaan: Schepen werden uit de vloot genomen en afgebroken. Er werd geïnvesteerd in zuiniger motoren met inlevering van vermogen en quota. Er worden heel wat maatregelen genomen via maaswijdten, selectieve nettechnologie en kortere korren om de discards en de luchtvervuiling te reduceren. De SumWings worden toegepast als alternatief voor de boomkor om bodemberoering en brandstofverbruik terug te dringen. Enz. Al deze maatregelen zijn dure medicamenten! Dus geen „kleine aspirientjes‟ waar Mw Damanaki het over had! Ze heeft blijkbaar ingezien dat haar uitspraak nogal wat stof deed opwaaien in de visserij (bij de policy makers). Begin april heeft ze al heel wat gas teruggenomen en ze nodigt vandaag alle belanghebbenden, alle Europese burgers en de EUlanden uit tot een diepgaand debat over alle aspecten van het Europees visserijbeleid. “Alles is bespreekbaar en er zijn geen taboes.”, roept ze uit. We zullen zien Discards…zijn er altijd geweest en zullen er altijd zijn! Maar als we, in eer en geweten, verder zoeken naar het reduceren ervan…dan mag men het vissen niet beknotten tot het niet meer leefbaar wordt! Momenteel zitten we in de warrelnetten van leuzen en beweringen die elkaar tegenspreken. - Volgens bepaalde vissers maakt bodemberoering voedsel vrij en trekt het de vis aan - voor wetenschappers is en blijft bodemberoering slecht. - Het is een oud zeer aan het worden dat de cijfers van de wetenschappers niet stroken met wat vissers op zee ervaren. Hoe dikwijls hoorde ik de laatste tijd niet zeggen: „Er zit overal veel vis!‟ De ecologische koorts brengt reders die geïnvesteerd hebben en vissers die op zee hun brood
moeten verdienen, beleidsverantwoordelijken die beslissingen moeten nemen en de schaarse jongeren die zich naar zee geroepen voelen, in de verlegenheid. Kard. Suenens schreef ergens als hij het over problemen voor de toekomst had: “We kunnen niet kiezen van welke kant de wind komt, maar we kunnen wel onze zeilen richten.” In plaats van te huilen met de wolven in het bos moet onze visserijsector zich weerbaar opstellen en meer open en eerlijk in dialoog gaan met de burger die stilaan een vertekend beeld heeft gekregen van wat de zeevisserij eigenlijk is. God, de natuurliefhebbers, de wetenschappers, de vissers, handelaren, en de vele overheden zijn geen concurrenten, maar partners in de omgang met de natuur! Goede vrienden, Alles over het ecologisch thema, die ecologische uitdaging aan het adres van de zeevisserij, is nog lang niet uitgepraat. Misschien staan we nog maar aan het begin en beseffen we niet wat er op ons afkomt. Laat ons in deze viering nu verder werken aan de ecologie van onze ziel en bidden om creativiteit in het visserijbeleid, solidariteit van en voor alle betrokkenen. Onze eerst zorg moet zijn: de duurzaamheid en de harmonie van onze vissersgezinnen te bestendigen en te bewaren. Amen. Geloofsbelijdenis: Priester: Onze bereidheid om met Jezus scheep te gaan, willen we uitspreken in onze geloofsbelijdenis: Allen: Wij geloven in God de Vader, die zijn schepping in onze handen heeft gegeven om er een woning van te maken waarin het goed is om te leven. Wij geloven in de Zoon Jezus Christus, die bij ons kwam wonen en nu leeft in de harten van de mensen. Hij is ons voorbeeld van liefde tot het uiterste. Wij geloven in Gods Geest, die ieder van ons de kracht geeft om aan het rijk van God mee te bouwen. Wij geloven in een gemeenschap waarin elkeen zorg draagt voor de ander; waarin eenieder aan de blijde boodschap gestalte geeft door woord en daad. Wij geloven dat een mensenleven
nooit zal eindigen en dat we hoopvol mogen uitzien naar het eeuwig geluk bij de Vader. Amen.
