Blikopener | Drs. J.A. Schippers, De dominantie van het seculiere denken
1
In politiek, samenleving en cultuur domineert het seculiere denken sinds enige decennia. Volgens velen is deze denkwijs zo vanzelfsprekend dat een christen wordt gezien als iemand die afwijkende opvattingen heeft. Maar met evenveel recht en reden kan betoogd worden dat Nederland vooral sinds de jaren zestig van de vorige eeuw uit de rails is gelopen… Secularisme is op de keper beschouwd één van de vele levensbeschouwingen waarvan mensen overtuigd kunnen zijn dat deze de meest wenselijke of juiste is. Als volgens de moderne seculiere opvatting elk mens zelf zijn eigen maatschappijvisie mag kiezen, waarom wordt de keuze voor een reformatorische visie op het leven dan zo agressief bekritiseerd? Dat is op z’n minst zeer inconsequent. Uit dit voorbeeld blijkt tegelijk dat een seculiere visie echt niet neutraal is. Ook zij berust op onbewijsbare vooronderstellingen. En daarin verschilt het niet van ieder ander geloof. Christenen in politiek en samenleving doen er goed aan om duidelijk hun uitgangspunten, hun bijbelse visie op mens en samenleving te verwoorden – als het even kan in een taal die buitenstaanders begrijpen. Van hieruit kunnen zij anderen vrijmoedig bevragen op hun fundamentele kijk op de werkelijkheid. Hopelijk ontdekken ‘seculiere gelovigen’ dan dat het bijvoorbeeld niet redelijk is om alles rationeel te willen verklaren. De redactie stelt deze en andere vragen in dit nummer aan de orde. U heeft al bemerkt dat dit eerste nummer van de 37ste jaargang er wat anders uitziet dan u gewend bent. Formaat en vormgeving zijn aangepast. De redactie hoort graag van u als lezer of u dit een verbetering vindt en wat nog beter kan. De redactie is uitgebreid met een fors aantal personen. Tot de ‘vaste kern’ van de redactie treden Jan Mark ten Hove en Dirk-Jan Nijsink toe. Jan Mark is als journalist gewend om de pen te hanteren. Dirk-Jan heeft als beleidsadviseur SGP-jongeren ook al diverse pennenvruchten het daglicht laten zien. Hiernaast is een brede rand van redacteuren aangetrokken die de redactie met raad en daad terzijde staan: Bernard van den Belt, Johan van Berkum, Joan van Burg, Elise van Doorn, Arnoud Hoogendoorn, Johan Polder en Wim Pijl. Namens de redactie veel leesgenoegen gewenst! Jan Schippers, eindredacteur ZICHT 2011-1 | maart 2011
blikopener
De dominantie van het seculiere denken
Secularisme | Drs. W.Chr. Hovius, Waarschuwing tegen secularisatie
2
bijbelstudie
Nogal eens hoor je mensen zeggen ‘wat is de wereld in korte tijd veranderd’. Wat vroeger niet kon of mocht is nu acceptabel en wordt vaak heel gewoon gevonden. Het heeft er veel van weg dat de wereld een neutraal gebied geworden is. En wil je meedoen, niet achterblijven en zeker niet voor ‘ouderwets’ versleten worden, dan zorg je ervoor goed in de pas te lopen.
Drs. W.Chr. Hovius, emerituspredikant van de Protestantse Kerk in Nederland en oud-voorzitter van de SGP
Waarschuwing tegen secularisatie
Om te beginnen volgen vier voorbeelden van in de pas – beter: in de tredmolen van deze wereld – lopen. Men is betrokken op de wereldhandel. Men neemt deel aan wereldtentoonstellingen. Men bezoekt wereldcongressen. Men is thuis in en leest wereldliteratuur. Nu heb ik al vier keer het woord wereld laten vallen. En zo kom ik bij het woord ‘seculier’ terecht. In het woordenboek staat als betekenis daarvan het woord ‘wereldlijk’. In het Reformatorisch Dagblad stond zaterdag 12 ZICHT 2011-1 | maart 2011
februari jl. in de rubriek ‘ZoGezegd’ de opmerking dat seculier niet betekent secularistisch. Een seculiere staat is nog geen secularistische staat. Deze laatste is erop gericht en gebrand om godsdienst uit het openbare leven te bannen. Toch is er alle reden toe om op de dominantie van het seculiere gedachtegoed, bijvoorbeeld in de politiek, in de media, in de cultuur en in onze samenleving, te wijzen en daarvoor eerlijk en ernstig te waarschuwen. Want seculier betekent zeker niet neutraal!
Secularisme | Drs. W.Chr. Hovius, Waarschuwing tegen secularisatie
3
Heb de wereld niet lief In de eerste brief van de apostel Johannes, in hoofdstuk 2 vers 15, laat de auteur de woorden klinken: ‘Heb de wereld niet lief…’. Aanvankelijk is de toon van wat we in de brief kunnen opvangen erg scherp. De apostel gaat in op wat wargeesten uitkramen. Maar daarna klinkt de toon anders, veel warmer, liefelijker, zeer bewogen, wanneer hij zich richt tot ouderen en jongeren binnen de kerk van Christus. Die heeft hij niet over voor de boze. Die gunt hij beslist niet de ondergang, die de wereld tegemoet gaat en waarvan we de tekenen steeds duidelijker kunnen zien. Nu is het opmerkelijk dat de apostel in de genoemde tekst het Griekse woord ‘kosmos’ bezigt. Dat komt wel honderd keer in zijn geschriften voor. Zo wijst F. Rienecker in zijn Sprachlicher Schlüssel zum Neuen Testament erop dat voor de apostel Johannes de wereld niet is een samenvatting van dingen maar van personen, van wie hun wezen resultaat is van hun verhouding tot de wereld en die daarvoor ook verantwoordelijk zijn. Nu kan het woord kosmos positief geduid worden als de door God geschapen wereld, die Hij niet overlaat en prijsgeeft aan de duivel. Wie denkt dan niet aan 1 Johannes 2 vers 2? Daar getuigt de apostel dat Jezus Christus niet alleen een verzoening is voor onze zonden maar ook voor de zonden van de gehele wereld. Hier zien we dat met ‘wereld’ is bedoeld de mensenwereld, die hoewel zondig, verzoend is met God. En in 1 Johannes 4 vers 9 getuigt de schrijver dat God Zijn eniggeboren Zoon heeft gezonden in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem. Maar meestal heeft het woord ‘wereld’ bij Johannes een heel negatieve klank en zin. Het gaat dan om de mensenwereld die tegen God ZICHT 2011-1 | maart 2011
in opstand komt en vijandig staat tegenover Zijn Woord. Van deze laatste, ongunstige betekenis is ook sprake in 1 Johannes 2 vers 15.
De gelovige in de wereld Het leven van de gelovige heeft twee zijden. Hij of zij leeft enerzijds gescheiden van de wereld, waaruit God hem of haar trok, in het licht. Anderzijds maakt de gelovige ook deel uit van de wereld, en wordt hij blootgesteld aan de verleidingen, die van God uit gezien tevens beproevingen zijn. In ‘ónze’ tekst, dus in 1 Johannes 2 vers 15, wijst Johannes op het grote gevaar de wereld lief te hebben. Anders dan in het voorafgaande spreekt hij de lezers niet direct aan. In de verzen 15-17 begint hij tot drie keer toe met de wereld en eindigt hij steeds met God. Want ook Gods kinderen zijn niet immuun voor de verleidingen van de wereld. ‘Zij mogen niet èn God èn de wereld beminnen, net zo min als een voorwerp tegelijk rond en vierkant kan zijn’, zoals dr. P.J. Lalleman in zijn commentaar op de drie brieven van Johannes schrijft. De wereld liefhebben, betekent hier tot de wereld aangetrokken worden, van de wereld genieten, je hart aan de wereld verliezen. En dat gaat onmogelijk samen met de liefde tot God, Zijn Woord en Zijn dienst.
Voorbeelden van seculiere dominantie Dat het seculiere gedachtegoed in onze samenleving steeds meer een overheersende plaats bezet en inneemt, kan met voorbeelden nader worden geduid en bewezen op verschillende levensterreinen. a. In de politiek In de politiek kreeg minister J.P.H. Donner nogal wat over zich heen toen hij stelde dat door seculier denken het antisemitisme toe-
Secularisme | Drs. W.Chr. Hovius, Waarschuwing tegen secularisatie
4
De V.V.I. stelt zich al meer dan 30 jaar ten doel:
www.verplegingvoorisrael.nl
Autobedrijf Valkenburg Planckstraat 2 3902 HS Veenendaal Tel. 0318-522964 Fax 0318-514277
[email protected] www.autobedrijf-valkenburg.nl
De administratieve dienstverlener voor kerken en instellingen • Het geheel of gedeeltelijk verzorgen van de financiële administratie • Salaris- en / of traktementsberekeningen • Debiteuren- en crediteurenadministratie • Ledenadministratie en geldverwerving
• Opmaken en controleren van jaarverslagen • Opstellen accountantsverklaringen • Financiële advisering • Administratieve ondersteuning op locatie • Zorg- en verzuimverzekeringen • Internetboekhouden
Een hele zorg minder... Hoofdkantoor Kon. Wilhelminalaan 23 Postbus 675 • 3800 AR Amersfoort • Telefoon (033) 467 10 10 www.kkgkka.nl
ZICHT 2011-1 | maart 2011
Burgemeester Uilkensstraat 24 2861 AE Bergambacht Telefoon: 0182 64 54 54 Fax: 0182 35 76 55
UW BEDRIJF IS ONZE ZORG!
Secularisme | Drs. W.Chr. Hovius, Waarschuwing tegen secularisatie
5 neemt, ook in ons land. Maar het ontbreken van en het verzet tegen een bijbelse visie, ook op Israël, werkt daar wel aan mee. De PVV mocht niet meedoen aan de debatten die de VARA in de aanloop naar de provinciale verkiezingen organiseerde, omdat deze
Voor de apostel Johannes is de wereld niet een samenvatting van dingen maar van personen. omroep het verzet van de PVV tegen islamisering vergeleek met wat het nazidom eertijds uithaalde. En hoewel de SGP principieel anders denkt dan de zo even genoemde partij, speelt ook hier het seculiere denken op de achtergrond mee. b. In de media Steeds meer zien we ook op dit terrein een weggroeien van Gods Woord. Werken radio en tv helaas meer dan eens in deze richting, nog veel gevaarlijker zijn de computer en het internet. Weten we nog wat onze kinderen binnen halen en krijgen? Onlangs hoorde ik van een middelbare scholiere die voor een in te leveren werkstuk een volslagen onschuldig woord als zoekterm intikte. Tot haar schrik – ze riep haar moeder erbij – verscheen op het scherm een foto van een blote dame, die haar geslachtsdeel toonde. Is zo’n scholiere alleen maar naïef of is het veeleer in moreel opzicht absurd te noemen dat zij ongevraagd een dergelijk beeld krijgt te zien?
ZICHT 2011-1 | maart 2011
c. In cultuur en samenleving Steeds meer wordt de zondag als dag van God niet meer zo gezien en erkend. Denk maar aan de openstelling van supermarkten en winkels op die dag in steden en dorpen, waaruit ook de toename van het seculiere denken duidelijk blijkt. Afgedacht van de principiële kant, worden ook winkeliers die de zondag in ere houden overruled, benadeeld en ontbreekt de collegialiteit grotendeels bij de niet-christelijke eigenaars van grote bedrijven en zaken. Het seculiere denken dat de mens baas over zichzelf is, leidt tot steeds meer aanvaarding van abortus en euthanasie, terwijl de acceptatie van homoseksualiteit ook de aanwezigheid van leerkrachten met deze geaardheid en praktijk op christelijke of reformatorische scholen door ouders en leerlingen moet worden gedoogd en voor lief genomen.
Een slotopmerking Hoewel het seculier denken en handelen niet hetzelfde is als het secularistische, wordt het eerste door steeds meer landgenoten aangehangen, als vanzelfsprekend omarmd en daardoor ook steeds meer dominant. Laten wij uit achting voor God en Zijn Woord daartegen bidden en strijden, opdat Nederland niet een Godloos land wordt dat tot goddeloosheid gaat vervallen. Laat in onze gedachten, woorden en werken blijken dat de indringende oproep uit 1 Johannes 2 vers 15 – heb de wereld niet lief – ons heilig en kostbaar is en dat we in getuigenis en dienstbetoon daarnaar spreken en handelen. «
Secularisme | Dr. K. van der Zwaag, Politiek kan niet zonder religieus perspectief
Foto: Franck Ploum
6
ZICHT 2011-1 | maart 2011
Secularisme | Dr. K. van der Zwaag, Politiek kan niet zonder religieus perspectief
7
interview
Politiek en religie zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden, stelt dr. Marin Terpstra, docent sociale en politieke wijsbegeerte aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Wie religie negeert of privatiseert, maakt politiek los van elke hogere en zingevende orde. In zijn – zeer binnenkort te verschijnen – boek Democratie als cultus. Over politiek en religie 1 plaatst hij kanttekeningen bij de seculiere rechtsstaat die religie als een privéaangelegenheid ziet, en politiek als iets voor de openbaarheid.
Dr. K. van der Zwaag, redactievoorzitter
Politiek kan niet zonder religieus perspectief Interview met dr. M. Terpstra
In de bundel ‘politiek-theologische’ opstellen laat Terpstra zien hoe de politiek vanaf de Griekse oudheid is beïnvloed door theologische ideeën. De leer van de ‘politieke theologie’ onderzoekt politieke vormen die beantwoorden aan ‘metafysische’ of ‘theologische’ vooronderstellingen: een geest die elke politieke orde doortrekt en bezielt. Die vooronderstellingen bepalen de plaats van de mens in deze wereld, de inrichting van de samenleving en de manier waarop politiek bedreven wordt. ZICHT 2011-1 | maart 2011
Reeds Aristoteles opperde dat men de staat door een eenheidsbeginsel, bijvoorbeeld in een alleenheerschappij, moet denken, gegeven de eenheid van God en de kosmos. Voor de Romeinen stond religie niet los van de politieke orde, maar was daarmee verweven. Politiek was niet een noodzakelijk kwaad, maar betrof de toewijding aan de publieke zaak (res publica). Het christendom is volgens Terpstra een van de godsdienstige stromingen die hun binding aan een specifieke politieke orde
Secularisme | Dr. K. van der Zwaag, Politiek kan niet zonder religieus perspectief
8 loslieten. De christenen keerden zich tegen de Romeinse vergoddelijking van de keizer. Zij neigden zich af te wenden van deze bemiddeling en zochten het goddelijke buiten de wereld. ‘Stilzwijgend is daarmee een nieuwe politieke theologie ontstaan, die enerzijds de politieke werkelijkheid tot louter wereldlijke aangelegenheid terugbrengt, maar anderzijds de politieke werkelijkheid doordenkt vanuit een theologische alleenheerschappij. Het christendom maakt een niet-theologisch vertoog over politiek mogelijk, terwijl het de politiek tegelijk theologisch verdacht maakt.’ Na de verheffing van het christendom tot ‘staatsgodsdienst’ in de vierde eeuw, bleven de sporen van de scheiding tussen politieke orde en godsdienst volgens Terpstra aanwezig. Lange tijd nam het christendom in het Romeinse Rijk en vervolgens in de ‘Europese’
Het christendom maakt een niettheologisch vertoog over politiek mogelijk, terwijl het de politiek tegelijk theologisch verdacht maakt. wereld zelfs de plaats in van de antieke politieke theologie. Wezenlijk voor de middeleeuwse theologie was vooral de verdubbeling van de politieke orde in een tweerijkenleer, waarbij het aardse rijk ten dienste moet staan van de voorbereiding van de mens tot burger van het hemelrijk. Terpstra: ‘De christen leeft in twee rijken, een wereldlijk en een geestelijk rijk, maar ook de postchristelijke ZICHT 2011-1 | maart 2011
mens is nog steeds aan deze denkfiguur gebonden als hij of zij weet te onderscheiden tussen ‘publiek’ en ‘privaat’, tussen ‘politiek’ en ‘persoonlijk’.’
Moderne tijd In de zeventiende eeuw duikt de theologie onder, aldus Terpstra. Ze houdt op het maatschappelijk overheersende vertoog te zijn, dat de termen levert waarin alle vraagstukken uiteindelijk gesteld worden. De docent noemt dan vooral de namen van Hobbes en Spinoza. Thomas Hobbes (1588-1679) ontwikkelde ‘een theologie van de afwezige God’. God heeft een testament achtergelaten met de volgende wilsbeschikking: in de tijd tussen de hemelvaart en wederkomst van Christus dient men de enige legitieme, wereldlijke macht onvoorwaardelijk te gehoorzamen, als ware het een bevel van een transcendente soeverein met een quasi-goddelijke macht. ‘De godsdienst is het belangrijkste obstakel en zij kan alleen gehandhaafd worden, wanneer zij zich terugtrekt uit de maatschappij. De godsdienst moet haar absolute machtsaanspraak, hoezeer ook van louter geestelijke aard, laten varen.’ Bij Baruch Spinoza (1632-1677) is de wijze waarop God vereerd wordt, politiek van belang, omdat de trouw van de burgers aan de politieke orde daarmee ten nauwste is verbonden. Spinoza stelde echter dat het grootste gevaar voor de bestendigheid van een politieke orde een bevoorrechte, invloedrijke en als geestelijke macht erkende priesterkaste is. ‘Spinoza’s politieke godsdienstkritiek richt zich hier dus niet op de godsdienst als zodanig, maar herneemt de internchristelijke kritiek op de verwereldlijking en politisering van de godsdienst (in de lijn van meer radicale, protestante gelovigen die tot zijn
Secularisme | Dr. K. van der Zwaag, Politiek kan niet zonder religieus perspectief
9 kring behoren). Dat maakt een onderscheid mogelijk tussen theocratie èn hiërocratie of ecclesiocratie.’
Carl Schmitt Terpstra gaat uitvoerig in op het gedachtegoed van de politieke denker Carl Schmitt (1888-1985). Diens denken draait om de vraag of een maatschappelijke en politieke orde zonder grondslag denkbaar en realiseerbaar is. Hij ontkent dat. Schmitt betoogt dat wanneer theologie in de zeventiende eeuw omgevormd wordt tot politieke theorie en metafysica, er dan ook niet alleen sprake van secularisering, maar evenzeer van een radicale transformatie van theologische begrippen zelf. De secularisering is voortzetting van theologie met andere middelen. Bekend citaat: ‘Alle prägnanten Begriffe der moderne Staatslehre sind säkularisierte theologische Begriffe’ (1922).
De secularisering is voortzetting van theologie met andere middelen. Sinds het Romeinse Rijk het christendom als staatsgodsdienst heeft erkend, de christelijke of katholieke godsdienst Rooms is geworden, is volgens Schmitt het christendom aangepast aan zijn onvermijdelijke nieuwe rol van politieke theologie, staatsgodsdienst of staatscultus. Het Heilige Roomse Rijk is de voortzetting van deze traditie. Schmitt fundeert deze staatsopvatting door te verwijzen naar het Bijbelse katēchon, letterlijk weerhouder, degene die de antichrist tegenhoudt, het Romeinse Rijk. ZICHT 2011-1 | maart 2011
Met een zekere nostalgie denkt Schmitt terug aan de vroegmoderne, door God gegeven politieke orde, de standenmaatschappij, of de negentiende-eeuwse eenheid van Altaar en Troon. Schmitt zag de Rooms-Katholieke Kerk als de legitieme representant van Christus op aarde, met als consequentie dat het protestantisme en alle politieke effecten die uit de protestantse breuk met de moederkerk zijn voortgekomen illegitiem zijn. Terpstra: ‘Moderniteit betekent: individualisme, liberalisme, parlementaire democratie, maar bovenal een meedogenloze ontwikkeling van vooruitgang waarin het nieuwe op een eigenmachtige wijze het oude opvolgt.’
Democratie als cultus Terpstra definieert de democratie als ‘cultus’. Een definitie: ‘De democratie als cultus is het geheel van plechtigheden waarin de gezamenlijke machtsuitoefening maatschappelijk zichtbaar is.’ De democratie is ontstaan in een tijd waarin politiek en religie nog niet geheel gescheiden waren en de mens zijn rol als burger en als gelovige nog niet scherp uit elkaar hield. Terpstra: ‘De eerbied voor de grond van het bestaan straalde ook nog uit naar de politieke instellingen en omgekeerd was de godsdienst niet vrij van de politieke neiging zich als wet aan de samenleving op te dringen. De democratie had daardoor in haar tijd van ontstaan nog een cultische betekenis. Het volk nam daarom hoogstens de plaats van de vorst in en bleef daarmee een sacrale representatie.’ De moderne tijd kenmerkt zich echter door een afwezige God. Terpstra spreekt van de cultus van de ‘lege plaats’. ‘De cultus van de democratie is niet meer dan een eredienst van de afwezige God. Als de soeverein (God,
Secularisme | Dr. K. van der Zwaag, Politiek kan niet zonder religieus perspectief
10 koning, vader) uit beeld verdwijnt, als de mens die zich wil uitspreken niet meer hoeft te verschijnen voor degene die ‘het laatste woord’ heeft, is de ruimte leeg genoeg om door de eigendunk van ieder gevuld te worden.’ Terpstra stelt dat de politieke orde hetzelfde lot zal ondergaan als de godsdienst, omdat de politieke orde wezenlijk religieus of in ieder geval quasi-religieus van aard is. ‘In een postpolitiek-theologisch tijdperk is het net zo onbegrijpelijk dat mensen voor hun vaderland willen sterven, als dat zij voorheen – in een of andere heilige (burger)oorlog – als martelaren voor God of de kerk wilden sterven. De leegloop van de kerken zal worden gevolgd door een leegloop van de overheden en van de politieke instellingen. De hele verticale dimensie verdwijnt.’ Wanneer de privatisering van de godsdienst algemeen wordt, verliest de maatschappelijke en politieke orde elke geestelijke of ideële grondslag. ‘De maatschappelijke en politieke orde wordt neutraal, of beter: ze wordt elke keer opnieuw bepaald vanuit de telkens wisselende meerderheden in de publieke opinie (consensus, uitslag van vrije dis-
Het secularisme maakt van het terugdringen van de godsdienst een politiek en cultureel programma. cussie). De ‘metafysica’ die deze orde haar vanzelfsprekendheid verleent en die noodzakelijkerwijs als interpretatiemonopolie moet gelden, is onvermijdelijk relativistisch en nihilistisch van aard.’ ZICHT 2011-1 | maart 2011
U beschrijft de moderne staat en politiek als een van religieus en geestelijk perspectief ontdaan verschijnsel. Christelijke denkers wijzen tegenwoordig op het secularisme als een nieuwe ideologie, een wereldbeschouwing met religieuze trekken. Herkent u deze diagnose? Terpstra: ‘Het verdwijnen van een religieus en geestelijk perspectief in de politieke orde is wellicht de reden voor de verwoede pogingen aan deze leegte toch nog een zekere glans te geven. Het veroorzaakt een heroïsche strijd tegen de zogenaamde achterlijkheid van de religie en voor alles wat vooruitgang brengt. Die glans is het secularisme, dat van het terugdringen van de godsdienst een politiek en cultureel programma maakt. Problematisch is hier vooral dat de aanhang die dit secularisme krijgt, de overgeleverde idee van een neutrale staat onder druk zet. De opkomst van de neutrale staat vindt plaats in een tijd dat meerdere godsdienstige stromingen politieke voorrang eisen, waarop het antwoord van de politiek is dat zij niet op deze eis wenst in te gaan en ernaar streeft een zekere gelijkheid van godsdienstige overtuigingen te laten gelden. Als nu naast godsdienstige overtuigingen ook niet-godsdienstige of zelfs antigodsdienstige opvattingen om erkenning vragen, zal de idee van neutraliteit moeten worden gewijzigd. Het secularisme doet dit nu bij uitstek níet. Het streeft naar hegemonie van een antigodsdienstig denken in de politiek, zoals vóór 1850 de Hervormde Kerk haar stempel op de Nederlandse politiek wilde drukken, of zoals in andere landen de Rooms Katholieke Kerk een monopolie opeiste.’ U spreekt in uw boek van twee verschillende bevoegdheden, kerk en staat. De problematiek van politiek en religie gaat over ‘de eeuwige spanning tussen de aardse werkelijkheid en de verheven idealen die de
Secularisme | Dr. K. van der Zwaag, Politiek kan niet zonder religieus perspectief
11 mensheid in alle mogelijke varianten tot op de dag van vandaag koestert’. Is het christendom een religie die aanzet tot politieke bewustwording of daaraan juist vreemd is? ‘De uitspraken van Jezus van Nazareth in de evangeliën geven aan dat Hij zich bewust was van de religieuspolitieke context waarin Hij optrad. Hij zou Koning der joden zijn, wat
Dat de cultus van de democratie tot een louter formalisme wordt, is een symptoom van het verdwijnen van het besef dat ze een belichaming van een hogere waarde is. Hem in een politieke verhouding tot het Romeinse Rijk en de keizer bracht. In veel uitspraken probeert Hij zich van dit beeld los te maken door Zijn missie te onderscheiden van de politieke orde zoals die geldt. Niettemin blijft Zijn verkondiging een politieke betekenis houden voorzover Hij een ander rijk aankondigt dat pas kan ontstaan als het bestaande rijk ophoudt te bestaan. Een zekere revolutionaire intentie is hier bespeurbaar. Navolgers en gelovigen hebben op deze tendens nogal verschillend geantwoord: onder de christenen vind je revolutionairen en antirevolutionairen, en zelfs verdedigers van de heersende machten, als zijnde door God gegeven. Ik zou geen algemene uitspraak over het christendom willen doen, maar denk wel dat de verschijning van de christelijke boodschap het begin is geweest van een potentieel radicale tegenstelling tussen politiek en reliZICHT 2011-1 | maart 2011
gie, wat onbekend was aan de toen bestaande samenlevingen. Die tegenstelling heeft onze cultuur sterk vormgegeven. Wij leven nog altijd met de idee dat de polis, de politieke gemeenschap, niet de hoogste waarde is voor de mens, maar dat er een rijk bestaat van hogere waarde.’ U spreekt van democratie als cultus. Welke cultus heeft de huidige politiek nodig? Terpstra: ‘Cultus betekent dat men gestalte geeft aan de waarde die een bepaalde ordening heeft, in dit geval democratie. Men behandelt de vormen en gedragsregels als belichaming van een hogere waarde die eerbied verdient. Met het verdwijnen van het geloof in een hogere orde verliest deze cultus haar zin. Dat de cultus van de democratie tot een louter formalisme wordt, is een symptoom van het verdwijnen van het besef dat ze een belichaming van een hogere waarde is. En ik vrees dat dit verval er ook op duidt dat mensen iets anders van hogere waarde achten dan de democratie, bijvoorbeeld individuele zelfontplooiing. Daardoor wordt een gezamenlijke eerbiediging van een orde problematisch. Mijn stelling is dat een cultus niet mogelijk is zonder voorafgaand geloof in een hogere orde. Het bedenken van rituelen en symbolen kunnen dat geloof niet produceren als mensen in werkelijkheid in iets anders geloven. Dat maakt nu juist elke kunstmatige cultus ongeloofwaardig.’ In de huidige politiek is er een duidelijke afkeer om zich op religieuze argumenten te beroepen. Religie hoort niet thuis in het publieke domein, zo is het algemene gevoelen. Denkt u met uw boek daarin verandering te brengen? ‘Ik hoop in ieder geval dat dit boek verandering brengt in de denkwijzen van mensen.
