1
JULI 2013 - nr. 3
De zin van voedsel Een traditie van bezield denken en doen Drie religies in een seculiere samenleving juLi 2013 - NR. 3
{VAN DE REDACTIE
2
{EN VERDER
3
4 Duurzaamheid in Islam 9 Column – Reinders 10 Katholiek sociaal denken:
Proeven van goed samenleven
Herman Radstake eindredacteur a.i.
Rond het verschijnen van dit magazine is het precies 150 jaar geleden dat Nederland de slavernij officieel afschafte. Dat was het einde van een eeuwenlange lucratieve handel. De afschaffing tekent voor mij een verandering van heersende waarden. De waardenschaal van de beslissers kantelde in die tijd – niet per se van harte, moet gezegd – van handelswaarde naar mensenwaarde, waarbij slaven uiteindelijk toch als mensen werden beschouwd, en dienovereenkomstig behandeld. Drijvende krachten achter de afschaffing waren vooral de publieke opinie, en in de Verenigde Staten ook bijvoorbeeld de strengchristelijke Quakers. Groeiende kennis over de onmenselijke gruwelen en de vasthoudende veroordeling door enkele spraakmakende politici en religieuze groepen moeten de doorslag hebben gegeven. Publiek gedragen waarden veranderden de economische bewegingsruimte. Dat geeft hoop dat de feitelijke slavenarbeid in de productieketens van onze consumptiegoederen ook een keer zal kunnen worden verboden. Social media en actie-organisaties laten ons steeds meer zien van de mensonterende omstandigheden waaronder onze kleren en mobieltjes worden gemaakt. Ook hier moeten kennis en waarden de doorslag gaan geven. Opnieuw: lucratieve handel aan banden omdat het publiek, de consument de waarde van menswaardig leven voor mensen zwaarder vindt wegen.
Nationaal Monument Slavernijverleden, Oosterpark, Amsterdam. Gemaakt door Erwin de Vries in 2002. (Foto: Wikipedia, Arthena)
COLOFON Magazine De Linker Wang is een uitgave van stichting De Linker Wang.
JULI 2013 - nr.3 NR. 3 juLi
Redactiesecretariaat: Theo Brand, Wagenschuurstraat 14, 8043 XW Zwolle. E:
[email protected] Abonnee-administratie: De Linker Wang, Galvanistraat 14, 6533 DW Nijmegen. E:
[email protected] Jaarabonnement: €16 (5 nummers). Betalingen en donaties: Triodosbank nr. 39 02 64 393 t.n.v. De Linker Wang o.v.v. ‘Abonnement De Linker Wang’ of ‘Donatie De Linker Wang’.
Stichting De Linker Wang: De Linker Wang. Politiek met compassie. Religiewerkgroep van GroenLinks. Uitgever van het gelijknamige tijdschrift. Bestuur: Ruard Ganzevoort (voorzitter), Sijtse van Veen (secretaris) en Will Kranenburg (penningmeester), Mehmet Cerit, Tjeerd de Jong, Manuela Kalsky, Bas Roufs en Jan Spijk. E:
[email protected] Website: www.linkerwang.nl
4
Gezond en veilig voedsel bedreigd
Rosenmöller: ‘Laten inspireren en dromen’
6 12
Beeldhouwer zoekt verbinding instinct en intuïtie
14 Drie religies in een seculiere samenleving
15 Authentiek godsbesef niet gezien 17 Uitreiking Ab Harrewijnprijs 19 Andere wang – Ruard Ganzevoort 20 Commentaar – Hans Feddema 20 Recensie – Pleidooi voor een publieke theologie
21 Onder ogen / Agenda 22 Fotopagina – Katholiek sociaal denken
24 De Uitsmijter – Neem nou een mantelzorger
Maarten Wolterink
‘Politiek met compassie’ is het motto van De Linker Wang, de religiewerkgroep van GroenLinks.
Redactie: Herman Radstake (eindredacteur), Theo Brand, Hans Feddema, Willem de Gelder, Marianne Mak, Cor Ofman, Bas Roufs en Iris Savelkouls. Aan dit nummer werkten mee: Thijs Caspers, Hub Crijns, Ruard Ganzevoort, Carin Hereijgers, Christian Jongeneel, Margrietha Reinders en Silvia Roukens. Commentaartekening: Maarten Wolterink. Opmaak/vormgeving: Max Prins. Drukwerk: Macula, Waddinxveen. FSC-gedrukt op geheel gerecycled papier.
Vergelijkbaar is de situatie in de voedselindustrie. Onzichtbare multinationals met als enig doel winstvermeerdering bedreigen de werkelijke waarde van voedsel: voedingswaarde en gezondheid. Wereldwijd lopen er acties tegen voedselgigant Monsanto, die met genetisch manipulerende bestrijdingsmiddelen en de verwerving van rechten op gewasgenen de macht over ons voedsel probeert te krijgen. Carin Hereijgers spitte door een aantal recente onderzoeken en boeken over voedsel en bundelde haar bevindingen. Waarden komen voort uit een levensbeschouwing. De plaats van religie en godsdienst in de samenleving is onderwerp van hevige maatschappelijke en politiek discussie. In dit nummer komt het onderwerp een paar keer aan de orde. Bijvoorbeeld in het verslagje van een bijeenkomst van het Cairo-overleg, waar het gaat over de steun die de monotheïstische godsdiensten elkaar kunnen bieden. Misschien biedt een jonge moslima met hart voor duurzaamheid inspiratie voor een volgend gesprekthema tussen de religies. De voorzitter van De Linker Wang staat in zijn functie van Eerste Kamerlid voor de vraag welke plaats levensbeschouwingen houden in het medialandschap, nu een aantal kleine omroepen op religieuze leest zullen verdwijnen. En ook in een grote beschouwing van Hans Feddema over de opkomst van nieuwe vormen van spiritualiteit, waar de traditionele kerken weinig oog voor hebben. Beeldhouwer Dennis Coenraad mag hiervan een goed voorbeeld heten. In het gesprek dat Marianne Mak met hem had, lopen beelden en spiritualiteit hand in hand. Paul Rosenmöller vertelt over zijn huidige werkzaamheden. De aanleiding was het verschijnen van zijn nieuwe boek, ‘Van droom naar daad’, dat in de verte een vervolg lijkt op de bundel interviews ‘Bijbel koran grondwet’ die Ab Harrewijn kort voor zijn dood samenstelde. Ook daarin gaat het over waarden. Natuurlijk doen we weer verslag van de 11e uitreiking van de Ab Harrewijnprijs op 13 mei, die dit jaar een verrassend jonge winnares huldigde. Ook delen de columnisten hun waarden met u. Bijvoorbeeld over het lot van de mantelzorger, aldus de uitsmijter, in een tijd van verkokerde kaasschaafbezuinigingen. Bestuur en redactie wensen u een waardevolle zomer!
juLi 2013 - NR. 3
{INTERVIEW
4
5
Voeding, ethiek, gezondheid en de wereld
Voedingswaarde of handelswaarde? Er zijn allerlei redenen om in je eetgedrag stil te staan bij ethiek. Voeding heeft in onze tijd veel impact, niet alleen op ons eigen humeur en gezondheid, maar ook op de wijde wereld. In het bakje muesli bij het ontbijt zitten vruchten en noten uit verre landen, al dan niet genetisch gemodificeerde maïsvlokken, yoghurt waarvoor de koeien nu weer wel in de wei hebben mogen lopen. Met elke hap, slik je meteen ook wat slimme fructose-glucosestroop in of juist zelf toegevoegde honing van een specifiek klaverlandje van een boerderij. ‘Ons dagelijks brood’ bestaat vaak niet alleen meer uit gist, water en meel, maar ook nog uit gerstemoutextract, emulgatoren E471en E472, dextrose en veldbonenmeel. Waarom zou je en hoe kun je gezond en veilig eten? Carin Hereijgers We hebben de neiging om de kleingeletterde uitgebreide informatie op producten te verdringen, totdat we iemand met bijvoorbeeld een allergie ontmoeten – en die zijn er helaas steeds meer - waardoor we ons wel moeten bezighouden met de moderne ingrediënten – en het vermijden ervan. Voor degenen die voorzichtig moeten zijn met gluten, glucose, zout of lactose, is het een zoektocht om veilige (!) voedingsmiddelen te vinden. Teruggaan naar een eenvoudige maaltijd blijkt heel ingewikkeld geworden. Ons economisch leefpatroon nodigt niet echt uit om tijd te nemen om zelf te koken. Als we dit zouden willen, blijkt onze dichtstbijzijnde supermarkt maar een
beperkt aanbod te bieden. We moeten letterlijk de boer op, of de ‘markt’, maar dan ook de echte, die met kraampjes en zingende kooplui.
zond kan opgroeien. Investeren in eerlijk en gezondheidsgericht onderzoek is de beste preventie tegen hoge zorg- en ziektekosten in de toekomst.
Welvaartsziekten
Gezondheid, dierenwelzijn of natuur
Het vereist inspanning om uit de dagelijkse stroom van bedrijvigheid van deze tijd te stappen, om bewust met voeding bezig te zijn. Stemmen met de voeten is een belangrijke manier om invloed uit te oefenen: hoe meer mensen hiermee bezig gaan, des te meer winkels en restaurants hierop zullen inspelen. En als de politiek die beweging ook mee oppakt, kan er – zoals onlangs – ook een wet komen om bijvoorbeeld minder zout in gefabriceerd voedsel toe te voegen. Maar waarom zou je deze stap willen zetten? Allereerst voor je eigen gezondheid! Inmiddels is uitgebreid bewezen dat veel welvaartsziekten als obesitas en hart- en vaatziekten terug te leiden zijn tot voedingspatronen met bijvoorbeeld veel vlees en uitgeproduceerde voedingsmiddelen, die weinig meer met ‘voedsel’ te maken hebben. Gemak en een rijk gevoel dragen uiteindelijk dus niet bij tot een reëel welzijn. De crisis rond antibioticagebruik bij dierhouderijen doet vermoeden dat de voedselproductie mensen en op termijn misschien de mensheid zelf letterlijk dodelijk ziek kan maken.
Preventie De ‘schijf van vijf’ biedt lang niet altijd uitkomst meer. Wetenschappelijk onderzoek, gefinancierd door multinationals, onderzoekt niet meer wat ons ècht voedt en gezond houdt. Het is tekenend dat een onafhankelijke consumentenorganisatie onlangs een onderzoek publiceerde, waaruit blijkt dat zelfs voor volwassenen de hoeveelheden suiker e.d. uit speciaal voor kinderen gemaakte producten al te groot zouden zijn. De Voedsel- en Waren Autoriteit (VWA) of andere voedselcontroleurs maken zich hier blijkbaar nauwelijks druk om en laten deze producten gewoon toe op het winkelschap voor ouders die het beste willen voor hun kind. Terwijl juist deze constateringen en het gevolg geven aan de onderzoeksconclusies eraan kunnen bijdragen dat de jeugd wel lekker gejuLi 2013 - nr.3
Koolhydraten, eiwitten en vetten hebben we nodig, maar mineralen en echte vitamines zorgen voor het evenwicht in ons lichaam: het is fijn als voeding onze lichamelijke functies ondersteunt en niet ondermijnt door bloedsuikerpieken te creëren, door zowel basisch als alkalisch te zijn, door niet alleen een volle buik te geven, maar echt voedzaam te zijn. In de – toegegeven: extreme - film ‘Supersize me’ had de hoofdpersoon – een maandlang op ‘dieet’ van alleen McDonalds menukaart – nog nooit zoveel gegeten en gedronken. Na die maand bleek hij in de basis ondervoed en had hij al zijn organen grondig vergiftigd. Ten tweede zou je kunnen hechten aan het welzijn van de dieren. Dat wordt vooral bedreigd door de grote vraag naar dierlijk eiwit tegen zo laag mogelijke kosten. Dat heeft soms gruwelijke gevolgen voor de dieren. Bewustwording kan hier ook helpen, want – of het helemaal waar is of niet – ik heb toch sterk de indruk dat er tegenwoordig weer meer koeien in de wei lopen dan tien jaar geleden, toen het nog geen issue was. Er is nog een lange weg te gaan, maar de sleutel ligt ook hier bij bewustwordingen de hieruit voortkomende consumentenvraag, zoals de plofkip-actie bewijst. Ten derde is de natuur bij onbewuste dieetkeuzes het slachtoffer. Regelmatig wordt het label ‘biologisch’ aangevallen door onderzoekers, die menen te kunnen aantonen dat het heus niet gezonder, beter of lekkerder is om biologische producten te gebruiken. Terwijl het toch best ‘logisch’ is om de cyclus van zaad, mest, teelt en oogsten niet te groot te maken. De biodiversiteit van planten en dieren die niet ‘biologisch’ worden gekweekt, lijdt bijvoorbeeld onder grootschalig, eenzijdig grondgebruik, maar ook onder eenjarig zaad en mestoverschotten. En het kan u bijna niet ontgaan zijn dat de paar grote marktpartijen wereldwijd (de Monsan-
to’s van deze wereld) dreigen hun hand te overspelen. Ze vernietigen onherroepelijk traditionele teeltwijzen, zaden en biodiversiteit. Gelukkig groeit het aantal burger- en consumentenacties tegen deze grepen naar de absolute macht over ons voedsel.
Speculeren met voedsel Hierop aansluitend stelt onder meer Milieudefensie met hun ‘Kleine Hoefprint’ praktisch aan de kaak dat hele oerwouden momenteel worden omgezet in sojavelden om voedsel te produceren voor de dieren die wij dan weer eten. Deze oerwouden omvatten heel veel biodiversiteit en er woonden ook nog een paar inheemse volkeren, die en passant genadeloos van hun geboortegrond verjaagd worden. Dat gebeurt overal waar de machtige beursgenoteerde bedrijven kansen ruiken om mensen uit te kopen en hiermee honderden jaren eigen zelfredzaamheid te vernietigen. En niet alleen ver weg, maar ook dichtbij. Ook in Europa verdwijnen kleinere boerenbedrijven en dus veel werkgelegenheid in grote megaboerderijen. De Kleine Hoefprint zet – met kaas en ijs – concrete stappen om het anders te doen. Wereldwijd wordt er gespeculeerd met voedsel. Mocht je in een ontwikkelingsland wat oogst te koop hebben, dan raak je die aan de straatstenen niet kwijt en kun je ondertussen steeds moeilijker iets eenvoudigs als brood betalen. Dit is slechts een kleine illustratie waarom het wereldvoedselprobleem uiteindelijk maar heel weinig te maken heeft met voedsel, maar vooral met de verdeling van macht.
