erhaal werk het land het interview economie wetenschap techniek aan de hand het einde
Terug naar Istanbul
De bekoring van de Bosporus Terug naar Turkije
land van herkomst. Vooral onder goed geïntegreerde, hoogopgeleide
Totaal
2e Generatie
Een groeiende groep Nederlandse Turken keert terug naar het
1e Generatie
leden van de tweede generatie leeft het idee sterk. Istanbul trekt, Nederland duwt. ‘Bijna elke Turk ervaart het zo, dat Nederland
'96
minder tolerant is dan het altijd leek.’
'97
DOOR CATHALIJNE BOLAND FOTOGRAFIE JOOST VAN DEN BROEK '98
1 Raki, zang en zakendoen
'99 '00 '01 '02 '03 '04 0
1.000
2.000
3.000
4.000
5.000
6.000
BRON: CBS
16
9 MAART 2006 INTERMEDIAIR 10
‘En dan gaan we nu soep eten.’ Soep eten? Het restaurant is verlaten. Het uitgebreide diner is afgesloten met een spontaan concert van Pinar, een vriendin van de gastheren. Ze zong met volle overgave volkswijsjes van het genre Ik heb heimwee naar jouw mooie ogen, een lied met smartelijke trillers uit Azerbeidjzan, en de inhaker Istanbul. De mannen neurieden mee, haakten in bij het refrein, om dan weer een poosje tevreden in hun glas raki te staren. Het is één uur ’s nachts, maar de avond is nog lang niet voorbij. De lokroep van Istanbul is voor de Turkse Nederlanders aan tafel meer dan hard werken, handel drijven, en je kansen pakken in een snel groeiende economie. Het is ook eten met vrienden tot diep in de nacht, en de warme onderdompeling in
de cultuur van hun vaderland. In Amsterdam gaan ze lang niet elke avond uit. In Istanbul wel. Innig gearmd banen Atilla Aytekin (36), Umut Akpinar (34) en Sezer Arslan (32) zich een weg door de zwaar besneeuwde Istiklal Caddesi, de Kalverstraat van Istanbul. Ze zijn zakenpartners; directeuren van it-bedrijf Solutions Gallery BV, met vestigingen in Amsterdam en Istanbul. Ze zijn bovenal ook vrienden. Alledrie hebben ze hun jeugd deels in Turkije, deels in Nederland doorgebracht. Aytekin en Akpinar wonen en werken in Amsterdam, maar zijn elke maand een paar dagen in Istanbul. Arslan heeft zich anderhalve maand geleden in Istanbul gevestigd om er de zaken rond Solutions Gallery extra vaart te geven. Hij is in Nederland geboren, waar zijn ouders als gastarbeiders naartoe kwamen, maar woonde van zijn achtste tot zijn negentiende bij familie in w
WWW.INTERMEDIAIR.NL
de week coververhaal werk het land het interview economie w
Umet Akpinar (links) en Atilla Aytekin aan de oever van de Bosporus
WWW.INTERMEDIAIR.NL
INTERMEDIAIR 10 9 MAART 2006
17
erverhaal werk het land het interview economie wetenschap techniek aan de hand het einde
Werknemer van Merit Telecom
Gezicht op de oude stad van Istanbul
Europese deel van Istanbul vanaf De Gouden Hoorn
wTurkije, omdat hij er na een lange zomervakantie wilde blijven. Voor zijn studie kwam hij wel weer in Nederland terecht en hij bleef er daarna een aantal jaar werken. ‘Het is een balans’, zegt hij, ‘met op de ene schaal Nederland en op de andere schaal Turkije. Je overweegt veel dingen tegelijkertijd, maar voor mij weegt de schaal van Turkije nu zwaarder.’ De dynamiek van het bestaan in Turkije is zo’n zwaarwegende factor voor Arslan. Turkije is niet overgeorganiseerd, zoals Nederland. ‘Ik ben hier in de afgelopen anderhalve maand sociaal actiever geweest dan het hele afgelopen jaar in Nederland. Dat brengt een enorme dynamiek met zich mee, en die neem je dan ook mee in het zakenleven. Dat geeft me het gevoel dat ik geniet van mijn leven. Hier zie ik werk meer als een leuke bezigheid.’ Steeds meer Nederlandse Turken kiezen voor een bestaan in het land van hun ouders, zo blijkt uit cijfers van het CBS. In 2004 emigreerden 808 Nederlandse Turken van de tweede generatie naar Turkije. In 2001 waren het er nog 470, sindsdien is het cijfer elk jaar gestegen. Aytekin krijgt als bestuurslid van het Turks Academisch Netwerk TANNET wekelijks vijf, zes mails van mensen die de overstap naar Istanbul overwegen. ‘Het leeft heel sterk, het is echt een hype,’ zegt hij. Arslan beaamt dat, maar relativeert de remigratiegolf ook. ‘Hoe meer succesverhalen er bekend worden, hoe meer mensen deze keuze zullen maken. Maar ik zie het ook zo weer omdraaien. Er hoeft hier maar een crisis plaats te vinden, of iedereen gaat weer terug. Ik zit zelf ook in de luxe positie dat ik terug kan gaan naar Nederland als de dingen hier niet naar wens gaan. Het leven kan hier zwaar zijn.’ Maar vooralsnog trektIstanbul en duwt Nederland.