Secularisme | Dr. K. van der Zwaag, Politiek kan niet zonder religieus perspectief
12 Neutraliteit zou vandaag de dag betekenen dat mensen de strijd tussen godsdienstige en niet- of antigodsdienstige overtuigingen niet in het publieke domein voeren, zodat deze strijd niet gepolitiseerd kan worden met alle gevaren van dien. Politieke neutralisering betekent: een potentieel gewelddadig strijdpunt onschadelijk maken door de partijen te dwingen in een zogenaamd neutraal idioom met elkaar te twisten. Godsdienstige mensen zijn hier inmiddels in geoefend, maar de secularisten en Verlichtingsfundamentalisten moeten dat nog leren. Het merkwaardige is dat de islam niet door de moslims zelf op de
publieke agenda is gezet, want die maken keurig een scheiding tussen politiek en religie, maar door mensen met antigodsdienstige sentimenten. Die lijken het idee van een neutrale staat nog niet helemaal door te hebben en schenden naar mijn idee veeleer de neutraliteit van het publieke domein. Gegeven de veranderingen in de opvattingen van de samenleving met een steeds kleinere groep die traditioneel gelovig is, moeten we vooral een ándere neutrale, publieke taal proberen te ontwikkelen. Mijn boek tracht daaraan een bijdrage te leveren. Of dit helpt, zal de toekomst echter moeten uitwijzen.’ «
Noten 1. M. Terpstra, Democratie als cultus. Over politiek en religie; uitgeverij Boom, Amsterdam, 2011; 284 blz.; € 19,95, te verschijnen in maart 2011.
Geef weeskinderen in Malawi toekomst! In Malawi wonen meer dan een miljoen weeskinderen. Door ziektes als HIV/aids en malaria zijn veel kinderen hun ouders kwijtgeraakt. Hun toekomst is zeer onzeker.
Over Stéphanos Stichting Stéphanos is een interkerkelijke stichting. Het doel van de stichting is het helpen lenigen van de diaconale nood in Malawi. In het bijzonder door hulp aan weeskinderen en diaconale projecten.
Stéphanos helpt weeskinderen met voedsel, kleding, (Bijbel)onderwijs, medische zorg en opvoeding.
Wilt u ons helpen? Uw bijdrage is meer dan welkom op banknr. 33 53 07 450 t.n.v. Stéphanos, Uddel Wij bevelen het werk van Stéphanos van harte aan! Ds. A.A. Brugge Ds. D.J. Budding Ds. L. Groenenberg Ds. A. den Hartog
Ds. J.D. Heikamp Ds. L.M. Jongejan Ds. J. Joppe Ds. M. Klaassen
ZICHT 2011-1 | maart 2011
Ds. A. Kort Ds. L.W. van der Meij Ds. J. van Rossem Mr. C.G. van der Staaij
Ds. K. Visser Ds. W. van Vlastuin Ds. H. Zweistra
Stichting Stéphanos Postbus 1136 3860 BC Nijkerk tel. 033 - 245 62 22 www.stephanos.nl
Secularisme | Dr. K. van der Zwaag, Secularisme als nieuwe politieke ideologie
13
bezinning
De samenleving wordt bedreigd door een nieuwe ideologie: het secularisme. De opkomst van religie wereldwijd heeft een tegenreactie in het leven geroepen die zweert bij de verlichtingsidealen van rationaliteit en neutraliteit. De secularisatie die al decennia een cultureel feit is, ontwikkelt zich tot een ideologie die zich keert tegen elke invloed van religie in het publieke domein.
Dr. K. van der Zwaag, redactievoorzitter
Secularisme als nieuwe politieke ideologie
Sinds het befaamde werk van de Canadese filosoof Charles Taylor A Secular Age? wordt al weer van een postseculiere tijd gesproken. De befaamde secularisatiethese –in de moderne tijd zou ook religie geleidelijk verdwijnen– is achterhaald. De religie beleeft zelfs een comeback wat de ‘secularisten’ voor grote problemen stelt.
Secularisme: een reactie Hunter Baker definieert secularisme als een ZICHT 2011-1 | maart 2011
vooringenomen positie, weliswaar geen (alternatieve) religie, maar wel een wereldbeschouwing, en wel een die religie probeert te privatiseren1. Secularisme moet het geneesmiddel zijn voor sociale harmonie en een antwoord op religieuze pluraliteit die gevaren voor (politieke) verdeeldheid zou opwerpen. Secularisme is niet synoniem met de scheiding van kerk en staat (een institutionele scheiding), maar met de scheiding van religie van het publieke leven. Secularisme is
Secularisme | Dr. K. van der Zwaag, Secularisme als nieuwe politieke ideologie
14 volgens Baker in feite een reactie op (herlevende) religie. In een godsdienstwetenschappelijke bundel2 zet Thijl Sunier uiteen hoe de verspreiding van het secularisme als politieke doctrine samenvalt met de opkomst van de moderne natiestaat. Onder de liberalen is een kleiner wordende groep die vasthoudt aan de oude liberale idealen van godsdienstige vrijheid en
De seculiere waarde van de vrijheid van meningsuiting is uitgegroeid tot een dogma, dat zich uit in religieus geladen taal. godsdienstige gelijkheid. Een groeiend aantal liberale politici ziet liberale idealen als een systeem van politieke waarden die eerder moslims uitsluit dan insluit. James Kennedy stelt dat religie geen comeback in West-Europa beleeft, gezien de toenemende afkalving van de kerken, maar wel is de plaats van religie in de samenleving teruggekeerd als een belangrijke bron van publiek debat. Met de afkalving van de welvaartsstaat, moet de staat in toenemende mate leunen op de burgerlijke samenleving (civil society) en de actieve participatie van burgers. Religie wordt daardoor steeds meer ontdekt als ‘civic resource’, als potentieel voor sociale cohesie en burgerlijke betrokkenheid.
Seculier denken als ‘alternatieve religie’ Hoe het publieke leven door de ideologie van het secularisme is gestempeld, laat drs. Johan Snel uitstekend zien in zijn boek Recht van ZICHT 2011-1 | maart 2011
spreken. Het geloof in de vrijheid van meningsuiting.3 Het vrijheidsbegrip heeft zo’n lading gekregen dat het een alternatief voor een wereldgodsdienst is geworden. Religie staat haaks op de kernwaarden van de moderne westerse beschaving en strookt niet met de verworvenheden van culturele revolutie, zoals vrouwen- en homorechten. Als gevolg van de moorden op Fortuyn en Van Gogh is er de neiging om religie uit de publieke sfeer te verbannen. Zo ontstaat het secularisme als nieuwe ideologie. De seculiere waarde van de vrijheid van meningsuiting is uitgegroeid tot een dogma, dat zich uit in religieus geladen taal. ‘Het debat over de vrijheid van meningsuiting kan worden opgevat als een uitdrukking van de sacrale waarden van de postmoderne Nederlandse samenleving.’ De botsende waarden waar het huidige debat om draait, betreft het secularisme aan de ene kant en islam of christendom aan de ander kant. De gewenste meerderheidscultuur is seculier, liberaal en autochtoon. Dezelfde tendens zien we ook in het boek van Oskar Verkaaik, Ritueel burgerschap. Een essay over nationalisme en secularisme in Nederland.4 Hij ziet de inburgeringscursussen en rituelen als initiaties in het secularisme. Nederland is na de aanslagen in 2001 en de terreurbedreigingen bang dat de seculiere verworvenheden niet meer vanzelfsprekend zijn. ‘Sindsdien is Nederland in de ban van een nationalisme dat de vrijheid van het individu wil verdedigen. Dit is een seculier nationalisme dat individualisme tot een cultuur maakt.’ Er bestaat een wijdverspreid gevoel dat het recente secularisme door de nieuwe immigranten wordt bedreigd. Het secularisme streeft ernaar de status quo te handhaven. ‘Sterker nog, door het secularisme te verbinden met de notie van een Nederlandse cul-
Secularisme | Dr. K. van der Zwaag, Secularisme als nieuwe politieke ideologie
15 tuur, dreigt het secularisme voorgesteld te worden als een etnische identiteitskenmerk.’ Het secularisme definieert zich aan de hand van termen als vrijheid en individualisme. Het secularisme heeft de dominante rol van de religieuze en levensbeschouwelijke zuilen die tot de jaren zestig domineerden overgenomen. Secularisme in Nederland presenteert zich uitdrukkelijk als post-religieus, zo niet-anti-religieus. Progressief secularisme is op te vatten als een cultuur gekenmerkt door zelfverwezenlijking, volwassenwording en bevrijding. In het nieuwe nationalisme worden seculiere waarden lijnrecht tegenover de islam gezet. Een onthullend boek dat laat zien hoe secularistisch Nederland is geworden en hoe onbespreekbaar het is om dit aan de orde te stellen.
vijand is niet slechts de islam, maar de ‘westerse vredestichters’, die het Westen hebben ondermijnd door hun moreel relativisme en multiculturalisme. Secularisme gaat verder dan de scheiding van kerk en staat of het behandelen van godsdienstig geloof als een privé-aangelegenheid. Secularisme is een ideologie die opgelegd wordt door een sterke staat, zoals het geval is in Frankrijk. Buruma verwerpt de tendens in Frankrijk om mensen te dwingen zich aan te passen aan de normen van de staat (wat op zijn zachtst gezegd ‘onliberaal’ is) of om mensen aan te moedigen hun eigen zelfstandige weg te gaan, zoals Groot-Britannië. Moslims in het Westen moeten behandeld worden als medeburgers, even als rooms-katholieken in protestants Europa.
Bevordert secularisme en belemmert religie de democratie?
Secularisme is een ideologie die opgelegd wordt door een sterke staat, zoals het geval is in Frankrijk.
Ian Buruma stelt in Taming the Gods. Religion and Democracy on Three Continents 5 dat radicale secularisten vaak aannemen dat elk institutioneel geloof een bedreiging is voor de liberale democratie. Veel seculiere Europeanen vinden dat het opkomende islamitische geloof onrust en spanning veroorzaakt, alsof de rationele waarden van de Verlichting en liberale democratie nu ineens ter discussie staan door een ‘irrationeel’ geloof. Buruma zegt dat sommigen van hen die nu het verlichte Westen willen verdedigen tegenover de bedreiging van de islam, een eeuw geleden gewaarschuwd zouden hebben voor het christendom. Toch was het juist de claim van universalisme dat de Verlichting verdacht maakte voor veel progressieven in de jaren zestig en zeventig, die het beschouwden als een neo-kolonialistisch opleggen van ‘westerse waarden’ op de Derde Wereld. De hoofdZICHT 2011-1 | maart 2011
Het seculiere ideaal: de neutrale staat Hoe problematisch de neutrale staat is, lezen we bij Wibren van der Burg in Het ideaal van de neutrale staat 6, de tekst van zijn rede die hij uitsprak als hoogleraar rechtsfilosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. De staat is niet moreel neutraal, maar dient wel degelijk standpunten in te nemen wat een goede samenleving is en wat als goed voor de mens kan worden gezien. Een ruime interpretatie van neutraliteit past het beste bij de Nederlandse traditie. Zo bepleit Van der Burg voor evenredige verdeling van middelen over bijzondere onderwijsinstellingen en toewijzen
Secularisme | Dr. K. van der Zwaag, Secularisme als nieuwe politieke ideologie
16 van pastores in gevangenissen. Neutraliteit is ruimer dan het juridisch beginsel van scheiding tussen kerk en staat. Zij is een ideaal voor de ‘symbolische dimensie van de publieke sfeer’. Toch stelt Van der Burg dat de overheid geen oordeel toekomt over de vraag of een bepaalde godsdienst de ware is of juist als achterlijk moet worden gezien. Ook mag de overheid niet slechts één mogelijke methode om verspreiding van aids tegen te gaan propageren, namelijk seks binnen een monogaam huwelijk. Dan is de overheid niet neutraal ten opzichte van visies op het goede leven. In dat kader past ook zijn pleidooi voor afschaffen van de bede in de troonrede en van het ambtsgebed (want niet alle burgers zijn gelovig). Hij kiest voor de zogeheten ‘inclusieve neutraliteit’, die inhoudt dat iedereen overal vrijuit haar religie en cultuur kan beleven, in onderscheid met de ‘exclusieve neutraliteit’, waar de overheid zich verre houdt van religie en cultuur.
Niet de Verlichting maar Joodse denkers stonden aan de wieg van de moderne staat én de daarin gehuldigde tolerantie. Godsdienstige wortels van de moderniteit Een opvallend tegengeluid tegen de gedachte van de secularisatie als bron van de moderne staat geeft de Harvard-historicus Eric Nelson, The Hebrew Republic. Jewish Sources and the Transformation of European Political Thought.7 Daarin betoogt hij dat niet de Verlichting maar Joodse ZICHT 2011-1 | maart 2011
denkers aan de wieg stonden van de moderne staat én de daarin gehuldigde tolerantie. In de Verlichting was er een hausse aan Joodse studies over de ‘Hebreeuwse republiek’, aanduiding voor de goddelijke staatsvorm beschreven in de vijf boeken van Mozes. De christelijke verwerking van deze studies transformeerde het politieke denken in de richting van een republikanisme, aldus Nelson. Het leerde van het joodse denken leerde dat de monarchie een aanval op Gods heerschappij was, als zijnde de zonde van afgoderij en heiligschennis (zie het antwoord van Samuel op de roep om een eigen koning in de persoon van Saul). Ook de opkomst van tolerantie had geen seculiere maar religieuze wortels, want waar Gods regering en burgerlijke regering in een theocratie samenvallen, ontstaat er ook ruimte voor andersdenkenden. Zo typeert Nelson de Erastiaanse poging om kerk en staat tot een eenheid om te smeden, een eenheid die ook ruimte gaf voor tolerantie. Het is een intrigerende studie, maar de verwarring lijkt me te zitten in de verbinding tussen de Mozaïsche theocratie en de regentenrepubliek. Deze laatste legde juist de vrijheid van de kerk aan banden door een allesoverheersende overheidsvisie die onverschillig stond voor de gereformeerde leer. Er worden te gemakkelijk parallellen gelegd tussen de tolerantie in het oude Israël en in de tijd van de Verlichting, waarvoor zelfs vrijdenkers als Spinoza en Hobbes moeten opdraven. Spinoza plaatste het volledige godsdienstig gezag in de handen van de magistraat maar dat deed hij juist vanwege zijn verlichte opvattingen van de overheid.
Religie: bron van conflicten en problemen? Onverbloemd secularistisch is Paul Cliteur in zijn boek The Secular Outlook. In Defense of Moral
Secularisme | Dr. K. van der Zwaag, Secularisme als nieuwe politieke ideologie
17 and Political Secularism.8 Daarin verwoordt hij zijn gedachtegoed zoals eerder uiteengezet in Moreel Esperanto (2007) waarin hij een seculiere ethiek bepleitte los van religieuze argumenten. Zijn stelling is dat religie zoveel conflictstof opwerpt in het publieke domein, dat het verwijderen van religie en religieuze argumentatie bevorderlijk is voor een vreedzame en democratische samenleving. Hij voert een krachtig pleidooi voor morele autonomie, het recht van godsdienstkritiek, niet alleen om kritiek op religie (ook op de islam!) te uiten maar ook om van religie te veranderen. Hij noemt als bron van religieus terrorisme dat aanhangers van religies zich baseren op heilige teksten (Bijbel of Koran), en deze als direct motief voor hun handelen opvatten. Cliteur veegt de vloer aan met allerlei liberale theologen en godsdienstwetenschappers, zoals Karen Armstrong, die stellen dat religie an sich vredelievend en mensvriendelijk is en dat heilige teksten op een niet-letterlijke manier gelezen moeten worden. Zo schildert Tariq Ramadan volgens hem de islam als te liberaal af en ontkracht hij weerbarstige teksten uit de koran (zoals het stenigen van overspelers) door een niet-letterlijke interpretatie. Cliteur is eerlijk als het gaat om de ware aard van de islam, de ongeloofwaardigheid van het theologisch liberalisme (dat kunststukjes uitvoert om de Schrift te ontzenuwen), maar miskent de positieve waarde van religies als bron van sociaal en moreel kapitaal. Dat religie vanwege haar heteronome ethiek op gespannen voet zou staan met de mens, vrede en gerechtigheid, getuigt van onkunde en onbegrip. Datzelfde valt te verwijten in zijn nieuwste boek Het monotheïstisch dilemma 9, een bijzonder goed gedocumenteerd werk over de achtergronden van het religieus terrorisme. Cliteur kritiseert terecht het negeren van reZICHT 2011-1 | maart 2011
ligie als bron van motivatie van islamitische terreuracties en het betitelen van deze motieven als racistisch of niet terzake. Hij gaat te ver door het monotheïsme als zodanig verantwoordelijk te achten voor geweld en intolerantie. Een exclusieve waarheidsopvatting (zoals bij het christendom) hoeft niet te leiden tot het opleggen van deze waarheid aan anderen, laat staan deze met geweld en terreur te verbreiden. Dat neemt niet weg dat Cliteur heel wat materiaal aandraagt dat licht werpt op de blindheid van veel politici en opinieleiders voor de destructieve kracht van religies, met name ook van de islam (zie bijv. de Deense cartoonkwestie).
Het geloof speelt steeds meer een rol bij dienstverlenende instituties van de publieke samenleving. Naar een postseculiere tijd? In de wetenschappelijke bundel Exploring the Postsecular. The Religious, the Political and the Urban 10, wordt het fenomeen van de postseculiere tijd uitvoerig verkend. De hernieuwde interesse in de rol van religie in de samenleving en de politiek is terug te voeren op een ‘postseculiere wending’ in de westerse filosofie, aldus Justin Beaumont. Hij gebruikt de term postseculier voor het gegeven dat binnen de geseculariseerde sociale structuren van het moderne late kapitalisme de godsdiensten nog steeds erg actief zijn en zeker niet zullen verdwijnen, ongeacht de wijdverspreide aversie onder liberale en secularistische commentatoren. Het geloof speelt steeds
Secularisme | Dr. K. van der Zwaag, Secularisme als nieuwe politieke ideologie
18
Adviesbureau
FREEKE
Willem Schouten
Oudsmidsestraat 23 4033 AW LIENDEN T e l : 0 3 4 4 - 6 0 1 5 3 6 F a x : 0 3 4 4 - 6 0 3 7 86 E :
[email protected] w : www.freekeadvies.nl
Planologie-Bouwkunde-Milieu
Nieuwe Tiendweg 16 • 2923 AE Krimpen aan den IJssel Telefoon 0180-591581 • Telefax 0180-591582 • E-mail
[email protected]
ZICHT 2011-1 | maart 2011
Secularisme | Dr. K. van der Zwaag, Secularisme als nieuwe politieke ideologie
19 meer een rol bij dienstverlenende instituties van de publieke samenleving, met betrekking tot sociale cohesie en hermoralisering van de samenleving. Postseculier duidt op een postmoderne religieuze beleving of een theologische terugkeer tot orthodoxe religie. Wilhelm Gräb laat zien dat religie een persoonlijke levensovertuiging is geworden, maar geen privé-zaak. Religie is een diepe bron van morele overtuigingen. De toenemende complexiteit van de moderne samenleving, gecombineerd met een bewustzijn van crisis, heeft een persoonlijke zoektocht opgeroepen naar absolute waarheid. Het feit dat politiek en ethiek verwijzen naar religie onderstreept het belang van religie voor de samenleving als geheel, ondanks het verlies van invloed van kerken en godsdienstige instituties. Burgerlijke religie (civil religion) is de seculiere vorm van geïnstitutionaliseerde religie, gebaseerd op een exclusieve aandacht voor de relatie tussen godsdienst, ethiek en politiek. De Groninger hoogleraar Arie Molendijk stelt dat de scheiding van kerk en staat wel een verlies aan macht van de kerken impliceert, maar dat betekent niet dat religie compleet is geprivatiseerd. De vestiging van een pu-
blieke sfeer in de periode van de Verlichting heeft niet de publieke rol van de religie verboden, maar heeft juist nieuwe mogelijkheden geopend in de richting van minder op de staat en meer op de samenleving georiënteerde instituten. Vrije burgers zetten organisaties op met een religieuze doelstelling. De secularisatie heeft niet geleid tot afname, maar tot transformatie en pluralisering van religie. ‘Religion still bonds and take care’.
Conclusie Wat we uit voorgaand overzicht van publicaties kunnen concluderen is dat het thema seculierneutraal alleen maar actueler is geworden. De tegenstellingen in de samenleving en de politiek zijn verscherpt vanwege de ontwikkeling van de secularisatie naar secularisme. Daarmee wordt religie, inzonderheid het christendom maar ook (steeds meer) de islam, als een spelbreker gezien voor de seculiere verworvenheden. Ook blijkt hoe kortzichtig secularisten zijn als ze zich als neutraal presenteren, met een beroep op Verlichtingswaarden. Het is hoog tijd om elkaar eerlijk op de eigen vooronderstellingen te bevragen en ook aandacht te vragen voor de helende kracht van religie voor de samenleving. «
Noten 1. H. Baker, The End of Secularism, Crossway, Wheaton (VS), 2010; 224 blz.; $ 17,99. 2. Onder redactie van Erik Sengers & Thijl Sunier, Religious Newcomers and the Nation State. Political Culture and Organized Religion in France and the Netherlands, Eburon, Delft, 2010, 176 blz.; € 19,95. 3. Uitgegevenbij Boekencentrum, Zoetermeer, 2010, 112 blz.; € 11,90. 4. Uitgave Aksant, Amsterdam 2009, 176 blz.; € 24,90. 5. Uitgave Princeton University Press, Princeton & Oxford, 2010, 132 blz., $ 13,95; vertaald in het Nederlands: God op zijn plaats. Het kruispunt van religie en democratie, Atlas, Amsterdam, 2010; 157 blz.; € 18,50. 6. Het ideaal van de neutrale staat. Inclusieve, exclusieve en compenserende visies op godsdienst en cultuur, Boom Juridische Uitgevers, Meppel, 2009; 80 blz.; € 21. 7. Uitgeverij Harvard University Press, 2010; 229 blz.; € 29,50. 8. Uitgeverij Wiley-Blackwell, Chichester (England), 2010, 317 blz., € 19,90. 9. Uitgegeven bij Bert Bakker, Amsterdam, 2011; 288 blz.; € 21,95. 10. Onder redactie van de Groninger hoogleraar Arie L. Molendijk, uitgave Brill, Leiden, 2010; 406 blz.; € 130.
ZICHT 2011-1 | maart 2011
Foto: Universiteit van Tilburg
20
ZICHT 2011-1 | maart 2011
Secularisme | J.M. ten Hove MA, ‘Handhaaf artikel 1 in huidige versie’
21
interview
Een heikel onderwerp, religie en recht. Een onderwerp ook met weinig nuance. Boude uitspraken worden bepaald niet geschuwd. Een imam die weigert om de hand te schudden van een vrouw? Zou dat geen fundamentalist zijn? En een collega die een vrouw wel de hand reikt? Is dat geen wolf in schaapskleren? Iedereen lijkt een mening te hebben over zaken die raken aan geloof en politiek. Iemand die de nuance in het oog houdt en zorgvuldig formuleert is prof. dr. S.C. (Sophie) van Bijsterveld.
J.M. ten Hove MA, redactielid
‘Handhaaf artikel 1 in huidige versie’ Interview met mw. prof. dr. S.C. van Bijsterveld
De universitair hoofddocent Europees en Internationaal publiekrecht in Tilburg en Eerste Kamerlid voor het CDA is wars van populistisch taalgebruik. In 2008 schreef ze een verhandeling over de verhouding tussen kerk en staat, Overheid en godsdienst. Herijking van een onderlinge relatie. In dat boek betoogt Van Bijsterveld dat de overheid meer contact moet maken met religieuze genootschappen.
ZICHT 2011-1 | maart 2011
Hebben de overheid en vertegenwoordigers van religieuze groeperingen elkaar onderweg ergens verloren? “Daar lijkt het wel op. In de klassieke verzorgingsstaat vulde de overheid een groot deel van het publieke domein. Tel daarbij op de secularisatiethese. We dachten met zijn allen dat religie haar langste tijd wel gehad zou hebben. Bovendien was er een grote mate van gewenning aan het christendom. Het was tot de jaren zestig min of meer vanzelfsprekend
Secularisme | J.M. ten Hove, ‘Handhaaf artikel 1 in huidige versie’
22
Sophie van Bijsterveld Prof. dr. Sophie van Bijsterveld is in 1960 geboren in de Amerikaanse stad Baltimore. Ze studeerde Nederlands Recht te Utrecht (1977-1983) en promoveerde in 1988 in Tilburg op de verhouding tussen kerk en staat. In 1992 werd zij benoemd tot hoofddocent Staatsrecht en vervolgens tot universitair hoofddocent Europees en Internationaal Publiekrecht. Sinds juni 2007 is Van Bijsterveld lid van de Eerste Kamer voor het CDA. In de Senaat is ze woordvoerder op het terrein Justitie. Zij is tevens bestuurslid van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA. Ook maakt zij deel uit van de Advisory Council of Freedom of Religion or Belief van de OVSE. Daarnaast is ze redacteur van het onlangs opgerichte Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid. In 2010 is zij benoemd tot bijzonder hoogleraar Religie, rechtsstaat en samenleving bij de faculteit Geesteswetenschappen. Van Bijsterveld publiceerde nationaal en internationaal boeken en artikelen over de toekomst van de democratie en rechtsstaat, over governance vraagstukken, over vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, en over de veranderende relatie tussen overheid en godsdienst. Ze geldt als toonaangevend deskundige op haar onderzoeksterrein.
dat het overheidsbeleid impliciet gekleurd werd door christelijke van normen en waarden. Religie werd langzamerhand een blinde vlek voor de overheid. Maar sinds de islam haar debuut maakte in Nederland is godsdienst voor velen weer terug van weggeweest, ook voor de overheid. Afzijdigheid voldoet niet meer.” Vandaar uw betoog voor wat u noemt ‘gepaste distantie’ en ‘intrinsieke betrokkenheid’? “Precies. Ik pleit in mijn boek voor een herijking van de relatie tussen overheid en godsdienst. Je ziet dat de overheid moet wennen aan een nieuwe godsdienst met een geheel eigen dimensie en dynamiek. Daar is gesprek voor nodig. Ook zie je dat de overheid de traditioneel in Nederland aanwezige godsdiensten ‘herontdekt’. Betrokkenheid is nodig; natuurlijk blijft gepaste distantie ook belangZICHT 2011-1 | maart 2011
rijk. Contact en zelfs samenwerking zijn goed; maar overheid en kerken houden ieder hun eigen verantwoordelijkheid.”
Religie werd langzamerhand een blinde vlek voor de overheid.
U spreekt niet over kerk en staat, maar over overheid en godsdienst. Is dat een bewuste keuze? “Bij de term ‘kerk en staat’ denken wij al snel aan vraagstukken uit het verleden. Het gaat mij om de actuele vraagstukken. Natuurlijk valt daaronder de vraag wat anno 2011 de ‘scheiding van kerk en staat’ in moet houden. Het gaat ook om de vraag wat wij nu eigenlijk bedoelen wanneer wij zeggen dat de overheid ‘neutraal’ moet zijn tegenover godsdienst
Secularisme | J.M. ten Hove, ‘Handhaaf artikel 1 in huidige versie’
23 en levensovertuiging. Denk verder aan de controverses rond verhouding van de vrijheid van godsdienst, de vrijheid van meningsuiting en gelijke behandeling.” De afgelopen verkiezingen hebben de christelijke partijen fors verloren. Speelt dat de seculiere meerderheid in de kaart? Het politieke veld is inderdaad anders geworden. Dat kan doorwerken in de wetgeving waar vragen van godsdienst aan de orde zijn. Of dat ook gebeurt, zullen wij in de praktijk moeten zien. In elk geval denk ik dat het goed is wanneer de verschillende politieke partijen zich nog eens beraden op hun standpunten waar het om de verhouding tussen overheid en godsdienst gaat en kijken of hun ‘traditionele’ standpunten nog wel werken in deze tijd.” Een paar vragen over de reikwijdte van Artikel 1 van de Grondwet dat het gelijkheidsbeginsel garandeert en discriminatie verbiedt. De VVD wil het eerste grondwetsartikel verheffen tot supergrondrecht. Moeten we die kant op? “Nee, dat moeten we niet willen. De gevestigde doctrine is evenwichtig. De Grondwet brengt geen rangorde aan tussen grondrechten. Dat is goed. Dat laat ruimte voor discussie. Het laat ook ruimte voor de wetgever om goede afwegingen te maken al naar gelang het onderwerp dat aan de orde is en voor de rechter laat het ruimte om rekening te houden met de concrete omstandigheden van het geval.” De PVV wil de Leitkultur van het Westen opnemen in Artikel 1 van de Grondwet. Dat lijkt sympathiek. ”Deze uitspraak van Wilders is controversieel. Wat versta je er precies onder? En kan je zoiets als een ‘cultuur’ wel vastleggen in een ZICHT 2011-1 | maart 2011
Grondwet? Naar mijn idee vormt het geheel van bepalingen van de Grondwet zoals wij die kennen een goede uitdrukking van wat voor politieke samenleving wij in Nederland van waarde vinden en waar wij voor staan.”
