Concept versie
De bloeiende gemeente
Verkiezingsprogramma 2010-2014 ChristenUnie Kampen De ChristenUnie is er voor u! Als christelijk-sociale partij willen we de handen uit de mouwen steken en ons inzetten voor u en voor onze gemeente. Dat doen we vanuit onze christelijke overtuiging. De basis van waaruit wij onze standpunten en activiteiten ontplooien is de Bijbel, het Woord van God. Zoals alles in deze wereld is ook het werk van politici vergankelijk en vluchtig. Toch proberen we “huizen te bouwen”, zoals vermeld in Jeremia 29: 4-7 Dit zegt de HE E R van de hemelse machten, de God van Israël, tegen de ballingen die hij vanuit Jeruzalem naar Babel heeft laten voeren: Bouw huizen en ga daarin wonen, leg tuinen aan en eet van de opbrengst, ga huwelijken aan en verwek zonen en dochters, zoek vrouwen voor je zonen en huw je dochters uit, zodat zij zonen en dochters baren. Jullie moeten in aantal toenemen, niet afnemen. Bid tot de H E E R voor de stad waarheen ik jullie weggevoerd heb en zet je in voor haar bloei, want de bloei van de stad is ook jullie bloei. De Israëlieten waren vreemdelingen in Babel, zoals christenen vreemdelingen in deze wereld zijn. Toch geeft God de opdracht om mee te werken aan de bloei van de stad. De ChristenUnie geeft dit vorm door verantwoordelijk te willen zijn voor het bestuur van onze gemeente. De ChristenUnie heeft oog voor mensen, hun welbevinden en hun relaties. We geloven dat mensen tot bloei komen als ze zich voor elkaar verantwoordelijk voelen en zorg dragen voor elkaar. We zetten ons daarom in om onmenselijke situaties van verslaving, armoede en eenzaamheid tegen te gaan en te voorkomen. De ChristenUnie wil alles doen wat in haar vermogen ligt om mensen tot hun recht te laten komen. Dat kunnen we niet alleen. Als inwoners van onze gemeente zijn we geen losse eenheden. We zijn als mensen en samenlevingsverbanden op elkaar aangewezen. Wij willen daarom ruim baan geven aan die gemeenschappen waarin zorg en verantwoordelijkheid opbloeien. Gezinnen, scholen, kerken, bedrijven, sportclubs, verenigingen e.d. vormen de basis van de samenleving. Daarin wil de ChristenUnie investeren. Religieuze en culturele verschillen kunnen in de praktijk lastig zijn, maar als we elkaar de ruimte geven en elkaar respecteren, dan kan diversiteit de gemeenschap versterken. Wij willen ons inzetten voor de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging. De ChristenUnie wil zich inzetten voor duurzame economische ontwikkeling. Goede zorg voor de schepping en dus voor mens, natuur, landschap en milieu heeft onze grote aandacht en betrokkenheid.
Het is een belangrijke taak van de gemeente om criminaliteit en overlast tegen te gaan. Met elkaar kunnen we iets doen tegen hufterigheid op straat en vervuiling van onze leefomgeving. Echter, de overheid heeft niet alles in de hand. De politiek kan niet alles oplossen. We hebben elkaar nodig. Samen streven we naar een bloeiende gemeente. Als christenen in de politiek beseffen we dat de bloei van onze gemeente afhangt van de zegen van God. We zien uit naar de komende vier jaar en rekenen op uw steun!
Hoofdstuk 1 Burger en bestuur
Trends en ontwikkelingen De positie van de gemeente wordt steeds belangrijker. Het Rijk en de provincies decentraliseren allerlei taken naar het lokale niveau. Die vele en vaak nieuwe taken vragen om een goed toegerust ambtenarenapparaat en een efficiënte uitvoering. Mede daardoor is er ook een tendens naar schaalvergroting. Naast de traditionele herindeling werken ook zelfstandige gemeenten steeds meer samen, in gemeenschappelijke regelingen en in nieuwere constructies als het Samen En Toch Apart-model (SETA). Ook door ontwikkelingen als de veiligheidsregio en de inzet van de provincie is de druk tot intergemeentelijke samenwerking toegenomen. De gemeente moet kunnen aantonen dat zij in staat is tot effectief en efficiënt handelen. Periodieke bestuurskrachtmetingen en allerlei bench marks (onderlinge vergelijkingen tussen gemeenten) krijgen steeds meer voet aan de grond. Daarbij wordt nog wel eens vergeten dat niet alles in cijfers uit te drukken valt. Visie van de ChristenUnie Met de decentralisatie komen veel taken terecht op gemeentelijk niveau. Dat past bij de visie van de ChristenUnie. De gemeente staat het dichtst bij de burger en voor die zaken die bij uitstek de burger treffen is dit het beste niveau van uitvoering en verantwoording. Het Rijk moet daar ook voldoende middelen voor geven. De gemeente moet wel greep kunnen houden op haar taken. Door schaalvergroting en intergemeentelijke bestuursvormen zien wij vaak de verantwoordelijkheden vertroebelen. Ook herkent de burger zich daardoor soms niet meer in zijn bestuur. De ChristenUnie waardeert de lokale gemeenschap en hecht aan het eigene van de lokale gemeenschap. Keuzes voor schaalvergroting willen wij voeren gericht op inhoud, kwaliteit, draagvlak en herkenbaarheid. Deze lijn doortrekkend binnen de gemeente wil de ChristenUnie ook serieus kijken naar mogelijkheden om wijken, buurten en dorpen meer eigen verantwoordelijkheden te geven, zo mogelijk ook met eigen budgetten. Tegelijkertijd zoekt de ChristenUnie altijd de constructieve samenwerking met omliggende gemeenten, de regio en de provincie. Binnen de lokale overheid zien wij een wijzigende rol van de burgemeester, als zelfstandig bestuursorgaan. De bevoegdheden van de burgemeester zijn groot en door de tijd heen verruimd. Zo is de burgemeester lid van het regionaal College, de lokale driehoek (politie) en de veiligheidsregio. Ook kan hij tijdelijke huisverboden en gedwongen opvoedingsondersteuning opleggen. Verantwoordelijkheid vraagt verantwoording afleggen aan een democratisch gelegitimeerd orgaan. Hier ontbreekt het te vaak aan. De ChristenUnie wil dit dan ook veranderen. De ChristenUnie wil een keer brengen in het idee dat burgers bij de overheid alleen hun recht halen zonder zelf een positieve bijdrage aan de samenleving te willen geven. Burgers zijn niet alleen consumenten, maar ook producenten van een bloeiende gemeente.
De ChristenUnie wil dit bereiken door: • • • • • • • • • •
•
•
• •
Er moet een helder beleid zijn rond inspraak van burgers, interactieve beleidsvorming, burgerinitiatief en publiek-private samenwerking. Jongeren, ouderen en andere doelgroepen worden bij de politiek betrokken door speciale raadsvergaderingen, panels en regelmatige adviesvragen. De communicatie vanuit de gemeente is optimaal, de ambtenaren werken klantgerichtheid en klachten worden snel afgehandeld. Er wordt geïnvesteerd in communicatiemiddelen, waaronder een digitaal loket. Er komt een meldpunt voor overbodige, betuttelende of onnodig beperkende regels. De samenwerking met Zwolle in de Netwerkstad wordt bestuurlijk en ambtelijk geoptimaliseerd. Met de partnersteden worden vriendschapsbanden onderhouden en dit wordt ook financieel ondersteund. De gemeentelijke buitendiensten worden adequaat gehuisvest (archief, archeologie, wijkposten). Burgers worden in een vroeg stadium van beleidsvorming betrokken en geactiveerd. Een dienstbare overheid neemt haar burgers serieus, zonder te vervallen in een ‘u vraagt, wij draaien’-mentaliteit. Door benchmarking kan een goede vergelijking worden gemaakt met andere gemeenten. Resultaten van een benchmark kunnen echter nooit het enige criterium zijn bij te maken keuzes. Er moet ruimte blijven voor de ‘couleur locale’ en de inbreng van de betrokkenen (burger, ondernemer). Processen moeten waar mogelijk vereenvoudigd worden. Dit schept helderheid voor de burgers. Door servicenormen en een burgerhandvest op te stellen willen we zichtbaar maken wat de burger van ons kan verwachten. De gemeentelijke organisatie is gemaakt voor de burger / ondernemer en is ingericht vanuit de ‘één loket’-gedachte. Er moet een duidelijke samenwerking zijn tussen Gemeenteraad en College. Samenwerken vraagt helder inzicht in de eigen rollen en de bereidheid de ander de ruimte te geven. De raad zal zich moeten versterken in haar kaderstellende, volksvertegenwoordigende en controlerende rol. Het wijkgerichte werken vertaalt zich bestuurlijk door wethouders een bepaalde wijk als aandachtsgebied te geven. Deze wijkwethouder is het eerste bestuurlijk aanspreekpunt voor de wijkvereniging. De gemeentelijke overheid moet controleerbaar en integer zijn. Dat vraagt voortdurende aandacht en onderhoud (bijv. trainingen). De basisnormen voor integriteit worden controleerbaar gehaald.