18
9 MAART 2006 INTERMEDIAIR 10
2 Dicht bij The American Dream ‘In Nederland valt niet meer te leven. Sinds dat gedoe met Pim Fortuyn en Theo van Gogh worden we allemaal op één hoop gegooid. Terwijl Turken altijd zijn komen opbouwen, niet afbreken.’ Emrah Kadak (32), marktkoopman uit Rotterdam, woont en werkt sinds november in Istanbul, bij de jongste vestiging van het Nederlandse callcenter HCN. Met zijn twintig collega’s, allemaal Nederlandse Turken, benadert hij vanaf vijfduizend kilometer afstand de Nederlandse markt als telemarketeer. Hij kon zijn Turkse vrouw niet naar Nederland laten overkomen, omdat hij niet aan de inkomenseis van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) voldeed. Na tweeënhalf jaar van vergeefse pogingen (‘Waarom mag ze niet komen? Wíj hebben niemand doodgeschoten’) greep hij met beide handen de kans aan om bij HCN Istanbul te komen werken. ‘Ik verdien hier nu ietsje minder, maar ik heb wel rust.’ Robert-Jan Gerrits, manager van HCN Istanbul, wordt bestookt met mails van sollicitanten uit Nederland die graag naar Istanbul willen komen, maar alleen als ze zeker zijn van een baan – Turkije heeft immers geen sociaal vangnet, en de werkloosheid is er, met bijna tien procent van de beroepsbevolking, torenhoog. ‘Zondag had ik nog iemand aan de lijn die al een jaar op zoek was.’ Dat treft voor Gerrits, want zijn vestiging gaat na een succesvolle proeffase uitbreiden naar honderdvijftig werknemers. ‘We hebben nu bewezen dat het kan: dezelfde kwaliteit tegen een lager kostenplaatje.’ De werknemers in Istanbul verdienen namelijk vijfhonderd euro per maand, terwijl hun collega’s in Nederland voor exact hetzelfde werk veertienhonderd euro
betaald krijgen. Ook wat de huisvesting betreft moet de Nederlandse ‘arbo-knop’ even omgezet worden naar Turkse begrippen. HCN Istanbul is gevestigd in het Aziatische gedeelte van de stad, in Maltepe, een troosteloze wijk met oostblok-achtige flats en auto’s. Ook in het pand van HCN oogt alles oud, kaal en sjofel. Toch stralen de medewerkers plezier uit in hun werk. Het zijn duidelijk trotse pioniers. ‘Callcenterwerk staat in Nederland qua imago onder aan de ladder’, zegt Gerrits. ‘Hier is het een goed betaalde baan. Vijfhonderd euro is niet misselijk voor Turkse begrippen; het minimumloon is 480 lira, zo’n driehonderd euro per maand. En ze zien het heel duidelijk als een eerste stap in hun verdere plannen, om bijvoorbeeld een eigen hotel te beginnen, of een cosmeticagroothandel.’ Want de HCN’ers mogen dan vooraf een baangarantie willen, sommigen zijn wel degelijk op avontuur. Gerrits: ‘Voor hen is dit de dichtbij-versie van The American Dream. Bepaalde zekerheden die Nederland biedt, moet je achter je laten, maar daar staat een grote vrijheid in het zakendoen tegenover.’ En wat zeker meespeelt in de animo voor zijn bedrijf, is de klimaatverandering die zich de afgelopen twee, drie jaar in Nederland heeft voltrokken, stelt hij vast.