Water vermarkten Misschien denkt u: dit zijn toch spookverhalen? Ons voedsel is toch veilig en transparant? We kunnen toch van alles kiezen? We zijn veel vrijer dan in bijvoorbeeld Cuba: daar staat maar één soort maïsmeel op het schap, en één soort staatsketchup. Schijn bedriegt. Probeer eens een product te kopen dat niet van een multinational is. Zelfs de verse en ingevroren groentes in de supermarkten komen vaak maar van een enkele grote veiling, die als monopolist weer grote boeren
onder contract heeft. Het heeft een gigantische impact. Dat is het kortst te illustreren met het voorstel dat nu in Europa ligt, om alle, ja, alle zaden voor alle voedselplanten te vermarkten. Als je zelf zaden ruilt of kweekt, loop je grote kans te worden beboet wegens inbreuk op eigendomsrechten op de genetische code. En wild plukken en er vanuit medische inzichten mensen mee helpen, staat ook al op de helling. Alles moet onder de officiële bedrijvigheid vallen. Daarmee wordt van bovenaf rigide ingegrepen in de biodiversiteit en, in dit geval, letterlijk de keuzevrijheid, maar ook in de kansen voor een houdbare voedselvoorziening in de toekomst. De directeur van een van de voedselgiganten, Nestlé, heeft in een interview losjes gesteld dat mensen zich wat beter bewust moeten worden van de waarde van drinkwater…. Zijn manier om daar vorm aan te geven is om een balletje op te gooien of we niet ook drinkwater beter kunnen gaan vermarkten…. Mensen met deze mentaliteit, waar ook de financiële beslissers toe te rekenen zijn, bepalen steeds meer wat er in onze intieme levenssfeer aan de ontbijttafel, of met vrienden aan een gezellig diner gebeurt.
Moestuintje Wat is dan nog goed eten? Er zijn altijd veel verhalen rond voeding in omloop geweest en ook nu. Religies kennen hun zinnige voorschriften, waaronder bijvoorbeeld een periode van vasten, de ultieme vorm van bewustwording rond voeding. Andere bekende ‘formats’ zijn kookboeken en ook de zelfhulpboeken onder de kookboeken, de dieetboeken. Interessanter is dat er tegenwoordig ook de anti-dieetboeken zijn, die pleiten voor gewoon ’echt’ eten, zonder opsmuk, slow food en het heel basale raw food. Dit beweegt terug naar de eenvoud van de eerlijke smaak van een lokale seizoensappel, een zelfgemaakte stoofschotel, waar je een middagje voor in de keuken hebt gestaan, een eigengebakken taart, versierd met bramen uit de berm. Fair trade is in opkomst. Groentetassen zorgen voor een direct contact tussen kok en boer. En steeds meer mensen beginnen – al dan niet samen met buurtbewoners – een moes-
tuintje. Overtollige oogst wordt gedeeld, soms zelfs met de voedselbanken.
Mondgevoel Wie (weer) zin wil geven en ervaren en wil bijdragen aan een zinrijke wereld, kan elke dag een steentje bijdragen. Door de eigen gezondheid en die van de wereld in het oog te houden aan het aanrechtblad en hierop producten te snijden van de biologische markt of van een boer in de omgeving. De politiek kan dit signaal verbreden en met wetgeving ervoor zorgen dat echte excessen daadwerkelijk verbannen worden en…. het zou ook wel eens plezierig zijn positieve voorbeelden een keer te bevoordelen. Geen grote subsidies naar voedselinnovatie en vergadercentra, maar een lager btw-tarief voor producten die mens en milieu ook daadwerkelijk minder belasten. Geen grootpakhuizen meer waar kaasachtige materialen in voor de consument gewenste dikte voorgesneden worden, maar veel meer aandacht voor de herkomst en de echte voedingswaarde. Kansen vergroten voor een kortere voedselketen en een echt duurzamere productie. De voedingswetenschap is nog maar een jonge wetenschap en helaas nogal gefinancierd vanuit partijen die op zoek zijn naar ‘toegankelijke smaak’ of ‘mondgevoel’ en minder naar een eerlijker productie, een houdbaarder wereld, of echte volksgezondheid. Onontkoombaar in deze tijd is dat met aandacht koken en eten niet alleen meer een koketterie is, nostalgie naar vroeger, naar autarkie, of een intellectuele en elitaire oefening: het is een politieke keuze voor het behoud van èchte keuzevrijheid, biodiversiteit, wereldwijd, en de gezondheid en het levensplezier van ons eigen lijf en leden en die van onze kinderen.
Still uit een documentaire over Monsanto (Bron: Youtube)
juLi 2013 - NR. 3
{INTERVIEW
6
7
Rosenmöller ‘Van droom naar daad’
‘Laten inspireren en dromen, daar gaat het om’ Het grote publiek heeft Paul Rosenmöller leren kennen als lijsttrekker van GroenLinks, maar inmiddels is het al tien jaar geleden dat Rosenmöller de politiek verliet en ging werken als interviewer en documentairemaker voor de IKON. Daarnaast is hij nog op verschillende sociale gebieden actief. In april verscheen Rosenmöllers nieuwste boek: ‘Van droom naar daad’. Hierin staan twaalf interviews die Paul Rosenmöller en Mieke Spaans hielden voor het radioprogramma ‘OBA Live’, uitgewerkt en gebundeld. Naar aanleiding van dit boek sprak De Linker Wang hem over zijn dromen en daden na GroenLinks. Silvia Roukens en Iris Savelkouls
Waarom werd dit boek uitgebracht? ‘Het boek vormt een weerslag van het radioprogramma. Het leek uitgeverij Lemniscaat een mooi idee om een stuk of twaalf van de beste interviews
maar alles lenen of huren. Als we licht willen, kopen we geen lamp meer, maar huren we bijvoorbeeld 2000 uur aan licht. Die lamp blijft eigendom van de fabriek en wordt er dan bijgeleverd. Het is zoals met de trein gaan: dan kopen we ook geen trein, maar een vervoersplek. De vraag is natuurlijk: staat dit niet haaks op de menselijke natuur? Mensen willen toch spullen bezitten, zeker als ze die mooi vinden? Dat was voor mij een interessante en ook erg nieuwe gedachte. De visie van Rau geeft stof tot veel discussie, gesprek en inspiratie. Daar gaat het om. Ook Henk van Houtum heeft een mooie droom: een wereld zonder grenzen. Het maakt nu veel uit of je wiegje hier staat of in een rottig deel van Afrika. Natuurlijk prikkelen deze verhalen mij ook, maar of ik mij per-
Ik ben tot het inzicht gekomen dat ik echt verkeerde opvattingen had in boekvorm te gieten. Op de radio hoor je vaak maar heel korte interviews en gaat het over de actualiteit, de korte termijn. Het idee van OBA Live was daarom juist om een uur lang met iemand te praten en dan uit te vinden of hij ook een langetermijnvisie heeft. De bedoeling is dat deze visies mensen inspireren en laten dromen: over wat ze zouden willen voor Nederland en voor de wereld, zonder zich iets aan te trekken van de realiteit. Het boek heet niet voor niets ‘Van droom naar daad’. Welke verhalen spreken u zelf het meeste aan? ‘De interviews zijn geselecteerd op basis van twee aspecten: visie en diversiteit. In deze verhalen komt de lange termijnvisie goed tot zijn recht en laten we heel verschillende mensen aan het woord: een bankier, maar ook iemand die zich verdienstelijk heeft gemaakt op het gebied van emancipatie. Erg inspirerend vind ik bijvoorbeeld Thomas Rau, een architect met een visie op het gebruik van grondstoffen: hij wil dat we naar een nieuwe situatie gaan waarbij we niets meer kopen,
juLi 2013 - nr.3
soonlijk daarin herken, is niet relevant. Ik heb tien jaar in de politiek gezeten en toen van alles kunnen zeggen. In dit vak moet je jezelf bescheiden opstellen. Vroeger beantwoordde ik vragen, nu stel ik ze.’ Waarom bent u de journalistiek ingegaan? ‘Toen ik op mijn 18e een studie moest kiezen, was de School voor Journalistiek één van de opties. Het werd sociologie, maar de kriebel om iets met journalistiek te doen heb ik lang gehouden. Na vertrek uit de politiek kreeg ik de mogelijkheid bij de IKON aangeboden om televisieprogramma’s te maken. Het leek me eervol en leuk, en zo’n kans krijg je maar één keer, dus die heb ik gegrepen. Dat bleek geen slechte beslissing; ik werk er nu al tien jaar met veel voldoening. Helaas loopt mijn contract op 1 januari 2014 af. Er ontstaan wel geruchten over wat ik daarna ga doen, maar ik zeg tegen iedereen: als ik iets anders heb, ben je de eerste die het hoort. Ik ben net terug uit Zuid-Amerika voor een nieuwe IKON-serie, die vanaf tien
juni wordt uitgezonden. En sinds eind april ben ik bezig met een studioprogramma dat Spraakmakende zaken heet. Tussen de bedrijven door heb ik nog tijd om na te denken over wat ik daarna ga doen.’ Sommige mensen hebben wel commentaar op het feit dat u in uw programma’s dingen zegt en doet die haaks staan op opvattingen die u eerder verkondigde. ‘Mensen veranderen. In mijn studententijd was ik lid van een marxistische groep. Die waren tamelijk dominant op de sociologie-faculteit in de jaren zeventig. Het waren dan ook echt andere tijden. Ik ben tot het inzicht gekomen dat het echt verkeerde opvattingen waren en daar heb ik dan ook een streep onder gezet.’ Wilt u niet terug naar de politiek? GroenLinks is nog op zoek naar een lijsttrekker... ‘Nee, mijn politieke periode heb ik afgerond. Na 14 jaar een fantastische tijd te hebben gehad bij GroenLinks, is er daar nu voor mij geen rol meer weggelegd. Idealen verdwijnen niet zomaar natuurlijk, al worden ze soms genuanceerder, of juist meer uitgesproken. Sinds ik als journalist werk, hoef niet meer te denken vanuit een verkiezingsprogramma en die vrijheid permitteer ik me ook.’ Politiek vind ik nog steeds heel belangrijk en interessant, maar ik heb destijds tegen mijn opvolgster gezegd: “van mij zul je geen last hebben”. Ik hou niet van mensen die weggaan en dan langs de zijlijn zich er nog mee bemoeien en commentaar geven. Ik heb me ook niet meer inhoudelijk met het publieke debat bemoeid, zodat ik andere mensen aan het woord kan laten zonder steeds mijn eigen mening te verkondigen. Ik wil het dan ook niet hebben over hoe ik het nu bij GroenLinks vind gaan; mijn woorden worden dan toch weer op een weegschaaltje gewogen. Ik ben lid en volg de partij als een betrokken buitenstaander. Ik ben er niet met een naar gevoel weggaan. Zo heb ik bijvoorbeeld warme herinneringen aan oud-collega Ab Harrewijn: een
zeer innemende, gepassioneerde, authentieke kerel. Zoals wij vroeger zeiden: 100 kilo strijdbaarheid, dat was hij echt.’ Met de optimistische visie over het verbeteren van de wereld op het gebied van duurzaamheid en sociale zaken lijken er wel veel typische GroenLinks-verhalen in het boek staan... ‘Het boek is zeker niet bedoeld als promotie van de GroenLinks-visie. Ik heb geen idee waar die geïnterviewden politiek staan en ik ben de tijd allang vergeten waarin ik zou proberen om uitspraken in een politiek hokje te plaatsen. Ik kijk gewoon naar wat ze te zeggen hebben, ik luister, probeer het te begrijpen: soms prikkelt het me. De rode draad door het boek is wel dat mensen iets proberen te veranderen. In die zin hebben we geen ING-bankier, maar iemand van de Triodos-bank. Voor een langetermijnvisie moet je ook idealisme hebben, maar dat kan op verschillende terreinen zoals je ziet: recht, vrouwen, economie, zorg, onderwijs, duurzaamheid, ruimtevaart. Zeker ook de jongere generatie, die bezig is met het ontwikkelen van ideeën, moeten we dit laten zien. Geïnspireerd raken en daarvoor openstaan, dat is belangrijk.’ Inspireert het geloof u nog? ‘De IKON bestaat bij de gratie van kerken, en GL heeft ook christelijke roots in de EVP -daar is De Linker Wang nog uit voortgekomen. Er zitten toch veel christelijk-progressieve mensen bij GroenLinks. Ik ben katholiek opgevoed, al zijn mijn ouders wel van de liberale traditie. Ze waren actief in de kerk en ik ben zelf nog misdienaar geweest. Ik heb wel het idee dat er waarden zijn die ik van mijn ouders via het geloof heb meegekregen en onderdeel van mijn persoonlijkheid zijn geworden en hun weerslag vinden in wat ik doe. Wat in de kerk naastenliefde heet, heet in de politiek solidariteit: het denken aan je medemens. Maar dan wel de waarden die ik zelf belangrijk vindt. De Bijbel neem ik niet als richtsnoer: ik vind het idee dat in een boek alle antwoorden staan, juist
beklemmend. Ik wil zelf over dingen kunnen nadenken in plaats van dat er voor me gedacht wordt.’ Wat doet u naast het werk bij de IKON nog meer? ‘Als voorzitter van het Convenant Gezond Gewicht zet ik me in voor een gezonde leefstijl voor jongeren: Obesitas is één van de grootste gevaren voor de volksgezondheid. In samenwerking met departementen, sportbonden en voedingsleveranciers proberen we om de jeugd te stimuleren gezond te eten en te sporten. Verder ben ik nog actief in twee raden
van commissarissen: bij de NS en bij een groot schoonmaakbedrijf. En ik doe dingen voor het Rode Kruis. Ik kom zelf uit de vakbeweging en daar ben ik dus ook nog lid van. Mijn roots liggen duidelijk in de sociale hoek, hoewel in daarna ook veel heb geleerd over de grote milieuvraagstukken. Met mijn werk voor de IKON en de nevenactiviteiten ben ik meer dan full time aan de slag. Gelukkig staan de kinderen op eigen benen. Ik hoop nog jaren voor me te hebben waarbij ik me op welke plek dan ook nuttig kan maken.’