Voorbeden: Priester: Het loopt als een rode draad doorheen de Bijbelse verhalen dat God het werk van zijn handen niet loslaat wanneer wij aan zijn schepping verder bouwen naar ons beeld en gelijkenis. Moge het woord dat we gehoord hebben ons daarom tot bidden uitnodigen: Lector: Moge de wereld eerbied hebben voor Gods schepping, zich verwonderen over haar schoonheid en mogelijkheden en oog hebben voor haar grenzen. Geef ons een dankbaar hart, Heer, voor het geschonken voedsel op het land en in de zeeën. Laat ons bidden. Allen: God, onze Heer, wij bidden U verhoor ons. Lector: Voor hen die gezag dragen in deze wereld, voor hen die geloven in eerlijkheid en rechtvaardigheid, voor hen die verstrikt raken in eigen wijsheid en groot gelijk: Schenk hen inzicht, Heer, in Uw wegen. Laat ons bidden. Allen: God, onze Heer, wij bidden U verhoor ons. Lector: Voor de mensen die we lief hadden en die we op deze dag extra missen: onze vaders en moeders, familieleden en vrienden, medeparochianen, collega‟s en hen die eens hun bestaan vonden in onze visserij: Omstraal hen, Heer, laat ze rusten in Uw hemels bakenlicht. Laat ons bidden. Allen: God, onze Heer, wij bidden U verhoor ons. Lector: Voor allen die in de visserijsector hun bestaan vinden, dat ze antwoord geven op de oproep van de Heer tot een edel rentmeesterschap van de zee en haar vruchten, tot een gezamenlijke aanpak van de problemen, tot eerbied, hulp en zorg voor de jongeren die visser willen worden, tot eerbiediging van de goede zeemanschap en veiligheid, tot inzicht dat „duurzaamheid‟ steeds nieuwe wegen opent voor de visserij van morgen: Heer, leer ons onderscheiden wat goed en waardevol is. Laat ons bidden. Allen: God, onze Heer, wij bidden U verhoor ons. Priester: Vader, dit zijn onze gebeden. Aanvaard ze in uw onmetelijke goedheid en geef ons het vertrouwen dat U naar ons luistert helpt bij alles wat wij voor elkaar doen. Amen. Offergang: Koninklijke harmonie Sint Cecilia De gaven worden aangebracht door… Bereiding van de gaven:
Priester: Bid dan, broeders en zusters, dat ons aller offer hier aanvaard moge worden door God de almachtige Vader. Allen: Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen, tot lof en eer van zijn naam, tot welzijn van ons en van heel zijn heilige Kerk. Gebed over de gaven: Priester: Heer, de gaven en die wij U aanbieden zijn een teken dat wij ons rekenschap geven van wat U ons hebt toevertrouwd. Al wat U geschapen hebt, is niet van ons, maar voor ons. Neem dit brood en deze wijn en verdeel ze, zodat allen vrede mogen vinden. Door Christus, onze Heer. Amen. Allen: Amen. Het grote dankgebed: Priester: De Heer zij met U. Allen: En met Uw geest. Priester: Verheft uw hart. Allen: Wij zijn met ons hart bij de Heer. Priester: Brengen wij dank aan de Heer onze God. Allen: Hij is onze dankbaarheid waardig. Priester: Heilige Vader, machtige eeuwige God, om recht te doen aan uw heerlijkheid, om heil en vooral genezing te vinden, zullen wij U danken, altijd en overal. Gij hebt deze aarde geschapen met al wat zij bevat; Gij hebt tijden en seizoenen ingesteld en de mens gemaakt naar uw beeld. Heel uw wonderlijke schepping hebt Gij aan hem onderworpen: in uw Naam mag hij over alles heersen en U altijd prijzen om het werk van uw handen, door Christus onze Heer. Daarom, met alle engelen en heiligen, loven en aanbidden wij U en zingen vol vreugde: Allen: Heilig, heilig, heilig de Heer, de God der hemelse vol zijn hemel en aarde van Uw heerlijkheid, Hosanna in de hoge. Gezegend Hij die komt in de naam des heren, Hosanna in de hoge. Priester: Heilig is voor ons dit ogenblik bij Hem die ons hier samenbrengt en laat zien dat sterven leven is, en leven delen. Rond deze tafel doen we wat Hij ons heeft voorgedaan in het breken van het brood en het aanreiken van de beker. Doordesem en heilig (+) Vader, onze gaven met uw geestelijke kracht tot lichaam en bloed van Uw beminde Zoon. Concelebranten: Want op die avond heeft Hij brood in Zijn handen genomen, Zijn ogen opgeslagen naar U, God, Zijn almachtige Vader, de zegen uitgesproken, het brood gebroken, en aan Zijn leerlingen gegeven met de woorden:
„Neem en eet hiervan, gij allen, want dit is Mijn lichaam dat voor u gegeven wordt.‟ Zo nam Hij ook, toen zij gegeten hadden, de beker in Zijn handen, Hij sprak de zegen en het dankgebed, reikte Hem over aan Zijn leerlingen en zei : „Neem deze beker en drink hier allen uit, want dit is de beker van het nieuwe, altijddurende verbond. Dit is Mijn bloed dat voor u en alle mensen wordt vergoten tot vergeving van de zonden. Blijf dit doen om Mij te gedenken.‟ Priester: Verkondigen wij het mysterie van het geloof. Allen: (gezongen) Heer Jezus, wij verkondigen uw dood en wij belijden tot Gij wederkeert, dat Gij verrezen zijt. Priester: Wij verkondigen hier, Heer, die mens: Uw Zoon, die gestrooid is in de akker als de kleinste van de zaden, die als graan geoogst wordt, die als brood gedeeld wordt, om in mensen mens te worden, die, geborgen in zijn God, die ons groet vanuit de verte en aankijkt van dichtbij als een vriend en tochtgenoot. Allen: Wij bidden U, Heer God, stuur ons op weg in Jezus‟ Geest: dat wij nieuwe wegen van goedheid banen, paden van gerechtigheid en onderlinge vrede; dat wij het leven leefbaar maken en het puin ruimen van onze zwakheden. Priester: Wij bidden ook voor onze broeders en zusters die gestorven zijn, Geef hen, Vader, de eeuwige rust bij U. Dat wij blijven hoogachten alles wat hen heilig was. Laat hun hemelse vreugde ook de onze zijn. Allen: Doe onder ons profeten opstaan die het vuur van uw goedheid brandend houden, die uw licht laten stralen, ook in de donkere momenten van ons leven. Priester: Geef wijsheid en kracht aan paus Benedictus, aan onze bisschop Jozef en aan allen die Gij als „vissers van mensen‟ hebt aangesteld. Wees tot de hulp gereed van al uw mensen die hier samen zijn. Verhoor van allen hun vragen en gebeden.