‘Onderling spreken we gemêleerd Turks en Nederlands, en zo is het met de gevoelens ook’’ WWW.INTERMEDIAIR.NL
de week coververhaal werk het land het interview economie wetenschap techniek aan de hand het eind
Serverstation van Solutions Gallery BV
Callcenter HCN
‘Er is een breuk ontstaan tussen alles met hoofddoekjes en zwart haar en de rest van Nederland. Turken in Nederland worden met alle buitenlanders op één hoop gegooid. Ik hoor vaak: het is anders dan het was. Terwijl Turken juist een sterk vaderlandsgevoel meekrijgen. Voor hen is dat extra kwetsend.’ Gökçe Yarar (32), die voor HCN de personeelswerving doet, zegt het met de nodige bitterheid. ‘Bijna elke Turk ervaart het zo, dat Nederland minder tolerant is dan het altijd leek. Maar het is beter zo, dan weet je tenminste waar je aan toe bent.’ Yarar heeft zich nooit ergens op haar plek gevoeld. ‘Niemand zegt het hardop, maar je bent geen echte Turk, en ook geen echte Nederlander.’ In Istanbul is er voor het eerst een soort thuisgevoel. ‘Het is oosters, het is westers, het is een wereld op zich. Het is een stad die je opneemt.’ Ook haar collega Dolunay Özkaya (25), geboren en getogen in Voorburg, afgestudeerd als pedagoge, nu administratief medewerker bij HCN, viel voor wat zij ‘het beruchte mysterie van Istanbul’ noemt. ‘Ik heb twee nationaliteiten, maar ik draag ze beide niet volwaardig’, zegt ze. ‘Het is fijn dat ik nu in een Nederlands bedrijf zit, want nu kan ik de heimwee die ik heb met anderen delen. Je kunt gewoon zeggen dat je zin hebt in een patatje oorlog. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje en dat geeft een sterk saamhorigheidsgevoel. Onderling spreken we gemêleerd Turks en Nederlands, en zo is het met de gevoelens ook, denk ik dan maar.’
3 ‘Entrepreneurs, that’s what Turkey needs’ Aytekin en Akpinar hebben zaken te bespreken met Aytekins neef, Zafer Karatas. Hij is de directeur van
WWW.INTERMEDIAIR.NL
Merit Telecom in de Aziatische wijk Ümraniye. Ook hier oostblokflats en vuile sneeuw, een moskee ligt er als een buitenaards object tussenin geklemd. ‘Er ligt hier een goudmijn, en niemand komt graven,’ zegt Karatas. ‘Turkije heeft absoluut zelfverzekerde, goed opgeleide en hoog gekwalificeerde mensen nodig. Ik begon hier in 1998 met een omzet van vijfhonderd euro. Nu is het tien miljoen.’ Dat zegt hij niet om zijn succes te etaleren. Het is juist weinig, vindt hij. ‘Het had veel meer kunnen zijn, maar je moet de goede mensen kunnen vinden, zoals Atilla. Entrepreneurs, that’s what Turkey needs.’ Karatas werkte zelf negen jaar in Nederland, verdiende er goudgeld in de it- en telecombusiness, hield er een Nederlands paspoort aan over, maar keerde in 1998 toch terug naar Turkije. Omdat zijn vrouw heimwee had naar de Turkse wij-cultuur. Maar vooral omdat hij nóg meer met zijn talenten wilde doen. Karatas: ‘Turkije is een grote jungle. Er is geen zekerheid voor wie dan ook. Als je succes hebt, kun je vijf keer zo groot worden als in Nederland, als je niet succesvol bent, eindig je als een hond in de goot.’ Maar is dat iets om voor terug te schrikken? Karatas denkt van niet. Droogjes constateert hij: ‘Zeventig miljoen mensen leven in die onzekerheid.’ De Turkse jungle moet zich de komende tien jaar gaan conformeren aan allerlei EU-richtlijnen om in aanmerking te komen voor het lidmaatschap. Karatas juicht dat toe. Het zal Turkije dwingen zich versneld te moderniseren. De economie zit toch al sterk in de lift sinds de verkiezingen van 2002. Turkije wordt geregeerd door één partij, de partij voor rechtvaardigheid en ontwikkeling AKP, die een aantal structurele hervormingen heeft doorgevoerd waardoor de Turkse economie veel stabieler is geworden. In 2004 steeg het BNP met maar liefst acht procent, en voor het eerst sinds mensenheugenis bleven de rente en de inflatie onder controle. Ook voor de komende jaren wordt een enorme economische groei verwacht, van gemiddeld zes procent per jaar. ‘Dit land rent’, zegt Karatas. ‘We hebben alleen een grote afstand in te halen.’ Dat dat gaat lukken, staat voor hem buiten kijf. ‘Binnen tien jaar staat de EU hier smekend aan de poort, of Turkije alsjeblieft lid wil worden. Zo sterk zullen we worden. En dan zullen er meerdere, kleinere Istanbuls ontstaan in het hele land.’ Dat is te hopen, want de aantrekkingskracht van Istanbul heeft zijn keerzijde. Officieel wonen er twaalf miljoen mensen, maar naar schatting zijn het er meer dan vijftien miljoen. De stad groeit in de nacht; illegaal worden er nieuwe huizen gebouwd. Het autobezit neemt er jaarlijks toe met vijftien procent – in Nederland met twee procent. Het verkeer loopt elke dag vast op de twee bruggen over de Bosporus, die het Europese en het Aziatische gedeelte van de stad met elkaar verbinden.
4 De keuze om niet te kiezen Solutions Gallery BV Istanbul ligt vlakbij Merit Telecom. Zoals zoveel bedrijven in Istanbul is het geves-
tigd in een appartement. In de keuken staat de hele dag een ketel thee te stomen, en in wat oorspronkelijk de woonkamer was, zijn zes bureaus opgesteld van de twaalf Turkse software-engineers die het bedrijf in dienst heeft. Als het laat wordt, kunnen ze blijven slapen: er staat een bed klaar in de slaapkamer. Dat wordt ook regelmatig gebruikt. Hard werken is de norm. Tegenover deze soberheid van het appartement in Istanbul staat ‘de glittertoren’ in Amsterdam, zoals algemeen directeur Atilla Aytekin zegt. Vanuit kantoorgebouw ‘Rome’, met uitzicht op de Arena, wordt de software in Europa verkocht. Dat gaat zo goed, dat de vestiging in Turkije op punt van uitbreiden staat. Solutions Gallery start een zogenaamd offshore-project, waarbij de Turkse software-engineers vanuit Istanbul opdrachten gaan uitvoeren voor Nederlandse bedrijven. Binnen nu en een jaar denkt Aytekin twintig man personeel aan te nemen. Een deel van het nieuwe meubilair is al gearriveerd. Aytekin begon zijn carrière bij het softwarebedrijf Baan. Toen er een nieuwe distributeur voor Turkije werd gezocht, in 1995, greep hij zijn kans: hij vroeg of hij het zelf mocht doen. ‘Ik ben van de tweede generatie, opgevoed met een ideaalbeeld van Turkije. Het was als de doos van Pandora; als je er niet in kunt kijken, wordt het heel interessant.’ Aytekin had zich heel wat van zijn ‘terugkeer’ voorgesteld. ‘Gechargeerd ge-
