In 1978 werd 'The Fellowship of the Talisman" van Clifford D. Simak uitgebracht. Hier waagt Simak zich weer in het Fantasy genre. Duncan, zoon van het eervolle Huis van Standish, begint aan een gevaarlijke opdracht. Tijdens zijn zwerftocht leert hij vreemde vrienden kennen. Het geheel speelt zich af in een alternatief 1970 : de periode van de middeleeuwen loopt nog steeds door. In deze Duistere Tijden vecht Duncan met zijn strijdmakkers tegen het Kwaad (in al zijn vormen). De vertaling en erkenning van een oud heilig manuscript (... de Bijbel) speelt een grote rol in het verhaal. Het is de uiteindelijke sleutel om de mensheid te redden uit de klauwen van de Duistere Machten. Zo'n plot komt nog wel eens voor in Essef, Fantasy of Magisch Realisme (enz...). De speurtocht naar de Heilige Graal duurt voort. Parcifal wilt nog steeds God ontmoeten. Het interesse voor
de Arthurlegende blijft bestaan. De mens zal zich steeds de vragen stellen : "Wie ben ik ?","Waarom ben ik hier ?", en "waar ga ik naartoe ?". Laat het ons anders stellen. Zal de mensheid uiteindelijk een onderdeel worden van het totaalbeeld van het Universum. Is er zoiets als een Overlord/ Overmind... een God ? Het moest er van komen ! Carlos begint te zuchten? Paul verbergt zich al vloekend achter een bolleke. Maar ik mag niet zwijgen. De redacteur moet kleur bekennen. Blijkbaar weet iedereen dat mijn stokpaardjes "Religie" en "SF" zijn. De andere nachtmerries laat ik even voor een later editoriaal. Ik heb net "The Jesus Incident" van Frank Herbert uitgelezen. Een aanrader voor de "avatara-verschijnsel"-liefhebbers. Ik loop even langs mijn 1
2
boekenkast om mijn lieverdjes op te noemen waar men SF en godsdienst combineerde : "The Day after Tomorrow" (de 6de kolonne, Bruna pocket), "Een vreemdeling in een vreemd land", "If this goes on". De eerste drie werken zijn van Robert Heinlein. Maar de lijst gaat verder : De "Duin-trilogie" van Frank Herbert "The Martian Chronicles" (De Marsiaanse Kronieken) van Ray Bradburry, "Gather Darkness" van Fritz Leiber, "The Faded Sun-trilogie" van C.J. Cherryh. (De mooie C.J.). Meestal lees ik liefst verhalen die deze religieuze elementen in de positieve zin benaderen. Ze willen de sluier doorbreken. Maar van het negatieve kan men ook leren en genieten. De reële geschiedenis toonde ons meermaals dat georganiseerde godsdienst dikwijls tot een politiek stelsel evolueerde en een oorlogsmachine werd. Er zijn sommige "New Wave" verhalen waar ik van huiver. Het beste voorbeeld is : "Jupiter laughs" van Edmund Cooper. Pure heiligschennis. Hij laat Jozef, Maria en de pasgeboren Jezus zomaar vermoorden... (van een alternatief gesproken...). Dan mag men mij wel "The life of Brian" voorschotelen. Daar kan ik nog met schateren... Even ademhalen en polsslag bijregelen: Wij hebben allemaal ergens wat godsdienstige principes meegekregen. Maar het gebruik van deze zaken in het surrealistische domein van de SF blijft speculatie. Een benadering van het domein der goden. Eigenlijk wordt het "moderne
mythologie"! Kronieken over het denken en handelen van helden, halfgoden en goden. Het blijft verzonnen of een veronderstelde oplossing. Het is zeker geen Schriftuur. De ervaring heeft aangetoond dat de legendes van eerlijke, goede en gelovige mensen ongelukkig genoeg een deel werden van de praktische religie. De vervorming van de oorspronkelijke godsdienst was toen begonnen. Denk maar even aan al die mooie verhaaltjes over de heiligen... Een ander voorbeeld : Jezus verscheen volgens het evangelie van Johannes aan de apostelen toen de deuren gesloten waren (Joh. 20:19). Een Essef-auteur zou deze scène als volgt kunnen beschrijven: "Jezus teleporteerde zich naar de vergaderzaal van de discipelen. Dit is best mogelijk ? Maar het is een vrije interpretatie over de term "verschijnen". Dit kunnen we ook met andere termen : onsterfelijkheid, eeuwig leven en verhoging. Hier kunnen aardige stukjes over geschreven worden. Lazarus Long loopt nog steeds rond volgens Heinlein's woorden. Momenteel sleutel ik aan een verhaal over een "close encounter" met wezens van een ander sterrenstelsel. Carlos las de eerste versie en stuurde ze naar de brandstapel. Maar ik denk er helemaal anders over en het werkje wordt afgerond. Waarom heb ik nu dit artikel geschreven ? Om duidelijk te stellen dat fantasie leuk is ! Maar zij mag de realiteit niet vervangen. In hemelsnaam niet stoppen met lezen ... Onze grootste behoefte heden 3
ten dage, bestaat uit het overwinnen van angst om liefdevol uit te gaan en begrip voor elkaar te hebben. De waarheid is het nauwkeurig samenvallen van het geestelijke en het fysische. Uiteindelijk zal P.P.Pratt gelijk krijgen. Theologie is de alomvattende wetenschap van alle wetenschappen en bruikbare kunstvormen. Volgens A.E. van Vogt zal dit op het menselijk peil de wetenschap van "het Nexialisme" worden (zie "The Voyage of the Space Beagle"). "Sofisten en zelfmoordenaars slagen in hun bestaan" werd mij eens verteld. Dan heb ik een leuke doordenker voor de grootmeesters van het menselijk vernuft. Is het irrationele de goddelijke vonk (de inspiratie) om het rationele vorm te geven ? Wij worden nu met melk gevoed. Eenmaal zullen wij vaste voeding ontvangen. (wordt vervolgd).
OPROEP "Progressef 81/1" is gelanceerd. De kritiek vloeit binnen. Enkele maanden terug zat ik met Marc Corthouts in café "Mozart". Hij toonde mij de lay-out van het eerste nummer. Marc vertelde mij dat mijn artistieke gaven (als tekenaar) beneden alle peil lagen. Raak : Dan volgde een nog sterkere opmerking : "George, de korte verhalen zijn geen Essef ! Het zijn "Horror stories". (Eddy C. Bertin zit nu te grijnzen !). Wat kon ik nu anders doen dan instemmen met de analyse. Daarom een oproep : "Waar blijven de SF-auteurs !". 4
uit “FATA MORGANA” uitg. Meulenhoff.
" Lieve vader, lieve moeder, ik
pen hebben gezet, en ons zonne-
trek de wijde wereld in."
stelsel hebben verkend, de af-
Dit zijn al honderdduizenden ja-
standen tussen de sterren over-
ren de woorden die de mens re-
brugbaar maken, om een nieuwe
den tot bestaan geven, en hem
wijde wereld te openen.
hebben voortgestuwd tot wat hij nu is. Een mens zonder "wijde
Het mensdom heeft wederom zijn
wereld" is even plat en beteke-
grenzen bereikt, en staat aan
nisloos als een figuur op een
de afgrond van een dodelijke
geschilderd landschap zonder
verveling, een sleur zonder
horizon. Zonder toekomst wordt
uitdaging, die hem in een ver-
men een wrak, zonder ruimte een
meende veiligheid tot de dood
krankzinnige. Een wijde wereld
zal voeren.
biedt toekomst èn ruimte. Fragment uit het boek "Mens De eerste aap die een vlakte
en zijn grenzen" van Prof.Dr.
overstak, de eerste mens die
J.J.A. Welde.
een zee bevoer, de eerste ruimtevaarder, stuk voor stuk behoeden zij hun soort voor te-
De man zat op de zwarte rots.
rugval, ineenstorting en uit-
Dof en ongenaakbaar verhief
sterving.
de steen zich uit de koude, zwarte zee. De granieten wan-
Het is daarom van levensbelang
den waren geplooid, als was de
dat wij, nu wij de eerste stap-
steenpilaar een kleed, lang ge-
5
leden door een godenhand uit de
De man wentelde ontelbare dagen
planeet omhooggetrokken, en
op zijn kleine, losgeslagen pla-
vergeten, tot rots gestold in
neet, die zon noch maan kende,
het kille sterrelicht.
door het immense heelal.
Zoals ook de man vergeten was,
Hij tuurde in de zuigende af-
en bevriezen zou tot een beeld
grond van zijn atmosfeerloze
van zichzelf.
nacht. Zijn schip lag verminkt op de
Hij bewoog zich. Hij was niet vergeten! Hoe kon zo'n dwaze gedachte zich in zijn hoofd dringen. Hij moest oppassen: het klopte onvermoeibaar in zijn geest, wachtend op een enkel moment van verzwakte waakzaamheid. Hij wist niet hoelang hij al op de koude rots zat. In zijn gevoel was hij vele, vele weken alleen geweest met het zwarte water, dat zich bijna golfloos uitstrekte tot de vreemd-nabije horizon, en dat in zijn doodse spiegelvlak niets méér ving dan de bleke sterrepunten. En de sterren, boven hem, leken niets méér te zijn dan de door het heelal weerkaatste flonkering van het water.
bodem van de zwarte spiegelzee. Hij wachtte, in leven gehouden door de chemische processen in zijn ruimtepak, op de reddingsploeg die hem weldra van deze rots zou halen. Hij staarde naar de lichtpunten boven en onder hem, en vocht tegen iets. Soms kroop het langzaam op hem af, van tussen de sterren. Soms,zoals nu, besprong het hem van binnen zijn eigen gedachten, en schoot koudbrandende paniekpijlen door zijn levende ziel. Eenzaam op zijn torenhoge spits vocht hij het af in de eeuwige duisternis. Hij was zich niet bewust van het feit dat zijn stenen troon langzaam ondergraven werd door
Soms wist de man daardoor niet
de ijskoude zee.
meer wat boven of onder was,
Molecuul voor molecuul door-
en helde zijn wereld, steiger-
vrat het water de rots, met
de traag, totdat de lage zwaar-
het geduld van de tijdeloze.
tekracht zijn oude wet deed gelden, en de zwarte horizon
Nu de mens het altijd nog re-
terugkantelde.
latief vertrouwde gebied van
6
zijn zonnestelsel probeert te
hem de paniek uit te bannen.
verlaten, ziet hij zich ge-
Pi is gelijk aan drie komma
plaatst tegenover een vijand
een vier een vijf negen.
die evenzeer te vrezen is als
Een maal dertien is dertien.
de claustrofobie die hem
Twee maal dertien...
steeds verder drijft: de de agorafobie
Gezonde, begrijpelijke gedachten.
