De
Amsterdamse
Bouwenvelop
Igor
Sancisi
MSRE
Scriptie
30
juni
2009
Begeleiders:
G.
W.
Middelkoop,
Bureau
Middelkoop
H.
Bree,
Koninklijke
BAM
Groep
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
Dank
woord
Graag
wil
ik
mijn
begeleiders,
de
heren
Middelkoop
en
Bree
danken
voor
hun
tijd
en
aandacht.
Mijn
vrouw
wil
ik
bedanken
voor
haar
geduld
en
bereidheid
om
op
elk
moment
van
de
dag
over
deze
scriptie
mee
te
denken
2
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
Inhoudsopgave
Managementsamenvatting
5
1
Inleiding
8
2
Opzet
van
het
onderzoek
9
2.1
Hoofdvraag
en
subvragen
9
2.2
Relevantie
Amsterdamse
bouwenvelop
10
2.3
Definities
11
2.4
Selectieprocedure
versus
ontwikkelkader
12
2.5
Bouwenveloppen
in
de
VS
13
2.6
Aanpak
16
3
Context
van
de
bouwenvelop
18
3.1
De
grote
vereenvoudiging
18
3.2
Achtergrond
en
inhoud
van
de
bouwenvelop
19
3.3
Inhoud
van
de
bouwenvelopovereenkomst
20
3.4
Flexibiliteit
ontwikkelaar
22
3.5
Grondprijs
22
3.6
Bouwplicht
23
4
De
Bouwenvelop
inhoudelijk
bezien
24
4.1
Flexibiliteit
en
garanties
24
4.2
Flexibiliteit
in
volume,
functies
en
in
tijd
25
4.3
Het
ontwikkelproces
en
het
tijdstip
van
contractering
28
4.4
Snellere
processen,
meer
zekerheid
en
minder
onderhandelingen?
29
4.5
Relatie
met
de
Wet
op
de
Ruimtelijke
Ordening
30
4.6
Hogere
opbrengsten
en
lagere
transactiekosten?
31
4.7
Voor
welke
opgaven
is
de
bouwenvelop
geschikt?
32
4.8
Effect
op
rechtszekerheid
33
5
Case
I:
Blok
3b,
Amstelkwartier
35
5.1
Locatie
van
de
bouwenvelop
35
5.2
Programma
35
5.3
Ruimtelijke
Ordening
36
5.4
Procedure
36
5.5
Aanpak
ontwikkelaar
37
5.6
Complexiteit
38
3
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
6
Case
II:
Miles
Building,
Zuidas
40
6.1
Locatie
van
de
bouwenvelop
40
6.2
Programma
41
6.3
Ruimtelijke
Ordening
41
6.4
Procedure
42
6.5
Aanpak
van
de
ontwikkelaar
43
6.6
Knelpunten
44
7
Case
III:
Five
Franklin
Place,
New
York
46
7.1
Locatie
van
de
building
envelope
46
7.2
Programma
47
7.3
Ruimtelijke
ordening
47
7.4
Aanpak
van
de
ontwikkelaar
48
8
Conclusie
50
8.1
De
belangrijkste
kenmerken
van
een
bouwenvelop
50
8.2
Flexibiliteit
qua
volume
en/of
qua
programma
50
8.3
Processen,
zekerheid
en
onderhandelingen
51
8.4
Opbrengsten
en
transactiekosten
52
8.5
Een
bouwenvelop
geschikt
voor
alle
opgaven
53
8.6
De
lessen
van
vergelijkbare
procedures
in
New
York
53
8.7
De
voor
en
nadelen
van
de
bouwenvelop
54
9
Aanbevelingen
en
adviezen
56
9.1
Flexibiliteit
contractueel
inbouwen
56
9.2
Ruimere
bouwenveloppen
56
9.3
Incentive
Zoning
56
9.4
Stimulering
kwaliteit
56
I
Bijlage
Bibliografie
58
Herkomst
van
figuren:
59
II
Bijlage
Verslag
Evaluatiebijeenkomst
Amsterdamse
bouwenvelopmethodiek
61
III
Bijlage
Interviews
66
4
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
Managementsamenvatting
Inleiding
In
Amsterdam
wordt
grond
uitgegeven
door
middel
van
bouwenveloppen.
In
een
bouwenvelop
wordt
geregeld
hoeveel
volume
en
welke
functies
ontwikkeld
kunnen
worden.
Daarbij
worden
ook
contouren
en
welstandseisen
gesteld.
Deze
scriptie
beoogt
een
analyse
te
geven
van
de
bedoelingen
en
de
effecten
van
de
bouwenvelop
tot
nu
toe.
De
hoofdvraag
is
daarom:
Wat
was
de
bedoeling
van
de
bouwenvelop
en
wat
zijn
de
voor‐
en
nadelen
vanuit
de
optiek
van
de
gemeente
en
de
ontwikkelende
partijen?
De
bouwenvelop
De
bouwenvelop
is
een
onderdeel
van
de
grote
vereenvoudiging,
een
complex
van
gemeentebeleid
gericht
op
meer
transparante
werkprocessen
en
besluitvorming,
een
versnelling
van
bouwproductie
en
beheersing
van
de
kosten
van
de
gemeente
bij
grondexploitaties.
Door
de
grondprijs
af
te
spreken
voor
een
kleiner
volume
dan
gebouwd
mag
worden
beoogt
de
bouwenvelop
een
bepaalde
flexibiliteit
in
de
ontwikkeling
te
bieden.
In
de
bouwenvelop
worden
ook
zaken
geregeld
over
de
taakverdeling,
erfpacht,
planning
en
ontbindende
voorwaarden.
Doelen
De
bouwenvelop
heeft
twee
expliciete
doelen:
(I)
vaststelling
van
grondprijzen
op
een
relatief
vroeg
moment
in
de
ruimtelijke
planvorming;
(II)
een
einde
aan
de
onderhandelingen
over
de
grondprijs
en
daardoor
zekerheid
voor
de
gemeente
met
betrekking
tot
opbrengsten.
Impliciet
worden
met
de
bouwenvelop
nog
vier
andere
doelen
nagestreefd:
(III)
versnelling
van
de
bouwproductie;
(IV)
hoge
grondopbrengsten;
(V)
optimalisatie
van
het
programma,
het
ontwerp
en
de
opbrengsten;
(VI)
maximale
garanties
voor
de
gemeente. (I)
Grondprijzen
De
voorbereidingstijd
van
een
bouwenvelop
is
voor
de
gemeente
aanzienlijk.
De
totale
doorlooptijd
van
de
procedures
van
de
eerste
besluiten
van
de
gemeente
tot
oplevering
van
het
gebouwde
vastgoed
is
met
een
bouwenvelop
niet
sneller
dan
bij
een
normale
procedure.
De
investering
van
de
gemeente
is
in
het
geval
van
een
bouwenvelop
wel
aanzienlijk
hoger
dan
bij
reguliere
verkoop
van
grond,
maar
daar
staat
tegenover
dat
het
wel
op
een
vroeger
moment
duidelijk
is
wat
de
grond
op
gaat
leveren,
en
dat
de
opbrengsten
van
bouwenveloppen
tot
nu
toe
vrij
hoog
geweest
zijn. (II)
Onderhandelingen
Omdat
er
in
de
bouwenvelopmethodiek
één
contract
moment
is
en
de
gemeente
grondig
voorwerk
gedaan
heeft
leidt
de
bouwenvelop
tot
veel
duidelijkheid.
Daarbij
blijkt
de
bouwenvelop
te
leiden
tot
minder
onderhandelingen.
Vooral
bouwenveloppen
die
in
concurrentie
aanbesteed
zijn
worden
zelden
aangepast.
Een
aanbeveling
is
in
de
bouwenvelopovereenkomst
een
clausule
in
te
bouwen
voor
latere
herontwikkelingen.
Daardoor
wordt
het
juridische
stelsel
dat
bij
de
bouwenvelop
hoort
minder
rigide.
(III)
Versnelling
Van
versnelling
in
de
bouwproductie
is
geen
sprake.
De
bouwplicht
blijkt
moeilijk
te
handhaven
te
zijn
bij
tegenslagen
die
de
partijen
niet
in
de
hand
hebben
zoals
fijnstof,
9/11
en
de
kredietcrisis.
5
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
Daarbij
brengt
de
bouwenvelop
niet
zozeer
een
vermindering
van
werk,
maar
vooral
een
verschuiving
van
werk
naar
de
overheid
met
zich
mee. (IV)
Grondopbrengst
Vanwege
de
duidelijkheid
die
een
bouwenvelop
biedt
is
het
voor
een
ontwikkelaar
mogelijk
om
een
aantal
risico’s
uit
te
sluiten.
Zoals
eerder
genoemd
kan
het
RO
risico
uitgesloten
worden
en
ligt
er
een
planning
en
een
erfpachtaanbieding.
Die
zekerheid
vertaalt
zich
in
hogere
grondopbrengsten.
De
bouwplicht
leidt
ertoe
dat
een
voorzichtige
ontwikkelaar
een
stevige
reservering
maakt
voor
het
geval
hij
gedwongen
zou
worden
te
bouwen
in
een
tegenvallende
markt.
Dat
leidt
ook
tot
een
suboptimale
opbrengst
voor
de
gemeente.
(V)
Optimalisatie
Vanwege
de
complexiteit,
de
verschillende
lagen
(Bouwenvelop,
Bestemmingsplan,
Welstand)
en
de
hoeveelheid
zaken
die
al
geregeld
zijn
bij
een
bouwenvelop
is
van
een
commerciële
optimalisatie
geen
sprake.
Het
is
echter
niet
uitgesloten
dat
de
bouwenvelop
leidt
tot
bijzondere
ontwerpen.
Om
aan
alle
eisen
te
voldoen
worden
creatieve
oplossingen
bedacht. (VI)
Garanties
Het
voorschrijven
van
middelen
en
maatregelen
leidt
tot
suboptimale
oplossingen.
Beter
zou
het
zijn
als
doelen
en
resultaten
voorgeschreven
waren.
Zodat
het
aan
de
expertise
en
creativiteit
van
de
markt
overgelaten
wordt
hoe
bepaalde
problemen
opgelost
kunnen
worden.
Kwaliteit
kan
het
beste
geborgd
worden
door
te
werken
met
partijen
die
aangetoond
hebben
het
te
kunnen.
Als
partijen
ontdekken
dat
goed
gedrag
in
Amsterdam
beloond
wordt
zal
dat
leiden
tot
een
grotere
nadruk
op
het
leveren
van
kwaliteit. Risicoverdeling
Een
duidelijk
voordeel
van
de
bouwenvelop
is
een
sterke
risicoverdeling.
De
ontbindende
voorwaarde
in
de
bouwenvelopovereenkomst
legt
het
bestemmingsplanrisico
bij
de
gemeente,
die
dat
het
beste
kan
managen.
Dit
leidt
tot
hogere
grondopbrengsten
omdat
het
voor
de
ontwikkelaar
niet
nodig
is
om
een
reservering
te
maken
voor
dit
risico.
Rolverdeling
De
heldere
rolverdeling
die
de
bouwenvelop
geeft
is
een
voordeel.
De
gemeente
werkt
een
plan
uit
en
bepaalt
globaal
wat
voor
volume
en
programma
vanuit
stedenbouw
en
volkshuisvesting
wenselijk
is.
Na
het
tekenen
van
de
bouwenvelop
is
het
aan
de
ontwikkelaar
om
te
optimaliseren
en
te
realiseren.
De
oneigenlijke
situatie
waarin
de
ontwikkelaar
aan
de
ene
kant
onderhandelt
over
grondprijs
en
volume,
en
de
gemeente
aan
de
andere
kant
het
ontwerp
en
het
gebruik
probeert
te
beïnvloeden
kan
zo
vermeden
worden. Flexibiliteit
De
flexibiliteit
die
een
bouwenvelop
aan
partijen
kan
geven
is
ook
een
sterk
voordeel.
De
bouwenvelop
kan
gebruikt
worden
om
marktpartijen
de
ruimte
te
bieden
een
plan
te
maken
dat
optimaal
inspeelt
op
de
markt,
terwijl
de
gemeente
de
kaders
goed
kan
bewaken.
6
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
Incentives
De
mogelijkheid
die
de
bouwenvelop
biedt
om
incentives
te
geven
voor
maatschappelijk
wenselijke
functies
of
voor
kwaliteit
in
ontwerp
is
ook
een
duidelijk
voordeel.
Door
de
ontwikkelaar
te
belonen
met
meer
volume
of
vergoeding
van
de
kosten
zoals
gebeurt
bij
Incentive
Zoning
in
New
York
en
bij
de
Air
Rights
op
de
Zuidas
kan
de
gemeente
op
een
positieve
manier
sturen
op
aspecten
die
de
markt
niet
uit
zichzelf
oppakt.
Volbouwen
Een
van
de
nadelen
van
de
bouwenvelop
is
dat
de
ruimte
die
een
envelop
biedt
volledig
volgemaakt
wordt
door
marktpartijen.