Wat in de kerk naastenliefde heet, heet in de politiek solidariteit.
‘Van droom naar daad’ is in 2013 verschenen bij uitgeverij Lemniscaat (isbn: 9789 0477 055 29). Paperback, 200 pag. Winkelprijs € 19,95.
juLi 2013 - NR. 3
{COLUMN
8
Duurzaamheid in islam
9
Mevrouw A. en de aantrekkelijke kerk
Morgen Dag des Oordeels? Plant vandaag een boom
Margrietha Reinders De Turkse Ulu-moskee in de Utrechtse wijk Lombok is in een monumentaal oud badhuis gehuisvest. Het is daarom even zoeken, als je minaretten en koepels verwacht. Maar aan de overkant van de straat wordt er sinds enkele jaren aan een gloednieuwe moskee gebouwd. Naar Ottomaans model én modern: zo wil het bestuur van de Turkse gemeenschap dat er zonnepanelen op het dak komen te liggen. Het is de reden dat ik, blonde kaaskop, hier ook eens binnen wandel. Wat heeft de Islam met duurzaamheid? Silvia Roukens Studente business & retail management Ülkiye Sirin was enige tijd geleden vrijwilligster bij het jongerencentrum van de Ulu-moskee. Ze is heel enthousiast over de lobby van het bestuur voor zonnepanelen. In het maandblad van Diyanet, de Islamitische Stichting Nederland, las ze laatst een artikel
Drie kledingstukken Reinheid is erg belangrijk in de Islam, vertelt Ülkiye. Niet alleen jezelf, je kleren en je huis dien je schoon te houden, ook je ‘achtertuin’. Deze Hadith, zo leer ik, betekent dat je niet zomaar alle troep naar buiten gooit. Andere leefregel: gebruik dat wat je nodig hebt, en niet meer. ‘Onze profeet had zelf maar drie kledingstukken: één in de was, één in de kast en één aan z’n lijf. Dat was voldoende. Als ik mijn vriendinnen weer eens zie shoppen, dan zeg ik wel eens lachend: ‘denk toch aan onze profeet!’’. Ülkiye haalt hieruit een scherpe les voor onze consumptiemaatschappij, waar het alleen om kopen, kopen, kopen lijkt te gaan. Volgens haar is het ook logisch dat we zuinig omgaan met grondstoffen. ‘Zonde (!, red) toch als je
‘Alles is er met een reden. De natuur is immers door Allah geschapen.’ over duurzaamheid. Onbewust was ze er wel al mee bezig: ‘ik gooi geen afval op straat, let erop of producten die ik koop diervriendelijk zijn, eet vaak vegetarisch, ben zuinig met water en papier... dat ben ik gewoon zo gewend.’ Ülkiye denkt dat dit door haar opvoeding komt, maar merkt dat haar duurzame levensstijl veel met haar geloof te maken heeft. Zo wordt er in de moskee door de imam op gewezen dat mensen geen water verspillen bij het wassen voor het gebed.
juLi 2013 - nr.3
dat mensen zich hier meer in zouden verdiepen.
ook beter via de kerk, mos-
Dag des Oordeels Voedsel (en daarbij dieren) verspillen of weggooien is bovendien echt not done. Duurzaamheid zit naar Ülkiyes idee dan ook veel in de cultuur verweven. ‘Volgens een Turks gezegde moet je als je overlijdt iets achterlaten, al is het een boom.’ Hiervoor laat de Turkse stichting TEMA,
een lamp voor niets laat branden?’ In de Koran zijn meer aanwijzingen voor duurzaamheid te vinden, meent Ülkiye. ‘Daarin wordt verteld dat Allah een volmaakt plan heeft, waarbij alles op aarde en daarbuiten met elkaar verbonden is. Wij mensen mogen dat verbond niet aantasten.’ Wat ze zelf bijzonder mooi vindt. is de soerah Ar Rahmân, met het vers: ‘Opdat jullie het evenwicht niet verstoren’ (55:8). Hierin komt volgens haar duidelijk naar voren dat we de natuur, ecosystemen en ons leefmilieu niet zomaar mogen aantasten. ‘Alles is er met een reden. De natuur is immers door Allah geschapen.’
Respectvol
Ülkiye Sirin
‘Wees barmhartig voor diegenen op aarde, dan zal Degene Die boven de hemel is barmhartig zijn voor jullie’, schrijft een andere Hadith voor. Zo is ook het ritueel halal slachten volgens Ülkiye bedoeld om respectvol met de natuur om te gaan. ‘Wetenschappelijk onderzoek wijst uit dat dieren daarbij minder lijden dan als ze geëlektrocuteerd worden.’
Ook dieren zijn in de Islam geschapen voor de mens. ‘Maar dat betekent niet dat we ze mogen uitbuiten’, benadrukt Ülkiye. Ayaat betekent dat natuur, dieren en mensen gelijk zijn in het feit dat ze als Gods levende schepselen worden gezien. Dieren mogen daarom alleen geconsumeerd worden mits ze een goed, gezond leven hadden én een milde dood sterven. Sterker nog: in de Islam is het ten strengste verboden om dieren te mishandelen of pijnigen.
die milieubewustzijn onder moslims wil stimuleren, mensen voor vijf euro een boompje planten. ‘Want, zo heeft de profeet gezegd: ‘zal de Dag des Oordeels morgen aanbreken, plant dan alsnog vandaag een boom’.’ Duurzaamheid in de langste zin van het woord... Ülkiye vindt het wel jammer dat er niet meer aandacht aan deze wijze Koranlessen wordt besteed. Mensen staan er vaak niet bij stil hoeveel bijvoorbeeld het Rahmânvers met duurzaamheid te maken heeft. Ze zou wel willen
De Utrechtse Ulu Moskee in aanbouw (gereed ca maart 2014). De glazen wand op de zichtbare zuidwestgevel laat licht en warmte in de gebedsruimte vallen. Diepe glazen ramen laten buitenlicht tot diep in het gebouw toe. De zonnepanelen worden uiteindelijk niet geplaatst. Het gebouw is geïsoleerd volgens moderne normen. De energierekening moet lager worden dan van de veel kleinere oude moskee, die in een oud badhuis is ondergebracht.
Ülkiye merkt dat haar gemeente wel iets aan milieuvoorlichting doet, maar dat veel mensen daar niet mee bereikt worden. Volgens haar kan het dan
“Kerken organiseren activiteiten tijdens de kerkenacht” kopte mijn ochtendblad. Concerten, theater, dichtkunst, kunstenaars in actie, handlezen… een heel scala aan creatieve en spirituele uitingen werd gepresenteerd. Alles binnen de omlijsting van onze mooie amsterdamse godshuizen en burelen! Mensen maakten er een uitje van langs een hele serie van gratis toegankelijke evenementen. Toch werd mijn gevoel dat ik iets cultureels en aangenaam zomers had meegemaakt, lastig verstoord door een gevoel van onrust. Want welke mensen had ik eigenlijk ontmoet tussen de kerkbanken en in het zompige gras? Mensen zoals ik, inderdaad, voor een groot deel met een min of meer kerkelijke achtergrond, blank, en redelijk goed voorzien van alle levensbehoeften. Met een artistieke belangstelling, een brede levensoriëntatie en waardering voor een goed glas wijn. Het opstandige stuk in mij stak weer eens irritant de kop op. Wil de kerk zich vooral profileren voor mensen met een zekere maatschappelijke positie? Ik weet het: dit is een priemend en vervelend vraagteken, oncomfortabel voor een sympathieke kerk die op het stedelijk podium wil staan, wervend en zichtbaar zijn. Met eigenzinnige publiekstrekkers en jeugdige evenementen die, als het even kan, de krant halen. Maar toch. Ik moet steeds denken aan het stoepje in OudWest waarop ik vorige week zat als dominee van een pionierplek zonder gebouw. De een na de andere buurtbewoner kwam langs, met een hondje, een paar kinderen, op de rollator en de scootmobiel. Een paar van hen maakten een praatje, waaronder mevrouw A. Ze stuurde haar elektrische rolstoel handig voort, voorzichtig manouvrerend met haar stijve artritisbeen. 50 euro in de week had ze, via de schuldhulpverlening, en daarvan had ze niks meer over, want op is op. De thuiszorg was haar enige contact, vertelde ze, en ze vroeg me of ik haar even kon helpen met de boodschappen. Binnen in haar woning lag een vloerbedekking met gaten en vlekken. Aan de muur een paar foto’s van vroeger. ‘Is dit nu mijn werk?’ schoot het door me heen. Ja dus! Niet hip, niet aangenaam, niet spraakmakend. Het levert geen geld op en is niet sexy. Een event-karakter heeft het ook al niet en totaal geen podiumwaarde. Maar hoeveel bestaansrecht heeft een kerk zonder oog voor mevrouw A.? Margrietha Reinders, predikant in Amsterdam.
kee, of nog beter op school gebeuren. Zodat kinderen het al jong meekrijgen. Op de basisschool van haar broertjes liggen al zonnepanelen op het dak.
juLi 2013 - NR. 3
10
11
Proeven van goed samenleven
Een traditie van bezield denken en doen De aandacht voor het katholiek sociaal denken groeit in ons land. Maar wat is dit eigenlijk voor denken? Waar komt het vandaan, wat voor spannende perspectieven omvat het en bovenal: hoe kan het ons helpen met onze vragen van alledag? Thijs Caspers (theoloog, lekendominicaan en beleids- en identiteitswerker bij VKMO-Katholiek Netwerk) schreef er een toegankelijke inleiding over in de vorm van een boek: Proeven van goed samenleven (2012). Hij beschreef voor De Linker Wang waar het over gaat. Thijs Caspers Het katholiek sociaal denken verwoordt een visie op goed samenleven. Dat klinkt abstract, maar is het niet. Het is een denk- en een doetraditie die begint bij mensen: bij hun concrete onderlinge betrokkenheid, inzet en gezamenlijke zoektocht naar geluk. Mensen – zo stelt dit denken – hebben elkaar nodig bij deze zoektocht. Iedereen heeft vanuit zijn unieke talenten en vermogens een waardevolle bijdrage te leveren aan onze maatschappij. Er kan geen sprake zijn van goed samenleven als personen of groepen worden uitgesloten of achtergesteld. Dit maakt het katholiek sociaal denken uiterst actueel en verre van stoffig. Het vraagt om stellingname: hoe willen wij bijvoorbeeld omgaan met illegaliteit in ons land? En wat betekent een actieve betrokkenheid voor Europese solidariteit of bijvoorbeeld de vergrijzing in ons land?
Geboren uit menselijke betrokkenheid Deze actuele kwesties staan in een traditie van medemenselijkheid. Om de geboorteplaats van het katholiek sociaal denken op het spoor te komen moeten we terug naar de turbulente negentiende eeuw. In die tijd ontstond het katholiek denken als betrokken antwoord op de grote sociale misstanden van haar tijd. Wat was er aan de hand? De negentiende eeuw kende in WestEuropa twee gezichten: het was een periode van ongekende industrialisatie en vooruitgang. De uitvinding van allerlei machines stuwde de productie op tot ongekende hoogten en veranderde het economisch landschap in hoog tempo. De industriële revolutie kende echter ook een keerzijde. Er ontstond een steeds grotere kloof tussen juLi 2013 - nr.3
arm en rijk. Het kapitaal hoopte zich op bij de patroons (werkgevers) terwijl veel arbeiders te kampen hadden met erbarmelijke woon- en werkomstandigheden. Hun schrijnende situatie zorgde voor veel maatschappelijke spanning en stond al snel bekend als ‘het arbeidersvraagstuk’. De inspanning van katholieke voorlieden om de situatie van arbeiders ten goede te veranderen is te zien als het startpunt van het katholiek sociaal denken. Heel concreet maakten zij zich hard voor het opzetten van vakbonden, het verbeteren van woonomstandigheden en het pleiten voor menswaardige arbeidsvoorwaarden. Aan het eind van de negentiende eeuw reageerde paus Leo XIII op het arbeidersvraagstuk met een rondzendbrief (encycliek): Rerum novarum (1891). Hierin besprak hij de turbulente nieuwe ontwikkelingen van zijn tijd. Dat was ongekend. Niet eerder had een paus zich zo direct uitgelaten over de sociale kwesties van zijn tijd. Deze encycliek bevestigde het belangrijke werk dat al door velen in het veld werd verricht. Het was een belangrijke stimulans om de maatschappelijke betrokkenheid door te zetten en uit te breiden.
derzijds stimuleren ze onze onderlinge betrokkenheid, ze helpen ons te onderschrijven wat van waarde is.
Bonum commune Het bonum commune beginsel verwoordt wat nodig is voor het algemeen belang. Wat hebben wij nodig om personen en de gemeenschap als geheel tot bloei te laten komen? Het katholiek sociaal denken wijst hele basale voorwaarden aan zoals voeding, een dak boven je hoofd, werk en onderwijs. Maar ook abstractere zoals gewetensvrijheid, godsdienstvrijheid en het recht op organisatie. Daarbij – en dat is heel belangrijk – komen wij alleen tot bloei als er niemand wordt uitgesloten. Dat klinkt misschien wat soft, maar dat is het niet. Integendeel, het opent een radicaal perspectief: een maatschappij die mensen uitsluit druist in tegen het evangelie. Dit dwingt ons de oogkleppen af te doen en serieus de vraag te stellen hoe wij willen omgaan met mensen die wij maatschappelijk een marginale plaats toebedelen. Durven wij ons te verbinden met mensen die wij bijvoorbeeld het stempel ‘illegaal’ opdrukken, of kijken we liever weg?