Onze enige hoop op voortbe-
Tenslotte durfde hij zijn
staan ligt in het overwinnen
geest weer wat meer ruimte te
van deze nieuwe vijand, aange-
geven.
zien in de loop der tijden ge-
Hij probeerde zich dingen te
noegzaam is vastgesteld, dat
herinneren.
de mens zijn claustrofobie
Dat was moeilijk, en niet al-
niet kan overwinnen: beperking
tijd ongevaarlijk.
van expansiemogelijkheden be-
De scheurende duisternis om
tekent voor hem de dood.
hem heen deed hem soms herin-
Als deze nieuwe angst even on-
neringen met waandenkbeelden
overwinnelijk zal blijken als
verwarren.
de oude, zal het doodvonnis
Soms meende hij vage beelden
van Homo Sapiens eindelijk ge-
te zien in het harde water,
tekend zijn.
of zuchten te horen, gefluis-
Hij zal sterven, verpulverd
ter in zijn helm.
tussen de uitwaartse kracht
Maar hij wist dat zijn lege,
van zijn engtevrees, en de in-
van indrukken verstoken her-
waartse kracht van zijn plein-
senen hem voorlogen.
vrees.
Hij was niet gek.
Uit de lezing "Psychologie en
Nu herinnerde hij zich: hij
ruimtevaart", door Drs. J.
was de vooruitgeschoven pion,
Potter gehouden op het Inter-
voorbestemd om koningin te
nationale Congres van
worden.
bedrijfspsychologen in
Op hem was de hoop gevestigd.
Berlijn, 2053.
Hij moest in het bijna verloren spel de kansen doen keren.
Langzaam kwam zijn geest weer
Een fel opflitsend beeld van
tot rust. Een beschermende
witte vlakken in het zwart
muur van geruststellende, con-
vervaagde, en liet hem leeg
troleerbare gedachten hielp
achter.
7
Lichtvlekken drongen achter zijn ogen, de stilte zong als een sirene. Snel begon de man zijn ritueel: Pi is gelijk aan. Tot nu toe zijn alle pogingen tot interstellaire ruimtevaart op een mislukking uitgelopen. Hoewel de astronauten in minder dan een maand het dichtsbijgelegen zonnestelsel zouden kunnen bereiken, is geen van hen zo ver gekomen. Alle vijftien schepen van project Starbridge moesten na enkele dagen teruggeroepen worden, nadat ernstige malfunctie van de menselijke component was gesignaleerd. De verschillende astronauten gaven hetzelfde beeld: zij verkeerden zonder uitzondering in een toestand van ernstige depressie. Zij leefden in een volkomen geestelijke isolatie, en schenen zichzelf op te sluiten met een kern van zeer concrete gedachten. Sommigen herhaalden eindeloos dezelfde kinderversjes, anderen maakten zeer ingewikkelde berekeningen, of zeiden formules of gebeden op. Zij verzetten zich op die
8
manier tegen elke indruk vanuit
Na diepgaande onderzoekingen is
de buitenwereld.
vastgesteld, dat de krankzin-
De zes astronauten die men met
nigheid, die alle astronauten
behulp van verschillende psy-
van project Starbridge getrof-
chofarmaca uit hun isolement
fen heeft, terug te voeren is
trachtte te bevrijden, zijn
tot extreme agorafobie.
allen gestorven.
Mijn vraag is nu, of deze vrees
De doodsoorzaak is nog onvol-
inherent is aan de menselijke
doende onderzocht, maar staat
soort, of dat er individuen
omschreven als "plotselinge
zouden bestaan, die deze vrees
uitval van de hersenactiviteit"
niet, of in zeer verminderde mate, kennen.
Twee astronauten hadden hun computerbesturing zodanig verwoest, dat zij niet konden
Zoals ik reeds heb benadrukt
worden teruggehaald.
in mijn vorige werk, is het
Zie verder bij gesloten psy-
voor de mensheid van levens-
chiatrische rapporten en sec-
belang zijn bekende wereld
tieverslagen.
steeds weer te kunnen ontvluchten.
Samenvattend rapport in de
Het zou voorlopig voldoende
dossiers van het International
zijn, wanneer één mens in staat
Bureau of Space Investigation.
zou blijken de interstellaire ruimte te overbruggen.
Een koude druppel gleed zijn
De psychische ruimte die daar-
brein binnen.
door zou ontstaan, alsmede de
Hij deed zijn uiterste best om
vergrote kans op het voorkomen
hem uit te bannen, maar het
van meerdere ruimtebestendige
ding kronkelde en luste zich
indivduen, zouden de mensheid
tussen zijn hersenrichels.
weer eeuwen van leefbare toe-
Als een razende herhaalde hij
komst schenken.
zijn tafels, maar het heelal
Na verscheidene proeven met
lekte onstuitbaar zijn tere
grote hoeveelheden proefper-
menselijkheid binnen.
sonen (zie aanhangsel F) vrees
Kou vrat in hem, en leegte
ik echter te moeten concluderen
zoog hem op.
dat de kans, dat deze agora-
Hij zat in een bal ineengedo-
fobie eencollectieve eigenschap
ken: een mensenoffer aan de
van de mens is, zeer groot moet
sterregoden die niet zijn.
worden geacht.
9
Fragment uit "Interstellaire
Hij zat op de zwarte rots.
Angsten" door Prof. Dr. J.J.A.
Zijn geest was kaalgevreten
Welde.
door het ziedende niets. Hij staarde hol geteerd voor
Terwijl de kille krankzinnig-
zich uit, veranderde langzaam
heid van het heelal zijn leven
in een standbeeld, welks sokkel
binnendroop, sijpelden herinne-
onherroepelijk ondergraven werd
ringen tot in zijn bewustzijn.
de geduldige, zwarte zee.
Hij was het meest bestand. Buiten hem kon zeker niemand
En al die tijd huilde hij. Hij
de leegte aanzien.
beweende de warme, zachte aarde,
Hij was overwinning of neder-
die wachten zou, vergeefs, en
laag.
langzaam sterven op haar zwarte,
Na hem geen reddingsploeg.
ondergraven rots.
Prijs 30 BF per pocket. Progressef Pockets zijn een speciale uitgave van het tijdschrift PROGRESSEF, verenigingsblad van 'SFANPROGRE5SEF'. Het is een oproep voor alle jonge auteurs ! Bezit u ook schrijverstalent ? Kan u beter dan E.C. Bertin, G. Eekhaut, J.C. Raasveld en Tais Teng. Typoscripten van zestien (of meer) bladzijden met tussenlijn kan u altijd opsturen : Redactie Progressef-pocket : Carlos Moens, Brusselse steenweg 243 bus 4, 9370 Lebbeke, België. Reeds verschenen : nr 1 : Baby's Rosemary Eddy C. Bertin. Een parodie op de film van Polanski ?
10
Nr 2 : IJstijd Julien C. Raasveld Een nieuwe IJstijd ? Een nieuw ontwaken van de mens ? nr 3 : De Kokon van God Guido Eekhaut nr 4 : Kankerbestrijding Een rationele oplossing of niet ? nr 5 : Assassin in Den Obscura Tais Teng Een huurdoder op de Maan ? nr 6 : Is in de maak : kort verhaal van Hubert Lampo, de ere-gast van de SF-dag van Progressef. De schakel tussen SF en Magisch Realisme !
In 1973 schreef reporter Jack Tinker, van de Daily Mail, het volgende over de "Rocky Horror Show" : "De erotische fantasie van Richard O'Brien is zo grappig, vlug en onvoorstelbaar goed gerealiseerd, dat het een gevaar wordt als men alleen applaudisseert zonder het stuk naar waarde te schatten. De musical is 90 minuten spektakel. O'Brien heeft de heersende nostalgiatrend goed verwerkt in zijn show. Hij neemt de onschuldige kitsherige fantasieën van de vijftiger jaren, namelijk Horror films, advertenties voor Body building en vergeten popsterren. Hij projekteert ze in het sensueel midden van de zeventiger jaren. De magie die hij gebruikt is de leerspreuk: Droom niet, maar beleef het werkelijk." De bekende griezelfiguur wordt omgevormd tot een keizerlijke transvestiet. Het bloedzuigen van zijn onschuldige slachtoffers, het bekende sex-surrogaat wordt deze keer door Frank-n-furter vervangen door de "real thing". Hierdoor slaat het noodlot toe en wordt het resultaat nog erger dan de dood. De invloed van de "gekke professor" overstelpt Brad en Janet het all American teenage pre-pil koppel en bevrijdt hen van alle sexuele remmingen. Tijdens de opbouw van het verhaal evolueert de muziek van Bill Halley naar David Bowie met de snelheid van het licht. Bondig overzicht van bestaande presentaties : 1) 1973 : The Rocky Horror Show, the Royal court Theatre upstairs, Londen. Muziek LP : UK records UKAL1C06. 11
2) 1975 : The Rocky Horror picture show (de zachtere filmversie). Muziek LP : 20th Century Fox/SP77031/ Olympic Studios London. 3) 1976 : De Nederlandstalige versie. Studio Herman Teirlinck, Antwerpen, gespeeld door eindejaarsstudenten. De ster in (1) en (2) is Tim Curry. Hij is akteur en zanger. Het Britse publiek kent hem van de BBC luisterspelen (the Clitteroe kid). Na het succes van de RHS probeerde hij als popster door te breken, maar dit mislukte. Hij is bij ons bekend als 'Will Shakespeare' in het Engels feuilleton dat op de Nederlandse TV uitgezonden werd. Het verhaal : Het start als een typische Bfilm van de vijftiger jaren. De helden, Brad Majors en Janet Weiss, zijn op weg naar hun vriend Dr. Everett Scott. De wagen krijgt een lekke band. In het midden van de nacht kloppen ze aan bij het Frankenstein kasteel. Riff-Raff is de knecht van de professor : een parodie op Igor en Dr. jeweet-wel-wie. In het labo van de transvestiet wordt het perfekte monster gemaakt : Rocky Horror. Het is een stoere bonk met de nodige sexuele lusten. Buiten Riff-Raff verschijnen nog andere vrienden van Frank-n-furter op de scene : Magenta en Columbia, alsmede de Rockers. Een conflict ontstaat. De gekke professor wordt uitgeschakeld en de bende vliegt terug naar de planeet Transsilvania. Onze heldin wordt verleid door het schone monster en Brad door de transvestiet. De porno-elementen krijgen nu de bovenhand.
12
Het verhaal sluit af met een space opera-orgie. Het leven op aarde wordt als kortstondig en onnuttig omschreven. Daarom grijpen ze allen naar die enige uitlaatklep. (Sex, drugs en rock'N'roll). De muziek : De producer is Michael White en Lou Adler (voor de filmversie). Zowel de theaterversie als de filmversie zijn bekend voor hun hits : rock'n'roll nummers, jazznummertjes en de Bowie-rage. Het lied "SF Double feature" is een ode aan de oude films (van Flash Gordon tot Forbidden Planet). In de filmversie doet Meatloaf mee. Besluit : Ik vond de oorspronkelijke life versie de beste. In de film is de muziek aangepast geworden voor het groter publiek. De harde rock is geknipt. De sfeer in het theater is buitengewoon. Men wordt persoonlijk naar zijn plaats geleid door monsters. De dame die de ijsjes verkoopt in de zaal opent het stuk met de titelsong. De verteller komt lekker eng over. Zijn stem is boosaardig en het stof springt zo uit zijn vertelboek. Naar het schijnt is de Nederlandse versie naar Amsterdam verhuist wegens censuurmoeilijkheden in ons klein landje. En dan nog het laatste nieuws uit de filmwereld : men werkt aan een vervolg op de Rocky Horror Show. De prent zal de naam krijgen "Shock Treatment" en wordt op dit ogenblik afgewerkt in de Britse filmstudio's. Dus nog even geduld. Tussen Haakjes wie heeft Richard O'Brien herkend in de cast van "Flash Gordon" ?