Hoofdstuk 2 Openbare orde en veiligheid
Trends en ontwikkelingen Integraal veiligheidsbeleid krijgt steeds meer aandacht. Denk aan het Politiekeurmerk Veilig Wonen, de Handreiking Veilig Uitgaan, het Keurmerk Veilig Ondernemen, de Veiligheid-effectrapportage en BIBOB. Maar ook de aansluiting bij de veiligheidsregio is een goed voorbeeld. Het beleid van de politie is steeds meer afgestemd op kengetallen en landelijk en lokaal aangedragen aandachtspunten. Een onrustige wijk krijgt daardoor extra aandacht, maar zodra de onrust weg is, is ook de extra aandacht weg. Structurele aandacht voor zo’n wijk en preventieve aanpak van de problemen moet dan vanuit de gemeente komen. Veiligheid is subjectief. Toch verschijnen er steeds vaker veiligheidsmonitors met kengetallen. Deze gegevens zijn goed bruikbaar maar vormen ook een valkuil voor lokaal ad hoc beleid. Ad hoc beleid moet worden ingezet voor incidenten, het langere termijn beleid moet incidenten voorkomen. Burgernet, een samenwerkingsverband tussen burgers, gemeente en politie, is een nieuw initiatief om de veiligheid in de woon- en werkomgeving te bevorderen. Visie van de ChristenUnie De overheid is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid. Maar ook burgers, zowel individueel als collectief, hebben hierin een rol. Overheid en burgers werken samen aan een veilige en leefbare samenleving. De overheid staat voor een duidelijke handhaving van normen en waarden. Vertegenwoordigers van de lokale driehoek (burgemeester, politie en justitie) hebben daarin elk hun eigen taak en zorgen voor een nauwe, efficiënte en doeltreffende samenwerking. Ook het voorkómen van normoverschrijdend gedrag is belangrijk (preventie). Partners in preventie zijn onder andere welzijnswerk, jeugdzorg, onderwijs en gezondheidszorg. Samenwerking tussen al deze partijen is van belang, maar mag niet uitmonden in overleg zonder resultaten. De gemeente kan hierin een (pro-)actieve en regisserende rol vervullen. Burgers zijn actief betrokken bij veiligheid op straat, in de wijk en in huis. Burgers zijn de oren en ogen van de politie. Overlastgevend en crimineel gedrag moeten daarom blijvend gemeld worden bij de politie. Burgers spreken hun medeburgers aan op ongewenst en asociaal gedrag waarbij hun eigen veiligheid natuurlijk niet uit het oog mag worden verloren. Burgers hebben respect voor hun medeburger, andermans eigendommen en de leefomgeving. De gemeente kan de inzet van de burgers versterken door een BOA (Buitengewoon Opsporingsambtenaar) in te zetten. Deze is het aanspreekpunt voor de burgers en zo een verlengstuk van de politie. De BOA kan de politie ontlasten bij parkeer- en verkeersovertredingen. Aanpak van probleemjongeren: hard als het moet, zacht als het kan. Voor de ChristenUnie kan er geen sprake zijn van het gedogen van drugs, coffeeshops, drankketen, (illegale) prostitutie en andere situaties die veiligheidsrisico’s met zich meebrengen. Gedogen is geen oplossing, het creëert
alleen maar weer nieuwe problemen. De overheid stelt duidelijk wat wel en niet mag en heeft oog voor onderliggende problemen.
De ChristenUnie wil dit bereiken door: •
• • • • • • • • • • •
Het voeren van een integraal veiligheidsbeleid dat bestaat uit: o veel aandacht voor preventie o wijkgericht en zichtbaar werken door de politie o veilig wonen (woonkeurmerk) o aandacht voor probleemjongeren (zet ze in als veiligheidsadviseurs, voorlichters op scholen of als stadswachten) o investeren in HALT o handhaving en repressie inzake alcohol- en drugsgebruik op straat o tegengaan van landloperij. Er wordt opgetreden tegen illegale bordelen, mensenhandel, wietplantages, illegale bouwwerken, illegale bewoning en andere overtredingen van de regels. De Gemeenteraad draagt speerpunten aan voor het politiebeleidsplan. Minimaal eenmaal per jaar is er overleg met de teamchef van de politie om invloed op het beleid te houden. Rampenplannen worden regelmatige geactualiseerd en geoefend. We hebben blijvend een voldoende sterk en geoefend brandweerkorps nodig. Het behouden van de jeugdbrandweer is van belang om ook de toekomstige instroom van vrijwilligers bij de brandweer te waarborgen. Er worden blowverboden ingesteld op specifieke plaatsen, zoals speelplaatsen of plaatsen waar overlast is. De procesmanager drugs en alcohol vervult hierbij een adviserende rol. Het doen van aangifte moet op een laagdrempelige manier kunnen. Door actief beleid worden de kosten van vandalisme op de daders verhaald. De resultaten hiervan worden regelmatig gepubliceerd. Dat geldt ook voor de omvang van de schade ten gevolge van vandalisme. De vestiging van gokhallen, bordelen en coffeeshops wordt voorkomen. Er wordt een lokale veiligheidsmonitor ingesteld. De ChristenUnie is voorstander van de agent in de klas. Het is belangrijk dat jongeren hun wijkagent op een goede manier leren kennen.