Turkije is een grote jungle. Er is geen zekerheid voor wie dan ook
zegd, je verwacht bijna dat ze je van het vliegveld komen afhalen, met slingers en bloemen. Ik dacht dat ik een streepje voor had, omdat ik van Turkse komaf was. Maar ik was drie toen ik naar Nederland kwam. En dan moet je moeite doen om erin te komen, zoals overal ter wereld waar je als vreemdeling komt.’ Uiteindelijk vond hij zijn draai in Istanbul, en voelde hij zich er heel erg thuis. Zakelijk ging het meteen al crescendo. Al na een jaar werd Aytekins bedrijf opgekocht door Baan. Hij bleef er toen als manager nog drie jaar werken. Daarna wilde hij weer voor zichzelf beginnen en ging terug naar Nederland. Sinds 2003 pendelt hij tussen beide landen. Hij kent veel mensen die op die manier leven en zaken doen. ‘Het is een bewuste keuze om niet te kiezen’, zegt hij. ‘Wij hebben een dubbele nationaliteit, en dat is geen papieren kwestie, maar zo voelen wij dat ook echt.’ Een verblijf in Turkije moet dan ook niet als permanent worden gezien. ‘Permanent, dat is een ouderwets woord’, zegt Aytekins zakenpartner Umut Akpinar. ‘Alsof je naar Amerika emigreert en alles achterlaat.’ Dat hoeft niet meer, nu je voor 150 euro heen en weer kunt vliegen. Akpinar: ‘Het pendelen past ook meer w
INTERMEDIAIR 10 9 MAART 2006
19
de week coververhaal werk het land het interview economie wetenschap techniek aan de h
w bij de gastarbeiderscultuur om twee huizen, twee landen, twee levens te hebben.’ Best of both worlds, dus. ‘Omdat ik in twee culturen ben opgevoed, ben ik eraan gewend om snel te switchen. En kan ik overal het beste uit mee pikken.’ Aytekin heeft al enorme ups en downs meegemaakt in zijn zakelijke carrière. Solutions Gallery is zijn derde bedrijf. Hij opereert nu wat voorzichtiger, maar is er nog steeds enorm op gebeten om iets neer te zetten. Een geldingsdrang die voortkomt uit een verleden van achterstelling. Als het enige Turkse kind op het vwo in Zutphen werd hij weggepest, waarna hij zijn heil zocht op de plaatselijke mavo. Akpinar heeft soortgelijke ervaringen. Hij kreeg een mavo-advies bij een vwo-verstand. ‘Dat geldt voor heel veel mensen van onze generatie’, zegt Aytekin. ‘Mijn vrouw is afgestudeerd als Nederlands juriste, maar ze kreeg destijds een advies voor de huishoudschool.’ Dat bepaalt ook zijn engagement met het Turks Academisch Netwerk TANNET, dat een tegengeluid wil geven in het huidige integratiedebat. ‘Eerst waren we Turken, toen allochtonen, nu zijn we opeens moslims geworden met zijn allen. We worden verschrikkelijk in een bepaald hoekje geduwd, we zijn constant bezig met het pareren van aanvallen. Zo hoeft dat niet meer door te gaan. Als mijn kind daar structureel mee te maken krijgt, dan weet ik het antwoord wel. Mijn ouders hadden geen keus om terug te gaan. Wij wel.’
