versie september 2010
VEA
Energieprestatiedatabank : wat gebeurt er met uw gegevens ?
EPB
1
De Energieprestatiedatabank : Wat gebeurt er met uw gegevens ?
inhoud 1
Wat gebeurt er met de vergunningsgegevens die de gemeente of RO naar het VEA stuurt ?
2
2
Handhaving door het VEA : steekproefsgewijze controles
4
2.1
Statuscontroles
4
2.2
Waarheidsgetrouwheidscontroles
5
3
Resultaten E-peil uit ingediende EPB-aangiften
6
3.1
Resultaten E-peil woningen
6
3.2
Resultaten E-peil appartementen
7
3.3
Resultaten E-peil kantoren en scholen
7
4
Automatisch toekennen vermindering onroerende voorheffing, premies …
8
5
Herwerking Energieprestatiedatabank
9
versie september 2010
VEA
Energieprestatiedatabank : wat gebeurt er met uw gegevens ?
EPB
2
1 Wat gebeurt er met de vergunningsgegevens die de gemeente of RO naar het VEA stuurt ? De energieprestatieregelgeving is in Vlaanderen ruim drie jaar van kracht. In het kader van de energieprestatieregelgeving moeten sinds januari 2006 tijdens het bouwproces bepaalde administratieve formaliteiten vervuld worden door gemeenten en EPB-verslaggevers. De Energieprestatiedatabank (webapplicatie) werd ontwikkeld om alle gegevens elektronisch te laten doorsturen en centraal bij het Vlaams Energieagentschap te beheren. Iedere gemeente en afdeling van Ruimtelijke Ordening staat in voor het maandelijks elektronisch verzenden van haar vergunningsgegevens naar de Energieprestatiedatabank. De EPB-verslaggever staat in voor het elektronisch indienen bij het VEA van de startverklaring (uiterlijk 8 dagen voor de start van de werkzaamheden) en de EPB-aangifte na de ingebruikname van het gebouw. Daarnaast is de Energieprestatiedatabank ook uitgebouwd als een centraal systeem voor beheer van de energieprestatiecertificaten (EPC) van bestaande woningen en publieke gebouwen. Interne of externe energiedeskundigen kunnen certificaten voor publieke gebouwen opmaken en versturen naar het VEA. Daarnaast kunnen energiedeskundigen van het type A certificaten afleveren voor verkoop en verhuur van residentiële gebouwen via de Energieprestatiedatabank.
EPB nieuwbouw herbouw uitbreiding verbouwing functiewijziging
gemeente / RO-Vlaanderen vergunningen
EPB-verslaggever
EPB-aangifte VEA-medewerker
EPC bestaande gebouwen
startverklaring
energiedeskundige
controle-aangifte
intern / extern
certificaat publieke gebouwen
energiedeskundige type A - residentieel
certificaat verhuur en verkoop
energiedeskundige
certificaat verhuur en verkoop
niet-residentieel
energieprestatiedatabank
structuur van de Energieprestatiedatabank
Back-Office handhaving controle statistiek beleid
Voor het gedeelte EPB nieuwbouw & verbouwingen (zie bovenstaande figuur) zijn er dus drie documenten : • • •
de stedenbouwkundige vergunning, doorgestuurd door de gemeente of RO-Vlaanderen via XML ; de startverklaring : melding van de start van de werkzaamheden en aanstelling van de EPB-verslaggever ; de EPB-aangifte : aangifte van de uitgevoerde werken en de behaalde prestaties op vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat (EPB).
Die drie documenten (vergunning, startverklaring (= SV) en EPB-aangifte (=AG)) worden samengevoegd in de Energieprestatiedatabank als één EPB-dossier op basis van het EPBdossiernummer.
versie september 2010
VEA
Energieprestatiedatabank : wat gebeurt er met uw gegevens ?
EPB-verslaggever verstuurt startverklaring
EPB
3
EPB-verslaggever dient EPB-aangifte in
EPB-dossier in de Energieprestatiedatabank
EPB-dossier
datum van vergunning
startverklaring
EPB-aangifte
De Energieprestatiedatabank biedt het VEA de mogelijkheid om op basis van die aanwezige documenten werfcontroles te plannen en briefwisseling op te stellen voor het niet indienen van bepaalde documenten of het niet voldoen aan de EPB-eisen. De back-office laat het VEA ook toe de administratieve opvolgacties verder te beheren (herinneringen, aanmaningen en hoorzittingen), verslaggevers te controleren en rapporten en statistieken te genereren. Het maandelijks versturen van de gegevens door de gemeente is een cruciale schakel in het ganse proces en wordt in de toekomst nog belangrijker. Op basis van de doorgestuurde vergunningen : • • •
organiseert het VEA de handhaving op de energieprestatieregelgeving (zie hoofdstuk 2) ; zullen premies en kortingen op onroerende voorheffingen automatische toegekend worden aan de inwoners van de gemeente die energiezuinig bouwen (zie hoofdstuk 4) ; zullen EPB-verslaggevers de startverklaring en de EPB-aangifte dossiergewijs kunnen indienen. Momenteel koppelde de EPB-verslaggever de bouwdocumenten niet aan de vergunning (zie hoofdstuk 5).