Ontwikkelaars
zijn
geneigd
om
al
het
mogelijke
volume
vol
te
bouwen.
Zij
denken
daarbij
te
veel
in
opbrengsten
op
korte
termijn
en
te
weinig
in
opbrengsten
op
langere
termijn. Overmaat
Een
nadeel
van
de
bouwenvelop
is
dat
er
niet
is
vastgesteld
hoeveel
er
geregeld
kan
en
mag
worden.
Hoe
groot
het
verschil
tussen
het
oppervlak
van
de
contour
en
het
volume
moet
zijn
en
hoe
nauwkeurig
het
programma
en
de
stedenbouw
geregeld
kunnen
zijn
is
niet
vastgelegd.
De
kunst
van
het
loslaten
blijkt
erg
moeilijk
en
een
bouwenvelop
zoals
die
in
New
York
gebruikt
wordt
waar
allerlei
functies
mogelijk
zijn
en
waar
de
gemeente
de
locatie
van
functies
niet
kan
bepalen
is
in
Amsterdam
ondenkbaar.
Extra
laag
De
bouwenvelop
leidt
ook
tot
een
extra
laag
procedures.
In
Amsterdam
is
de
bouwenvelop
aanvullend
op
wat
het
bestemmingsplan
en
de
erfpacht
regelen.
Het
opstellen
van
de
bouwenvelop,
met
alle
daarbij
behorende
documenten
is
in
Amsterdam
een
extra
belasting
voor
het
gemeentelijk
apparaat
en
een
extra
set
kaders
voor
de
ontwikkelaar
om
rekening
mee
te
houden.
Een
nadeel
van
de
bouwenvelop
is
dat
deze
dus
zeker
niet
te
zien
is
als
een
vereenvoudiging,
maar
juist
als
een
complicatie
en
extra
werk
voor
alle
betrokken
partijen.
7
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
1
Inleiding
In
Amsterdam
wordt
grond
uitgegeven
door
middel
van
een
bouwenvelop.
De
bouwenvelop
is
een
uitwerking
van
de
“grote
vereenvoudiging”,
het
grondbeleid
zoals
ingesteld
door
Duco
Stadig.
In
een
bouwenvelop
wordt
vastgelegd
hoeveel
volume
er
binnen
bepaalde
rooilijnen
ontwikkeld
mag
worden
en
voor
welke
functies.
Figuur
1
de
Stopera
In
het
algemeen
geven
gronduitgifte
door
de
gemeente
en
de
daaropvolgende
ontwikkeling
veel
aanleiding
tot
discussie,
onderhandeling
en
procederen.
De
bouwenvelop
heeft
als
doel
het
proces
van
gronduitgifte
te
vereenvoudigen
en
de
bouwproductie
te
stimuleren.
Deze
doelen
wil
de
gemeente
bewerkstelligen
door
eerder
in
het
proces
de
grondprijs
vast
te
leggen
en
de
ontwikkelaar,
binnen
de
kaders
van
de
bouwenvelop,
vrij
te
laten
om
de
opgaaf
te
optimaliseren.
Anders
dan
in
de
situatie
bij
een
normale
uitgifte
van
grond
worden
afspraken
over
volumes
en
functies
gemaakt.
In
het
Amstelkwartier
is
in
2008
een
bouwenvelop
aanbesteed
met
als
enige
criterium
het
hoogste
grondbod.
Dit
is
tot
nu
toe
de
meest
pure
vorm
van
gronduitgifte
met
bouwenveloppen
volgens
de
grote
vereenvoudiging.
Aan
de
hand
van
de
casus
van
deze
bouwenvelop
in
het
Amstelkwartier
en
twee
andere
casus
beoogt
deze
scriptie
de
voor
en
nadelen
van
de
bouwenvelopmethodiek
van
de
gemeente
Amsterdam
te
analyseren.
Daarnaast
staat
in
deze
scriptie
centraal
of
de
bouwenvelop
het
bedoelde
effect
heeft,
daarbij
komen
de
vragen
aan
de
orde
of
de
bouwenvelop
voldoende
flexibiliteit
biedt,
versnelling
geeft
in
procedures
en
hogere
opbrengsten
genereert.
8
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
2
Opzet
van
het
onderzoek
Deze
scriptie
voor
de
Masters
in
Science
of
Real
Estate
heeft
als
onderwerp:
de
contractering
bij
ontwikkeling
van
ruimtelijke
projecten
door
middel
van
uitgifte
van
een
bouwenvelop.
Dus
in
feite
het
juridisch
en
stedenbouwkundig
kader
waarbinnen
ontwikkeld
kan
worden.
Bij
een
bouwenvelop
zijn
de
ruimtelijke
kaders
in
een
stedenbouwkundig
programma
van
eisen
beschreven
en
worden
deze
ruimtelijke
kaders
in
een
van
de
bouwenvelop
deel
uitmakende
overeenkomst
vastgelegd
tussen
de
overheid
en
de
ontwikkelaar.
De
vraag
wat
het
terrein
van
de
overheid
is
en
wat
het
terrein
van
de
markt
moet
zijn
werpt
zich
hierbij
op.
De
bouwenvelopovereenkomst,
waar
koopovereenkomst
en
een
serie
aanvullende
verplichtingen
over
de
inrichting
van
het
vastgoed
in
vervat
zijn
en
die
gekoppeld
is
aan
het
bestemmingsplan
en
de
erfpachtovereenkomst,
wordt
door
de
gemeente
en
de
marktpartij
getekend.
Marktpartijen
hebben
beperkte
ruimte
om
het
te
ontwikkelen
vastgoed
aan
te
passen
of
te
optimaliseren
omdat
de
bouwenvelop
voorschriften
over
volumes,
rooilijnen
en
programma
bevat.
Voornaamste
punten
van
discussie
zijn
(1)
of
het
kader
van
een
bouwenvelop
wel
voldoende
flexibiliteit
en
mogelijkheid
tot
interactie
biedt
en
(2)
of
de
bouwenvelop
voldoende
garanties
geeft
voor
de
benodigde
architectonische
en
technische
kwaliteit.
2.1 Hoofdvraag
en
subvragen
Bij
de
overweging
om
de
bouwenvelop
in
Amsterdam
toe
te
passen
speelden
zoals
hiervoor
beschreven
een
aantal
overwegingen.
Om
een
goed
idee
te
krijgen
van
de
effectiviteit
van
de
bouwenvelop
is
het
van
belang
te
weten
waar
de
bouwenvelop
voor
bedoeld
was
en
wat
in
de
praktijk
de
voor
en
nadelen
blijken
te
zijn.
De
hoofdvraag
van
deze
scriptie
luidt
daarom
als
volgt:
Wat
was
de
bedoeling
van
de
bouwenvelop
en
wat
zijn
de
voor‐
en
nadelen
vanuit
de
optiek
van
de
gemeente
en
de
ontwikkelende
partijen?
Subvragen:
Wat
zijn
de
belangrijkste
kenmerken
van
een
bouwenvelop?
Leidt
de
bouwenvelop
tot
meer
flexibiliteit
(qua
volume
en/of
qua
programma)?
Leidt
de
bouwenvelop
tot
snellere
processen?
Draagt
de
bouwenvelop
bij
aan
zekerheid
en
leidt
deze
tot
minder
onderhandelingen?
Leidt
de
bouwenvelop
tot
hogere
opbrengsten
en
lagere
transactiekosten?
Is
een
bouwenvelop
geschikt
voor
alle
opgaven?
Welke
lessen
zijn
er
te
leren
van
vergelijkbare
procedures
in
New
York?
9
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
2.2 Relevantie
Amsterdamse
bouwenvelop
Behandeling
van
de
Amsterdamse
versie
van
een
bouwenvelop
is
interessant
omdat
deze
privaatrechtelijke
overeenkomst
een
verregaande
scheiding
tussen
planvormingfase
van
de
gemeente
en
uitvoering
van
het
project
door
een
marktpartij
beoogt.
Tegelijkertijd
worden
er
in
de
bouwenvelopovereenkomst
een
groot
aantal
garanties
gegeven
en
zaken
afgesproken
over
de
toekomstige
ontwikkeling
die
in
een
bestemmingsplan
niet
verwerkt
kunnen
worden.
Bij
een
‘gewone’
privaatrechtelijke
grondtransactie
tussen
overheid
en
marktpartij
zijn
de
mogelijkheden
voor
de
overheid
om
in
de
ontwikkeling
en
het
gebruik
van
het
onroerend
goed
te
sturen
beperkt.
Bestemmingsplannen
geven
daarin
vanuit
het
publiekrecht
ruimte,
maar
geven
in
veel
gevallen
te
weinig
sturingsmechanismen
voor
de
kwaliteit
van
ontwikkelingen.
Op
basis
van
een
aantal
voor
ontwikkeling
en
bouw
benodigde
vergunningen
is
het
voor
gemeentes
nog
wel
mogelijk
om
wat
te
sturen,
maar
dat
werkt
vertragend
voor
het
gehele
proces.
Uitgifte
van
grond
na
een
prijsvraag
biedt
voor
de
overheid
de
mogelijkheid
om
meer
te
sturen
op
plannen,
maar
vaak
zonder
de
mogelijkheid
om
de
inschrijvende
partij
geheel
aan
haar
plan
te
houden.
De
ingediende
tekst
en
plaatjes
in
een
prijsvraag
geven
een
indicatie
van
het
plan,
maar
kunnen
slechts
beperkt
gebruikt
worden
om
de
winnende
partij
te
verplichten.
Dat
zou
wel
kunnen
als
een
plan
uitgewerkt
zou
worden
tot
een
bestek.
Dat
is
onder
andere
vanwege
de
plankosten
die
meerdere
partijen
in
concurrentie
zouden
moeten
maken
niet
wenselijk.
Als
ontwikkelaar
en
gemeente,
na
een
selectie,
samen
een
plan
uitwerken
tot
op
het
vereiste
niveau
heeft
dat
ook
nadelen.
Omdat
de
uitgangspunten
van
gemeente
en
ontwikkelaar
verschillend
en
op
punten
tegenstrijdig
kunnen
zijn
kan
dit
leiden
tot
langdurige
procedures
en
onderhandelingen.
Een
oplossing
daarvoor
is
dat
de
gemeente
op
voorhand
de
kaders
duidelijk
schetst
en
de
grondprijs
vastlegt.
Daarna
kan
de
ontwikkelaar
binnen
de
gegeven
financiële
en
ruimtelijke
kaders
ontwikkelen.
In
Amsterdam
is
daarom
besloten
de
bouwenvelop
in
te
voeren.
Het
doel
van
de
bouwenvelop
was
de
eindeloze
onderhandelingen,
en
bijbehorende
problemen
tegen
te
gaan.
In
het
Amstelkwartier
is
getracht
de
volgens
de
grote
vereenvoudiging
meest
pure
vorm
van
de
bouwenvelop
toe
te
passen,
en
dat
maakt
deze
procedure
extra
interessant
om
te
analyseren.
Opvallend
is
op
het
eerste
oog
dat
de
bouwenvelop
op
dit
moment
vooral
gebruikt
wordt
om
partijen
meer
te
binden
aan
de
uitvoering
van
het
ontwikkelplan
en
dat
het
voorkomen
van
heronderhandelingen
op
een
tweede
plan
is
komen
te
staan.
Dit
onderwerp
kwam
onder
andere
in
de
evaluatie
van
de
bouwenvelop
door
de
Neprom
en
de
gemeente
op
15
April
2008
aan
de
orde.
Naast
de
eerder
gestelde
vragen
of
de
bouwenvelop
voldoende
flexibiliteit
geeft
en
voldoende
mogelijkheid
geeft
om
te
sturen
op
kwaliteit
rijst
dus
ook
de
vraag
of
de
Amsterdamse
bouwenvelop,
op
het
gebied
van
vertrouwen
wel
strookt
met
de
uitgangspunten
van
het
beleid
waaruit
het
afkomstig
is;
“de
grote
vereenvoudiging”.
10
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
Doelstelling
van
het
werken
met
bouwenveloppen
is
om
te
komen
tot
vaststelling
van
grondprijzen
op
een
relatief
vroeg
moment
in
de
ruimtelijke
planvorming,
op
basis
van
meer
globale
ruimtelijke
planproducten.
Het
gaat
hier
dan
om
een
meer
globale
methodiek
van
residuele
grondprijsbeleid,
gebaseerd
op
normen
over
kosten
en
opbrengsten
(genormeerd
residuele
grondprijsberekening).
Die
genormeerd
residuele
grondprijzen
worden
vastgelegd
in
privaatrechtelijke
overeenkomsten,
zogenaamde
bouwenvelopovereenkomsten.
Die
overeengekomen
grondprijzen
zijn
vervolgens
niet
meer
onderhandelbaar.
Hiermee
krijgt
de
gemeente
op
een
vroeger
moment
zekerheid
over
de
grondopbrengsten
op
termijn.
De
globaliteit
van
de
planproducten
geeft
de
ontwikkelende
partij
wellicht
mogelijkheden
om
te
komen
tot
optimalisering
van
programma
en
ontwerp
en
daarmee
van
opbrengsten.