Hoofdstuk 3 Beheer openbare ruimte Trends en ontwikkelingen De Openbare Ruimte in onze gemeente is belangrijk, omdat die de leefomgeving van mensen betreft. Burgers stellen steeds hogere eisen. Niet alleen aan de duurzaamheid van de openbare ruimte, maar ook aan het kwaliteitsniveau. In 2005 heeft de gemeenteraad het onderhoudsniveau vastgelegd in het Onderhoudsbeheersplan. Daarin wordt het basisniveau als uitgangspunt voor de gemeente gehanteerd, behalve voor de binnenstad. Daar is het niveau basis-plus. Het onderhoudsniveau basis betekent ‘schoon, heel, veilig en leefbaar’. Basis-plus voor de binnenstad houdt in, dat het niveau iets hoger ligt vanwege de maatschappelijke en toeristische functie van dat gebied. De beschikbare budgetten die de gemeente momenteel ter beschikking heeft, zijn echter niet toereikend om dit niveau te halen. Daarom wordt de inhaalslag - om het onderhoudsbudget op orde te brengen - tijdelijk uitgesteld. Er moeten keuzes worden gemaakt. De gemeenteraad heef een initiatiefvoorstel Verkeerscirculatieplan Binnenstad en Parkeren aangenomen. Dat vormt de leidraad voor toekomstige ontwikkelingen. De ontsluiting van Kampen zal in de komende periode behoorlijk verbeteren door onder meer de aanleg van de Hanzelijn en de vertramming van het Kamper lijntje. Verder wordt de N50 mogelijk verbreed tot A50. De druk op de toegangswegen van de stad wordt daardoor groter. De klimaatverandering heeft invloed op de indeling van ons rioolstelsel. Regen- en vuil water worden daarom in de toekomst gescheiden. Een andere ontwikkeling is dat de begraafplaats in Kampen de afgelopen raadsperiode is uitgebreid. Voor de komende jaren zijn er daardoor voldoende plaatsen. Het is van belang om de begraafplaatsen goed te onderhouden. De visie van de ChristenUnie Openbare ruimte De leefomgeving in de openbare ruimte is voor de ChristenUnie een belangrijk uitgangspunt. Beheer en onderhoud daarvan is in eerste instantie een taak van de gemeente, maar ook burgers hebben een eigen verantwoordelijkheid. De ChristenUnie wil voldoende groen in de wijken en het onderhoudsniveau daarvan op peil houden. Dat is belangrijk voor een prettig leef- en woonmilieu, maar ook noodzakelijk voor de veiligheid van burgers. De ChristenUnie wil de opgelopen achterstand de komende jaren inlopen. Het beheer moet op duurzame en verantwoorde wijze worden uitgevoerd. De binnenstad heeft daarbij onze bijzondere aandacht vanwege de leefbaarheid, economische aantrekkelijkheid en zijn toeristische karakter. Verkeer en Vervoer Doordat de Hanzelijn, het Kamper lijntje en de N50/A50 onze gemeente in de toekomst beter bereikbaar maken, moet Kampen inspelen op de toenemende verkeersdruk in de stad. De ChristenUnie wil het openbaar vervoer daarom stimuleren door goede aansluitingen te ontwikkelen en te blijven houden met landelijke verbindingen. De binnenstad moet autoluw worden met voldoende parkeerplaatsen aan de rand en enkele runshopplaatsen (korte parkeertijd) dicht bij de winkels. Verder zullen er voor bezoekers geconcentreerde betaalde parkeervoorzieningen worden gerealiseerd, dicht bij de binnenstad en bij voorkeur
ondergronds. Realistische opties, die onderzocht moeten worden op technische en financiële haalbaarheid en consequenties zijn: Meeuwenplein, de Bongerd, station/Buitenwacht, omgeving Buitenhaven en een uitbreiding van de capaciteit van het Burgemeester Berghuisplein en de Bovenhaven. Zoekverkeer moet uit de binnenstad worden geweerd en doorgaand verkeer worden omgeleid. Parkeren aan de rand moet gratis blijven. Verder wil de ChristenUnie een logische verkeerscirculatie ontwikkelen om belangrijke openbare voorzieningen te kunnen bereiken, zoals de bibliotheek, Stadsgehoorzaal en gezondheidscentra. Goede looproutes van parkeerplaatsen naar de binnenstad zijn ook nodig, evenals voldoende parkeergelegenheden in de wijken. De hulpdiensten moeten alle plaatsen te allen tijde kunnen bereiken. Milieu De ChristenUnie vindt dat gemeente en burgers op verantwoorde wijze met hun leefomgeving moeten omgaan. Zodoende blijft de kwaliteit daarvan voor huidige en toekomstige generaties gewaarborgd. Dat heeft niet alleen gevolgen voor bijvoorbeeld de afvalverwerking en riolering, maar ook voor de wijze waarop het groen wordt onderhouden, productieprocessen, uitlaatgassen en zwerfvuil. Ook het rioleringssysteem moet goed worden onderhouden. Kortom, de ChristenUnie vindt dat huidige en toekomstige generaties recht hebben op een schone, duurzame en veilige leefomgeving. De ChristenUnie wil dit bereiken door: • • • • • • •
• • • • • • •
Extra containers in plaats van vuilniszakken invoeren voor plastic afval. Onderhoud begraafplaatsen op peil houden. Goed parkeerverwijzingssysteem ontwikkelen. Kernen bereikbaar houden per openbaar vervoer Actief tegengaan van straatvervuiling door opleggen van boetes. Oplossen van parkeerproblemen, door bijvoorbeeld (gratis) parkeermogelijkheden aan de rand van de Binnenstad te creëren. Oplossen van parkeerproblemen door dicht bij de binnenstad geconcentreerde betaalde parkeervoorzieningen te realiseren. Opties daarvoor zijn: Meeuwenplein, de Bongerd, station/Buitenwacht, omgeving Buitenhaven, uitbreiding capaciteit Burgemeester Berghuisplein en Bovenhaven. Integraal gemeentelijk fietsplan ontwikkelen, waarbij in elk geval aandacht is voor kwetsbare groepen zoals gehandicapten en kinderen. Realiseren van voldoende en goede fietsenstallingen. Openstellen van natuur en landschap via wandel- en fietspaden. Zoveel mogelijk zorgen voor herbeplanting waar groen wordt gekapt en monumentale bomen beschermen. Stimuleren van zuinig energiegebruik, vastgelegd in een energiebesparingplan (zowel door de gemeente mee te laten doen als door het stellen van normen in de bouwvergunningen). Waar mogelijk regenwater scheiden van riolering. Wegwerken van achterstallig onderhoud op de riolering.
• • • • • •
De ambtelijke organisatie moet voorzien in een wijkgerichte integrale aanpak als het gaat om het beheren van de openbare ruimte. Stimuleren van wijkbeheer van speeltuinen, hangplekken en uitleenpunten voor sport- en spelmaterialen. Wegwerken van achterstanden in onderhoud van groen, wegen, speelplaatsen en openbare verlichting. Zorg hebben voor een schone stad, kern, wijk, plein en straat. Opstellen van onderhoudsbeheersplannen. Herinrichten van de IJsselkade bovenstrooms.
Hoofdstuk 4 Economie, werk en inkomen
Trends en ontwikkelingen Bij het schrijven van dit programma zit Nederland in een stevige recessie. Hoe de economische ontwikkelingen in de komende jaren zullen zijn, valt onmogelijk te voorspellen. Naast bedreigingen ziet de ChristenUnie in deze situatie ook kansen om tot een duurzamere economie te komen. Op bedrijventerrein Rijksweg 50 heeft parkmanagement zijn intrede gedaan. Dit heeft vooral als doel de veiligheid te vergroten en te garanderen dat het park blijvend hoogwaardige professionaliteit uitstraalt. De detailhandel is grootschaliger geworden. Oude bedrijventerreinen, zoals het Haatland, zijn niet meer effectief en efficiënt ingericht. In de loop van de jaren is verrommeling ontstaan. Herstructurering kan een beter grondgebruik en daarmee een betere bedrijfsvoering voor de ondernemers opleveren. Ondernemers stellen hoge eisen aan het vestigingsklimaat dat in de gemeente te vinden is. Vooral de fysieke en digitale bereikbaarheid van de locatie zijn voor ondernemers van belang. Net als de beschikbaarheid van een goed gekwalificeerde beroepsbevolking. Landbouw blijft in Nederland een economische factor van betekenis. De sector heeft bovendien steeds meer oog voor het belang van duurzaamheid en is ook bereid een bijdrage te leveren aan een kwalitatief goed beheer van het buitengebied. De visie van de ChristenUnie Centraal in de economische visie van de ChristenUnie staat het besef dat de mens de opdracht heeft de aarde op een verantwoorde manier te “bouwen en bewaren”. Dit betekent dat ieder moet zorgen voor zichzelf, zijn gezin, zijn naasten en zijn omgeving en zo zijn mogelijkheden benut om zich voor de gemeenschap te ontplooien. Belangrijk is dat de economische ontwikkeling rekening houdt met de natuur en met toekomstige generaties. De aarde kan gebruikt worden, maar niet verbruikt! Niet alle economische activiteiten dragen bij aan een ethisch verantwoorde maatschappij. De ChristenUnie verwerpt activiteiten als prostitutie, gokhallen en coffeeshops. Verder is zij zeer kritisch over tendensen richting een 24-uurseconomie. Mens en samenleving zijn gebaat bij gemeenschappelijke rustmomenten. Zondagsrust Vanuit het christelijke geloof pleit de ChristenUnie voor behoud van de zondagsrust. Een collectieve rustdag is buitengewoon waardevol in een hectische samenleving. De ChristenUnie ziet de zondagsrust dan ook als een goede gave van God. Het is zowel voor christenen als voor niet-christenen waardevol om een ritme van werken en rusten te hebben. Om los te komen van de dagelijkse bezigheden, niet te werken en voor je te laten werken, de gemeenschap met elkaar te zoeken en de zondag aan God te wijden. Vestigingsbeleid Door het voeren van een goed vestigingsbeleid kunnen zowel gemeente als burgers samen winnen. De aanwezigheid van een veelkleurig palet aan bedrijven is goed voor de werkgelegenheid. De ChristenUnie hecht veel belang aan het stimuleren van
