Verslag van de hoorzitting gehouden op donderdag 31 januari 2013 om 10.00 uur, betreffende bezwaarschriften inzake een omgevingsvergunning voor het kappen van een boom aan de Sloet van de Beelestraat, te Roermond.
Onderwerp: De bezwaarschriften tegen een omgevingsvergunning voor het kappen van een boom aan de Sloet van de Beelestraat, te Roermond.
Aanwezig:
Heer H. Smits, v. Riebeeckstraat 21, 6045 GT Roermond, namens T, Piepers, bezwaarmaker.
Heer P. Mertens, Sloet van de Beelestraat 15,6045 HC, Roermond, bezwaarmaker.
Heer B. Slaaf, Cornelis de Houtmanstraat 31, 6045 HN, Roermond, bezwaarmaker.
Heer L. V.d. Heijden, Sloet V.d. Beelestraat 5,6045 He, Roermond, bezwaarmaker.
Heer H. o.h. Veld, van de Boschstraat 30, 6045 GR, Roermond, bezwaarmaker.
Heer G. Ridderbecks, Gemeente Roermond afdeling Welzijn, namens vergunninghouder.
Heer Rutten, directeur school "De Spoorzoeker" Sloet van de Beelestraat 46045 HO Roermond,. Heer F. Pleyte, wethouder,
Mevrouw B. Spaninks, juridisch medewerker,
Juffrouw D. Vogels, stagiaire,
De heer J. Hannen, medewerker beheer groenvoorzieningen, notulist.
De heer Pleyte opent de zitting en stelt dat bezwaarmakers op grond van het bepaalde in artikel 7:2 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht voordat op de bezwaarschriften zal worden beslist, in de gelegenheid worden gesteld het bezwaar mondeling toe te lichten. De heer V.d. Heijden heeft het idee dat de school problemen heeft met de val van appels waardoor gedurende drie weken het risico bestaat dat kinderen hiermee gaan gooien. Hij geeft aan dat hij beroepsmatig is verbonden aan een school met 1500 leerlingen waar paardenkastanjes staan die ook
vruchten laten vallen en hier nooit problemen zijn ontstaan. Hij geeft aan dat de laatste jaren in hun omgeving bomen zijn gekapt waardoor er steeds minder bomen zijn. De heer op het Veld sluit zich bij de woorden van de vorige spreker aan en geeft ook aan dat de te kappen boom 30 jaar oud is. Ook hij geeft aan dat er vele bomen worden gekapt en dat deze in "het groen" worden teruggeplant waardoor deze voor de bewoners minder zichtbaar zijn. De heer Smits geeft aan voor zijn vrouw te praten en sluit zich ook bij de woorden van de vorige
spreKers aan. Hij Wijst er op dat de gemoederen de laatste tijd nogal oplopen in hun wijK met name ook door de kapwerkzaamheden aan de "IJzeren Rijn" . Ook verwijst hij naar nogal onduidelijke communicatie met de gemeente omtrent kapperikelen nabij Fauretia. Hij gaf aan dat hun bewonersgroep in het verleden altijd goede contacten hadden gehad met de school in hun wijk en dit
ook wilden blijven behouden. Voorts gaf hij aan dat de problematiek rond de fijnstof momenteel erg actueel is en dat elke boom die gekapt wordt er een teveel is. Hij stelde voor dat het misschien een optie is om de boom over enige afstand te verplaatsen. De heer Slaaf sluit zich ook bij de andere uitspraken aan. Hij reikt een foto met tekening aan waarop duidelijk is dat de tijdelijke school meteen een hekwerk heeft geplaatst waardoor hun speelterrein met een derde is afgenomen. De heer Mertens sluit zich ook aan bij de eerdere uitspraken van de bezwaarmakers. En geeft aan dat het hem bevreemdt dat hier voorheen steeds een school heeft gestaan en dat deze boom geen belemmering voor dit doel zorgde en dat er nu bij de nieuwe stichting die hetzelfde doel hebben plots