De Grondwet brengt geen rangorde aan tussen grondrechten. Dat is goed. Dat laat ruimte voor discussie.
PvdA, GroenLinks en D66 willen de gelijke rechten van homoseksuelen in Artikel 1 opnemen. De ChristenUnie wil dat de positie van gehandicapten expliciet genoemd wordt. Hoe kijkt u daar tegen aan? “In Artikel 1 staat: Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan. De woorden ‘op welke grond dan ook’ bestrijken alle mogelijke discriminatiegronden. Dat maakt de voorstellen van PvdA, GroenLinks en D66 enerzijds en het voorstel van de ChristenUnie anderzijds overbodig. We moeten niet te snel specificeren, anders is het einde zoek.” Heeft Artikel 1 in de huidige versie bestaansrecht? “Gelijke behandeling en non-discriminatie is voor een ieder van betekenis. Ik denk dat het belangrijk is om de huidige versie van Artikel 1 in de Grondwet te handhaven. Er staat niets te veel en niets te weinig. Wie behoefte heeft aan nadere precisering kan altijd nog terecht bij andere wetgeving. Denk bijvoorbeeld aan de Algemene Wet Gelijke Behandeling, die ruimer is in het expliciet noemen van discriminatiegronden.”
Secularisme | J.M. ten Hove, ‘Handhaaf artikel 1 in huidige versie’
24 De afgelopen jaren hebben nogal wat incidenten rond het thema scheiding kerk en staat de media beheerst. We lopen er een aantal langs. Hoe beoordeelt u bijvoorbeeld de oproep van PvdA-voorzitter Ploumen om te protesteren tegen een Brabantse priester die een homo de hostie weigerde? “Een politicus of partij mag een dergelijk protest laten horen, dat valt onder de vrijheid van meningsuiting. Er was in geen geval sprake van overheidsinmenging.” Iets anders. In 2008 zei toenmalig premier Balkenende dat hij niet kon functioneren zonder zijn geloof. Dat leidde tot Kamervragen. Terecht? “Onnodig. Wat Balkenende deed was zijn persoonlijke situatie uitleggen. Hij kan niet functioneren zonder christelijk geloof. Dat is het omgekeerde van wat zijn tegenstanders hem in de mond wilden leggen, namelijk de implicatie dat ongelovigen niet functioneren.” De afgelopen jaren was Youth for Christ meermalen in het nieuws. Tegenstanders verweten de christelijke organisatie zieltjes te willen winnen onder het mom van algemeen welzijnswerk. “Deze casus is interessant, ook met het oog op de toekomst. In elk geval is hier geen sprake van het overtreden van de scheiding kerk en staat. Youth for Christ heeft in Amsterdam meegedaan met een openbare aanbesteding en is als beste uit de bus gekomen volgens de criteria die de gemeente zelf heeft opgesteld. Youth for Christ levert welzijnswerk dat toegankelijk is voor alle jongeren; en ‘missioneert’ daarbij niet.”
ZICHT 2011-1 | maart 2011
Maar de seculieren hebben in elk geval een keer aan het langste eind getrokken: de kwestie van de gewetensbezwaarde ambtenaar van de burgerlijke stand. ”Naar mijn overtuiging moet er ruimte zijn voor de gewetensbezwaarde ambtenaar van de burgerlijke stand. Kijk, de gemeente heeft
Naar mijn overtuiging moet er ruimte zijn voor de gewetensbezwaarde ambtenaar van de burgerlijke stand.
de plicht dat elk soort huwelijkssluiting voltrokken moet kunnen worden. Maar dat betekent niet dat elke ambtenaar bereid moet zijn om elk huwelijk te sluiten. Dat zou een kwestie van gewetensdwang zijn. Wat mij betreft is deze casus ten onrechte op de spits gedreven.” Illustreert het voorgaande niet dat zij die de mond vol hebben van tolerantie in wezen intolerant zijn? “Waardepatronen die altijd vertrouwd aandeden, zijn in korte tijd sterk aan het schuiven geraakt. Daar komt soms een zekere strijdbaarheid bij kijken. Maar juist dan is het een kwestie van leven en laten leven. Degenen die zich in het gedrang bekneld voelen, moeten mans genoeg zijn om hun zaak te blijven bepleiten.” «
Secularisme | Drs. J.A. Schippers en dr. K. van der Zwaag, Globalisering: testcase voor de seculiere staat
25
thema
Ook al is het proces van ontkerkelijking en secularisatie in de meeste Europese landen ver voortgeschreden, zeggen de meeste Europeanen niet (in God) te geloven en bezoeken zij veel minder regelmatig een kerkdienst, toch kennen de wereldgodsdiensten op mondiale schaal veruit de meeste aanhangers.1 De blijvende aanhang van de grote wereldgodsdiensten intrigeert en hun rol in het publieke domein blijkt wereldwijd een onderwerp van debat.
Drs. J.A. Schippers en dr. K. van der Zwaag, eindredacteur en redactievoorzitter
Globalisering: testcase voor de seculiere staat
Religie verdwijnt niet uit de samenleving naarmate het proces van modernisering voortschrijdt. Juist niet. De samenhang tussen modernisering en secularisering werd door wetenschappers te lang als vanzelfsprekend aangenomen. Deze ‘secularisatiethese’ is achterhaald. Er lijkt na jaren van neergang thans veeleer sprake van een consolidatie en een hernieuwd zoeken van seculiere mensen naar zingeving.2 In de westerse denktraditie over politiek en ZICHT 2011-1 | maart 2011
samenleving worden het private en publieke domein van elkaar onderscheiden. Dit onderscheid kan belemmerend zijn voor een evenwichtige waardering van de betekenis en invloed van godsdienst. Vooral wanneer volgens de in het westen dominante liberale opvatting de rol en reikwijdte van godsdienst beperkt moet worden tot het private terrein. Dit vanwege de beduchtheid voor het risico dat de (liberale) democratie door godsdienst wordt ondermijnd of overwoekerd.
Secularisme | Drs. J.A. Schippers en dr. K. van der Zwaag, Globalisering: testcase voor de seculiere staat
26
Europa: eiland van secularisme Volgens Boomkens blijkt West-Europa een eiland van secularisme te zijn in een wereld vol gewoel van religieuzen.3 In mondiaal perspectief is de scheiding van het publieke en private domein een typisch westers fenomeen. En de verbanning van godsdienst naar de privésfeer is vanuit datzelfde perspectief bezien een specifiek liberaal – en dus ideologisch of levensbeschouwelijk bepaald – fenomeen. In Zuid-Oost-Aziatische, Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse landen beschouwt men veelal het publieke en private als met elkaar vervlochten en sterk op elkaar betrokken domeinen.4 Mede door het proces van globalisering in West-Europa wordt duidelijk dat modernisering en secularisatie geen gelijklopende processen zijn. In Europa komen veel moslimimmigranten en christenimmigranten uit Aziatische en Afrikaanse landen. Wereldwijd treedt er, na de ineenstorting van het communisme en de etnisch-religieuze conflicten in de Balkan, in Afrikaanse landen, in het Midden-Oosten en de wereldwijde dreiging van aanslagen door islamistische terroristische netwerken, een verschuiving op van ideologieën naar religies.
Moderniteit op het spel Nog sterker drukt Boomkens zich uit in zijn boek De nieuwe wanorde.5 Daarin laat hij zien dat het proces van globalisering de moderniteit zelf op het spel zet. Het moderne denken is in de loop van de vorige eeuw steeds meer en eenzijdiger gericht op rationalisme, individualisme en autonomie van de mens. Tegelijk wordt duidelijk dat voor steeds minder mensen dit denken perspectief en zingeving biedt. Op allerlei manieren valt een gemis aan zingeving in de seculiere samenleving te ZICHT 2011-1 | maart 2011
constateren. Het moderne denken beantwoordt blijkbaar niet of in onvoldoende mate aan de (geestelijke) behoefte van mensen.6 Het moderne wereldbeeld en moderne ethos kantelt als nooit tevoren. Intussen was godsdienst weggeredeneerd uit het publieke bestaan. De kerken waren volgens de seculiere opvatting eigenlijk sterfhuisconstructies. Maar godsdienst blijkt veel vitaler te zijn dan gedacht.
Verlies van identiteit? In de breedte van de westerse samenleving valt een angstig gevoelen waar te nemen om de eigen identiteit te verliezen. Niet alleen orthodoxe gelovigen zijn hiervoor bevreesd. Het geldt zowel moderne, liberale en progressieve mensen als traditionele conservatieven.7
Mede door het proces van globalisering in West-Europa wordt duidelijk dat modernisering en secularisatie geen gelijklopende processen zijn. Neem bijvoorbeeld de fixatie van libertijnse politici op de verworvenheden van de secularisatie, gecombineerd met een visie op godsdienst als private aangelegenheid en een verabsolutering van het gedachtegoed van de Verlichting (terwijl ook die niet vrij is van vormen van imperialisme en totalitarisme). Alleen in de context van een herleving van het religieus bewustzijn in de westerse samenlevingen is de door angst ingegeven felheid van de reacties daarop verklaarbaar. De stelselmatige vernedering, verachting en ri-
Secularisme | Drs. J.A. Schippers en dr. K. van der Zwaag, Globalisering: testcase voor de seculiere staat
27 diculisering van godsdienstige groepen (‘ze houden zich bezig met relicten uit een premodern tijdperk’) en hun opvattingen in media en openbare debatten werkt echter contraproductief voor de vrede in de samenleving. Deze bejegening zal met name bij orthodoxe gelovigen een negatieve houding tegenover de westerse cultuur bevorderen, mogelijk aanleiding geven tot een steeds heftiger afwijzing van de westerse cultuur en haar waarden.
Religie in het publieke domein De spanning tussen christendom en politiek is echt niet nieuw. In het boek van Greg Forster, The Contested Public Square. The Crisis of Christianity and Politics 8 zien we dat daarvan al vanaf de vroeg-christelijke kerk sprake is. Forster is van mening dat kennis van de geschiedenis van het christelijk politieke denken van belang is voor inzicht in onze huidige beschaving. Hij laat dat zien in zijn beschouwingen over de Bijbelse periode, de spanning tussen kerk en staat in de eerste eeuwen van de vroeg-christelijke kerk, de vervolging van christenen, Augustinus’ kijk op het tweeërlei burgerschap, de Reformatie en de opkomst van de natiestaat, het ontstaan van de godsdienstige vrijheid, de revolutie en de liberale democratie. De claim van de kerk als een “eeuwige gemeenschap’ conflicteert met de rol van de staat, die nauw verbonden is met wereldlijke macht. De twee exponenten van de politiek-religieuze geschiedenis – godsdienstige vrijheid en liberale democratie – zijn opnieuw in een crisis geraakt. Om uit deze crisis te geraken worden verschillende oplossingsrichtingen aangeprezen. VVD-ideoloog Van Schie bijvoorbeeld laat een extreem liberaal standpunt horen, waarbij ZICHT 2011-1 | maart 2011
godsdienst in het publieke domein geen rol van enige betekenis meer verkrijgt. “Religieuze inspiratie mag er zijn, maar zij dient haar weg naar de politieke arena slechts te vinden
Alleen in de context van een herleving van het religieus bewustzijn in de westerse samenlevingen is de door angst ingegeven felheid van de reacties daarop verklaarbaar. in de vorm van voor rede vatbare argumenten”, zegt hij in de geest van de Amerikaanse liberale politieke denker John Rawls. Nederland kent de scheiding tussen kerk en staat, maar “helaas” is deze volgens Van Schie vrijwel nergens volkomen verwezenlijkt. Hij verwijst naar de aanhef van onze wetten (‘bij de gratie Gods’) en de strafbaarstelling van godslastering. Dat religie teruggedrongen is uit de sfeer van de publieke macht (zoals in Frankrijk vanwege de laicité) is een verworvenheid die niet mag worden prijsgegeven. Van Schie bepleit afschaffing van artikel 6 van de Grondwet, dat de vrijheid van godsdienst vastlegt, omdat zijns inziens de vrijheid van meningsuiting voldoende waarborgen geeft om een godsdienst vrij te belijden. Artikel 6 verleent nu volgens Van Schie “extra voorrechten” aan gelovige burgers en organisaties op religieuze grondslag en dat is strijdig met de rechtsstaat. Ook artikel 23 lid 7, waar kinderen op bijzondere scholen volgens hem “eenzijdig” in een bepaalde religieuze opvatting worden onderwezen, moet er aan geloven.9
Secularisme | Drs. J.A. Schippers en dr. K. van der Zwaag, Globalisering: testcase voor de seculiere staat
28 Mr. B. P. Vermeulen stelt daartegenover dat er nog steeds voldoende gronden zijn om een apart recht van vrijheid van godsdienst op te nemen, omdat dit a. het eerste mensenrecht is en b. objectiever en inhoudelijker is dan het recht op gewetensvrijheid (geweten wordt steeds vager, subjectiever). Er is volgens Vermeulen een sterke tendens onder seculier-liberale politieke beleidsmakers om religieuze opvattingen als zuiver persoonlijke te zien, dus niet beschermwaardiger dan anderen. Deze gedachtegang gaat vaak gepaard met
Niet de ontzuiling, maar de ontzieling is het belangrijkste probleem in de samenleving. een beroep op de scheiding van kerk en staat. Religie vervult volgens Vermeulen nog steeds een erg nuttige functie voor de samenleving door een gevoel van gemeenschap en basisnormen te scheppen. Afschaffing van vrijheid van godsdienst zou met name de juridische positie van minderheden aantasten voor wie religie wezenlijk belang zijn.10 Rik Torfs stelt dat mensen hun publieke leven moeten kunnen inrichten volgens hun religieuze overtuigingen. In dat opzicht is de algemene ontwikkeling in Europa volgens hem positief en is het Europese Hof in Straatsburg hierbij een belangrijk instrument. Europese regeringen geloven in de maatschappelijke betekenis van de religie en zijn bereid om die actief en financieel te steunen.11
Ruimte voor verschil Ook W. van de Donk laat een tegengeluid horen. In de bundel Religie, politiek & civil society. ZICHT 2011-1 | maart 2011
Verzoening of verzet? 12 constateert hij dat de hedendaagse samenleving niet langer is gesegmenteerd in religieuze groeperingen. “Er is sprake van pittig pluralisme en assertieve articulatie van (vooral ook) religieuze verschillen.” Niet de ontzuiling, maar de ontzieling is het belangrijkste probleem in de samenleving. Van de Donk, bekend van de WRR-publicatie Geloven in het publieke domein (2006), voert een pleidooi voor hernieuwde aandacht voor religie in het onderwijs nu het klassieke perspectief op secularisering verdwijnt. Hij geeft een scherp weerwoord tegen Patrick van Schie en Herman Philipse die onvermoeibaar strijden tegen het confessioneel onderwijs. Van de Donk constateert ook op confessionele scholen een drastische vermindering van aandacht voor religie, hier en daar zelfs verwaarlozing. In dezelfde bundel noemt Willem Schinkel het ‘opmerkelijk’ dat het verlichtingsfundamentalisme religie wil beperken tot de privésfeer. Juist de privésfeer is van oudsher de bron van de Verlichting geweest, zoals bleek uit de bloei van vrijmetselaarsloges. De reductie van religie tot het private maakt religie echter tot iets gewelddadigs, dat de rechtsorde potentieel ondermijnt, zo waarschuwt hij. Anton van Harskamp ziet in de huidige samenleving geen conflict tussen religie en politiek. De spanning tussen de democratische rechtsstaat en de islam wordt door een deel van politiek en journalistiek Nederland ‘ideologisch geconstrueerd’, terwijl de strijd voor wat betreft de religie “voornamelijk in de hoofden bestaat van een klein, atypisch groepje moslims”. Van Harskamp ziet dat de moderne religie “liever” aan het worden is, “zachter, zwakker, spiritueler”. Religies zijn niet meer agressief en imperialis-
Secularisme | Drs. J.A. Schippers en dr. K. van der Zwaag, Globalisering: testcase voor de seculiere staat
29 tisch, maar juist bezig om via de civil society de samenleving beter in te richten. De acties van de terroristen van 11 september 2001 laten niet een terugkeer zien van religie maar zijn een symbool van een wanhoopsstrijd, een reactieverschijnsel van een uiterst kleine en uit hun eigen cultuur uitgesloten groep moslims, die hun religie, de islam, misbruikten voor hun haat tegen het Westen. De gedachte van civil society is bij uitstek een werkelijkheid waarin fanatisme, sectarisme en fundamentalisme gedempt kunnen worden.13
Individualisering als uitweg? Met het oog op de individuele autonomie wordt ook wel bepleit dat religieuze instellingen en gemeenschappen zich van invloed op politieke besluiten moeten onthouden en dit dienen over te laten aan gelovigen afzonderlijk.14 Echter, individualisering, ook van gelovigen, leidt niet tot een toename van variatie en diversificatie van denkbeelden. Eerder tot conformisme. Interessant is in dit verband de opmerking van A. van de Beek dat voor de eerste christenen niet individuele vrijheid doorslaggevend was, maar wat zij ten nutte konden doen aan de samenleving. De reden dat velen in het Romeinse Rijk christen werden was niet vanwege de dood van de martelaren maar vanwege het leven van de christenen.15 De eerste christenen streefden naar vrijheid van godsdienst, echter niet om aardse macht of invloed te winnen maar om godsdienstig te kunnen leven. Dat is volgens Van de Beek het grote verschil met de moderne roep om mensenrechten. Hij legt grote nadruk op de onverenigbaarheid van religie en ideologie. Hij is beducht dat politieke en godsdienstige leiders religie gebruiken voor ideologische doeleinden. Religie is moeilijk “puur” te houden. ZICHT 2011-1 | maart 2011
Wanneer vanuit liberale optiek wordt betoogd dat godsdienstige argumenten uit het publieke debat moeten worden geweerd, heeft dit volgens de filosoof J. Habermas mogelijk tot gevolg dat een democratie zich berooft van voor haar burgers belangrijke bronnen voor zingeving, moraal en drijfveren.16 Immers, besluiten die in een democratie op basis van meerderheden worden genomen vallen uiteindelijk terug op vooronderstelde, veelal onuitgesproken ethische uitgangspunten van haar burgers. Deze uitgangspunten berusten op godsdienst of levensbeschouwing. Het is niet redelijk te beargumenteren waarom een liberale of seculiere levensbeschouwing wel in het publieke debat mag meetellen, maar een godsdienstige overtuiging niet.17 Godsdienst is veeleer onmisbaar in een onttoverde samenleving. En een overheid dient gelovigen niet te ontmoedigen om deel te nemen aan het publieke debat. De solidariteit tussen burgers kan weer aan bindende kracht winnen, wanneer burgers ervaren dat hun inbreng ertoe doet – ook als die met een godsdienstige motivatie wordt ondersteund – en niet bij voorbaat als ‘achterlijk’ wordt weggezet.18 Zo ergens, dan blijkt op deze manier dat het westerse seculiere en humanistische denken met haar universele pretentie frontaal in botsing komt met de monotheïstische godsdiensten, met name christendom en islam. De westerse seculiere cultuur, alsook haar ethiek voor ongelovigen, is dominant aanwezig op het internet en in andere media. Agnosten en atheïsten beseffen hierdoor in onvoldoende mate dat het bij het secularisme ook gaat om een ideologische visie die de wetgeving evenzeer beïnvloedt als welke andere religie of ideologie ook.19
Secularisme | Drs. J.A. Schippers en dr. K. van der Zwaag, Globalisering: testcase voor de seculiere staat
30
Niet bij brood alleen...
$G\QGMQP\GYGDUKVG $E HUISGEMEE NTEN WILLEN REGIONALE "IJBELSCHOLEN M ET INTERNAAT OPZ ETTEN 5W GIFT HELPT HI ERBIJ
TNV (UDSON 4AYLOR3"(# TE 2HENEN
YYYXCPTGGCEEPN #.2*'0##0&'04+,0 $#40'8'.& &1140 )'.&'4/#.5'0
6OOR INFO OF WWWHUDSONTAYLORNL
Groeien doe je samen Steeds meer ondernemers, managers en medewerkers betrekken Bunt Groep, bestaande uit Bunt Management en Bunt Persoonlijke ontwikkeling, bij hun uitdaging om te groeien. Bunt Management is vooral gericht op de ontwikkeling van organisaties. Van trainingen en interim-management tot organisatieadvies en coaching. Bunt Persoonlijke Ontwikkeling legt zich toe op persoonlijke ontwikkeling. Van personal coaching en loopbaanbegeleiding tot teamontwikkeling en assessments. Wordt het ook voor u tijd om te groeien? Neem dan contact met ons op of schrijf u geheel vrijblijvend in voor een gratis informatieavond bij u in de regio. Kijk voor meer informatie op www.buntgroep.nl of bel 0318-830226.
Bunt Groep - Galileilaan 23d - 6716 BP Ede - T 0318-830226 - E
[email protected]
ZICHT 2011-1 | maart 2011
Secularisme | Drs. J.A. Schippers en dr. K. van der Zwaag, Globalisering: testcase voor de seculiere staat
31
Testcase Daartegenover stelt de SGP dat de basale waarden van het christendom – die de mensheid in de Bijbel, dus van elders worden aangereikt – beschermend zijn voor het menselijk leven en kaders scheppen voor een zinvol samenleven. Voor westerse christenen geldt dat een bredere oriëntatie op en kennis van het christendom als wereldgodsdienst, in het bijzonder zijn ontwikkeling op het zuidelijk halfrond, de pretenties van het secularisme in bijzondere mate doet relativeren. De christelijke kerk is de oudste wereldomvattende geloofsgemeenschap; daarna is de islam ontstaan als universele godsdienst. Het boeddhisme bestond al eerder, maar heeft zich pas vanaf de twintigste eeuw verspreid
over meer dan een werelddeel. De overige wereldgodsdiensten zijn sterk verbonden aan een volk (de joodse godsdienst) of aan een land of regio (hindoeïsme), wat niet wil zeggen dat er op deze regel geen uitzonderingen zijn.20 Het dominante secularisme in West-Europa echter vormt op globale schaal dé uitzondering en moet aangemerkt worden als een fenomeen dat voortkomt uit de Verlichting en behoort tot de westerse cultuur. Nu door het proces van globalisering blijkt hoeveel mensen op deze aarde hechten aan een religieuze overtuiging en steeds meer mensen zich ervan bewust worden hoe weinig ‘echte seculieren’ er op de aardbol leven, vormt dit de actuele testcase van het secularisme. «
Noten 1. Hellemans, Het tijdperk van de wereldreligies. Religie in agrarische civilisaties en in moderne samenlevingen, Zoetermeer/Kapellen 2007, p. 135; Ph. Jenkins, The Next Christendom. The Coming of Global Christianity, New York 2002, p. 89 e.v. 2. P. Norris en R. Inglehart, Sacred and Secular, Religions and Politics Worldwide, Cambridge 2007 5. 3. Geciteerd door Thijs Broer, ‘Het geloof is terug’, in: Vrij Nederland, 19 april 2003. 4. M. Reder, Globalisierung und Philosophie. Eine Einführung, Darmstadt 2009, p. 136 e.v. 5. R. Boomkens, De nieuwe wanorde. Globalisering en het einde van de maakbare samenleving, Amsterdam 2006. 6. Zie ook J.P.H. Donner, De ziel van de samenleving. Is er een rol weggelegd voor de kerk en de staat in het publieke debat over waarden en normen? Lezing d.d. 6 maart 2003. 7. Boomkens, o.c., p. 37 8. Uitgegeven door: IVP Academic, Downers Grove, 2008. 9. Religie, politiek & civil society, p. 74 10. B.P. Vermeulen, p. 24 e.v. in: Freedom of Religion; ed. by A. van de Beek, E. A. J. G. van der Borght en B. P. Vermeulen, uitgegeven bij Brill, Leiden 2010. Deze bundel verkent historische ontwikkelingen en verschillende contexten, m.n. Roemenië, Indonesië, Zuid-Afrika. 11 Zie Freedom of Religion, p. 146 12. Uitgegeven door Valkhof Pers, Nijmegen 2010. 13. Religie, politiek & civil society, p. 64. 14. Vergelijk het pleidooi van Femke Halsema e.a. om het recht op godsdienstvrijheid alleen toe te kennen aan individuen, niet aan groepen of verenigingen. Zie de bijdrage over GroenLinks, p. 49 e.v.. 15. Freedom of Religion, p. 226. 16. Zie: W. Bossema, ‘Habermas schrikt van de kilte in de onttoverde maatschappij, in: de Volkskrant, 22 maart 2008, p. 3. 17. Reder, o.c., p. 141 e.v. 18. Vgl. J. Habermas, ‘Geloven en weten’ en andere politieke essays, Amsterdam 2009, p. 158. 19. Vgl. J.M. Vorster, in: Freedom of Religion, p. 173. 20. Voor een uitgebreidere beschrijving: ‘Globalisering en de wereldgodsdiensten’, hoofdstuk 8 in: J.A. Schippers (red.), Heel de wereld in een snelverband. Aspecten van globalisering op waarde geschat, nota 39 van de Guido de Brès-Stichting, Gouda 2010.
ZICHT 2011-1 | maart 2011
Secularisme | Mr. C.G. van der Staaij, Column Focus
focus
32
Niet normaal Een tamelijk grove fout, gaf de Europese Commissie toe. In de Europese agenda voor 2011 die op 21.000 middelbare scholen is uitgedeeld, staan geen christelijke feestdagen. Wel waren allerlei islamitische en hindoeïstische feesten gedenkdagen vermeld, maar Pasen, Hemelvaart en Pinksteren waren ze domweg ‘vergeten’… De Europese Commissie heeft, nadat de SGP hierover aan de bel trok, inmiddels beterschap beloofd. In de nieuwe editie is er nu ook weer ruimte voor de christelijke feestdagen. Maar het blijft natuurlijk intrigeren hoe zo’n fout gemaakt kan worden. Hoe is het nou mogelijk dat het, voordat die agenda’s werden verstuurd, niemand bij de Europese Commissie is opgevallen dat nu juist de christelijke feestdagen ontbraken? Op die vraag kwam geen antwoord. Is het een incident? Ik vrees dat het dieper zit. Want toen in Irak en Egypte christenen doelwit van aanslagen waren, wilden de Europese ministers van Buitenlandse zaken dat niet met naam en toenaam benoemen en veroordelen. Stel je voor dat je door het opkomen voor christenen de indruk wekt dat er sprake is van een botsing van beschavingen… Er is veel meer aan de hand dan een vlaag van vergeetachtigheid. Het is een stelselmatige ontkenning van de waarde van het christelijk geloof, die achter deze zogenoemde omissie zit. Seculier is normaal, vreemde godsdiensten moeten behoedzaam en verdraagzaam tegemoet getreden worden, maar het christelijk geloof is achterhaald – dát is het dictaat van de tijdgeest. Gelukkig prijkte op de foute Europese agenda wel een goed jaartal: 2011. De jaartelling wijst niet terug naar Mohammed, maar naar Christus. Anno Domini 2011. Als bij de Europese Commissie de betekenis daarvan wordt doorzien, kan de agenda gelijk flink worden opgeschoond… Kees van der Staaij ZICHT 2011-1 | maart 2011
Secularisme | Prof. dr. F.R. Ankersmit, De rechtsstaat in de 21e eeuw
33
bezinning
Met enig recht kan met de SGP de meest ‘Nederlandse’ politieke partij noemen. Juist deze partij kreeg het aan de stok met de rechter en wordt gedwongen een wezenlijk deel van haar ideologie te verloochenen. Wie bekroop niet het gevoel dat hier in naam van de rechtsstaat eerder de onvrijheid dan de vrijheid werd gediend? Alleen gelijkheidsfetisjisten zijn verheugd over wat via de rechter werd afgedwongen. Dat mag aanleiding zijn tot een hernieuwde overpeinzing van de rechtsstaat.