Deze
mogelijkheden
tot
optimalisering
maken
het
voor
die
ontwikkelaar(s)
aantrekkelijk
om
op
een
vroeg
moment
tot
genoemde
afspraken
over
de
grondprijs
te
komen.
(Raadsvoordracht
bouwenvelop,
gem.
A’dam
15
juli
2005)
In
hoofdstuk
3
komt
de
grote
vereenvoudiging,
de
context
van
de
bouwenvelop
uitgebreider
aan
de
orde.
2.3 Definities
In
de
volgende
paragraven
komen
de
definities
aan
de
orde
van
de
meest
gebruikte
termen
in
deze
scriptie.
2.3.1 Bouwenvelop
De
bouwenvelop
is
het
complex
van
afspraken
die
het
kader
vormen
bij
ontwikkeling
in
Amsterdam
in
de
1
breedste
zin
van
het
woord.
De
bouwenvelop
bestaat
uit
drie
onderdelen :
(I) Programmatische
aspecten
zoals
het
minimaal
of
maximaal
te
realiseren
volume
per
functie,
differentiatie
van
het
programma
en
de
parkeernorm.
(II) Stedenbouwkundige
kaders
zoals
de
verkaveling
en
begrenzing
van
het
bouwblok,
de
bouwhoogte,
het
bebouwingspercentage,
ruimtelijke
eisen,
bouwbloktypologie,
ontsluitingsprincipes,
gebouwde
en
ongebouwde
fiets‐
en
autovoorzieningen.
(III) Welstandseisen.
1
Bouwbox
“Zo
doen
we
dat
in
Amsterdam”
11
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
In
feite
beschrijft
de
bouwenvelop
de
contouren
van
de
ruimte
waarbinnen
gebouwd
kan
worden,
het
volume
per
functie
dat
gebouwd
kan
worden
en
stelt
het
een
aantal
stedenbouwkundige
en
architectonische
eisen.
Het
document
waarin
de
bouwenvelop
terug
te
vinden
is
heet
de
bouwenvelopbeschrijving.
Over
de
bouwenvelop
in
paragraaf
3.2
meer.
2.3.2 Bouwenvelopovereenkomst
De
bouwenvelopovereenkomst
is
de
privaatrechtelijke
overeenkomst
waarin
aanvullende
afspraken
aan
de
bouwenvelop
vervat
zijn.
In
deze
overeenkomst
worden
de
planning,
de
grondprijs,
de
betalingsvoorwaarden,
de
leveringsvoorwaarden,
de
relevante
publiekrechtelijke
aspecten,
de
2
samenwerking
en
afstemming,
en
een
exitregeling
bepaald.
In
deze
overeenkomst
worden
daarnaast
een
aantal
andere
documenten,
zoals
de
bouwenvelopbeschrijving,
het
Stedenbouwkundig
Plan
van
Eisen
en
de
erfpachtovereenkomst
van
toepassing
verklaard.
Kort
gezegd
is
de
bouwenvelopovereenkomst
een
koopcontract
met
een
zeer
uitgebreid
scala
aan
afspraken
over
tijd,
geld,
kwaliteit
en
organisatie.
De
bouwenvelopovereenkomst
wordt
verder
in
detail
in
paragraaf
3.3
besproken.
2.4 Selectieprocedure
versus
ontwikkelkader
In
deze
scriptie
ligt
de
nadruk
op
het
kader
waarbinnen
een
ontwikkeling
plaatsvindt.
De
procedure
die
leidt
tot
selectie
van
de
afnemer
van
de
grond
heeft
een
invloed
op
dat
kader,
en
komt
in
deze
scriptie
aan
de
3
orde
als
die
invloed
merkbaar
is.
Bij
uitgifte
van
grond
door
een
gemeente
aan
een
marktpartij
is
in
feite
altijd
sprake
van
een
procedure
om
te
bepalen
welke
partij
de
grond
af
kan
nemen
en
tegen
welke
financiële
voorwaarden.
Verkoop
van
grond
kan
bijvoorbeeld
enkelvoudig
onderhands
(één
op
één),
meervoudig
(niet)
openbaar
of
door
middel
van
een
Europese
aanbesteding
geschieden.
In
veel
gevallen
wordt
in
deze
procedure
ook
het
een
en
ander
bepaald
over
ruimtelijke
invulling
en
programma.
Deze
procedures
worden
in
het
vakjargon
prijsvragen,
bestedingen
of
tenders
genoemd.
De
procedure
waarbij
de
afnemer
van
de
grond
geselecteerd
wordt
heeft
doorgaans
als
doel
de
beste
ontwikkelaar
en
het
beste
plan
te
kiezen
of
de
hoogste
grondopbrengst
te
bewerkstelligen.
Het
is
vaak
moeilijk
om
de
procedure
om
tot
een
overeenkomst
te
komen
scherp
te
scheiden
van
de
situatie
na
het
sluiten
van
de
overeenkomst.
Zowel
de
financiële
als
de
inhoudelijke
uitgangspunten
die
bepaald
zijn
tijdens
de
selectieprocedure
hebben
een
effect
op
de
verdere
ontwikkeling.
Daarbij
komt
nog
dat
de
gekozen
contractsvorm
op
zichzelf
een
invloed
kan
hebben.
2
Bouwbox
“Zo
doen
we
dat
in
Amsterdam”
3
Ik
versta
daaronder
ook
woningcorporaties.
12
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
In
deze
scriptie
ligt
de
nadruk
op
de
bouwenvelop
en
niet
zozeer
op
de
selectie
van
de
ontwikkelaar
die
de
bouwenvelop
in
gaat
vullen.
Een
bouwenvelop
kan
op
verschillende
manieren
tot
stand
komen.
Die
totstandkoming
is
in
dit
kader
minder
interessant
dan
het
effect
dat
het
complex
van
regels
heeft
op
de
verdere
interactie
tussen
partijen
en
het
uiteindelijke
resultaat.
Voor
zover
de
criteria
waarop
de
ontwikkelaar
geselecteerd
wordt
een
sterke
invloed
hebben
op
de
mogelijkheid
te
ontwikkelen
binnen
het
kader
van
de
bouwenvelop
komt
dat
ook
aan
de
orde.
Waar
de
selectiemethodiek
een
sterk
effect
heeft
op
de
mogelijkheid
om
een
project
te
ontwikkelen
en
te
realiseren
binnen
het
complex
van
regels
dat
geldt
na
het
formele
contractsmoment
waarop
de
grond
overgaat
van
de
gemeente
naar
de
ontwikkelaar
komt
de
selectiemethodiek
dus
ook
aan
de
orde.
Het
effect
van
een
openbare
biedingsprocedure
op
basis
van
een
maximaal
grondbod
heeft
bijvoorbeeld
een
nadrukkelijk
effect
op
hoe
partijen
tegenover
elkaar
staan
bij
de
verdere
uitwerking
van
de
plannen
en
de
uitvoering
daarvan.
Een
voorbeeld
van
een
selectieprocedure
voor
een
bouwenvelop
waar
dit
speelde
is
de
selectie
voor
kavel
3b
in
het
Amstelkwartier.
Van
deze
gronduitgifte
door
middel
van
een
bouwenvelop
werd
verwacht
dat
vooral
de
selectieprocedure
een
sterk
effect
zou
hebben
op
het
resultaat
is
Deze
selectie
komt
als
case
terug
in
hoofdstuk
7.
Verder
ligt
de
nadruk
in
deze
scriptie
op
de
bouwenvelop
zoals
die
gebruikt
wordt
in
Amsterdam.
2.5 Bouwenveloppen
in
de
VS
Omdat
op
de
Zuidas
een
aantal
Amerikaanse
principes
toegevoegd
is
aan
de
bouwenvelopmethodiek,
bestaat
het
vermoeden
dat
de
Amsterdamse
bouwenvelop
gekopieerd
is
van
de
Amerikaanse
versie,
de
Building
of
Zoning
4
Envelope.
Vooral
de
zogenaamde
Air
Rights
in
het
plangebied
Gershwin
op
de
Zuidas
opwachting
Figuur
2
New
York
versterken
dit
vermoeden.
Volgens
Duco
Stadig,
de
geestelijk
vader
van
de
Bouwenvelop
en
de
Grote
Vereenvoudiging
is
de
bouwenvelop
overigens
niet
uit
de
Verenigde
Staten
overgenomen.
4
Technisch
gezien
is
dit
Incentive
Zoning.
13
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
Het
idee
van
de
bouwenvelop
is
afkomstig
uit
een
planproces
voor
de
Openbare
Bibliotheek
op
het
Binnengasthuisterrein
waarbij
de
architect
een
plan
op
hoofdlijnen
bestaande
uit
programma
en
volumina
formuleerde.
(Duco
Stadig,
Voormalig
Wethouder
RO,
bijlage
IIID)
Met
de
genoemde
Air
Rights
maatregel
stimuleerde
de
gemeente
verschillende
kwaliteitsimpulsen,
zoals
duurzaamheid
en
sociaal
programma,
met
een
systeem
waar
aanvullend
volume
en
een
vergoeding
een
rol
spelen.
Dit
is
in
grote
lijnen
vergelijkbaar
met
de
Ruimtelijke
Ordeningspraktijk
in
New
York,
waar
het
mogelijk
is
om
in
bepaalde
gevallen
een
hoger
Floor
Area
Ratio
(FAR)
aan
te
vragen.
De
situatie
waarbij
de
ontwikkelaar
een
bonus
in
volume
krijgt
als
een
maatschappelijk
gewenste
functie
(zoals
bijv.
openbare
ruimte,
een
arcade
of
een
theater)
toevoegt
die
door
de
gemeente
gestimuleerd
wordt
noemt
men
Incentive
Zoning
(NYC
Zoning
History).
Air
Rights
zijn
in
de
Amerikaanse
praktijk
het
verschil
tussen
de
Floor
Area
Ratio
(FAR)
en
het
bebouwde
oppervlak
op
een
kavel.
Het
ongebruikte
ontwikkelpotentieel
wordt
Unused
Development
Rights
genoemd
of
Air
Rights
(NYC
Zoning
Glossary).
Een
andere
overeenkomst
tussen
de
Amerikaanse
Zoning
praktijk
in
New
York
en
de
Amsterdamse
bouwenvelop
is
de
combinatie
van
regels
over
de
ruimtelijke
vorm
van
een
gebouw
en
regels
over
het
maximale
volume.
In
Amsterdam
wordt
het
volume
per
functie
per
bouwenvelop
omschreven
en
is
daarnaast
ook
beschreven
welke
ruimtelijke
kaders
gelden.
In
New
York
geldt
per
buurt
een
Zoning
Code
waarin
de
5
FAR
en
de
mogelijke
functies
geregeld
zijn
en
zijn
er
Figuur
3
Contouren
regels
over
hoogte,
afstand
van
de
straat
op
verschillende
hoogtes
en
gebruik
van
de
kavel
op
maaiveld
niveau.
Building
Envelope:
A
building
envelope
is
the
maximum
three‐dimensional
space
on
a
zoning
lot
within
which
a
structure
can
be
built,
as
permitted
by
applicable
height,
setback
and
yard
controls.
(NYC
Zoning
Glossary)
Zowel
de
Amerikaanse
Zoning
Envelope
als
de
Amsterdamse
bouwenvelop
zijn
in
het
leven
geroepen
in
het
kader
van
Ruimtelijke
Ordening
en
zij
beogen
de
ruimtelijke
contouren
en
het
gebruik
van
ontwikkelingen
te
regelen.
Dat
is
in
feite
de
belangrijkste
relatie
die
beide
systemen
hebben.
In
de
Amerikaanse
situatie
bestaat
5
Voornamelijk
C.
voor
Commercial
of
R.
Voor
Residential.
Waarbij
ook
aangegeven
wordt
welke
omrekenfactor
geldt
als
in
een
commerciële
zone
woningbouw
gepland
wordt.
Dus
bijv:
in
een
C6‐4
Zone
is
het
mogelijk
om
hotels,
winkels,
en
andere
voorzieningen
te
bouwen.
Bovendien
kan
men
in
een
C6‐4
zone
het
equivalent
aan
woningen
bouwen
van
een
R10
Zone.
14
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
er
verder
geen
bestemmingsplan
en
is
er
geen
sprake
van
een
contract
tussen
ontwikkelaar
en
overheid.
De
overheid
heeft
bij
ontwikkelingen
die
volledig
binnen
een
Building
Envelope
vallen,
een
zogenaamde
As
of
Right
ontwikkeling,
vrijwel
geen
sturingsmechanismen.
As‐of‐right
Development:
An
as‐of‐right
development
complies
with
all
applicable
zoning
regulations
and
does
not
require
any
discretionary
action
by
the
City
Planning
Commission
or
Board
of
Standards
and
Appeals.
(NYC
Zoning
Glossary)
Het
beschikbare
volume
wordt
volgestouwd,
omdat
er
geen
welstand
of
andere
controle
is
leidt
vrijheid
alleen
tot
meer
volume.