problemen over deze boom ontstaan. De heer Ridderbeeks geeft aan waarom deze stichting gebruik gaat maken van dit pand en speelplaats. In verband met gedragsproblemen van de kinderen, is een vrije speelplaats van groot belang. Om dezelfde condities op deze plaats te creëren is er voor gekozen om voor deze boom een kapvergunning aan te vragen. Omdat er een aan de vergunning een herplantplicht is verbonden, neemt het aantal bomen niet af. De heer Rutten onderstreept de gedwongen verhuizing van zijn school en geeft aan dat de leerlingen niet passen in het reguliere onderwijs vanwege gedrags- en psychische problemen. Hierdoor moet worden voorkomen dat deze kinderen onnodig onjuiste prikkels ontvangen. Bij een sportles is dit toch al lastig te regelen en vandaar dat de boom die op de locatie waar deze les vaak plaatsvindt moeilijk te handhaven is. De kinderen zijn gewend aan een "voetbalkooi"; vandaar dat deze kooi nu ook is geplaatst waarbij de twee grote bomen hieruit zijn gehouden en waardoor de speelplaats is verkleind. Ook geeft hij aan dat ze niet te beroerd zijn om een paar weken in het jaar wat appelljes en/of bladeren op te ruimen. De heer Rutten stelt dat het hoofddoel van de school is om goed onderwijs te verlenen aan "aparte"leerlingen. De heer Smits geeft aan dat enkele meters verderop aan de hoek van de straat een groot basketbalveld staat voor jongeren uit de wijk waar nooit gebruik van wordt gemaakt. Dit is volgens hem door de gemeente eenvoudig in ter richten als alternatief voor deze kinderen. Met een paar hekken zou dit waarschijnlijk opgelost zjjn. Mevrouw Spaninks geeft aan dat het college dient te beoordelen of bezwaarmakers belanghebbenden zijn. Gevraagd wordt of de bezwaarmakers zicht hebben op deze boom en zoniet welk overig belang er is om bezwaar te maken .. Heer V.d. Heijden geeft aan dat hij zicht heeft op de boom en dat hij destijds deze boom zelf geplant heeft. Heer op het Veld geeft aan geen zicht op deze boom te hebben maar dat hij hier optreedt namens de wIjkbewoners. Heer Smits geeft aan geen zicht op deze boom te hebben maar dat hij voorzitter van de bewonersgroep Kitskensberg/Heide is. Heer Slaaf geeft aan geen zicht op deze boom te hebben. Heer Mertens geeft aan dat hij, zij het summier, zicht heeft op deze boom.
In een extra ronde komt het volgende nog naar voren.
De heer Slaaf geeft aan moeite te hebben met het feit dat er was aangegeven dat hij zijn zienswijzen
hierover mocht aangeven en nu blijkt dat hij niet als belanghebbende wordt gezien. Hij vraagt zich af
waar deze regel plots vandaan komt.
De heer Smits geeft aan dat met de wijkbeheerder ooit is gesproken over een soort park hier en dat
de bomen hier van groot belang zijn. Het zou jammer zijn deze boom hier te verliezen.
Nadat er verder niets anders meer aan de orde komt, sluit heer Pleyte de hoorzitting onder
dankzegging van ieders inbreng.
Roermond, 1 februari 2013
•••••
., *
gemeente Roermond
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ROERMOND
Inleiding Bij besluit van 5 oktober 2012 hebben wij aan de gemeente Roermond een omgevingsvergunning verleend voor het kappen van een boom aan de Sloet van Beelestraat 4 te Roermond. Tegen deze besluiten zijn bezwaarschriften ingediend door: 1. L. van der Heijden, Sloet van de Beelestraat 5; 2. J. van der Heijden, Sloet van de Beelestraat 9; 3. 4. 5. 6. 7. 8.