Subsidiariteit Het centraal stellen van de schrijnende leef- en werkomstandigheden van arbeiders verheldert de aard en inzet van het katholiek sociaal denken. Het is geen afstandelijk denken uit een boekje, maar een dynamisch denken dat zich verbindt met de problemen en de vragen die mensen ervaren en tegenkomen in hun dagelijks leven. Het is in nabijheid en onderlinge betrokkenheid dat onze antwoorden op prangende vragen worden gevonden. Beginselen voor goed samenleven Het katholiek sociaal denken hanteert vier belangrijke beginselen of bouwstenen, die ons kunnen helpen bij onze dagelijkse inzet voor een goede samenleving: bonum commune, subsidiariteit, solidariteit en menselijke waardigheid. Enerzijds scherpen deze beginselen onze blik: ze verhelderen waar mensen hier-en-nu al bouwen aan een gelukkige samenleving. An-
Het subsidiariteitsbeginsel geeft ons handvatten voor een goede maatschappelijke ordening. Subsidiariteit onderstreept dat de verantwoordelijkheid in een samenleving zo laag mogelijk moet liggen: wat personen zelf kunnen doen, moet hen niet uit handen worden genomen. Zo komen de talenten van mensen het beste tot hun recht. Bij wat mensen echter niet zelf kunnen moeten ze worden geholpen, door personen in hun directe omgeving of door een hogere instantie (maatschappelijke organisaties, gemeenten). Subsidiariteit ordent een samenleving van ‘beneden naar boven’, en breekt met de gangbare opvatting dat wij orde aanbrengen ‘van boven naar beneden’. Daarbij onderschrijft dit beginsel de unieke inbreng van ieders positie. Ter illustratie: een leraar ziet door zijn intensieve contact met leerlingen dingen die een conrector,
schoolbestuur of ouderraad niet zien. Zijn inzicht in en betrokkenheid bij zijn leerlingen (vertrouwensband) zijn essentieel om te komen tot goed onderwijs. Hij vervult hiermee een taak die vanuit de andere posities niet te vervullen is. Hij vervult een unieke rol. Een conrector, schoolbestuur of ouderraad hebben op hun beurt ook een geheel eigen inbreng die de kwaliteit van het onderwijs ten goede komt. Er bestaat dus een zekere samenhang. De uniciteit gecombineerd met het inzicht dat verschillende posities elkaar nodig hebben (ze vormen een organisch geheel) zijn essentiële bestandsdelen van subsidiariteit.
Solidariteit Mensen zijn volgens het katholiek sociaal denken bij uitstek relationele wezens. Wij worden ‘meer mens’ in het verlengde van elkaar. Het dubbelgebod uit het Matteüsevangelie, samengevat als: ‘Heb God lief boven alles en uw naaste als uzelf’, drukt deze onderlinge verbondenheid krachtig uit. In de relatie die wij hebben met andere mensen, zo zou je kunnen zeggen, wordt de relatie met God zichtbaar. God schiep naar christelijke overtuiging mensen uit liefde, om goed met elkaar te leven. Wie zich inzet voor dit goed leven, deelt daarmee in de liefde van God. Op heel praktische wijze zie je de onderlinge afhankelijkheid ook terug in de loop van onze eigen levens. Voordat wij in staat zijn voor anderen te zorgen, wordt er voor ons gezorgd. Als klein en kwetsbaar kind krijgen wij voeding, aandacht en liefde. Daarnaast krijgen wij een cultuur aangereikt die ons helpt onszelf te verstaan en een taal die ons in staat stelt te communiceren met de mensen om ons heen. Dit proces laat scherp zien dat wij eerst zijn aangewezen op de mensen om ons heen, voordat wij zelf in staat zijn te geven. Onderlinge afhankelijkheid is zo een wezenlijk bestanddeel van ieder persoonlijk en gemeenschappelijk geluk.
Menselijke waardigheid In het katholiek sociaal denken is de persoon altijd centrum en doel. Het
is de mens ‘als beeld van God’ die het kostbare middelpunt vormt. In dit persoonsbegrip klinkt de ander altijd door. Wij zijn – aansluitend bij het vorige beginsel – relationele wezens die elkaar nodig hebben om gelukkig te zijn. Met de oprechte aandacht voor het kleine – de persoon en zijn omgeving – laat het katholiek sociaal denken een fris geluid horen. Een geluid dat contrasteert met het dominante marktdenken dat wijdverbreid doorklinkt in onze samenleving: niet protocollen, procedures of regels vormen het uitgangspunt, maar de talenten, bevlogenheid en inzet van mensen. Een ander persoonsbegrip doet ons ook anders kijken naar de maatschappelijke kwesties van deze tijd. Neem bijvoorbeeld de vergrijzing. Als de inzet van iedere persoon belangrijk is voor een goede en gelukkige samenleving, wat hebben ouderen dan bij te dragen aan onze samenleving? Inzien dat maatschappelijke inzet en betekenis niet samenvallen met smalle opvattingen over profit en efficiency doen ons verrassend anders kijken naar de vragen en oplossingen van onze tijd.
Een dynamische traditie Volgens de dominicaan Thomas van Aquino (1225-1274) zijn mensen ‘van nature’ gericht op geluk. Bovenstaande beginselen kunnen ons helpen dit geluk op het spoor te komen en te versterken. Er bestaat geen vast recept of blauwdruk om tot goed samenleven te komen. Telkens zijn wij geroepen om al rommelend uit te vinden waar zinvolle antwoorden liggen op de vragen waarmee wij ons geconfronteerd zien. Ons zoekproces oogt zo de meeste tijd chaotisch. Dit is ook niet zo verwonderlijk: mensen nemen tal van verschillende posities in en hebben zeer uiteenlopende talenten en vermogens. Onze samenleving lijkt hiermee op een laboratorium waarin het aan ons is uit te vinden wat goed samenleven betekent. Dit is altijd een waagstuk met een onzekere uitkomst. Improvisatie en oefening zijn essentieel voor dit spannende proces. Dag in dag uit.
juLi 2013 - NR. 3
12
13
Beeldhouwer Dennis Coenraad
‘Ik zoek de verbinding tussen instinct en intuïtie’ Dennis Coenraad verbeeldt en verbindt. Hij houwt beelden, uit klei, om in brons te worden omgezet. Hij heeft portretten gebeeldhouwd van kerkelijk en maatschappelijk betrokken bekende Nederlanders als Willem Aantjes, Willem Barnard en pater Van Kilsdonk. Coenraad verbindt niet alleen beeld aan klei, maar ook orde aan chaos, het onderbewuste aan het bovenbewuste, drift aan intuitie. En aarde aan zon, met beelden uit de biologisch-dynamische tuin Amelis’hof in Amelisweerd, waar hij woont. Marianne Mak
Coenraad boetseert beelden van klei maar ook zijn taal is beeldend. Zijn bronzen koppen van bekende Nederlanders zijn gelijkenissen. Deze beeldtaal uit de Bijbel is voeding voor de ziel. Ze komen allemaal voorbij als hij over zijn werk vertelt. ‘In mijn
Ordening ‘De mens ging de aarde ordenen, werd landbouwer. Ik ben betrokken bij de biologisch-dynamische tuinderij Amelis’hof hier op Amelisweerd. We telen verschillende gewassen die steeds een stukje opschuiven op de akker, anders put je de akker uit. Elk mens is eigenlijk zo’n akker en elk mens heeft een oergrond, een lot waar je het mee moet doen. Ons leven vraagt om ordening, een akker vraagt dat ook. We
‘Elk mens heeft een oergrond, een lot waar je het mee moet doen.’ lezing, die ik ‘Akker van de Ziel’ noem en die ik voor groepen geef, begin ik bij het ontstaan van de aarde. De aarde raasde doelloos en woedend door het heelal, een en al instinct en drift. Woedend want niets of niemand reageerde. Als niemand reageert op jouw woede krijg je een burn out: de
hebben ons aardse onbewuste, daarin zitten drift, emoties en seksualiteit. Daarboven ons hemelse bovenbewuste met intuïtie en spiritualiteit. Er tussen speelt zich ons eigen leven af. Je hebt het boven- en het onderbewuste allebei nodig. Zaad kan wortelen, daalt af in de aarde maar groeit omhoog door de zon. Zo kunnen wij zelf ook afdalen in onze oerdrift en daarin wortelen. Daaruit rijzen we omhoog met hulp van onze intuïtie en spiritualiteit. Net als je op een akker bijvoorbeeld stokken plaatst waarlangs de druiven omhoog kunnen klimmen. Ik denk dat Jezus zoiets bedoelde met zijn uitspraak ‘ik ben de ware wijnstok’: de stok waarlangs wij omhoog kunnen klimmen in alle vrijheid. Hij zei zinnige dingen, legde aardse verbindingen met de hemel. Elke echte leraar geeft grond onder je voeten en zet je in de ruimte van het licht.’
Oogsten en loslaten We hebben levenstijd nodig om te groeien, net als planten een seizoenstijd nodig zodat ze geoogst kunnen worden. Tuinbonen worden geoogst, maar ook het kleibeeld wordt geoogst. juLi 2013 - nr.3
grote leermeester nu alles vragen wat er in mijn hart leeft, maar mijn vragen waren toen nog niet rijp. Dat geeft nu een melancholie. Maar toch blijf ik in gesprek met die personen. Dat is niet vroom, ik kan eigenlijk niet anders. Dat is de taak van kunst en liturgie, je onrijpe stuntelige vragen alsnog ter hand nemen.’
aarde koelde af, kwam tot zichzelf en liet leven toe op haar huid. Zo werd ze moeder. Dat stuurloze, woedende is de oerdrift, het instinct dat wij allemaal in ons hebben. Daartegenover staat de zon als intuitieve kracht die ordent. Zonder verbinding met intuitie blijft het chaos.’
Dat beeld gaat naar de bronsgieter, met de vurige oerdrift wordt de klei bestendigd tot brons. We hebben de drift nodig om te vloeien en daarna tot stand te komen, letterlijk: een standbeeld. ‘Zwaarden worden ploegscharen’ door ze om te smeden, met vuur, met drift. Als kunstenaar wil ik mijn instinct en intuïtie menselijk gebruiken. Mijn lichaam en geest verbinden die twee. Als we op de akker de oogst binnengehaald hebben, maken we de akker schoon en houden we compost over. Dat ordenen we aan de rand van de akker. Zo kunnen we onze persoonlijkheid ook ordenen, composthopen maken, dingen naar de rand van ons bewustzijn brengen waar ze afgebroken kunnen worden, vercomposteerd. Dat geeft weer vruchtbare grond. Humaan leven wil zeggen humus worden: vruchtbare aarde, dat is een
menswaardig leven. Wat we meemaken en ‘gecomposteerd’ hebben, vormt in ons een diepere grondtoon. Als ik een beeld af heb en het is in brons gegoten, geef ik het kleibeeld terug aan de akker. Dat is een manier om de gehechtheid aan dat beeld los te laten. Ja, het ligt hier vol met bekende Nederlanders.’
Jongensdroom ‘Toen ik als jongen van jongens ging dromen, bleek mijn geaardheid, mijn instinct dus, anders dan de omringende cultuur, dat was heel beangstigend voor me. Ik wist niet hoe ik mijn instinct op mijn intuïtie kon aansluiten in de toentertijd heersende moraal. Pater Van Kilsdonk was toen al 30 jaar bezig de Nederlandse bodem klaar te maken om naast het ‘heteroseksuele gewas’ plaats te maken voor de homoseksuele variant. Ik ontmoette hem in de Utrechtse COC-kelder, sprak over mijn leven en twee dagen later lag er een brief op mijn mat waarin hij mijn levensverhaal enigszins geordend had. Later bleek dat 30.000 andere mensen hetzelfde hadden meegemaakt. Van Kilsdonk bleek drie á vier brieven per dag te schrijven van 1945 tot 2005. Dat was nog eens een landbouwer. Van zo’n land-op-bouwer moest een standbeeld komen. Het werd geplaatst op het Van Kilsdonkplein in zijn geboortedorp. Dit jaar verscheen naast zijn memoires postuum het boek ‘Dag lieve jongen van licht’: dertig toespraken bij de uitvaart van homoseksuele mannen die aan aids stierven. Het boek barst uit zijn voegen van instinctieve en intuïtieve spitsvondigheden.’
deed open en zei ‘zo, kom je mijn grafmonument maken, voor mijn vrouw’. Hij bleek een heel beminnelijke man te zijn. Hij zei ‘je moet kiezen tussen beroerd en allerberoerdst. Kies het beroerde en geef daar al je energie aan’. Ook Willem Barnard heb ik in dertig sessies gebeeldhouwd, bij hem thuis, en ik was later bij hem aan zijn sterfbed. Dat was moeilijk. Mijn instinct zei ‘wegwezen bij de dood vandaan’ maar mijn intuïtie begon Willems eigen liedtekst te zingen, dat lied had ik als kind op de lagere school geleerd: ‘O naam, eeuwige ademtocht, een sterveling ben ik, als eens mijn eigen adem stokt dan draagt mij uw muziek’. Mijn angst wordt tot de orde gezongen. Chaos en dood, je zakt er met je wortels in, tot je adem stokt.Hoe ga je met de dood om? Daar ben ik nog niet uit. Toen ik het beeld van Willem Barnard maakte, dacht ik, ik kan deze
www.denniscoenraad.nl
Leven doorgeven ‘Voor een tentoonstelling in het museum Catharijneconvent heb ik een Corpus Christi gemaakt. De katholieke icoon is een crucifix: een lichaam vastgespijkerd op een martelwerktuig. De protestantse icoon: een kruis zonder lichaam. Ik heb alleen het lichaam gebeeldhouwd. Het lichaam staat op, beweegt zich door pijn heen. Door de lijdenstijd heen, van onrijp naar de oogst. Vanuit de chaos gaan we naar het licht. Die verbinding legt Christus en alle grote leermeesters en die verbinding zoek ik, de verbinding tussen instinct en intuïtie, in mijn leven en in mijn werk.’ Kort na het interview werd hij ‘blij als een kind op schoolreisje’ van het bericht dat zijn beeld van Henk van Ulsen wordt geplaatst in de Amsterdamse schouwburg.
De foto’s zijn van Johan van Walsem.