Prof. dr. F.R. Ankersmit, filosoof
De rechtsstaat in de 21e eeuw
‘In die dagen was er geen koning in Israel: ieder deed wat goed was in zijn ogen’ (Richteren 21 vers 25)
1. Inleiding Op 9 april 2010 deed de Hoge Raad uitspraak in het geschil tussen enerzijds de Staat der Nederlanden en de SGP en anderzijds de Clara Wichmann Stichting (verder de Stichting). De Stichting achtte het gegeven dat de SGP aan vrouwen het passief kiesrecht ontzegt in strijd met internationale verdragen ZICHT 2011-1 | maart 2011
over de gelijkberechtiging van man en vrouw. De voorgeschiedenis toont dat de Staat ongaarne bewilligde in de verlangens van de Stichting. De Staat zou de overheidssubsidie aan de SGP op basis van de Wet Subsidiering Politieke Partijen moeten staken. De Hoge Raad besliste dat de Stichting zich terecht beriep op onder andere artikel 7 van het VN-vrouwenverdrag en dat de Nederlandse Staat er daarom op hoorde toe te zien dat de SGP het passief kiesrecht voor vrouwen
Secularisme | Prof. dr. F.R. Ankersmit, De rechtsstaat in de 21e eeuw
34 ook binnen de eigen partij zou aanvaarden. En vanwege de Nederlandse ondertekening van het VN-vrouwenverdrag en de Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) kon de Hoge Raad inderdaad niet anders beslissen. De SGP dateert van 1922 en is daarmee de oudste politieke partij van ons land. Hoewel klein, heeft de partij het aura van degelijkheid en betrouwbaarheid en zij wordt in de Tweede Kamer zeer gerespecteerd. Haar woord heeft gezag. Haar eigen onwankelbare gezagsgetrouwheid vloeit direct voort uit haar politieke filosofie. En bovenal, haar gedachtegoed laat zich directer dan dat van enige andere politieke partij relateren aan de oorsprong van onze Staat in de zestiende eeuw.
Het gedachtegoed van de SGP laat zich directer dan dat van enige andere politieke partij relateren aan de oorsprong van onze Staat in de zestiende eeuw. Men kan de SGP met enig recht de meest ‘Nederlandse’ politieke partij noemen. En juist deze partij kreeg het aan de stok met de rechter en zal een wezenlijk deel van haar ideologie moeten verloochenen – en dat om iets waarover zich slechts weinigen buiten de Stichting echt kunnen opwinden. Zelfs niemand onder de vrouwelijke SGP-stemmers, voor wie het allemaal bedoeld was. Maar dura lex, sed lex: de rechtsstaat verlangt dat de SGP het hoofd hier zal buigen.
2. De rechtsstaat Ook consequente aanhangers van de rechtsZICHT 2011-1 | maart 2011
staat zullen zich ongemakkelijk voelen bij deze casus en de indruk hebben dat in naam van de rechtsstaat hier eerder de onvrijheid dan de vrijheid werd gediend. Voorafgaand aan de uitspraak van de Hoge Raad werd geen inbreuk gemaakt op iemands vrijheid, daarna wel op die van vrouwelijke en mannelijke SGP-stemmers. Alleen de leden van de Stichting hebben reden tot vreugde over wat door de rechter werd afgedwongen. Dat mag aanleiding zijn tot een hernieuwde overpeinzing van de rechtsstaat. Veelal wordt het begrip ‘rechtsstaat’ in verband gebracht met Kant die een van de eerste en meest gezaghebbende verwoorders ervan was. Kant beklemtoont dat het gaat om rechtsprincipes en niet om ethische richtlijnen voor het gedrag. De ethiek kan ons wel inzicht verschaffen in hoe wij behoren te handelen, maar geeft ons daarmee nog niet het motief om dienovereenkomstig te handelen. Hoe vaak gebeurt het niet dat wij wel weten wat onze plicht is, terwijl wij in ons handelen daartegen zondigen? Het recht geeft dat motief wel. Aldus verhouden zich de ethiek en het recht1. De eigenschap van het recht algemeen-verplichtend te zijn heeft haar oorsprong in het algemeen verplichtend-zijn van de ethiek. Wanneer men over de rechtsstaat discussieert, is het van belang te beseffen hoe diep het idee van de rechtsstaat verworteld is in Kants ethiek en politieke filosofie. Kant fundeert het algemeen geldend-zijn van de ethiek en het recht op voor iedereen geldende voorwaarden. Talloze burgers, juristen en politici omarmen op volstrekt aanvaardbare gronden het idee van de rechtsstaat, zonder echter enige notie te hebben van de eigenaardigheden van Kants filosofie. De verklaring daarvoor is dat
Secularisme | Prof. dr. F.R. Ankersmit, De rechtsstaat in de 21e eeuw
35 er in Kants systematiek een element2 steekt van een immense plausibiliteit dat wij voorbehoudsloos accepteren, zelfs als wij nooit van Kant gehoord hebben. En dat is de intuïtie dat inzake het recht het principe geldt van gelijke monniken, gelijke kappen. Wij verzetten ons spontaan tegen mensen die zeggen dat de regels van het recht mogen gelden voor iedereen, maar niet voor hèn. Zij menen onder of boven de wet te staan. En zo is onze onmiddellijke reactie: zo is het niet met het recht.
Wij verzetten ons spontaan tegen mensen die zeggen dat de regels van het recht mogen gelden voor iedereen, maar niet voor hèn. Grondrechten en rechtsstaat Ik benadruk de Kantiaanse achtergrond van het idee van de rechtsstaat omdat die verhelderen kan waarom het idee van de rechtsstaat altijd zo nauw verbonden wordt aan het idee van grondrechten, van mensenrechten als het recht op vrije meningsuiting of de vrijheid van godsdienst of levensovertuiging. Strikt genomen zijn dat echter verschillende zaken. Het idee van de rechtsstaat bevat onder andere het algemeen geldig-zijn van wetten en het gegeven dat daarom ook de Staat (en haar vertegenwoordigers) zich aan de wet te houden heeft. De thematiek van de grondrechten is echter een andere: daar gaat het om de vraag welke rechten ons als mens en burger toekomen. Men kan zich daarom een rechtsstaat voorstellen zonder bepalingen over grondrechten – en evenzeer een samenleving die wel de grondrechten respecteert, ZICHT 2011-1 | maart 2011
maar die desalniettemin niet als staat – en dus ook niet als rechtsstaat – georganiseerd is. Het Kantiaanse systeem legt een direct verband tussen de rechtsstaat en de grondrechten. Beiden hebben namelijk hun grond in het universalisme van het recht. Het recht geldt voor allen (en dus ook voor de Staat) omdat alleen een regel die zich laat universaliseren als rechtsregel kan en mag gelden. Dat is het idee van de rechtsstaat. Voorts, grondrechten komen ons toe in het domein waar wij allen gelijk zijn en waarvoor dus ook een algemeen geldende wetgeving mogelijk is. Het Nederlandse rechtssysteem staat relatief dicht bij dat Kantiaanse model. Artikel 1 van de Grondwet verklaart Nederland tot een rechtsstaat, terwijl de artikelen 2 t/m 23 de hier te lande geëerbiedigde grondrechten opsommen. Belangrijker nog, in zowel het informele spreken over ons rechtsbestel als in meer technische beschouwingen liggen de begrippen rechtsstaat en grondrechten steeds dicht bij elkaar3. Wij stappen met groot gemak van de een naar de ander en het algemeen gevoelen is dat er een onverbrekelijke band is tussen rechtsstaat en grondrechten. Anders gezegd, wij hebben allen, bewust of onbewust, dat Kantiaanse model in ons hoofd zitten. Zoals we hieronder zullen zien, in dat uitgesproken Kantiaans karakter van de Nederlandse rechtsstaat en van onze beleving daarvan, liggen de uitdagingen die wij in de loop van deze eeuw voor onze rechtsstaat mogen verwachten.
3. Uitdagingen Universaliseerbaarheid is dus de toetssteen. In een homogene samenleving waarin burgers allen ongeveer dezelfde concepties hebben over levensbeschouwelijke aangele-
Secularisme | Prof. dr. F.R. Ankersmit, De rechtsstaat in de 21e eeuw
36 genheden en over zaken van goed en kwaad, zal dat uiteraard makkelijker zijn dan in onze hedendaagse multiculturele samenlevingen. Kant zelf was een man van de Verlichting en had daarom weinig begrip voor de wijze waarop geschiedenis, traditie, gewoonte en verschillende geloofsovertuigingen de basis voor die universalisering kunnen versmallen. Kant kende slechts ‘redelijke’ mensen – en binnen dat (voor-)oordeel kan men met die universaliseerbaarheid inderdaad een heel eind komen. Maar de kaarten liggen nu anders4. Een goed voorbeeld is hier het arrest over de SGP. Het is niet toevallig dat dat arrest pas tot stand kwam in een tijd waarin ook het recht worstelt met de uitdagingen van de multiculturele samenleving en waarin het aantal potentiële afwijkingen van de rechtsstaat
tiële minderheid van nieuwe landgenoten die, net als de SGP-kiezers, hun eigen religieuze en culturele vanzelfsprekendheden hadden, maar waaraan in dit geval autochtone Nederlanders moeilijker konden wennen. Dat had zijn consequenties voor de rechtsstaat. Want je kon de SGP nu niet langer een uitzonderingspositie gunnen, zonder die ook te gunnen aan nieuwe Nederlanders. En omgekeerd, als je van plan was om die nieuwe Nederlanders iets te ontzeggen, dan moest je dat vanaf nu ook doen met ‘autochtone’ Nederlanders – zoals de SGP-stemmers. Wat de SGP onderging is daarom tevens een teken aan de wand voor de religieus-politieke opvattingen van die nieuwe Nederlanders. Kortom, de Kantiaanse universaliseerbaarheid verplichtte nu om de SGP over een kam te scheren met de Islam en, bovenal, met wat men daar van vreest.
Je kon de SGP nu niet langer een uitzonderingspositie gunnen, zonder die ook te gunnen aan nieuwe Nederlanders.
Paradox
toeneemt. Een dergelijk arrest was een halve eeuw geleden ondenkbaar geweest. Zeker, ook toen al vormde de aanhang van de SGP een enigszins aparte ‘cultuur’ in ons land. Maar wat de rest van Nederland met die SGPaanhang gemeen had was zo veel en men was met de eigenaardigheden van die aanhang van oudsher zo vertrouwd, dat die niet ervaren werden als een inbreuk op wat wij ons bij ‘Nederlanders’ voorstelden. Dat werd anders met de multiculturele samenleving. Nederland kreeg nu een substanZICHT 2011-1 | maart 2011
De paradox is daarom dat degenen die de SGP aanpakten daartoe kwamen op gronden die wellicht ook ingrepen rechtvaardigen tegen allochtone minderheden, terwijl die critici van de SGP de zaak van die andere minderheden vaak zeer zijn toegedaan (in beide gevallen ‘komt men op’ voor ‘onderdrukte’ minderheden). Het verbod op souplesse tegenover de religieus–politieke opvattingen van de SGP laat daarom ook geen ruimte voor souplesse inzake die van moslims. In die zin staat de Stichting heel wat dichter bij Wilders dan zij zich wellicht realiseert. Beide bedienen zich gaarne van het instrument van het verbod. En inderdaad, het Kantiaanse principe van de universaliseerbaarheid noopt daartoe. De introductie van minderheden in een Kantiaanse rechtsorde moet leiden tot een geringere tolerantie voor afwijkend gedrag. De
Secularisme | Prof. dr. F.R. Ankersmit, De rechtsstaat in de 21e eeuw
37 grootste gemene deler in het gedrag van alle Nederlanders neemt af, daarmee wat zich nog universaliseren laat en daarmee ook aan waar de rechtsstaat ruimte voor wil laten. Daar ligt een belangrijke uitdaging voor onze rechtsstaat. In de multiculturele samenleving waarin wij nu leven is geringere tolerantie geen optie. Dan was het juist beter geweest zoveel mogelijk ruimte proberen te creëren voor wat uitgaat boven die grootste algemene deler en voor wat ervaren wordt als afwijkende opvattingen en gedragingen binnen onze rechtsorde.
een moslimpartij die alleen moslims toelaat of een vrouwenpartij die van mening is dat haar standpunt in het parlement alleen door vrouwen kan worden verwoord5. Dat is wat je de historistische manier van universalisering zou kunnen noemen en waar het algemene principe is: als u bereid bent bepaalde eigenaardigheden van mij te respecteren, dan ben ik bereid hetzelfde te doen met soortgelijke eigenaardigheden van u. Dat schept extra vrijheid: onder druk van eigenaardigheden van de ander ontstaan nu extra vrijheden, vrijheden die er voordien niet waren6.
Respect voor elkaars eigenaardigheden Is er een alternatief voor onze Kantiaanse rechtsorde? Een alternatief dat de tolerantie voor afwijkend gedrag eerder vergroot dan vermindert? Ik laat het hier bij de suggestie dat een historistisch respect voor het eigene van culturen en samenlevingen de benepenheden van ons Kantianisme zou kunnen corrigeren. Het negentiende-eeuwse historisme had grote openheid en zelfs fascinatie voor wat zich op het eerste gezicht als vreemd en eigenaardig voordeed. Binnen de Kantiaanse benadering is het standpunt van de Hoge Raad inderdaad onontkoombaar met de zojuist vermelde consequenties voor vergelijkbare opvattingen van allochtone minderheden. Maar binnen de historistische benadering had men in de aanwezigheid in ons land van die minderheden juist een aanleiding kunnen zien tot (grotere) tolerantie voor onze eigen, van het verleden geërfde ‘minderheden’ zoals bijvoorbeeld de SGP. Men had dan die partij haar standpunt inzake het passief kiesrecht voor vrouwen gaarne gegund; maar met dien verstande dat er dan ook geen enkel bezwaar kan zijn tegen ZICHT 2011-1 | maart 2011
Het zou mij niet verbazen als de meerderheid van de bevolking de historistische boven de gangbare Kantiaanse benadering zou verkiezen. Het zou mij niet verbazen als de meerderheid van de bevolking de historistische boven de gangbare Kantiaanse benadering zou verkiezen. Weinig Nederlanders zal het veel kunnen schelen hoe de SGP, of een eventuele feministische pendant daarvan, zich organiseert en zich in de Tweede Kamer presenteert. De Kantiaanse benadering zal men daarom veelal ervaren als een even ongewenste als hinderlijke vorm van bemoeizucht – en terecht! Juist dat is een sociaal potentieel dat we zoveel mogelijk moeten exploiteren, in plaats van het, met Kant, te elimineren. De uitdagingen van de multiculturele samenleving kunnen we beter het hoofd bieden met de historistische dan de Kantiaanse benadering. Souplesse
Secularisme | Prof. dr. F.R. Ankersmit, De rechtsstaat in de 21e eeuw
38 wint het dan van starheid; en souplesse is wat we bovenal nodig zullen hebben in de rechtsstaat van de 21e eeuw.
De hier gepubliceerde bijdrage betreft een ingekorte versie. De volledige bijdrage van F.R. Ankersmit is te lezen op onze website www.wi.sgp.nl «
Noten 1. En waarbij Kant beklemtoont dat de regels van de ethiek en die van het recht elkaar weliswaar gedeeltelijk overlappen, maar geenszins coextensief zijn. 2. Dat Kant zelf aan de politieke filosofie van Jean Jacques Rousseau ontleend had. 3. Zie bijvoorbeeld D.J. Elzinga, R. de Lange, H.G. Hoogers, Van der Pot. Handboek van het Nederlandse staatsrecht. Vijftiende druk, Deventer 2006; 157 en M.C. Burkens, H.R.B.M. Kummeling, B.P. Vermeulen, R.J.G.M. Vermeulen, Beginselen van de democratische rechtsstaat, Alphen aan de Rijn 2006 23 – 25. Opvallend in deze en dergelijke literatuur is dat er steeds veel meer aandacht is voor de grondrechten dan voor het idee van de rechtsstaat. In de praktijk lijkt het idee van de rechtsstaat geheel op te gaan in de thematiek van de grondrechten. 4. Charles Taylor gaat in op dit gegeven dat de rechtsstaat gebed moet zijn in een reeks van vormen, waarden en overtuigingen die gemeen goed zijn in een door die rechtstaat bestuurde samenleving. Zie het hoofdstuk getiteld ‘Ethics of inarticulacy’ in C. Taylor, Sources of the self. The making of modern identity, Cambridge (Ma) 1991. 5. Zoals het geval is met de Spaanse feministische partij, de Partido Feminista, geleid door de schrijfster Lidia Falcon en die dan ook op ‘Kantiaanse’ gronden verboden werd (met dank aan Ger Groot). 6. Een soortgelijke gedachtegang treft men bij Labuschagne: ‘anderzijds is de religieuze pluriformiteit veel zichtbaarder geworden, vooral door een duidelijker manifestatie van aanhangers van de islam. De vraag of deze religie een bijdrage zou kunnen leveren aan dit spirituele kapitaal [i.e. het kapitaal waaruit wij putten voor de definiëring van de rechtsstaat (F.A.)] wordt echter weinig gesteld’. Zie B.C. Labuschagne, Recht en religie. De civiele dimensie van godsdiensten als geestelijke grondslag van de democratische rechtsstaat, Den Haag 2007; 9.
Broekdijk 40e 4041 CW Kesteren T (0488) 48 32 33 F (0488) 48 22 68
Gezondernemerschap? ROZA! Ondernemen is keuzes maken, iedere dag. Gaat u investeren, groeien of zelfs overnemen? Of kiest u voor consolideren? ROZA ondersteunt u bij het beantwoorden van deze vragen. Met heldere cijfers én de vertaling daarvan naar concreet bedrijfsbeleid. Wij noemen dat gezond ondernemen. Wilt u eens proeven hoe zo’n samenwerking smaakt? Bel (0318) 559 559 voor een kennismaking of kijk op www.roza.nl.
gezond ondernemen
ZICHT 2011-1 | maart 2011
I www.rhdruk.nl E
[email protected]
Mailings Huisstijlen Brochures Magazines Notitiebloks Bureauleggers Ansichtkaarten Familiedrukwerk Verenigingsbladen Programmaboekjes En nog veel meer!
Wij drukken zelfs uw kosten . . .
Secularisme | W. van den Berg MSc en drs. G.P. Schipaanboord, Seculiere partijen hebben blinde vlek voor geschiedenis
39
thema
Eén ding hebben seculiere partijen gemeen: ze maken regelmatig gebruik van het argument dat het christendom ‘uit de tijd’ zou zijn. Het is een veelgehoord argument, maar in het publieke debat wordt dit argument zelden op de snijtafel gelegd. Dit artikel toont de zwakte van deze redenering aan. Er zijn goede redenen aan te voeren waarom de historische context een veel grotere rol zou moeten spelen in politieke besluitvorming.
W. van den Berg MSc en drs. G.P. Schipaanboord, lid en voorzitter politiek bestuur SGPjongeren
Seculiere partijen hebben blinde vlek voor geschiedenis Seculiere partijen zijn er in Nederland in allerlei soorten en maten. Partijen als GroenLinks en D66 hebben een actieve agenda om de rol van het christendom in het publieke leven te laten verminderen. Partijen als de PvdA en de SP zijn iets gematigder, en komen vooral in botsing met christelijke partijen op een onderwerp als de vrijheid van onderwijs. Voor de VVD is bepalend welke woordvoerder van de partij je spreekt, de progressief-liberalen binnen de partij hebben aanzienlijk minZICHT 2011-1 | maart 2011
der affiniteit met christendom dan de klassiek-liberalen binnen deze partij.
Beeldenstorm Regelmatig klinkt uit de mond van woordvoerders van deze seculiere partijen dat het christendom niet meer van deze tijd zou zijn. Twee recente voorbeelden geven een goed inzicht in de wijze van redeneren. D66 stelde voor bij de begroting van Algemene Zaken, waaronder ook het koningshuis valt, de for-
Secularisme | W. van den Berg MSc en drs. G.P. Schipaanboord, Seculiere partijen hebben blinde vlek voor geschiedenis
40 mulering bij ‘de gratie Gods’ in de aanhef van wetten te schrappen. Volgens D66-fractievoorzitter Alexander Pechtold is deze frase ‘volledig uit de tijd’.1 Want, de frase is opgesteld in een tijd dat een meerderheid van de Nederlanders nog religieus was. Nu dat niet meer het geval is, kan hij beter geschrapt worden. Enkele dagen eerder voerden GroenLinks-Kamerlid van Gent en CU-fractievoorzitter Rouvoet een debat over de toekomst van de monarchie in het programma Pauw en Witteman. Van Gent pleitte daarin voor een ceremonieel koningschap, met als voornaamste argument dat het huidige koningschap ‘niet meer van deze tijd is’. Rouvoet wierp tegen dat het koningschap in Nederland prima functioneerde en verwees daarbij naar een notitie van tien jaar geleden van toenmalig premier Kok. Op Van Gent maakte dat geen enkele indruk, want ‘we zijn tien jaar verder en de samenleving ziet er heel anders uit’. Het kan verkeren, een 200-jarig instituut zou in een tijdsbestek van tien jaar al haar relevantie zijn kwijtgeraakt. Deze kortzichtige redeneerwijze zegt meer over Van Gent dan over het koningshuis als instituut.
Spruitjeslucht Deze twee voorbeelden zijn moeiteloos met tal van andere uit te breiden. De argumentatie is steeds hetzelfde: de politicus staat op, overziet ‘de tijd’, pleit voor afschaffing en loopt naar de volgende antieke vaas om die aan gruzelementen te slaan. Zo blijkt maar weer dat de beeldenstorm nog niet zo lang geleden plaatsvond. Er is een vast repertoire aan begrippen dat daarbij steeds terugkeert. Favorieten zijn ‘U wilt toch niet terug naar de jaren vijftig?’, ‘spruitjeslucht’ en ‘achterhoedegevecht’. Christelijke politici zouden zich minder moeten aantrekken van de dwinZICHT 2011-1 | maart 2011
gendheid van deze termen, bijvoorbeeld door aan te geven dat ze van spruitjes houden of door luidkeels de voordelen van de jaren vijftig te benoemen. Het verwijt aan het adres van christenen dat ze bezig zijn met een achterhoedegevecht heeft iets buitengewoon aanmatigends. Pechtold en consorten zien zichzelf blijkbaar als een onderdeel van de intellectuele voorhoede. Het is filosofisch gezien interessant dat een partij die zo graag
De argumentatie is steeds hetzelfde: de politicus staat op, overziet ‘de tijd’, pleit voor afschaffing en loopt naar de volgende antieke vaas om die aan gruzelementen te slaan. afrekent met absolute waarden zo overduidelijk haar eigen morele superioriteit uitstraalt. De kern van ons bezwaar tegen deze argumentatie is dat de redenering ‘dit is niet meer van deze tijd’ veel meer zegt over de politicus die het uitspreekt dan over de tijd zelf. Het populisme van Wilders raakt hier het populisme van Pechtold. Deze niet-inhoudelijke wijze van argumenteren maakt dat het uiteindelijk de persoon van de politicus zelf en zijn interpretatie van ‘de tijd’ is die centraal staat. Wanneer partijen niet meer in staat zijn op grond van beginselen en principes een duidelijke koers te bepalen is Maurice de Hond als peiler van de Nederlandse volksziel de stuurman geworden. In werkelijkheid stelt de tijd geen éénduidige eisen. De tijd bestaat uit mensen met tal van meningen. Het is de
Secularisme | W. van den Berg MSc en drs. G.P. Schipaanboord, Seculiere partijen hebben blinde vlek voor geschiedenis
41 taak van de politiek om binnen die lappendeken aan meningen verstandige keuzes te maken op grond van de eigen identiteit.
Verandering en verslaving Een direct gevolg van het dogma om maximaal in te spelen op de eisen van de tijd is de verslaving van veel politici aan verandering. Een goed kabinet is een kabinet dat veel verandert. Verandering wordt daarmee een doel op zich. Het zou logischer zijn om verandering als een neutraal begrip te zien, en als politicus het debat aan te gaan over de vraag of het een verandering ten goede of ten kwade is. Maar hier wringt de schoen. Waar absolute waarden verdwijnen worden instrumentele doelen als verandering een doel op zich. De noodzaak van verandering wordt daarmee een principe dat niet ter discussie wordt gesteld. In deze veranderlust worden politici geholpen door een leger van adviseurs en consultants in de wereld van de sociale zekerheid en het onderwijs die hun boterham verdienen aan stelselwijzigingen. Oud-staatssecretaris Ginjaar-Maas was betrokken bij de stelselherziening in de bovenbouw van havo en vwo, het studiehuis. Ze onderbouwde dat als volgt: ‘Als iemand die ouderwetse manier van lesgeven zit te verheerlijken, denk ik wel even aan die collega van mij – toen ik zelf nog voor de klas stond – die de klas binnenkwam en zei, pakken jullie je schrift maar.’ 2 De dwaze profeten van de jaren zestig hebben de samenleving heel wat geld gekost. Stelselherzieningen in de sociale zekerheid en in het onderwijs worden uitgevoerd vanwege onvrede over het bestaande, maar zonder duidelijk beeld over de meerwaarde van wat nieuw zou moeten komen. Dat leidt ertoe dat veranderingen na een aantal jaar worZICHT 2011-1 | maart 2011
den teruggedraaid. We moeten daarom ook niet langer spreken over zwevende kiezers maar over de zwevende politicus.3 Die pendulebeweging leidt tot cynisme bij mensen die met hun voeten in de klei staan, zoals docenten of verplegend personeel. De veranderdrift van de overheid zorgt voor een verandermoeheid bij uitvoerders.
Achtergronden In zijn proefschrift Nieuw Babylon in aanbouw, een boek over Nederland in de jaren zestig, geeft James Kennedy interessante verklaringen voor de neiging van Nederlandse politici om de tijdgeest een handje te helpen en verandering te stimuleren. Hij verklaart dat vanuit een eeuwenoude traditie van pragmatisch omgaan met meningsverschillen. Het is een voornaam kenmerk van Nederlandse elites dat ze ruim baan geven aan maatschappelijke veranderingen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de politieke elite in de Verenigde Staten, die veel meer weerstand heeft geboden aan progressieve ideeën. Dat verklaart ook waarom Nederland in de jaren zestig
Nederlandse politici delen de opvatting dat de tijd een handje geholpen moet worden en het enige discussiepunt is welke maatregelen daarbij passen. zo’n radicale verandering heeft ondergaan. Deze manier van redeneren hangt samen met de Nederlandse cultuur van pragmatisme. Inhoudelijke meningsverschillen moeten zoveel mogelijk onder het tapijt worden
Secularisme | W. van den Berg MSc en drs. G.P. Schipaanboord, Seculiere partijen hebben blinde vlek voor geschiedenis
42 geschoven. Nederlandse politici delen de opvatting dat de tijd een handje geholpen moet worden en het enige discussiepunt is welke maatregelen daarbij passen.