P. Mertens, Sloet van de Beelestraat 15; G. Stienen, Sloet van de Beelestraat 19; F. van den Bongard-Keltjens, Sloet van de Beelestraat 25. T. Piepers, van Riebeeckstraat 21; B. Slaaf, C. de Houtmanstraat 31; H. Op 't Veld, van de Boschstraat 30;
9. H. Kellenaers, de Eerensstraat 3; Ontvankelijkheid Het besluit dateert van 5 oktober 2012 en is verzonden op 5 oktober 2012. Tegen deze beschikking kon tot en met 17 november 2012 een bezwaarschrift worden ingediend. Alle bezwaarschriften zijn tijdig ingediend.
Op grond van artikel 7:1, eerste lid jo. artikel 8:1 , eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kunnen uitsluitend belanghebbenden bezwaar maken tegen een besluit. Ingevolge artikel 1:2, eerste lid van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dient een bezwaarmaker om belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Awb te zijn bij een besluit tot verlening van een omgevingsvergunning voor het kappen van een houtopstand, een hem persoonlîjk aangaand belang te hebben dat hem in voldoende mate onderscheidt van anderen. In de regel kan slechts als belanghebbende worden aangemerkt degene die op geringe afstand van de bomen woont of vanuit zijn woning daarop zicht heeft. Slechts onder bijzondere omstandigheden kan dat anders liggen. Gelet hierop zijn de bezwaarmakers die zicht hebben op de bomen (nrs. 1 Um 5) ontvankelijk te achten. De bezwaarmakers die geen zicht hebben op de bomen noch op geringe afstand van de bomen wonen (nrs. 6 Um 9), zijn naar ons oordeel niet-ontvankelijk te achten. Ter zitting is naar voren gebracht dat enkele bezwaarmakers namens een wijkvereniging/bewonersgroep optreden. Dit blijkt echter niet uit de bezwaarschriften.
1
Hoorzitting Op 31 januari 2013 is een hoorzitting gehouden. Van het horen is een verslag gemaakt, dat bij deze beslissing op bezwaar is gevoegd.
Standpunt bezwaarmakers Bezwaarmakers hebben -kort samengevat- de volgende bezwaren. Volledigheidshalve wordt verwezen naar de ingediende bezwaarschriften en het verhandelde ter zitting. 1. De boom is een sierboom van 30 jaar oud, is mooi van vorm, is gezond en een veertigtal bewoners willen de boom behouden. 2. De school zit er maximaal twee jaar. De boom vormt onderdeel van een parkje. De boom heeft bij basisschool 't Mozarek tientallen jaren geen enkel probleem opgeleverd. De boom kan enkele meters verplaatst worden. Heroverweging Ingevolge artikel 4:11 , eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Roermond (APV) is het verboden zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders houtopstand te vellen of te doen vellen. Ingevolge artikel4:12a van de APV kan de vergunning worden geweigerd op grond van: a. b. c. d. e. f.
de natuurwaarde van de houtopstand; de landschappelijke waarde van de houtopstand; de waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon; de beeldbepalende waarde van de houtopstand; de cultureel-historische waarde van de houtopstand; de waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand.
Volgens vaste jurisprudentie strekt het in de APV neergelegde vergunningsstelsel ter bescherming van specifiek genoemde belangen en kan de kapvergunning alleen geweigerd worden op één van de in artikel4:12a van de APV genoemde gronden. Dat de kapvergunning geweigerd zou kunnen worden, betekent echter niet dat het college daarmee verplicht is een kapvergunning te weigeren. Vanwege de komst van het Moveo naar de locatie Spoorlaan Zuid moest de school de Spoorzoeker per 1 augustus 2012 het schoolgebouw aan de Dominee Hoogendijkstraat 2 verlaten. Het college van burgemeester en wethouders heeft het gebouw aan de Sloet van de Beelestraat 4, dat eigendom is van de gemeente, aangewezen als tijdelijke locatie voor de Spoorzoeker. Omdat de Spoorzoeker een zelfde speelgelegenheid wenst te realiseren zoals aan de Dominee Hoogendijkstraat, is kap van de onderhavige boom noodzakelijk. De aanvraag is getoetst aan artikel4:12a van de APV. Hieruit blijkt dat de boom geen waarde als genoemd in dit artikel vertegenwoordigd. Bovendien is aan de vergunning een herplantplicht gekoppeld, zodat in de directe nabijheid een boom wordt teruggeplant. Beoordeling bezwaren:
1. De Doom is een sierlJOom van 30 jaar oud, is mooi van vorm, is gezond en een veertigtal bewoners willen de boom behouden.