Het frustrerende van de psychiatrie is, dat je soms pas in een geval gekend wordt als er niets meer aan te doen is. Neem bijvoorbeeld die avond in hotel Heidezicht in Drente waar ik met mijn vrouw vorig jaar een rustig weekje doorbracht. We hadden net een stevige nachtwandeling gemaakt en terwijl zij alvast naar boven was gegaan dronk ik nog even een borreltje aan de bar. Het was een mooie maar warme zomeravond geweest. Het was ons al wel opgevallen, toen we van de wandeling terug kwamen, dat men erg onrustig was in dat gedeelte van het hotel waar de hoteleigenaar zelf woonde. Opgewonden stemmen, paniekerig geloop, en de auto van de dorpsdokter stond ook al voor de deur. Dat irriteerde me een beetje : Ik had per slot van rekening niet voor niets in een van Nederlands meest rustige gehuchten een hotel gezocht. Anderzijds maakte het me ook wel nieuwsgierig en toen de hoteleigenaar op me af kwam en vroeg of ik even mee wou gaan omdat zijn zoon Wiebe en diens vriend Douwe zulke ra-
re verhalen aan het vertellen waren ("Over Marsbewoners en zo") won de nieuwsgierigheid het helemààl van de irritatie. Net toen ik mijzelf had wijsgemaakt dat een goed vaderschap eigenlijk wel goed gecombineerd kon worden met mijn verlangen om nergens bij betrokken te worden, kwam de hoteleigenaar uit de deur waar "PRIVE" op stond en liep op me toe. Of ik even mee wilde komen. Met grote gereserveerdheid zei ik dat het mij toescheen dat ik niet erg nuttig zou kunnen zijn bij wat er dan ook aan de hand was, maar de heer Wiggers bleef aandringen. "Dokter, ik vraag u nièt voor eerste hulp ! Dokter Dekkers is hier net geweest en die zegt dat mijn zoon alleen maar rust nodig heeft. Maar ik vraag u, omdat Wiebe zo iets geks heeft meegemaakt ... óf hij is gek, maar dan is Douwe het ook, óf die Marsbewoners waren 't." Nou kon hij me maar op één manier van mijn principiële "vakantie-is-rust" standpunt afbrengen, en dat was door over
13
Marsbewoners te praten. Ik heb als ik dit nu neerschrijf, zo'n vijftienhonderd science-fiction boeken en als je dit leest zullen er al wel weer een paar honderd bij zijn gekomen. "Marsbewoners ?" vroeg ik en ik vermoed dat ik een beetje minder afhouderig keek. "Ja, dat zegt Wiebe tenminste, en Douwe beweert het ook ..." Ik kende Wiebe Wiggers redelijk goed. Ik kwam al een paar jaar in dat hotel en Wiebe en ik hadden heel wat gesprekken met elkaar gevoerd. Het was een serieuze jongen die nogal veel las, en voor iemand van het platte land beschikte hij over een behoorlijke algemene ontwikkeling. Niet iemand die gauw zijn evenwicht kwijtraakte. En die praatte over Marsbewoners ? Daar wilde ik meer van weten. "Accoord, mijnheer Wiggers", zei ik, "ik ga met u mee." Wiebe Wiggers lag in bed en zag er doodsbleek uit. Voor zover ik kon zien was hij niet gewond. Op een matras die ze op tafel hadden gelegd lag een andere jongeman. Net als Wiebe zal hij ongeveer 18 jaar zijn geweest, en ik vermoedde dat dan wel Douwe zou wezen. Douwe leek licht versuft te zijn, maar ook hij had geen zichtbare verwondingen en zijn kleren waren onbeschadigd. Ik trok een stoel bij het bed en vroeg Wiebe me te vertellen wat er was gebeurd. "Nou meneer de dokter, dat is nogal een verhaal. Douwe en ik waren op de heide ..." Wiebe zweeg even en leek te aarzelen. "Je hoeft mij niet te 14
vertellen wat jullie daar deden, als je daar soms wat op tegen mocht hebben", zei ik, want ik snapte best dat het wildbraad waar hotel Heidezicht beroemd om was, niet altijd langs legale weg op tafel was gekomen. ... "Ah, eh ... U begrijpt het geloof ik wel dokter", zei Wiebe opgelucht. Ik hoorde dat verschillende anderen in de kamer met een zucht van verlichting hun ingehouden adem lieten ontsnappen. De dokter zou kennelijk geen moeilijkheden maken over een onschuldig stroperstochtje. Wiebe ging verder : "Een kilometer of vijf hier vandaan zagen Douwe en ik een lichtschijnsel achter een heuveltje ... en we vonden dat gek, want er staan daar geen huizen en bovendien; het licht was zo vreemd gekleurd ... We zijn er toen voorzichtig naar gaan kijken en u moet me geloven dokter, maar toen we onze koppen boven het heuveltje hadden uitgestoken zagen we daar een vliegende schotel !" Moeder Wiggers keek mij meewarig aan en schudde bedroefd haar hoofd. Maar ik was er nog niet zo zeker van dat Wiebe zijn verstand had verloren. Voor ik tot die conclusie kwam wilde ik eerst wel wat meer weten. Ik keek Wiebe uitnodigend aan en zei : "Vertel maar verder, jong." "Ik durf haast niet. Jullie moeten niet denken dat we gek zijn of zo ... Nou, goed. Luister dokter : Voor een opening in die vliegende schotel stonden twee wezens. Grote bollen waren het, zo'n twee meter in doorsnede. Met allerlei uitsteeksels die uit die bollen staken en die bewogen. Doodeng gewoon ! Douwe en ik keken d'r een tijdje naar en toen moest Douwe ineens geweldig niezen. Die
15
wezens keken onze kant op en straalden met een of ander ding naar ons en toen konden we ons niet meer bewegen. Toen kwamen ze naar ons toe, legden ons op de open plek waar hun vliegende schotel stond, in het licht dat uit de deur scheen. Ik moet zeggen dat ze ons heel voorzichtig optilden en neerlegden en dat maakte me een beetje geruster. Nou, en toen gingen ze van alles doen wat leek op een soort routineverhaal dat ze deden als ze met andere wezens te maken kregen. Ze pakten een of andere plastic plaat en wezen daar met een stift naar. Je zag dan een lichtende streep op het plastic die er een tijdje op zichtbaar bleef en dan weer verdween. Zo tekenden ze iets en gelukkig snapten we meteen wat ze bedoelden. Ze tekenden een ronde stip met negen cirkels eromheen en een klein bolletje op elke cirkel. Vlak naast het bolletje op de derde cirkel tekenden ze een heel klein bolletje, vlak bij het bolletje op de vierde cirkel tekenden ze twee kleine bolletjes en toen was het mij wel duidelijk dat ze een tekening maakten van ons zonnestelsel. Ze wezen op het bolletje van de derde cirkel, daarna wezen ze op de grond en maakten een of ander ratelend geluid. Toen wezen ze naar de sterren. Ze tilden ons zo op, dat we op het stuk plastic konden kijken. Ze tekenden de Grote Beer en wezen op de middelste ster van de staart. Daarbij maakten ze een klikkerig geluid, alsof je heel vlug met je tong klakt, en toen tekenden ze hun eigen zonnestelsel. Tenminste, ik denk dat het dat was : zeven planeten, zij komen van de derde, die drie manen heeft. Daarna pakten ze ons weer op, legden ons precies op de plek waar we hadden gelegen 16
vóór ze ons ontdekten en legden het plastic en de stift voor ons neer. Ze liepen weer naar hun vliegende schotel en pakten weer een of ander straal-apparaat en de verlamming verdween ! We konden ons weer bewegen en Douwe wou meteen weghollen. Maar ik zei dat dat niet hoefde. Als ze ons kwaad hadden willen doen dan hadden ze dat al lang kunnen doen. Het was duidelijk dat wij nou iets van een boodschap moesten geven aan hen." ... "Geweldig" ... zuchtte ik en ik was ontzettend jaloers op die knapen. Ik geloofde er alles van. Het was een veel te mooi verhaal om van een psychoticus te komen (wat ik van Wiebe trouwens ook helemaal niet verwachtte) en ik kende de jongeman goed genoeg om er zeker van te zijn dat hij totaal niet in staat was om een dergelijk verhaal als "practical joke" te verzinnen. "Wat hebben jullie toen gedaan ?", vroeg ik. "Nou. Ik wilde duidelijk maken dat wij óók vriendelijke bedoelingen hadden, dus ik stak mijn beide handen opgeheven in de lucht, met de handpalm naar voren. Zo doen ze het altijd op de T.V." zei Wiebe wat verlegen. "Ik weet niet hoe ze dat vonden, maar hun reactie was er een van klokken, ratelen en klakken en ze waren daar nogal even mee bezig. Toen keken ze weer naar ons. Ik wees toen op mezelf en zei : "Wiebe" en toen wees ik op Douwe en zei "Douwe" en toen wees ik op hen. Ik dacht dat zij nou een eenvoudig geluid zouden maken, hun naam en meer niet, maar zij maakten helemaal geen geluid. Ze bewogen niet eens. Toen dacht ik dat we hen nog duidelijker moesten maken dat we vriendschap wilden, dus heb ik onze geweren opgenomen ..."