Sibel Müftüoglu: ‘Ik kan me in beide werelden terugvinden en dat is zakelijk heel positief natuurlijk’
5 Sibels heimwee ‘Dat je je niet thuis zou voelen in Nederland, daar begrijp ik helemaal niets van.’ Sibel Müftüoglu (43) kwam op 18-jarige leeftijd terug naar Istanbul, na een gelukkige jeugd in Nederland. Haar vader had heimwee. Het was een ongebruikelijke stap in die tijd; pas ten tijde van de ‘oprotpremie’, de in 1985 ingestelde Remigratieregeling, werd er op grotere schaal teruggekeerd. ‘De eerste twee jaar had ik het hier heel moeilijk’, vertelt ze. ‘Ik ben heel Nederlands opgevoed, het was gewoon mijn land. Het verschil met hier was bijna niet te overbruggen. Ik had er vooral last van dat je niet weet waar je aan toe bent. Afspraak is afspraak, maar niet in Turkije. Ze vonden mij ook erg direct.’ Inmiddels leidt ze samen met haar broer het bedrijf US Buying Agency, een intermediair tussen kledingwinkels in Nederland en productiebedrijven in Turkije, en maakt ze van de nood een deugd. Aan de ene kant staat namelijk de Nederlandse klant van wie de bestelde maten nog niet een centimeter mogen afwijken, aan de andere kant het Turkse bedrijf dat redeneert ‘dat er in Nederland toch ook mensen met wat langere armen zijn’. Müftüoglu: ‘Ik kan me in beide werelden terugvinden en dat is zakelijk heel positief natuurlijk.’ Vier jaar geleden richtte ze een remigrantengroep op voor Nederlandse Turken. Uit menslievendheid, terugdenkend aan haar eigen moeizame start. ‘Dan vallen ze misschien niet zo in een gat zoals bij mij is gebeurd. Iedereen heeft toch een soort heimwee. Het is fijn om je eigen taal te kunnen spreken, en je kunt natuurlijk ook een beetje netwerken.’ Het valt haar op
WWW.INTERMEDIAIR.NL
dat vooral goed geïntegreerde, hoogopgeleide mensen het in Istanbul komen proberen, en dan min of meer op de bonnefooi. ‘Ik hoor hen zeggen: ik voel me niet meer lekker daar, dus ga ik het hier maar proberen. Tja, niet iedereen is als persoon sterk genoeg om zich constant te verdedigen. Maar dat ligt dan toch vooral aan jezelf. Dan zit je gewoon niet goed in je vel.’ Ze verdwijnen weer even snel van het toneel, constateert ze. Voor een baan in loondienst is de concurrentie enorm, bovendien is de hiërarchie in het Turkse bedrijfsleven voor Nederlandse begrippen moeilijk verteerbaar. Turkije biedt dus vooral kansen aan de echt ondernemende types. ‘En daar zijn er niet heel veel van’, zegt Müftüoglu.
6 Best of both worlds, of nergens thuis ‘Dat juist de meest getalenteerde mensen weggaan, is op den lange duur een verlies voor Nederland. Het is niet goed voor jullie economie, om deze mensen kwijt te raken.’ Tacan Ildem, ambassadeur van Turkije, kwam in mei 2003 op zijn post in Den Haag. Enerzijds, vindt hij, moeten we de remigratiegolf niet dramatiseren. ‘Een cruciaal gegeven is de toetreding van Turkije tot de EU. Ook toen Spanje, Portugal en Grie-
Turkije biedt vooral kansen aan de echt ondernemende types
kenland toetraden, zag je een golf van remigranten, omdat ze opeens veel kansen zagen in hun land van herkomst. Dus deels is het een natuurlijke ontwikkeling, die sowieso zou hebben plaatsgevonden.’ Maar anderzijds herkent hij het beeld van Nederlandse Turken die zich sinds 9/11, Pim Fortuyn en Theo van Gogh weggezet voelen als potentieel verdacht, om het enkele feit dat ze met moslims geassocieerd worden. ‘Dat is onacceptabel. Ze voelen zich niet langer omarmd door de samenleving. En mensen handelen naar hun overtuigingen, of die nu waar zijn, of enigszins overdreven.’ Het zal uiteindelijk wel weer goed komen, is zijn eigen overtuiging. ‘In feite wordt er pas sinds het midden van de jaren tachtig een integratiebeleid gevoerd. Twintig jaar is niet lang, als je het in het licht ziet van de geschiedenis van een land. Op den duur zullen pragmatische oplossingen en gezond verstand de boventoon voeren.’ De remigranten hebben besloten de uitkomst van dat proces niet af te wachten. Wie in de slachtofferrol blijft hangen, en puur uit rancune vertrekt, zal zich in Turkije opnieuw een buitenstaander voelen en wellicht met hangende pootjes terugkomen naar Nederland. Maar wie met een flinke portie geldingsdrang vertrekt, zonder de intentie om Nederland definitief de rug toe te keren, kan zijn kansen grijpen in de Turkse jungle. ‘Ik kan het beste kiezen uit beide werelden’, zegt Atilla Aytekin, ‘en prijs me daardoor heel gelukkig.’
[email protected]
INTERMEDIAIR 10 9 MAART 2006
21