C
C U LT U U R L A N D S C H A P
D.M. PURMER
D E AT L A N T I K W A L L I N H E T N AT I O N A A L PA R K Z U I D - K E N N E M E R L A N D
BUNKE R S in het duin
FOTO: M. PURMER
In het Nationaal Park Zuid-Kennemerland liggen belangrijke restanten van de Atlantikwall, de Duitse linie uit de Tweede Wereldoorlog. In samenhang zijn hier diverse elementen en structuren als bunkers, wegen en tankgrachten bewaard gebleven. Belangrijke natuurwaarden hebben zich inmiddels op en rond deze linie ontwikkeld. De tijd lijkt rijp om zowel wat betreft bescherming als beleving stappen te nemen. Bescherming van delen van de Atlantikwall kan helpen keuzes te maken in het gebied. De RACM zou hierbij het initiatief kunnen nemen. Daarnaast zou erkenning van de monumentale waarden van de Atlantikwall kunnen helpen in het ontwikkelen van meer belevingsmogelijkheden rondom deze unieke restanten uit de Tweede Wereldoorlog.
ver Zuid-Kennemerland, het duingebied ten westen van Haarlem, wordt wel verteld dat de Duitsers er meer overhoop gehaald hebben tijdens de Tweede Wereldoorlog dan de mens in alle eeuwen daarvoor. Feit is in ieder geval wel, dat in een klein aantal jaren het duingebied een ongekende bouwactiviteit heeft gezien. Maar dat is inmiddels als ruim zestig jaar geschiedenis. Hoe staat het nu met de overblijfselen van de Atlantikwall? En hoe passen deze in een natuurgebied?
O
In dit artikel wordt eerst kort de historische achtergrond van de Atlantikwall in de duinen van Zuid-Kennemerland geschetst. Vervolgens wordt ingegaan op de nog overgebleven
restanten in samenhang met het omringende landschap. Tenslotte wordt gekeken naar het samengaan van behoud van dit erfgoed met natuurbeheer en mogelijkheden voor de toekomst. Historische achtergrond van de Atlantikwall Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft de Duitse bezetter een verdedigingslinie aangelegd langs de West-Europese kust, van ZuidFrankrijk tot Noorwegen. Deze linie diende een geallieerde invasie te voorkomen. Ook de Nederlandse kust werd onderdeel van deze zogenaamde Atlantikwall. Orders tot aanleg van deze linie stammen uit december 1941, maar vanaf het voorjaar van 1942 tot mei 1945 zou aan deze verdedigingslinie gebouwd worden.
20
De Atlantikwall was niet opgezet als een aaneengesloten linie, maar als een keten van onafhankelijk te verdedigen steunpunten. De kleinste verdedigbare kern bestond uit een Widerstandsnest. Twee of meerdere Widerstandsnester vormden een Stützpunkt. Deze vormden de bouwstenen van de Atlantikwall. Combinaties van onafhankelijke Widerstandsnester en Stützpunkte vormden de verdediging van een kustdeel. Kustdelen kenden één van de drie verdedigingsstatussen (van minder belangrijk tot hoogst belangrijk): Freie Kuste, Stützpunktgruppen en Verteidigungsbereiche. Beide laatstgenoemde typen bestonden uit diverse met lichte en zware wapens uitgeruste bunkers, omgeven door een aanééngesloten anti-tanklinie. Hierbij verdedigden Verteidigungsbereiche
VITRUVIUS strategisch zeer belangrijke plekken, namelijk de havens waar een geallieerde invasie plaats zou kunnen vinden. Stützpunktgruppen verdedigden locaties van kleiner strategisch belang. Langs de Nederlandse kust lagen van Breskens tot Delfzijl 19 Stützpunktgruppen en vier Verteidigungsbereiche: Den Helder, IJmuiden, Hoek van Holland en Vlissingen. In 1944 werden IJmuiden en Hoek van Holland tot Festung verklaard: dit waren de lokaties die in ieder geval behouden moesten blijven. Vlisssingen zou later in 1944 worden opgenomen in de Festung Walcheren (Rolf, 2005). In het huidige duingebied van het Nationaal Park Zuid-Kennemerland ligt zowel de noordgrens van het Stützpunktgruppe Zandvoort als het zuidfront van de Festung IJmuiden. Al sinds voorjaar 1942 was de Nederlandse kust verboden gebied. Ook kwam een verhuis- en vestigingsverbod voor Bloemendaal, Zandvoort en Velsen. In november 1942 werd in dit gebied ook daadwerkelijk met de bouw van de verdedigingswerken begonnen. Het betekende evacuatie van bewoners die direct achter de duinrand woonden. Naarmate de oorlog vorderde moesten steeds grote groepen mensen hun huizen verlaten. In Zandvoort werden 848 huizen en 13 hotels gesloopt voor de bouw van de Atlantikwall.