Wiebe keek me geschrokken aan. Nu had hij wel héél duidelijk gemaakt dat ze waren wezen stropen. Ik gaf hem een knipoog en hij ging gerustgesteld verder. " ... en ik liep naar ze toe. Ik legde de geweren voor ze op de grond en ging weer terug naar Douwe. Toen kregen we wél weer een reactie. Ze gingen weer van die gekke geluiden maken en bewogen hevig met hun ... eh ... nou, het zullen wel armen zijn geweest. Maar om het nog duidelijker te maken deed ik toen iets waar ze zo gek op gereageerd hebben ... Ik vroeg aan Douwe of die het goed vond om een cadeautje aan ze te geven. Het leek ons het beste om iets te geven wat ze konden eten. We hadden toevallig een haas bij ons die we eh ... ... "geschoten hadden", vulde ik aan. Ik wilde niet dat wat onbenullige schaamte over stropersactiviteiten het veel belangrijker verhaal zou onderbreken. "Ga maar verder." "Nou, en toen ik die haas naar ze toe wou brengen, wezen ze opeens weer naar ons met hun straaldingen en we waren weer verlamd. Alleen, nou deed het pijn, de eerste keer niet. En we verloren er ook ons bewustzijn bij. Ik denk dat we daar een paar uur gelegen hebben en toen we weer bijkwamen waren ze weg. Ook hun tekenbord was weg en ze hadden onze geweren en de haas weer bij ons gelegd." "En waarom roepen jullie mij daar nou bij ?", wilde ik weten. "Dit lijkt me meer iets voor de overheid." "De overheid ? Gut dokter, moet dat nou ? Ik bedoel ... u begrijpt ... ze zijn nou toch weg, dus er is niks meer voor de overheid te doen en eh ... Wiebe en Douwe zijn al eens 17
voorwaardelijk gestraft voor 's nachts jagen en ze zouden, eh ... nou ja ... kunnen we het niet onder ons houden ?" "Ik vind het best, maar dan hadden jullie mij er toch net zo goed buiten kunnen laten ?" "Jawel," zei Douwe, die genoeg bekomen leek te zijn om zich ermee te gaan bemoeien, "maar we willen zo graag weten wat er mis is gegaan. Eerst behandelden ze ons heel voorzichtig en vriendelijk. Ze verlamden ons wel omdat we anders natuurlijk zouden zijn weggelopen, maar verder deden ze alles zo pijnloos mogelijk. En toen we onze reactie zo vriendelijk mogelijk lieten zijn, gingen ze weg, nadat ze ons eerst heel pijnlijk hadden verdoofd. Net of ze ons verdorie ergens voor straffen wilden. Ik snap het niet, en u hebt toch geleerd voor gek gedrag ?" "Gek gedrag ? Daar hoefde ik niet voor te leren, dat had ik van mezelf al. Maar ik begrijp wel wat je bedoelt. Ik wil wel proberen het uit te leggen,maar dan moet ik eerst meer weten over die wezens. Het waren overigens geen Marsbewoners natuurlijk. Ze kwamen van heel wat verder weg. Je beschreef ze als een bol, hè ? Kun je daar wat meer over vertellen ?" "Die bollen waren bijna kogelrond, ze hadden alleen een deuk voorin." "Een deuk ?" "Ja. Alsof je een soepbord tegen die bol had aangedrukt en of dan de afdruk van dat bord was blijven zitten. Een hoofd of zo hadden ze niet. Ik heb niet gezien waar ze hun klakkende geluiden mee maakten." "En de uitsteeksels ?" 18
"Dat waren drie buizen die uit de bovenkant staken, met bollen aan het uiteinde." "Iets van optische organen, denk ik. Radar ? Lichtgevoeligheid ? Enfin ... En die andere ?" "Drie dingen die uit de onderkant kwamen en waar ze mee liepen en dan nog vier die heel beweeglijk waren en kleine tentakeltjes aan het eind hadden. Daarmee deden ze alles wat wij met onze handen doen. En dan was er nog een korte steel. Die zag er gek uit, maar ik kon hem niet helemaal zien." "Hoezo ?" "Omdat die steel overdekt was met een soort hoes die er precies omheen scheen te passen. Het was een korte buis en aan het uiteinde een platte schijf. Zoals een gieter. Maar hoe die schijf er uitzag kon ik niet zien, dus." "Hoe groot was die schijf ?" "Ongeveer vijfentwintig centimeter doorsnee, denk ik." Ik hield even op met mijn ondervraging. Toen zei ik : "Ik denk, Wiebe, dat je al in het begin van je contactpogingen een heel ongelukkig gebaar hebt gemaakt." Wiebe keek me verbaasd aan. Ik balde mijn rechtervuist, waarbij ik de wijsvinger en de middelvinger gestrekt hield. Toen stak ik die hand met de rugkant naar onderen, met een ruk onder Wiebe's neus. Wiebe's moeder zoog geschrokken haar adem naar binnen. Ook de anderen in de kamer keken me geschokt aan. "Sorry, mensen, maar ik wil jullie duidelijk maken hoe het op een ander overkomt als je een obsceen gebaar maakt.
Als ik er niet te ver naast zit, heb jij zoiets gedaan toen je je armen strekte en die wezens je handpalmen liet zien, Wiebe ! Kijk, het enige lichaamsdeel dat die wezens bedekt hadden was dat gietervormig uitsteeksel, hé ? En de knop daarvan was ongeveer net zo groot als de deuk in hun buik. Ik denk dat zij zich voortplanten door die gieter in de deuk te passen. Jouw gestrekte hand kan best hetzelfde soort associaties hebben opgeroepen als mijn twee vingers. Wij artsen noemen dat de toucher-stand, maar de meesten mensen associeren het met iets anders !" "Maar dokter dat bedoelde ik helemaal niet !" "Nee, dat weet ik ook wel, maar die wezens dachten er misschien wel anders over. En hoe denk je dat je bent overgekomen toen je jezelf en Douwe voorstelde ? Misschien hebben die wezens helemaal geen namen, alleen maar titels, of rangen, of zo. Jij deed het woord, dus toen je "Wiebe" zei, dachten ze misschien dat je zei :"Ik ben de baas." En "Douwe" kan dan geklonken hebben als "en hij staatonder mij." Dat je pas in de derde instantie op hun wees, kan voor hen betekend hebben : "En jullie staan helemaal onderaan." Ik wil maar zeggen dat wat jij duidelijk vindt, voor hen nog helemaal niet duidelijk geweest hoeft te zijn. Neem nou je gebaar met die geweren ! Jij wou natuurlijk zeggen : "Ik lever mijn wapens aan jullie uit," maar zeden en gewoonten verschillen wat dat betreft hier op aarde al een heleboel en dat zal in het heelal wel helemaal zo zijn. Als je in het oude Rome of Griekenland, of nog niet zo lang geleden in Japan iemand ter dood veroordeelde, dan bood
je hem een wapen aan, waarmee hij zichzelf diende te doden. Een gifbeker, of een zwaard of een pistool. Jij gaf die wezens geweren ! En toen ze zichzelf niet onmiddellijk doodden maakte je het nog duidelijker door ze een lijk te laten zien !" Dat was geen lijk, dat was een haas ..." "Wisten zij veel ? Voor hen was het een dood wezen. Ze hebben zelfs toen alles was misgelopen met hun vredesmissie jullie alleen maar verdoofd. Wel pijnlijk, ze zullen wel kwaad geweest zijn, maar niet dood. Jullie "Gift" van een dood beest was misschien wel de allerergste belediging die je ze kon aandoen ! Maar ja ... Het is nou eenmaal gebeurd, ik zou er maar met niemand over praten en laten we hopen dat het volgende contact met bezoekers uit het heelal wat beter verloopt. Ik ga naar boven, want mijn vrouw zal zich wel afvragen waar ik blijf. Goedenavond saam." Toen we later die avond in bed lagen vertelde ik alles aan mijn vrouw en ik voegde er aan toe : "Het is ontzettend jammer dat die jongens met hun goeie bedoelingen zo naast de roos geschoten hebben. "Maar die sterrewezens zijn ook niet vrij te pleiten. Die waren net zo weinig in staat zich in de plaats van anderen in te leven als onze jonge vrienden." "Tja," zei mijn vrouw filosofisch, terwijl ze het licht uitdeed. "Die wezens waren wel een eind van huis, maar feitelijk waren het echte provinciaaltjes ..."
19
20
21
Doris LESSING is een respectabele dame in de Engelse letteren.Zij werd in 1919 in Iran geboren,doch volgde haar ouders kort daarop naar Zuid-Afrika en later naar Rhodesia.In 1950 keerde zij naar Engeland terug,met "The Grass is Singing" onder de arm en sindsdien volgden daarop nog wel zo'n 25 romans,verhalenbundels en nonfiction werken.Haar Afrikaanse achtergrond staat borg voor 'n bredere visie en voor 'n grotere interesse in andere kulturen en sociologische problemen dan minder beweeglijke auteurs door gaans aan de dag leggen. Hetzij die bredere visie,hetzij die interesse voor 'andere' kulturen,brachten haar ertoe ook sf te lezen en te apprecieren. Verschillende van haar werken vertoonden reeds meer fantastische trekken en in "The FourGated City" had zij reeds vroeger een uitstap naar de toekomst ingelast."SHIKASTA",het eerste deel van wat als een sftrilogie werd aangekondigd, opent met een korte en weinig diepgaande inleiding,waarin echter wel de uitspraak valt dat "sf.. is the most original branch of literature now".. Waarvan vreugdevol akte,zij het met enige reserve wegens wat wordt verondersteld de ij-
22
ver van de nieuwkomer te zijn. De lezer zal zich overigens na korte tijd al de vraag stellen wèlke sf Doris LESSING precies las.STAPLEDDN en LEWIS,dat is vrij duidelijk,maar nog een andere naam komt naar voren,en die houd ik liever even voor later. Circa 1978 besloot deze schrijfster dus tot een sf-cyclus, waarvan twee delen tot hiertoe verschenen zijn (ook reeds in pocket bij GRANADA) en een derde aangekondigd werd.De globale naam van de reeks luidt "CANOPUS IN ARGOS : ARCHIVES" en wordt voorgesteld als ean bundel materiaal die,op CANOPUS, aan studenten van interstellaire betrekkingen wordt aanbevolen. Het eerste deel draagt dan de titel "RE:COLONISED PLANET 5 SHIKASTA,Personal,psychological and historical documents relating to the visit by JOHOR.." Het tweede deel,al even plechtig,"THE MARRIAGES BETWEEN ZONES THREE,FOUR AND FIVE,as narrated by the Chroniclers of Zone Three". "SHIKASTA" eerste honderd blz. schetsen de achtergrond waartegen de cyclus zich afspeelt : het komt hierop neer dat,naast CANOPUS,ook SIRIUS en PUTTIORA
en zekere "Three Planets" voldoende geevolueerd zijn om zich voor minder ontwikkelde stelsels te interesseren,wat echter niet altijd zonder wrijvingen en mislukkingen gaat..Precies daarover gaan de 'archiefstukken' dan. Na een periode van oorlog,waarover we (voorlopig ?) niets meer vernemen,leven CANOPUS en SIRIUS nu in vrede,zij het wat naast elkaar weg.PUTTIORA wordt overheerst door een van de planeten van zijn stelsel,met name SHAMMAT,en in de kontekst van de cyclus vertegenwoordigt deze laatste zowat het Kwaad,met een grote K. Een der planeten,die CANOPUS en SIRIUS gezamelijk koloniseren, heet ROHANDA (= de Vruchtbare). Hun interventie omvat wat je ontwikkelingshulp zou kunnen noemen,maar ook heel wat genetische experimenten.Daarbij komen zij direkt tussenbeide,of na incarnatie in plaatselijke levensvormen. Verder is het zo dat het optrekken tot galactische normen eveneens wordt bevorderd door het overstromen van wat Lessing afkort tot SOWF en voluit 'Substance of We-feeling' heet.Een broederlijkheid-stroom, die echter op een bepaald ogenblik onderbroken wordt en pas veel later weer zal kunnen hervatten.Die onderbreking is aansprakelijk voor de geleidelijke teloorgang van ROHANDA,die voortaan SHIKASTA (= de Getroffene) gaat heten,en waarin de lezer vrij snel onze Aarde heeft herkend.Zij laat ook SHAMMAT toe zijn nefaste invloed uit te brei den. Voor een korrekt begrip van de cyclus dien je verder te weten dat SHIKASTA uit zes ZONES bestaat,die,oorspronkelijk toch, naast elkaar bestaan en van elkaars bestaan weinig afweten. De lagere nummers zijn meer 'etherisch',met fantasytrekjes, terwijl de hogere nummers meer materialistisch zijn,met uit-