Omwille van die bovenstaande redenen is het belangrijk dat de gemeente maandelijks de vergunningen verstuurt naar het VEA en de correcte inhoud opvolgt. In de hiernavolgende hoofdstukken proberen we het belang en de meerwaarde van het doorsturen van de vergunningen verder te illustreren.
versie september 2010
VEA
Energieprestatiedatabank : wat gebeurt er met uw gegevens ?
EPB
4
2 Handhaving door het VEA : steekproefsgewijze controles Het Vlaams Energieagentschap verricht op regelmatige basis in alle Vlaamse gemeenten steekproefsgewijze controles. Er zijn twee types controles : enerzijds de controle op het (tijdig) indienen van de startverklaring en de EPBaangifte (= statuscontroles), anderzijds de waarheidsgetrouwheidscontrole (= het correct rapporteren van de as-built-situatie door de EPB-verslaggever).
2.1 Statuscontroles Het VEA voert regelmatig in gemeenten statuscontroles uit. Die controles worden voorbereid en gepland aan de hand van gegevens uit de vergunningen die doorgestuurd zijn door de gemeente. Het VEA selecteert steekproefsgewijs een aantal vergunningen waarvoor na een bepaalde termijn geen startverklaring is ingediend en controleert ter plaatse de stand van zaken van de werken.
werffiche voor controle in een gemeente en statuscontrole
Bij de statuscontroles wordt er nagegaan of er voor een gestart werk een startverklaring werd ingediend. Voor een gestart werk zonder startverklaring wordt een aanmaning verstuurd. Bij een vaststelling van ingebruikname, wordt een aanmaning verstuurd als de termijn voor het indienen van de EPB-aangifte verstreken is.
aantal ingediende startverklaringen jaar 2006 2007 2008
Antwerpen 773 4.354 5.898
Limburg
Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen totaal 419 1.303 605 964 4.064 2.480 5.365 3.039 4.103 19.341 3.198 6.010 3.811 4.850 23.767
Het aantal ingediende startverklaringen steeg in 2008 met 18 % tegenover 2007. In 149 gemeenten werd een statuscontrole uitgevoerd. 3.655 vergunningen werden gecontroleerd op het indienen van de startverklaring. 1.513 bouwplaatsen werden gecontroleerd op de start van de werken en op ingebruikname. Bij 802 dossiers waren de werken begonnen zonder het indienen van een startverklaring. Dat komt neer op 26,61 % van de gecontroleerde vergunningsdossiers. In 2007 lag dat nog op 35 %. Voor dossiers zonder startverklaring werd een herinnering en indien nodig een aanmaning verstuurd.
versie september 2010
VEA
Energieprestatiedatabank : wat gebeurt er met uw gegevens ?
EPB
5
aantal ingediende EPB-aangiften jaar 2007 2008
Antwerpen 233 2.209
Limburg 92 1.117
Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen totaal 429 142 222 1.118 2.588 1.452 1.779 9.145
251 dossiers werden gecontroleerd op het indienen van de EPB-aangifte. Er werden 22 aanmaningen verzonden. Vanaf maart 2009 worden die controles intensiever.