NUMMER 6
JANUARI 2009
In Velsen ging het zelfs om 4.000 huizen (Nationaal Park Zuid-Kennemerland, 2002). Het daadwerkelijke bouwen van de Atlantikwall had zich voor een groot deel buiten het blikveld van de bewoners afgespeeld, maar na de bevrijding bleken de duinen veranderd in een compleet militair landschap: ooggetuigen vertelden van prikkeldraadversperringen, wachtposten, zoeklichten en bunkers voorzien van kanonnen. Het strand zelf stond vol palen, hekken en obstakels. Ook lagen er mijnenvelden (Scheffer, 2004). Na de oorlog werden de meest in de weg liggende onderdelen al spoedig gesloopt. Vooral de ‘obstakels’ op het strand en werken op en langs de doorgaande wegen zullen snel opgeruimd zijn. Duitse krijgsgevangenen werden hierbij ingezet. Zo moesten strandgangers zomer 1947 regelmatig van het strand als er weer mijnen of bunkers tot ontploffing werden gebracht (Scheffer, 2004). Men wilde de sporen van de Duitse bezetters zo snel mogelijk uitwissen en de meest in het oog lopende bunkers verdwenen dan ook letterlijk uit het zicht, soms door ze gewoon met zand te bedekken. Vooral de aan het strand liggende bunkers voor de kustverdediging verdwenen in hoog tempo. Een enkel element van de Atlantikwall werd op bijna moderne manier hergebruikt. Zo werd een cluster bunkers vanaf de jaren vijftig
gebruikt als vakantiewoningen. Dit zogenaamde ‘Bunkerdorp’ is helaas in 1989 gesloopt (Van Oostrom, 2004). Een Duitse observatiepost in Bloemendaal werd door het gemeentebestuur verbouwd tot uitkijktoren (Scheffer, 2004). Dat er toch nog veel van het zuidfront van de Festung IJmuiden is overgebleven, danken
S A M E N VAT T I N G In het Nationaal Park Zuid-Kennemerland liggen belangrijke restanten van de Atlantikwall, de Duitse linie uit de Tweede Wereldoorlog. In samenhang zijn hier diverse elementen en structuren als bunkers, wegen en tankgrachten bewaard gebleven. Belangrijke natuurwaarden hebben zich inmiddels op en rond deze linie ontwikkeld. De tijd lijkt rijp om zowel wat betreft bescherming als beleving stappen te nemen. Bescherming van delen van de Atlantikwall kan helpen keuzes te maken in het gebied. De RACM zou hierbij het initiatief kunnen nemen. Daarnaast zou erkenning van de monumentale waarden van de Atlantikwall kunnen helpen in het ontwikkelen van meer belevingsmogelijkheden rondom deze unieke restanten uit de Tweede Wereldoorlog.
2 EEN BUNKER IN GEBRUIK ALS VAKANTIEWONING IN HET ZOGENAAMDE BUNKERDORP. DIT VAKANTIECOMPLEX WAS GEVESTIGD IN BUNKERS DIE DEEL UIT MAAKTEN VAN DE FESTUNG IJMUIDEN. VANAF DE JAREN '50 HEBBEN DIVERSE BUNKERS ZO TIENTALLEN JAREN EEN NIEUWE FUNCTIE GEHAD ALS VAKANTIEVERBLIJF. IN 1989 ZIJN DE BUNKERS GESLOOPT.