zondering van ZONE ZES dan,die een vorm van limbo is,waarin op reincarnatie wordt gewacht. Het in "SHIKASTA" bij elkaar gebrachte materiaal valt in grote trekken in drie delen uit elkaar. Zoals ik hoger zei omvat het eerste deel daarvan een 'briefing' inzake de tussenkomst van CANOPUS.De verhaler is een van haar afgezanten, JOHOR,die onze Aarde bijzonder goed kent en een en ander van heel in het begin volgde.Je kan dit gedeelte van het boek best omschrijven als een 'sflezing' van het Genesis-verhaal met JOHOR in de rol van een of andere Aartsengel en SHAMMAT in die van de Boze.ook de toon van dit deel is Bijbels,met accenten van een profetische klaagzang.De schrijfster blijft hier bij op het 'legendarische' vlak en weert elke realistische,of archaeologische verklaring.Bovendien mengt zij elementen als megalithisme en Atlantis en Ufo's in haar verhaal,en onweerstaanbaar dringt zich hier de naam van von Däniken op,met de pejoratieve bijklank die hij impliceert. Vrij onverwacht nemen de bijeengebrachte archiefstukken dan een heel andere toon aan.Er wordt niet langer van het 'geisoleerde Noordelijke continent' gesproken,maar van America,terwijl het verhaal ook naar het heden wordt verplaatsten naar de nabije toekomst,meer precies naar de 'laatste dagen' tussen W.O.II en W.O.III. De lezer krijgt in het tweede deel van "SHIKASTA" vooral biografische schetsen geboden van hedendaagse vrouwen, met een zekere voorkeur voor marginalen en zelfs zg.terroristen,tezamen met rapporten en encyclopedische passages in verband met de 20° eeuw.Hoewel niet langer klaaglijk overheerst toch een toon van on-ontkomelijkheid en massale waanzin. 23
Het laatste deel van het boek, dat in de nabije toekomst werd gesitueerd, omvat hoofdzakelijk de brieven en de nota's die worden uitgewisseld omheen de figuur van George SHERBAN,d.i. JOHOR's recentste incarnatie. Een groot gedeelte hiervan is van de hand van diens jongere zusje Rachel SHERBAN,en bezit een frisheid en een direktheid, die scherp kontrasteert met voorgaande passages. De door Doris LESSING gemaakte extrapolatie omvat een verarming van de Westerse landen, het wanordelijk aan de macht komen van diverse jeugd-partijen, vooral dan in Europa en de Derde Wereld,en een westwaartse uitbreiding van een doctrinair China.Europa wordt een Chinees protectoraat,waarvan de oorspronkelijke bevolking uitsterft om plaats te ruimen voor grootscheepse immigratiegolven uit Noord-Afrika en India.De USSR tenslotte komt aan een en ander nog nauwelijks te pas. JOHOR heeft in die verwarde periode de persoonlijkheid aangenomen van een charismatische N. Afrikaanse jongerenleider,die geleidelijk aan invloed wint, tot hij zowat als co-ordinator van de jongeren van de Derde Wereld optreedt.Zijn interventie omvat het opzetten van een proces waarbij de Westerse landen zich dienen te verantwoorden voor hun koloniale verleden en het samenbrengen van uitgelezen jongeren,die in afgelegen centra de dreigende holocauste zullen moeten overleven.
(PLUSPUNTEN +) BEZWAREN
Hoewel "SHIKASTA" zekere verdiensten niet kunnen worden ontzegd,helt de balans m.i. toch eerder naar de negatieve zijde over. 24
Citeren we aan de positieve zijde de overduidelijke bezorgd heid van de schrijfster met wat in onze periode verkeerd loopt en haar begrip en appreciatie van zekere marginaliteit,waarin zij zelfs enige hoop lijkt te plaatsen. Ook het idee dat 'individuality..is the very essence of the degenerative disease' verdient aandacht,hoewel hierbij al dadelijk enige inconsistentie opvalt met wat ik nauwelijks enkele lijnen hoger releveerde. Die inconsistentie is het voornaamste bezwaar dat tegen "SHIKASTA" kan worden aangehaald, tezamen dan met een vervallen in cliché's,die de mainstream lezer,misschien minder,maar de sf.lezer daarentegen des te scherper zullen opvallen,of reeds opgevallen zijn. Inconsistentie naar de vorm,in de eerste plaats,waar het boek uit twee heel diverse delen bestaat,die toch al te scherp met elkaar kontrasteren.Ga je van het standpunt uit dat het eerste deel,de Bijbelse parafrase, interessante lektuur vormt,dan kan je enkel vaststellen dat daarvan,verderop,slechts tientallen losse draden overblijven die nergens meer opgenomen worden,of toch geen bevredigende doorzetting krijgen.Stel je, daarentegen,dat de interesse vooral door het laatste deel van het boek wordt gewekt,dan ga je heel die lange inleiding als bombastische en strikt over bodige vulling beschouwen,die bovendien zo versleten is dat een sf.schrijver ze nog nauwelijks zou aandurven.Meer nog, je kan enige irritatie niet ontwijken over de naieviteit van de auteur,die hieraan blijk baar toch echt waarde hecht,en meent iets origineels te hebben gebracht.Het tweede deel,met zijn biografische schetsen,wekt daarbij de indruk los materiaal
te omvatten, dat nergens anders kon worden benut en nu onder het voorwendsel van 'archiefstukken' (en new wave-techniek, misschien wel ?)toch nog konden worden tussengeworpen. Het opzet,zo dit er is,komt dus echt niet tot zijn recht.Ironische bedoelingen wil ik anderzijds niet eens vermoeden. Inconsistentie in de ideeën, ook.Als die aliens over zulke bijzondere machten beschikken, hoe verklaar je dan dat zij de relatief onbelangrijke problemen van hun kolonie niet kunnen redden ? LESSING invokeert technische moeilijkheden : als de stroom SOWF onderbroken werd, dan ligt dat aan,eh,radiatie, of aan de tijdelijke stand van bepaalde constellaties..Sorry, maar het komt even futiel over als ik het hier schrijf. Natuurlijk ligt de zaak dieper, en gaat het om de klassieke strijd tussen Goed en Kwaad. Tussen de lijnen door wordt overigens gesuggereerd dat JOHOR ook Jesus Christus was. Zonder iemand's opinies te willen kwetsen,kan ik daarbij enkel vaststellen dat de hogergestelde vraag geldig blijft.Persoonlijk heb ik nooit iets van de relatieve beperkingen van de Almacht begrepen,maar in een manicheïstisch wereldbeeld zal daar zeker wel een verklaring voor bestaan;naar dewelke ik dan ook verwijs. Aansluitend stelt zich ook de vraag naar de zin van de bezorgdheid en van de bewustmaking tegen dergelijke,door en door deterministische achtergrond,waarin alle goed en alle kwaad 'van boven komt' ? Te persoonlijke titel wil ik hierbij wel lucht geven aan mijn afkeer tegen dergelijke 'interventionnistische' sf,of het nu om "SHIKASTA" gaat,of om "2001".Zij ontkent in feite elke eigenheid aan de mens, en elke verantwoordelijkheid
en elke verdienste,hoe klein dan ook,en getuigt doorgaans van het soort technisch en economisch onbegrip dat ertoe leidt te besluiten dat pyramiden enkel met buitenaardse hulp kunnen zijn opgetrokken enzomeer. von Däniken-onzin,waarvan je hier bv.sporen vindt in het feit dat zowel de steden van het Gouden Tijdperk als de latere reddingscentra strikt geometrische vormen hebben, teneinde het doorstromen van de SOWF te bevorderen..Aub ! Neem anderzijds het koloniale idee.George SHERBAN zet een proces op tegen het kolonialisme, en daarbij worden,dagenlang,de scherpste verwijten tegen de 'blanken' gemaakt.Tot besluit weet de blanke verdediger echter aan te voeren dat de gekoloniseerdg volkeren in hun eigen geschiedenis minstens evenveel wandaden vinden.Neem het 'paria' idee in India.Bovendien hebben zij zich,eens bevrijd,gehaast dezelfde verfoeide paden te bewandelen.China bv.in de kontekst van "SHIKASTA". Een bevreemdende conclusie,die je misschien dient te nuanceren in hoofde van de schrijfster, maar waar tegenover staat dat zij,in hoofde van CANOPUS,toch zeker erg welwillend staat tegenover paternalistisch kolonialisme..Of hier ook weer inconsistentie achter schuilt, weet ik niet,maar verwarrend is het zeker. Bezwaren op sf.vlak ? De clichés,natuurlijk,en de reminiscenties.De vermenging van techniek en mysticisme.Ach,je kan wel uren doorgaan. "For Mrs.LESSING,clearly,sf.is liberating.." schrijft een bespreker,en dat lijkt inderdaad zo.Mij herinnert het echter eerder een terzake onkundige,die vrije verzen wil plegen,of disco dansen,omdat het zo gemakkelijk
25
"I think perhaps "SHIKASTA" does not quite come off.." zei Doris LESSING zelf,en het valt moeilijk haar daarin tegen te spreken.
(HEROIC +) FANTASY
lijkt..Zij heeft de mogelijkheden onderkend, doch de werking niet begrepen.
26
Wellicht omdat de schrijfster zelf haar prcblemen aanvoelde, ging zij in "MARRIAGES.." een heel andere richting uit. Basisgegeven en ontwikkeling zijn eenvoudig,terwijl ook het verhaal mooi rechtlijnig verloopt. Wij bevinden ons ditmaal in ZONE DRIE,een poëtische wereld met pastorale tinten waarin mensen en dieren met elkaar weten te converseren, een minimum aan overheden bestaat en erg losse familiale en sexuele verhoudingen de regel vormen.Een wat precieuze wereld evenwel,die ook zijn problemen heeft.Zo worden bv.steeds minder dieren geboren. In hun alwetendheid verplichten de 'Providers',d.i.Canopus,neem ik aan,de koningin,AL.ITH tot een huwelijk met de ruwe en militaristische heerser van ZONE VIER waar heel andere toestanden heersen.Oorlog en plundering en verkrachting vormen er het opperste vermaak,terwijl de vrouw, nou ja, je vult het zelf wel in. Zeer tegen haar zin gaat AL.ITH op weg,doch na de eerste,brutale ervaringen raakt zij geleidelijk milder gestemd.Ook haar echtgenoot,BEN ATA,verandert met de tijd.Een liefde, die zoals het hoort,met de komst van een prins wordt bekroond en waarnaast ook vlottere verhoudingen tot stand komen tussen beide Zones,die de weldoende invloed van de diversifikatie ondergaan. BEN ATA wordt daarop verplicht tot een huwelijk met een stamhoofd van de nog ruwere ZONE 5,
terwijl AL.ITH,die naar huis is weergekeerd,de ogen richt op de nog etherischer ZONE 2.. Cliché's ? Hoe gemeen zoiets te zeggen..En vond U dat door hogere machten verplichte huwen maar sinister ? Sommige besprekers blijken dit eerlijk en intelligent en zacht en gevoelig en wijs en charmant en humoristisch en geniaal en diepmenselijk te vinden,als je er de cover op naleest..(Nee,'genial' is niet geniaal,maar kom) Wel,heel eerlijk gesproken,inderdaad zijn de "MARRIAGES" niet van charme ontbloot.De 'chroniclers' van ZONE 3 hebben een aparte,bijzonder relativerende toon van verhalen en verwijzen voortdurend naar de naieve iconografie,die AL.ITH's belevenissen in een latere periode blijkbaar hehben geinspireerd.Dat geeft aan het boek een wat gewilde naieviteit en ook een 'afstand' die de al te klassieke plot vergoedt. Ook de 'strijd tussen de geslachten' is niet geheel van interesse ontbloot,hoewel een en ander, in deze manier van voorstellen, natuurlijk wel iets karikaturaals krijgt.