2
Zoals gezegd vertegenwoordigt de boom geen waarden als bedoeld in artikel 4:12 APV. Het betreft een sierappel; een boom van de tweede grootte, met een beperkte levensduur die zich vrij snel laat vervangen door een soort van dezelfde grootte. In de vergunning is een herplantplicht opgenomen.
2.
De school zit er maximaal twee jaar. De boom vormt onderdeel van een parkje. De boom heeft bij basisschool 't Mozarek tientallen jaren geen enkel probleem opgeleverd. De boom kan enkele meters verplaatst worden.
Omdat sprake is van scholieren met gedragsproblemen en psychische problemen is een besloten speelplaats zonder obstakels van groot belang. Dit maakt kap van de boom noodzakelijk. Hieraan doet niet af dat de school tijdelijk op onderhavige locatie zit. Vanwege de herplantplicht neemt het aantal bomen niet af. Het college ziet wel aanleiding deze herplantplicht als volgt nader te concretiseren: binnen de termijn van één jaar na kap van de boom dient ter compensatie op de locatie aan de van Heutzstraat, zie bijlage, een Albizia julibrissin (maat 10-12) te worden gecompenseerd. Niet geslaagde herplant wordt binnen één jaar na uitval vervangen door gelijksoortige beplanting. De door bezwaarmakers aangegeven alternatieve locatie {basketbalveld} acht het college niet geschikt. Het betreft een openbaar terrein, toegankelijk voor een ieder. Omdat sprake is van scholieren met gedragsproblemen en psychische problemen dient het terrein besloten te zijn, teneinde toezicht te kunnen houden op de scholieren. De kosten van een verplaatsing van de boom, zoals voorgesteld door bezwaarmakers, zijn naar het oordeel van het college onevenredig hoog ten opzichte van de waarde van de boom. Door de herplant wordt bewerkstelligd dat een gelijkwaardige boom in de omgeving terugkomt. Gelet op het voorgaande is het college van oordeel dat het bestreden besluit terecht is genomen. Gelet hierop dienen de bezwaren ongegrond verklaard te worden verklaard.
bes I u i ten:
1. de bezwaarschriften van:
-T. Piepers, van Riebeeckstraat 21;
-B. Slaaf, C. de Houtmanstraat 31;
-H. Op 't Veld, van de Boschstraat 30;
-H. Kellenaers, de Eerensstraat 3;
niet-ontvankelijk te verklaren;
2. de overige bezwaarschriften ontvankelijk te verklaren; 3. de bezwaren ongegrond te verklaren; 4. het bestreden besluit te wijzigen (herroepen) door de aan het bestreden besluit verbonden voorschriften te vervangen door de volgende voorschriften: Binnen de termijn van één jaar na kap van de boom dient ter compensatie op de
locatie aan de van Heutzstraat, zie bijlage een Albizia julibrissin (maat 10-12) te worden gecompenseerd. Niet geslaagde herplant wordt binnen één jaar na uitval vervangen door gelijksoortige
3
beplanting.
Vooraleer men begint met de kap dient men zich te vergewissen dat er geen
broedgeval aanwezig is.
4
Bijlage 1. Locatie; zie pijl, waar de school voor de compensatie zorg draagt door hier een Albizia julibrissin (Perzische slaapboom), maat 10-12) aan te planten.
5