FOTO : U I T O N S B LO E M E N DA A L , A R C H I E F D I E N S T K E N N E M E R L A N D
IJMUIDEN. DE HAVENS VAN IJMUIDEN ZIJN OMGEVEN DOOR DIVERSE BUN1 FESTUNG KERCOMPLEXEN (ZWARTE PUNTEN, DE NUMMERS VERWIJZEN NAAR DE ZOGENAAMDE BAUPUNKTE). EEN STELSEL VAN TANKGRACHTEN, DRAKETANDHINDERNISSEN EN TANKMUREN (DUBBELE LIJN, DIKKE LIJN EN DUNNE LIJN) OMSLUITEN DE FESTUNG. HET ZUIDELIJK GEDEELTE HIERVAN LIGT GROTENDEELS IN NATIONAAL PARK ZUIDKENNEMERLAND.
21
BRON: RUDI ROLF EN HANS SAKKERS DUITSE BUNKERS IN NEDERLAND, MIDDELBURG, 2005
C
VITRUVIUS
NUMMER 6
JANUARI 2009
OP DE ZEEWEG, NAAR BLOEMENDAAL AAN ZEE. DE TWEE STAANDE BETONNEN BLOKKEN KONDEN OVER DE WEG GEKANTELD 3 WALZKÖRPERSPERRE WORDEN. DE WEGVERSPERRING SLOOT AAN OP TANKMUREN. BRON: NOORD-HOLLANDS ARCHIEF
4 WALZKÖRPERSPERRE IN HET ZUIDFRONT VAN DE FESTUNG IJMUIDEN. DE HELFT IS TE ZIEN, IN GEOPENDE TOESTAND. DE LIGGING IN EEN OPEN GEBIED (ZIE HIERBOVEN) IS INMIDDELS BEHOORLIJK VERANDERD DOOR DE BEGROEIING. AAN BEIDE KANTEN SLUIT EEN TANKMUUR AAN OP DE WALZKÖRPERSPERRE. FOTO : M . P U R M E R
we waarschijnlijk aan het particuliere eigendom van dit deel van de duinen. Delen van dit gebied kwamen in de jaren zestig en zeventig aan Natuurmonumenten (Gorter, 1986). Het is aannemelijk dat na de oorlog de prioriteit van de toenmalige eigenaar niet heeft gelegen bij het slopen van de diverse bunkers en andere betonwerken. Ze lagen hier immers minder in de weg. Ook de kosten zullen hierbij een rol hebben gespeeld.
Restanten van de Atlantikwall in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland In dit artikel wordt voornamelijk ingegaan op de restanten van het zuidfront van de
Festung IJmuiden. Binnen de Atlantikwall was IJmuiden van groot strategisch belang: de haven was een mogelijk bruggehoofd voor de geallieerde invasie. Ook lagen hier de belangrijke sluizen in het Noordzeekanaal, het begin van de route naar Amsterdam. De hoogovens waren strategisch voor de Duitse oorlogsindustrie. Daarnaast was de haven van IJmuiden al sinds 1940 een uitvalsbasis voor torpedoboten. De status als Festung gaf aan dat behoud van IJmuiden voor de Duitsers van het grootste belang was. De bunkercomplexen zijn veel in het oog springende restanten van de Atlantikwall,
22
maar er is meer. Juist het zuidfront van de Festung IJmuiden illustreert dit goed. Dit was een gesloten, verdedigbare linie. Bunkers maakten hier maar een beperkt deel van uit. Het daadwerkelijke front was een combinatie van verschillende anti-tankversperringen. Deels een betonnen muur, deels een antitankgracht en deels bestaande uit andere tankversperringen zoals de zogenaamde ‘Höckerhindernissen’ bestaande uit pyramidevormige betonblokken. Doorgangen in dit front werden voorzien van kantelbare wegversperringen. Geschutsopstellingen verdedigden de linie. Daarnaast waren achter de linie bunkers en gebouwen met verschillende functies te vinden, variërend van munitieopslag tot manschappenverblijven en toiletgebouwtjes. Voor bouw van het complex en snelle verbinding tussen de diverse onderdelen van de Festung werden wegen aangelegd, bestaande uit betonplaten. Ook kwamen er diverse loopgraven die bunkers met elkaar verbonden. Al met al is het zuidfront een samenhangend complex van gebouwen en structuren geweest. In de tijd dat de Atlantikwall actief was waren prikkeldraadversperringen, ‘Spaanse ruiters’ en andere hindernissen op en rond de betonwerken aangebracht. Tenslotte hebben de Duitsers enerzijds schootsvelden vrij gemaakt, maar anderzijds ook beplanting ter camouflage aangebracht. Bekend is dat balsempopulieren voor dit doel gebruikt