Waarop ik me over deze grote toegeeflijkheid zelf even verbaas,en snel toevoeg dat je toch wel echt van fantasy dient te houden,en dan wel van het vrouwelijke type,om "MARRIAGES" echt te genieten. Vermijdt daarbij dan liefst ook te overwegen wat bv.een Ursula Leguin met dit thema had gedaan (indien zij dit überhaupt zou hebben weerhouden,maar kijk,dat is pas echt speculatief ...) Blijft iets te zeggen over het verwachte derde deel van "CANOPUS" dat "THE SIRIAN EXPERIMENTS" zal heten. Uit "SHIKASTA" weten wij dat SIRIUS vooral het Zuidelijke Halfrond van de Aarde koloniseerde,en er hoofdzakelijk genetische experimenten uitvoerde.Nieuwe diersoorten,die daarop naar andere kolonies werden overgeplant. Daarop doordenkend kunnen wij veronderstellen dat de "EXPERIMENTS" weer méér de sf.richting zullen uitgaan,maar dat is,uiteraard een vrijblijvende extrapolatie,waaraan ik geen waarborg kan verbinden.Even afwachten dus..
27
Enkele paradepaardjes deze af-
video dienen te zijn zodat je
levering, te beginnen met
de theatrale vizies van Kate
KATE BUSH en haar derde, NEVER
erbij hebt.
FOR EVER, geprodjoest door Jon Kelly op EMI, met zeer mooie hoes en binnenillustraties. Het is niet de live-LP geworden die voorzien was, en mijnentwege hoeft dat ook niet.
Ook DAVID BOWIE is terug met een heel vreemde plaat, SCARY MONSTERS AND SUPER CREEPS, een Tony Visconti-productie op RCA, waarin Bowie regelrecht de lijn doortrekt die hij inzette
Allemaal nieuw werk dus, met die piekverzorgde kristalheldere hoge stem van Kate die je de rillingen over de rug doet glijden, prachtige muziek, overwegend wel zachter dan op de voorgaande; poetische vizies op mens,wereld en de werkelijkheid
met HEROES en LODGER ( en dààrvoor natuurlijk met LOW etc.). Een indrukwekkende plaat die niet zo gemakkelijk in het gehoor ligt, die je meerdere malen na elkaar moet draaien en herbeluisteren om ze werkelijk te appreciëren.
of beter de on-werkelijkheid van het bestaan. Eigen voorkeur
De hit-single ASHES TO ASHES is
voor 'The Infant Kiss', 'Army
nu wel al bekend genoeg, met
Dreamers' en héél speciaal voor
zijn terugverwijzingen naar de
het sublieme 'Breathing'.
Major Tom van SPACE ODDITY, maar
Natuurlijk zou dit feitelijk op
hier staan nog heel wat meer
28
fantastische nummers op, zowel
rest, vergeet het gedoe maar.
wat muziek en zang betreft als naar de tekst, zoals de bizarre
Op zuiver instrumentaal vlak
japans-gezongen intro IT'S NO
is er ook heel wat te bieden,
GAME, het bizarre en gewild-
en eigen krans eerst, een
chaotische SCARY MONSTERS, het
vlaamse synthesizer-produktie.
meer hitgevoelige FASHION, en
Nou ja een brusselse, en de
vooral ook TEENAGE WILDLIFE en
flaptekst is in het engels,
SCREAM LIKE A BABY, die nog het
maar vooraan is het in het
meest terugreiken naar Bowie's
vlaams (*chip chip* maar dan
vroegere werk.
digitaal gegenereerd!) en de
Wie bij het ruigere rockwerk zweert, kan terecht bij een onbekende troep die zichzelf ROCKY ERICKSON AND THE ALIENS noemt, en de LP heet ook zo, op CBS. Hard-& soft-rock (of soft-rot?) met songs getiteld I THINK OF DEMONS, I WALKED WITH A ZOMBIE,
nederlandse of franse tekst kan je aanvragen. Dit als humoristische introduktie tot de eerste plaat van AGE getiteld LANDSCAPES ( GAMM Records), en een verdomd goede eerste plaat: zeven uitgesponnen synthesizer-stukjes, die in
NIGHT OF THE VAMPIRE, CREATURE WITH THE ATOM BRAIN, en dergelijke. De teksten zitten er ook bij ( bij Bush en Bowie ook, maar daar had dat zin ) maar hier is het wel wat overbodig, gezien de tekst meestal een twintigvoudige herhaling van de titel is. Zang en muziek zijn niet zo slecht, maar onderscheiden zich niet van eender wat we sinds einde der jaren vijftig gehoord hebben vanwege de B-groepjes in het primaire rock-genre. Je kan er met je kont bij draaien en op dansen, voor de
29
het begin wat monotoom aandoen,
maar zeer mooie en afwisselende
maar die dan ritme en variatie
synthesizer-stukjes ten gehore
oppikken, en zeer goed in het
brengen, en die zich best kun-
oor liggen.
nen meten met de grote en
AGE heeft al enkele optredens
bekende namen in het genre.
achter de rug, en is beslist in het oog/oor te houden, en
Vooral CYBOTRON reken ik wel
deze plaat ( all music compo-
tot het beste van de laatste
sed and performed by Emmanuël
tijd.
d'Haeyer and Guy Vachaudez) is beslist een aanrader. Dan is er ook nog MIKE OLDFIELD Degelijk en genietbaar, maar
terug van de partij met QE2
wel zéér eentonig is SERGE
(Virgin Records), opnieuw met
BLENNER's LA VOGUE ( Sky Re-
een beetje hulp van David Bed-
cords), volledig in de vroegere
ford, en met de vokale steun
stijl van Schulze's BODY LOVE
( neen, niet van Sally Oldfield
of Froese's eerste solo-LPs,
ditmaal) van Maggie Riley.
weinig of geen variatie tussen
Het wordt wat futuristisch ge-
de nummers ( La Vogue, phrase
presenteerd, maar is volledig
I à VIII): meer voor de fana-
in de stijl van INCANTATIONS,
tieke freaks, zou ik zeggen.
TUBULAR BELLS en wat je nog kan noemen van Mike's repertoire.
Variatie in muziek en ritme in
Zeer mooi en genietbaar, maar
overvloed daarentegen bij de
je moet wel voor zijn stijl
groep CYBOTRON en de uitsteken-
zijn.
de plaat IMPLOSION ( Cleopatra
Meer en meer duiken ook fol-
Records; import) en FRANCIS
kloristische motieven op in
MONKMAN's ENERGISM ( WEA, in
zijn gamma.
produktie van Klaus Schulze)
Volledige produktie ditmaal in
die beiden een aantal kortere
handen van David Hentschel.
30
Eddy C. Bertin presenteert zijn tweeluik: "Sluimerende stranden van de geest". Het eerste deel verschijnt in de maand oktober bij BRUNA. Een korte toelichting van de auteur zelf.
In dat boek nu staan heel wat sombere en bittere dingen, en naar het einde toe leidt alles tot het 'eerste kontakt' tussen verschillende sterrenrassen. Nu wou ik totaal afstappen van de traditionele 'kontakt'verhalen, ik wou van precies die héél ernstige en belangrijke zaak, een keerpunt in de universumgeschiedenis, iets totaal absurds en lachwekkends maken, vandaar de versie die je las. Vandaar o0ok 'Romance', een soort flirtpartij tussen de drie rassen, waarbij elk zijn eigen interpretatie hecht aan het gebeuren, met hoop en verwachtingen, enz... en waarbij de werkelijkheid zo flets en nietszeggend blijkt. De vorm en presentatie zijn totaal kolder, grappig. De basis lijkt me daardoor des te bitterder voor wie het wil zien. Je hebt wel gelijk, het kon veel grootser, zelfs fijnder, maar in het kader van mijn boek in zijn geheel verkies ik deze versie aan te houden. Er dient iets bij te zijn dat luchtiger overkomt, wie dieper wil lezen doet dat wel.
ROMANCE 1 ********* Dossier gedeponeerd in coöperatie tussen de Sterrenrassen van TAURI (voorheen de CZETTI), van CAPELLA (voorheen de M'GHALLI) en THERA (voorheen de aardlingen) onder de
Afrostellar Overeenkomst van 2170, en de stichting van de A.R.A., de Aarde-Ruimte Associatie voor Membraan- en Ruimtereizen.
31
Dit dossier bevat de officiële verslagen van de bebeurtenissen rond wat zich voordeed op de derde planeet van de zon Capella in 2160 A.D., ter volledigheid in dit dossier werd ook het privaatverslag ingesloten van sterrensoldaat Lokie Oen. Dit verslag bevindt zich enkel in het dossier-exemplaar bestemd voor THERA, en is strikt geheim, ter informatie enkel van funktionarissen van Afrostellar met kodex 33 en hoger.
