De Dans Van De Najades
Eerste sprookje van
De Legenden van de Najades
Saga-Whyte Press
tekening Saga-Whyte
Copyright © 2007 Saga-Whyte Press, Leiden, the Netherlands/ Saga-Whyte, Leiden, the Netherlands. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All Rights reserved. The right of Saga-Whyte to be identified as author of this work has been asserted by her in accordance with the Copyright, Designers and Patents Act, 1988. No paragraph or illustration of this publication may be reproduced, copied or transmitted save with written permission from the publisher, in accordance with the provision of the Copyright Act 1956 (as amended). Any person who does any unauthorized act in relation to this publication may be liable to criminal prosecution and civil claims for damage.
ISBN 978-90-8885-019-6 NUR 277
Saga-Whyte Press www.sagawhytepress.eu
De Dans van de Najades door Saga-Whyte
Er
is een rivier. Het is een wonderbaarlijke rivier en hij begint en eindigt op een plaats waar het heel, heel koud is. Hij kan overal te voorschijn komen, zomaar, op elk
moment. Degenen met oren die kunnen horen en met ogen die kunnen zien, kunnen plotseling naast deze oeroude rivier staan, en luisteren naar zijn betoverende muziek. En misschien, als je heel, héél erg veel geluk hebt, kun je de dans van de wenselfjes op het oppervlak zien, en de geheimen ontdekken van de wereld boven en van de wereld beneden. Zo is het altijd al geweest. Dit is een verhaal over deze sprankelende wenselfjes, die spelen in de rivier. In het Noorden noemen ze hen de
Najades
Vertaling Katja van Eijsden
3
‘’Maar ze doen allemaal zo gek!’ 4
H
et is een van die zilveren en roze dagen in de wereld van de wonderbaarlijke rivier. De Najades zingen en dansen en spelen, want dat is wat zij het beste kunnen. Er is altijd wel een nieuw en spannend spelletje om uit te proberen in hun wereld van steeds veranderende kleuren. Langzamerhand wordt het roze steeds donkerder en het verandert in lila, en iedereen houdt op met spelen. “Oh nee, niet wéér lila,” roept iemand. “roze is zoveel mooier.” “Roze is het allerbeste,” zegt iemand anders. Scarlett staat stil en vraagt zich hardop af, “Wie maakt die veranderingen? En waarom?” “Wat maakt het uit?” roept een speelse Najade. “Laten we nog een spelletje doen.” Rosy lacht en zegt tegen haar grote zus, “Scarlett, maak je geen zorgen, het roze komt wel weer terug. De kleuren komen en gaan omdat het altijd al zo is geweest. Kom op, laten we tikkertje spelen.” En daar zweeft ze weg, een spoor achterlatend van roze-rode vonkjes. Scarlett zucht diep. Ze heeft vandaag geen zin meer in sprankelen, of in fladderen. Ze glijdt van de dansende Najades vandaan, en rust uit tussen het rietgras. “Verstandig, rustig rietgras. Jullie fladderen en stralen en giechelen niet,” zucht ze. Het rietgras waarschuwt haar niet te ver van haar vrienden af te dwalen. “Maar ze doen allemaal zo gek,” zegt ze. “Ze nemen het leven niet serieus. Ze trekken zich niets aan van belangrijke dingen, zoals de veranderingen waar we allemaal last van hebben.” “Je piekert te veel,” zegt het rietgras. “Voor een kleine Najade is dat niet gezond.” Diep zuchtend dwaalt ze verder weg.