Allen: Door Hem en met Hem en in Hem zal uw Naam geprezen zijn, Heer, onze God, almachtige Vader, in de eenheid van de heilige Geest, hier en nu en tot in eeuwigheid. Amen. Onze Vader: Priester: Gezonden als vormgevers van Gods menslievendheid willen wij bidden dat zijn droom met de mensen werkelijkheid mag worden. Allen: Onze vader die in de hemelen zijt, geheiligd zij Uw naam. Uw rijk kome, uw wil geschiede op aarde als in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schulden gelijk ook wij vergeven aan onze schuldenaren, en leid ons niet in bekoring maar verlos ons van het kwade. Priester: Al zien wij soms op tegen ons werk van elke dag, al drukken onze plichten en verantwoordelijkheden ons soms zwaar, we willen ze ernstig nemen, in het besef, Heer, dat U onze ruggensteun wilt zijn en over ons waakt als een bezorgde vader en moeder. Allen: Want van U is het koninkrijk, en de kracht en de heerlijkheid, in eeuwig-heid. Amen Gebed om vrede: Priester: Heer Jezus Christus, Mens van vrede en verzoening, wees in ons midden als licht in de duisternis, als vuur dat zuivert. Maak ons zo vrij tot diepe vrede, vreugde en vriendschap. Die vrede van de Heer, zij altijd met u. Allen: En met uw Geest Lam Gods: Voorzanger: Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld. Allen: Ontferm U over ons (1-2) - Geef ons de vrede (3). Communie: Priester: Goede voornemens om elkaar dienstbaar te zijn, komen het best tot uiting rond de tafel: duurzaam omgaan met de vruchten der aarde en uit de zee, zorgzaam omgaan met elkaar, samen delen en eten. We mogen nu met Jezus, met allen die hier samenzijn, en met allen die in God geloven, wereldwijd, het brood van Jezus delen. Zie dan het lam van God, de Heer zelf, die ons wil wapenen tegen elke zwakheid. Allen: Heer, ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt, maar spreek en ik zal gezond worden. Tijdens de communie: Koninklijke Harmonie Sint Cecilia
Communielied: Nader bij U, mijn God, U naderbij; zij ook de weg daartoe, een kruis voor mij. Wat ook de toekomst zij, U nader naderbij. Nader bij U, mijn God, U naderbij. Daal met Uw kracht, o Heer, in ons gemoed. Sterk ons en voed ons Heer, met Vlees en Bloed. Blijf waken aan mijn zij, trek Heer mij naderbij. Nader bij U, mijn God, U naderbij. Slotgebed: Priester: God, Je kent ons! Je weet wat er in ons omgaat aan gevoelens en verlangens. Je weet hoeveel jaren we nodig hebben om te groeien tot een nieuwe mentaliteit. Je nodigt ons uit om de schepping te aanschouwen als een kunstwerk van Uw vingers en dankbaar te zijn voor de vruchten die ze ons geeft. Wil naar ons luisteren als wij uw lof bezingen en U noemen: Vader, Schepper, bron van leven. Houd uw hand over ons en draag onze naam aan uw hart. We vragen het U door Jezus Christus, uw Zoon en onze Heer. Amen. Zending en zegen: Priester: "En nu zijn jullie aan de beurt", zei Jezus op de laatste avond van zijn leven tegen zijn vrienden. "Nu stuur Ik jullie de wereld in om te doen wat Ik ge-daan heb.” Hij zegt het ook tegen ons. Zo meteen gaan we door de kerkdeur naar buiten en mogen daar goede beheerders worden van de natuur en mensen voor mensen zijn. Daartoe zegene ons + de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen. Slotlied: Het lied van Petrus: (met de Koninklijke Harmonie Sint Cecilia) Lijk Petrus wand‟lend op de baren gesteund op uw almachtig Woord, zo laat gerust ons vissers varen en leid hen naar een veilig oord.
Refr. O Jezus, die de macht der winden beteugelt op hun wilde vaart; verbied toch dat z'ons vissers hind'ren en leid hen rustig havenwaarts, en leid hen rustig havenwaarts,
Gij spraakt en Petrus wierp ten gronde zijn net dat rijk gezegend werd, zo spaar ons vissers van de zonde en geef uw zegen aan hun werk. Refr.
Heil'ge Maagd, o vlekkeloze Moeder, O Gij, de ster der woeste zee, gelief ons zeeliên te behoeden, van stormen, rampen, smart en wee. Refr.