BOORDVERSLAG van Czetti-langslaapschip de Ynna-de-5e, standaarddatum 51:33:47, planeetdatum Capella:III-1:1. Geregistreerd door waarnemend gezagvoerder, voorheen begeleider, Bhaganeldavert, in vervanging van uit dienst gesteld gezagvoerder Nahollweimdol, die onder invloed van cultuurshock in diepslaap-observatie diende genomen te worden. Onze observatie-scheepshuid had het vreemde sterrenschip nog tweemaal waargenomen, voor het een effektieve landing maakte op de derde planeet van de zon Capella. Telkens verplaatste het schip van de onbekenden zich op dezelfde manier: het loste als het ware op in een mistwolk die zich even verdichtte en dan verdween, en het herverscheen of hermaterialiseerde op dezelfde wijze, vele eenheden dichter bij de planeet. Aan de hand van deze waarnemingen kon ons schip ongeveer de plaats berekenen waar de vreemdelingen geland waren. Wij maakten onze landing twee eenheden van die hypothetische landingsplaats verwijderd. 32
Ons schip, Ynna-de-5e, had ons al medegedeeld dat de waakslok van de inferieure M'ghalli geprobeerd had ons via scheepsradio te kontakteren, en wij konden enkel daaruit besluiten dat ook zij het vreemde schip opgemerkt hadden, hoewel zij zich op het ogenblik van het opduiken van de vreemdelingen uit het absolute niets aan de andere kant van de planeet bevonden. Wij wisten ook dat de M'ghalli voor ons zouden geland zijn, en hun valse reptielenaard kennende, wisten wij dat onze tussenkomst een dringende noodzaak zou blijken. De M'ghalli zijn bekend om hun valse en agressieve aard, en wij - in ons totaal rationaliteitsbesef - konden niet vermoeden op welke wijze hoogemotioneel-denkende en-handelende wezens als de M'ghalli zouden reageren op deze ontmoeting met wat enkel een ander hoog-intelligent ras kon zijn uit de diepten van het universum. Het hoogstverheven rationaliteitsprincipe heeft ons altijd voorgehouden dat wij, en wij alleen, de heersers zijn van het universum, en de M'ghalli, door hun emotionele houding en hun dierlijke inferioteit, hebben dit altijd bewezen, maar de feiten zijn niet af te strijden. Zoals te verwachten viel hebben de M'ghalli er niets anders op gevonden dan nogmaals hun genetische en psychologische minderwaardigheid te bewijzen, en met fierheid kan ik hier verklaren dat ons ras, de Czetti (de vreemdelingen noemen ons de TAURANEN, naar aanleiding van onze thuiszon),
er in geslaagd is door zijn doelbewuste rationaliteit en zijn onemotioneel , superieur optreden een bloedige konfrontatie tussen twee sterrenrassen te vermijden, ja, zelfs deze konfrontatie te veranderen in een rustige en bezadigde samenkomst en een eerste primaire uitwisseling van informatie. Onze uitgezonden boodschappers kwamen ter plaatse op het preciese ogenblik dat de kinderen van het reptiel, de M'ghalli, en de vreemdelingen tegenover mekaar stonden met getrokken wapens, in een situatie die duidelijk wees op hoge wederzijdse emotionele spanning en agressiviteit. Enkel onze tussenkomst was de reden dat deze emotionaliteit in goede, rationele banen kon geleid worden. De vreemdelingen zijn kleiner dan wij , de Czetti, ook kleiner dan de M'ghalli, maar wij kunnen met enige als normaal te begrijpen zelfvoldaanheid vaststellen dat zij meer op ons gelijken dan op de M'ghalli. Hun huid is anders, zij is metaalachtig en blijkt afwerpbaar te zijn, maar zij zijn Czettioide, zij hebben een hoofd en twee ziensorganen, zij gebruiken twee armen, hebben handen die op vingers eindigen, en bewegen zich voort op twee benen. Hun primitieve aard blijkt uit het feit dat ze slechts over één mond beschikken, die ze - waarschijnlijk uit schaamte meestal verborgen houden achter een kunstmatige doorschijnende huid. Het eerste kontakt verliep,
in deze omstandigheden, in een eerder gespannen sfeer tussen de wederzijdse afgezanten. Enkele primaire gegevens werden uitgewisseld, waaruit bleek dat de vreemdelingen zich bewust waren dat zij zich bevonden op de derde planeet van deze zon. Zij bleken een soort verkenningspatrouille te vormen, en waren zich voorheen niet bewust van het bestaan van onze hoogstaande beschaving en deze van de minderwaardige M'ghalli. Door een gelukkig toeval bleek de atmosfeer van deze planeet geschikt voor ons allen, wat opnieuw de éénheid van het ademde leven bewijst, zoals vastgesteld door het hoogstaande rationaliteitsprincipe van onze geleerden. Niettemin leverde de spraak heel wat moeilijkheden: daar de vreemdelingen slechts over één mondorgaan beschikken, kunnen zij geen onderscheid maken tussen boven- en ondersmonds, en het primitieve geklepper van de M'ghallispraak levert hen nog meer problemen. Twee gezanten van elk schip zijn op deze planeet achtergebleven, in afwachting van een verder kontakt tussen de officiële instanties van onze regeringen. Het soort sterrenvaart dat de vreemdelingen gebruiken is ons totaal onbekend. Zeker is dat zij geen langslaapschepen gebruiken, en dat zij op een hoger peil staan dan de M',ghalli, hoewel beslist niet op het hoogrationele niveau van ons eigen ras. Evenmin blijken zij gebruik te maken van regenererende symbioten zoals wij. 33
Wij stellen een nader kontakt voor, met eventuele uitwisseling van wetenschappelijke kennis, maar dienen het de vreemdelingen van in het begin duidelijk te maken dat wij, en wij alleen, de ware heersers zijn van het universum.
ROMANCE 2 ********* Informatieverslag door Hoogdraak en waakslokmeester Ssl'oighar, Waakslok type 2 van de M'ghalli, in omloopsopdracht planeet 3 van de zon Capella, tijdsperiode: z'ggn'oi aera. Wij bevonden ons op het oppervlak van de derde planeet, en wilden onderzoeken waarom het kontrole-schip van de stinkende Czetti plots besloten had te landen, toen wij plots op organische wijze aangevallen werden door vreemde wezens. Deze aanval geschiedde totaal onverwachts, de vreemde wezens die vier in getalle waren, beduidend kleiner dan wij, waren er in geslaagd ons onopvallend van achteren te benaderen, en één ervan viel ons aan met een zuurwapen. Bij het Woord van de Draak, soms blijkt zelfs het ingrijpen van de slijmklierige Czetti een goede zaak. Want wij waren reeds klaar om deze primitieve wezens te vernietigen, toen de door de Draak vervloekte Czetti plots tussenkwamen en ons de agressieve wezens deden ontzien. 34
Groot bleek dan ook onze verbazing toen de vreemde wezens intelligent bleken te zijn, ja, dat zij zelfs van een sterrenreizend ras waren. Wij hebben drie draakperiodes feest gevierd, daarna, aan boord van onze waakslok, enkel maar om het feit dat het dogma van de Czetti hierdoor een flinke schop onder de staart gekregen heeft. Hoe zullen zij nog verder kunnen leven nu ze weten dat er naast hén en wij ook nog een ànder sterrenreizend ras bestaat? Maar dat zijn de problemen van de Czetti, en mogen zij eraan ten onder gaan! Deze intelligente wezens zijn veel kleiner dan wij, en uiterlijkgezien zijn zijn ze niet bepaald appetijtelijk: ze hebben schubben noch staarten, en lijken helaas erg veel op de Czetti. Maar eenmaal wij tot onderhandelen kwamen, bleken zij zeer positief te staan tegenover onze voorstellen. Deze voorstellen tot wederzijdse samenwerking en vernietiging van de vervloekte Czetti, konden wij natuurlijk slechts tot uiting brengen door de universele staart-klop symbolen zoals voorgeschreven door het Woord van de Draak, en door tandgeklepper in die mate dat het niet verstaanbaar was voor de Czetti, die de onderhandelingen enorm bemoeilijkten door altijd aanwezig te zijn. Het lijdt geen twijfel dat deze wezens - hoe vergevorderd hun soort sterrenreizen ook kan zijn - in alle maten
inferieur zijn aan ons. zij zijn lichamelijk veel zwakker, in die mate zelfs dat ze hun lichaam beschermen door een kunsthuid die op de onze gelijkt, maar dan zonder schubben. Maar tijdens de onderhandelingen zijn we zo slim geweest overal ooglenzen te plaatsen, en zodoende weten wij ook dat deze wezens primaire afstammelingen zijn van het Ras van de Draak, net zoals wij, de M'ghalli. Deze wezens dragen hun staart en eierbuidels op andere plaatsen, en ze zijn onderontwikkeld, maar de genen zullen niet liegen. De Czetti zullen ze proberen in te palmen, maar wij zijn ervan overtuigd dat de eerste aggresieve aktie van de vreemdelingen zuiver op een misinterpretatie berustte. Ons eerste kontakt is natuurlijk moeilijk: de gehate Czetti kwekkeren overal tussendoor met hun lage ondermonds- en hun schrille bovenmondsspraak, en de vreemdelingen blijken ook onze klepperspraak niet gemakkelijk te kunnen vatten, misschien omdat zij niet in staat zijn hun tanden in verschillende posities te plaatsen. Hun mondorgaan is eerder zielig te noemen, amper meer dan dit van een Czetti, maar de vreemdelingen hebben tenminste degelijk ontwikkelde tanden. Wij zijn er zeker van dat, mits de nodige oefening, de vreemdelingen uiteindelijk ook onze klepperspraak zullen kunnen beheersen, al ware een kunstmatige uitstulping van hun mondorgaan wel aan te raden. Zeker is dat zij op deze eerste
ontmoeting reageerden met gebaren en tekens die enkel konden wijzen op een hoogstaande emotionele kultuur, gelijkaardig aan de onze. De Grote Draak zij gezegend, eindelijk hebben wij iemand ontmoet zoals wij. Hoewel de Czetti ook in het kontakt betrokken zijn, zijn wij er zeker van dat zich uiteindelijk een bondgenootschap zal ontwikkelen tussen ons en de vreemdelingen, die zich 'AARDS' of 'THEROONS' noemen. Samen zullen wij de stinkende Czetti wel laten zien wie de ware heersers van het universum zijn.