maatschappelijk verantwoord ondernemen. Duurzaamheid is daarbij een sleutelwoord. Ondernemers zijn zelf verantwoordelijk voor hun (duurzame) bedrijfsvoering, maar de gemeente treedt hierin faciliterend op. De gemeente zorgt voor heldere regelgeving. Eén loket voor alle vragen van bedrijven voorkomt bureaucratie en eindeloze afhandelingprocedures. Het is van belang dat alle vergunningen voldoen aan de wettelijke eisen, maar dat overdaad aan regels daarin gesaneerd worden. Werk Het belang om zoveel mogelijk mensen uit de uitkering te halen en te houden is bijzonder groot. Het geld dat hiervoor beschikbaar is moet efficiënt ingezet worden. Er is door samenwerking op dat terrein heel wat te winnen. Wanneer bedrijven bijdragen in de scholing van jongeren ligt het werk als het ware om de hoek klaar. Bedrijven hebben zo de nieuwe arbeidskrachten binnen handbereik. En voor de gemeente is er een grote plaatsingsmogelijkheid van mensen die tot de arbeidsmarkt willen toetreden. Het is daarom van belang dat de gemeente in overleg met het bedrijfsleven onderzoekt op welke wijze zij in opleidingstrajecten kan bijdragen en daarover ook afspraken maakt met het bedrijfsleven. Hoewel de druk om aan het werk te gaan en blijven groot moet zijn, getuigt het ook van maatschappelijke moed wanneer erkend wordt dat niet iedere burger op dezelfde wijze in onze productie- en prestatiecultuur kan meekomen. Maatschappelijk ondernemen is daarom ook dat zowel overheid als bedrijfsleven ruimte bieden aan mensen die moeilijker kunnen meekomen. Door inschakeling in vrijwilligerstrajecten, of leerwerktrajecten dan wel door laaggeschoolde arbeid aan te bieden zal de maatschappij weer samen winnen. Wet Werk en Bijstand en minima Burgers zijn zelf verantwoordelijk voor het verwerven van voldoende inkomen. Maar als dat niet lukt, zorgt de gemeente voor een bijstandsuitkering. De uitkeringsgerechtigde blijft de verantwoordelijkheid houden om zo mogelijk weer in zijn eigen inkomen te voorzien. De gemeente ondersteunt hierbij waar dat maar mogelijk is. De gemeente heeft ook oog voor de nijpende situatie waarin sommige minima leven. In Kampen worden minima op vele manieren hulp geboden om gebruik te maken van de regelingen die er voor hen zijn. Dit moet zo blijven. Afhankelijk van de situatie is er niet altijd een sollicitatieplicht voor alleenstaande ouders met jonge kinderen. Stimulering richting (parttime) werk of studie, zijn met het oog op de toekomst van deze gezinnen wel van groot belang. De ChristenUnie wil dit bereiken door: Vestigingsbeleid • Bij bedrijfsvestigingen weegt duurzaamheid als factor zwaar mee. • Ten behoeve van ondernemers is er één loket waar men met alle (aan)vragen terecht kan. • Er moet steeds een toereikend en gevarieerd aanbod van bedrijfsterreinen beschikbaar zijn. • Bedrijventerreinen worden optimaal ontsloten voor openbaar vervoer en fietsverkeer.
• • •
Bedrijventerreinen worden duurzaam ingericht, bij voorkeur functioneren zij klimaatneutraal. Het revitaliseren van bestaande bedrijventerreinen heeft de voorkeur boven het aanleggen van nieuwe. Landbouwbedrijven krijgen ruimhartig de mogelijkheden nevenactiviteiten uit te voeren voor zover deze niet ten koste gaan van de kwaliteit van het buitengebied. Zij krijgen ook de ruimte voor een moderne bedrijfsvoering door perceelsvergroting als deze een bijdrage levert aan de verduurzaming van de bedrijfstak.
Werk • De gemeente bevordert dat bedrijven stageplaatsen aanbieden aan hen die moeilijk een plaats kunnen vinden op de arbeidsmarkt. De gemeente geeft zelf het goede voorbeeld. • De Sociale werkvoorziening wordt ingericht als leerwerkbedrijf voor mensen met een beperking. Niet alleen voor SW-geïndiceerden, maar ook voor anderen met een beperking zoals Wajong, WIA, WAO e.d. Doorstroming vanuit de WWB naar sociale werkvoorziening en beschermde banen wordt gestimuleerd. Wet Werk en Bijstand en minima • De toegang tot de schuldhulpverlening is laagdrempelig. • Met woningbouwcorporaties en energieleveranciers worden afspraken gemaakt om betalingsachterstanden te signaleren en huisuitzetting te voorkomen. • De schuldhulpverlener werkt samen met het maatschappelijk werk, zodat onderliggende (psychologische) oorzaken voor het ontstaan van de schulden kunnen worden aangepakt. • Een cursus budgetbeheer is onderdeel van de schuldhulpverlening. • Aan jongeren wordt gerichte voorlichting gegeven over (het voorkomen van) schulden. • De sociale werkvoorziening (Impact) wordt adequaat gehuisvest.
Hoofdstuk 5 Onderwijs en educatie
Trends en ontwikkelingen Het gezin staat er de laatste jaren in toenemende mate alleen voor. Er zijn gaten ontstaan in de pedagogische infrastructuur: familie, buurt, kerk en andere elementen van de traditionele leefomgeving spelen een steeds kleiner wordende rol en zijn niet langer vanzelfsprekende opvoedingspartners van de ouders. Het onderwijs aanbod is sterk gericht op het individu.
Visie van de ChristenUnie In de samenleving die wij voor ogen hebben is er voldoende aandacht voor samenhang, voor gedeelde waarden en normen, voor wat ons bindt en voor die zaken waarin mensen elkaar gewoon nodig hebben. Bij de overdracht van waarden en normen en het investeren in onderlinge verantwoordelijkheid en relaties spelen opvoeding en onderwijs een grote rol. De school is verantwoordelijk voor het onderwijs aan de leerlingen en de zorg voor leerlingen rondom het onderwijs. De gemeente zorgt voor de omgeving van de school (leefbaarheid en veiligheid). Samen betrekken ze de ouders erbij. De ouders blijven eindverantwoordelijk voor hun kinderen. De school hoort een veilige omgeving te zijn waar kinderen zich thuis voelen en zich kunnen ontwikkelen naar volwassenen die voldoende zijn toegerust om de maatschappij te betreden. Helaas wordt de school in toenemende mate een onveilige plek, onder meer vanwege het individualisme, de afname van respect en de daarbij horende verkilling in de relaties. Als een kind vastloopt, hoort er een breed, integraal zorgaanbod te zijn om kind en ouders te ondersteunen. Respect van alle betrokken partijen voor elkaar is een noodzakelijke voorwaarde. Het verbreden van de zorgfunctie van de school ziet de ChristenUnie als middel tot versterking van de sociale samenhang. Onderwijs is van groot belang bij de bestrijding van achterstanden en het bevorderen van respect voor de verscheidenheid in de samenleving. Oog voor elkaar! In de loop van 2006 of begin 2007 dient het gemeentelijk onderwijsbeleid geëvalueerd te worden. In verband met bezuinigingen en ombuigingen van de Rijksoverheid zullen voor de nieuwe raadsperiode de mogelijkheden van de brede scholen tegen het licht gehouden moeten worden. In een stimulerende en coördinerende rol zal de gemeente de verdere ontwikkeling van de brede scholen kunnen ondersteunen. Een brede school (inclusief de directe omgeving) is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente, school, ouders en andere (welzijns)organisaties (ook sportverenigingen). Dat vergt een goede coördinatie en investering in goede relaties. Het is belangrijk een veilig woon en leefmillieu voor onze kinderen te creëren of te handhaven waarin zij een goede basis voor hun verdere leven kunnen leggen. Voor wat betreft de zorg voor kinderen en jongeren is de ChristenUnie van mening dat er een breed scala van zorgaanbieders moet zijn, zodat iedereen die zorg kan krijgen waar hij of zij het meeste baat bij heeft. Dat betekent dus ook dat zorg op grond van religie of levensbeschouwing een plaats moet krijgen in het zorgaanbod.
Het Speciaal (bijzonder) onderwijs waaronder De Trimaran, Enkschool, Ambelt en de Schakel, allen werkzaam op het gebied van onderwijs voor zeer moeilijk lerende kinderen verdienen ondersteuning.
De ChristenUnie wil dit bereiken door: • • • •
•
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) . Dit is vooral voor achterstandskinderen van groot belang. Een goede aansluiting van dit taalonderwijs met het vroegschoolse onderwijs (groep 1 en 2 van het primair onderwijs) Goede afspraken met het onderwijs zijn belangrijk. De gemeente zoekt actief de ‘doelgroepkinderen’ voor dit VVE beleid. Dat kan op consultatiebureaus (actief stimuleringsbeleid om ouders aan te moedigen hun kind naar een peuterspeelzaal of kinderopvang te brengen die VVE aanbiedt), maar ook door afspraken met de kinderopvangaanbieders te maken om VVE daar aan te bieden als er kinderen aanwezig zijn die dit nodig hebben. De gemeente zet de door het rijk beschikbaargestelde middelen hiervoor in.