Dood en chaos ‘Willem Aantjes (nu 90 jaar) heb ik gebeeldhouwd op verzoek van zijn vrouw (59 jaar). Ik kwam bij hem met twee emmertjes klei in mijn handen, hij juLi 2013 - NR. 3
14
15
Cairo-overleg
Drie religies in een seculiere samenleving
Authentiek godsbesef breekt door en de kerk ziet het niet
Als de meerderheid van de Nederlanders zich niet verbonden voelt met de monotheïstische religies, dus met jodendom, christendom of islam, dan vormen de mensen die dat wel doen, een minderheid. Hoe ervaren gelovigen hun minderheidspositie, wat is de rol van religie in de samenleving en waarin vinden zij elkaar? Het Cairo-overleg (met vertegenwoordigers vanuit jodendom, christendom en islam) besteedde hier een middag aan. Dit was een boeiende discussie.
In een essay van Monique Samuel in Trouw over de kerk klonk door, dat ze die te veel een instituut of gebouw geworden vindt, en te weinig een zijn, ook in het gedrag of de openheid naar buitenstaanders. De kerk zou volgens haar ‘ontzield zijn geraakt’ en de ‘levende ervaring door de ratio hebben verdreven’ (Trouw 1-12-12). Matthijs Driebergen probeerde daarna met een kleurrijk verhaal over de Oude Kerk in Amsterdam het kritische credo van Samuel te relativeren en riep haar op terug te keren naar de kerk en het daar toch maar vol te houden in de ‘zoektocht naar de Eeuwige’, ook omdat de kerk ‘daarin geen mensen meer buitensluit’ (Trouw15-12-12).
Marianne Mak
Na afloop waren er broodjes: kosjer, halal en ‘gewoon’. Dat ‘gewoon’ geeft een norm aan waarvan kosjer en halal vanaf zouden wijken. Op eenzelfde manier lijken seculiere mensen de norm aan te geven in de publieke ruimte. Religieuze uitingen moeten beperkt blijven tot de privéruimte van
Jodendom) aan, dat de verschillende deelnemers de ruimte die de ander nodig heeft, meeverdedigen, zoals gebeurde bij een thema als ritueel slachten toen joden, moslims en christenen gezamenlijk optrokken.
Taal ‘Als religieuzen en seculieren willen samenleven dan zullen we daarin moeten investeren’, aldus Klaas van der Kamp (Raad van Kerken). Een bijdrage leveren aan de samenleving dus, waardoor religies zichtbaarder zijn en als verrijking worden gezien. Religies kunnen elkaar hierin ondersteunen. Een onderlinge gemeenschappelijke taal is dan belangrijk want wat bedoelt een moslim met ‘God vereren’, een christen met ‘God lofprijzen’ en een jood met ‘God centraal stellen in je leven’?
Niet doorschieten in het opkomen voor de eigen groep of religie mensen, maar religieus zijn is een levenswijze die je overal mee naar toe neemt. De openbare ruimte is er voor iedereen en iedereen moet daar gelijkelijk in kunnen verblijven. Daar zit wederkerigheid in: gun elkaar de ruimte die je zelf ook wilt, zo was de mening van de aanwezigen. Rasit Bal (Contactorgaan Moslims en Overheid) vertelde dat de ontmoetingen binnen het Cairo-overleg moslims helpen om zich bewust te worden van de ruimte die zij delen met de gelovigen van andere religies. Het bijzondere van het Cairo-overleg is, vulde Harry Polak (Nederlands Verbond voor Progressief
Begripsverwarring ligt om de hoek, zo bleek wel toen de vertegenwoordigers van de drie godsdiensten probeerden te verwoorden wat hun gemeenschappelijke kenmerk is. Daarnaast is er ook een gemeenschappelijke taal met de seculieren nodig. Zo moeten religieuze mensen verschillende talen spreken: de taal van de eigenheid, de taal van de religieuze gemeenschappelijkheid en de taal van de seculieren. Verlies je met drie talen niet je identiteit? Driss el Boujoufi (die aan de wieg van het Cairo-overleg stond): ‘Soms wordt gezegd dat een Marokkaan die goed geïntegreerd is, een afvallige is. Maar mijn geloof heeft mij niet belemmerd om te integreren. Ik heb mijn eigen identiteit aangepast aan de tijd en plek waar ik leef.’ Klaas van der Kamp wees op het belang van seculiere mensen als serieuze gesprekspartners. Ook aan seculiere groepen is immers veel te danken, bijvoorbeeld de AOW aan de socialisten. Bovendien voeden gebeurtenissen aan het eigen front zoals
Moslim Kursat Bal en jood Harry Polak in gesprek juLi 2013 - nr.3
de kruistochten of het niet-inenten van kinderen ook de achterdocht van niet-religieuze mensen ten opzichte van religie.
Bijdrage aan samenleving Even terug naar de bijdrage die religieuze mensen aan de samenleving kunnen bieden. Hoe kan dat vorm krijgen volgens deelnemers aan het Cairooverleg? Allereerst positief zijn over andere groepen, niet doorschieten in het opkomen voor de eigen groep of religie en gericht zijn op een bijdrage leveren aan de samenleving: door goed te doen, geduld te betrachten en God te vereren. En is dat laatste niet gewoon de eerste twee zaken doen? Volgens Klaas van der Kamp kunnen gelovigen met name de spirituele kant inbrengen bij allerlei thema’s zoals gebeurd is met de verklaring rond bezit vanuit jodenden, christendom en islam (Begrip, jaargang 39 2013, nr. 1). Alle drie religies aan tafel hebben in hun achterban een ultra-orthodoxe groep, die exclusief denkt. Voor hen kan het Cairo-overleg een voorbeeld zijn omdat hier geprobeerd wordt inclusief te denken, elkaar ruimte te gunnen en het gemeenschappelijke te zoeken. Kursat Bal (Contactorgaan Moslims en Overheid) vertelt dat hij zijn achterban laat zien dat de andere partijen in het Cairo-overleg betrokken zijn bij de moslims en dat de gezamenlijkheid een toegevoegde waarde heeft, bijvoorbeeld dat christenen moslims geholpen hebben bij het onderwerp ritueel slachten. De contacten in het Cairo-overleg kunnen ook de-escalerend werken zoals rond de Gaza-oorlog. Dat de deelnemers aan het Cairo-overleg op één lijn zaten, hielp polarisatie bij de achterbannen te voorkomen. Het Cairo-overleg heeft zijn bestaansrecht wel bewezen en is voor de deelnemers een bron van inspiratie om de gezamenlijkheid te zoeken in de soms voor gelovigen ongastvrije samenleving, om daarin ruimte in te nemen en om samen met de seculiere meerderheid de toekomst vorm te geven.
Hans Feddema
Ik deed de laatste jaren via participerende observatie wat antropologisch onderzoek onder groepen ‘ongebonden spirituelen’ en schreef er eind 2012 een essay over onder de titel ‘Nieuwe Spiritualiteit als Derde Weg’ (zie civismundi.nl/hansfeddema en op zinweb.nl in vijf delen bij auteur Hans Feddema). Hun aantal bedraagt ruim vier miljoen Nederlanders. Als ik Matthijs Driebergen hoor of lees, zoeken zij hun bezinning en spiritualiteit ten onrechte buiten de kerkmuren. Ik waag dat te betwijfelen, ook al zijn er gelukkig ook recente initiatieven van Open Kerk, zoals de Oude Kerk in Amsterdam en van Ad Alblas in Leiden. En ook al is de moderne spiritualiteit, zoals onderzoeken vaststelden, ook onder kerkmensen aan het opkomen, zij het zonder erkenning van bovenaf. Hoe dan ook, hun klacht is dat de lokale en landelijke kerkleidingen maar blijven vasthouden aan verouderde dogma’s en Godsbeelden, met alle gevolgen van dien.
Psychische groei belemmerd? Een dominant denken in de kerk, zeker als dat sterk hiërarchisch is met God aan de top, vertaalt zich immers meestal in dito gedrag naar beneden toe. Maar ik denk ook aan de innerlijke groei van kerkmensen. Hein Stufkens zegt terecht: ‘Als Godsbeelden tot
goden worden en de ervaring van het mysterie plaats moet maken voor het geloof in heilig verklaarde leerstellingen omtrent dat mysterie, dan wordt de psychische groei van mensen door de godsdienst eerder belemmerd dan bevorderd... Niet de verbeelding is dan nog langer aan de macht, maar het door mensen gesneden beeld; niet het scheppende Woord, maar het leergezag dat de creatieve geest eerder doodt dan tot leven wekt’ (Het mysterie ben jij. (2006), p. 48). Monique Samuel bepleit voor de kerk dan ook niet voor niets ‘een terugkeer naar de kern van het Evangelie’. De vraag is dan steeds: wat is die kern? Ik denk het Koninkrijk Gods, dat Jezus al rondtrekkende predikte, evenals het één zijn of kunnen zijn van ons met God. Het ‘Koninkrijk in u’ is in wezen de mystieke kern van alle religies, maar het lijkt helaas niet het dominante denken in de kerk, ook niet in de PKN. Is dit ‘Koninkrijk in u/jullie’ bovendien niet vaak uitgelegd als een politiek rijk? Nee, het zit in ons en het geeft alleen bezieling, indien innerlijk beleefd. Een mentaal geloof stoot af. Dito het idee, dat alleen Jezus één was met God en voor ons dit niet zou zijn weggelegd.
Nieuw Bewustzijn ‘Niet God, maar religie is in de kerk een heilige zaak geworden’, provoceerde Samuel. Religie is een model het onbenoembare te benoemen, maar neemt vaak ook de vorm aan van een regiem. In onze verzuilde samenleving van voorheen werd zo’n regiem ondanks zijn sociale controle, moralisering en hiërarchie als vanzelfsprekend geaccepteerd. Mensen hadden toen minder ik-bewustzijn. Een Brabantse vrouw vertelde me eens dat ze tot haar achttiende nooit ik had gezegd, steeds wij. Het wijst op een ingroup-gevoel, waarbij de eigen groep op een voetstuk staat en de outgroup (de ‘ander’) niet zelden wordt afgewezen. Zuilen verhinderden nogal eens persoonlijke bewustwording, die samenhangt met de overwinning van de angst voor vrijheid en met het proces van individualisering. Om vrij te zijn,
moeten we ons van binnenuit kunnen ontwikkelen en ontdekken dat we in essentie niet het ego maar bewustzijn zijn. Naast anderen wees ook Jezus ons hiertoe de weg. Maar sterk groepsdenken bemoeilijkt dat. Vandaag is dat anders en zien we een nieuw spiritueel bewustzijn opkomen, met minder nadruk op dogma’s, een ander Godsbeeld en tevens met een overgang van kerkelijkheid naar authentieke religie, van ‘klein gehouden worden’ naar genegenheid, van mentaal geloven naar vertrouwen en van dualiteitsbewustzijn (alles in tegendelen willen blijven zien) naar eenheidsbewustzijn. Een bewustzijn, waardoor mensen minder pijlen schieten naar de ander en ook meer kiezen voor het goede dan voor strijden tegen het ‘kwade’.
Moralisme Het lijkt gezien deze verschuiving tijd dat de kerken zich bezinnen op hun roots. Vooral op hun Godsbeeld en op het ermee samenhangende wat patriarchale moralisme, een ‘zedenmeesterij’, waaraan Jezus zich juist niet schuldig maakte. Voorts op hun visie op het kwaad in het algemeen, zeker als ‘God goed en kwaad tegelijk is’, zoals Carl Gustav Jung stelde. Diens inzichten kunnen daarbij een goede gids zijn. Deze zoon van een Zwitserse predikant met acht ooms die ook predikant waren, hield zich in zijn zoektocht naar archetypen, het onbewuste en de verbinding van ‘tegendelen’ ook hervormend bezig met theologie. Hij wees de (lichamelijke) ‘zondigheid’ van de mens af – dat deed de mens zich klein en schuldig voelen, wat fataal is voor geloven als ‘zijn’ of geloven vanuit het hart - maar legde nadruk op het erkennen van de eigen schaduwen. Die erkennen zou al helend zijn, de mens milder maken jegens de ander.
‘Zo boven, zo beneden’ en/of ‘zo binnen, zo buiten’? De huidige situatie in de meeste kerken (zo lijkt het in de PKN zeker) kenmerkt zich nog door veel (dualistische) ideologie, door een divers wereldbeeld, en door een niet willen
}}
Lees verder op pagina 16
juLi 2013 - NR. 3
16
17
Authentiek godsbesef
Vervolg van pagina 15
}}
bijstellen van verouderde leerstellingen, ook al zijn er talloze voorgangers die er niet meer in geloven. In zo’n situatie gaat de ziel teloor. Het christelijke Westen kent grosso modo vijf Gods- of wereldbeelden: 1) het antieke, 2) het manicheische,3) het materialistische, 4) het theologische en 5) het integrale of modern-spirituele gods-of wereldbeeld. Het eerste vinden we ook deels terug in de bijbel (zij het minder bij Jezus, die de eenheid van Hem - en van ons - met God benadrukte). In dit antieke Godsbeeld zijn het hemelse en het aardse apart, maar gebeurtenissen weerspiegelen elkaar in de zin van: zo boven, zo beneden. Als de goden op de Olympus ruzie maken, is er op aarde oorlog. Bij het tweede is de goddelijke vonk of ziel te veel de gevangene van de materie, het lichaam en zijn begeerten. Alleen de geest zou goed zijn en de aarde veeleer een tranendal. Dit denken leidde van kerkelijke zijde helaas mede tot de ‘strijd’ tegen het eigen lichaam, tot de leer van de onbevlekte ontvangenis van Maria en tot het celibaat. In het derde wereldbeeld is er geen God, geen ziel en geen geestelijke wereld, laat staan dat die met ons bezig is of ons subtiel leidt. Alleen het zintuiglijk waarneembare bestaat. Het draait in dit enkele eeuwen geleden opgekomen anti-godsbeeld om de materie. De aarde noch het lichaam zijn bezield.
