De Brzo-inspectie Alle informatie over het gezamenlijke toezicht en de handhaving door de Inspectie SZW
De Inspectie SZW werkt samen aan eerlijk, gezond en veilig werk en bestaanszekerheid voor iedereen
2 | De Brzo-inspectie
1 Inleiding Als uw bedrijf werkt met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen, dan moet u specifieke maatregelen nemen om de risico’s voor de werknemers, de omwonenden en het milieu te beperken. En als het toch misgaat, dan moeten er wel maatregelen zijn genomen om de gevolgen te beperken. Over deze onderwerpen bestaat specifieke regelgeving; het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 (Brzo 1999), gebaseerd op meerdere wetten. Op de naleving van het Brzo 1999 houden verschillende overheidsinstanties gezamenlijk toezicht.
Brzo 1999 & Arie, een kennismaking (te vinden op www.inspectieszw.nl). Met deze folders wil de overheid bedrijven informeren over de achtergronden van de regelgeving, de verantwoordelijkheden van bedrijven en wat de overheid doet om de naleving te bevorderen.
Als tijdens een inspectie zaken niet in orde blijken te zijn, treden de toezichthouders hiertegen op. Dit wordt handhaving genoemd. Hoewel de toezichthouders gezamenlijk inspecteren, leggen ze nu nog afzonderlijk sancties op. Dit is omdat de toezichthouders elk hun eigen handhavingsbevoegdheden en -verantwoordelijkheden hebben. De instanties willen echter ook bij de handhaving zo veel mogelijk samen optrekken. Hierover leest u meer in hoofdstuk 4 Nieuwe ontwikkelingen. Deze folder beschrijft de gezamenlijke inspecties en hoe de Inspectie SZW, één van de toezichthouders, handhaaft. Meer informatie over de regelgeving voor bedrijven die werken met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen, leest u in de folder De Brzo-inspectie | 3
4 | De Brzo-inspectie
2 Toezicht Het Brzo 1999 is gebaseerd op de Wet milieubeheer, de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) en de Wet veiligheidsregio’s. Bij het toezicht op de naleving hiervan zijn dan ook meerdere overheden betrokken: • Het bevoegd gezag Wet milieubeheer let op de aspecten milieu en externe veiligheid. Dit bevoegd gezag ligt bij de provincies en gemeenten. Het toezicht is vaak overgedragen aan organisaties zoals milieudiensten, die aan specifieke kwaliteitscriteria moeten voldoen. De gemeente of provincie blijft dan wel verantwoordelijk voor de handhaving; • De Inspectie SZW, directie Major Hazard Control (MHC), let op de arbeidsveiligheid; • De brandweer (veiligheidsregio) let op de rampenbestrijding. Brzo-inspecties worden door deze organisaties gezamenlijk voorbereid en uitgevoerd, zodat efficiënt met de beschikbare capaciteit en tijd wordt omgegaan. Meestal doen alle partijen mee, maar het komt wel eens voor dat één van de partijen niet meedoet, bijvoorbeeld omdat de voorgenomen inspectieonderwerpen niet op haar terrein liggen. Op een inspectie volgt één gezamenlijk rapport met de bevindingen en conclusies. Als dit leidt tot handhaving door één of meerdere partijen dan wordt dit op elkaar afgestemd.
Voor de Brzo-bedrijven met het hoogste risico (VR-bedrijven) is in de wet vastgelegd dat de overheid jaarlijks moet inspecteren. De overheid mag hiervan alleen afwijken als uit eerdere inspecties is gebleken dat een bedrijf zijn zaken goed op orde heeft. Voor de overige Brzo-bedrijven (PBZO-bedrijven) kan de inspectiefrequentie lager zijn, maar wel tenminste éénmaal per drie jaar. De Inspectie SZW betrekt vooral de aspecten die te maken hebben met de arbeidsveiligheid in de afweging tot wel/niet inspecteren.