Hoofdstuk 6 Cultuur en sport
Trends en ontwikkelingen Cultuur Onder cultuur verstaan we een breed scala aan activiteiten, uitingen en verworvenheden. Van theater tot symfonieorkesten, van beeldende kunst tot dans, koren, musea, toneel, etcetera. De gemeente Kampen is met recht trots op het culturele erfgoed in de vorm van gebouwen, (beschermd) stadsgezicht en cultuurlandschappen. Daarnaast beschikt Kampen over regionale trekpleisters zoals de Stadsgehoorzaal, het nieuwe Stedelijk Museum en het centrum voor kunsteducatie Quintus. In de afgelopen jaren zijn diverse particuliere initiatieven, zoals de Kamper Ui(t)dagen, Kerst in Oud Kampen en Sail Kampen, uitgegroeid tot regionale en zelfs landelijke publiekstrekkers. De organisaties die op dit moment betrokken zijn bij kunst noemen “kwaliteit” het belangrijkste criterium, maar niemand kan uitleggen wat dat precies is. Het is blijkbaar niet objectief vast te stellen. Dat lijkt ook onmogelijk en misschien wel ongewenst, gezien de enorme verscheidenheid in kunstbeleving. Typerend daarbij is, dat in de praktijk de definitie geldt “kwaliteit is wat de kunstwereld waardeert”. Het is jammer dat de kunstwereld weinig waardering lijkt te hebben voor traditionele en ambachtelijke kunst. Het risico bestaat dat kunst dan niet meer samenbindend werkt. Sport Kampen kent veel sporters. In het algemeen wordt sport steeds belangrijker om de samenleving gezond te houden. Steeds meer jonge kinderen lijden aan overgewicht. Voor kinderen is sport en beweging dus erg belangrijk! Het aanbod van sportvoorzieningen in Kampen is groot en van goede kwaliteit. Dat aanbod blijft zich voortdurend vernieuwen en uitbreiden. Het is lastig hier telkens weer voldoende ruimte voor te vinden, want ruimte is schaars. Voor bestaande sportcomplexen bestaan er nog maar weinig expansiemogelijkheden. De gemeentelijke bijdragen aan onderhoud en exploitatie drukken steeds zwaarder op haar begroting. Visie van de ChristenUnie Cultuur De ChristenUnie vindt dat kunstenaars het leven verrijken door hun benadering van wat er om ons heen gebeurt. Zij kunnen de ogen openen, zowel voor het goede en het mooie als ook voor het bedreigende en het lijden. Bovendien kan kunst de aandacht voor de geschiedenis levend houden en mensen helpen bij het ervaren van een identiteit. Kunst en cultuur kunnen daarom mensen samenbinden en bijdragen aan maatschappelijke betrokkenheid. Sport De ChristenUnie stimuleert sport om de inwoners van Kampen gezond te houden. Bovendien bevordert sport de sociale cohesie in de gemeente. Het is belangrijk dat sport voor iedereen betaalbaar blijft. De kwaliteit van de sportvoorzieningen moet worden gewaarborgd. De sportvoorzieningen moeten zo dicht mogelijk bij woonwijken liggen. Mensen hoeven zo niet ver te reizen om te kunnen sporten. En
groene sportvoorzieningen (voetbal, hockey) leveren zo een bijdrage aan het groen houden van wijken. De clubs moeten de exploitatie en het onderhoud van hun voorzieningen zoveel mogelijk voor eigen rekening nemen. De gemeente neemt alleen een faciliterende en ondersteunende rol op zich. De ChristenUnie wil dit bereiken door: Cultuur • De bereikbaarheid van kunst- en cultuuruitingen wordt bevorderd. Dat betekent niet dat de gemeente deze sector financieel moet onderhouden. Kunst en cultuur zijn immers van de burger. De overheid heeft daarin een stimulerende en faciliterende rol. • Kunst bindt mensen samen. Kunstenaars en kunstinstellingen moeten dan wel het contact met de bevolking zoeken. De gemeente kan zich ervoor inzetten om een brug te bouwen tussen kunst(enaar) en burger door bijvoorbeeld kunst- en cultuuronderwijs te stimuleren. Inwoners kunnen betrokken worden bij de onthulling van een kunstwerk. Initiatieven, zoals ‘De weg van Kunst’; kunnen gefaciliteerd worden. • Jongeren kunnen zich door middel van kunst op een positieve manier uiten, culturele verschillen leren respecteren en hun eigenwaarde ontwikkelen. Daarom is het belangrijk dat er een breed en betaalbaar aanbod is van kunst- en cultuurprogramma’s. • De samenwerking tussen verenigingen wordt bevorderd. Relaties tussen toneelverenigingen van ouderen en jongeren, amateurkunst en professionele podia, nieuwe en oude kunstvormen, nieuwe en aanwezige culturen, zorgen voor wederzijds begrip, verbreding van het blikveld en versterking van het oog hebben voor elkaar. • Er wordt rekening gehouden met nieuwe, zich ontwikkelende kunstvormen. Vaak is het de jeugd die zich bezig houdt met nieuwe cultuuruitingen, bijvoorbeeld rond nieuwe media. • Het gemeentelijk archief wordt in stand gehouden. Dit is noodzakelijk om de gemeentelijke geschiedenis te bewaren. Het beschikbaar stellen van gegevens via internet is wenselijk. • Er wordt ingezet op cultuur als speerpunt van toerisme (Kampen cultuurstad). • Voor de programmering van de cultuurinstellingen worden criteria gehanteerd. Daarmee moeten excessen worden voorkomen, zoals uitingen van geweld, discriminatie, godslastering en zedelijkheid. • Kunstenaars worden bij het uitvoeren van hun vak zoveel mogelijk gefaciliteerd. Sport • Het profijtbeginsel (de gebruiker betaalt) moet het uitgangspunt vormen van de financiering van sportvoorzieningen. • Sport moet betaalbaar zijn voor alle beurzen. Dit willen we door middel van het minimabeleid gestalte geven. • Zwembad Sonnenberch moet open blijven. • Het kwaliteitsniveau van de sportparken moet op een adequaat niveau worden gehandhaafd.
•
Aanleg van kunstgras is belangrijk om sportvoorzieningen intensiever te kunnen gebruiken.