VITRUVIUS
NUMMER 6
JANUARI 2009
werden (Hengel, 1985). Daarnaast is voor de bouw van de diverse bunkers flink gegraven in het gebied. Duinen werden soms zelfs ‘versteild’ om als extra hindernis te dienen. De invloed op het landschap ter plaatse was dus erg groot. Wat is van al deze verdedigingswerken nog over, zestig jaar na dato? Zoals eerder vermeld is een aantal zaken verdwenen. In ieder geval zijn de verdedigingswerken in het landschap minder zichtbaar geworden. Lag de linie in 1945 vooral in het open veld, inmiddels is deze grotendeels aan het oog onttrokken. Deels omdat bunkers bewust onder het zand zijn gewerkt, maar ook zijn veel bouwwerken overwoekerd door bomen en struiken. Toch resteert nog genoeg. Atlantikwallkenners Rudi Rolf en Hans Sakkers noemen de Festung IJmuiden ‘de meest intacte vesting van West-Europa, waarin nog een grote diversiteit aan duurzame verdedigingswerken op een relatief klein oppervlak terug te vinden is. (…) Het zuidelijke Landfront is door samenhang van bunkers en tankhindernissen interessant’ (Rolf, 2005). Inderdaad is de ononderbroken lijn van verschillende tankhindernissen nog gaaf aanwezig. In verschillende vormen: tankgrachten, tankmuren en drakentanden komen allen aansluitend voor. In deze linie zit ook de – op Europees niveau – nu zeldzame wegversperring (Walzkörpersperre) met kantelbare betonblokken die de doorgang konden blokkeren. Zeldzaam, want juist deze werken verdwenen snel omdat ze letterlijk in de weg lagen. Daarnaast zijn rond de anti-tanklinie nog diverse bunkers te vinden. Sommige zijn door aanzanden aan het zicht ontrokken, andere liggen nog duidelijk zichtbaar in het landschap. Ook zijn er nog, voor wie goed kijkt, restanten over van het loopgravenstelsel in de vorm van zigzag lopende greppels in het bos. Op (korte) afstand van de anti-tankversperringen lagen de manschappenbunkers en opslagbunkers. Hiervan is ook nog een aantal bewaard gebleven, alhoewel de beroemde opslagbunker ‘De Moriaan’ recentelijk nog door brand verwoest is en daarna gesloopt.De diverse onderdelen van het zuidfront waren verbonden door wegen bestaande uit betonplaten. Stukken van deze weg bestaan nog, maar ook nog zeer recent zijn delen verdwenen. Voor de aanleg van een nieuw fietspad moesten de betonplaten wijken voor klinkers, alhoewel het tracé in ieder geval gehandhaafd is.
5 TANKMUUR, OOIT GELEGEN IN EEN OPEN LANDSCHAP, INMIDDELS OVERWOEKERD. Al met al is er nog behoorlijk wat aanwezig. De samenhang met het daadwerkelijke zuidfront, de anti-tanklinie, is groot. Door begroeiing en sloop is een aantal onderdelen wel verdwenen of moeilijker in samenhang met de overige onderdelen te beleven. Een gevaarlijke erfenis uit de Tweede Wereldoorlog vormt de grote hoeveelheid onontplofte munitie in het gebied. Niet alleen lagen er mijnenvelden, maar er waren ook de nodige munitie-opslagplaatsen. Deze voorraden zijn door de geallieerden na de oorlog vernietigd. Deels is dit onvolledig gebeurd, met als gevolg onontplofte munitie zoals handgranaten die ook zestig jaar na dato nog gevaarlijk kunnen zijn. Zelf heb ik eens de vondst van een handgranaat meegemaakt, die bovenkwam bij een stuifvlakte. Geallieerden hebben de Atlantikwall ook regelmatig bestookt, met bomkraters als gevolg. Omdat de duinen ook als oefengebied voor Duitse vliegers dienstdeden, zijn er ook grote aantallen oefenbommen teruggevonden. Dit zijn betonnen projectielen met de precieze afmeting van de echte munitie. Bij bezoekers-
23
FOTO : M . P U R M E R
centrum ‘De Zandwaaier’ zijn enkele van deze volstrekt ongevaarlijke bommen te bezichtigen.