2.2 Waarheidsgetrouwheidscontroles De waarheidsgetrouwheidscontroles beogen een kwaliteitscontrole op het werk van de verslaggevers. De focus van die controles ligt in een eerste fase op een controle van de bedrijven die zich specialiseren in EPB-verslaggeving en de grote bouwfirma’s. De controleurs bezoeken de bouwplaats tijdens de uitvoering van de werkzaamheden of gaan langs in het gebouw na de ingebruikname. Ze doen vaststellingen op vlak van de gebruikte isolatie, vensters, installatie, ventilatie, … Nadien vergelijkt de controleur de vaststellingen met de gegevens opgenomen in de EPB-aangifte. Als de berekeningen op basis van de vaststellingen van de controleur leiden tot een slechter resultaat dan de berekening op basis van de gegevens opgenomen in de EPB-aangifte, wordt een administratieve geldboete opgelegd aan de verslaggever. Er zijn 3.506 verslaggevers geregistreerd. 2.475 verslaggevers hebben minimum één startverklaring ingediend. Een kleine groep van 220 verslaggevers (9 %) staat in voor 67 % van alle ingediende startverklaringen. 106 berekeningen van EPB-aangiften werden nagezien op fouten door de verslaggevers. Bij 20 verslaggevers werd niet enkel de berekening gecontroleerd, maar werd ook een vergelijking opgemaakt tussen de vaststellingen op de bouwplaats door een controleur en wat de verslaggever rapporteert in de EPB-aangifte. De verslaggevers kregen een brief met de gemaakte fouten en werden aangemaand om die fouten in hun dossiers recht te zetten. De gecontroleerde verslaggevers stonden in voor 20 % van de in 2007 ingediende EPB-aangiften.
activiteitsgraad van de verslaggevers aantal ingediende aantal startverklaringen verslaggevers per verslaggever
< 50 50 - 99 > 100
2.255 107 113
percentage ingediende startverklaringen
32,64 % 15,26 % 52,10 %
235 bouwplaatsen werden bezocht door een controleur. Bij 177 bouwplaatsen konden vaststellingen gedaan worden met het oog op een vergelijking met de EPB-aangifte.
versie september 2010
VEA
Energieprestatiedatabank : wat gebeurt er met uw gegevens ?
EPB
6
3 Resultaten E-peil uit ingediende EPB-aangiften De energieprestatieregelgeving heeft al een duidelijke positieve invloed gehad op het maatschappelijke draagvlak voor energiezuiniger bouwen. Meer en meer wordt beseft dat minder energieverbruik effectief minder uitstoot van schadelijke stoffen betekent en dat de meerkosten op relatief korte termijn worden teruggewonnen door een aanzienlijke vermindering van de verwarmingskosten. De bouwheer wordt zich ook meer bewust van de meerwaarde van de optimale energieprestaties voor zijn woning. Energiezuinig bouwen gaat immers ook gepaard met een comfortverbetering.
De verdere doorzetting van die positieve trend moet nog een hele tijd worden ondersteund met communicatiecampagnes naar de verschillende doelgroepen (bouwheren, architecten, aannemers en lokale besturen). Daarbij zal ook de aandacht gevestigd worden op het verstrengen van de EPB-eisen voor stedenbouwkundige vergunningen met aanvraag vanaf 1 januari 2010. Het VEA heeft een zeer uiteenlopende mix van initiatieven voor ogen: algemene informatiebrochures, specifieke webpagina’s, informatiesessies voor de verslaggevers, opleidingen, artikelen, aanwezigheid op bouwbeurzen, mediacampagnes ...
3.1 Resultaten E-peil woningen Uit de 3.919 ingediende EPB-aangiften voor nieuwbouwwoningen, aangevraagd in 2006, ligt het gemiddelde E-peil op E87. Voor 1.370 woningen (aangevraagd in 2007) is al een EPB-aangifte ingediend en daar
gemiddeld E-peil voor woningen met vergunningsaanvraag in 2006 en in 2007 E-peil woningen 2006 (3.919 EPB-aangiften) gemiddeld : E87 mediaan : E89
5%
6%
8% 16%
41-60
34%
91-100 > 100
≤ 40 17%
39%
71-80 81-90
gemiddeld : E85 mediaan : E87
0% 1% 2%
1% 2%
≤ 40 61-70
E-peil woningen 2007 (1.370 EPB-aangiften)
41-60 61-70 71-80
32%
81-90 38%
91-100 > 100
versie september 2010
VEA
Energieprestatiedatabank : wat gebeurt er met uw gegevens ?
EPB
7
is het gemiddelde E-peil E85. Dat terwijl de maximumeis E100 is. De eengezinswoningen doen dus gemiddeld ruim 10 % beter dan de eis die de Vlaamse overheid heeft vooropgesteld. Van de nieuwbouwwoningen met aanvraag in 2007 behaalt al 28 % E80 en lager. Dat betekent dat nu al ruim één vierde van de nieuwbouwwoningen voldoet aan de lagere E-peileis E80 die vanaf 2010 voor woningen van kracht wordt. Het merendeel van die woningen zal in 2008 (of later) een ‘energieprestatiecertificaat bouw’ krijgen na het indienen van de EPB-aangifte. Daarmee kan de aangifteplichtige een E-peilpremie van de netbeheerders ontvangen. 3 % van de nieuwbouwwoningen met een aanvraag in 2007, mét ‘energieprestatiecertificaat bouw’ in 2008 (of later) scoren E60 of lager en krijgen gedurende 10 jaar automatisch 20 % (of 40 % bij E ≤ E40) korting op de onroerende voorheffing.