Hoofdstuk 7 Participatie en zorg Trends en ontwikkelingen Het gezin is de hoeksteen van de samenleving. Maar er zijn gaten ontstaan in de pedagogische infrastructuur: familie, buurt, kerk en andere elementen van de traditionele leefomgeving spelen een steeds kleinere rol en zijn niet langer vanzelfsprekende opvoedingspartners van de ouders. Binnen de zorg merken we de gevolgen van het marktdenken. Deze zijn lang niet altijd positief. Ontwikkelingen als gevolg van het groeiend aantal ouderen zullen de komende jaren actueel zijn. Ook de gevolgen van ongezonde levensstijlen en verslavingen zijn merkbaar. Zowel in de stad als op het platteland staat de sociale samenhang onder druk. Voeg daarbij ontwikkelingen zoals tolerantievermindering, afname van sociale verantwoordelijkheid en betrokkenheid, dan is duidelijk waaraan ook de lokale overheid de komende jaren aandacht moet besteden. De visie van de ChristenUnie Zorg voor de jeugd Het gezin is de basis van voor kinderen. Ouders zijn primair verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. Maar niet alleen het gezin moet een gezonde basis zijn, ook de directe omgeving waarin kinderen opgroeien en gezinnen functioneren: het sociale netwerk. De ChristenUnie wil zich inzetten voor het versterken van de kringen rond gezinnen. De Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) gaan ouders en kinderen ondersteunen bij het opvoeden en opgroeien. Door de komst van het CJG heeft de gemeente een belangrijk middel in huis om werk te maken van preventie. Ook kunnen zorglijnen kort gehouden worden en kan er adequaat worden opgetreden bij ontsporingen. Er gebeurt al veel op het gebied van jeugdzorg. De ChristenUnie is er dan ook sterk voorstander van het CJG aan te laten sluiten bij al bestaande instanties. Er moet sprake zijn van één duidelijk fysiek loket voor informatie over het CJG. Aansluiting bij het WMO-loket ligt voor de hand. Laagdrempelige inlooppunten voor opvoedingsvragen moeten op logische plekken komen, bijvoorbeeld in het gebouw van het consultatiebureau en op basisscholen.,In elk geval op plaatsen waar kinderen en ouders toch al naartoe komen. Verder moet ervoor gezorgd worden dat er een goede wisselwerking ontstaat tussen zorgaanbieders en het CJG. Anderen die met jeugd in aanraking komen, bijvoorbeeld huisartsen of logopedisten, moeten ook kunnen doorverwijzen naar het CJG. De ChristenUnie is van mening dat er een breed scala van zorgaanbieders moet zijn, zodat iedereen die zorg kan krijgen waar hij of zij het meeste baat bij heeft. Dat betekent dus ook dat zorg op grond van religie of levensbeschouwing een plaats moet krijgen in het zorgaanbod. De laatste jaren is er in Kampen gewerkt aan integraal jeugdbeleid. Daarin komen o.a. aan de orde de problematiek van alcohol- en drugsgebruik (drankketen), vernielingen en overlast. De uitvoering van dit beleid moet voortvarend worden opgepakt. Jongeren hebben ook ruimte nodig in hun leefomgeving. Daarom wil de ChristenUnie voorzieningen voor de jeugd realiseren. De woonomgeving moet voor jongeren een
positieve uitstraling hebben. We pleiten voor gezinsvriendelijke veilige wijken, waar ruimte is om te spelen en te sporten en om elkaar te ontmoeten. Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) De ChristenUnie staat van harte achter de uitgangspunten van de WMO: meedoen, waar kan op eigen kracht, zonodig met ondersteuning van de gemeente. Mensen mogen niet buiten de boot vallen, vergeten worden en in een neerwaartse spiraal terecht komen. Door de WMO komen er steeds meer taken naar de gemeente toe. Op zich is daar niks mis mee, maar het vraagt wel veel van de lokale overheid en participatie van alle burgers. In de afgelopen jaren is Kampen voortvarend op weg gegaan om de WMO in te voeren. Daarbij is grotendeels aangesloten bij de uitgangspunten van de ChristenUnie: één aanspreekpunt voor zorg en welzijn (WMO loket) en keuzevrijheid voor burgers (behoud Persoonsgebonden Budget en breed zorgaanbod ook op basis levensbeschouwing). Een zorgvuldige, menswaardige en rechtvaardige uitvoering blijft een belangrijk aandachtspunt, ook nu er weer nieuwe doelgroepen onder de zorg van de gemeente gaan vallen. Vooral voor de zwakkeren moet de overheid bereikbaar, dienstbaar en zorgzaam zijn. Van anderen mag de overheid verwachten dat zij meer hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Verder draagt de gemeente, in samenwerking met Zwolle, zorg voor basisopvang van dak- en thuislozen (bed, bad en brood). Verder vervult de gemeente de regierol in de ketenaanpak. Deze kwetsbare groep burgers zit expliciet bij een wethouder in zijn of haar portefeuille. Sociale cohesie / wijkgericht werken De ChristenUnie is van mening dat er in een ‘samenleving met samenhang’ geïnvesteerd moet worden. Het verenigingsleven, buurtwerk, (ambulant) jongerenwerk e.d. moet gestimuleerd worden. Belangrijke samenbindende voorzieningen als kinderboerderijen, volkstuinen en buurtwinkels moeten beschermd worden. De ChristenUnie wil investeren in de wijk en in de kleine kernen. Er moet serieus werk gemaakt worden van wijkgericht werken en wijkbeheer. De infrastructuur van wijken en kernen moet dusdanig zijn dat er “vanzelf” wijkgerichte initiatieven van burgers ontstaan. De gemeente kan organisaties (middels voorwaarden in de subsidieverstrekking) stimuleren om wijkgericht te gaan werken, in plaats van centraal. Wijk- of bewonersverenigingen moeten ondersteund en betrokken worden. De ChristenUnie wil dit bereiken door: Zorg voor de jeugd • Het gemeentelijk beleid wordt gezinsvriendelijk gemaakt door in te zetten op veilige wijken, op ondersteuning van ouders en op het integraal aanpakken van problemen. • Het CJG borduurt voort op de reeds aanwezige (KANS) structuur binnen het jeugdbeleid en heeft een loket dat iedereen weet te vinden. Op plekken waar ouders en kinderen komen zijn laagdrempelige inlooppunten. • Het jeugdzorgbeleid kenmerkt zich door een goede afstemming tussen betrokken partijen waardoor het kind de zorg krijgt die het nodig heeft.
• •
Het werk van peuterspeelzalen, kinderopvang en primair onderwijs wordt goed op elkaar afgestemd. De gemeente kan hierin een regierol vervullen. Er wordt gewerkt aan ontmanteling of regulering van drankketen.
Wet Maatschappelijke Ondersteuning • De uitvoering van beleid wordt aan organisaties toegekend op basis van kwaliteit en effectiviteit. • Het vrijwilligersbeleid en de mantelzorg spelen in op de vraag uit de samenleving. Er is behoefte aan een integraal ouderenbeleid (taak van de WMO-adviesraad). • Er wordt opvang gerealiseerd voor dak- en thuislozen met minimaal de bed-, baden broodfunctie. De opvang van dak- en thuislozen is een plaats van waaruit de positie van dak- en thuislozen kan worden verbeterd, niet als eindstation. • Inzet op het gebied van huiselijk geweld en verslavingsproblematiek spelen in op de actuele ontwikkelingen en zijn altijd onderdeel van een ketenaanpak. • De WMO-adviesraad moet een goede afspiegeling van de doelgroepen zijn. Er is een budget voor activiteiten richting burgers en scholing van de leden. • In nieuwe wijken en bij renovatie of herstructurering stimuleert de gemeente het bouwen van eerstelijns zorgcentra. Sociale cohesie / wijkgericht werken • Hang-, sport- en speelplekken worden goed gefaciliteerd en beheerd. • Buurtvaders worden ingezet bij het toezicht op hang-, sport- en speelplekken. • Sociale samenhang wordt uitgangspunt bij bestemmingsplannen en bij uitbreidings- en inbreidingsplannen. • Bij elk beleidsveld is de invloed van dat beleid op de sociale samenhang een aandachtspunt. • Per kern of wijk is er minimaal één ontmoetingspunt (sociale supermarkt) waar burgers iets kunnen kopen of regelen. • Activiteiten met het oog op de samenhang in een kern of wijk, worden gestimuleerd. • Er zal voor alle dorpen en wijken een dorp- of wijkplan worden ontwikkeld.