5
‘Dan zal ik er eens opklimmen en zelf gaan kijken.’ 6
Scarlett komt bij een kromming in de rivier en drijft met de bocht mee. Ze kan de anderen al niet meer zien dansen. Het is rustig en stil om haar heen. “Dat is beter, nu kan ik rustig nadenken,” zegt ze, hoewel ze zich erg klein voelt in de grote eenzame rivier. “Ik zal niet bang zijn, omdat ik maar alleen ben,” zegt ze luider, precies op het moment dat er een grote schaduw opdoemt. Het is een rots. “Rots,” roept ze, “Waarom sta jij hier in de weg?” “Ik ben hier altijd al geweest,” zegt de rots met een zware, donkere stem. “Mijn wortels gaan tot in de bedding van de rivier, maar mijn hoofd raakt het dak van de wereld.” “Als jij hier altijd al bent geweest, dan weet je vast ook wie de veranderingen maakt en waarom we niet altijd roze kunnen hebben?” vraagt Scarlett verlangend. “Ik weet heel veel dingen, dat is waar. Maar ik ben slechts een rots. Ik weet alles over het vuur en het ijs, en over de wind en de regen en de zon. Maar waarom de kleuren veranderen, daar breek ik mijn hoofd niet over,” zegt de rots met een oude, roestige glimlach. “Als jij je hoofd daarover niet wil breken, dan zal ik er eens opklimmen en zelf gaan kijken,” lacht Scarlett en ze klimt omhoog. De rots waarschuwt haar dat ze terug moet gaan. Zijn hoofd reikt bijna tot het oppervlak waar de lucht is, een geheel ander element. Het is een gevaarlijke plaats. “Een Najade is nog nooit naar het oppervlak gegaan,” zegt de rots terwijl ze op zijn neus staat. “Alleen degenen uit de Oude Tijd, en die zijn nooit teruggekomen. Die leven nu allemaal bij de Bron, bij het begin en het einde van de rivier.” “Maar ik wil weten waarom we niet de hele tijd roze kunnen hebben. Het is de vrolijkste kleur van allemaal.” “Je denkt te veel na,” zegt de rots.
7
Daar ziet ze uiteindelijke een grote zilveren Spiegel. 8
Maar Scarlett haalt haar schouders op klimt over zijn wenkbrauw en gaat boven op zijn hoofd staan. Daar ziet ze uiteindelijk een grote zilveren spiegel. Ze ziet zichzelf erin! Van verbazing snakt ze naar adem. Dit moet de onderkant van het oppervlak zijn. Ze raakt het aan. Cirkels spreiden zich uit rond haar vingertop. Ze verspreiden zich over het hele oppervlak. “O,” fluistert ze. “Er moet aan de andere kant een machtige tovenaar zijn die zo’n prachtig oppervlak kan maken, en die zulke grote cirkels maakt dat de hele rivier erdoor in beslag wordt genomen.” “Ja. Een echte machtige tovenaar die een ondeugende kleine Najade zoals jij verplettert. Ga terug, voordat het te laat is,” dreunt de rots, gealarmeerd. “Maar ik ben al zo dichtbij,” zegt Scarlett. “Ik moet aan deze tovenaar vragen waarom ze de veranderingen maakt, en waarom we niet altijd roze kunnen hebben.” Dan strekt Scarlett haar armen uit boven haar hoofd. Ze duikt in het zilveren oppervlak. Plotseling is alles donker. Scarlett is nu boven de spiegel, maar in plaats van glanzend zilver is alles nu geheimzinnig diep paars en ze kan zichzelf hierin niet spiegelen. Ze is terechtgekomen in het vreemde zware spul, dat de rots ‘lucht’ noemde. Scarlett is lichter dan de lucht, en ze merkt dat ze er gemakkelijk doorheen kan bewegen. Ze kijkt omhoog. Er is nog een paars oppervlak, heel, héél ver weg. Het is de hemel. Naar het westen toe lijkt er een vuur te zijn, dat de zoom van de hemel kleurt met flarden van rood en donker oranje. Maar het trekt al weg en de uiteinden van deze wereld achter de rivier kun je al helemaal niet meer zien, ze verdwijnen in de duisternis. “Nou, nou, Meneer Rots. Jouw hoofd reikt helemaal niet tot het oppervlak van de wereld. De wereld is veel, véél groter,” mompelt Scarlett bij zichzelf . Maar dit had ze helemaal niet verwacht. Hoe kan ze de tovenaar op deze uitgestrekte plek vinden? En waarom is alles zo donker? Plotseling hoort ze iemand hard roepen. “Er is geen gelach meer, alleen strijd. En wie trekt zich hier iets van aan?” “Wie zegt dat?” Scarlett draait rond in een uitbarsting van vonkjes.