Gezamenlijke inspecties Tijdens de inspecties controleren de toezichthouders of het bedrijf een zogeheten veiligheidsmanagementsysteem (vms) heeft dat is toegesneden op de aanwezige risico’s. De inspecteurs bekijken niet alleen de ordners waarin het systeem is beschreven, maar toetsen ook in concrete situaties of het vms in de praktijk werkt. Dat gebeurt mede aan de hand van de ongevalscenario’s die Brzo-bedrijven moeten opstellen. Zij doen onderzoek op de werkplek en spreken met diverse medewerkers, variërend van de directeur tot een operator. De inspecteurs controleren of de juiste organisatorische en technische beheersmaatregelen zijn genomen. Zij kijken bijvoorbeeld of: De Brzo-inspectie | 5
• Iedereen de (veiligheids)procedures begrijpt en goed gebruikt; • Het noodplan en de procedures voor de bedrijfshulpverlening in orde zijn; • Veiligheidsvoorzieningen aanwezig zijn en goed worden onderhouden; • De procesbeveiligingssystemen volgens de juiste criteria zijn gebouwd en worden bediend. De inspecteurs willen zo niet alleen in beeld krijgen of het veiligheidsmanagementsysteem in de praktijk werkt, maar ook of het bedrijf voortdurend streeft naar verbetering. Dat hangt nauw samen met de veiligheidscultuur, die daarom een belangrijk aandachtspunt is tijdens een inspectie. Als de directie voldoende oog heeft voor veiligheid, dan werkt dit door naar de mensen die het werk moeten uitvoeren. Bedrijven die openstaan voor veiligheid, zien ook het nut van de inspecties en kunnen hun voordeel doen met de resultaten. Als de uitkomsten van de inspectie positief zijn, biedt dit overigens geen garantie dat er zich nooit calamiteiten kunnen voordoen. Een inspectie is immers een steekproef. Bedrijven hebben zelf de verantwoordelijkheid voor de veiligheid. Tijdens een inspectie verzamelen de toezichthouders bovendien informatie die zij nodig hebben voor: • De invulling van de ruimtelijke ordening; • De voorbereiding op de rampenbestrijding.
6 | De Brzo-inspectie
Gezamenlijke inspectiemethode Voor de Brzo-inspecties gebruiken de toezichthouders een gezamenlijke methode, de Nieuwe Inspectiemethodiek (NIM). Een gezamenlijke inspectiemethode is hét instrument om de samenwerking goed te laten verlopen en de meeste effectiviteit en efficiëntie uit de inspectie te halen. Dit is ook voor uw bedrijf van belang: de gezamenlijke inspectiemethode maakt de rol van de toezichthouders transparanter en betrouwbaarder. Tevens zorgt deze inspectiemethodiek voor een landelijk uniforme werkwijze.
Aangekondigde inspectie Een Brzo-inspectie is als systeeminspectie over het algemeen omvangrijk en vraagt ook veel betrokkenheid van u en uw medewerkers, zowel tijdens de voorbereiding als bij de uitvoering. De inspectie beslaat meestal meerdere dagen en het inspectieteam wil bepaalde medewerkers interviewen. Om deze reden wordt de inspectie vaak vooraf met een agenda aangekondigd. U heeft dan tijd om te zorgen dat de juiste mensen en documenten tijdens de inspectie beschikbaar zijn. Als u vooraf vragen heeft, kunt u de inspecteur hierover benaderen.
Onaangekondigde inspectie Op grond van eerdere inspectieresultaten kunnen de toezichthouders het nodig vinden om ad hoc werksituaties en werkplekken te inspecteren. Dergelijke inspecties worden niet altijd aangekondigd, bijvoorbeeld omdat de toezichthouders een onbevangen en actueel beeld willen krijgen.
Dit kan een gezamenlijke actie zijn of alleen een inspectie vanuit de Inspectie SZW. De Inspectie SZW is bevoegd om alle plaatsen te betreden waar (vermoedelijk) wordt gewerkt. U moet de inspecteur dus toegang geven. Ook controlebezoeken als vervolg op een ingezet handhavingstraject worden niet altijd aangekondigd.
Deskundigheid De gezamenlijke Brzo-toezichthouders die uw bedrijf bezoeken, hebben verstand van zaken. Zij en u werken op een kennisintensief vakgebied, waar het belangrijk is dat mensen goed worden ingewerkt en continu worden bijgeschoold. De inspecteurs krijgen een langdurig inwerktraject en regelmatig herhalingstrainingen. Deze zijn gericht op zowel toezichts- en opsporingsvaardigheden als technisch inhoudelijke bijscholing. Alle inspecteurs van de Inspectie SZW zijn daarom ook opgeleid tot hoger veiligheidskundige of tot master of Safety, Health & Environment .
Thema’s De toezichthouders zorgen dat zij bijblijven wat betreft de ontwikkelingen op hun vakgebied. Waar nodig spelen zij daar op in door thema’s te benoemen die tijdens de inspecties extra aandacht moeten krijgen. Voorbeelden daarvan zijn: veiligheidscultuur, explosiegevaar en onderhoudsstops. Op de website van de Inspectie SZW (zie het onderwerp ‘Hoogrisicobedrijven’ (Brzo en Arie)) kunt u lezen welke thema’s op dit moment actueel zijn.