Hoofdstuk 8 Duurzame ruimtelijke ontwikkeling
Trends en ontwikkelingen Schaarse ruimte Met de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro, op 1 juli 2008 in werking getreden) heeft de gemeente een grotere rol gekregen in de ruimtelijke ordening. Door middel van deze wet kan de gemeente vanuit de lokale samenleving kwantitatief en kwalitatief sturing geven aan het ruimtevraagstuk. Zo is in 2009 de Structuurvisie vastgesteld. Daarin heeft Kampen onder meer haar visie op de te verwachten ruimtelijke ontwikkelingen tot en met 2030 vastgelegd. Waar elders in het land de demografische groei stagneert, valt in Kampen juist groei van de bevolking te verwachten. Deze groei is deels het resultaat van allerlei geplande en al (deels) uitgevoerde ontwikkelingen, zoals: aanleg van de Hanzelijn, verbreding van de N50 tot A50 en aanleg van industrieterreinen en Zuiderzeehaven. Deze ontwikkelingen moeten zodanig worden vormgegeven, dat iedereen prettig kan wonen, werken en recreëren. Kwantitatieve groei is mooi, maar moet gelijk op gaan met kwalitatieve groei. Milieu en duurzaamheid Hoewel veel milieu- en klimaatbeleid op Europees of zelfs op wereldniveau gemaakt wordt, kan de gemeente ook een bijdrage leveren. Allereerst via haar voorbeeldfunctie. Sommige gemeenten hebben ambitieuze plannen om in het volgende decennium ‘klimaatneutraal’ te zijn. De gemeenteraad van Kampen heeft een motie van de ChristenUnie aangenomen, die de gemeente moet laten voldoen aan de millenniumdoelstellingen. Dat kan bijvoorbeeld door gebouwen energiezuinig te maken, groene stroom en gas in te kopen en door in de kantine duurzaam geproduceerde producten aan te bieden. Benutting van aardwarmte en bevordering van energiebesparing bij het bedrijfsleven is ook belangrijk. Een ander voorbeeld is omzetting van GFT-afval in duurzame energie. De ChristenUnie is voorstander van een gedegen windenergiebeleid, dat aantasting van het landschap voorkomt. Nationaal Landschap Onze prachtige historische stad en schilderachtige dorpen liggen in een uniek gebied: de IJsseldelta. Dit gebied is terecht als Nationaal Landschap aangemerkt. We dienen daarom zorgvuldig om te gaan met het cultuurhistorisch landschap in onze omgeving. Visie van de ChristenUnie Verantwoordelijkheid is een centraal begrip bij de ChristenUnie. Dat woord is van toepassing op mensen, de inrichting van de samenleving, maar ook op natuur en milieu. De ChristenUnie hecht bijzondere waarde aan een duurzame leefomgeving. Wij willen als goede rentmeesters omgaan met de schepping. Dat betekent dat we de dingen zoveel mogelijk op een duurzame manier willen doen. In Kampen wordt de ruimte steeds schaarser. Sportvoorzieningen willen uitbreiden, bedrijven willen uitbreiden en er moeten meer woningen gebouwd. Het is daarom heel belangrijk dat de lokale overheid duidelijke ruimtelijke keuzes maakt. De
belangen van bestaande en nieuwe ruimtevragers moet zij goed afwegen. We moeten de komende jaren ook evenwichtige keuzes maken tussen ecologie en economie. Integraal en gebiedsgericht werken moet worden opgezet en uitgebouwd. De lokale overheid heeft daarbij niet alle kaarten in handen, maar treedt vaak op als overlegpartner of regisseur in het speelveld met andere partijen. Dit vraagt om overleg met allerlei betrokkenen zoals medeoverheden, grondeigenaren en belangenorganisaties. Door belanghebbenden goed te betrekken in het voortraject, kunnen bezwaren achteraf worden voorkomen. Dit sluit ook aan bij de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, waarin het accent ligt op overleg vooraf in plaats van toetsing achteraf. Verduurzaming is niet gemakkelijk, maar wel noodzakelijk. Soms is het lastig draagvlak te vinden. Niemand wil een kolencentrale in de achtertuin, maar ook geen windmolen. Soms is de financiering van een project moeilijk, maar duurzaamheid mag geen sluitpost zijn op de begroting. Het is de taak van de gemeentelijke overheid zulke belangenafwegingen te maken. Niets doen is geen optie meer. De ChristenUnie wil dit bereiken door: Woningbouw • Er kan binnenstedelijk worden gebouwd op inbreidings- en herstructureringslocaties. Maar dat moet dan wel op een verantwoorde manier gebeuren. De open en groene plekken in de stad mogen niet teveel opgeofferd worden, ze fungeren als de longen van de stad. • De ChristenUnie wil de mogelijkheden van ‘bovenplanse verevening’ onderzoeken: opbrengsten van woningbouw op een uitleglocatie worden ingezet om het tekort bij binnenstedelijk bouwen aan te vullen. • Er worden voldoende woningen gebouwd om de natuurlijke bevolkingsgroei van de stad op te kunnen vangen. • In de kleine kernen wordt beperkt, maar gestaag gebouwd. Dit komt de levensvatbaarheid van allerlei voorzieningen en verenigingen ten goede. • De woningbouw wordt afgestemd op de vraag en voldoende aanbod bieden voor de verschillende doelgroepen. Vooral het aantal eenpersoons huishoudens zal de komende jaren toenemen (senioren, alleenstaanden). • In nieuwbouwwijken worden levensloopbestendige woningen gebouwd. Hierdoor kan de vraag naar seniorenwoningen deels worden opgevangen. • De wijken moeten gemêleerd van samenstelling zijn. Dat komt de leefbaarheid in de wijken ten goede. Daarom is de ChristenUnie voorstander van wijken die bestaan uit woningen van verschillende prijsklassen en waar zowel koopwoningen als huurwoningen staan. • Er moeten voldoende starterswoningen worden gebouwd. Daarvoor is een actieve grondpolitiek nodig, gecombineerd met (prestatie)afspraken met woningcorporaties en ontwikkelaars. • Nieuwe woonwijken worden alleen gebouwd als demografische ontwikkelingen aantonen dat dit onvermijdelijk is. • Ruimte kan gecombineerd gebruikt worden voor wonen, werken en parkeren. Bijvoorbeeld door woningen te bouwen boven winkels of scholen.
•
Duurzame woningbouw wordt gestimuleerd door ontwikkelaars en corporaties verplichtingen op te leggen bij grondafnamen. Ook door subsidieverstrekking kan duurzaamheid bevorderd worden.
Bedrijventerreinen • Oude bedrijventerreinen worden gerevitaliseerd. De terreinen moeten voorzien worden van een goede infrastructuur. Ze moeten bereikbaar en veilig zijn. Dit bevordert de economische concurrentiepositie ten opzichte van andere bedrijventerreinen in Kampen of daarbuiten. Door oude terreinen aantrekkelijk te houden zijn er minder uitleglocaties nodig. Buitengebied • Een groot deel van het buitengebied ligt in het Nationaal Landschap IJsseldelta. De plannen voor dit Nationaal Landschap moeten verder uitgewerkt worden. De karakteristieke waarden van het gebied moeten behouden blijven. • De kleine kernen en buurtschappen in de gemeente Kampen zijn al zeer oud. De ontstaanswijze van het landschap is vaak nog terug te vinden in de huidige landschapsopbouw, maar er is ook veel verloren gegaan (sloop, kap van lanen, verdwenen erfbeplanting, afgravingen en herverkavelingen). De ChristenUnie vindt dat daar waar mogelijk oude landschaps- en bebouwingselementen in ere hersteld moeten worden. Dorpsaanzichten mogen zo min mogelijk worden aangetast. • Bij het opstellen van een visie op het buitengebied is het noodzakelijk dat er duidelijkheid komt over de toekomstverwachtingen van de landbouw. Daarbij moeten alle belangen in het buitengebied tegen elkaar worden afgewogen. De grondgebonden landbouw is op veel plaatsen essentieel als drager van het landschap. Tegelijkertijd is deze bedrijfstak in ontwikkeling door schaalvergroting, verbreding (nevenactiviteiten) en verdieping (biologische landbouw). • Grootschalige intensieve veehouderijen horen niet in het open landschap thuis. • Bouwkavels van agrarische bedrijven dienen op toekomstige ontwikkelingen bemeten te zijn. • De gevolgen van de aanwijzing van een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden - Natura 2000 - moeten zo snel mogelijk worden uitgewerkt. Dat schept duidelijkheid voor de betrokken ondernemers. • De ChristenUnie is voorstander van de landschapsveiling, waarbij beheer en onderhoud van landschapselementen worden verkocht aan belangstellenden. Water • Bij herinrichting van wijken, straten en pleinen worden waar mogelijk gescheiden rioolsystemen aangelegd. • Verstening heeft negatieve invloed op de waterberging. Ook de temperatuur van de aarde neemt toe door verstening. Daarom moet het bestaande groen in wijken behouden blijven en moet er in nieuwe wijken voldoende groen worden aangelegd. • De trits ‘vasthouden, bergen en afvoeren’ wordt bereikt door te zorgen voor voldoende schoon oppervlaktewater in stedelijk gebied en waterbergingslocaties in het buitengebied.
•
Monumenten worden zoveel als mogelijk is in stand gehouden. Dit gebeurt in overleg met de eigenaren van de monumentale panden. Het restaureren en onderhouden van monumenten kost veel geld. Daarom is het belangrijk dat de gemeente hiervoor meerjarenplannen opstelt.