‘Heer op afstand’ In het theologische wereldbeeld (vooral afkomstig van Albertus Magnus en Thomas van Aquino) zijn hemel en aarde gescheiden. Het hemelse is iets bovennatuurlijks, waar de wetenschap niet over kan oordelen, alleen de theologen. Een gespleten kijk op de werkelijkheid is het gevolg, zoals we vroeger wel de zondag apart hielden voor een ‘bovennatuurlijke’ sfeer en door de week participeerden in het ‘aardse’. God troont boven Zijn wereld, oordeelt en bestemt van buitenaf. Hij is ‘Heer op afstand’. Dit theologische beeld had indirect tot gevolg dat de mens niet werd gezien als deel van juLi 2013 - nr.3
de natuur en dat zowel het lichaam als de wereld slecht of zondig zijn. Met dit beeld hangt samen dat christenen eeuwen hebben geleefd met God als een mensvormig wezen en daarin vaak een soort vaderfiguur. Beiden zijn op zich begrijpelijk omdat we God graag willen zien als een persoon naar menselijk model en tevens omdat veel volwassenen behoefte hebben aan een vaderfiguur, zoals psychologen aantoonden. Ik wil betogen dat die projecties gemakkelijker konden ontstaan bij dit theologische beeld van een ‘Heer op afstand’. In het vijfde wereldbeeld tenslotte, dus het Godsbeeld dat thans doorbreekt, is de kloof tussen God en de wereld opgeheven, zij het dat alles een uiterlijke en innerlijke dimensie heeft. Het hemelse is zo de innerlijke kant van de werkelijkheid. Engelen, demonen en zielen van gestorven geesten zwerven niet meer ergens hoog in de lucht, maar zijn onderdeel van de geest die het hele universum doordringt. Het heelal is met het goddelijke overgoten. Het is ‘God within’. God is dus tevens in ieder mens, hoezeer ook velen zich daarvan niet bewust zijn, evenmin dat God ons draagt, zoals de zee de golf, noch dat we verbonden zijn met Hem/ Haar zoals de golf met de zee. Alles is in God en God is in alles. Hij/Zij vormt het hart van het uiterlijke en leidt ons veel meer dan we denken. Mensen kunnen Hem mystiek ervaren of waarnemen via innerlijke leiding (ingevingen, intuïtie, innerlijke stem, innerlijk weten, synchroniciteit c.q. ontmoetingen en toevallig lijkende reddingen). Paulus schreef vanuit mystieke intuitie: ‘Niet mijn ik, maar Christus leeft in mij’ (Gal. 2,20).
Het heilige is in de wereld en bezielt ons
en ook dat alles in wezen energie en/ of bewustzijn is. Kerkmensen laten zich door aspecten uit alle vijf wereldbeelden leiden, soms door elkaar. De leiding van de kerk houdt naar het lijkt vooral vast aan het vierde dus het theologische Godsbeeld, zonder zich af te vragen of deze niet achterhaald en/of te intellectualistisch is. Dat doet de vervreemding over haar aanbod toenemen. Levend in een tijd van toenemend bewustzijn en een grote omslag in het denken, staat de kerk voor de uitdaging van diepe introspectie. Zelf ben ik behalve van de Leidse Studentenecclesia ook lid van de PKN, ook al kerk ik tevens wel bij de Soefibeweging in Katwijk. Mijn hart ligt bij het vijfde wereldbeeld. Daarin is er voor mij geen kloof tussen God en de wereld, tussen God en ons mensen, noch tussen materie en geest, het bewuste en onbewuste. God is en manifesteert zich in het leven van alledag, Hij is de eenheid van zijn en niet-zijn. God draagt en geeft kracht. Het heilige is kortom in de wereld, we worden erdoor bezield. God is voor mij de Eeuwige in wat ons ego ervaart als ‘tijdelijke’ tijd. God is Liefde. Deze Kracht tot bezield leven vat je niet samen in verboden en dogma’s, maar is inspiratie, hoop, verbondenheid, warmte, vreugde en compassie. Matthijs Driebergen ziet -met alle respect- de situatie rond de kerk te rooskleurig. Hij overtuigt niet. Met Monique Samuels deel ik zorg over de kerk. Wat mij betreft vooral qua ideologie, dus over haar (dogmatische) denken, dat vervreemdend werkt. Als de kerk niet haar toevlucht neemt tot de zielenkracht gevende spiritualiteit en eenheidsbewustzijn, dus tot de God van ‘Mijn Vader en ik zijn één’, lijkt haar toekomst grauw.
Alle vijf wereldbeelden hebben vandaag de dag in mindere of meerdere mate invloed. Maar het ‘zo boven, zo beneden’ spreekt de mens van nu minder aan dan het ‘zo binnen, zo buiten’ van het integrale spirituele wereldbeeld. Ook wetenschappers als de kwantumfysici kunnen hiermee meer uit de voeten. Zij menen zelfs dat geest de stoot gaf en geeft tot materie
Dr Hans Feddema is antropoloog, oud-docent aan de VU, historicus, publicist, vredesactivis, medeoprichter van De Linker Wang en GroenLinks.
Jongeren Advies Punt Friesland wint Ab Harrewijn Prijs 2013
‘Jongeren hebben veel vragen over schulden’ Als je naar de vijf genomineerden voor de Ab Harrewijn Prijs 2013 luistert, merk je dat er veel mensen zijn, die geraakt worden door mensen, door hun noden, door wat er allemaal gebeurt en die werken aan oplossingen. Want ‘samen sta je sterker’. Dat motto kan boven de uitreiking van de Ab Harrewijn Prijs 2013 staan.
Hub Crijns en Christian Jongeneel De prijsuitreiking verloopt volgens de vaste succesformule van de afgelopen 11 jaar. De winnaar van het voorgaande jaar vertelt wat de prijs allemaal heeft betekend. Introductie van de vijf genomineerden. Een spreker of spreekster. Een optreden. En tenslotte de voorzitter van de jury, die zo lang mogelijk de spanning opbouwt. Bien Hofman van de volksuniversiteit Pendrecht (Rotterdam) won de prijs in 2012. Zij vertelt de honderd aanwezigen dat de universiteit het afgelopen
jaar veel aandacht heeft gekregen. De mensen in de wijk hebben hun voordeel gedaan met de Ab Harrewijn Prijs: onder elkaar, in de wijk, bij de politiek, in de pers. De wijkbewoners hebben Bien Hofman unaniem verkozen tot rector magnificus van de Pendrecht Universiteit.
Armoede raakt ons allemaal Als eerste genomineerde krijgt Crystal Ziel het woord. Ze is de inspirator van het Zwolse Platform ‘Armoede raakt ons Allemaal’. In het maartnummer van De Linker Wang is ze uitgebreid geportretteerd. Ze heeft nog wel een nieuwtje: ‘Vanaf april 2013 heten we Stichting Wit. Als wit licht door een prisma valt, zie je de verscheidenheid aan kleuren waaruit het bestaat. Elke kleur is even belangrijk en even prachtig. Zo zien wij de maatschappij: als een verscheidenheid aan mensen, allen even belangrijk en waard om voor te vechten: Stichting Wit, (kleur) rijk in verbondenheid.’ Ook de andere genomineerden zijn in
het vorige nummer van dit magazine voorgesteld, al voegt de levende presentatie van de genomineerden veel toe. Het enthousiasme, de gedrevenheid, vastberadenheid en creativiteit spatten van het podium en maken enorm veel indruk op de aanwezigen. Voor de Stichting ‘Ervaring die staat’, samen met een directrice opgezet door ervaringsdeskundigen, dak- en thuislozen, vertelt Hans van Bree bijvoorbeeld: ‘Zonder het vertrouwen van deze mensen had ik nooit gestaan waar ik nu sta. De laagdrempeligheid en de ondersteuning hebben ervoor gezorgd dat ik het wel kan en ook weer in mijzelf geloof.’ En Els Keet: ‘Door het samenwerken heb ik veel geleerd. Ik wordt telkens weer verrast door de kennis en kunde van de mensen.’ Fanga Musow – ‘Krachtige Vrouwen’ is een opvanghuis in Utrecht, opgericht in 2005 en volledig afhankelijk van fondsen en donateurs. Al aan 53 vrouwen en 38 kinderen heeft het huis opvang geboden. Toos Voorneveld coördineert de vrijwilligers. ‘In het
}}
Lees verder op pagina 18
juLi 2013 - NR. 3
{EEN ANDERE WANG
18
Media en levensbeschouwing
Ab Harrewijn Prijs 2013
ontspanning zijn vaak even heilzaam als behandeling door de professionele hulpverlening. We werken met vrijwilligers, van, vóór en dóór de deelnemers. Dat zijn er elk jaar ongeveer 150, zodat we een familie blijven, die elkaar kent. Incentive is laagdrempelig, iedereen kan deelnemer worden. Er is geen intakegesprek, pasjesregeling of noodzaak van een indicatie.’
Samenleving in verandering
Vervolg van pagina 17
}}
Fangahuis wordt gericht gekeken naar individuele competenties en talenten,’ legt ze uit. ‘Een vrouw die graag kookt, maakt nu regelmatig maaltijden en hapjes voor bijeenkomsten in Utrecht of voor feestjes. Een andere vrouw bleek heel goed te zijn in haren vlechten en leert nu voor kapster. We streven ernaar dat de vrouwen na hun verblijf bij ons zicht hebben op alternatieve woonruimte en werk.’
Voor en door
Hub Crijns en Christiaan Jongeneel zijn bestuursleden van de Ab Harrewijnprijs (www.abharrewijnprijs.nl)
juLi 2013 - nr.3
‘Wij zijn het Jongeren Advies Punt (JAP). We bieden advies en hulp aan jongeren tot 27 jaar in de provincie Friesland.’ Lisa Paassen is de jonge en energieke coördinator van dit netwerk. Jongeren kunnen er met allerlei vragen en problemen terecht. ‘We gaan uit van de leefwereld van de jongere en willen zo goed mogelijk aansluiten op zijn situatie. Ons team bestaat zelf ook volledig uit jongeren: vrijwilligers èn stagiaires van opleidingen. We weten en voelen wat er leeft bij onze leeftijdsgenoten. Dat maakt het makkelijker om contact te leggen en elkaar te begrijpen. We zijn wars van bevoogding en dure deskundigheidspraat! We hebben een eigen kantoorruimte bij het Fries Samenwerkingsverband Uitkeringsgerechtigden (FSU) in Leeuwarden, maar de tien teamleden zijn ook veel op pad. Als FSU-jongeren werken we volgens het parool ‘Vóór jongeren, dóór jongeren’.’ Stef en Tineke van Veen zijn de drijvende krachten achter de 16-jarige Stichting Incentive in Schiedam. ‘Saamhorigheid, betrokkenheid en
19
Marijke Vos, voorzitter van de Maatschappelijke Ondernemersgroep en lid van de Eerste Kamer voor GroenLinks, is dit jaar de spreekster. Ze neemt de veranderingen rond zorg en welzijn op de korrel, u weet wel: het rijk draagt de verantwoordelijkheid over aan gemeenten, met een klein deel van het geld. Voor het werk wordt meer inzet van de burger verwacht. Hans van Ewijk, hoogleraar sociaal werk aan de Universiteit Humanistiek, heeft zes belangrijke punten genoemd om al die veranderingen tot een goed einde te brengen, legt ze uit. In het kort zijn dat: 1. Sociaal functioneren van mensen bevorderen, eerder dan therapeutiseren. 2. Begeleiden van mensen zodat ze beter functioneren, eerder dan behandelen. 3. Leefverbanden bevorderen en verbindingen van mensen onder elkaar verlevendigen, in plaats van helpen. 4. In de zorg ongelijke behandeling toepassen via maatwerk, in plaats van maatregelen gericht op gelijke behandeling. Want de problemen van mensen zijn ongelijk. 5. Van in de tweedelijn actief zijn naar inzetten op werken in de frontlinie. 6. Van hulp door vooral professionals naar inzet en initiatief door vooral burgers.
Vos is positief over de verandering. Vanuit Amsterdam geeft ze voorbeelden met als gemeenschappelijk kenmerk dat burgers samenwerken met professionals. Maar ze toont zich bezorgd over het tempo en het feit dat er veel minder geld beschikbaar wordt gesteld. Ze acht het risico groot dat instellingen vooral vechten voor behoud van het bestaande in plaats van te kiezen voor verandering. Het belang van burgers en samenleving zou uit zicht kunnen raken door de institutionele belangen van gemeenten en instituties.
And the winner is.... Het is overduidelijk dat de jury een zware taak heeft gehad. Nieuwe voorzitter Ineke van Gent slaagt er opnieuw in om de spanning op te bouwen, door uitgebreid de waardering en de bewondering van de jury voor de vele verschillende initiatieven uit te spreken. Maar dan klinkt het verlossende woord: Lisa Paassen wint. De jury schrijft in zijn rapport: ‘De meeste initiatiefnemers hebben er een uitgebreide maatschappelijke carrière op zitten, waarbij zij in aanraking zijn gekomen met de problematiek die ze ter hand nemen. Hun initiatief vloeit als het ware voort uit hun ervaringen. Tussen de vijftien voordrachten die we dit jaar ontvingen viel ons één drijvende kracht op zonder die achtergrond. Bovendien gaat het om een initiatief dat een maatschappelijk probleem aankaart, dat gaat over een groep mensen die het in deze tijden met een krappe arbeidsmarkt extra hard voor de kiezen krijgt; een probleem dat gemakkelijk over het hoofd wordt gezien. De jury vindt het bijzonder dat iemand zich al op zo’n jonge leeftijd in een sociaal initiatief stort en wil dat graag belonen.’