Natuur en cultuurhistorie verweven Zuid-Kennemerland is een Nationaal Park vanwege de grote natuurwaarden en wordt beheerd door Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en het Waterleidingbedrijf NoordHolland. De laatste jaren worden de beheerders zich steeds sterker bewust van de cultuurhistorische waarden die zich in het gebied bevinden. Die aandacht is terecht: het idee dat de duinen in het verleden ‘woest en ledig’ waren is inmiddels achterhaald. Al eeuwen zijn de duinen door de mens in gebruik geweest. De duinen zelf waren in gebruik als jachtgebied, oefenterrein maar ook als (veelal kleinschalig) landbouwgebied. Archeologisch belangrijke vondsten zijn in 2006 gedaan toen in de duinen een vroeg-middeleeuwse nederzetting is opgegraven (Flach, 2006). Langs de binnenduinrand is een strook landgoederen te vinden.
C
VITRUVIUS
De sporen uit de Tweede Wereldoorlog maken ook deel uit van de cultuurhistorie van dit gebied. De resten van de Atlantikwall zijn een relatief jong, maar wel zeer bepalend voor het huidige landschap. Natuurwaarden kennen de diverse onderdelen van de Atlantikwall inmiddels ook. Bekend voorbeeld zijn de overwinterende vleermuizen. Vleermuizen maken voor hun winterslaap graag gebruik van de constante temperatuur en luchtvochtigheid in de bunkers. Honderden vleermuizen van diverse soorten zijn ’s winters te gast in de Atlantikwall. Een minder bekend voorbeeld van natuur op de bunkers vormen wellicht de mossen. Het door de Duitsers gebruikte beton blijkt een prima ondergrond voor diverse mossoorten, die zich op dit beton al decennia lang ongestoord kunnen ontwikkelen. Dat ‘ongestoord’ is belangrijk: waar in Nederland krijgen mossen die kans op een betonoppervlak? Ook de tankgrachten in het gebied hebben een nieuwe functie gekregen: dodaars broeden er, er zitten veel kikkers en salamanders en de gewone pad maakt er dankbaar gebruik van als kraamkamer (Wijkhuisen, 1992). De verwevenheid van natuur en cultuurhistorie is dus groot. Daarnaast heeft het samenspel tussen natuur en cultuurhistorie ook een heel eigen land-
NUMMER 6
JANUARI 2009
schap gecreëerd. De deels overwoekerde tankmuren en bunkers vormen een bijna romantisch aandoend ruïnelandschap. Nederland is behoorlijk arm als het gaat om ruïnes. Waar bij middeleeuws muurwerk woekerende planten de nodige schade kunnen aanrichten, tast de begroeiing van de bunkers hooguit de zichtbaarheid aan. In dat opzicht is de ontstane symbiose cultuur-natuur ook waardevol. Voor het beheer in de toekomst schept het wel vragen: wanneer komen de cultuurhistorische waarden in gevaar? Voorlopig echter lijkt het gevoerde beheer de restanten van de Atlantikwall niet te schaden. Bedreiging is vooral vandalisme. En het in de weg liggen van onderdelen van de Atlantikwall bij (natuur-)ontwikkelingen in het gebied. Plannen om een kerf in de zeereep te maken en zo overstuivingen in de duinen te ontwikkelen bijvoorbeeld. Gaan deze plannen door, zal dat niet alleen resulteren in sloop van bunkers in de zeereep, maar zullen ook andere elementen zoals betonweg en andere bunkers op zijn minst onder het zand verdwijnen, of zodanig door stuivend zand ondermijnd worden dat sloop de enige optie is. De vraag is dan ook gerechtvaardigd welke onderdelen van de Atlantikwall in dit gebied beschermd dienen te worden. Tweede vraag is dan: hoe moet die bescherming vorm krijgen.