Vooruitgangsgeloof Een andere verklaring voor het ‘uit de tijd’argument kunnen we vinden in het vooruitgangsgeloof. Dit betreft de gedachte dat de werkelijkheid om ons heen, de wereld, de samenleving, zich met de tijd ontwikkelen naar een zeker stadium van volmaaktheid. Wie zich richt op vooruitgang, ziet geschiedenis als ballast. Dit vooruitgangsgeloof stamt voornamelijk uit de tijd van de Verlichting. Het zet zich af tegen religie. Christenen geloven veelal niet in maakbaarheid, maar er-
Wie zich richt op vooruitgang, ziet geschiedenis als ballast.
kennen juist beperkingen en hebben naast hoop, ook zorgen voor de toekomst. Zij zoeken hun heil allereerst en vooral bij God, waar vele anderen de rede als ultieme sleutel tot de vooruitgang zien. Vandaar dat het vooruitgangsgeloof ook in strijd is met het christelijk geloof.4 Dat zoekt het heil niet op deze aarde en is niet uit op politieke macht, in tegenstelling tot de Islam, dat uit lijkt op wereldheerschappij. Voor de vooruitgangsgelovigen is de (christelijke) religie dus achterhaald, het correspondeert niet meer met de vooruitgang om ons heen en het geloof in maakbaarheid. Ook zou de wetenschap de antwoorden hebben op alle vragen, en waar zij dat nog niet heeft, is men snel bezig de waarheid stukje bij beetje te ontrafelen. OnZICHT 2011-1 | maart 2011
dermeer door de twee wereldoorlogen is het geloof in vooruitgang sterk teruggenomen, maar op allerlei manieren heeft het nog steeds zijn uitwerking. Politiek gezien met name bij partijen die een grote overheid op het oog hebben, een overheid die weet wat goed is voor haar burgers. Qua ideeën bijvoorbeeld zien we het terug bij het socialisme en het darwinisme.5 De SGP wordt regelmatig aangemerkt als een partij met middeleeuwse ideeën. De opvattingen over de verhouding tussen man en vrouw, gezin, invulling van de zondag en de ethische en morele standpunten, ze zeggen de seculiere burger weinig meer. Ja, in Iran, daar houden ze dergelijke standaarden er nog op na, zo wordt beweerd. Toch bewijst de praktijk het tegendeel. Het aantal abortussen ten opzichte van het aantal levendgeborenen is in Nederland gestegen. Verscheurde gezinnen blijken meer dan eens ten grondslag te liggen aan latere ontsporingen van jongeren. Vrouwen worden in alle openheid als lustobject weggezet (zelfs de Reclame Code Commissie achtte de vrouwonterende reclames van Suit Supply niet grensoverschrijdend). Op steeds meer terreinen wordt zichtbaar wat de desastreuze effecten van zelfontplooiing, vooruitgangsgeloof en individualisering zijn voor het gezag, het huwelijk en het gezin. Het is dan ook de taak van de SGP om, in weerwil van snel wijzigende inzichten en hypes, vast te houden aan haar opvatting over de taak van de overheid en de bijbelse visie op huwelijk en gezin. De SGP - als partij vóór het leven - heeft nog op geen enkele manier aan relevantie ingeboet. De partij zal moeten proberen om allianties aan te gaan met groepen burgers en maatschappelijke organisaties die zich bewust worden van de onterechte claims van het vooruitgangsgeloof.
Secularisme | W. van den Berg MSc en drs. G.P. Schipaanboord, Seculiere partijen hebben blinde vlek voor geschiedenis
43
Rol van geschiedenis in politiek De vraag dringt zich op wat de strategie van christenpolitici moet zijn in een politieke omgeving die op geen enkele manier rekening houdt met wat historisch is gegroeid. Is een christenpoliticus een museumdirecteur die zich tot doel stelt het historisch gegevene te bewaren en af te schermen voor invloeden van buitenaf? Nee, want een conservatisme dat niet gevoed wordt door gereformeerde uitgangspunten staat wankel tegenover de progressieve verleiding. Het is echter wel jammer dat ook christenen vaak weinig waardering hebben voor christelijke instituties en de vele christelijke symbolen die in onze samenleving te vinden zijn. Ze versmallen de zeggingskracht van het christendom tot het belang van individueel geloof. Vanuit onze gereformeerde identiteit belijden wij dat de Bijbel niet alleen gezag heeft over het leven van individuele christenen, maar ook voor de ordening van de samenleving. Vanuit die overtuiging zijn we uiterst zuinig op alles wat in onze samenleving verwijst naar het christendom. We reduceren het belang ervan als we zeggen dat het
slechts vormen zijn. Het randschrift op de twee euro munt ‘God zij met ons’, is een belijdenis.6 De verdediging van die belijdenis raakt het hart van de christelijke politiek. We zijn geroepen om de politiek die van een dergelijke belijdenis afwil met de verwijzing dat dit ‘uit de tijd is’ krachtig te bestrijden. Christus is immers van alle tijden. Natuurlijk leert de geschiedenis ons lessen. Het zou onverstandig zijn om deze te negeren. En met name op technisch en wetenschappelijk gebied ontstaan er steeds meer mogelijkheden. Verouderde en niet-effectieve methodes om bijvoorbeeld ziekten te bestrijden kunnen dus wel degelijk uit de tijd zijn. Nieuwe oplossingen brengen echter ook weer nieuwe kwalen met zich mee. Denk aan de chaos die kan ontstaan wanneer complexe, veelomvattende digitale systemen niet functioneren, of het razendsnel opkomen van nieuwe virussen die resistent blijken voor bestrijdingsmiddelen. Technieken kunnen verouderen, in tegenstelling tot de woorden en de waarheden uit de Bijbel, want “Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en in der eeuwigheid” (Hebreeën 13 vers 8). «
Noten 1. Reformatorisch Dagblad, 18 november 2010. 2. Zie het briljante essay van Martin Sommer, ‘Zwevende politici: over de onderbouwing van twintig jaar radicale onderwijsvernieuwingen’ in: Frank Ankersmit en Leo Klinkers (red.), De tien plagen van de staat, Van Gennep, 2008, 193. 3. Een kwalificatie van Herman Tjeenk Willink, vice-president van de Raad van State. 4. Dit wordt ondermeer betoogd door dr. W. Aalders in Schepping of geschiedenis. Over de tegenstelling tussen de christelijke hoop en het moderne vooruitgangsgeloof, Den Haag, 1969 5. ‘Het falen van het vooruitgangsgeloof, de tegenstelling tussen de horizontale geschiedenis en de verticale hoop.’, Kristiaan de Vries, in Documentum 2009 nr. 1, p. 14. Een artikel ter voorbereiding op een lezing door prof. dr. C.G. den Hertog over de gebondenheid van de mens. 6. Ontleend aan Romeinen 8 vers 31: ‘Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?’.
ZICHT 2011-1 | maart 2011
Secularisme | Mr. drs. B.D. Hengstmengel, Herman Dooyeweerd en de mythe van levensbeschouwelijke neutraliteit
44
thema
Een belangrijke vooronderstelling van seculiere visies op politiek en samenleving is de (vermeende) levensbeschouwelijke neutraliteit ervan. In de filosofie van Herman Dooyeweerd kunnen goede aanknopingspunten gevonden worden om deze mythe van neutraliteit door te prikken. In het onderstaande schets ik enkele hoofdlijnen van zijn denken.1
Mr. drs. B.D. Hengstmengel, filosoof en ondernemer
Herman Dooyeweerd en de mythe van levensbeschouwelijke neutraliteit Dooyeweerd Herman Dooyeweerd (1894-1977) is de grootste Nederlandse filosoof van (in ieder geval) de twintigste eeuw. Zijn denken, dat bekend staat als de ‘wijsbegeerte der wetsidee’, biedt een wijsgerige ontmaskering van het seculiere denken én een alternatieve, christelijke filosofie. De filosofie van Dooyeweerd is, mede door het geheel eigen vocabulaire, niet eenvoudig. Wie de moeite neemt er in door te dringen, raakt echter onder de indruk van ZICHT 2011-1 | maart 2011
de diepgang, reikwijdte en originaliteit ervan. Dooyeweerd is afkomstig uit een gezin van trouwe volgelingen van Abraham Kuyper. Dooyeweerd studeerde rechten aan de toen nog kleine Vrije Universiteit (VU) en promoveerde op een staatsrechtelijk proefschrift. Na een korte ambtelijke loopbaan kreeg hij de leiding over het nieuwe wetenschappelijk instituut van de Anti-Revolutionaire Partij (ARP). In 1926 werd Dooyeweerd, toen 31 jaar oud, benoemd tot hoogleraar in de rechten
Secularisme | Mr. drs. B.D. Hengstmengel, Herman Dooyeweerd en de mythe van levensbeschouwelijke neutraliteit
45 en rechtsfilosofie aan de VU. Hij ontwikkelde zich gaandeweg tot een filosoof en bouwde aan een wijsgerige fundering van de neocalvinistische levens- en wereldbeschouwing. Het grote werk waarin Dooyeweerd zijn gedachten in volle breedte voor het eerst systematisch uitwerkte is het driedelige De wijsbegeerte der wetsidee (1935-1936).2 Door de vertaling van zijn magnum opus vond de wijsbeerte van Dooyeweerd ook zijn weg naar (vooral) Noord-Amerika.
Filosofie Dooyeweerd verzet zich tegen de autonome zelfgenoegzaamheid en vermeende neutraliteit van de menselijke rede, één van de dogma’s van veel Verlichtingsfilosofie. Dooyeweerd benadrukt de noodzakelijk religieuze aard van het theoretische (wetenschappelijke) denken. ‘Religieus’ moet hier in de ruime betekenis van ‘levensbeschouwelijk’ worden opgevat en omvat ook atheïstische en agnostische stellingnames. Dooyeweerds analyse is gericht op de filosofie, door hem opgevat als een vorm van theoretisch denken die zich richt op de ‘zintotaliteit’ en als ‘totaalwetenschap’ het meest fundamentele vakgebied vormt. De verschillende vakwetenschappen kunnen echter niet zonder filosofische analyse. Wie op zoek gaat naar de grondslagen van een vakgebied komt bij de filosofie uit. Wat Dooyeweerd over de filosofie zegt, heeft dus evenzeer zeggingskracht voor – bijvoorbeeld – het denken over politiek en samenleving. Bij zijn benadering van de filosofie staat Dooyeweerd in de lijn van Kuypers adagium dat er geen levensterrein is waarvan Christus niet zegt: “Het is Mijn!”.3 Er is een scherpe antithese tussen allen die zich tot hun SchepZICHT 2011-1 | maart 2011
per richten en allen die in afval van Hem voortleven. Deze antithese bestaat ook in het denken. Dooyeweerd beoefent een zogenaamde ‘transcendentale kritiek’ van het denken, dat wil zeggen: een onderzoek naar de mogelijkheidsvoorwaarden van het menselijke denken. Met zijn transcendentale kritiek van het denken wil Dooyeweerd van iedere wijsbegeerte het religieuze uitgangspunt blootleggen. Vanuit deze openheid kan vervolgens op basis van gedeelde overtuigingen een discussie gevoerd worden met andersdenkenden. Dooyeweerd benadrukt daarbij enerzijds de samenhang en oorsprong van de werkelijkheid, anderzijds de religieuze bepaaldheid van het denken als zodanig.
Dooyeweerd verzet zich tegen de autonome zelfgenoegzaamheid en vermeende neutraliteit van de menselijke rede Aspectenleer De werkelijkheid toont zich in samenhang aan ons en kan slechts door middel van een abstractie van de alledaagse werkelijkheidservaring vakwetenschappelijk worden bestudeerd. Dooyeweerd werkt dit uit aan de hand van zijn aspectenleer, het pronkstuk van zijn filosofie. Wie de rijkdom van de werkelijkheid tot zich laat doordringen, kan verschillende aspecten onderscheiden (ervaringswijzen, wijzen van zijn). Zo zijn er het fysische, biotische, psychische, historische, talige, sociale, economische, esthetische en juridische aspect, elk met eigen normen en
Secularisme | Mr. drs. B.D. Hengstmengel, Herman Dooyeweerd en de mythe van levensbeschouwelijke neutraliteit
46 wetmatigheden. Dooyeweerd onderscheidt in totaal vijftien aspecten. Feitelijk wordt in verschillende wetenschappen steeds een aspect van de geschapen werkelijkheid onderzocht. De eigen aard van ieder aspect maakt dat het niet vanuit wetten en begrippen van een ander aspect kan worden beschreven of verklaard. Het ene aspect kan niet tot het andere worden gereduceerd zonder iets wezenlijks te verliezen. Zo kan recht (rechtvaardigheid) niet tot het sociale, economische of talige aspect worden gereduceerd, ook al staat het daar niet los van. Uitvoerig analyseert Dooyeweerd hoe de verschillende aspecten van de werkelijkheid onverbrekelijk samenhangen en de uitdrukking zijn van een totaliteit. Van de verschillende aspecten schetst hij hun karakterisering en afgrenzingen, wetmatigheden en onderlinge verwijzingen. Een verabsolutering van één van de aspecten leidt tot een ‘-isme’ in de wetenschap, zoals een naturalisme, psychologisme, historisme of economisme.
Denken vanuit het hart Hoe verhoudt de mens zich tot de aspecten? De mens functioneert in alle aspecten van de werkelijkheid, maar hij is tot geen ervan te herleiden. De mens kan redeneren (logischanalytische functie), maar ook voelen (sensitieve functie), een ervaring van schoonheid hebben (esthetische functie), een juridisch oordeel hebben (juridische functie), een moreel oordeel hebben (morele functie) en geloven (geloofsfunctie). Mens-zijn heeft dus plaats in al deze aspecten. Anders gezegd: de mens heeft verschillende functies. De logischanalytische functie is niet de hoogste. Het (theoretische) denken is niet heersend. Het is slechts één van de menselijke functies. Met de functies is de mens echter nog niet volleZICHT 2011-1 | maart 2011
dig gevat. Het ‘ik’ (zelf, ego) van de mens overstijgt zijn functies. ‘Ik’ weet dat ik denk, voel of geloof en ik kan er richting aan geven. Daarmee ben ik niet te reduceren tot deze functies. Wanneer bovendien aan het denken richting gegeven wordt – de denkfunctie wordt gestuurd – kan het denken zich zelf niet funderen. Dooyeweerd verzet zich tegen een zogenaamde ‘immanentiefilosofie’, dat wil zeggen: een filosofie die de oorsprong en betekenis van de werkelijkheid slechts wil verklaren vanuit het denken (de rede) zelf. Het denken kan zichzelf niet funderen, maar staat in dienst van iets anders. Er wordt positie gekozen voorafgaand aan het denken.4 Om de totaliteit in beeld te krijgen is een extern vast punt nodig, een ‘uitkijktoren’, door Dooyeweerd een ‘Archimedisch punt’ genoemd, dat de verscheidenheid van de werkelijkheid overstijgt, zonder los te staan van het denkende ‘ik’. Het ‘ik’ wordt door Dooyeweerd ook wel het hart genoemd, het centrum van het mens-zijn, de religieuze kern. De mens reflecteert ermee op zichzelf. Het hart is de religieuze wortel van het denken en het menselijke bestaan 5, door Kuyper aangeduid als dat punt in ons bewustzijn waar het leven nog ongedeeld is, het contactpunt tussen God en mens. Juist omdat het denken gericht is op de zintotaliteit kan de denkende mens niet zonder kritische zelfreflectie. Het denkende ‘ik’ kan niet onaangeroerd blijven, het kan niet neutraal zijn. Zelfkennis kan nooit louter theoretisch (wetenschappelijk) van aard zijn. Volgens Dooyeweerd is alleen door godskennis werkelijke zelfkennis mogelijk. Hierin staat hij in lijn met het denken van Augustinus en Calvijn.6 Bij theoretisch (wetenschappelijk) denken abstraheren we een bepaald aspect uit de samenhang van de werkelijkheid. Wat in een
Secularisme | Mr. drs. B.D. Hengstmengel, Herman Dooyeweerd en de mythe van levensbeschouwelijke neutraliteit
47 bepaalde wetenschap geabstraheerd en geanalyseerd (‘uiteen gelegd’) wordt, moet echter ook weer worden teruggebracht in het geheel van de werkelijkheid (synthese). Bij deze synthese spelen eveneens opvattingen over samenhang, eenheid en oorsprong van de werkelijkheid noodzakelijk een rol. De synthese kan slechts plaatsvinden vanuit een boventheoretisch (of voortheoretisch) standpunt. De Amerikaanse, door Dooyeweerd geïnspireerde filosoof Roy Clouser schreef een boek getiteld: The Myth of Religious Neutrality (herziene editie 2005), waarin hij voortbouwt op Dooyeweerds gedachte van een voortheoretische, religieuze positiekeuze.7 Volgens Clouser vraagt iedere wetenschappelijke theorie om ‘divinity beliefs’. Om een coherente theorie te vormen moet de theoreticus altijd uitgaan van iets dat hij voor vast aanneemt, dat zelf-
genoegzaam of ‘ultimate reality’ is. Hierin wordt – veelal onbewust – onvermijdelijk een religieus standpunt ingenomen. Doorgaans wordt een deel van de natuurlijke werkelijkheid opgevat als ultimate reality. Dit leidt tot een problematisch reductionisme. Slechte wetenschap en een verkeerde religieuze positiekeuze komen hier samen.8
Tot slot De filosofie van Dooyeweerd is deels tijdgebonden, omdat hij in gesprek is met de denkers uit zijn tijd. Enkele kerngedachten zijn echter hoogst actueel. De belangrijkste is dat een denker al een levensbeschouwelijke positie heeft ingenomen voordat hij filosofeert. Het is dit ‘perspectivisme’ dat – opvallend genoeg – in de strijd van het postmoderne denken tegen een universeel opgevatte, neutrale rede volledig erkend wordt.9 «
Noten 1. Voor een uitgebreidere bespreking, zie Bas Hengstmengel, ‘Herman Dooyeweerd (1894-1977)’, in: Thierry Baudet & Michiel Visser (Red.), Conservatieve vooruitgang, Amsterdam: Bert Bakker 2010, p. 210-230. 2. Herman Dooyeweerd, De Wijsbegeerte der Wetsidee, Amsterdam: Paris 1935-1936. Later verscheen een Engelse vertaling en uitbreiding onder de titel A New Critique of Theoretical Thought (4 delen, Amsterdam/Philadelphia, 1953-1957). 3. In de woorden van de Noord-Amerikaanse Kuyperiaan en Dooyeweerdiaan H. Evan Runner: “Life is Religion!”. 4. Vanuit dit inzicht kan Luthers stevige uitspraak begrepen worden dat de rede de “hoer van de duivel” is: de rede laat zich inzetten voor ieder doel. (Ook voor de apologetiek en christelijke filosofie, zo voeg ik er graag aan toe.) 5. Vgl. Spreuken 4 vers 23: ‘Behoed uw hart boven al wat te bewaren is, want daaruit zijn de uitgangen des levens’. 6. Wat Calvijn betreft, zie de openingswoorden van de Institutie. 7. Roy A. Clouser, The Myth of Religious Neutrality: An Essay on the Hidden Role of Religious Beliefs in Theories, Revised Edition, Notre Dame: University of Notre Dame Press 2005. Aan het eind van zijn boek geeft Clouser een aanzet tot een nietreductionistische theorie over de samenleving en de staat. 8. In zijn denken over recht, staat en samenleving heeft Dooyeweerd het christelijk-calvinistische denken met name geplaatst tegenover het problematische denken dat uitgaat van een zogenaamd humanistisch grondmotief. Hij heeft dit – wat de staatsleer betreft – ondermeer uitgewerkt in zijn vroege werk De crisis der humanistische staatsleer in het licht eener calvinistische kosmologie en kennistheorie (1931), de rectorale rede De strijd om het soevereiniteitsbegrip in de moderne rechtsen staatsleer (1950) en – wat de sociale filosofie betreft – in het derde deel van A New Critique. 9. De Amerikaanse filosoof Nicholas Wolterstorff, een leerling van Dooyeweerd, heeft een christelijk perspectivisme uitgewerkt op het gebied van de wetenschapsfilosofie. Zie bijvoorbeeld zijn vertaalde boeken De rede binnen de grenzen van de religie (1993) en Van zekerheid naar trouw (1996).
ZICHT 2011-1 | maart 2011
Secularisme | Mr. M. Bogerd, Column Brandpunt
brandpunt
48
Groen Rechts Het speelde zich in de vorige eeuw af. Een SGP’er hield een inleiding over Groen van Prinsterer. In het vuur van zijn betoog plaatste hij de komma verkeerd. In plaats van dat hij Groen juist citeerde: “Een staatsman niet, een Evangeliebelijder!” riep hij uit: ”Een staatsman, niet een Evangeliebelijder.” Ik moest er aan denken toen ik het thema van dit nummer hoorde. Volgens mij heeft Charles Taylor de titel van zijn boek Een seculiere tijd. Geloof en ongeloof in de wereld van nu overgenomen van Groen. Maar dat ter zijde. Kennen we de titel, maar bovenal de inhoud, van Groens standaardwerk nog? Prof. mr. D.P.D. Fabius, eens lid van de Raad van State, beval elke confessionele politicus aan, desnoods om de andere winter, dit prachtige boek te lezen. Nu vind ik het nooit zo prettig iets voorgeschreven te krijgen, maar in dit geval kan het beslist geen kwaad wanneer iedere christenpoliticus dit boek (weer) eens ter hand neemt en bestudeert. Het zorgt er voor dat ze hun christelijk peil wat opvijzelen en bovendien niet zomaar er wat uit balken. Overigens komen ezels helaas in elke partij voor… Ongeloof en Revolutie is een rijke bron waaruit geput kan worden in deze tijd van politieke heroriëntatie en geestelijke desoriëntatie. Terecht noemde prof. mr. dr. I.A. Diepenhorst Groens meesterwerk een bewogen en magistraal getuigenis tegen de geest des tijds. Groen stelde dat het verlaten van het Evangelie in staat en samenleving, via een werelds vrijheidsideaal, uitloopt op anarchie. Was Groen somber gestemd toen hij zei, dat het handhaven van Gods geboden op den duur zal worden gekwalificeerd als intolerant? En zet de ontkerstening zich door, zo betoogde Groen, dan is onderdrukking en vervolging van de christelijke kerk slechts een kwestie van tijd. Waar God als Bron van alle gezag en recht wordt geschrapt, telt alleen de regel van de helft plus één. Het gevolg is dat het beleid voortdurend wordt aangepast en het roer telkens wordt omgegooid. Volgens Groen is het enige antwoord op dit seculiere denken de terugkeer naar Gods geboden. Een voortgaande reformatie! Werken we daar al aan? In bescheidenheid, maar met vrijmoedigheid. Graag gun ik Groen het laatste woord: “Laten we ons omkeren. Bij Gods geboden alleen vinden we heil. Die te zoeken is de onmisbare voorwaarde om op de enige weg te geraken welke naar het geluk der volkeren leidt.” Rien Bogerd ZICHT 2011-1 | maart 2011
Secularisme | Dr. K. van der Zwaag, GroenLinks en het secularisme
49
thema
De politieke partij GroenLinks bestaat twintig jaar. Deze uitgesproken vrijzinnige partij heeft het seculiere denken hoog in haar vaandel staan. Daarvan getuigt een recent jubileumboek en de laatste kwartaaluitgave van het blad De Helling, gewijd aan godsdienstvrijheid en emancipatie.
Dr. K. van der Zwaag, redactievoorzitter
GroenLinks en het secularisme
De titel van het jubileumboek laat zien hoe de partij zich ontwikkelde van een partij die activistisch op de straat stond naar een partij die koerst “naar de staat”, zich gouvernementeel opstelt met het oog op regeringsdeelname. GroenLinks is in 1989 voortgekomen uit de fusie van de Communistische Partij van Nederland (CPN), de Pacifistisch Socialistische Partij (PSP), de Politieke Partij Radicalen (PPR) en de Evangelische Volkspartij (EVP). De kleuZICHT 2011-1 | maart 2011
ren groen en rood symboliseren de partij. Rood staat voor socialisme, maar de laatste jaren lijkt het linkse rood zich te mengen met liberaal blauw, waaruit paars ontstaat, óók een geliefde kleur bij deze groene partij. De partij ontwikkelde zich in haar geschiedenis naar het politieke midden, al blijft de partij radicaal als het gaat om het milieu, economische krimp en mondiale solidariteit. Op sociaaleconomisch gebied was de verschuiving het grootst: een ontwikkeling van
Secularisme | Dr. K. van der Zwaag, GroenLinks en het secularisme
50 plansocialisme naar aanvaarding van de markeconomie, met een actieve en regulerende rol van de staat. De democratisering van staat en samenleving bleef op de agenda staan, maar de eisen werden ook hier voorzichtiger en minder radicaal. GroenLinks bleef de multiculturele samenleving verdedigen maar sprak vaker van een vrijzinnige samenleving.
Minder radicaal, meer liberaal GroenLinks is niet specifiek liberaal, maar wel liberaal op het punt van ethische kwesties als abortus, homoseksuele relaties en verdraagzaamheid. In 2010 vond driekwart van de leden dat een zwangere vrouw altijd een abortus moet kunnen krijgen als ze baby niet wil hebben. Liberalisme op cultureel en ethisch gebied gaat ook vaak samen met kosmopolitisme, openheid voor andere culturen en zeden. Europese eenwording kreeg binnen de partij ook gaandeweg meer waardering. De doorsnee GroenLinkser was hoogopgeleid,
De doorsnee GroenLinkser was hoogopgeleid, onkerkelijk, milieubewust, pro-Europees, tolerant, en naar eigen mening zeer links. onkerkelijk, milieubewust, pro-Europees, tolerant, en naar eigen mening zeer links. De partij lijkt dan ook op de D66. Toch wordt tussen deze twee partijen minder gewisseld qua stemgedrag vergeleken met het grensverkeer tussen PvdA, SP en GroenLinks. Concluderend: GroenLinks is minder utopisch en radiZICHT 2011-1 | maart 2011
caal, maar niet minder groen en ook niet minder links geworden. De partij lijkt volgens Paul Lucardie en Gerrit Voerman klaar voor regeringsdeelname, zowel programmatisch als organisatorisch.
Individueel recht In het laatste themanummer van het blad De Helling (orgaan van het Wetenschappelijk Bureau van GroenLinks) over godsdienstvrijheid en secularisme1 zet voormalig lijsttrekker Femke Halsema uiteen hoezeer dat vrijheid van godsdienst voor haar in de eerste plaats een individueel recht is. Elk mens in Nederland mag volgens haar geloven wat hij wil en dat uitdragen. De staat komt een belangrijke taak toe om deze individuele vrijheid te beschermen en mensen ervan te weerhouden om (anders)gelovigen te vernederen of te beledigen. Zij vindt als “seculier en progressief politicus” deze fundamentele vrijheid van groot belang en zij vertaalt dit concreet naar de vrijheid van de moslima om te leven naar haar eigen inzichten (dus zonder verplichte hoofddoek en de knellende banden van de moslimgemeenschap), en de gelijkwaardigheid van hetero’s en homo’s. In dat kader keert zij zich ook tegen het uitsluiten van vrouwen van het passief kiesrecht door de SGP en het weren van homoseksuelen op reformatorische scholen. De Tilburgse theoloog Erik Borgman stelt in reactie op Halsema dat zij nog steeds denkt dat de staat het neutrale instrument is dat slechts in goede handen hoeft te zijn om ten goede te werken. “Dat bepaalde terreinen juist van overheidsinmenging moeten worden gevrijwaard om goed te kunnen functioneren, lijkt zij niet in te zien. Laat staan dat religie één van deze sferen is.”