Websites van de vijf winnaars Jongeren Advies Punt: www.fsufriesland.nl/index.php?id=jongeren Platform Armoede Raakt ons Allemaal: www.facebook.com/pages/ Platform-Armoede-raakt-ons-allemaal/179755842068914 Ervaring die Staat: www.ervaringdiestaat.nl Fanga Musow: www.fangamusow.nl Stichting Incentive: www.stgincentive.nl
Ruard Ganzevoort Toen staatssecretaris Dekker aankondigde dat de levensbeschouwelijke omroepen moesten verdwijnen, barstte er een klein stormpje los. Je kon toch niet zomaar levensbeschouwing uit de publieke omroep weren? Meende hij dat nu echt dat religie achter de voordeur moest blijven? Lag er een visie achter of ging het alleen om bezuinigen? Maar het stormpje ging liggen terwijl de grote vragen niet zijn beantwoord. De discussie over plaats en taak van de publieke omroep is er vanaf het begin. Bijna honderd jaar geleden ging het om het geluid van de zuilen en om de opvoeding van het volk. NCRV en KRO en vlak daarna VARA, VPRO en AVRO wilden hun visie op de wereld uitdragen via de nieuwe media van die tijd, radio en later TV. Daarmee was de publieke omroep primair een levensbeschouwelijke zaak. De schaarste van communicatiemiddelen en de kracht van de levensbeschouwelijke zuilen bepaalden het systeem. In de jaren zestig leerden mensen dankzij de media ook de andere zuilen kennen waardoor die hun kracht verloren. Tegelijk sloten nieuwe omroepen als de TROS aan bij de wens van de kijker naar meer amusement. De oude omroepen moesten mee in de strijd om de kijkcijfers, waarmee feitelijk de commercialisering van de publieke omroep begon. In de jaren negentig was het beleid er zelfs op gericht dat de omroepen minder eigen gezicht kregen en als gezamenlijke publieke omroep de strijd aangingen met de commerciëlen. Vandaag mogen omroepen zich weer meer profileren, maar hun invloed op de programmering is sterk afgenomen. Netcoördinatoren bepalen wat er wordt uitgezonden en hun eerste belang is zorgen voor de kijk- en luistercijfers. We staan weer aan het begin van een discussie over de publieke omroep. Schaarste aan communicatiekanalen is er niet meer. Via de ether, de kabel en vooral internet kan elke beweging iedereen bereiken en elk individu kan vinden wat haar of hem interesseert. Een overdaad aan informatie, amusement, sport en (populaire) cultuur is te vinden op de commerciële zenders. En ook de zuilen bestaan niet meer in de klassieke zin: mensen tappen vaak uit meer dan een vaatje en de behoefte om zich van elkaar te onderscheiden is er steeds minder. Wat zou dus de publieke omroep in deze context kunnen en moeten zijn? Volgens de mediawet gaat het om informatie, cultuur, educatie en verstrooiing en dat moet dan evenwichtig, pluriform, gevarieerd en kwalitatief hoogstaand gebeuren. Maar we moeten wel scherpere keuzes maken. Mij lijkt bijvoorbeeld concurrentie met de commerciële zenders minder zinvol dan complementariteit. Waarom zou je dezelfde programma’s maken die ook al commercieel worden uitgezonden? Waarom zoveel belang hechten aan kijkcijfers? We kunnen ook kiezen voor een publieke omroep die zorgt dat juist kwetsbare programma’s blijven bestaan en dat ook kleinere doelgroepen worden bediend. Zo’n publieke omroep hoeft helemaal niet elitair te worden.
Ook bij sport en amusement zijn er onderdelen die commercieel niet interessant zijn maar wel een groep mensen aanspreken. En die groep is niet per definitie de intellectuele of culturele elite. Als kijkcijfers en reclame-inkomsten het belangrijkste zijn, dan raken juist kleine sporten en culturele minderheden buiten beeld. In zekere zin zou de publieke omroep dus juist terug moeten naar haar wortels. Laat de nadruk maar meer liggen op inhoudelijke kwaliteit, kwetsbare programma’s en levensbeschouwelijk profiel dan op kijkcijfers. Maar dat moet in de eenentwintigste eeuw wel heel anders dan toen. Honderd jaar geleden waren de omroepen – net als scholen, zorginstellingen en dergelijke – de maatschappelijke gestalten van een zuil. De zuilen zijn er niet meer en de oude beheerders van het spirituele kapitaal (kerken bijvoorbeeld) hebben hun gezag grotendeels verloren. De markt, de media en anderen hebben die taak deels overgenomen.
De markt en de media hebben de taak van de zuilen deels overgenomen Dat betekent voor de publieke omroep dat ze belangrijk is voor levensbeschouwing in de samenleving. Niet preken voor eigen parochie, maar wel de veelkleurigheid zichtbaar houden, de verhalen vertellen en de kritische vragen opzoeken. Waar anders wordt in onze wereld het gesprek gevoerd over de diepere vragen, over de levenswijsheid achter het alledaagse? Waar worden de inspirerende voor-beelden gedeeld? Waar komen de visioenen van het goede samenleven ter sprake? Omroepen en overheid schrijven ons niet voor hoe te leven en wat te geloven. Maar de publieke omroep is wel het platform waar juist deze levensvisies en levensvragen aan de orde komen. Informatie, cultuur, educatie en ook verstrooiing raken uiteindelijk altijd aan onze levensbeschouwing. Graag dus meer levensbeschouwing in de publieke omroep. Dat hoeven geen kerkdiensten of gesprekken met geestelijk leiders te zijn. Het hoeft niet per se te gebeuren langs oude verzuilde lijnen. Als het maar bijdraagt aan het samenleven in een veelkleurige wereld. Zo’n soort debat moeten we voeren. Niet eerst bezuinigen en herstructureren en dan pas beginnen na te denken waar het naartoe moet. Het debat over de structuur van de publieke omroep moet beginnen met een debat over haar inhoud, taak en doel.
juLi 2013 - NR. 3
{RECENSIE
{COMMENTAAR
20
BOMMEN OP OF WAPENS NAAR SYRIË?
{ONDER OGEN
{AGENDA
21
PLEIDOOI VOOR EEN PUBLIEKE THEOLOGIE
Hans Feddema Hans Feddema De oorlog in Syrië brengt verwarring in het Westen. Dat MientJan Faber in 2003 de volkenrechtelijk onrechtmatige en op leugens gestoelde Amerikaans-Britse invasie in Irak steunde, schreven mensen soms nog toe aan de niet altijd goed in te schatten persoonlijkheid van Faber. Maar eind april werden we opgeschrikt met een Trouw-artikel van Jan Jaap van Oostzee onder de kop ‘Tijd voor militaire ingrijpen in Syrië is aangebroken’, waarin deze namens IKV/Pax Christi pleitte voor ‘bommen op Syrische vliegvelden’. Anderen vragen om het leveren van wapens aan de rebellen. Terwijl ik deze column aan het schrijven ben, kondigt VN-deskundige Pinheiro een rapport aan van zijn onderzoeksmissie. Vergeleken met een onderzoek in Syrië van 3 maanden eerder schetst hij thans een ‘totale verslechtering’ en een toenemende ‘radicalisering’ van de rebellen. Hen als ‘engelen’ zien, noemt hij een misverstand. ‘Er is slechts een minderheid van strijders die nog een staat voor allemaal wil, laat staan een democratie’, zo meent de chef van de VN-missie. Verreweg de meeste rebelleen staan volgens hem ‘heel ver af van democratische gedachten en hebben andere aspiraties’. Hij liet doorschemeren, dat bij eventuele wapenleveranties van Engeland en Frankrijk ‘het onderscheid tussen de slechte en goede rebellen moeilijk te maken is’ (ook al denken de VS dat nu wel te kunnen, zij het dat die dit slechts beperkt en omzichtig gaan doen). Het zich richten op het doen winnen van een der partijen lijkt hoe dan ook nogal glibberig. Vanuit de vredesoptiek is dat overigens helemaal geen optie, hoe groot ook ons onbehagen is over het bloedvergieten in Syrië. Vredesmensen weten dat geweld haar eigen dynamiek heeft. Als er geen bestand is, die door beide partijen gewild wordt, betekent militaire interventie verheviging van de strijd. Dit ook omdat beide partijen dan willen laten zien wie de sterkste is. Maar het betekent vooral partij worden in het conflict, dus verlies van onpartijdigheid, wat volkenrechtelijk en polemologisch een ‘doodzonde’ is. Bovendien is bij grote mogendheden het humanitaire nogal eens een schaamlap voor geopolitieke of economische machtsoverwegingen zonder dat ze daar openlijk voor uitkomen. Zeker voor vredesactivisten is het zaak om hier niet op in te spelen. Te meer omdat mensen militaire interventie nogal eens verwarren met ‘peacekeeping’ na een door beide partijen overeengekomen vrede of bestand, waarvoor deze derden vragen die te bewaken als blauwhelmen. Ik ben niet een Jan Pronk om meteen te bedanken als lid. Het IKV/PaxChristi is verder in de 3e Wereld immers functioneel bezig. Het voorstel bommen te gooien op vliegvelden was zwak. Zoiets verwacht je niet direct van een vredesorganisatie. Laat ik het maar gaan zien als een eenmalige beroepsmistap. (Dr Hans Feddema is antropoloog, vredesactivist, publicist)
juLi 2013 - NR. juLI nr.33
Theo Brand Grensoverschrijdend en prikkelend voor wie in hokjes denkt. Dat is het essay dat Ruard Ganzevoort schreef in het kader van de ‘Nacht van de theologie’. De maatschappelijke relevantie van het vak staat volgens hem op het spel. Veel theologen hanteren een geheimtaal die alleen nog voor een slinkende groep kerkgangers te volgen is. Of ze worden verdedigers van hun eigen geloofstraditie. Wie het zo doet, voert een achterhoedegevecht. Theologen zouden ‘makelaars in levenswijsheid’ moeten zijn voor een breed en pluriform publiek, meent Ganzevoort. Zo’n professionele houding kan mensen - met welke levensovertuiging dan ook – helpen te ontdekken hoe hun leven en de wereld beter en mooier kunnen worden. ‘Theologen zijn er helemaal niet om mensen te vertellen wat ze wel of niet moeten geloven. Ze hebben geen speciale kennis waardoor hun mening dichter bij de waarheid staat dan die van anderen,’ benadrukt de auteur. Volgens hem hebben theologen wel verstand van de veelkleurige en tegenstrijdige lappendeken van hoe mensen spreken over ‘God’ of ‘het heilige’ in hun leven. Religieuze pluriformiteit is voor Ganzevoort het uitgangspunt, simpelweg omdat de maatschappij pluriform is. In alle religies kan iets van waarheid oplichten waarbij we volgens de auteur een beroep op geopenbaarde waarheid niet moeten zien als het eind van tegenspraak, maar als ‘uitdrukking van het geloof dat de wijsheid ons gegeven is en dat we dat niet zelf bedacht hebben’. Wat mensen heilig is, of het antwoord op de vraag wie of wat ‘God’ is, is niet objectief vast te stellen. Het recht op godslastering en het recht niet te geloven maken daarom deel uit van de godsdienstvrijheid. ‘Het geloof van de een is blasfemie voor de ander’, stelt Ganzevoort. En: ‘Een beroep op godsdienstvrijheid om blasfemie te verbieden, is een perverse poging om via de wet de strijd tussen de ‘goden’ te beslechten.’
Voorbij levensbeschouwelijke waarheidsclaims van orthodoxe gelovigen of felle atheïsten, kunnen mensen zoeken naar wat authentiek en waarachtig is. Ganzevoort ziet dan ook graag ‘geloofsgemeenschappen die – gesteund door hun theologen – zich transformeren tot open, creatieve en gedreven beheerders die hun traditie als open source beschikbaar houden voor wie daar behoefte aan heeft.’ De auteur blijkt een kenner van films die de afgelopen jaren gemaakt en getoond zijn in bioscopen en filmhuizen. In de verhalen die hier verteld worden, herkent hij hedendaagse levensbeschouwelijke vragen. Ook liedteksten kunnen deze functie hebben. Zowel uitingen van hoge cultuur, volkscultuur als van populaire cultuur, geven zicht op de hedendaagse menselijke ziel. ‘Het zou heel goed zo kunnen zijn’, zo stelt Ganzevoort, ‘dat Frans Bauer levensbeschouwelijk gezien veel meer invloed heeft dan Huub Oosterhuis, maar hij krijgt aanzienlijk minder aandacht van theologen.’ Spelen met heilig vuur. Waarom de theologie haar claim op de waarheid moet opgeven. Ruard Ganzevoort. Ten Have, 2013. ISBN 9789025903251.
Verklaring Slavernijverleden De Raad van Kerken in overleg met diverse andere geledingen een Verklaring opgesteld over het Nederlandse slavernijverleden. De tekst geeft een verantwoording vanuit de kerken aan de nazaten van de mensen die ooit als slaven werden verhandeld en als slaven moesten werken. Het gaat dan om nazaten die onder meer leven in Suriname, Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Caribisch Nederland en Nederland. De tekst staat op www. raadvankerken.nl/pagina/2459/verantwoording_slavernij
Heb vertrouwen! … is het thema van de Volzin-schrijfwedstrijd 2013. Er bestaat een ‘diepe vertrouwenscrisis tussen burger en politiek’. Volgens opiniemakers in de media tenminste. Maar hebben ze wel gelijk? Wie het anders ziet, een lans wil breken voor alles wat er in ons democratische bestel wél goed gaat, maar veel te weinig aandacht krijgt, schrijft een pakkend essay over dat wat feitelijk onmisbaar is voor het goede leven: vertrouwen. Iedereen mag meedoen. Uw maximaal 1600 woorden kunt u tot uiterlijk 5 september 2013 mailen aan:
[email protected]. De beoordeling is in handen van een deskundige jury onder leiding van Manuela Kalsky. De overige leden zijn: Mohammed Benzakour, Eduard van Holst Pellekaan, Jan van Hooydonk, Marleen Stelling en Willem van der Meiden.
Pastor Jurjen Beumer overleden Jurjen Beumer (65) is op 4 juni in zijn woonplaats Haarlem overleden. Beumer was sinds 1986 diaconaal predikant in Haarlem en begon daar het Oecumenisch Diaconaal Centrum ‘Stem in de Stad’. Tot zijn emeritaat in het voorjaar van 2013 was hij als pastor-directeur verbonden aan deze instelling voor dak- en thuislozen, vluchtelingen en mensen met schuldenproblematiek. Hij vond dat
engagement gevoed moest worden door gebed en dat geloof alleen iets waard was als het tot concrete inzet voor de naaste leidde. Beumer studeerde theologie aan de Universiteit van Amsterdam en de Rijksuniversiteit Leiden. Hij werkte voor Haarlem voor de Hervormde Gemeente Oldenzaal en de Kritische Gemeente Ijmond. Hij schreef een twintigtal boeken op het gebied van spiritualiteit en sociaal engagement. Eind 2012 werd bekend dat hij leed aan een zware ziekte.