ROMANCE 3 ********* RAPPORT van MSTC-Sterrenspringschip GOSTANBER, A.D.2160, 3:4. Membraancoördinaat geregistreerd in scheepscomp onder kodex 333. Ster: Capelia, planeet: derde gezien vanaf de zon; klasse 35 volgens de paridiaanse tabellen. Zwaartekracht 0.94, zonneafstand 274.000 km; aswenteling 63 dagen, Aards; zonne-omloop 298 dagen. Koolstoftypewereld, zie bijgevoegde graadstabellen, atmosfeer inadembaar met hoog zuurstofgehalte. Afstand 45.37765 lichtjaren. Geregistreerd op caso door scheepscommandante Marie-ind Kannan. De opdracht, ons gegeven door het Membraan Sprong Training Centrum, bestond in het verkennen van de binnenste planeten van het Capella-stelsel, met het oog op latere kolonisatie of ontginning. 35
Wij waren opgedoken in de normale ruimte binnen een cirkel van kleine zwerfwereldjes, en verplaatsten ons via vijft membraansprongen naar het oppervlak van de derde planeet bij de zon zelf. Een eerste primair onderzoek wees uit dat deze planeet grotendeels Aards-type was. Na een perfekte landing verlieten we het schip, en splitsten ons in twee groepen, soldaat Coner Remmeis met soldaat Lokie Oen, en ikzelf met soldaat Bovan Laar. De konfrontatie kwam geheel onverwachts. Soldaat Bovan Laar en ikzelf hoorden de kreet van soldaat Coner Remmeis, en snelden ter hulp. Alles gebeurde in feite in enkele sekonden. Wij zagen soldaat Coner Remmeis, en over hem torende een wezen dat ik enkel kan beschrijven als een bovenmaatse hagedis, een soort dinosaurus. Het wezen had dezelfde huidskleur als het ompalende struikgewas en had zich waarschijnlijk daartussen verborgen. Het had de krokodilachtige snuit geopend en vertoonde een vervaarlijk gebit. Soldaat Remmeis had zijn laserpistool uit de holster gerukt en richtte het op het wezen. Dan gebeurde alles tegelijktijdig. Twee, drie andere hagediswezens kwamen tevoorschijn van tussen de struiken, en onmiddelijk kwamen van achter ons andere schepsels, min of meer humanoïde. Dan zagen wij dat het hagediswezen iets in de klauwen had wat enkel een wapen kon zijn. Ik zelf had ook mijn wapen te36
voorschijn gehaald maar waagde het niet het te gebruiken, de afstand tussen soldaat Remmeis en het hagedisgedrocht was te klein. Tevens werd mijn aandacht afgeleid door de naderende enorm grote humanoïde wezens achter ons, en tussen het feit dat de hagedis die Remmeis bedreigde een WAPEN in de klauwen hield. Het was soldaat Remmeis zelf die deze gevaarlijke konfrontatie redde door een daad, waarvoor ik hem hiermede ook voordraag voor ontvangst van de Eremedaille Eerste Sterrenklasse. Met een scherp inzicht en een ontzaglijke wilskracht liet hij zijn eigen wapen zakken, en deed dit op zulk een doelbewuste wijze dat er voor het hagediswezen geen twijfel kon bestaan aan het feit dat hij zijn wapen AFWENDDE. Zo stonden we dan tegenover mekaar. Vier Aardlingen, een nog niet nader bepaald aantal minidinosauriërs die hoogtechnische wapens in de klauwen hielden, en enkele humanoïde reuzen die verwarde geluiden voortbrachten met twee monden elk. Soldaat Remmeis had zijn teken gegeven, meer kon hij niet doen. Elke beweging die hij nog zou maken zou zowel door de reptielwezens als door de humanoïde wezens kunnen geinterpreteerd worden als een daad van agressie. Ik wist wat mij te doen stond. Het Membraan Sprong Training Centrum had mij hierop voorbereid, zoals elke sterrencommandant of -dante, maar de realiteit -die hypothetische MOGELIJKHEID die zich ooit eens
zou KUNNEN voordoen - eenmaal men ermee gekonfronteerd wordt, is nog iets gans anders. Ik had al mijn wilskracht nodig om de ijzige verstarring te verbreken, die schok te beseffen dat er inderdaad ANDEREN zijn in het universum, en dat die anderen helemaal niet op ons gelijken. Soldaat Remmeis stond tegenover het reptielwezen, zijn wapen los in de hand, maar met de loop naar beneden. Het wezen kon hem met één klauwslag doden, als het dat wilde, op dit ogenblik. Soldaten Boven Laar en Lokie Oen hadden hun laserpistolen geheven, maar wachtten op mijn bevel. De situatie was ondoorgrondelijk. Wie waren deze reptielen? Wie waren de humanoïde wezens met de twee monden die zich achter ons opgesteld hadden? Hoe stonden zou tegenover elkaar? Dan ging ik naar voren, heel rustig - uiterlijk - en heel voorzichtig. Ik ging tot een plek die min of meer het midden was tussen ons allen, en knielde. Met de loop van mijn laserpistool tekende ik een grote cirkel in het zand van deze wereld, deze historische wereld. Dan tekende ik drie cirkels die in steeds verdere banen op de eerste cirkel liepen, en ik plaatste een kruis op de derde en laatste cirkel, en situeerde daarmee zowel mijn ras, als deze wereld waarop we ons bevonden. Ik keek op en zag dat ze genaderd waren, de reptielen en de humanoïden. Ze torenden hoog boven mij
uit, hun ogen koud maar toch nieuwsgierig. En ik stond op, en zei deze woorden: IK... BEN ... AARDS. Het was een groots, een onvergetelijk ogenblik, toen een der reptielen naar voren kwam, en dan een der humanoïden, en beiden plaatsten een klauw- en vingerafdruk op de plaats waar ik de derde planeet aangeduid had. De mens is niet langer alleen.
HET PRIVAATVERSLAG van Soldaat M. Lokie Oen. door hemzelf opgenomen op caso, en verkocht aan 'Nieuw Aardse Berichtgeving'. Deze caso kon nog net intijds voor het terperse gaan in beslag genomen worden. Het zal voor de Heren Funktionarissen van Afrostellar duidelijk zijn dat dit verslag het resultaat is van een gestoorde geest. Natuurlijk zijn al de soldaten van onze MSCT-sterrenschepen geindoctrineerd op een eventuele ontmoeting met intelligent leven, maar het is niet meer dan menselijk er rekening mee te houden dat wij als mens afstandelijk gezien - het logische bestaan van andere intelligente en sterrenreizende rassen wel kunnen aanvaarden, maar dat een plotse en agressieve ontmoeting met dergelijke rassen een schok kan veroorzaken die zelfs het brein van een getraind sterrensoldaat kan doen ontsporen. 37
wij verzekeren de Heren Funktionarissen van Afrostellar dan ook dat de vizuo-opnamen waarvan soldaat Oen melding maakt in zijn verslag NIET bestaan en NOOIT BESTAAN hebben. Soldaat Oen probeerde onderhavig relaas voor een aanzienlijke som te verkopen aan een wijdverspreid nieuwsblad, iets dat wij ternauwernood konden vermijden. Soldaat Oen werd ontslagen uit zijn funktie, en bevindt zich momenteel in veilige bewaring. Wij betreuren het ontsporen van zijn geest, en doen al het mogelijke om zijn geest tot een normale zienswijze en een aanvaarden van de realtiteit terug te brengen. HET VERSLAG Welja, zoals ik zei, we waren geland op de derde planeet van Capella, een lullig wereldje als je het mij vraagt. Als ik het voor het zeggen gehad had, dan hadden we er beter aan gedaan die gordel zwerfplaneten te verkennen die tussen de derde en de vierde planeet hing, dààr hadden we tenminste serieuze ertsen kunnen vinden, maar neen, juffie Kannen had het voor het zeggen. Niet dat ik Niet dat ik iets heb tegen juf Kannan , zij is commandante van het schip en zij geeft de bevelen, en ze is helemaal niet mis, een flink stel tieten als je het mij vraagt, en een stevig kontje, maar wat wil je, het liep al scheef van zodra die Bovan Laar erbij kwam. We hadden al een viertal planeten aangedaan in andere stelsels, en het was altijd hetzelf38
de gerotzooi: ik mocht met soldatt Coner Remmeis opstappen, en zij dook met Laar het loverte in. Je begrijpt wat ik bedoel, ik heb niks tegen Remmeis, maar het is een VENT, verdomme, en wat kan ik nou met een vent beginnen. Misschien ben ik wat ouderwets, maar ik zeg toch maar, we zijn met drie knullen aan boord van dat godverdomde membraanschip, we zijn enkele maanden aardtijd onderweg, doen wat stomme dooie werelden aan waar niks te beleven valt, en ik zeg toch maar, die Kannan kon best haar charmes een beetje verdelen, als je begrijpt wat ik bedoel, ik weet wel, we zijn alledrie maar gewone soldaatjes in rang, en zij is commandante en membraanspringster, maar toch, zeg nou zelf, verdorie, aftrekken is ook niet alles, weet je. Maar natuurlijk, die Laar, ik kan je verzekeren, man, die heeft een STUK, dat kan je niet geloven, ik stond eens naast hem in het je-weet-wel, en... maar neen, dat doet er niet toe. In elk geval kon ik wel begrijpen waarom die griet nu godverdikke altijd maar met Laar op patrouille ging, maar het werd wel wat eentonig voor Remmeis en mij, want we waren alletwee nu precies niet voor mekaar, ik weet wel dat jullie daar op aarde raar van opkijken, maar misschien zijn we alletwee wat ouderwets, en al dat gedoe met mekaar, vent of griet, nee, dat sprak ons niet aan. Maar goed we waren dus geland, niet veel zaaks, wat rare strui-
ken en planten en zo, en zij natuurlijk dadelijk met Laar de bosjes in. We stonden daar eigenlijk maar zowat voor zot, Remmeis en ik, alletwee na al die tijd ook een beetje aan de hete kant, wetend wat zij daar met Laar aan het verrichten was, of hij met haar zoals je wil, maar,verder was hier niks te zien.
"Verdomme, ik moet pissen," zei Remmeis. Ik stak een stikje aan, en zei "Nou je doet maar, je hebt gans deze rotbol." En Remmeis piste tegen een soort plantding dat vaalwit was, en plots kwamen er rode plekken op die plant, en het ding BEWOOG, het draaide zich plots om, en
wat denk je, dat ding was verdomme iets als een soort grote hagedis die met de rug naar ons gestaan had, helemaal roerloos tot Remmeis erop piste. En dan gebeurde van alles tegelijkertijd, en weet je, ik ben een beetje een vizuomaniak, ik heb mijn toestel altijd bij de hand. Je hebt natuurlijk de vizuo gezien, waar we allen samen opstaan, weet je, Kannan heeft die genomen, maar die is kunstmatig. Dat werd pas nadien gedaan, en iedereen stelde zich netjes op de plaatsen die ze aanwees, en zij maakte die vizuo, waarop we allen gebogen staan over die in het zand getekende cirkels. Lulkoek. Moet je mijn vizuos maar eens zien, die tonen de werkelijkheid. Het was wel een kwestie van vlug zijn, maar ik zeg maar, zoiets gebeurd slechts éénmaal in enkele duizenden jaren. Dat reptiel-struikding draaide zich dus om naar Remmeis, en die stond daar maar met zijn pik nog uit zijn gulp, nog halfstijf van de pis, en hij schreeuwde. Je zou van minder schreeuwen, want dat reptiel was minstens drie meter hoog en het had een gebit, sjonge, ik zeg maar, dat zou ik niet elke morgen willen poetsen, het schitterde en blonk en ik wil de tanden niet tellen maar het waren er veel, en als ik zeg dat die tanden BEWOGEN en ROTEERDEN ga je het niet geloven, maar als je naar mijn vizuos kijkt zal je het zien: de tanden staan in andere posities in de tweede en derde opname. 40
Die opnamen zijn bijna allemaal in dezelfde sekonde genomen weet je. In die laatste zie je dat Remmeis zijn laser getrokken heeft, wel een raart zicht, hij met die laser en tegelijkertijd met zijn prikker halfstijf uit zijn gulp, als een tweevoudig wapen. En dan kwamen soldaat Laar en commandante Kannan van tussen de struiken gerend, maar zij had nog teveel werk met het dichtritsen van haar pak, en Laar stuikelde over zijn eigen benen. En tegelijkertijd kwamen dan die reuzen achter ons tevoorschijn, zomaar, en maakten al die rare geluiden met hun twee monden, en ze hadden lange zwarte stokken in de handen. En weet je, op dat ogenblik feitelijk zag ik pas dat het reptiel dat boven Remmeis stond ook iets in zijn klauwen hield dat niets anders dan een soort handwapen kon zijn. Remmeis zag dat niet meer, want die lag op zijn rug, die was flauwgevallen van de schrik. We stonden eigenlijk allemaal zo'n beetje roerloos, geen van ons wist eigenlijk wat te doen op dat ogenblik. Laar tevens was het op DAT precieze ogenblik, toen we allemaal tegenover elkaar stonden, met geheven wapens in de handen en klauwen, dat we allen van mekaar beseften dat we INTELLIGENT waren. De rest is natuurlijk GESCHIEDENIS.