Om
die
reden
staan
in
Mid
Town
allemaal
vergelijkbare
blokken,
alleen
de
kleur
varieert.
Dit
proces
is
helemaal
“money
driven”!
(Wouter
de
Jonge,
UNstudio,
bijlage
IIIK)
In
de
Amsterdamse
situatie
regelt
het
bestemmingsplan
de
inrichting
van
de
openbare
ruimte
en
is
de
bouwenvelop
door
de
toenmalige
wethouder
Ruimtelijke
Ordening,
Duco
Stadig
vooral
in
het
leven
geroepen
om
de
procedures
te
versnellen.
Een
groot
verschil
tussen
de
situatie
in
New
York
en
in
Amsterdam
is
dat
de
Building
Envelope
ook
gebruikt
wordt
als
de
grond
niet
van
de
overheid
is.
De
Building
Envelope
is
een
integraal
onderdeel
van
de
Zoning,
het
bestemmingsplan.
In
Amsterdam
wordt
de
bouwenvelop
vooral
gebruikt
als
de
gemeente
eigenaar
is
van
de
grond
en
er
sprake
is
van
uitgifte
van
de
grond
aan
een
ontwikkelaar.
Hoewel
de
insteek
anders
is
en
er
geen
directe
relatie
tussen
de
bouwenvelop
en
de
Building
Envelope
gelegd
kan
worden
kunnen
we
van
de
Amerikaanse
situatie
veel
leren,
zowel
hoe
het
wel
moet
als
hoe
het
niet
moet.
In
New
York
zijn
Building
Envelopes
vastgelegd
in
wat
wij
een
bestemmingsplan
zouden
noemen
per
buurt.
Daar
binnen
kan
een
ontwikkelaar
een
As
of
Right
gebouw
ontwikkelen
zonder
de
gemeente
te
6
consulteren .
Het
wordt
daarbij
als
onwenselijk
gezien
per
gebouw
te
bepalen
wat
wel
en
niet
kan.
Frequent
exercise
of
discretion
on
a
building
by
building
basis
is
a
costly
business
for
city
government
to
be
in.
It
requires
architects,
lawyers,
and
planners
to
match
wits
and
skills
with
the
private
applicants
professional
team.
(Planning
and
Zoning
NYC)
Dit
leidt
ontegenzeggelijk
tot
snellere
procedures,
maar
ook
tot
gebouwen
waarvan
iedereen
(behalve
mogelijk
de
ontwikkelaar)
zich
afvraagt
wat
ze
toevoegen
aan
de
omgeving.
De
Zoning
Principles
van
New
York
komen,
ondanks
dat
ze
naar
Amerikaanse
standaarden
bijzonder
complex
zijn
en
de
ruimtelijke
6
Vaak
legt
een
ontwikkelaar
zijn
plannen
voor
door
middel
van
een
“preliminary
review”(verwijzing)
om
verschillen
van
inzicht
over
wat
is
toegestaan
te
voorkomen
maar
dat
is
niet
verplicht.
15
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
ordening
van
een
stad
bepalen
die
tien
keer
groter
is
dan
Amsterdam,
op
een
Nederlander
als
heel
helder
en
eenvoudig
over.
Een
goed
voorbeeld
voor
de
grote
vereenvoudiging?
2.6 Aanpak
De
bouwenvelop
heeft
in
de
ruimtelijke
ordening
een
grote
impact
en
heeft
raakvlakken
met
tal
van
juridische,
financiële,
ruimtelijke
en
commerciële
aspecten
van
projectontwikkeling.
Om
die
reden
is
het
onderzoek
voor
deze
scriptie
breed
ingezet
met
zowel
interviews,
als
literatuurstudie
en
case
onderzoek.
2.6.1 Literatuurstudie
Door
het
bestuderen
van
literatuur
op
het
gebied
van
gronduitgifte
en
bouwenveloppen
wil
ik
meer
inzicht
krijgen
in
de
context
van
de
bouwenvelop
en
de
gewoontes
bij
gronduitgifte
om
de
bouwenvelop
daarmee
te
kunnen
vergelijken.
2.6.2 Interviews
Door
het
voeren
van
gesprekken
met
betrokkenen
bij
de
uitgifte
van
bouwenveloppen
aan
de
kant
van
de
gemeente
en
de
marktpartijen
wil
ik
meer
inzicht
krijgen
in
de
resultaten
van
de
bouwenvelop
tot
nu
toe.
Om
een
beter
beeld
te
kunnen
schetsen
bij
zowel
de
achtergronden
en
bedoelingen
als
de
verwachtte
uitwerking
van
de
bouwenvelop
heb
ik
een
aantal
interviews
gehouden
met
zowel
de
bedenkers
als
de
uitvoerders
van
de
bouwenvelop
aan
de
kant
van
de
gemeente.
De
nadruk
lag
daarbij
op
gesprekken
met
de
mensen
die
nu
vanuit
de
gemeente
bezig
zijn
met
de
bouwenvelop
en
die
van
dit
beleid
de
effecten
ondervinden.
Naast
de
verschillende
beleidsstukken
over
de
bouwenvelop
en
wat
er
in
vakbladen
gepubliceerd
wordt
geeft
dat
een
duidelijk
beeld
van
de
nuances
van
dit
beleid
en
de
ervaringen
tot
nu
toe.
Vanuit
het
oogpunt
van
de
markt
heb
ik
met
ontwikkelaars,
beleggers,
architecten
en
andere
bij
de
ontwikkeling
betrokken
adviseurs
gesproken.
In
die
gesprekken
zijn
de
mogelijkheden
en
beperkingen
van
de
bouwenvelop
en
de
mogelijke
aanpak
en
bijzondere
risico’s
van
het
ontwikkelen
binnen
een
bouwenvelop
en
het
aangaan
van
een
bouwenvelopovereenkomst
aan
de
orde
gekomen.
De
Neprom
en
het
Ontwikkelingsbedrijf
Gemeente
Amsterdam
(OGA)
hebben
gezamenlijk
een
bijeenkomst
georganiseerd
op
15
april
2008
om
de
bouwenvelop
te
evalueren.
Op
die
bijeenkomst
werd
een
pittige
discussie
gevoerd
over
de
bouwenvelop
waar
onder
andere
door
Rudy
Stroink,
de
directeur
van
TCN,
en
Carel
de
Reus
de
directeur
van
Johan
Matser,
aangevoerd
werd
dat
het
plan
van
de
gemeente
zover
uitgewerkt
was
dat
er
alleen
nog
sprake
was
van
een
bouwopgave,
in
die
context
is
de
naam
bouwenvelop
16
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
heel
toepasselijk.
De
vraag
of
de
bouwenvelop
juist
van
vertrouwen
tussen
gemeente
en
marktpartijen
getuigt
of
juist
van
argwaan
is
daarbij
ook
uitgebreid
aan
de
orde
gekomen.
2.6.3 Casus
Door
het
bestuderen
van
enkele
concrete
situaties
waarbij
bouwenveloppen
uitgegeven
zijn
wil
ik
meer
inzicht
krijgen
in
de
resultaten
van
de
bouwenvelop
tot
nu
toe
en
met
voorbeelden
de
conclusies
over
de
effectiviteit
van
de
bouwenvelop
kunnen
onderbouwen.
Om
de
voor
en
nadelen
van
de
bouwenvelop
te
kunnen
analyseren
is
de
casus
van
de
bouwenveloppen
in
het
Amstelkwartier
heel
interessant,
daar
werden
de
bouwenvelop
methodiek
en
de
uitgangspunten
van
de
grote
vereenvoudiging
in
optima
forma
toegepast.
De
tweede
casus,
de
ontwikkeling
van
het
Miles
Building
in
Gershwin
op
de
Zuidas
is
van
voor
de
grote
vereenvoudiging,
maar
heeft
een
aantal
aspecten
die
later
in
de
bouwenvelop
verwerkt
zouden
worden.
De
stedenbouwkundige
kaders
bij
Gerschwin
zou
je
proto
bouwenveloppen
kunnen
noemen.
Bij
deze
ontwikkeling
is
door
de
gemeente
ook
geëxperimenteerd
met
een
aantal
methodes
om
kwaliteit
te
belonen.
De
derde
casus
is
de
ontwikkeling
van
Five
Franklin
Place,
een
ontwikkeling
in
Tribeca,
een
wijk
in
New
York.
Het
model
in
New
York
heeft
als
uitgangspunt
een
minimale
ambtelijke
inspanning
met
maximale
garanties
7
voor
openbare
(RO)
belangen
te
bereiken
en
commerciële
ontwikkelingen
zoveel
mogeljk
te
stimuleren .
Met
de
bespreking
en
analyse
van
deze
ontwikkeling
verwacht
ik
nieuwe
inzichten
op
te
doen
die
mogelijk
een
ander
licht
op
de
Amsterdamse
bouwenvelopmethode
werpen.
Door
te
kiezen
voor
een
ver
uitgewerkte
envelop
(Amstelkwartier),
een
vrijere
envelop
(Gershwin)
en
een
zeer
vrije
envelop
(Five
Franklin
Place)
verwacht
ik
conclusies
te
kunnen
trekken
over
flexibiliteit
in
het
Ruimtelijke
Ordeningskader.
Alledrie
de
casus
betreffen
woningbouwopgaves
met
een
deel
commerciële
ruimte.
Geen
van
de
drie
projecten
volgt
de
planning.
Op
het
moment
van
schrijven
zijn
de
eerste
2
verdiepingen
van
Five
Franklin
Place
gebouwd.
De
bouw
is
stil
gelegd
vanwege
een
stagnatie
in
de
verkoop.
Het
Miles
Building
wordt
naar
verwachting
eind
2009
in
aanbouw
genomen,
terwijl
dat
volgens
de
originele
planning
voor
2007
had
moeten
gebeuren.
Plot
3b
op
het
Amstelkwartier
bevindt
zich
in
de
VO
fase,
het
is
de
vraag
of
het
gaat
lukken
(en
of
het
wenselijk
is)
om
te
starten
met
de
verkoop
tegen
het
eind
van
2009.
7
R.
Susan
Motley,
Planning
the
Equitable
City,
pagina
214,
in:
Planning
and
zoning
New
York
City
17
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
3
Context
van
de
bouwenvelop
3.1 De
grote
vereenvoudiging
In
juli
2005
werd
in
de
gemeente
Amsterdam
nieuw
beleid
aangenomen
(Collegebesluit
De
grote
vereenvoudiging
en
maatschappelijke
voorzieningen)
voor
een
groot
aantal
volkshuisvestings‐
en
ruimtelijke
ordeningsprocedures.
Dit
gebeurde
onder
de
noemer
“De
grote
vereenvoudiging”.
De
gemeentelijke
bemoeienis
met
ruimtelijke
projecten
is
teruggebracht
tot
de
wettelijke
taken;
extra’s
en
overbodige
eisen
zijn
geschrapt.
Door
het
verhelderen
van
taken
en
verantwoordelijkheden
wordt
een
halt
toegeroepen
aan
het
veelvuldig
heropenen
van
onderhandelingen
om
nieuwe
risico’s
te
verkleinen,
opbrengsten
te
vergroten
of
andere
(kwaliteits)aspecten
in
te
brengen:
gewoontes
die
waren
ontstaan
door
de
steeds
toenemende
complexiteit
van
bouwprojecten.
(www.kennisbankruimtelijkesector.nl)
In
de
voorgaande
jaren
was
er
een
situatie
ontstaan
waarin
de
bevoegdheden
en
verantwoordelijkheden
van
de
marktpartijen
en
de
gemeente
door
elkaar
waren
gaan
lopen.
Onder
andere
daardoor
duurden
procedures
extreem
lang.
Dit
werd
gezien
als
een
van
de
redenen,
of
misschien
wel
de
reden
waarom
de
woningbouw
in
Amsterdam
ver
achterbleef
op
wat
je
zou
verwachten
gezien
de
vraag
of
zelfs
de
woningnood.
De
doelstellingen
van
de
grote
vereenvoudiging
(Donker
van
Heel
in
Nul20)
waren:
•
Meer
transparante
werkprocessen
en
besluitvorming
•
Versnelling
van
bouwproductie
•
Beheersing
van
de
kosten
In
feite
hield
dat
een
nieuwe
opzet
van
het
(woning)bouwproces
in
Amsterdam
in.
De
afspraken
tussen
gemeente
en
marktpartijen
en
tussen
centrale
stad
en
stadsdelen
moesten
duidelijker
worden.
Er
werd
naar
een
betere
aansluiting
op
de
huidige
wet‐
en
regelgeving
gezocht,
waarbij
ook
de
interactie
met
de
markt
en
de
financiële
situatie
van
de
gemeente
een
grote
rol
speelden.
Zie
hieronder
enkele
van
de
punten
waar
het
om
ging:
•
Aanpassing
van
het
Plan
en
Besluitvormingsproces
Ruimtelijke
maatregelen
(Plaberum),
het
aantal
planfases
en
inspraakmomenten
werd
teruggebracht.