Secularisme | Dr. K. van der Zwaag, GroenLinks en het secularisme
51 Een belangwekkend artikel in het nummer van De Helling is van Yolanda Jansen, docent sociale en politieke filosofie aan de Universiteit van Amsterdam. Het gaat over “Secularisme, scheiding van kerk en staat en islam”. Zij stelt dat in Nederland en veel andere Europese landen steeds vaker een beroep wordt gedaan op een strikte scheiding van kerk en staat in beleidsvorming ten aanzien van de islam. Regelmatig worden ook de geschiedenis van het secularisme en de Verlichting aangeroepen als antwoord op de crisis van het multiculturalisme. Dit sterker wordende secularistische debat is volgens haar herkenbaar in Frankrijk waar na 1989 de laïcité2 lange tijd een gematigd en liberaal antwoord op de racistische strategieën van Le Pen. Ook in andere Europese landen lijkt secularisme het fatsoenlijke alternatief voor populistische anti-islam betogen. “Voor linkse politiek lijkt het een goede, zelfs veelbelovende optie voor de omgang met de islam. Want hoewel secularisme niet per se de zichtbaarheid van de islam in Europa bevordert, gaat het hier niet, zo is de gedachte, om de uitsluiting van de islam, of eventueel zelfs om racisme ten aanzien van moslims.” Secularisme wordt juist opgevat als de neutraliteit van de staat ten aanzien van alle religies. “Religies dienen vrijgelaten te worden door de staat, mits ze de gewetensvrijheid van anderen maar respecteren en mits hun waarden en praktijken niet indruisen tegen de grondrechten van ieder individu in de liberale rechtsstaat.” In Nederland zijn op dit moment twee vormen van versterkte interesse voor het secularisme aanwijsbaar. Institutioneel wordt de scheiding van kerk en staat aangehaald om onder meer het subsidiebeleid voor islamitische organisaties te versoberen. Jansen wijst ZICHT 2011-1 | maart 2011
op de nieuwe burgemeester van Amsterdam, Eberhard van der Laan, die heeft aangekondigd het subsidiebeleid voor de scholing van imams (dat onder Job Cohen werd beredeneerd op grond van “compenserende en/of inclusieve neutraliteit”) te willen afschaffen met een beroep op een scherpere scheiding van kerk en staat. Yoeri Albrecht, directeur van De Balie, en filmmaker Eddy Terstall stelden: “Wellicht keert links eindelijk terug naar zijn seculiere wortels. Weg van het groepsdenken, terug naar het mensdenken. De gebruikelijke religiofilie lijkt al bijna ouwe koek. Gewetensvrijheid lijkt terug op de linkse agenda”.3
Wellicht keert links eindelijk terug naar zijn seculiere wortels. Weg van het groepsdenken, terug naar het mensdenken.
Jansen kritiseert het beroep op de laïcité in verband met de afwijzing van financiële steun aan religieuze, vaak islamitische organisaties. Er wordt meestal niet bij vermeld dat in Frankrijk, net als in Nederland, een financieringssysteem van de overheid bestaat voor christelijke scholen en voor het onderhoud van christelijke gebouwen. Evenmin wordt verwezen naar die vormen van islam die wel van bovenaf, door de overheid gefinancierd – en gestuurd – worden. Ook wordt in de Franse debatten vaak gesuggereerd dat het secularisme de enige garantie is voor de gewetensvrijheid en respect voor de mens. De laïcité garandeert echter niet de neutraliteit van de staat ten aanzien van religie: ze maakt
Secularisme | Dr. K. van der Zwaag, GroenLinks en het secularisme
52 namelijk zelf deel uit van de politieke geschiedenis en is een instrument voor de Franse staat om bevolkingsgroepen en individuen te besturen en te controleren. Juist dit machtsaspect van de laïcité blijft volgens Jansen vaak onderbelicht in hedendaagse lofzangen op de intellectuele verworvenheden van de verlichting en de scheiding van kerk en staat.
Nederlandse integratietests en inburgeringseisen staan in de internationale sociologie inmiddels bekend als behorend tot ‘de meest cultureel gekleurde, secularistische en assimilationistische van de hele Europese Unie’. Wat Nederland betreft staan de integratietests en inburgeringseisen in de internationale sociologie inmiddels bekend als behorend tot “de meest cultureel gekleurde, secularistische en assimilationistische van de hele Europese Unie”, aldus Jansen. Het is de vraag of ze nog liberaal te noemen zijn. Sinds 11 september 2001 is de nadruk op hoofddoeken en moskeeën als ‘indringers’ in de vermeend neutrale publieke ruimte in alle Europese landen toegenomen. Het hedendaagse anti-islam denken, dat beweert niet
over moslims maar enkel over ‘de islam’ te gaan, begint volgens Jansen te lijken op de typisch moderne vorm van antisemitisme waar de Franse geassimileerde Joden in de Derde Republiek mee te maken kregen. Haar conclusie: “Secularisme als discours in een Europa dat de neutraliteit van de staat ten aanzien van religie op geen enkele wijze echt realiseert, staat in dienst van een onrechtvaardige politiek. Daar hoef je geen ‘religiofiel’ voor te zijn. Het serieus nemen van vrijheid, gelijkheid en een beetje solidariteit is voldoende.” Een interessante bijdrage die vanuit linkse c.q. vrijzinnige hoek vragen stelt bij het secularisme en het alom geprezen laïcité-beginsel. Bij GroenLinks blijkt het secularisme evenwel een duidelijke vooronderstelling die zo nu en dan leidt tot intolerante bejegening van christenen en moslims die er absolute waarheidsopvattingen op na houden. In dat opzicht lijkt de partij veel op D66. Een kritische zelfreflectie naar de eigen vooronderstellingen zou geen kwaad kunnen om te beseffen dat politieke neutraliteit, zeker in levensbeschouwelijk opzicht, een onmogelijke zaak is. N.a.v. Paul Lucardie & Gerrit Voerman, Van de straat naar de staat? GroenLinks 1990-2010; uitg. Boom, Amsterdam, 2010; 269 blz.; € 24,50; “Godsdienstvrijheid en emancipatie”, winternummer De Helling, kwartaalblad voor linkse politiek (uitgegeven door het Wetenschappelijk Bureau van GroenLinks). «
Noten 1. Verschenen in december 2010. 2. Dit begrip betekent dat de staat en het publieke domein gevrijwaard zijn van elke vorm van godsdienst. 3. De Volkskrant, 22 oktober 2010.
ZICHT 2011-1 | maart 2011
Secularisme | Drs. P.J. Verheij RA, Religie in het lokale publieke domein
53
lokaal vizier – 1
Er is nagenoeg geen gebied te noemen waar scherper de kloof tussen gereformeerd ideaal en realiteit zichtbaar is dan op het terrein van religie in het publieke domein. Er is sprake van een historische ‘politieke afspraak’ over de scheiding van kerk en staat. Deze wordt vaak ten onrechte door velen als een scheiding tussen geloof en politiek beschouwd.
Drs. P.J. Verheij RA, redactielid
Religie in het lokale publieke domein Kerk, staat, geloof en politiek
De SGP heeft met de invulling van de ‘scheiding van kerk en staat’ en de wijze waarop daar een (absoluut) beroep op wordt gedaan altijd veel moeite mee gehad. Niet dat kerk en staat volgens de SGP geen onderscheiden domeinen zijn waar ieder eigen bevoegdheden heeft. Integendeel. Kerk en staat zijn ieder op hun eigen domein verantwoordelijk en verantwoording schuldig tegenover God. Het punt is dat door de SGP een zogenaamde ‘neutrale staat’ altijd is afgewezen. Want ook de ‘neutrale staat’ heeft een normatief uitgangspunt en is dus een ‘idee fixe’. Het zijn veelal liberalen die fervent strijden voor gelijkheid en een soort ZICHT 2011-1 | maart 2011
van neutraliteit, maar daarin veelal zo ver gaan dat dit juist voor religieuze groepen tot beperkingen leidt. Tolerantie is in de Nederlandse cultuur met joods-christelijke wortels altijd een groot goed geweest. De tolerantie van de ‘gelijkheidsdenkers’ van vandaag is echter maar zeer beperkt. Tegelijk is er sprake van grondwettelijk vastgelegde vrijheden die afhankelijk van het maatschappelijk perspectief gewogen kunnen worden. Vanuit het Bijbelse principe kunnen er bezwaren leven tegen vrijheid van godsdienst, maar tegelijk kan het in een tijd waar christenen steeds verder de minderheid worden een bescherming bieden.1
Secularisme | Drs. P.J. Verheij RA, Religie in het lokale publieke domein
54
Gereformeerd beginsel Staatkundig gereformeerde uitgangspunten, met name het tot meerdere erkenning brengen van de beginselen van Gods Woord, de overheid als dienares van God en het hanteren van Gods Woord als norm voor het publieke leven, staan inmiddels ver af van de praktijk van alle dag. De historisch gegroeide scheiding van kerk en staat wordt overigens ten onrechte door velen als een scheiding tussen geloof en politiek beschouwd. Historisch zijn de woorden in de eerste rede van ds. G.H. Kersten (1886-1948) als parlementariër: ‘Voorzitter, tussen Christendom en politiek bestaat m.i. een nauw verband, dat elke Christen
De historisch gegroeide scheiding van kerk en staat wordt ten onrechte door velen als een scheiding tussen geloof en politiek beschouwd. roept, naar zijn vermogen ook op politiek terrein te kampen voor de handhaving der beginselen, die in het Woord Gods hun bodem vinden. De leuze, dat men zijn godsdienstige overtuiging maar voor zichzelf moet houden en niet verder doen blijken dan binnen de muren van zijn binnenkamer, is m.i. te afdoende weerlegd, dan dat men er nog bijzondere aandacht aan verlenen zou. Wie deze weerlegging niet begrepen, zullen (wonderen uitgesloten), naar ik vrees, wel nooit tot licht in dezen komen. Voor ieder ander is het duidelijk, dat, gelijk een zuurdesem het deeg geheel doortrekt, zoo ook het Christelijke levensbeginsel geheel den mens doortrekt, ZICHT 2011-1 | maart 2011
en zijn denken en doen beheerst. Niet alleen in huis, maar ook op school en in kerk en maatschappij en Staat moet het Christelijke principe den belijder der waarheid dringen, de beginselen van het Woord Gods te doen schijnen als een licht in de wereld”.
Geen misverstand Het mag ook in deze tijd niet tot misverstanden leiden dat de SGP een overheid nastreeft die zorg draagt voor de publieke naleving van de Tien Geboden. Verder staat in artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis verwoord dat de overheid de ware religie heeft te onderhouden, te beschermen en te bewaren en valse religies heeft te weren. Daarbij is een heldere uitleg van de ‘21 woorden’ een vereiste. In de praktijk van alledag zal als leidraad moeten gelden ‘oprecht als de duiven en voorzichtig als de slangen’ te zijn. Daarnaast moet en mag ook in alle vrijmoedigheid op onze Bijbelse principes en uitgangspunten gewezen worden. Het gaat niet om breedvoerige beschouwingen maar vaak kan al kort en kernachtig neergezet worden wat het vertrekpunt is waarop het oordeel van de SGP bij beleidsvoorstellen is gebaseerd. Zo ook bij voorstellen van het College van Burgemeester en Wethouders die religie, kerk of moskee betreffen.
Lokaal evenwicht In veel gemeenten is sprake van een zeker historisch gegroeid evenwicht in het publieke domein tussen seculieren en confessionelen. Groepen die elkaars verschillen kennen en respecteren, ook voor wat betreft religieuze uitingen, de ambtseed en/of het ambtsgebed, wel of geen activiteiten op zondag, evenementen en omgang van de overheid met kerken. Ook SGP’ers zijn zich ervan bewust dat
Secularisme | Drs. P.J. Verheij RA, Religie in het lokale publieke domein
55 het daarbij gaat om compromissen. In de regel zijn SGP’ers terughoudend om bij het ontstaan van een confessionele meerderheid aan deze compromissen te tornen. Echter, juist bij het opkomen van het assertief secularisme wordt op dit evenwicht de aanval ingezet. Religieuze instellingen moeten dan vooral niet meer gesubsidieerd worden, op zondag moet iedereen zijn eigen gang kunnen gaan en publieke instellingen, winkels en bedrijven moeten opengesteld worden, het ambtsgebed moet zo snel mogelijk afgeschaft, kerkklokken mogen niet meer luiden op zondag en zo zijn er vele voorbeelden meer te noemen waar de aanval op ingezet wordt door deze seculiere stroming. Het aangaan van gesprekken met kerken en moskeebesturen door een gemeentebestuur over maatschappelijke thema’s, het oprichten van een diaconaal platform of het vanuit ruimtelijke ordening medewerking verlenen aan de bouw van een kerk wordt door hen met argusogen bekeken en vaak fel bekritiseerd. De motie van de SGP-fractie over “terughoudendheid ten aanzien van opvallende schotelantennes, het laten horen van islamitische gebedsoproepen en het bouwen van grote moskeeën en minaretten’’ (in de volksmond ‘minaretmotie’ genoemd) is overigens een goed voorbeeld van het zorgvuldig zoeken naar het juiste evenwicht in de context van deze tijd. Er mag met recht om terughoudendheid gevraagd worden. Hoewel de uitslag van het referendum in Zwitserland roet in het eten gooide, was er initieel veel draagvlak voor. PvdA-minister Van der Laan had de SGP-motie eigenlijk al min of meer overgenomen voordat deze daarna toch werd verwor-
pen. De VVD had een opvallende motivering nadat zij de steun had ingetrokken. Ze is het met de strekking eens maar vond het een zaak van lokale gemeentebesturen om hier iets mee te doen. Wie pakt deze handschoen op?
Debat en initiatief SGP’ers moeten daarbij overigens het debat niet schuwen en voluit de gelegenheid gebruiken hun principes uit te dragen. Er is geen enkele reden om ons in de verdediging te laten drukken. Nieuwkomers op lokaal niveau die uit zijn op verstoring van het evenwicht en de harmonie in de samenleving hebben meer uit te leggen dan SGP’ers met Bijbelse principes. Veelal worden op een ontactische manier hele groepen confessionelen in de hoek gezet met een zeer mager onderbouwde stellingname. Inzet van goede debatvaardigheden en een sterk eigen betoog kan dan veel respect en (op hoop van zegen) ook resultaat afdwingen.’Tegenover het ongeloof de banier van het Evangelie’ om met Groen van Prinsterer te spreken. De volgende bijdrage van collega Pijl laat met talloze voorbeelden zien dat een actieve en initiatiefrijke aanpak op lokaal niveau tot mooie resultaten kan leiden. Tegelijk kan niet vaak genoeg gezegd worden dat ‘voorzichtig als de slangen’ moet worden geopereerd en dat gelet op de verregaande secularisatie in de maatschappij bescheidenheid past. Het te weinig tactisch opereren of te gretig willen ‘terugdraaien’ van verslechteringen als de politieke samenstelling net even wat gunstiger is, kan juist het tegenovergestelde effect hebben.
Noten 1. In Zicht 2009 nr 4 (themanummer: religie en democratie) zijn hierover diepgaander en uitgebreidere bijdragen geschreven.
ZICHT 2011-1 | maart 2011
Lezersaanbieding:
In de voetsporen van Guido de Brès In de komende periode (en ook nu al) kunt u door middel van diverse publicaties en boeken kennis maken met Guido de Brès. Dit jaar is het 450 jaar geleden dat De Brès zijn geloofsbelijdenis over de muur gooide van het kasteel van de Landvoogdes. Het verhaal en de omgeving waar het alles gebeurde komen samen in deze bijzondere reis ‘In de voetsporen van Guido de Brès’.
Reisprogramma: Dag 1 - Met een touringcar reizen we vanuit Utrecht naar Doornik. Hier bezoeken we enkele plekken die herinneren aan het optreden van De Brès. Zo is de plaats waar zijn huis gestaan heeft nog aan te wijzen en daar vlakbij staat een stukje stadsmuur waar De Brès zijn boeken en documenten verstopte. De toren van het kasteel waar hij zijn geloofsbelijdenis over de muur gooide staat er ook nog. ‘s Middags reizen we naar Valenciennes, de plek waar De Brès zijn leven aan de galg eindigde.
Informatie, prijs en inschrijving:rizon
Deze reis wordt uitgevoerd door Histo ber en vindt D.V. plaats van 18 t/m 21 okto leid 2011. Inhoudelijk wordt de reis bege d, door dr. P. Korteweg uit Oud-Beijerlan een gs onlan heen versc hand van zijn biografie over Guido de Brès. de Bij gebruik 2-persoonskamer bedraagt sreissom € 695,- p.p., toeslag 1-persoon n alle repe inbeg zijn bij Hier 75,-. € r kame , alle kosten voor vervoer, overnachtingen n en maaltijden, koffie/thee, entrees, gidse belastingen. e over Voor inschrijvingen en meer informati bij: ht terec u deze reis kunt Historizon, Antwoordnummer 236, 2160 VB Lisse, telefoon: 088-6360200, e-mail:
[email protected]; website: www.historizon.nl.
Het beleg van Valenciennes en de rol die De Brés daarin speelde zijn de verhalen die we in deze stad zullen tegenkomen. We overnachten deze reis in een hotel in Valenciennes. Dag 2 - Niet ver van Valenciennes ligt de stad Lille. Tegenwoordig een belangrijk knooppunt in Noord-Frankrijk en in de tijd waar wij over spreken was Lille de hoofdstad van Rijsel-Vlaanderen (het Franstalige deel van het graafschap Vlaanderen). Hier stond het Palais Rihour, het 15e-eeuws paleis van de Hertogen van Bourgondië, ooit de zetel van het kapittel van het Gulden Vlies. In het oudste hart van de stad, het îlot Comtesse, bezoeken we Hospice Comtesse. De geschiedenis van dit Hospitaal reikt terug tot de dertiende eeuw. Dag 3 - Deze dag maken we een excursie naar Sedan. In deze stad vond De Brès onderdak op het kasteel van een geloofsgenoot. Een onbekend verhaal is dat men hem hier ook vroeg in diplomatieke dienst voor het voeren van geloofsgesprekken. Hij kwam in contact met hooggeplaatste personen en heeft Willem van Oranje en zijn hofprediker Jean Taffin ontmoet. Het kasteel van Sedan is ook bekend uit een latere periode. Het was hier
dat in 1870 de Franse keizer Napoleon III samen met een deel van zijn leger gevangen werd genomen door de Pruisen in de Frans-Duitse oorlog. Deze belangrijke overwinning luidde het begin in van het Tweede Duitse Rijk. ’s Avonds reizen we terug naar Valenciennes. Dag 4 - Via Bergen, de geboortestad van Guido waar we wat indrukken op doen, reizen we terug naar Antwerpen. Hier bezoeken we op de Vrijdagmarkt de authentieke drukkerij van Plantin. Al in de 16e eeuw was dit één van de belangrijkste drukkerijen van de Nederlanden. De uitvinding van de boekdrukkunst was één van de belangrijkste factoren voor de verspreiding van de Reformatie. We blijven nog even in Antwerpen, de stad waar de reformatie in de Nederlanden begon via de Augustijner monniken. Na een diner eindigen we de reis weer in Utrecht.
Secularisme | W.J. Pijl, Religie in het lokale publieke domein
57
lokaal vizier – 2
Als voormalig volksvertegenwoordiger in de lokale politiek 1 voel ik me bij dit onderwerp als een vis in het water. Op de vragen die rond dit thema mij zijn voorgelegd, wil ik, puttend uit mijn tienjarige ervaring als raadslid, graag ingaan.
W.J. Pijl, redactielid
Religie in de Haagse gemeenteraad
Allereerst de verhouding tussen kerk en overheid op lokaal niveau. Zeker daar waar het betreft de vraag hoe de plaatselijke overheid omgaat met religieuze uitingen en gevoeligheden. Voor sommige raadsleden - vooral D66 spant daarbij de kroon - hebben kerk en overheid niets met elkaar te maken of uit te staan. Ze beroepen zich daarbij op het beginsel van de ’scheiding tussen kerk en staat’, sinds 1796 in ons land een gegeven. Daarop voortbordurend is in hun ogen de overheid ZICHT 2011-1 | maart 2011
neutraal. Romeinen 13 werpt op het laatste een heel ander licht: ”want zij is Gods dienares, u ten goede.” Van meet af aan, in voorkomende gevallen tegen de stroom inroeiend, heb ik betoogd dat de kerk, noch letterlijk, noch figuurlijk, een randverschijnsel is, maar dat ze met beide benen midden in de (lokale) samenleving staat. In voorkomende gevallen blijkt de maatschappelijke betrokkenheid van kerken uit
Secularisme | W.J. Pijl, Religie in het lokale publieke domein
58 diaconaal/maatschappelijke projecten voor iedereen in stad, wijk of buurt. Voorbeelden daarvan zijn er te over: ontmoetingsbijeenkomsten jongeren en ouderen ongeacht levensbeschouwelijke achtergrond; vormingswerk in het kader van integratie; kinderopvang; opvoedingsondersteuning en actieve
Van meet af aan heb ik betoogd dat de kerk, noch letterlijk, noch figuurlijk, een randverschijnsel is, maar dat ze met beide benen midden in de (lokale) samenleving staat. betrokkenheid bij de opzet en het functioneren van een wijkloket Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Op een gegeven moment merkte ik dat bij de plaatselijke overheid het kwartje viel. Nu komen ook diaconaal/maatschappelijke projecten van kerken en geloofsgemeenschappen voor subsidie van de lokale overheid in aanmerking. Wanneer je maar lang genoeg op hetzelfde aambeeld hamert, bereik je resultaat! Overigens heb ik ook een heel helder standpunt uitgedragen over missionaire projecten van kerken. Deze komen, rechtdoende aan het beginsel van de scheiding tussen kerk en staat, niet voor (lokale) overheidssubsidie in aanmerking. Ook christelijke instellingen als ‘Youth for Christ’, Stichting ‘De Haven’ (werkzaam onder prostituees) en Stichting ‘Present’ eten in Den Haag mee uit de lokale overheidsruif. Het stemt tot dankbaarheid dat zoiets in ons land mogelijk is. Anderzijds is het ook een ZICHT 2011-1 | maart 2011
kwestie van gelijke behandeling. De lokale overheid mag een subsidieaanvraag niet weigeren op grond van de identiteit van een instelling.
Ruimte voor gebed Ook bij de huisvesting van geloofsgemeenschappen kan de overheid een taak vervullen. In tegenstelling tot ‘gevestigde’ kerkgenootschappen, variërend van de Protestantse Kerk (voorheen Hervormd en Gereformeerd) tot en met Gereformeerde Gemeenten, die de laatste decennia noodgedwongen kerkgebouwen moesten sluiten, is er in Den Haag bij de zogeheten migrantenkerken juist behoefte aan ’gebedsruimte’. Het kan gebeuren dat zij bij gebrek aan een eigen kerkgebouw thuis samenkomen óf onderdak vinden in de gemeenschapsruimte of aula van een school óf een bestaand kerkgebouw medegebruiken. Naar de opvatting van de raadsfractie ChristenUnie-SGP speelt de burgerlijke gemeente hier een faciliterende rol. Zij speelt in op de behoefte aan gebedsruimte door de verhuur van ruimte aan kerken en geloofsgemeenschappen in daarvoor in aanmerking komend gemeentelijk onroerend bezit. Of zij vervult een intermediaire rol bij huur en verhuur van ruimte in niet-gemeentelijk onroerend goed. Op dit punt hebben we nog meer pijlen op onze boog. Voortdurend hebben we bij nieuwe bestemmingsplannen en bij algehele herziening van bestaande bestemmingsplannen gepleit voor het reserveren van ruimte om zo de realisatie van gebedsruimten planologisch mogelijk te maken. Want waar mensen wonen en werken, willen ze ook kerken. In goed overleg met de wethouder zijn we gekomen we tot een totale oppervlakte van 20.000 m2, uit te smeren over een aantal be-
Secularisme | W.J. Pijl, Religie in het lokale publieke domein
59 stemmingplannen. Toen de gemeente Den Haag met het plan ‘De Binckhorst’ kwam – een bijzonder gebied binnen de stadsgrenzen waar van oudsher veel grote en kleine bedrijven zijn te vinden – heeft onze raadsfractie een initiatiefraadsvoorstel ingediend, onder de titel ”Ruimte voor gebed in de Binckhorst”. De gemeenteraad nam dit initiatief met algemene stemmen aan. Tel uit je winst!
moskee? Met andere woorden: ‘ruimte voor gebed’ is een ruim begrip, dat niet alleen kerkgebouwen omvat. In dit concrete geval heb ik voor de bouw van een moskee gestemd omdat er planologisch gezien geen bezwaren waren. Daarbij heb ik echter wél de stemverklaring afgelegd, dat instemming vanuit planologisch oogpunt niets afdoet van mijn opvattingen als christen over de Islam als valse godsdienst.
‘Ruimte voor gebed’ is een ruim begrip, dat niet alleen kerkgebouwen omvat.
Eed op Allah?
In Den Haag wonen mensen van allerlei afkomst – autochtoon en allochtoon. De stad is met recht een internationale smeltkroes te noemen. Je ziet dat terug in de variatie aan ’gebedshuizen’. Naast kerkgebouwen zijn er moskeeën, hindoetempels en synagogen die het stadsbeeld mee bepalen. Hoe te handelen als er door het bestuur van een moskee, dat plannen heeft voor het bouwen van een moskee, het verzoek wordt gedaan dit planologisch mogelijk te maken? Het College van burgemeester en wethouders voelt voor medewerking en legt de gemeenteraad het voorstel voor tot bestemmingsplanherziening. Wat is dan het standpunt van het raadslid voor de ChristenUnie-SGP? Stem ik tegen omdat ik als christen vind dat de Islam een valse godsdienst is, me daarbij beroepend op (het onverkorte) artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis? Een bekentenis. Als raadslid heb ik dat niet gedaan. Wel voortdurend pleiten voor ruimten voor gebed, maar als het erop aankomt tegen de bouw van een gebedshuis zijn wanneer dit de vorm heeft van een ZICHT 2011-1 | maart 2011
Overigens maakt sinds maart 2006 de eenmansfractie Islam Democraten deel uit van de Haagse gemeenteraad. Bij de installatie van de gemeenteraad. legt hij de eed af, te vinden in artikel 14 van de Gemeentewet, waarvan de betekenisvolle! slotwoorden luiden:”Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!” Het afleggen van een eed met andere slotwoorden is bij mijn weten in de Haagse gemeenteraad nooit aan de orde geweest. Met het raadslid voor de Islam Democraten kan ik het in persoonlijk opzicht heel goed vinden. In ethische zaken zijn we het vaak, zo niet altijd met elkaar eens. Een voorbeeld daarvan betreft de zogeheten ’Homo-nota’. In weerwil van artikel 1 van de Grondwet, dat ’allen die zich in Nederland bevinden, in gelijke gevallen gelijk worden behandeld’ en: ‘Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook niet is toegestaan’, meent het Haagse College van burgemeester en wethouders eind 2008 met de ’Homo-nota’ te moeten komen. Naar mening van het Haagse gemeentebestuur behoren homo’s tot een gediscrimineerde minderheid. Het standpunt van raadsfractie ChristenUnie-SGP is volstrekt helder en niet voor tweeërlei uitleg vatbaar. Op grond van
Secularisme | W.J. Pijl, Religie in het lokale publieke domein
60 artikel 1 van de Grondwet – nota bene een Grondrecht – wordt in Den Haag niet gediscrimineerd. Dus ook niet op grond van geaardheid. Vanuit het oogpunt van de gelijkwaardigheid van de mens verzet ik mij tegen discriminatie in welke vorm dan ook! Gelet op het grondrecht, zoals geformuleerd in artikel 1 van de Grondwet, acht de raadsfractie CU-SGP de ’Homo-nota’ volstrekt overbodig. Den Haag gaat wel erg ver als het gaat over gelijke behandeling van homo’s. Zo kent deze stad zogenaamde homo-ontmoetingsplaatsen. Dit zijn plekken in de openbare ruimte waar alleen homo’s elkaar kunnen ontmoeten. Daartegenover: ontmoetingsplaatsen speciaal voor mensen met een andere dan homofiele geaardheid, d.w.z.