3.2 Resultaten E-peil appartementen Voor appartementsgebouwen, waarvan de stedenbouwkundige vergunningen in het overgangsjaar 2006 werd aangevraagd, zijn er in totaal 917 EPB-aangiften voor appartementen (= wooneenheden) ingediend. Het gemiddelde E-peil is daar E95. Ook bij de appartementen is de maximumeis E100. Bij de appartementsgebouwen met aanvraag in 2007 is er een verbetering in de energieprestatie van de wooneenheden zichtbaar. Het gemiddelde E-peil uit 139 ingediende EPB-aangiften ligt voor die projecten op E82. Dat is beduidend lager dan bij de aangevraagde appartementen in 2006, maar door de langere bouwtijd bij appartementsgebouwen is het aantal ingediende EPB-aangiften nog vrij beperkt om de tendens met zekerheid te bevestigen. Op de beperkte basis van 139 EPB-aangiften (met aanvraag in 2007) behaalt al 38 % E80 en lager. Bij de woningen lag dat aantal op 28 %. Er zijn dus al ongeveer 10 % meer appartementen, dan woningen, die nu al voldoen aan de lagere E-peileis E80 die vanaf 2010 ook voor appartementen van kracht wordt.
gemiddeld E-peil voor appartementen met vergunningsaanvraag in 2006 en in 2007 E-peil appartementen 2006 (917 EPB-aangiften) gemiddeld : E95 mediaan : E88
2%1% 14%
≤ 40 41-60 61-70
E-peil appartementen 2007 (139 EPB-aangiften) 1%
3% 18%
4% 24%
91-100
gemiddeld : E82 mediaan : E83
9%
≤ 40 41-60
26%
24%
71-80 81-90
1%
36%
> 100
37%
61-70 71-80 81-90 91-100 > 100
3.3 Resultaten E-peil kantoren en scholen Door de lange ontwerp-, studie- en uitvoeringstermijn van kantoor- en schoolgebouwen is momenteel het aantal ingediende EPB-aangiften in de Energieprestatiedatabank nog te beperkt om conclusies uit te trekken met betrekking tot E-peilresultaten.
versie september 2010
VEA
Energieprestatiedatabank : wat gebeurt er met uw gegevens ?
EPB
8
4 Automatisch toekennen vermindering onroerende voorheffing, premies … Met de Energieprestatiedatabank beschikt het Vlaams Energieagentschap over een authentieke bron aan gegevens over de energieprestatie van gebouwen. Ze bevat een grote hoeveelheid aan gegevens over de constructie, de isolatie, de energieprestatie en ventilatie van alle gebouwen die sinds 2006 nieuw gebouwd of verbouwd zijn/worden. Voorlopig is de back-office van de Energieprestatiedatabank enkel toegankelijk voor het Vlaams Energieagentschap. Het VEA werkt momenteel aan de uitbouw van een generieke webservice ‘Energieprestatie’ zodat andere Vlaamse of federale overheidsdiensten via een uitwisselingsplatform die authentieke bron aan energiegegevens kunnen ontsluiten. Nu de regelgeving een tijdje in voege is, beginnen andere beleidsdomeinen immers instrumenten, die zij ter beschikking hebben in de energieprestatie van gebouwen te beïnvloeden, te koppelen aan het E-peil : •
Bij het realiseren van een energiezuinige woning of bedrijfsgebouw zullen burgers en ondernemingen genieten van een vermindering op onroerende voorheffing (meer informatie : www.onroerendevoorheffing.be).
•
Onderwijsinstellingen die een energiezuinige nieuwbouwschool realiseren, maken aanspraak op een extra subsidiëring van de meerkost die gepaard gaat met de energiezuinige school via het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs.