•
Amsterdamse
extra’s
bovenop
de
eisen
in
het
Bouwbesluit
werden
teruggebracht.
•
Een
leidraad
met
daarin
een
duidelijke
rolverdeling
binnen
het
ambtelijk
apparaat
bij
ruimtelijke
projecten
werd
ingevoerd.
•
Door
een
gemeentebreed
juristenoverleg
werd
gezorgd
voor
betere
juridische
kwaliteit.
18
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
•
Een
duidelijke
verdeling
van
financiële
verantwoordelijkheden
tussen
centrale
stad
en
stadsdelen
ten
aanzien
van
kosten
en
opbrengsten
van
projecten
werd
geformuleerd.
•
Er
kwam
meer
afstemming
tussen
ontwerpers
en
kostenbewakers.
•
Regelmatige
risicoanalyses
per
project.
•
Afspraken
rond
uitwisseling
van
het
cursusaanbod.
De
diensten
in
de
ruimtelijke
sector
maken
hun
cursussen
toegankelijk
voor
anderen,
bijvoorbeeld
stadsdeelmedewerkers.
•
Er
werd
een
Kennisbank
Bouwen
en
Wonen
opgebouwd.
3.2 Achtergrond
en
inhoud
van
de
bouwenvelop
Zoals
in
de
inleiding
kort
besproken
is
de
bouwenvelop
een
van
de
meest
in
het
oog
springende
onderdelen
van
het
totale
beleid.
Zie
onderstaand
citaat
voor
een
kernachtige
samenvatting
van
de
redenen
voor
het
invoeren
van
de
bouwenvelop:
De
gemeente
en
de
ontwikkelaar
zijn
langdurig
met
elkaar
aan
het
onderhandelen
over
de
hoogte
van
die
grondprijs.
Want
die
is
natuurlijk
al
onderwerp
van
gesprek
vanaf
het
moment
dat
deze
partijen
met
elkaar
aan
tafel
zitten
om
het
planvormingsproces
vorm
te
geven.
Soms
al
vóór
de
bestuurlijke
vaststelling
van
het
fase
3
besluit.
En
elk
detail
dat
verandert
gedurende
dat
proces
kan
weer
tot
een
nieuwe
onderhandelingsronde
leiden.
Een
tweede
gevolg
is
dat
de
gemeente
moeite
heeft
met
de
financiële
beheersbaarheid
van
de
ruimtelijke
fondsen.
Weliswaar
wordt
bij
het
fase
3
besluit
een
grondexploitatie
vastgesteld
en
daarmee
actief
gemaakt,
maar
al
die
onderhandelingen
leiden
vooral
tot
saldoverslechteringen
in
de
grondexploitaties
en
daarmee
tot
aanvullende
dekkingbehoeften
in
de
ruimtelijke
fondsen.
(Raadsvoordracht
bouwenvelop,
gem.
A’dam
15
juli
2005)
Er
werd
op
basis
van
het
bovenstaande
besloten
grond
in
het
vervolg
uit
te
geven
in
Bouwenveloppen.
De
toenmalige
praktijk
van
het
Amsterdamse
grondprijsbeleid
voor
woningbouw
was
dat
de
grondprijs
vaak
bepaald
werd
op
basis
van
een
volkomen
residuele
grondprijsberekening
(zie
hoofdstuk
4,5
voor
uitleg
over
residuele
grondprijsberekening),
waarbij
de
grondprijs
een
afgeleide
was
van
het
(eind)ontwerp
van
het
bouwplan.
Een
van
de
doelen
van
het
werken
met
bouwenveloppen
is
om
grondprijzen
op
een
relatief
vroeg
moment
in
de
planvorming
vast
te
stellen.
Omdat
de
grondprijs
vastgesteld
wordt
op
basis
van
normen
over
kosten
en
opbrengsten
wordt
dit
een
genormeerd
residuele
grondprijsberekening
genoemd.
De
overeengekomen
grondprijs
wordt
in
een
privaatrechtelijke
overeenkomst,
de
bouwenvelopovereenkomst,
vervat.
De
19
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
overeengekomen
grondprijs
is
vervolgens
niet
meer
onderhandelbaar.
Op
die
manier
is
het
de
bedoeling
dat
de
gemeente
op
een
vroeger
moment
zekerheid
over
de
grondopbrengsten
krijgt.
Beoogde
uitkomsten
van
de
bouwenvelopsystematiek
zijn
vroegtijdige
zekerheid
over
de
grondopbrengsten,
transparantie,
versnelling
van
het
planproces,
en
kostenbeheersing
aan
gemeentezijde.
De
eisen
en
randvoorwaarden
(ruimtelijke,
programmatische,
technische)
die
wij
als
gemeente
essentieel
vinden
(en
dus
ook
niet
onderhandelbaar
zijn)
overzichtelijk
vastleggen
zodat
de
markpartijen
weten
waar
ze
aan
toe
zijn.
Vervolgens
wordt
na
een
selectieprocedure
een
marktpartij
geselecteerd
waarmee
de
gemeente
een
overeenkomst
sluit.
Dat
bevordert
het
overzicht
over
de
afspraken
en
voorkomt
verdere
onderhandelingen.
(Bart
Vlaanderen,
DRO,
bijlage
IIIE)
Een
bijkomend
effect
van
het
berekenen
van
de
grondprijs
op
basis
van
normen
is
dat
de
ontwikkelaar
mogelijkheden
heeft
te
komen
tot
optimalisering
van
het
programma
en
ontwerp
en
daarmee
van
opbrengsten.
Voor
de
ontwikkelaar
is
het
aantrekkelijk
om
aan
de
voorkant
afspraken
over
de
grondprijs
te
maken
omdat
dat
meer
zekerheid
geeft
en
er,
in
elk
geval
in
theorie,
nog
een
optimalisatieslag
mogelijk
is.
3.3 Inhoud
van
de
bouwenvelopovereenkomst
Er
zijn
geen
speciale
regels
of
beperkingen
op
de
bouwenvelop
overeenkomst
van
toepassing,
het
is
in
feite
een
geone
privaatrechtelijke
overeenkomst.
Het
best
is
het
te
beschrijven
als
een
ontwikkelovereenkomst
waarin
beide
partijen
zich
verplichten
om
in
de
ontwikkeling
zaken
in
te
brengen
en
verschillende
prestaties
te
leveren
om
te
komen
tot
realisatie
van
vastgoed.
Bijzonder
is
daarbij
dat
er
kaders
worden
gesteld
waarbinnen
de
ontwikkeling
plaats
moet
vinden.
In
de
bouwenvelopovereenkomst
worden
naast
de
standaard
juridische
aspecten
zoals
een
beschrijving
van
de
partijen,
overwegingen,
de
locatie
en
definities,
de
volgende
zaken
geregeld:
•
Het
binnen
de
ruimtelijke
kaders
te
ontwikkelen
maximale
volume
waarbij
ook
het
maximale
volume
per
functie
voorgeschreven
wordt
en
waarbij
ook
absolute
maximum
en
minimum
aantallen
woningen
gegeven
kunnen
worden.
•
De
taken
van
de
gemeente,
waaronder
het
bouw‐
en
woonrijp
maken,
het
aanleggen
van
de
openbare
ruimte
en
infrastructuur
en
het
toetsen
van
het
Voorlopig
Ontwerp
en
het
Definitief
Ontwerp
van
de
ontwikkelaar.
•
Inspanningsverplichting
van
de
gemeente
om
goedkeuring
van
het
bestemmingsplan
voortvarend
te
laten
verlopen.
In
een
bouwenvelop
wordt
ook
een
ontbindende
voorwaarde
opgenomen
met
betrekking
tot
de
bestemmingsplanprocedure.
20
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
•
De
taken
van
de
ontwikkelaar,
waaronder
het
aanvragen
van
de
benodigde
vergunningen
en
het
ontwikkelen
van
het
kavel.
•
Overlegstructuur
en
informatie
uitwisseling
tussen
de
ontwikkelaar
en
de
gemeente.
•
Mogelijkheden
voor
ontbinding
in
geval
van
bijzondere
omstandigheden
of
overmacht
en
sancties,
kosten
en
andere
gevolgen
in
alle
andere
gevallen.
•
De
grondwaarde,
een
eenmalige
waarborgsom
als
zekerheid,
een
jaarlijkse
reserveringsvergoeding
tot
aan
de
ingang
van
de
erfpacht,
de
hoogte
van
de
erfpachtcanon
en
andere
financiële
aspecten.
•
Samenwerking
met
andere
partijen
die
een
relatie
hebben
met
de
kavel.
Het
gaat
dan
bijvoorbeeld
om
naburige
kavels
die
infrastructuur
delen.
De
bouwenvelop
bestaat
uit
meer
dan
alleen
de
bouwenvelopovereenkomst.
Ook
worden
verschillende
andere
contracten
en
beleidsstukken
van
toepassing
verklaard
in
de
bouwenvelopovereenkomst.
•
De
beschrijving
van
de
bouwenvelop,
zijnde
een
uitwerking
van
het
stedenbouwkundig
plan
met
het
toegestane
volume
en
programma.
Daarin
wordt
ook
bepaald
welke
rooilijnen
gelden,
hoe
de
bouwblokken
gevormd
moeten
worden,
wat
de
maximaal
toegestane
hoogte
en
breedte
op
verschillende
plekken
is.
•
Het
Stedenbouwkundig
plan
met
de
bijbehorende
tekeningen
en
het
beeldkwaliteitsplan
hetgeen
in
feite
het
deel
is
wat
ruimtelijk
de
meeste
invloed
heeft.
•
De
erfpachtaanbieding
met
alle
details
over
de
looptijd
van
het
erfpachttijdvak,
de
hoogte
van
de
canon,
de
hoogte
van
boetes
en
de
verschillende
mogelijkheden
voor
afbetaling.
•
Aan
de
bouwenvelopovereenkomst
wordt
een
planning
met
een
bouwplicht
verbonden.
In
de
planning
wordt
onder
andere
weergegeven
wanneer
de
bouwvergunning
aangevraagd
dient
te
worden
en
wanneer
met
de
bouw
begonnen
moet
worden.
•
De
voorselectie
documenten,
de
inschrijving
van
de
ontwikkelaar
en
vraag‐/antwoorddocumenten
naar
aanleiding
van
schriftelijke
vragen
van
inschrijvers.
21
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
3.4 Flexibiliteit
ontwikkelaar
In
de
bouwenvelop
wordt
volgens
de
gemeente
flexibiliteit
gecreëerd
voor
de
ontwikkelaar.
Deze
flexibiliteit
bestaat
uit
een
combinatie
van
de
volgende
punten:
Het
aantal
vierkante
meters
dat
maximaal
kan
worden
gerealiseerd
(cf.
bestemmingsplan)
is
groter
dan
het
aantal
meters
waarover
de
grondprijs
wordt
afgesproken
in
de
overeenkomst;
de
ontwikkelaar
heeft
een
zekere
vrijheid
om
de
verhouding
tussen
verschillende
functies
te
wijzigen;
de
ontwikkelaar
heeft
vrijheid
om
ruimtelijk
te
schuiven
met
de
positie
van
functies
binnen
de
envelop.
(Raadsvoordracht
bouwenvelop,
gem.
A’dam
15
juli
2005)
Om
de
ontwikkeling
van
projecten
sneller
te
laten
verlopen
was
het
idee
om
een
buffer
in
te
bouwen
bestaande
uit
een
grotere
hoeveelheid
te
ontwikkelen
volume
dan
waarvoor
betaald
werd.
In
geval
van
financiële
tegenvallers
zou
de
ontwikkelaar
dan
de
in
het
project
ingebakken
ruimte
aan
kunnen
spreken
om
toch
een
winstgevend
project
te
realiseren.
Dit
effect
wordt
overigens
teniet
gedaan
als
er
geselecteerd
wordt
op
prijs.
In
dat
geval
zal
de
ontwikkelaar
er
naar
streven
het
volume
te
maximaliseren
om
een
hoog
en
concurrerend
grondbod
te
kunnen
doen.
Daarover
meer
in
paragraaf4.2.
De
vrijheid
de
voor
de
functies
bedoelde
volumes
aan
te
passen
en
de
vrijheid
de
functies
in
de
bouwenvelop
ten
op
zichte
van
elkaar
in
te
delen
geeft
de
ontwikkelaar
de
mogelijkheid
om
de
ontwikkeling
zo
veel
mogelijk
aan
te
laten
sluiten
op
de
vraag
in
de
markt.
De
idee
daarbij
is
dat
een
marktpartij
het
best
in
staat
is
om
te
bepalen
wat
het
meest
aansluit
op
de
vraag
van
de
markt.
Dit
geeft
de
ontwikkelaar
de
vrijheid
om
door
functies
te
combineren
thema’s
toe
te
voegen
en
een
concept
voor
de
totale
ontwikkeling
te
maken.
De
bouwenvelop
geeft
ook
ruimte
om
zelf
te
bepalen
voor
welke
doelgroepen
binnen
het
verplichte
programma
gebouwd
wordt.