Ontmoetingsplaatsen speciaal voor mensen met een andere dan homofiele geaardheid, zijn echter niet uitdrukkelijk aangewezen. Over discriminatie gesproken! heterofiele geaardheid, zijn echter niet uitdrukkelijk aangewezen. Over discriminatie gesproken! Ik ben dan ook absoluut tegen een onderscheid van ontmoetingsplaatsen naar de seksuele geaardheid van mensen. De praktijk wijst immers uit dat het begrip ontmoeting daar een zeer ruime strekking kent. Klip en klaar: ontmoetingsplaatsen in de openbare ruimte, d.w.z. in het publieke domein, zijn er voor iedereen! Jaren voor de behandeling van de ’HomoZICHT 2011-1 | maart 2011
nota’ in de gemeenteraad, word ik uitgenodigd voor een bijeenkomst van een instelling die zich beijvert voor de emancipatie van minderheden, in dit concrete geval: een minderheid met een andere seksuele geaardheid dan de mijne. Kort tevoren zijn er te Amsterdam in moslimkring geruchtmakende uitspraken gedaan over het van het dak gooien van homo’s met het hoofd naar beneden. In Den Haag is men benieuwd naar de opvattingen van ‘christenfundamentalisten’. Vandaar de uitnodiging aan het Haagse raadslid ChristenUnie-SGP. Ik waag mezelf in het hol van de leeuw. Het merendeel van de aanwezigen is óf homo óf lesbisch. Als christen wil ik niets anders dan de Bijbel laten spreken. Om te beginnen met Genesis 1 vs 27: ”En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij ze.” En wat daarna in Genesis 3 volgt: de zondeval. En vervolgens het onderscheid tussen homofilie en de seksuele praxis daarvan: de homoseksualiteit. Als christen moet ik het laatste van de hand wijzen. De Bijbel is daarover heel duidelijk. Echter, over iemands seksuele geaardheid ga ik niet. En heb er dus ook geen oordeel over. Waar ik wel een oordeel over heb, is over haat zaaien en discrimineren richting mensen met een andere geaardheid dan die van mij. ’Nee, nee en nog eens
Het liefdegebod van God laat geen ruimte voor discriminatie en haat. nee! Het liefdegebod van God laat geen ruimte voor discriminatie en haat. Als christen meende ik dit geluid te moeten laten ho-
Secularisme | W.J. Pijl, Religie in het lokale publieke domein
61 ren. Ook al is men het niet in alles met me eens, ik ontwaar begrip en respect voor wat ik naar voren bracht. Het is voorgekomen dat het College van burgemeester en wethouders of leden ervan gesprekken aangingen met moskeebesturen. Als dit gebeurde was er concreet aanleiding voor. Zeker als het zaken betrof die op gespannen voet stonden of in strijd waren met onze rechtsorde. Als binnen moskeemuren haat wordt gezaaid of wordt opgeroepen tot discriminatie, is het terecht dat de lokale overheid moskeebesturen tot de orde roept en aldus met hen in gesprek gaat.2
Koopzondagen Ten slotte nog iets over het onderwerp ’koopzondagen’, dat thans in diverse gemeenten speelt. Gelukkig de gemeente(n), als bijvoorbeeld Dordrecht, waar de SGP er mede voor
heeft gezorgd of zorgt dat het koopzondagenregime niet wordt uitgebreid naar de woonwijken. In Den Haag heeft de raadsfractie ChristenUnie-SGP altijd de zogeheten ’nul-optie’ gehanteerd, d.w.z. geen uitbreiding van het aantal koopzondagen. De mens is immers geen robot die 7 x 24 uur in bedrijf kan zijn. Vanuit Gods gebod en gelet op sociale aspecten is de zondag een dag van rust. In plaats van ’consumeren’ is de samenleving aan ’consuminderen’ toe! Een opvatting die ook werd gedeeld door partijen als GroenLinks en SP. In Den Haag is op dit punt echt het hek van de dam. Van 12 via 20 naar 52 koopzondagen. En… de hele stad aangemerkt als toeristisch gebied. De meest kleine raadsmeerderheid verklaarde zich vóór (23 van de 45 raadsleden, PvdA, VVD en D66). Tegen stemden o.a. CDA, SP, GroenLinks en ChristenUnie-SGP. Geef de strijd niet op en zet alle zeilen bij - op de bres voor de heiliging van Gods dag!
Noten 1. De auteur was vanaf april 2000 t/m maart 2010 lid van de Haagse gemeenteraad (fractievoorzitter ChristenUnie-SGP). 2. Recent belegde het gemeentebestuur van Dordrecht over het door hem te voeren homobeleid een bijeenkomst met plaatselijke kerken. Het is positief te duiden dat een gemeentebestuur in het stadium van voorbereiding van dit beleid de kerken daarbij betrekt. Goed voorbeeld, doet goed volgen.
Smaakt deze Zicht naar meer? Geef u op voor een proefabonnement! (één jaargang, vier nummers voor maar € 15,00) Bel 0182-696902, surf naar www.wi.sgp.nl of mail naar
[email protected] ZICHT 2011-1 | maart 2011
Secularisme | Dr. K. van der Zwaag, Hobbes’ Leviathan als seculiere staat
62
politiek klassiek
Een almachtige soeverein die de burgers in vrede en veiligheid wil doen samenleven én de regie voert over kerk en godsdienst. De Engelse filosoof Thomas Hobbes vernoemde deze soeverein naar het bijbelse monster Leviathan uit het boek Job. Zijn hoofdwerk Leviathan, voor het eerst integraal in het Nederlands vertaald, is ondanks alle uitvoerige beschouwingen over de rol van kerk en godsdienst, een pleidooi voor een seculiere staat.
Dr. K. van der Zwaag, redactievoorzitter
Hobbes’ Leviathan als seculiere staat
Hobbes (1588-1679) verdedigt een mensbeeld dat voor illusies weinig ruimte overlaat: de mens is van nature een onbetrouwbaar wezen, gericht op eigenbelang. Volgens Aristoteles daarentegen is de mens een sociaal wezen, dat van nature geneigd is het gezelschap van zijn medemens te zoeken. Hobbes stelt echter dat zodra mensen voor hun eigen veiligheid moeten zorgen, zij elkaars vijanden worden. Hobbes beschrijft in zijn Leviathan (1651) hoe ZICHT 2011-1 | maart 2011
de staatsmacht ontstaan is uit de natuurtoestand waarin mensen elkaars leven bedreigen vanwege schaarste en onzekerheid over de toekomst. In de natuurtoestand overheersen angst, wantrouwen en geweld. De garantie van overleven is er alleen zodra een zelfstandige en onpartijdige macht wordt opgericht die ieder individu kan dwingen om zich aan zijn afspraak te houden. Een vreedzame samenleving is echter niet mogelijk, tenzij de mensen hun oorspronkelijke recht op zelfbe-
Secularisme | Dr. K. van der Zwaag, Hobbes’ Leviathan als seculiere staat
63 houd aan één persoon of aan een groep mensen overgedragen, zo luidt de hoofdconclusie van Hobbes aangaande de wording van de staat. Het is een overeenkomst “alsof iedereen tegen ieder zegt: Ik autoriseer deze man of deze vergadering, en sta mijn recht om mijzelf te besturen aan hem af, op voorwaarde dat jullie ook je recht aan hem afstaan, en op dezelfde manier al zijn handelingen autoriseren.” Als dit gebeurd is, is de staat (civitas) ontstaan. “Dit is de geboorte van de grote Leviathan, of liever (om ons eerbiediger uit te drukken), van de sterfelijke God, aan wie wij onder de onsterfelijke God onze vrede en veiligheid danken” (132).
Veiligheid en stabiliteit gaan voor alles De soeverein maakt wetten en stelt vast wat het algemeen belang is. Tegen zijn beslissingen is geen beroep mogelijk, omdat de burger de macht heeft overgedragen aan de soeverein die ook namens hem handelt. Er bestaat geen deling van de macht. De wil van de soeverein is de wil van alle burgers samen. “De soevereiniteit is de ziel van de staat. Zodra zij uit het lichaam is geweken, kan zij de ledematen niet langer in beweging krijgen. Het doel van gehoorzaamheid is veiligheid” (168, vgl. 246).
De soevereiniteit is de ziel van de staat. Zodra zij uit het lichaam is geweken, kan zij de ledematen niet langer in beweging krijgen.
Al is de macht van de soeverein in beginsel absoluut en onbeperkt, er worden in de praktijk wel degelijk grenzen gesteld. Om te kunZICHT 2011-1 | maart 2011
nen functioneren heeft de soeverein zoveel mogelijk steun nodig en is hij in hoge mate afhankelijk van de medewerking van zijn onderdanen. Een koninkrijk dat in zichzelf verdeeld is, kan niet bestaan, zo citeert Hobbes Matthéüs 12 vs 25 (139). De grootste macht en dus ook veiligheid krijgt een soeverein als hij zich geliefd weet te maken bij zijn onderdanen. Als een rode draad door het boek is de angst voor ongehoorzaamheid aan de staat die de samenleving doet terugvallen in de natuurtoestand. Hobbes wordt vaak afgeschilderd als een pessimist en cynicus, maar hij ging niet uit van de aangeboren slechtheid van de mens. De aan Hobbes toegeschreven uitspraak “de mens is de mens een wolf” (homo homini lupus) komt in de Leviathan niet voor. Het gaat Hobbes om veiligheid en vrede in de staat. Hij ontwikkelde zijn ideeën in een politiek onrustige situatie als gevolg van de conflicten tussen parlement en royalisten in het Engeland van zijn tijd. Zijn soevereiniteitsleer wil een oplossing bieden voor het acute probleem van de godsdienstoorlog. Om de samenleving zo veel mogelijk stabiliteit te geven en gewelddadige conflicten tussen burgers te vermijden, zocht Hobbes naar een ondeelbare en boven de wet verheven soevereiniteit, die de burgers tot gehoorzaamheid kon dwingen. Als grondslag van deze staat zou met behulp van diezelfde staatsmacht een minimalistisch christendom moeten dienen.
Kerk onderworpen aan de staat Maar liefst zeventien hoofdstukken betreffen de verhouding tussen kerk en staat. Hobbes’ visie op de ongedeelde en onbegrensde macht werkte ook door in zijn visie op de kerk. Elke deling van macht leidt tot conflic-
Secularisme | Dr. K. van der Zwaag, Hobbes’ Leviathan als seculiere staat
64 terende bevoegdheden en daarmee mogelijk tot burgeroorlog. Vandaar dat Hobbes een kerk als zelfstandig instituut dat zijn eigen beslissingen kon nemen, ontoelaatbaar acht. In zijn boek beschrijft hij uitvoerig hoe de soeverein het recht heeft de godsdienst te bepalen (als staatsgodsdienst), om zich te bemoeien met de eredienst, de theologische opleiding en zelfs de interpretatie van de Bijbel. Hij zet omstandig uiteen dat in het Oude Testament in de theocratie van Israël geen zelfstandige kerk bestond en dat Jezus in het Nieuwe Testament oproept tot gehoorzaamheid aan de keizer, vanuit de gedachte dat Zijn koninkrijk niet van deze wereld is. Christus liet het wettige gezag over aan de regerende vorsten, ongeacht of zij christenen of ongelovigen waren (366, 385 e.v.).
Hobbes: de taak van de staat is om een godsdienst uit te werken die de burger veiligheid geeft en die alleen op dit leven betrekking heeft. De taak van de staat is om een godsdienst uit te werken die de burger veiligheid geeft en die alleen op dit leven betrekking heeft. Hel en vagevuur zijn volgens Hobbes door geestelijken in het leven geroepen om de gelovigen in angst en onder bedwang te houden. Er is een wederopstanding waarin de gelovigen zullen oprijzen, zondaren en ongelovigen zullen in de tweede dood niet meer opstaan en voorgoed sterven. Zo schetst Hobbes een staatsmacht die werkelijk omvattend is, de kerk ondergeschikt ZICHT 2011-1 | maart 2011
maakt aan de staat, en absolute gehoorzaamheid eist, in dienst van een hogere vrijheid, aldus Krul. “Met zijn politieke leer hoopte hij het individu te bevrijden van de angst voor zijn medemensen, en met zijn opvatting van kerk en religie hoopte hij de staatsburger te bevrijden van de angst voor het bovennatuurlijke en de dood.”
Reacties Hobbes maakte met zijn boek veel los. Aanhangers van een gemengde staat zagen in Hobbes’ staatsvisie een aantasting van iedere medezeggenschap van adel en burgerij, terwijl de verdedigers van het destijds krachtig aanwezige politieke absolutisme de absolute macht rechtvaardigden, met een verwijzing naar het door God gegeven koningschap. Hobbes stelde dat de koning zijn gezag niet van God gekregen had, waardoor hij niet meer dan een natuurlijk gezag had. Natuurlijk moest de koning zijn onderdanen beschermen, maar niet omdat hij van God gezonden was, maar omdat er nu eenmaal een hiërarchie moet zijn. Een sterke staat zorgt voor vrede en veiligheid. Hobbes werd beschuldigd een materialist en atheïst te zijn. Dat kwam volgens Krul vooral door zijn kritiek op de clerus, zijn vrije omgang met de Bijbel en het geloof, zijn materialisme en mechanisme waarmee hij de menselijke psychologie verklaarde. Hobbes raakte door zijn boek omstreden omdat hij het rooms-katholicisme presenteerde als één van de grote gevaren voor een stabiele regering en een bedreiging van de ware religie. Met name de pauselijke heerschappij over de staat en zijn wereldlijke aanspraak hekelde hij. De soeverein moet de paus uit zijn ambt kunnen ontslaan zodra de soeverein dit beter vindt voor zijn onderdanen (404, 417).
Secularisme | Dr. K. van der Zwaag, Hobbes’ Leviathan als seculiere staat
65 Een atheïst is Hobbes niet in de strikte zin van het woord. Met beroep op de Psalmen 97 en 99 stelt Hobbes dat God Koning is over alles. “Of mensen nu willen of niet, zij zijn altijd en onherroepelijk onderworpen aan de macht van God” (261). God Zelf heeft door middel van een bovennatuurlijke openbaring de religie in het hart van de mens geplant (84, 92 e.v.). Hobbes noemt de Schrift als bron waaraan hij de beginselen ontleent van de rechten van “de hoogste bestuurders op aarde in christelijke staten” en “de plichten van christelijke burgers tegenover hun soevereine heersers” (279). Hobbes’ religie is echter niet meer dan een natuurlijke en redelijke religie. “Een rationele eredienst houdt verder in dat wij God geen eer bewijzen door discussies te voeren over zijn eigenschappen” (268). Hobbes ziet religie vooral als een systeem van recht en niet van waarheid. Er bestaat uiteindelijk geen verschil tussen de kerk en een christelijke staat. In feite komt zijn visie neer op een volstrekte onderworpenheid van de kerk aan de staat, wat parallellen oproept met de remonstrantse visie in de Nederlanden (m.n. Episcopius en Oldenbarnevelt). Hobbes gaat zelfs zo ver dat de soeverein bevoegd is om predikanten te benoemen en om alle herderlijke taken uit te oefenen, zoals ook de bediening der sacramenten (400).
Actualiteit Na de aanslagen van 11 september 2001 is er in de pers veel geschreven over de actualiteit van Hobbes’ Leviathan. Er was een roep om
ZICHT 2011-1 | maart 2011
een sterke staat, waarbij vrijheden werden opgeofferd ter wille van veiligheid. Toch ligt volgens Krul de nadruk bij de Leviathan niet op een theorie van zuivere macht of een staat die alleen afweer en verschrikking ten doel heeft. Ook al heeft de soeverein absolute macht, de staat van Leviathan is een rechtsstaat. Het sociaal verdrag had niet alleen ten doel om veiligheid te brengen maar ook om beschaving mogelijk te maken. Een geordende samenleving stelt de burger niet alleen gerust maar geeft hem ook de kans om ongestoord te leven en te werken. Wat bij Hobbes wel naar voren komt, is een radicale privatisering van de religie. Het geloof is een innerlijke kwestie, waarbij uiterlijkheden niet van belang zijn. Alle externe aspecten van religie vallen onder het gezag van de soeverein. De godsdienstvrijheid heeft geen enkele betekenis voor wat betreft de publieke manifestatie van religie. Hobbes’ denken belichaamt daarom een soort van Franse laïcité avant la lettre. Hobbes vertegenwoordigt een extreem passief pluralisme: de mens mag denken en geloven wat hij wil, maar mag er zich in de publieke ruimte nauwelijks rekenschap van geven. En daarmee is de staat bij Hobbes toch een seculiere staat, alle uitvoerige beschouwingen over religie en kerk ten spijt. N.a.v. Thomas Hobbes, Leviathan, of de samenstelling, vorm en macht van een kerkelijke en wereldlijke staat; vertaling, annotaties & nawoord door Wessel Krul; uitgeverij Boom, Amsterdam, 2010; 596 blz.; prijs € 54,50.
Secularisme | Drs. J.D. Veldman, Column Perspectief
perspectief
66
Niet de buitenkant… Is het protestantisme mede debet geweest aan de secularisatie? Bij lezing van het boek van Charles Taylor, Een seculiere tijd, viel op dat modernisme en protestantisme hand in hand zijn gegaan. De betoverde kosmos verdween, heilige handelingen kwamen onder vuur te liggen en sacrale elementen verdwenen. Daarvoor zijn gegronde redenen, maar van die ontwikkeling ging ook een groot effect uit op het publieke domein. Dat is daardoor onttoverd, plat geworden. Het lijkt erop dat nu alleen nog de kerstmarkt en kerstboom over zijn, en die kunnen steevast rekenen op flinke kritiek. Maar stel dat ook dat verdwenen zou zijn, wat herinnert dan in de openbare ruimte nog aan de christelijke karakter van Nederland? Wat is bijvoorbeeld de protestantse bijdrage geweest aan het straatbeeld? Zo voor het oog misschien vooral de monumentale gereformeerde kerken, helaas vaak erg leeg. De bijdrage van de gereformeerde gezindte is in de afgelopen jaren vooral zichtbaar geworden in de refodomes. Gebouwen die alleen al door hun enorme afmetingen de aandacht van het publiek trekken. Maar verder? Het gaat natuurlijk niet om de buitenkant. Precies, het gaat om de binnenkant, ook van de kerk. Wie in een stad of dorp in Italië één van de vele kerken binnengaat, betreedt een serene rust en laat de onrustig zinderende straten achter zich. Jammer dat de binnenkant van veel kerken in Nederland vaak alleen tijdens de zondagse diensten zichtbaar is. Zou het niet mooi zijn wanneer protestantse kerken de gehele dag open zouden zijn zodat voorbijgangers en werknemers uit de omgeving daar even tot rust kunnen komen? Joost Veldman, redactielid
ZICHT 2011-1 | maart 2011
Boekenschap | Dr. K. van der Zwaag
67
De verhouding tussen politiek, religie en cultuur is een eeuwenoud thema. In dit boekenschap is een selectie van recensies van boeken geplaatst die te maken heeft met deze verhouding, met een speciale aandacht voor de factor van religie.
boekenschap
Politiek, religie en cultuur
Dr. K. van der Zwaag, redactievoorzitter Zicht
Ton Lemaire, De val van Prome-
wassen van het financieel kapitalisme, symptomen
theus. Over de keerzijde van de
van decadent kapitalisme, zijn in de huidige crisis
vooruitgang; uitg. Ambo,
gecorrigeerd, maar de hoofdprincipes van het sys-
Amsterdam, 2010; 375 blz.;
teem blijven intact en staan niet ter discussie. De
ISBN: 978 90 263 2289 1;
globalisering is het laatste offensief om haar heer-
€ 24,95.
schappij voorgoed uit te breiden tot alle uithoeken
Vooruitgang is het moderne
van de aarde.
geloof bij uitstek geworden, de
Lemaire legt de kern van de Verlichting bloot: deze
religie van de moderniteit, substituut voor chris-
heeft niet geleid tot meer vrijheid, maar tot meer
telijke geschiedtheologie in een zich seculariserende
destructie, onvrijheid, afhankelijkheid van de tech-
samenleving, stelt cultuurfilosoof Ton Lemaire.
niek, barbaarsheid, ontstaan van megasteden,
Onze maatschappij is volgens hem geobsedeerd
schaalvergroting, toename van ziekten (kanker!).
door onbeperkte groei, die de aarde steeds meer
Hij stelt hiertegenover soberheid en streven naar
uitput, de mens in een eindeloze behoeftespiraal
geestelijke in plaats van economische groei. Hij
brengt en het leven verarmt en onleefbaar maakt.
bepleit eenvoud en levenskunst. Helaas meent Le-
De mens waant zich als de Griekse held Prometheus
maire dat het monotheïsme verantwoordelijk is
die het vuur stal van de goden en dat doorgaf aan
voor een omgang met de natuur die object is voor
de mensen; hij is de patroonheilige van de droom
menselijke heerszucht en uitbuiting en daarmee
van de vooruitgang, autonoom meester geacht en
een ecologisch verantwoorde wereld in de weg
bezitter van de natuur, maar de aarde verwoest
staat. Het monotheïsme leert volgens Lemaire dat
door menselijke expansie en verrijking. Het gevolg
de Schepper volstrekt uitwendig boven het gescha-
is: onzekerheid over de toekomst, gevoelens van
pene staat en de mens een (te) centrale plaats in
pessimisme en fatalisme, wat zich vertaalt in een
de schepping toebedeelt. De relatieve natuurvijan-
zoektocht naar spiritueel houvast. De ergste uit-
digheid van het christendom is zijns inziens dan
ZICHT 2011-1 | maart 2011
Boekenschap | Dr. K. van der Zwaag
68 ook één van de hoofdwortels van de huidige mi-
Dat neemt niet weg dat zijn studie tot denken
lieuproblematiek. Lemaire miskent hiermee het
aanzet en waarschuwt tegen ongebreidelde con-
feit dat binnen de religieuze tradities juist veel en
sumptiedrift ten koste van de innerlijke waarden
positief over de is en wordt schepping gesproken.
van geestelijke groei en diepgang.
Roger Scruton, Het nut van
over de gehele wereld volgen in haar kielzog.”
pessimisme en de gevaren van
Het boek staat vol met deze prachtige one-liners.
valse hoop; uitg. Nieuw Amster-
Scruton analyseert diverse drogredenen waarmee
dam, Amsterdam, 2010; 240
de cultuur zich naar de ondergang spoedt. Zo is er
blz.; ISBN: 978 90 468 0789 7;
de drogreden van dat wij vrij geboren worden.
€ 19,95.
Vrijheid is iets dat we verwerven en dat pas echt is
In dit boek zet de Britse con-
wanneer die bezegeld wordt door wetten en instel-
servatief Roger Scruton uiteen
lingen die ervoor zorgen dat wij verantwoordelijk
dat de wereld de grootste ellende te verduren heeft
zijn voor elkaar. Scruton hekelt in dit opzicht de
gekregen van de zelfverklaarde optimisten en idea-
culturele revolutie in het onderwijs die de oor-
listen, of ze nu links zijn of rechts. Wie eenzijdig
spronkelijke doelen van gehoorzaamheid en studie
aan de werkelijkheid zelfbedachte en utopische
verruilt voor vrije zelfverwerkelijking en spel. Zij
denkbeelden oplegt en de werkelijkheid wil orga-
heeft geleid tot vernietiging van hiërarchie, disci-
niseren en veranderen, miskent het leven dat zich
pline en rede, traditie, gezag en orde.
natuurlijk beweegt en eigen historische wetten
Er is de drogreden van de utopie (negatie van het
kent. Wijsheid is zelden een zaak van het individu,
bestaande ter wille van een irreëel ideaal), de dro-
maar ligt meer besloten in “gebruiken die de tand
greden van de nulsom (gelijkheid is het enige doel,
des tijds hebben doorstaan dan in de systemen
ten koste van recht en verdienste) en van de plan-
van radicalen en activisten”. Het respectloos omgaan
ning. Scruton noemt van dit laatste het voorbeeld
met de cultuur en blind zijn voor de gevolgen
van de Europese Unie, die op zeer krachtige wijze
komen op verschillende terreinen openbaar. Neem
illustreert “hoe plannen van nature in het honderd
de kredietcrisis: gestoeld op een loepzuiver staaltje
lopen doordat ze de informatie vernietigen die
optimisme, aldus Scruton, een systeem van positieve
noodzakelijk is om er uitvoering aan te geven”. Er
illusies, gebaseerd op vertrouwen, een soort ‘spook-
is sprake van een ondoorzichtig ondemocratisch
economie’, waarin mensen schulden gaan verhan-
beleid en een “krankzinnige onbegrensde bemoei-
delen, de overheid meer gaat lenen om haar ver-
zucht”. De “drogreden van de samenvoeging” is
plichtingen zo voortdurend af te schuiven op toe-
dat in belang van groepen individuele rechten be-
komstige generaties. “De Amerikaanse overheid
knot worden, zoals de verplichting om vrouwen
leent nu biljoenen dollars van toekomstige belas-
toe te laten. Een nieuwe ‘liberal’ agenda krijgt ge-
tingbetalers om de huidige handel in luxeartikelen
stalte: staatscontrole over alle aspecten van het
in stand te houden, die allemaal op krediet worden
publieke leven, volstrekte vrijheid in de privésfeer.
gekocht door mensen die krediet niet beschouwen
Scruton hekelt het vooruitgangsgeloof in weten-
als schuld die moet worden afbetaald, maar louter
schap, politiek en kunst. Er is in de moderne
als een slimmigheid waarmee je de stommeling
cultuur een ‘verzet tegen de waarheid’, bijvoorbeeld
die het aanbiedt de loef afsteekt. En overheden
het feit dat kindermishandeling voor een belangrijk
ZICHT 2011-1 | maart 2011
Boekenschap | Dr. K. van der Zwaag
69 deel terug te voeren is op de uitholling van het
filosofen als Jacques Derrida, die verantwoordelijk
gezin. “Intussen heeft de staat de hand gehad in
zijn voor de ontbinding van het onderwijs. “Waar-
de ontbinding van de huwelijksband, en door
heid, redelijkheid en kennis werden uit het onder-
middel van het bijstandssysteem routinematig sub-
wijsprogramma verdreven door de sacrale liturgie
sidie verstrekt aan regelingen (zoals inwonende
van het postmoderne curriculum, en er kwam
nieuwe vrienden) die gevaarlijk zijn voor kinderen.”
nonsens voor in de plaats”. Kortom, een boek vol
Hij veegt de vloer aan met de Franse postmoderne
rake analyses.
Bas van Stokkom, Wat een
Er heerst ook een politiek cynisme. Men kent twee
hufter! Ergernis, lichtgeraaktheid
negatieve eigenschappen aan politici toe: immora-
en maatschappelijke verruwing;
liteit en incompetentie. Politiek is een vermakelijke
uitg. Boom, Amsterdam,
kijksport geworden, waarbij provocerende uitspra-
2010; 188 blz.; ISBN: 978 90
ken extra nieuwsaandacht waarborgen. Politici
850 6904 1; € 17,90.
hebben hun schroom ten aanzien van het populisme
Socioloog en filosoof Bas van
afgeworpen en brengen de gevoelens van het ‘volk’
Stokkom doet een boekje open
voor het voetlicht. Niet morele integriteit, maar
over de ‘hufterigheid’ in de samenleving, de verru-
het resultaat telt. De elites ontbreekt het aan visie
wing en verharding, de teloorgang van de publieke
en ambitie, aldus Van Stokkom. “Veel politici pro-
moraal, het tanend gezag, afkalving van ideologieën
moten zichzelf niet als behartigers van de publieke
en religies, opkomst van nihilisme, agressieve om-
zaak, maar als woordvoerders van ontevreden bur-
gangsvormen in de publieke ruimte. In veel op-
gers (…) Zij laten na de samenleving te ordenen
zichten is Nederland een natie van vrijgevochten
rondom een beschavingsideaal, met een coherent
antiburgers geworden, die onbelemmerd willen
besef van goed en kwaad”. De elites zijn onzeker
handelen en spreken. Ageren tegen paternalisme
geworden en hebben niet meer de moed om be-
is een automatisme geworden, al lijkt ook in het
schavingsidealen te formuleren. Ze zijn sceptisch
liberale en progressieve denken over de samenleving
geworden en onthecht geraakt van hun eigen leef-
moraal weer geaccepteerd te worden. Maar het
omgeving. “Het gaat om zelfverklaarde libertaire
klassieke moralisme is op zijn retour. Dat moralisme
wereldburgers zonder veel voeling met de zorgen
wordt juist gezien als een aanval op ieders autono-
van gewone burgers.”
mie. Niemand bezit immers het recht om normen
Opvallend is de antireligieuze toon van de moderne
en waarden aan anderen op te dringen.
samenleving. Radicaal-seculiere denkers worden
Van Stokkom ziet een moreel tekort in het publieke
verlokt om hun eigen waarheden demonstratief te
domein, mede als gevolg van de teloorgang van
etaleren. De factor religie wordt in die kringen
het christelijk geloof. Al is de betekenis van het
snel vereenzelvigd met dweperij. Er is een duidelijke
gezin groter geworden dan enkele decennia geleden,
anti-islam-agenda waarbij groot symbolisch belang
er zijn stevige scheuren gekomen in het beeld van
wordt gehecht aan het ongehinderde vrije woord.
het gezin als een warme en geborgen opvoedings-
De Nederlandse progressieve meerderheidscultuur
omgeving. Het moderne geëmancipeerde gezin
staat op gespannen voet met religieuze orthodoxie.
wordt geplaagd door ouderlijke onmacht, opvoe-
Als het gaat om seksualiteit, gezin en opvoeding
dingsonzekerheid en gemakzuchtig verwennen.
wordt de conservatieve positie in Nederland in po-
ZICHT 2011-1 | maart 2011
Boekenschap | Dr. K. van der Zwaag
70 litieke kringen niet of nauwelijks gearticuleerd.
om voor God te leven is onder grote druk komen
Religie is een individuele levensstijl, geen collectieve
te staan. Daarmee laat Van Stokkom zien dat ver-
traditie waarin levensbeschouwelijke inzichten
huftering niet alleen een sociaal verschijnsel is
worden bijgebracht. De typisch Nederlandse traditie
maar ook antireligieuze trekken heeft. Evenals de
van verdraagzaamheid voor religieuze verschillen
boeken van Lemaire en Scruton, laat dit boek zich
lijkt in het ongerede te zijn geraakt, de vrijheid
lezen als een scherpe cultuurkritiek.