De Brzo-inspectie | 7
8 | De Brzo-inspectie
3 Handhaving De grote risico’s van het werken met gevaarlijke stoffen maken een goede naleving van de regelgeving essentieel. In de regelgeving is het minimumniveau vastgelegd waaraan bedrijven moeten voldoen. Als blijkt dat een bedrijf zich niet aan deze regels houdt, wordt het hierop aangesproken. Na de gezamenlijke inspectie pakken de toezichthouders de handhaving apart op, vanuit hun eigen invalshoek. De reden hiervoor is dat dit zo wettelijk is geregeld; een overtreding die te maken heeft met de veiligheid van de werknemers moet volgens de Arbeidsomstandighedenwet worden aangepakt. En een overtreding gerelateerd aan het milieu volgens de milieuwetgeving. Daarnaast zijn er ook overtredingen die op meerdere vlakken gevaar opleveren. Als een bedrijf bijvoorbeeld geen risicoanalyse uitvoert, dan kan dit betekenen dat voor de veiligheid van zowel de werknemers als het milieu onvoldoende of onjuiste maatregelen zijn getroffen. In zulke situaties bepalen de toezichthouders in onderling overleg wie de handhaving op zich neemt of dat meerdere partijen gaan handhaven.
Handhaving door de Inspectie SZW Handhaving is bedoeld om te zorgen dat de wet wordt nageleefd. Er zijn twee aspecten
aan verbonden: • Bestraffen dat een bedrijf onveilig heeft gewerkt; • Zorgen dat er voortaan wel veilig wordt gewerkt. Als een bedrijf niet de juiste maatregelen neemt, hoeft het - op de korte termijn minder te investeren. Dat financiële voordeel kan tot oneerlijke concurrentie leiden. Daarom worden overtredingen van het Brzo 1999 als economische delicten beschouwd en volgens de Wet op de economische delicten bestraft. Als een inspecteur constateert dat de Brzo-bepalingen niet worden nageleefd, kan hij verschillende handhavingsinstrumenten inzetten: • Hij geeft een waarschuwing als de wettelijke bepaling duidelijk is en geeft het bedrijf de gelegenheid binnen een bepaalde termijn de wet alsnog na te leven; • Hij stelt een ‘eis tot naleving van de wet’ als de wettelijke bepaling wel een doel aangeeft, maar niet concreet is over hoe dat doel moet worden bereikt. De inspecteur geeft dan aan welke maatregelen het bedrijf moet nemen en binnen welke termijn. Hoewel het bedrijf formeel bezwaar kan aantekenen tegen een dergelijke eis, moet het hiermee toch direct aan de slag. De inspecteur houdt De Brzo-inspectie | 9
rekening met wat haalbaar is en het kan zijn dat hij ook instemt met een tijdelijke oplossing; • Hij legt het werk formeel stil of legt een exploitatieverbod op. Een inspecteur zal altijd ingrijpen als een maatregel die het ongewild vrijkomen van een gevaarlijke stof moet voorkomen, niet goed werkt waardoor er naar zijn oordeel sprake is van ernstig gevaar voor de werknemers in de omgeving. De inspecteur legt het werk, een installatie of het hele bedrijf dan direct stil op grond van artikel 28 van de Arbowet. Als de inspecteur constateert dat een bedrijf werkt met gevaarlijke stoffen zonder de risico’s te kennen en maatregelen daartegen te nemen, bijvoorbeeld doordat het veiligheidsbeheerssysteem ernstige manco’s vertoont, dan legt hij het bedrijf een exploitatieverbod op op grond van artikel 23 van het Brzo 1999. Na verloop van tijd controleert de inspecteur of de waarschuwing of eis wordt nageleefd. Zo niet, dan maakt hij een proces-verbaal op vanwege een economisch delict, namelijk het niet naleven van de voorschriften voor veilig werken. Als het bedrijf het exploitatieverbod niet opvolgt zal de Inspectie SZW bestuursdwang toepassen om te zorgen dat dit alsnog gebeurt, bijvoorbeeld door een dwangsom op te leggen.