Ridder Hub Crijns Drs. Hub Crijns, directeur Landelijk Bureau DISK en penningmeester werkgroep Arme Kant van Nederland/ EVA, is voor zijn werk benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Crijns vulde jarenlang een column in De Linker Wang, en organiseert mede de uitreiking van de Ab Harrewijnprijs. Lees meer op www.armekant-eva. nl/organisatie/lintje-hub-crijns.html
Theoloog van het jaar Op 21 juni 2013 werd tijdens de Nacht van de theologie Ruben van Zwieten tot Theoloog van het jaar gekozen. Zowel publiek als vakjury koos voor hem wegens zijn activiteiten op de Amsterdam Zuidas, waar hij werkt aan een nieuw kerkelijk centrum De Nieuwe Poort. ‘Door de verbinding die Van Zwieten zoekt tussen theologie en bedrijfsleven, lukt het hem om gesprekspartner te worden van mensen voor wie een theoloog niet het eerste aanspreekpunt zou zijn’, aldus de jury. Verrassende winnaar van de Publicatieprijs werd het boek ‘Hoe streelt jouw zegging mijn gehemelte’ (Ten Have) van Kees Waaijman. Volgens de jury weet Kees Waaijman met zijn boek de lezer te raken en te ontroeren met een uitleg van een van de minst populaire psalmen: ‘Het boek is vernieuwend, geschikt voor een breed publiek en relevant’.
11 juli 2013: Herdenking Srebrenica Jaarlijkse herdenking van de slachtoffers van de genocide in Srebrenica in juli 1995. Na toespraken volgt een stille omgang over het plein en het oplaten van ballonnen voor de slachtoffers die dit jaar worden begraven in Potocari. Plaats en tijd: Plein, Den Haag, 15.00 uur. 7 september 2013: Inspiratiedag Meewerken aan duurzaam? Laat je inspireren om mee te werken aan een duurzame samenleving in bedrijf, instelling of school. Presentaties van Marieke Schoenmaeckers (Duurzaamheid op Kantoor) en Gerard van Eck (DISK project Duurzaamheid en Talenten). Bestemd voor: medewerkers van bedrijven of instellingen en degenen die mee willen doen aan het lerend netwerk Talenten voor Duurzaamheid en zich hierop wil oriënteren. Deelname is kosteloos. Plaats en tijd: Doepark Nooterhof, Zwolle, 9.45 - 12.30 uur. Meer informatie: http://www.duurzaamheidentalenten.nl/ lerend-netwerk/inspiratiedag/ 21 t/m 29 september: Vredesweek 2013 Dit jaar staat de week in het teken van vredesactivisme. Onder het motto ‘Act for peace’ vragen Minister, Staatssecretaris en Ambassades van Vrede aandacht voor moedige vredesactivisten in binnen- en buitenland. Dit jaar is er bijzondere aandacht voor Syrie. Zie verder op: www.ministerievanvrede.nl/vredesweek-2013
27 september 2013: Symposium over ‘vertrouwen’ Het Katholiek Centrum voor Maatschappelijk Activeringswerk (KCMA) organiseert dit landelijk symposium samen met haar koepelorganisatie Actioma. Spreker o.a. prof. Erik Borgman. Tijd en plaats: 10.30-13.00u, Diakonessenkerk, Arnhem. Meer informatie: www.kcma.nl Meer bijeenkomsten e.d. op www.linkerwang.nl/agenda Uw bijeenkomst in de agenda?
[email protected].
juLi2013 2013- NR. - NR.3 3 juLi
1
5
22
Katholiek sociaal denken in praktijk
9
23
Bas Roufs en Herman Radstake
6 2
7
3
8
4
juLi 2013 - nr.3
Met de nieuwe paus lijkt het katholiek sociaal denken – en handelen – een nieuwe impuls te krijgen. Thijs Caspers schreef erover (zie pagina 10), op deze fotopagina’s proberen we dit in beeld te brengen. Paus Franciscus bemoeide zich als Kardinaal Bergoglio veel met de sloppenwijken en gevangenissen van Buenos Aires. Als paus bekritiseert hij mensenhandel en uitbuiting van immigranten. Hij riep politici op de financiële markten aan banden te leggen; als kardinaal had hij al het goede voorbeeld gegeven door aandelen van zijn aartsbisdom in banken te verkopen. Volgens o.a. Leonardo Boff is de huidige paus een ‘gematigd voorstander’ van bevrijdingstheologie. De St. Egidiusgemeenschap, Comunità di Sant’Egidio (kortweg ‘Sant’Egidio’, www.santegidio.org), is in 1968 in Rome ontstaan op initiatief van de toen 18-jarige student Andrea Riccardi. De inmiddels wereldwijde lekenbeweging zet zich in voor evangelisatie en solidariteit met armen en zwakkeren, en werd ze gevraagd als bemiddelaar bij vredesprocessen in o.a. Algerije, Mozambique, El Salvador en andere landen. De oprichter is nu minister van Internationale Samenwerking en Integratie in het Kabinet-Monti, hoogleraar geschiedenis in Rome en hij wordt beschouwd als een van de meest gezagvolle katholieke leken. Ook binnenslands wordt het sociale denken in praktijk gebracht, onder meer bij de organisatie Mara in Rotterdam en Den Haag (www. maraprojecten.nl). Mara doet onder andere maatschappelijk activeringswerk en is een ‘levensbeschouwelijke instelling van katholieke signatuur’. Ze is ‘geworteld in de geschiedenis van christenen die zich inzetten voor mensen in nood, vanuit de visie dat ieder mens de moeite waard is. Mara stelt vertrouwen in mensen en sluit aan bij het verlangen van mensen naar een goede toekomst voor iedereen.’ 1 Een enthousiaste menigte begroet de nieuwe paus op het St. Pietersplein op 13 maart 2013, kort na de bekendmaking van pauskeuze (foto: Boston Catholic, Flickr.com). 2 Een bewoner van de grootste armenwijk van Buenos Aires, Argentinië, ‘Villa 31’, viert de verkiezing van zijn landgenoot Karinaal Bergoglio tot paus (Foto: Bercex, 14 maart 2013, Flickr.com). 3 Kerstmaal voor daklozen en andere armen in de kerk van Sant’Egidio di Trastevere (25 dec. 2009), ‘foto van de dag’ van de krant Corriere della Sera. Deze kerk is de bakermat van Sant’Egidio, de organisator van dit kerstmaal in ca. 500 steden binnen en buiten Italië, met 2000 gasten in deze kerk en meer dan 120.000 gasten wereldwijd. 4 Dans tijdens een ontvangst van Romeinse stadsgenoten door de plaatselijke Romagemeenschap op 20 juni 2008: met statenlozen van wie de ouders afkomstig zijn uit het niet meer bestaande Joegoslavië. De Sant’Egidio gemeenschap was één van de groepen bezoekers van dat samenzijn (Foto ‘Luciano Zingaro’ op Flickr.com). 5 Optreden door leden van de Comunità di Sant Egidio op de Piazza Anco Marcia in Lido di Ostia, bij Rome, 24 september 2011. Foto Herb Neufeld (‘Oggie Dog’) op Flickr.com. 6 Interreligieuze vredesontmoeting in Parijs georganiseerd door Sant Egidio en Kardinaal Vingt-Trois, 27 oktober 2011. De ontmoeting vond plaats n.a.v. een herdenking van de interrelieuze vredesontmoeting in Assisi, 25 jaar eerder. Foto © Yannick Boschat / Diocèse de Paris op www.santegidio.org. 7 Kinderkamp parochie Kruisvinding 2012 (nu parochie H. Drieëenheid, Rotterdam-zuid). Deze kinderen komen uit arme gezinnen en kunnen niet met de eigen familie op vakantie. De kinderkampen worden georganiseerd door vrijwilligers vanuit de parochie. 8 Feest van Casa Tiberias. Casa Tiberias is een emancipatie- en ontmoetingscentrum voor Portugeessprekende (met name Kaapverdiaanse) vrouwen in Rotterdam Delfshaven. Foto: Izabella van Tuijl. 9 Het afhaalpunt van de voedselbank stichting ROS in de wijk Katendrecht. Foto: Izabella van Tuijl. 10Jongeren van M25 (‘Mattheus 25’) assisteren bij maaltijdservice in het Van der Poelhuis van Humanitas in Rotterdam Noord. Foto: Peter van Mulken. 11 Maandelijkse wake bij detentiecentrum/uitzetcentrum Rotterdam.
10
11
juLi 2013 - NR. 3
{DE UITSMIJTER
24
Neem nou de mantelzorger Yosé Höhne-Sparborth Nederland wordt verbouwd. De bescherming van de privacy kon sneuvelen na twee vliegtuigen in twee torens. De verzorgingsstaat kan sneuvelen sinds wij belastingbetalers over omvallende banken struikelden. Het begrotingstekort schoot omhoog. Verzorgingsstaat afbreken dus. Een verbouwing met mooie namen: Decentralisatie, Zorg-op-maat. Zoiets kan Den Haag niet, dat moet naar de Gemeenten. Onderweg meteen wat geldstromen omleiden, als je toch aan het verhuizen slaat. De Sociale Alliantie, in 1990 ontstaan als netwerk van grote en kleine organisaties tegen de armoede, probeert langs haar contacten lokale groepen voor te
wordt dat mantelzorgers het vaak zeer zwaar hebben. Geloofsgemeenschappen kunnen een hand toesteken, hen steunen. Geloofsgemeenschappen kunnen mogelijk ook de weg wijzen naar loketten voor aanvullende hulp, zodat mantelzorgers niet bezwijken. Maar vooral wil de brochure inspireren, aanmoedigen, het zorgzame in ons wekken. Aanmoedigen om de kern van ons geloven, een gemeenschap van zusters en broeders, te leven. Men richt zich helemaal daarop, om als geloofsgemeenschap steun en hulp te geven en aan mantelzorgers én te inspireren tot nog meer zorg. Deze brochure ‘Gij hebt mij bekleed met een mantel van trouw’ spreekt, spreekt aan en is aansprekend. Het is ook een appel. Want aan de 2,6 miljoen mantelzorgers hebben we de komende jaren niet genoeg. De staats-
Er zou veel te bezuinigen zijn als Den Haag de paranoia afschafte bereiden op die ‘verbouwing’. Zolang Den Haag de zorgkant organiseerde, was lobby nodig op landelijk niveau, en die werd opgebouwd en geprofessionaliseerd. Niet dat het op kan tegen de lobbykracht van grote bedrijven of banken, maar toch… Nu moeten in enkele jaren tijd lokale zorggroepen leren samenwerken om samen lobbywerk bij de gemeenten te doen. Want, wie als bureaucraat werkt, brengt in het beste geval veel goede wil mee. Het reëel bestaande leven ziet er een stuk anders uit dan bestuurderen menen. Ook plaatselijk zal dat gelden. Intensief meedenken dus, anders gaan er rampen gebeuren. Dat vergt veel samenwerking, terwijl je intussen steeds meer moet mantelzorgen.
Yosé HöhneSparborth is vertegenwoordiger van de Basisbeweging in de Raad van Kerken. juLi 2013 - NR. nr.33
De Raad van Kerken participeert in die Sociale Alliantie. Een enkele maal heeft de Raad ook eigen contacten naar de regering. Dus daar kan de Raad spreken, aanspreken en tegenspreken. Vanuit haar Beraadgroep Samenlevingsvragen is een brochure gelanceerd tijdens een symposium, over mantelzorg. Over wat de kerk daarin kan spreken. Mooie bijbelse gedachten uitgewerkt rond zorg voor elkaar. Gesignaleerd
secretaris heeft al een ballonnetje opgelaten om iets als een mantelzorgplicht in te voeren. Hij vond weinig steun. Nog niet. Het tegenspreken tegen de regeringsplannen bleef achterwege. In de zaal klonk daar wat teleurstelling over. Gelukkig heeft de Raad van Kerken voor haar tegenspreken nog meer kanalen. Want tegenspreken is nodig, Rutte cs spreken in te fraaie woorden over de afbraak en over de realiteit. Neem dit plaatje: ze denken een aantal hulpverleners rondom één zorgbehoeftige. Maar onder aan de sociale ladder verzorgt één mantelzorger vaak enkele zorgbehoeftigen. Reële casus: ‘Tini’. Na vijf jaar mantelzorg sinds twee jaar weduwe. Zestig jaar, heeft artrose. Is mentor voor zwaar geestelijk beperkte zus in verpleeghuis. Een geestelijk minderbegaafd zusje leunt voor alles op Tini; dochter van dat zusje leunt ook op Tini want schaamt zich voor de moeder. De geestelijk gehandicapte broer van Tini woonde beschermd, maar werd door beslissing van Rutte cs ‘opgewaardeerd’ en in een flat vlak bij Tini geplaatst. Zodat zij ook zijn leven kan regelen. Om te beginnen:
voor de twee huishoudens machtigingen regelen om ‘te mogen’ mantelzorgen. Ze doet ook 14 uur vrijwilligerswerk bij bejaarden. De controle-instantie op haar bijstand verplichtte haar tot zinloos werk ‘om een tegensprestatie te leveren aan het land’ , en dwingt haar nu naar een sollicitatiecursus. Haar artrose is progressief sinds alle spanningen. Een hulploket om bescherming te krijgen kan ze niet vinden, ze is wel op zoek. De staatssecretaris roept wel dat niemand tussen wal en schip zal vallen, maar ‘Tini’ kan denk ik beter naar het Leger des Heils gaan. Er zou veel te bezuinigen zijn als Den Haag de paranoia afschafte. Bureaucratie en controle slurpen geld, tijd en energie, en demotiveren de professionals. ‘Protocollen’ hebben alle creativiteit en inventiviteit gedood. Geen ambtenaar waagt zich er buiten, anders kun je goed de lul zijn. Ga uit van het slechtste in de mens, en je oogst het slechtste. ‘Zorg-op-maat’ past niet in protocollen, want in het reëel bestaande leven ziet de ellende er telkens weer anders uit. Den Haag is een wereld van departementen. Elk departement, elke koker die uitgaven doet, heeft zijn eigen kaasschaaf. Onder aan de sociale ladder wordt door elk departement geschaafd, getrokken, geduwd. Die ene kwetsbare mens wordt in dunne plakjes bezuiniging geconsumeerd. Een loket nul in elke gemeente zou een manier zijn om door de verbouwing werkelijk tot ‘Zorg-op-maat’ te komen. Bij zo’n loket nul wordt dan het totaalplaatje bekeken, en ‘op maat’ gewerkt. Met recht een ‘maat-regel’. Dan zou ook eigen verantwoordelijkheid ruimte kunnen krijgen. Als banken dan ook nog gaan meedoen!?