•
Daarnaast zullen natuurlijke personen die arbeidsongeschikt zijn gedurende de aflossingsperiode van hun hypothecaire lening, afhankelijk van de energieprestatie van hun nieuwbouwwoning die ze realiseren, een tegemoetkoming kunnen krijgen via een verzekering gewaarborgd wonen op hun hypothecaire lening (meer informatie : www.bouwenenwonen.be).
korting onroerende voorheffing
verzekering gewaarborgd wonen
Door de uitbouw van een generieke webservice waar gegevens inzake de energieprestatie van gebouwen uitgewisseld kunnen worden tussen het Vlaams Energieagentschap en andere Vlaamse overheidsinstellingen, kunnen bovenstaande rechten (verminderingen, premies en subsidies) automatisch toegekend worden aan de betrokken personen. Dat betekent een administratieve lastenverlaging voor burgers en instellingen en een snellere doorlooptijd bij het toekennen van financiële tegemoetkomingen. Daardoor is het echter ook essentieel dat de vergunningsgegevens door de gemeente of de dienst RO maandelijks elektronisch doorgespeeld worden zodat betrokken burgers of instellingen van het belastingsvoordeel of de premie kunnen genieten. Die tegemoetkomingen zullen immers toegekend worden als het VEA beschikt over de correcte vergunningsgegevens (om zo het perceel eenduidig te kunnen identificeren).
versie september 2010
Energieprestatiedatabank : wat gebeurt er met uw gegevens ?
VEA
EPB
9
5 Herwerking Energieprestatiedatabank Tot op heden dienen de EPB-verslaggevers de startverklaring en de EPB-aangifte elektronisch in als afzonderlijke documenten in de Energieprestatiedatabank. In de databank worden de startverklaring en de EPBaangifte aan de stedenbouwkundige vergunning gekoppeld op basis van het EPB-dossiernummer. Die documenten vormen dan één EPB-dossier.
versturen EPB-aangifte
In realiteit echter zijn die documenten vaak niet gekoppeld : • omdat we niet altijd beschikken over alle vergun ningen van de gemeente : o o o
niet alle gemeenten sturen de vergunningen tijdig en maandelijks door ; niet alle gemeenten volgen bepaalde fouten op die optreden in de XML met vergunningen (waardoor de vergunning niet in onze databank bewaard wordt) ; 9 gemeenten sturen nog altijd niet elektronisch de vergunningen door.
• of door fouten in het EPB-dossiernummer : o o
een foute schrijfwijze in het EPB-dossiernummer door de EPB-verslaggever ; het EPB-dossiernummer die door de gemeente aan de bouwheer meegegeven wordt bij het ontvangstbewijs van de vergunning, verschilt van het elektronisch doorgestuurde EPB-dossiernummer van de vergunning.
Elk klein verschil in de schrijfwijze van het EPB-dossiernummer, dat uniek is per dossier, zorgt ervoor dat een verschillend dossier wordt aangemaakt en dat de documenten niet juist gekoppeld worden. Hierdoor ontstaan er problemen voor het handhaven van de energieprestatieregelgeving : • • •
bouwheren krijgen ten onrechte een brief voor het niet-indienen van een startverklaring of ene EPB-aangifte ; controles worden fout ingepland ; bouwheren kunnen de automatische tegemoetkomingen inzake onroerende voorheffing bijvoorbeeld mislopen.
Om ervoor te zorgen dat die koppeling tussen de vergunning enerzijds en de startverklaring en de EPBaangifte van de EPB-verslaggever anderzijds beter gegarandeerd is, zal de manier van indiening van de documenten door de verslaggever in de databank wijzigen. Voor de EPB-verslaggever zal de webapplicatie www.energieprestatiedatabank.be dossiergebaseerd worden in plaats van documentgebaseerd. De verslaggever zal dan een nieuw dossier kunnen aanmaken, de stedenbouwkundige vergunning zoeken waarvoor hij dat dossier aanmaakt. Na het selecteren van de juiste vergunning zal de verslaggever voor dat dossier één of meerdere startverklaringen en EPBaangiften kunnen indienen. Stap 1 De verslaggever zoekt, in de gemeente waar het bouwproject gelegen is, naar de stedenbouwkundige vergunning aan de hand van een aantal criteria.
stap 1
versie september 2010
VEA
Energieprestatiedatabank : wat gebeurt er met uw gegevens ?
Stap 2
stap 2
Na het invullen van de nodige criteria, selecteert de verslaggever de juiste stedenbouwkundige vergunning voor dat project uit de resultatenlijst. Stap 3 Na het selecteren van de juiste vergunning, kan de verslaggever een EPB-dossier aanmaken voor die vergunning.
stap 3
Stap 4 Hierna kan de verslaggever een startverklaring of EPB-aangifte indienen voor dat dossier. Omwille van die nieuwe werkwijze is het dus essentieel dat de gemeenten maandelijks de vergunningen doorsturen naar het VEA. Bovendien is het belangrijk dat ze de fouten, die mogelijks optreden bij het versturen, beter opvolgen en verbeteren. Op die manier kan het VEA de energieprestatieregelgeving correct handhaven.
EPB
10