Hoofdstuk 9 Financieën Trends en ontwikkelingen In onze samenleving lijkt het vaak alsof alles draait om geld. Hoewel de begroting van een gemeente vol cijfers staat, gaat het uiteindelijk niet om die cijfers maar om het verhaal achter de cijfers. Het gaat om het beleid. Beleid maken betekent keuzes maken: waaraan mag hoeveel geld besteed worden? De ruimte voor een eigen gemeentelijk belastinggebied lijkt steeds kleiner te worden. De laatste jaren wordt bij de controle van de gemeentelijke bestedingen steeds meer aandacht besteed aan de vraag of gelden doelmatig en rechtmatig zijn besteed. De ChristenUnie juicht deze ontwikkeling toe. De gemeenteraad en het College van B&W - en het ambtelijk apparaat - moeten steeds in onderlinge samenwerking alert blijven op deze ijkpunten. Er moet duidelijkheid verschaft worden over gemaakte keuzes en er moet begroot en verantwoord worden op basis van heldere normen. Een verantwoord beleid vereist dat de gemeente waakt voor een onevenredig grote lastendruk teneinde de burgers in staat te stellen zoveel mogelijk zelf te beslissen en hun verantwoordelijkheid waar te maken. Daarnaast wordt het financiële beleid gebruikt om gewenste ontwikkelingen te bevorderen (b.v. door subsidiering) en om ongewenste ontwikkelingen af te remmen of te corrigeren. Het bestemmen van belastinggeld voor de ondersteuning van particuliere activiteiten (subsidies) dient met zekere terughoudendheid en zorgvuldigheid te gebeuren. De visie van de ChristenUnie Elk beleid van het gemeentebestuur moet zich vertalen in de benodigde financiële middelen om alle plannen uit te kunnen voeren. Uiteindelijk moeten plannen van verschillende beleidsterreinen centraal tegen elkaar worden afgewogen. De wensen gaan nog steeds boven de mogelijkheden. Juist daarom moeten keuzes en verantwoording helder worden gepresenteerd. Het gemeentebestuur heeft de wettelijke plicht om jaarlijks te zorgen voor evenwicht tussen inkomsten en uitgaven. Een meerjarenraming is noodzakelijk om op middellange termijn goed zicht te houden op de financiële situatie van de gemeente. Het opbouwen en bewaken van een goede reservepositie is belangrijk om eventuele tegenvallers op te vangen. Bestemmingsreserves en voorzieningen moeten regelmatig getoetst worden op de actuele behoefte. Raad en College moeten blijvend streven naar verhoging van de informatiewaarde van de programmabegroting. Er moet veel aandacht zijn voor lange termijnaspecten van de begroting, zoals een goede planning van onderhoudsbudgetten en degelijke investeringsramingen. Structurele lasten moeten met “structurele middelen” worden gefinancierd. Belasting en tarieven De OZB is de belangrijkste belasting die de gemeente mag heffen. De hoogte van de OZB-tarieven is bij uitstek een politieke afweging. De ChristenUnie vindt dat bij de vaststelling van de OZB-tarieven de volgende onderdelen moeten worden betrokken: o financiële positie van de gemeente o ambitieniveau van de gemeente o het totaalplaatje van de eigen belastingen en heffingen, in relatie tot andere gemeenten.
De tarieven van de OZB mogen geen sluitpost van de begroting vormen waarmee naar believen tekorten kunnen worden gedekt. De jaarlijkse aanpassing van de OZBtarieven moet plaatsvinden op basis van heldere beslisregels. Het heeft de voorkeur om dit bij aanvang van een nieuwe raadsperiode in beleidsuitgangspunten vast te stellen. De ChristenUnie vindt dat het gemeentebestuur zich terughoudend moet opstellen waar het gaat om het verhogen van de lastendruk voor de inwoners. Efficiëntieverbetering moet een voortdurend proces zijn onder andere om de lokale lastendruk binnen de perken te houden. Voor minder draagkrachtige burgers behoort kwijtschelding van verschuldigde belastingen en heffingen tot de mogelijkheid. Het kwijtscheldingsbeleid is een belangrijk onderdeel van beleid in de strijd tegen sociaal isolement en armoede. De gemeente moet zich inspannen om het kwijtscheldingsbeleid bekend te laten zijn bij de groepen waarvoor het bedoeld is. Grondbedrijf De gemeente Kampen heeft veel ruimtelijke ontwikkelingen en daarom is het goed om daarvoor een Grondbedrijf op te zetten. Binnen een dergelijk grondbedrijf moet de gemeenteraad kaders stellen voor de volgende onderdelen: o mate van risico dat binnen het grondbedrijf gedragen kan worden o wie de regie voert over projecten (gemeente, projectontwikkelaars of gezamenlijk) o omvang van een passende reserve cq weerstandsvermogen o regels voor eventuele uitname uit de reserves van het grondbedrijf Risicomanagement Bij de begroting en de jaarrekening moet aandacht worden geschonken aan de risico’s die gemeente loopt. De belangrijkste risico’s moeten worden benoemd en van bedragen worden voorzien. Hierdoor kan er rekening met deze risico’s worden gehouden. Treasury-statuut In het najaar van 2008 heeft de wereld gemerkt dat banken kunnen omvallen. Omdat gemeenten met publieke middelen omgaan, moet het treasury-statuut goed op orde zijn. In ieder geval moet duidelijk en solide beleid worden ontwikkeld over het uitzetten van tijdelijk ‘overtollige’ middelen, spaargelden en beleggingen, met inachtneming van de wettelijke regels hieromtrent. Subsidiering Financiële ondersteuning van maatschappelijke activiteiten is een hulpmiddel om de samenleving tot bloei te laten komen. De ChristenUnie staat dan ook positief tegenover het subsidiëren van bijvoorbeeld sportverenigingen, culturele activiteiten en voorzieningen. Wel moet helder worden vastgelegd wat de bedoeling is van gemeentelijke financiële ondersteuning en welke effecten van de subsidie verwacht worden. De zorgvuldigheid eist dat ook veel aandacht wordt besteed aan de subsidiegrondslagen. Het subsidiebeleid moet zijn vastgelegd in een algemene subsidieverordening en in goed onderbouwde uitvoeringsbesluiten. Enkele algemene uitgangspunten voor subsidieverstrekking: o de te subsidiëren activiteiten/voorzieningen moeten duidelijk omschreven zijn.
o de eigen verantwoordelijkheid van organisaties wordt benadrukt. Subsidies betekenen in beginsel een aanvulling op eigen financiële middelen. Verenigingen zullen altijd reële contributies moeten heffen. o het is zinvol om regelmatig de hoogte van de structurele subsidies te herijken. Het profijtbeginsel moet zwaarder gaan meewegen in de Kamper gemeentebegroting. o subsidie kan alleen gegeven worden voor activiteiten/voorzieningen die algemeen toegankelijk zijn. Dit geldt ook voor organisaties die werken vanuit een bepaalde levensbeschouwing. Activiteiten die gericht zijn op levensbeschouwelijke vorming, worden niet gesubsidieerd. o activiteiten/voorzieningen die in strijd zijn met de normen en waarden die ons in de Bijbel gegeven zijn en/of die in strijd zijn met algemene fatsoensnormen of de goede zeden, komen niet in aanmerking voor gemeentelijke subsidie. De ChristenUnie wil dit bereiken door: • • • • • • • • •
Er moet helderheid zijn over het ‘meerjarenperspectief’. Gemaakte keuzes moeten in beginsel als taakstellend worden beschouwd. Uitgangspunt is een sluitend meerjarenperspectief. Raad en College blijven streven naar verhoging van de informatiewaarde van de programmabegroting. Er moet een goede afweging zijn m.b.t. het ambitieniveau van de gemeente in relatie tot de hoogte van de gemeentelijke lasten, ook in relatie met vergelijkbare gemeenten. Er wordt een goede planning gemaakt van onderhoudsbudgetten voor de lange termijn en er worden degelijke investeringsramingen gemaakt. Structurele lasten moeten met structurele middelen worden gefinancierd. De verschillende heffingen (afvalstoffenheffing, tarieven begraafplaats, etc.) zijn zoveel mogelijk kostendekkend. De gemeentelijke belastingen stijgen niet meer dan de gemiddelde inflatie. Dit kan alleen anders zijn als kerntaken of nieuwe taken van de gemeente dit nodig maken. Instellen van een parkeerfonds (een afwegingskader voor evt. tariefsaanpassingen om de kosten/baten in beeld te krijgen) Diverse beleidsvelden moeten worden getoetst op wenselijk niveau. De gemeente moet zich houden aan haar kerntaken en wettelijke taken, bovenmatige luxe kunnen we ons niet veroorloven. Te denken valt aan: sport, WMO, speelvoorzieningen, cultuur, jachthavens, onderwijs. Het profijtbeginsel moet op al deze beleidsterreinen een zekere rol spelen: de gebruiker betaalt.