6 OVERGANG VAN EEN TANKMUUR IN EEN TANKGRACHT.
FOTO : M . P U R M E R
24
Beschermen van zeldzame bunkertypes of complexen? Op 2 november 2006 vond in bezoekerscentrum ‘De Zandwaaier’ een symposium plaats over de (mogelijke) bescherming van de Atlantikwall. Hierbij waren belangengroepen, experts, terreineigenaren en bestuurders van diverse overheidslagen op initiatief van de RACM en Natuurmonumenten bij elkaar. Voorafgaand was in kleiner comité een selectie gemaakt van de meest waardevolle onderdelen van de Atlantikwall in Nederland. Een moeilijke opgave, want de benadering van deze grote linie was vaak niet eenduidig: kies je voor nationaal of internationaal perspectief? Typologisch zeldzame of bijzondere bouwwerken of samenhangende onderdelen in een complex? De uiteindelijke selectie is een mix geworden, waarbij enkele belangrijke concentraties zoals de onderdelen van de Festung IJmuiden van werken zijn afgewisseld met bijzondere puntlocaties zoals hoofdkwartierbunkers (De Vries, 2007). Voor het zuidfront van de Festung IJmuiden zou zowel een typologische benadering als een complexbenadering gebruikt kunnen worden. Enkele onderdelen, zoals de eerder genoemde Walzkörpersperre, zijn typologisch zeer zeldzaam. Maar juist de genoemde
VITRUVIUS samenhang van de onderdelen hier maakt het complex zo waardevol. Vraag is dan vooral wat complexbescherming in een natuurgebied als Kennemerland inhoudt: is dat het minutieus behoud van elk afzonderlijk onderdeel? Of kunnen er nog veranderingen in het gebied plaatsvinden? De veel gehoorde kreet 'behoud door ontwikkeling' lijkt ook hier van toepassing als het gaat om behoud van de Atlantikwall bij het ontwikkelen van de natuur. Hier ligt echter wel een grens die nog niet duidelijk opgezocht is. Het eerder genoemde fietspad-voorbeeld, maar de eveneens aangehaalde plannen voor verstuivingen lijken steeds ten koste te gaan van Atlantikwall-onderdelen. Wat dat betreft zou ergens ook een harde contour moeten worden getrokken om elementen en structuren die niet mogen verdwijnen omdat deze de waarde van het complex als geheel aantasten of typologisch zeer zeldzaam zijn. Het kan best zijn dat andere onderdelen, indien noodzakelijk bij natuurontwikkeling, wel kunnen verdwijnen zonder de waarden van het geheel aan te tasten. Op deze manier is er binnen het Nationaal Park nog niet naar de restanten van de Atlantikwall gekeken. Is dit een opdracht voor de gezamenlijke terreinbeheerders? Of zou de RACM hier een rol hebben? Helaas liggen de ontwikkelingen op dit vlak sinds het symposium stil. Een beschermingsvoorstel van het Rijk voor deze en andere waardevolle onderdelen van de Atlantikwall kan een welkome hulp zijn bij het maken van dit soort afwegingen. Hiermee kan ook de negatieve bijsmaak van dit erfgoed verder verdwijnen. Tot zeer recent werd Duits erfgoed in Nederland gezien als herinnering aan een moeilijke tijd dat maar beter kon worden gesloopt. Draagvlak voor bescherming was er dan ook nauwelijks. Door diverse publicaties en publieke aandacht begint dit beeld te kantelen. Inmiddels komen bunkers hier en daar op de gemeentelijke monumentenlijst en ontstaan er fiets- en wandelroutes langs bunkers, bijvoorbeeld in Zeeland bij Vlissingen. Toch is het meeste Duitse erfgoed de facto nog vogelvrij. Benoeming tot rijksmonument zou de definitieve erkenning voor dit erfgoed betekenen.