Zo
kan
de
grootte
en
indeling
van
de
individuele
onderdelen
van
de
ontwikkeling
vrij
bepaald
worden.
Vooral
voor
woningbouw
is
dit
een
belangrijk
aspect
waar
de
bouwenvelop
vernieuwend
in
is.
Behalve
waar
het
gaat
om
het
sociale
programma,
heeft
de
gemeente
geen
invloed
op
het
type
woningen
en
de
doelgroep
waarvoor
gebouwd
wordt.
Bij
het
sociale
programma
wordt
bepaald
dat
de
huur
dient
te
vallen
onder
de
liberalisatiegrens
en
dat
de
woningen
in
eigendom
van
een
toegelaten
instelling
(woningcorporatie)
moeten
komen.
Ook
hier
heeft
de
ontwikkelaar
de
vrijheid
om
grote
gezinswoningen
of
bijvoorbeeld
kleine
studenten
studio’s
te
maken.
3.5 Grondprijs
De
grondprijs
is,
zoals
aangegeven
in
paragraaf
3.3
een
belangrijk
onderdeel
van
de
bouwenvelopovereenkomst.
In
Amsterdam
wordt
de
prijs
van
in
erfpacht
uit
te
geven
grond
bepaald
met
de
22
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
8
9
residuele
grondwaarde
methodiek
de
methodiek
houdt
in
dat
de
marktwaarde
van
een
project
ingeschat
wordt
en
dat
vervolgens
teruggeredeneerd
wordt
naar
de
waarde
van
de
grond.
Door
de
stichtingskosten
(bouwkosten,
bijkomende
kosten
en
winst
en
risico)
van
de
marktwaarde
af
te
trekken
krijg
je
zo
de
waarde
van
de
grond.
Er
zijn
verschillende
manieren
om
tot
een
residuele
grondprijs
te
komen.
Dat
kan
door
de
gemeente
autonoom
gebeuren,
in
overleg
tussen
gemeente
en
ontwikkelaar
of
autonoom
door
de
ontwikkelaar.
Als
deze
grondprijs
als
minimum
bij
de
uitgifte
van
grond
gehanteerd
wordt
heet
dat
een
genormeerde
residuele
grondprijs.
De
gemeente
Amsterdam
is
van
zins
om
deze
methodiek
in
Buiksloterham
toe
te
passen
bij
de
uitgifte
van
bouwenveloppen.
Zij
bepaalt
dan
eenzijdig
hoe
hoog
de
grondwaarde
is
en
selecteert
verder
op
andere
criteria
zoals
plankwaliteit.
De
bepaling
van
de
waarde
van
de
grond
gebeurt
op
basis
van
kengetallen
over
de
marktwaarde
van
het
te
ontwikkelen
vastgoed
en
kengetallen
over
stichtingskosten.
In
andere
gevallen
wordt
de
over
grondprijs
onderhandeld.
De
ontwikkelaar
geeft
dan
inzicht
in
de
kostenstructuur
van
het
project,
in
overleg
wordt
dan
bepaald
wat
de
grondprijs
is.
Bij
het
Amstelkwartier
en
bij
Gershwin
was
sprake
van
een
residuele
grondwaarde
die
in
een
competitie
tot
stand
kwam,
dat
is
een
vrij
directe
vorm
van
residuele
berekening.
Het
was
in
dit
geval
de
ontwikkelaar
die
in
feite
de
prijs
vaststelde.
3.6 Bouwplicht
Volgens
deze
bouwenvelopovereenkomst
aanvaardt
de
ontwikkelaar
de
bouwkavel
in
erfpacht.
De
modelerfpachtbevestiging
is
één
van
de
bij
de
bouwenvelop
behorende
bijlagen
en
volgens
artikel
5a
van
de
(model)erfpachtbevestiging
“is
de
erfpachter
verplicht
met
de
bebouwing
van
het
terrein
aan
te
vangen
binnen
zes
maanden
na
de
ingangsdatum
van
de
erfpacht”.
De
ingangsdatum
van
erfpacht
is
acht
weken
na
bruikbare
bouwvergunning.
Uit
dit
alles
kan
afgeleid
worden
dat,
zodra
de
bouwvergunning
bruikbaar
is,
een
realisatieplicht
bestaat.
De
gemeente
kan
daarvan
in
voorkomend
geval
vrijstelling
verlenen,
maar
heeft
evenzeer
de
mogelijkheid
om
nakoming
te
eisen
én
boetes
op
te
leggen.
Door
de
bouwenvelop
met
erfpacht
te
combineren
wordt
de
materie
heel
complex.
Een
bouwplicht
in
de
bouwenvelop
was
in
elk
geval
toen
deze
bedacht
werd
niet
de
bedoeling.
Ook
in
combinatie
met
de
erfpachtregels
en
een
planning
is
er
nog
geen
sprake
van
een
bouwplicht.
De
ontwikkelaar
kan
altijd
nog
naar
de
rechter
als
de
gemeente
boetes
oplegt.
(Duco
Stadig,
Voormalig
Wethouder
RO,
bijlage
IIDI)
8
Voor
het
gemak
hanteer
ik,
hoewel
er
juridisch
en
financieel
natuurlijk
grote
verschillen
tussen
zijn,
ook
voor
residueel
vastgestelde
erfpachtcanon
het
woord
grondprijs.
9
Nozeman,
(2008),
pagina
130
23
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
4
De
Bouwenvelop
inhoudelijk
bezien
4.1 Flexibiliteit
en
garanties
De
meningen
verschillen
over
wat
de
gemeente
hoort
te
regelen
en
wat
het
beste
aan
de
markt
overgelaten
kan
worden.
Ergens
in
het
ruimtelijke
ordeningsproces
moet
het
stokje
overgedragen
worden
tussen
overheid
en
markt.
Als
dat
vroeger
in
het
proces
gebeurt
krijgen
markpartijen
meer
sturingsmogelijkheden
en
meer
ruimte
om
te
ontwikkelen,
de
overheid
heeft
in
deze
situatie
minder
sturingsmogelijkheden.
Als
het
stokje
later
overgedragen
wordt
heeft
de
overheid
de
kaders
vastgelegd
en
is
de
ruimte
voor
de
markt
om
te
ontwikkelen
beperkt.
Ook
bij
de
bouwenvelop
speelt
de
vraag
waar
inhoudelijk
de
knip
gelegd
zou
moeten
worden
en
waarop
de
gemeente
daarna
nog
zou
moeten
sturen?
Zo
min
mogelijk.
Een
duidelijk
en
summier
kader
is
het
beste!
Voor
de
grachten
van
Amsterdam
hadden
ze
een
gracht,
een
rooilijn
en
een
hoogte
vastgesteld
en
er
waren
een
beperkt
aantal
meesters
die
de
gevels
mochten
doen.
Is
toch
jarenlang
goed
gebleven....
De
overheid
heeft
moeite
kwaliteiten
te
omschrijven
en
vervalt
te
snel
in
kwantiteiten
of
arbitraire
vormen,
mijn
vraag
is
of
de
10
envelop
dat
opvangt.
(Rudy
Stroink,
TCN )
In
Amstelkwartier
zijn
bijvoorbeeld
de
regels
voor
de
straatkant
veel
explicieter
dan
de
achterkant,
omdat
de
kwaliteit
van
de
openbare
ruimte
(De
taak
van
de
gemeente)
voor
een
groot
deel
ook
door
de
wanden
van
deze
ruimte
bepaald
worden.
Specifiek
voor
het
Amstelkwartier
waren
kleinere
bouwenveloppen
ook
een
doel,
dat
heeft
als
voordeel
dat
ook
kleinere
spelers
in
konden
schrijven.
Het
uitgangspunt
was
in
dit
geval
geen
gebiedsontwikkeling
door
een
marktpartij,
maar
in
feite
door
de
gemeente.
Daardoor
lag
er
voor
marktpartijen
meer
focus
op
object/projectniveau.
(Bart
Vlaanderen,
DRO,
bijlage
IIIE)
Er
zijn
zowel
overeenkomsten
als
tegenstrijdigheden
in
de
doelen
van
de
partijen
die
samenwerken
bij
een
ruimtelijke
ontwikkeling.
In
het
algemeen
gaan
marktpartijen
bij
kwaliteit
uit
van
wat
de
consument
het
meest
waardeert,
zonder
nadrukkelijk
te
kijken
naar
de
openbare
kwaliteit.
De
overheid
richt
zich
op
stedenbouwkundige
kwaliteit
waardoor
het
soms
moeilijk
is
om
op
het
niveau
van
individuele
woningen
een
voldoende
aantrekkelijk
product
te
leveren.
Garantie
voor
kwalitatief
goede
projecten
is
de
aard
en
motivatie
van
de
uitvoerende
partij
en
het
contact
en
de
samenwerking
tussen
partijen.
(Ineke
Harder,
OGA,
bijlage
IIIA
)
10
Rudy
Stroink
heeft
deze
aantekening
gemaakt
in
een
vroege
versie
van
deze
scriptie
naar
aanleiding
van
de
Neprom
bijeenkomst
op
15
april
2008
over
de
bouwenvelop.
24
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
De
aspecten
die
aan
de
markt
overgelaten
zouden
moeten
worden
zijn
de
kwaliteit
van
het
product:
de
woning
in
combinatie
met
de
leefomgeving
en
het
plan
zou
ruimte
voor
ontwerp,
maar
niet
voor
kwalitatieve
randvoorwaarden
moeten
bieden.
Op
zich
is
de
insteek
van
de
bouwenvelop,
waarbij
de
openbare
ruimte
geregeld
wordt
door
de
gemeente
en
alles
achter
de
gevels
aan
de
ontwikkelaar
overgelaten
wordt
een
goede
insteek.
Sturen
op
kwaliteit
is
een
fundamentele
verantwoordelijkheid
van
de
gemeente.
Voor
particuliere
kopers
is
het
moeilijker
een
keuze
te
maken
op
basis
van
kwaliteit
dan
als
het
gebouwd
is.
Zij
kopen
van
papier
en
beoordelen
het
aanbod
op
andere
criteria.
Het
lukt
dus
ook
om
woningen
te
verkopen
die
weinig
openbare
kwaliteit
hebben.
(Helen
van
Duin,
Principaal,
Bijlage
IIIH)
De
overeenkomst
op
basis
waarvan
ontwikkeld
wordt
moet
zo
geformuleerd
zijn
dat
alle
partijen
er
voldoende
zekerheid
aan
kunnen
ontlenen
om
hun
bijdrage
te
leveren
aan
de
ontwikkeling,
zonder
de
flexibiliteit
en
creativiteit
van
partijen
te
veel
te
beperken.
Een
te
grote
beperking
van
de
flexibiliteit
kan
tot
gevolg
hebben
dat
de
product
markt
combinatie
suboptimaal
is
en
een
beperking
van
de
creativiteit
kan
ervoor
zorgen
dat
er
een
minder
aansprekend
product
geleverd
wordt.
Door
verantwoordelijkheden
tussen
gemeente
en
ontwikkelaar
duidelijk
af
te
bakenen
en
stimuli
in
te
bouwen
in
een
ontwikkeling
heb
je
een
uitgangssituatie
voor
een
goede
ontwikkeling,
maar
nog
geen
garantie.
4.2 Flexibiliteit
in
volume,
functies
en
in
tijd
De
bouwenvelop
geeft
zoals
in
paragraaf
3.3
aangegeven
het
programma
met
daarin
functies
en
volumes,
de
stedenbouwkundige
kaders
en
welstandseisen.
Op
elk
van
deze
aspecten
kan
een
bouwenvelop
aanzienlijke
ruimte
geven
of
zeer
beperkend
zijn.
Als
bijvoorbeeld
de
volgende
kaders
gegeven
worden:
Voorbeeld
1.
Minimaal
50
vrije
sector
woningen
Maximaal
volume
5.000
m2
BVO
Contour
van
10m
diep,
100m
breed
en
20m
hoog
Dan
komt
er
een
appartementencomplex
van
5
verdiepingen
met
koop
of
huurwoningen
van
tussen
de
85
en
90
m2.
Daar
zit
volstrekt
geen
flexibiliteit
Figuur
4
Voorbeeld
1
in.
Als
het
verschil
tussen
het
maximale
volume
en
het
volume
van
de
contouren
groter
wordt,
kan
er
een
grotere
variatie
optreden
25
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
Voorbeeld
2
Minimaal
50
vrije
sector
woningen
Maximaal
volume
5.000
m2
BVO
Contour
van
50m
diep,
100m
breed
en
20m
hoog
Afhankelijk
van
de
locatie
zouden
nu
zowel
een
blok
gestapelde
appartementen
als
een
combinatie
van
Figuur
5
Voorbeeld
2
grondgebonden
woningen
en
appartementen
mogelijk
zijn.
Nog
veel
vrijer
is
de
opgave
als
je
in
het
bovengenoemd
voorbeeld
meer
vrijheid
in
de
functie
toestaat:
Voorbeeld
3
Maximaal
100
woningen
en/of
Commercieel
vastgoed
Maximaal
volume
5.000
m2
BVO
Contour
van
10m
diep,
100m
breed
en
20m
Figuur
6
Voorbeeld
3
hoog
Dan
kun
je
allerlei
combinaties
krijgen.