Herhaalde overtredingen Als de Inspectie SZW bij een bedrijf keer op keer overtredingen constateert, dan pakt de inspecteur dit bedrijf harder aan. Hij kan 10 | De Brzo-inspectie
dan bijvoorbeeld direct een proces-verbaal opleggen of een exploitatieverbod uitvaardigen in combinatie met een last onder dwangsom. Als dit nog niet helpt, dan kan de inspectie in overleg met het Openbaar Ministerie een strafrechtelijk onderzoek starten. Dit onderzoek kan ook worden uitgevoerd wanneer er bij een bedrijf telkens weer incidenten plaatsvinden.
4 Nieuwe ontwikkelingen De toezichthouders willen ook bij de handhaving steeds meer samen optrekken. In toenemende mate worden de handhavingsbrieven van de verschillende instanties als één pakket aangeboden. Ook de controles op naleving van de handhaving worden steeds vaker gezamenlijk gehouden en afgehandeld. Bovendien worden de Brzo-inspecties steeds meer afgestemd met instanties die toezicht houden op andere regelgeving waarmee deze bedrijven te maken hebben. Zo wordt de toezichtsdruk verminderd.
De Brzo-inspectie | 11
12 | De Brzo-inspectie
5 Andere taken directie Major Hazard Control Naast het toezicht hebben Brzo-bedrijven ook op andere vlakken te maken met de Inspectie SZW: • Beoordeling veiligheidsrapporten; • Melding zware ongevallen; • Onderzoek zware ongevallen.
Beoordeling veiligheidsrapporten De directie MHC beoordeelt samen met het bevoegd gezag Wet milieubeheer en de brandweer, de veiligheidsrapporten van de Brzo-bedrijven met het hoogste risico (VR-bedrijven). Deze bedrijven moeten minimaal elke vijf jaar hun veiligheidsrapport evalueren, herzien op relevante ontwikkelingen en opnieuw door de overheid laten beoordelen.
Melding zware ongevallen Als in uw bedrijf een zwaar ongeval plaatsvindt waarbij gewonden of dodelijke slachtoffers vallen, moet u dit direct melden aan de Inspectie SZW. Er is sprake van een zwaar ongeval als een incident met één of meer gevaarlijke stoffen, onmiddellijk of na verloop van tijd, ernstig gevaar oplevert voor mensen binnen of buiten een bedrijf of voor het milieu. Als u een incident met gewonden en dodelijke slachtoffers niet meldt, kunt u hiervoor worden bestraft.
Onderzoek zware ongevallen De directie MHC onderzoekt zware ongevallen met gevaarlijke stoffen. Zij doet dit als er gewonden of dodelijke slachtoffers zijn gevallen en/of als er grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen zijn vrijgekomen. Deze ongevallen worden uitgebreid geanalyseerd. Het doel daarvan is tweeledig. Ten eerste wordt hiermee vastgesteld of het ongeval een gevolg is van een overtreding van de wet. Als dat zo lijkt te zijn, wordt hierover een proces-verbaal opgemaakt. Ten tweede leveren deze onderzoeken belangrijke kennis op over de achterliggende oorzaken. MHC publiceert meerjarige incidentrapportages zodat bedrijven en overheden hiervan kunnen leren. Zware ongevallen waarbij meer dan een bepaalde hoeveelheid gevaarlijke stof is vrijgekomen, worden ook gemeld aan de Europese Commissie. Die verzamelt gegevens uit de hele Europese Unie in een database. Ook deze gegevens worden benut voor verbeteringen in de sector. De Onderzoeksraad Voor Veiligheid heeft de taak als onafhankelijk instituut deze ongevallen te onderzoeken om hieruit lering te trekken. De Inspectie SZW doet dan alleen het strafrechtelijke onderzoek.
De Brzo-inspectie | 13
14 | De Brzo-inspectie
6 Meer informatie? Hebt u naar aanleiding van deze folder nog vragen, dan kunt u contact opnemen met de Inspectie SZW via onze website: www.inspectieszw.nl/contact Voor meer informatie of het downloaden van deze folder kunt u ook onze internetsite raadplegen: www.inspectieszw.nl Voor algemene vragen aan de rijksoverheid, kunt u (op werkdagen van 8.00 tot 20.00 uur) terecht bij: Telefoon 1400 (lokaal tarief ) www.rijksoverheid.nl Inspectie SZW Postbus 820 3500 AV Utrecht www.inspectieszw.nl Telefoon 0800 5151 (gratis)
De Brzo-inspectie | 15
Deze folder is een uitgave van: Inspectie SZW Publicatienummer 109 De Inspectie SZW maakt deel uit van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vijfkeerblauw | SSS-616627 Gratis uitgave © Rijksoverheid | april 2013