NUMMER 6
JANUARI 2009
De lezer wordt uitgenodigd wandelend of fietsend plekken te bezoeken waar de geschiedenis beleefbaar is (Nationaal Park Zuid-Kennemerland, 2002). Maar zou het niet mogelijk zijn de relicten van de Atlantikwall in een breder kader te plaatsen? Gerelateerd aan de Tweede Wereldoorlog zijn er nog meer plekken te vinden in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. In de duinen zijn hier door de Duitsers 422 verzetsmensen gefusilleerd en begraven, verspreid over 45 plekken in het gebied. De meeste verzetsstrijders zijn herbegraven op de Erebegraafplaats. Deze begraafplaats, ontworpen door de Haarlemse architecten Holt en Komter, werd november 1945 in gebruik genomen met de herbegrafenis van bekende verzetsstrijdster Hannie Schaft. Op een aantal vindplaatsen van de stoffelijke resten werden in 1949 gedenkstenen geplaatst (Nationaal Park Zuid-Kennemerland, 2002). Hiermee zijn de duinen van Zuid-Kennemerland dus al sinds 1945 ook in gebruik als herdenkingsplek. Het is natuurlijk goed denkbaar om met eventuele aandacht voor de Atlantikwall hierbij aan te sluiten. De kwetsbaarheid van zowel natuur- als cultuurwaarden rondom de Atlantikwall zijn reeds genoemd. Niet overal is het wenselijk hordes wandelaars en fietsers langs de bunkers en tankmuren te voeren. Wel is het mogelijk bijvoorbeeld direct aan paden grenzende delen van de tankgracht, de betonweg of bunkers van informatiepanelen te voorzien of op te nemen in beschrijvingen van wandelroutes. Ook in het bezoekerscentrum De Zandwaaier zou meer aandacht aan de Atlantikwall besteed kunnen worden. Daarnaast is het nu al mogelijk voor ‘fijnproevers’ met gespecialiseerde gidsen onderdelen van de Atlantikwall bezoeken, in samenwerking met locale verenigingen uit de buurt. Wellicht zou er nog meer mogelijk zijn als de Atlantikwall meer als herdenkingsplek met monumentale waarden aan de Tweede Wereldoorlog wordt gekoppeld. Maar dan zonder het kind met het badwater weg te gooien en de unieke sfeer van het gebied aan te tasten.
de heldere waarderingskader voor de nog bestaande onderdelen van de Atlantikwall zou kunnen helpen hierbij de juiste keuzes te maken. Rijksbescherming is een mogelijkheid en zou een steun in de rug kunnen betekenen. Een breder beleefbaar maken van bepaalde plekken van de Atlantikwall binnen het Nationaal Park zou kunnen helpen ook het publieksdraagvlak te vergroten. Hierbij moeten we niet vergeten dat delen van de linie inmiddels een zeldzaam, maar kwetsbaar ruïnelandschap vormen waar natuur en cultuur sterk verweven zijn geraakt. Het is ook goed te proberen deze landschappelijke waarde te behouden. De beheerders van het Nationaal Park zullen zich hier dan ook terdege bewust van moeten zijn.
Literatuurlijst – Flach, H. (2006) Zoiets is in NoordHolland nog nooit eerder gevonden Artikel in het Haarlems Dagblad, 11 oktober 2006. – Gorter, H.P. (1986) Ruimte voor natuur. 80 jaar bezig voor de natuur van de toekomst. Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland, ’s-Graveland. – Hengel, S.J.H. van (samenstelling) (1985) Kennemer Kroniek 1910-1985. 75 jaar Kennemer Golf & Countryclub. Aerdenhout – Nationaal Park Zuid-Kennemerland (2002) Tekens van toen. Lopend of fietsend langs de cultuurhistorie van het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Enkhuizen. – Oostrom, C. van (2004) De duinen van Zuid-Kennemerland in ’40-’45. In: Ons Bloemendaal 3/2004 pp 12-13. – Rolf, R. en H. Sakkers (2005) Duitse bunkers in Nederland. Inventarisatie van de gebouwde en nog aanwezige duurzame verdedigingswerken. PRAK publishing, Middelburg. – Scheffer, H. (2004) De Atlantikwall, een muur die geslecht werd. In: Ons Bloemendaal 3/2004 pp 7-11. – Vries, B. de (2007) Bescherming van de Atlantikwall, een kwestie van kiezen. In: Nieuwsbrief van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten, Amersfoort 1/2007 pp 22-23. – Wijkhuisen, H. (1992) Duitsers in het duin. In: Duin, 1/92 pp 6-7.
Conclusie Mogelijkheden voor beleving: Atlantikwall als ‘Lieu de Memoire?’ De beleving van de Atlantikwall zou meer aandacht kunnen krijgen in het Nationaal Park. Er is overigens wel een mooi begin gemaakt toen het boekje ‘Tekens van toen’ uitkwam. Hierin krijgen cultuurhistorische waarden uit verschillende periodes aandacht.
De cultuurhistorische waarde van de restanten van de Atlantikwall in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland zijn zo langzamerhand zowel door beheerders als door publiek erkend. Wat betreft beheer lijken er weinig knelpunten te zijn voor het behoud van de waarden, hoewel sommige ontwikkelingen onderdelen bedreigen. Het nu nog missen-
25
D RS . D.M. (M ICHIEL ) P URMER is Senior Beleidsmedewerker Cultuurhistorie en Landschap bij Vereniging Natuurmonumenten.