Zo
kun
je
hele
grote
vrije
sector
woningen
krijgen,
of
vrije
sector
woningen
en
winkels
of
horeca,
of
een
combinatie
van
vrije
sector
woningen
en
sociale
woningen.
Door
het
volume
en
de
stedenbouwkundige
vormen
zo
strak
te
regelen
moet
je
bij
een
wijziging
van
het
type
woningen
heel
veel
aanpassen.
Dat
leidt
tot
een
aanzienlijke
hoeveelheid
extra
werk
en
ook
tot
vertraging.
Dat
zou
op
te
lossen
zijn
door
een
soort
overmaat
in
de
bouwenvelop
in
te
bouwen.
Maar
dan
moet
je
wel
een
manier
vinden
om
te
garanderen
dat
dat
de
kwaliteit
en
snelheid
ten
goede
komt.
(Jacq.
De
Brouwer,
Architect
Miles
Building,
bijlageIIIJ)
Flexibiliteit
zit
dus
in
de
voorgeschreven
functies
en
in
het
verschil
tussen
het
mogelijke
volume
en
de
contouren
van
de
envelop.
De
opgave
van
het
Amstelkwartier
lijkt
het
meest
op
voorbeeld
1.
De
proto
bouwenvelop
op
Gershwin
op
voorbeeld
2.
en
de
bouwenvelop
op
Five
Franklin
Place
op
voorbeeld
3.
Het
programma
was
voorgeschreven,
maar
zonder
specifieke
locaties
aan
te
geven.
Daarbij
waren
de
contouren
van
de
bouwenvelop
in
Gershwin
vrij
ruim
waardoor
met
de
vorm
van
het
gebouw
gespeeld
kon
worden.
26
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
Je
kunt
de
bouwenvelop
heel
globaal
houden,
zoals
in
de
kustzone
van
Almere
gebeurt
of
verder
inrichten
zoals
in
het
Amstelkwartier
is
gebeurd.
In
het
Amstelkwartier
zijn
ook
de
locaties
van
poorten,
ingangen
en
dergelijke
geregeld.
Een
minimum
is
de
functies,
het
volume,
de
prijs
en
het
tijdstip
van
gunning.
Het
overige
wordt
dan
geregeld
in
welstand,
bouwvergunning
en
bestemmingsplan.
(Duco
Stadig,
Voormalig
wethouder
RO,
bijlageIIID)
Op
het
gebied
van
volume
is
het
nog
wel
goed
om
op
te
merken
dat
flexibiliteit
in
commercieel
programma
niet
echt
tot
flexibiliteit
leidt.
Zo
wordt
er
in
bouwenveloppen
meestal
een
bepaalde
zoekruimte
geboden.
Dit
kan
vanuit
de
gemeente
gezien
worden
als
een
uitnodiging
aan
te
geven
hoeveel
volume
op
een
locatie
ontwikkeld
kan
worden.
Zoals
in
paragraaf
3.4
opgemerkt
wordt
door
veel
ontwikkelaars
de
maximum
grens
als
bepalend
gezien
en
wordt
het
maximale
volume
met
de
hoogst
renderende
functie
ingepland.
Daarbij
is
de
afweging
wat
wenselijk
is
terug
gebracht
tot
een
puur
financiële
afweging.
Qua
flexibiliteit
op
langere
termijn
is
een
nauw
omschreven
bouwenvelop,
vooral
als
de
functies
precies
omschreven
zijn
zeer
beperkend.
Waar
het
zonder
bouwenvelop
mogelijk
is
om
door
middel
van
een
bestemmingsplan
procedure
wijzigingen
door
te
voeren
is
dat
bij
een
bouwenvelop
onmogelijk.
Zeker
indien
de
bouwenvelop
in
concurrentie
is
aanbesteed
wordt
deze
door
het
mededingingsrecht
als
het
ware
bevroren.
Een
andere
invulling
van
de
bouwenvelop
leidt
dan
mogelijk
tot
procedures
van
de
andere
inschrijvers
waardoor
de
gemeente
hierin
niet
mee
zal
gaan.
Bovendien
zijn
herontwikkelingsmogelijkheden
door
de
contouren
en
minimum
en
maximum
eisen
in
een
bouwenvelop
bijzonder
ingewikkeld
en
moet
er
vaak
een
aantal
stappen
teruggegaan
worden
in
het
ontwerp.
Een
stedenbouwkundige
opgave
is
geen
homp
klei
die
je
kunt
kneden.
(Jacq.
De
Brouwer,
Architect
Miles
Building,
bijlage
IIJJ)
27
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
4.3 Het
ontwikkelproces
en
het
tijdstip
van
contractering
De bouwenvelop kan op verschillende momenten overeengekomen worden. In deze paragraaf wordt de invloed van het contractsmoment op de verdere ontwikkeling en het uiteindelijke resultaat besproken. Om een overzichtelijke verdeling van momenten in een ontwikkeling te kiezen heb ik de acht stadia van ontwikkeling volgens Miles (Miles, 2000, pagina 6) genomen. Deze stadia zijn een logische volgorde, maar het is geen verplichte volgorde waarbinnen een ontwikkeling dient te gebeuren. Verschillende fases kunnen elkaar overlappen. De acht stadia zijn:
1.
Inception
of
an
idea
2.
Refinement
of
the
idea
Vaststelling
Bouwenvelop
3.
Feasibility
4.
Contract
negotiation
5.
Formal
commitment
Bouwenvelopovereenkomst
6.
Construction
7.
Completion
and
Formal
Opening
8.
Property,
Asset,
and
Portfolio
Management
Figuur
7
Stadia
van
Miles
De bouwenvelopovereenkomst wordt getekend in fase 3, 4 of 5. In principe is een bouwenvelop te kwalificeren als “formal commitment”. Er worden bindende afspraken over eigendomsoverdracht gemaakt. In sommige gevallen gebeurt dit als de plannen grotendeels uitgewerkt zijn, maar dit contract moment kan ook vrij vroeg in het proces plaatsvinden, bijvoorbeeld na een voorlopige haalbaarheidsstudie en een kostenbaten analyse. De insteek van de grote vereenvoudiging is dit contractmoment in een zo vroeg mogelijk stadium te leggen om vroegtijdig zekerheid te hebben over de grondexploitatie en om heronderhandelingen tussen gemeente en ontwikkelaar te voorkomen. Het contractmoment kan ook liggen voor het moment waarop in de logische volgorde van het uitwerken van het ontwikkelplan normaal een tot afname van de grond bindende overeenkomst gesloten zou worden. In sommige gevallen worden bouwenvelopovereenkomsten gezamenlijk door de gemeente en een ontwikkelaar 28
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
opgesteld. In de oude situatie, voor de grote vereenvoudiging werd in fases 3 tot 6 verder onderhandeld over de precieze grondprijs. Doel van de bouwenvelop is dat tegen te gaan. Voor de ontwikkelaar is het vroegst mogelijke moment gewenst om de grondprijs vast te leggen. Anders bestaat het risico dat de ontwikkelaar geconfronteerd wordt met uitgangspunten die voor de ontwikkeling niet ideaal zijn, maar al wel vastliggen. In het geval van een prijsvraag voor een bouwenvelop kan er aan de bouwenvelop na gunning nagenoeg niets veranderd worden omdat dat een scope wijziging ten gevolg zou hebben en dat met het oog op een eerlijke mededinging negatieve gevolgen zou hebben.
4.4 Snellere
processen,
meer
zekerheid
en
minder
onderhandelingen?
De
investering
van
de
gemeente
in
een
bouwenvelop
is
aanzienlijk.
Het
maken
van
de
benodigde
plannen
en
documenten
(zie
paragraaf
3.3)
voordat
de
bouwenvelop
in
de
markt
gezet
wordt
zorgt
ervoor
dat
er
van
versnelling
geen
sprake
is.
Er
is
geen
reden
aan
te
nemen
dat
de
totale
doorlooptijd
van
de
procedures
vanaf
het
eerste
initiatief
tot
oplevering
met
een
bouwenvelop
sneller
is
dan
in
de
klassieke
situatie.
De
gemeente
heeft
bij
de
bouwenvelop
veel
geïnvesteerd
in
het
voortraject.
Zo
was
er
al
een
beeld
van
waar
kabels
en
leidingen
lagen
en
hoe
de
bouwterreinen
eruit
moesten
zien.
Dat
geeft
op
zich
geen
tijdsbesparing
maar
zorgt
er
wel
voor
dat
de
vraag
aan
de
markt
heel
duidelijk
gesteld
kan
worden.
De
bouwenvelop
is
de
essentie
van
alle
afspraken,
het
is
dus
voor
partijen
wel
overzichtelijk
wat
er
allemaal
afgesproken
is.
Er
gaat
veel
tijd
zitten
in
het
onderzoeken
en
vastleggen
van
de
hoofdzaken,
maar
het
geeft
vervolgens
wel
zekerheid.
Door
vervolgens
simpelweg
aan
die
afspraken
vast
te
houden
is
het
mogelijk
heronderhandelingen
te
voorkomen.
En
daar
pak
je
uiteindelijk
weer
veel
tijdwinst
terug
die
m.i.
ruim
opwegen
tegen
de
extra
tijd
investering
in
het
begin
van
het
project.
(Bart
Vlaanderen,
DRO,
bijlage
IIIE)
Omdat
in
de
bouwenvelopovereenkomst
alle
afspraken
en
andere
toepasselijke
documenten
genoemd
worden
is
sprake
van
een
heldere
contractuele
situatie.
Partijen
hebben
een
goed
overzicht
van
wat
er
getekend
wordt.
Omdat
alles
op
één
moment
vastgelegd
wordt
is
er
geen
mogelijke
onduidelijkheid
over
verdere
procedures
of
aanvullende
afspraken
weggenomen.
Omdat
de
bouwenvelop
het
resultaat
is
van
veel
onderzoek
en
planvorming
door
de
gemeente
heeft
deze
een
duidelijke
visie
op
de
opgave.
De
vraag
die
de
gemeente
dan
in
de
markt
zet
is
helder
en
geeft
blijk
van
begrip
van
de
belangrijkste
knelpunten.
29
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
De
bouwenvelopmethodiek
heeft
als
effect
dat
de
gemeente
haar
huiswerk
op
orde
heeft
en
veel
voorwerk
gedaan
heeft.
De
gemeente
weet
daarom
goed
wat
ze
vraagt.
Dat
leidt
daarna
tot
versnelling,
maar
kost
een
grote
inspanning
van
de
gemeente.
Omdat
een
ideale
bouwenvelop
niet
bestaat
wordt
er
echter
vrijwel
altijd
heronderhandeld.
Vooral
over
de
zaken
die
projecten
complex
kunnen
maken,
zoals
fijnstof,
vervuiling,
RO
procedures
wordt
vaak
opnieuw
onderhandeld.
(Bob
van
de
Zande,
OGA,
bijlage
IIIB)
Er
is
door
het
gebruik
van
de
bouwenvelopovereenkomst
een
duidelijk
contractmoment.
Hieraan
houdt
de
gemeente
vast.
Het
lukt
tot
nu
toe
goed
om
niet
verder
over
de
belangrijkste
onderdelen
van
de
bouwenvelop
te
onderhandelen.
Uitzondering
daarop
is
de
planning
en
de
bouwplicht.
In
de
bestudeerde
bouwenveloppen
wordt
de
planning
niet
gehaald.
In
Gershwin
kon
de
gemeente
haar
verplichtingen
op
het
gebied
van
het
bestemmingsplan
niet
nakomen
en
daarom
de
bouwplicht
ook
niet
afdwingen.
Een
van
de
redenen
waarom
de
afspraken
in
de
bouwenvelopovereenkomst
goed
stand
houden
is
dat
als
een
bouwenvelop
in
concurrentie
aanbesteed
wordt
het
vrijwel
onmogelijk
is
om
wijzigingen
door
te
voeren.
Dat
zou
namelijk
kunnen
leiden
tot
rechtszaken
met
de
overige
inschrijvers,
om
die
reden
is
de
gemeente
er
bijzonder
terughoudend
in
om
bouwenvelopovereenkomsten
aan
te
passen.
4.5 Relatie
met
de
Wet
op
de
Ruimtelijke
Ordening
De
nieuwe
Wet
op
de
Ruimtelijke
Ordening
(Wro)
verandert
voor
de
bouwenvelop
vrij
weinig
ten
aanzien
van
het
wettelijk
kader
wat
gold
in
2005
toen
de
bouwenvelop
werd
ingevoerd.
De
instrumenten
die
de
gemeente
kan
hanteren
zijn
op
het
gebied
van
gronduitgifte
onveranderd.