Henk te Velde, Van regentenmen-
termen beschreven. De politieke partij was een be-
taliteit tot populisme. Politieke
weging die het bestaande stelsel ingrijpend wilde
tradities in Nederland; uitg. Bert
veranderen en zich daarom wilde onderscheiden
Bakker, Amsterdam, 2010; 319
van de gevestigde macht. Zij vormde een eenheid
blz.; ISBN: 978 90 351 3545 1;
die ontstond door buitenparlementaire organisatie
€ 24,95.
en ideologische basis, vergezeld van het charisma-
Nederland lijkt zich weinig te be-
tische gezag van de leider.
kommeren om het verlies van tradities, stelt Henk
Traditie is niet hetzelfde als conservatisme, aldus
te Velde, hoogleraar vaderlandse geschiedenis in
Te Velde. Politiek heeft een vorm nodig, en die
Leiden. In dit boek laat hij zien dat veel tradities
vorm is in de praktijk een zich voortdurend ont-
in de Nederlandse politiek impliciet waren en als
wikkelende traditie. De schrijver constateert dat
zodanig niet herkend. Zij namen de vorm aan
de Grondwet de laatste jaren een belangrijkere
sociale praktijken die worden doorgegeven. “Sinds
plaats inneemt. Er is het opnieuw doordenken van
generaties werd van Nederlandse politici bevlo-
de (politieke) basis van de nationale gemeenschap.
genheid verwacht in hun levensbeschouwelijke be-
Als het gaat om een nieuwe preambule van de
weging, maar soberheid in hun bestuurlijke rol.”
grondwet, zou er iets over nationale identiteit en
Hij behandelt hoe Nederland vanaf de negentiende
rechtsstaat in moeten, vindt hij.
eeuw zich ontwikkelde op het punt van Grondwet, monarchie, Tweede Kamer, minister-presidentschap
Nederland kent geen populistische traditie, schrijft
en politieke partijen, regentenmentaliteit en het
Te Velde. Er waren wel verschillende populisten,
poldermodel. Partijtradities ontstonden pas in de
maar het ging altijd om kortstondige bewegingen.
late negentiende eeuw en lopen ook nu op hun
Dat Nederland nooit een echte populistische traditie
einde, dat wil zeggen partijen met een eigen le-
heeft gekend, voert Te Velde terug op een ontbreken
venbeschouwelijke, culturele traditie. Interessant
van een traditie van volkssoevereiniteit. Sinds de
is dat Te Velde de moderne politieke partij niet
jaren zeventig is de politieke situatie grondig ver-
alleen een sociaal, maar ook een religieus ver-
anderd en gaapt er een kloof tussen establishment
schijnsel noemt. Er was een grote aandacht voor
en outsiders. De vroege populisten voelden zich
het religieuze element in politieke thema’s als on-
niet thuis in het parlement, maar Wilders is juist
derwijswetgeving, Kulturkampf, confrontatie tussen
ondenkbaar zonder parlement. “Het is zijn podium
kerk en staat en zedelijkheidswetten. Ook socialisten
en tribune, erbuiten bestaat hij niet, of het moet
hebben hun ervaring met de politiek in religieuze
al in afgeleide zin zijn, in de media.”
ZICHT 2011-1 | maart 2011
Boekenschap | Dr. K. van der Zwaag
71 Martin Bosma, De schijn-élite
van de PvdA aan de multiculturalisme en de islam
van de valse munters. Drees,
definitief, aldus Bosma. Een boek dat schrijnend
extreem-rechts, de sixties, nuttige
licht werpt op de blindheid van de linkse elites. Te-
idioten, Groep Wilders en ik;
recht waarschuwt de PVV voor het ondergraven van
uitg. Bert Bakker, Amsterdam,
het culturele fundament van de westerse beschaving.
2010; 376 blz.; ISBN: 978 90
Bosma: “Monoculturaliteit, aangevuld met christe-
351 3604 5; € 19,95.
lijk-westerse waarden als vlijt, discipline, eerlijkheid
Een onthullend boek over ont-
en efficiëntie zorgden voor een ongeëvenaard hoog-
staan en ontwikkeling van Wilders’ PVV. De PVV is
tepunt in de menselijke geschiedenis.” Degenen die
geboren uit protest tegen de links-liberale consensus
de islam kritiseren worden vergeleken met nazi’s.
en kent harde uitgangspunten aangaande de mas-
Nadat de moslims als de nieuwe joden gezien
sa-immigratie (waar Willem Drees senior én junior
werden, zijn de joden de nieuwe nazi’s geworden.
ook voor waarschuwden) en de islamisering. Na de
“Om moslims te apaiseren moet Israël worden op-
jaren zestig met hun cultuurrelativisme, vonden er
geofferd, klinkt unisono de eis van extreemlinks en
vanaf de jaren zeventig linkse machtsovernames
mohammedanen.” Israël, als symbool van alle vrije
plaats. De linkse elite omarmde het multicultura-
mensen, is onze eerste verdediginglinie, aldus Bosma.
lisme en waardeerde de niet-westerse volkeren boven
Het land is een barometer van onze toekomst. “Gaat
het westen en het christendom dat per definitie
Israël ten onder, dan is er weinig hoop meer voor
slecht is. Elites willen niet ouderwets overkomen,
ons.” De linkse elite, kapitaalkrachtig en kosmopo-
verheerlijken de tolerantie en het gelijkheidsdenken,
litisch georiënteerd, leidt een dubbelmoraal, on-
zijn afkerig van gezag en autoriteit en financieren
derscheiden van het gewone volk dat wel te maken
ten tijde van het subsidiesocialisme de hordes im-
heeft met de gevolgen van de massa-immigratie.
migranten. Overal in Nederland slaat de ‘multikul’
“Het linkse sixtiesfeestje van de gegoede burgerij is
toe, aldus Bosma (de tweede man bij de PVV), ook
zo de nachtmerrie geworden voor de mensen die
bij politie en rechters. De multiculturele samenleving
geen kant op kunnen.” De elite is traditioneel anti-
is volgens Bosma het resultaat van de uitholling
klerikaal, maar onkritisch tegenover de islam. Terwijl
van de democratie en leidt tot uitholling van de
zij vroeger nauwelijks kritisch stond tegenover het
verzorgingsstaat. De islamisering van de menings-
communisme, waait men nu mee met de islam, die
vorming vertaalt zich in zelfcensuur, terugtrekken
de linkse utopie gestalte moet geven, zo verwijt
van opinieleiders en het zich laten leiden door
Bosma. Een boek dat de linkse kerk flink in zijn
angst. De komst van Job Cohen en zijn keus voor de
hemd zet, maar dat hier en daar wel triomfalistisch
kosmopolitische middenklasse maakt de overgave
Wilders’ optreden verheerlijkt.
Vrijheid. Een christelijk-sociaal
Deze bundel van het Wetenschappelijk Instituut
pleidooi, onder redactie van G.J.
van de ChristenUnie is een studie over de christelijke
Spijker, Buijten & Schipper-
wortels van vrijheid (vrijheid in historisch perspec-
heijn, Amsterdam, 2010, i.s.m.
tief), de maatschappelijke vrijheid (ruimte voor sa-
WI-ChristenUnie; 224 blz.;
menleving en markt) en politieke vrijheid (het be-
ISBN 978 90 71075 14 8;
lang van de democratische rechtsstaat). Het boek
€ 19,90.
voert een pleidooi voor een positieve vrijheid, in
ZICHT 2011-1 | maart 2011
Boekenschap | Dr. K. van der Zwaag
72 tegenstelling tot negatieve vrijheid die vrij van al-
mogelijke staat, die in het teken staat van het
lerlei beperkingen wil zijn. Positieve vrijheid bete-
recht en het borgen van maatschappelijke variëteit”.
kent een vrij zijn tot de ander, de gemeenschap,
De schrijver lijkt me hier te kort door de bocht te
zodat de mens pas vrij is in een netwerk van duur-
gaan door het christelijk principe (particularistisch?)
zame relaties.
te gemakkelijk aan te passen aan de samenleving.
Vrijheid is altijd een belangrijke drijfveer geweest
Ook Jan van der Stoep vraagt zich af of homoseksuele
in de christelijke politieke traditie, zo legt Rienk
relaties ‘per definitie’ op grond van de Schrift moe-
Janssens uit in zijn bijdrage over de antirevolutio-
ten worden afgewezen. Identiteitsgebonden orga-
naire strijd voor een vrije samenleving. De vrijheid
nisaties zullen zich wel nadrukkelijker moeten
van (bijzonder!) onderwijs was letterlijk de motor
verantwoorden waarom het weren van mensen
achter de antirevolutionaire partijvorming in de
met bepaalde overtuigingen of leefwijzen in strijd
negentiende eeuw. Groen van Prinsterer stelde dat
is met het anti-discriminatiebeginsel. “Een een-
het revolutionaire vrijheidsbegrip (die de vrije
voudig beroep op de vrijheid van godsdienst volstaat
mens centraal stelde en de staat mobiliseerde ten
niet meer.” Toch vindt hij dat de overheid over de
behoeve van telkens veranderende meerderheids-
schreef gaat door van identiteitsgebonden instel-
standpunten) gemakkelijk kon leiden tot dwinge-
lingen een “right of entry” te eisen voor mensen
landij en tirannie van de op dat moment toevallig
die de geloofsovertuiging van deze instellingen
samengestelde meerderheid. Janssens stelt dat we
niet delen. De overheid legt dan de eigen liberale
in onze deze tijd nauwelijks beseffen hoever de
opvattingen aan anderen op en maakt zich schuldig
arm van de staat reikt die op veel manieren het
aan “vrijzinnige terreur”. In dat kader mogen scho-
maatschappelijke leven in de greep heeft, en dat
len voor bijzonder onderwijs ook werknemers ont-
alles in naam van “de algemene wil”. De spanning
slaan vanwege het ‘enkele feit’ dat ze een homo-
tussen de algemene wil en die van de burger is op
seksuele relatie hebben.
het scherp van de snede zichtbaar in een steeds
De bundel verkent ook Habermas’ visie op de post-
duidelijker openbaar komend eenheidsdenken.
seculiere tijd, een indringende bijdrage van H.G.
“Een politieke partij met een afwijkende visie op
Geertsema over de rechtsstaat als voorwaarde voor
vrouwen of op integratie wordt moeizaam geac-
democratie. Opvallend in de bundel blijft de te-
cepteerd.” Toch bepleit Janssens dat de overheid
rughoudende houding ten opzichte van een ‘chris-
terughoudend moet zijn in het uitdragen van eigen
telijke’ overheid. Kars Veling stelt dat de Christen-
opvattingen, christelijk of niet christelijk. Dus geen
Unie de overheid kan oproepen beleid te voeren
verdediging van artikel 23 van de Grondwet louter
dat aansluit op waarden met een christelijke oor-
omdat christenen zich bedreigd voelen. Maar ook
sprong. “Maar als ze claimt dat het de taak van de
“geen krampachtige houding jegens het homohu-
overheid als zodanig is te luisteren naar de Bijbel,
welijk, maar dat recht volmondig erkennen als
dan ontstaat er kortsluiting.” Het openbaar bestuur
mogelijkheid om elkaar trouw te beloven. Je mag
moet algemeen zijn. Christelijke politiek moet
als christen hier moeite mee hebben, maar het is
volgens Veling haar inbreng leveren in de context
nu eenmaal niet aan de staat om particularistische
van de democratische rechtsstaat. “Van de overheid
overtuigingen tegen te houden of te bevorderen”.
vragen om Gods eer te zoeken of zich door Gods
Janssens verwerpt een streven naar een christelijke
Woord te laten gezeggen is niet juist.”
staat of christelijke overheid die Gods naam hoog
Die opvatting komt overeen met die van Stefan
moet houden en kiest voor “een kleine, zo neutraal
Paas in de bundel. Politici doen goed werk, maar
ZICHT 2011-1 | maart 2011
Boekenschap | Dr. K. van der Zwaag
73 zij bouwen niet aan Gods Koninkrijk. De aardse
een visie op het goede leven nodig, maar dan op
overheid heeft niet als taak mensen tot het goede
de voorwaarden die nodig zijn om dit goede leven
leven te leiden. “Haar taak is het om een samenle-
mogelijk te maken en de gevaren die het bedreigen.
ving te beschermen en te faciliteren, waarin het
“Dit, en niet een programmatisch uitgevoerde visie
goede leven te vinden is.” Een overheid heeft wel
op het goede leven, is haar normatieve inzet.”
Dr. Henk Post Gelijkheid als
pluralistisch stelsel van waarden garandeert. Dit
nieuwe religie. Een studie over het
stelsel geeft ruimte aan religie, ook in de openbare
spanningsveld tussen godsdienst-
sfeer. Er is echter volgens Post een tendens in de
vrijheid en gelijkheid, Wolf Legal
21ste eeuw naar een striktere scheiding van de pu-
Publishers, Oisterwijk, 2010,
blieke en de private sfeer en daarmee naar een te-
204 blz.; ISBN: 978 90 58505 63
genstelling tussen de staat aan de ene kant en
7; € 19,95. De kwestie van (opkomende) religie in het publieke
religie en cultuur aan de andere kant. Dat impliceert een zekere tendens om de godsdienstvrijheid te
domein wordt vooral actueel op het punt van de
beperken tot kerkdiensten.
spanning tussen de verschillende grondrechten.
Post stelt dat de eis van het seculiere karakter van
De vrijheid van godsdienst is kenmerk van de libe-
de staat en de erkenning van de pluriformiteit en
rale democratie en de rechtsstaat, maar hoe zit
van gelijkwaardigheid van religies tot ver in de vo-
dat in relatie tot de andere grondrechten? De te-
rige eeuw weinig problematisch was. De rechtsorde
rugkeer en transformatie van religie heeft volgens
van onze neutrale rechtsstaat wordt nu echter met
de schrijver gezorgd voor een hausse aan publieke
een situatie geconfronteerd die minder homogeen
discussies over de grondrechten. Sinds een seculiere,
is, waardoor toepassing van juridische bepalingen
progressieve meerderheid geen begrip kan opbren-
ten aanzien van vrijheid van godsdienst en levens-
gen voor de standpunten van religieus gemotiveerde
overtuiging moeilijker hanteerbaar zijn. Met de
minderheden van moslims en protestanten, worden
uitdrukkelijke toekenning van horizontale werking
de fundamentele waarden van de democratie onder
aan artikel 1 van de Grondwet en vooral sinds de
druk gezet. De pluriformiteit in godsdienst en le-
concretisering van dit artikel in de Algemene Wet
vensbeschouwing in de rechtsstaat staat onder
Gelijke Behandeling, hebben we volgens Post te
spanning, gelijkheid wordt een nieuwe religie (zie
maken met tal van conflicten rond het gelijkheids-
titel) wanneer gelijkheid als rechtsbeginsel of
beginsel.
waarde dominant wordt, en de vrijheidsrechten
Post waarschuwt voor bedreiging van de rechtsstaat
een ondergeschikte betekenis krijgen. “Gelijkheid
als het evenwicht tussen het gelijkheidsbeginsel
als religie is een seculiere religie die zich manifes-
en de vrijheidsrechten wordt doorbroken. Pluri-
teert in het publieke domein. Zij past bij een secu-
formiteit is een wezenskenmerk van een moderne
larisatie van het publieke domein die discriminerend
samenleving. Een samenleving waarin burgers
uitwerkt voor aanhangers van een godsdienst.”
vreedzaam met elkaar kunnen samenleven, is
De seculiere overtuiging dat voor religie geen plaats
gebaat bij het bewaren van een pluriformiteit van
is in het publieke domein is een vorm van onver-
waarden. Gelijkheid is een fundamentele christelijke
draagzaamheid, vindt Post. De Nederlandse grond-
notie, maar een samenleving is niet gebaat bij een
wet impliceert dat de neutraliteit van de staat een
verabsolutering van een bepaalde waarde.
ZICHT 2011-1 | maart 2011
Boekenschap | Dr. K. van der Zwaag
74 John Gray, Grays anatomie.
erin geslaagd is de traditionele westerse geloven
Geschriften; uitg. Ambo,
grotendeels te verdringen.” Wetenschappelijke en
Amsterdam 2009; 597 blz.;
technologische vooruitgang hebben het terrein
ISBN: 978 90 263 2239 6;
van het mysterie en de tragiek waarin de mens nu
€ 29,95.
eenmaal vertoeft niet verkleind en is daartoe ook
Een bundel artikelen van de
niet bij machte.
Britse cultuurcriticus, emeritus
We treffen diepgaande beschouwingen aan over
hoogleraar Europese ideeënge-
het liberalisme (Mill, Rawls, Berlin) en de grenzen
schiedenis. Gray is een conservatief denker die
van het vrijheidsdenken. Het neoliberalisme is vol-
niet-religieus is maar wel oog heeft voor de invloed
gens Gray geworteld in een teleologische (gericht
van religie op de cultuur en ook het negeren
op een doel=telos) interpretatie van de geschiedenis
ervan hekelt. In deze bundel zijn beschouwingen
en daarmee verwant met het marxisme. In dat
verzameld over liberalisme, conservatisme, de ont-
kader hekelt Gray Fukuyama’s “zelfverzekerde”
wikkeling van postcommunisme naar de globali-
aankondiging van het einde van de geschiedenis.
sering, de relatie tussen verlichting en terreur en
In geen enkele van haar verschijningsvormen is de
de periode ‘na de vooruitgang’. Religie sterft niet
liberale politieke filosofie erin geslaagd haar fun-
weg, maar vormt juist een brandpunt van mense-
damentele stelling te bewijzen: dat de liberale de-
lijke conflicten, stelt Gray. Hij ziet nazisme en
mocratie de enige regeringsvorm is die we door de
communisme als politieke religies. Politiek vraagt,
rede en de ethiek kunnen onderbouwen. Scherp is
net als religie, om geloof in een leer of doctrine.
Gray ook richting het ‘nieuwe atheïsme’ dat een
Het verlichtingsgeloof in de vooruitgang oefende
bekeringsijver kent die niet onderdoet voor die
massale aantrekkingskracht uit, en dat is de ach-
van christenen en moslims. “Achter het seculiere
terdeur waardoor de religie weer binnenkomt.
fundamentalisme ligt een beeld van de geschiedenis
“Zoals vele andere aspecten van het seculiere ge-
dat is ontleend aan de religie”. Zieltjeswinnende
dachtegoed is ook het idee van vooruitgang een
atheïsten verkondigen de liberale vrijheden, maar
christelijke erfenis.” God is dan vervangen door
hebben nimmer onderzocht waar die vrijheden
een vergoddelijkte mensheid. Het door hem ge-
vandaan komen en houden geen rekening met de
waardeerde conservatisme verzet zich tegen alle
mogelijkheid dat de religie een rol zou kunnen
utopische blauwdrukpolitiek en staat daarmee op
hebben gespeeld bij hun ontstaan. Een bundel
gespannen voet met “de sentimentele mensheids-
waarin de diepe achtergronden van de moderne
religie, die het seculiere credo van onze tijd is en
cultuur blootgelegd worden.
Ahmed Marcouch, Mijn
in zijn leven met vallen en opstaan gestalte kreeg.
Hollandse droom, uitg. Contact,
Bij hem wél een succesverhaal, daar hij met groot
Amsterdam, 2010; 200 blz.;
doorzettingsvermogen diverse opleidingen volgde
ISBN: 978 90 254 3532 5; € 17,95.
en stadsdeelvoorzitter van Amsterdam-Slotervaart
De schrijver kwam op tienjarige
werd en sinds vorig jaar PvdA-Tweede Kamerlid is.
leeftijd uit Marokko naar Neder-
Het boek is vooral interessant vanwege het inzicht
land (in het kader van de gezins-
dat het biedt in de kloof tussen de Marokkaanse
hereniging) en beschrijft hoe het integratieproces
en Nederlandse cultuur. Marcouch maakte een ra-
ZICHT 2011-1 | maart 2011
Boekenschap | Dr. K. van der Zwaag
75 dicale periode door waar hij met activistische mos-
de linkse revolutie in de jaren zeventig de beleving
lims verzet aantekende tegen de decadente westerse
van religie als irrelevant beschouwd en dus is er
wereld met haar doorgeslagen individualisme en
nooit een relatie opgebouwd met welke religieuze
materialisme. Schokkend om deze feiten te lezen:
organisatie dan ook. Pas vanaf het laatste decennium
veel migrantenouders haalden in de jaren tachtig
weten ze dat er zo iets is als de islam. “Veertig jaar
hun 14- en 15-jarige kinderen van school en stuurden
migratie waarvan dertig jaar niet gesproken over
ze voor twee jaar naar Pakistan, naar de madrassa’s
de islam. Uiteindelijk heeft het ons alleen maar
waar de taliban het voor het zeggen hadden. Mar-
een achterstand opgeleverd. Nu pas beginnen we te
couch vindt dat je radicaliserende jongeren niet
vechten tegen ideeën die de afgelopen veertig jaar
moet criminaliseren, want vaak handelen ze vanuit
geïmporteerd zijn.” De politieke elite heeft geen
“goede intenties” en hebben “veel kracht en energie
oog gehad voor de religieuze behoeften van moslims
in zich”. Er zijn uitzonderingen, zoals Samir A. die
die steeds verder radicaliseerden door zendings-
naar Tsjetsjenië vertrekt en wél voor geweld kiest.
campagnes uit de golfstaten. Een politicus die geen
“De vraag is echter: hoe kun je die energie nu zo-
visie op de islam heeft, is “geen knip voor de neus
danig in banen leiden dat deze ten goede komt
waard”. “Zo kan het gebeuren dat de islam nog
aan onze samenleving?”
altijd geen issue is, maar ondertussen wel een pro-
Marcouch signaleert het feit dat Nederland altijd
bleem vormt. De islam maakt geen deel uit van in-
heeft genegeerd hoe belangrijk religie voor moslims
tegratiepolitiek.” Marcouch hoopt dat de radicale
is. De politiek negeerde de mate waarin migranten
zelfkritiek binnen de kerken zich ook binnen de
vasthielden aan hun religieuze identiteit. Moslims
islam zal voordoen. Het is voor hem de enige manier
zijn niet gewend om kritisch over hun geloof na te
om een moderne islam te creëren die niet haaks
denken en voelen zich superieur ten opzichte van
staat op de westerse samenleving. Het blijft natuurlijk
westerlingen. Politici en beleidsmakers hebben sinds
de (grote) vraag of de islam hiervoor openstaat.
Calvin and Culture. Exploring a
telijk gemenebest. Elk deel van de samenleving weer-
Worldview; edited by David W.
spiegelt de orde en glorie van God en duidt op een
Hall and Marvin Padgett; P&R
gedifferentieerd antwoord op de roeping van God.
Publishing Company; Phillips-
Calvijn legt volgens Paul Marshall een scepticisme
burg 2010; 326 blz.; ISBN: 978
aan de dag aangaande het koningschap en kiest een
15 963 8098 1; $ 19,90.
regeringsvorm waarin vrijheid en democratie pre-
Calvijn heeft meer dan een theo-
valeren. Dat leidt tot een verbondsmatige kijk op poli-
logische en kerkelijke betekenis, zo leert dit boek.
tiek. Politiek is een antwoord van mensen die zich
Diverse schrijvers beschrijven de betekenis van Calvijn
vrijwillig aan God overgeven en zo de sociale, eco-
voor de economie, de filosofie, wetenschap, kunst,
nomische en politiek orde transformeren. Deze cal-
muziek en de politiek. De calvinistische tak van de
vinistische politiek heeft volgens Marshall het mo-
Reformatie veranderde niet alleen de theologie en
derne federalisme geschapen, zoals bij Althusius
de kerk maar ook het recht en de staat, zet John Witt
naar voren kwam, iemand die een brug sloeg tussen
jr. uiteen. Tegenover lutheranen en anabaptisten bena-
de Bijbelse fundering van de westerse beschaving
drukte Calvijn dat kerk en staat beide een comple-
en moderne politieke instituties. Een mooie, lezens-
mentaire rol vervullen in de schepping van een chris-
waardige bundel over de brede betekenis van Calvijn.
ZICHT 2011-1 | maart 2011
Boekenschap | Dr. K. van der Zwaag
76 Isaiah Berlin, Twee opvattingen
meenschap (traditie, cultuur) recht gedaan wordt.
van vrijheid; uitg. Boom, Amster-
Berlin ziet de mens als de bron van alle waarden.
dam, 2010; 116 blz.; ISBN: 978
We beschikken niet over een objectieve, universele,
90 850 6903 4; € 9,90.
eeuwige maatstaf waaraan waarden afgemeten kun-
Een klassieker in de boekerij van
nen worden. Toch keert hij zich tegen het (cultuur)re-
het liberalisme. De Britse filosoof
lativisme en subjectivisme omdat er een minimale
Isaiah Berlin (1909-1997) onder-
universeel gedeelde moraal bestaat voor een zinvol
scheidt twee concepten van vrijheid, een negatieve
en rationeel debat over waarden. Zijn uiteenzetting
en positieve. Negatieve vrijheid is het domein waar-
is diepzinnig, maar blijft vaag als het gaat om de
binnen iemand ongestoord door anderen kan doen
verankering van de ware vrijheid. Aan het slot van
of zijn wat in zijn vermogen ligt. Het begrip is be-
zijn boek noemt hij de wens dat onze waarden in
doeld als een verdedigingswal tegen de staat. Posi-
een objectieve hemel eeuwig en veilig zijn, misschien
tieve vrijheid gaat over de mate waarin iemand
niets anders is dan “de hunkering naar de zekerhe-
meester is over zijn eigen bestaan en heeft betrek-
den van zijn kinderjaren of de absolute waarden
king op de waarde van gemeenschap, culturele
van ons primitieve verleden”. “Het is wellicht een
identiteit en culturele zelfbeschikking. Het pleidooi
diepe en onuitroeibare metafysische behoefte om
van Berlin voor beide vrijheden heeft geleid tot
meer te verlangen dan dit; maar het getuigt van
een claim van zijn denken door liberalen en com-
een even diepe, en nog gevaarlijker, morele en po-
munitaristen. Berlins oplossing komt uit bij een
litieke onvolwassenheid als we de praktijk van ons
pluralisme waarin zowel vrijheid (individu) als ge-
leven daardoor laten bepalen.”
Secularisme: sterk verhaal of ijdel kabaal? Debat tussen Paul Cliteur en Bart-Jan Spruyt Woensdagavond 20 april 2011, van 19.45 – 22.00 uur Locatie: Driestar-college, gebouw a, Ronsseplein 1 te Gouda Aanmelding verplicht! Geef je voor 12 april op via tel. 0182-696902 of mail naar
[email protected] Organisatie: Guido de Brès-Stichting i.s.m. redactie Zicht Meer informatie op website www.wi.sgp.nl
ZICHT 2011-1 | maart 2011