9
Hij kijkt op, en ziet haar spetteren 10
Dan ziet ze hem, een grote zware gestalte in grove kleren, knielend aan de rand van de rivier. Somberheid hangt over hem als een inktzwarte wolk. Hij kijkt op, en ziet haar schitteren. Hij kijkt verbaasd, en wrijft met zijn grote vierkante handen in zijn ogen. “Jullie bestaan dus!” roept hij met zo’n luide stem dat Scarlett bijna omver geblazen wordt. “Als je het zegt,” zegt ze, zich herstellend van de windstoot. Maar de reusachtige gestalte lijkt haar niet te horen. Hij heft zijn handen op, zijn stem verstikt door tranen. “O, grote en machtige riviergeesten, laat uw toverkracht ons alstublieft redden. Ooit was er vrede in onze huizen en vriendelijkheid op straat, en nu is er angst, boosheid en strijd. Wij werkten ooit in het veld met onze handen in de aarde, en nu staan er machines tussen ons en het land in, en de leiders zijn vergeten hoe ze moeten leiden, en maken in plaats daarvan regels. Er zijn meer regels dan mensen en meer formulieren die ingevuld moeten worden dan graan van het koren dat wij oogsten. Wij zijn de weg kwijt, alstublieft, wilt u ons helpen?” Scarlett beweegt zich door de lucht om dichter bij de sombere gestalte te komen. Ze kijkt in zijn ogen, en tot haar verbazing ziet ze zichzelf in zijn tranen weerspiegeld. De sombere gestalte en de Najade kijken elkaar langdurig aan. En Scarlett hoort zijn gedachten. Ze hoort hoe een oude vrouw aan een kleine jongen een verhaal vertelt.
11
‘Luister naar je oude grootmoeder, kink, en ken de waarheid van je hart.’ 12
“Zoek altijd naar de zilveren rivier, mijn kind, in de diepten van de tuin, in het stille hart van het bos, of dicht bij het zuchten van de oceaan. In de stilte komt hij naar je toe. En als je heel rustig en héél geduldig bent, kun je de dans van de Najades zien. Dan zal je weten wat echte vrede en echt geluk betekenen. Maar vergeet nooit de geesten van de natuur want dan zal er alleen somberheid en strijd zijn. Dit is altijd al zo geweest. Luister naar je oude grootmoeder, kind, en ken de waarheid van je hart.” Scarlett vindt dat de woorden van de grootmoeder waar klinken. Zij is blij dat hij zich deze woorden herinnert. “Ik weet niet hoe ik je kan redden uit je ellende en je strijd, maar zou een dans je vrolijk maken?” vraagt Scarlett. “Het is het enige waar een Najade echt goed in is.” Maar de man staart slechts voor zich uit met zijn mond open. Dus gaat Scarlett wat verder weg door de lucht en draait en springt en strooit duizend rozerode stralende vonkjes in het rond. Terwijl ze danst, zingt ze een liedje. Opeens wenst ze dat Rosy er ook was, omdat ze samen veel meer vonkjes kunnen maken. Scarlett is slechts een kleine Najade en de man is heel erg groot en heel erg somber. Maar al dansend, ziet ze dat zijn ogen oplichten en zijn gelaatstrekken zachter van verbazing worden. Hij kijkt zo gelukkig, dat Scarlett voelt dat hij mee zou willen dansen. Dan uiteindelijk, gaat de man met een zucht op de grond liggen en valt in een diepe slaap. De donkere wolk is verdwenen. Scarlett mist Rosy nu nóg meer. Ze beseft dat de tovenaar niet hier is, en dat ze geen stap dichter bij het antwoord is gekomen over wie de veranderingen maakt en waarom ze niet de hele tijd roze kunnen hebben. Maar de grootmoeder van de man wist wel het een en ander. Misschien weten de Ouden de antwoorden op de vragen van Scarlett? “Ik ga naar de Bron,” zegt ze hardop. “Vaarwel,” zegt ze tegen de slapende man. “Droom over dansen.” Scarlett heft haar armen omhoog en duikt in het paarse oppervlak. En in een wip is ze terug in de rivier. Maar, o jee, wat is dit? Alles in de rivier is even donker als buiten het oppervlak. Wat is er gebeurd?
13