Vanuit
het
bestuursrecht
kan
de
gemeente
met
het
bestemmingsplan
en
de
bouwvergunning
sturen
en
vanuit
het
privaatrecht
wordt
in
11
Amsterdam
bij
grond
die
in
handen
van
de
gemeente
is
geweest
door
middel
van
de
erfpacht
gestuurd .
Daarnaast
is
de
bouwenvelop
geïntroduceerd.
De
gemeente
Amsterdam
heeft
dus
vier
zware
instrumenten
in
handen
om
te
bepalen
wat
er
op
het
gebied
van
bouwen
en
wonen
gebeurt.
Op
basis
van
Wro
kan
de
ruimtelijke
ordening
met
het
bestemmingsplan
geregeld
worden
en
op
basis
van
de
woningwet
en
het
bouwbesluit
kan
met
de
bouwvergunning
nog
gestuurd
worden.
Vooral
de
welstand
heeft
daarbij
grote
invloed.
11
Ik
laat
hier
voor
het
gemak
een
aantal
andere
instrumenten
die
het
gebruik
van
gebouwen
regelen
en
instrumenten
op
het
gebied
van
monumenten,
flora
en
fauna
en
archeologie
buiten
beschouwing.
Bij
uitgifte
van
grond
spelen
deze
instrumenten
niet
of
zeer
beperkt.
30
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
Nationaal
Amsterdam
Bestemmingsplan
(Publiekrecht)
Bestemmingsplan
(Publiekrecht)
Bouwvergunning
(Publiekrecht)
Erfpacht
(Privaatrecht)
Bouwvergunning
(Publiekrecht)
Bouwenvelop
(Privaatrecht)
Figuur
8
Lagen
in
RO
Het
aantal
aanvullende
lagen
dat
in
Amsterdam
geïntroduceerd
is
heeft
als
effect
dat
de
ontwikkelaar
rekening
moet
houden
met
extra
procedures,
regels,
contracten
eisen
enzovoort.
Voor
de
gemeente
brengt
dit
een
aanzienlijke
hoeveelheid
extra
werk,
maar
ook
sturingsmogelijkheden
met
zich
mee,
zoals
de
planning,
de
bouwplicht,
en
welstandseisen,
maar
van
een
vereenvoudiging
van
de
regels
is
in
het
geheel
geen
sprake.
4.6 Hogere
opbrengsten
en
lagere
transactiekosten?
In
het
kader
van
de
bouwenvelop
wordt
een
strikte
scheiding
gemaakt
tussen
de
rol
van
de
gemeente
en
die
van
de
ontwikkelaar.
De
grote
vereenvoudiging
had
tot
doel
snellere
procedures
door
minder
interactie
tussen
de
marktpartijen
en
de
gemeente.
Het
aangaan
van
de
bouwenvelopovereenkomst
is
het
moment
waarop
die
strikte
scheiding
vorm
krijgt.
De
opbrengst
van
de
grond
op
het
Amstelkwartier
was
hoger
dan
verwacht.
De
verwachting
was
gebaseerd
op
een
geïndexeerde
grondprijs
op
basis
van
een
kleiner
volume
dan
maximaal
binnen
een
bouwenvelop
te
realiseren
was.
(Ineke
Harder,
OGA,
bijlage
IIIA
)
De
bouwenvelop
biedt
veel
duidelijkheid
over
de
opgave.
Zoals
eerder
genoemd
in
paragraaf
3.3
kan
het
RO
risico
uitgesloten
worden
en
ligt
er
een
planning
en
een
erfpachtaanbieding.
Die
zekerheid
vertaalt
zich
in
hogere
grondopbrengsten.
Om
die
reden
is
het
voor
een
ontwikkelaar
mogelijk
om
een
aantal
risico’s
uit
te
sluiten.
Dat
kan
zich
vertalen
in
een
hoger
grondbod
dan
in
een
situatie
met
minder
duidelijkheid
omdat
de
ontwikkelaar
minder
hoeft
te
reserveren
voor
risico’s.
Het
feit
dat
de
bouwenvelopovereenkomst
een
planning
verplicht
stelt
zorgt
ervoor
dat
de
ontwikkelaar
een
aanzienlijke
reservering
moet
maken
voor
het
risico
dat
de
markt
minder
goed
is
op
het
moment
van
verkoop
dan
verwacht
werd
op
het
moment
van
het
bod
op
de
bouwenvelop.
31
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
Door
de
strakke
kaders
van
een
bouwenvelop
en
het
gebrek
aan
aanpassingsmogelijkheden
is
er
beperkte
ruimte
om
een
product
te
maken
dat
aansluit
op
de
markt
en
goed
te
bouwen
is.
Stedenbouwkundigen
zijn
niet
continu
met
de
markt
bezig
en
daarbij
verandert
de
markt
ook
na
het
vaststellen
van
een
bouwenvelop
nog.
Bovendien
zijn
ontwikkelaars
en
bouwers,
vanwege
hun
ervaring
met
het
maken
en
uitvoeren
van
plannen,
het
beste
in
staat
om
een
plan
te
ontwikkelen
dat
goed
te
bouwen
is.
Zij
nemen
bij
een
ontwikkeling
de
aan
bouw
verbonden
risico’s
ook
voor
hun
rekening.
Het
valt
dus
te
verwachten
dat
een
bouwenvelop
geen
optimaal
plan
oplevert
qua
kosten
en
opbrengsten.
Omdat
het
grondbod
daar
(zie
paragraaf
3.5)
een
afgeleide
van
is
zal
een
bod
op
een
bouwenvelop
lager
zijn
dan
een
bod
op
dezelfde
grond
met
een
plan
wat
door
de
ontwikkelaar
geconcipieerd
is.
De
transactiekosten
zijn
bij
inschrijving
op
een
bouwenvelop
voor
een
ontwikkelaar
lager
dan
als
er
een
totaal
plan
gemaakt
moet
worden
inclusief
het
deel
wat
al
in
een
bouwenvelop
zit.
Zeker
als
het
gaat
om
een
zeer
ver
uitgewerkte
bouwenvelop
zoals
die
van
het
Amstelkwartier
met
een
inschrijving
met
alleen
een
bod
zijn
de
kosten
lager.
De
kosten
voor
een
ontwerp
en
alle
andere
bijkomende
onderzoeken
worden
dan
alleen
gemaakt
door
de
winnende
partij
en
niet
door
alle
inschrijvers.
Een
bouwenvelop
is
dus
voor
ontwikkelaars
in
dit
opzicht
voordeliger
dan
een
procedure
waarbij
minder
duidelijk
is
wat
de
gemeente
wenst.
In
het
vervolg
is
het
onwaarschijnlijk
dat
er
weer
alleen
op
financiële
criteria
geselecteerd
zal
worden.
Het
belang
om
het
maximale
te
ontvangen
voor
de
grond
weegt
niet
op
tegen
het
belang
om
kwalitatief
goede
ontwikkelingen
te
krijgen.
Een
vastgesteld
minimaal
grondbod
met
een
selectie
op
de
kwaliteiten
het
plan
voorziet
daar
beter
in.
(Bob
van
de
Zande,
OGA,
bijlage
IIIB)
De
bouwenvelop
geeft
voor
de
gemeente
geen
kostenbesparing.
De
uitwerking
van
het
stedenbouwkundig
plan
van
eisen
die
voor
een
bouwenvelop
nodig
is
en
die
in
veel
gevallen
door
een
of
meerdere
ontwikkelaars
betaald
werd
komt
nu
voor
rekening
van
de
gemeente.
4.7 Voor
welke
opgaven
is
de
bouwenvelop
geschikt?
De
meningen
van
de
geïnterviewde
vastgoed
professionals
liepen
op
dit
punt
uiteen.
Je
kunt
de
opgave
van
een
ontwikkeling
vanuit
diverse
oogpunten
bekijken:
Maat
Volume
en/of
aantal
eenheden
Locatie
Brownfield
of
Greenfield
Complexiteit/programma
Mono/multifunctioneel,
wonen,
winkelen,
werken
RO
Bestemmingsplan
in
procedure
of
afgerond
Doel
Grondopbrengst,
productie,
kwaliteit
etc.
32
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
Over
de
maat
van
een
bouwenvelop
valt
te
zegen
dat
de
opgave
niet
te
klein
moet
zijn
om
de
extra
kosten
die
een
bouwenvelop
met
zich
meebrengt
te
verantwoorden
en
dat
de
bouwenvelop
niet
veel
groter
moet
zijn
dan
een
aantal
blokken,
omdat
je
dan
een
heel
stedenbouwkundig
plan
zou
moeten
maken.
Een
ideale
bouwenvelop
bevat
tussen
de
100
en
500
woningen.
Over
de
meest
geschikte
locatie
van
een
bouwenvelop
valt
niet
veel
te
zeggen
omdat
de
bouwenvelop
zowel
binnenstedelijk
als
in
een
uitleggebied
uitermate
geschikt
is.
De
mate
van
uitwerking
van
de
bouwenvelop
zou
heel
verschillend
moeten
zijn,
binnenstedelijk
moet
er
meer
geregeld
worden
qua
aansluiting
op
de
omgeving
dan
in
een
uitleggebied,
maar
de
insteek
kan
in
beide
soorten
gebieden
goed
werken.
De
complexiteit
van
een
opgave
kan
in
een
bouwenvelop
zowel
laag
als
hoog
zijn.
Bij
een
multifunctionele
opgave
waarbij
in
het
kader
van
de
bouwenvelop
teveel
voorgeschreven
wordt
kan
een
onwerkbare
situatie
ontstaan.
Bij
een
zeer
complexe
opgave
is
het
dus
van
belang
de
bouwenvelop
zo
flexibel
mogelijk
te
houden
en
op
hoofdlijnen
aan
te
geven
wat
voor
de
gemeente
cruciale
punten
zijn.
Een
bouwenvelop
is
niet
beter
voor
een
of
voor
een
ander
type
functie
geschikt.
Wel
moet
nadrukkelijk
rekening
gehouden
worden
met
de
neiging
van
de
markt
om
het
hoogst
renderende
voorrang
te
geven.
Als
hierover
in
een
bouwenvelop
niets
vastgelegd
is
wordt
de
bouwenvelop
gevuld
met
de
functie
die
de
maximale
opbrengst
met
zich
meebrengt.
Voor
de
gemeente
is
een
bouwenvelop
op
een
locatie
waar
problemen
met
het
bestemmingsplan
ontstaan
vooral
een
hele
lastige
situatie.
Op
zich
is
de
insteek
dat
een
ontwikkelaar
vroegtijdig
zekerheid
krijgt
over
het
programma
een
sterke
kant
van
de
bouwenvelop,
maar
het
schept
bij
de
gemeente
wel
de
verplichting
dat
waar
te
maken.
Daarbij
worden
de
mogelijkheden
van
de
gemeente
om
te
sturen
op
productie
beperkt
omdat
de
bouwplicht
logischerwijs
aan
de
totstandkoming
van
het
bestemmingsplan
verbonden
is.
Het
doel
wat
de
gemeente
nastreeft
met
een
bouwenvelop
is
van
groot
belang.
Een
opgave
waarin
het
doel
is
een
maximale
grondopbrengst
te
genereren,
de
nadruk
ligt
op
het
maken
van
kwaliteit
of
waarbij
het
erom
gaat
tot
snelle
productie
te
komen
kan
goed
in
een
bouwenvelop
vervat
worden.
Het
is
dan
wel
zaak
om
de
selectie
daar
goed
op
aan
te
passen
en
voldoende
vrijheid
te
geven.
Bij
een
bouwenvelop
die
moet
leiden
tot
snelle
productie
is
het
gewenst
om
een
grote
zoekruimte
te
geven,
terwijl
bij
een
maximale
opbrengst
beter
gebruik
gemaakt
kan
worden
van
een
hele
strakke
ver
uitgewerkte
envelop.
Het
wordt
lastig
als
al
deze
drie
doelen
in
gelijke
mate
door
de
gemeente
nagestreefd
worden.
4.8 Effect
op
rechtszekerheid
De
grote
vereenvoudiging
is
geschreven
vanuit
het
oogpunt
van
de
gemeente,
belangrijkste
vraag
was
hoe
procedures
verkort
konden
worden
en
ontwikkelingen
versneld
konden
worden.
Als
je
de
vraag
vanuit
het
oogpunt
van
de
ontwikkelaar
bekijkt
zou
die
moeten
zijn:
Hoe
beperk
je
zoveel
mogelijk
de
risico’s
of
hoe
33
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
verdeel
je
ze
zo
goed
mogelijk?
Een
bouwenvelop
zo
inrichten
dat
er
voor
de
ontwikkelaar
een
maximum
aan
zekerheid
en
flexibiliteit
in
zit
leidt
ertoe
dat
er
een
minimum
gereserveerd
moet
worden
voor
risico’s.
De
belangrijkste
risico’s
zijn
in
dit
kader
het
rondkomen
van
het
bestemmingsplan
(het
RO
risico)
en
het
aan
laten
sluiten
van
het
product
op
de
markt
(Het
afzetrisico).
Een
van
de
sterke
aspecten
van
de
bouwenvelop
voor
de
ontwikkelaar
is
dat
er
een
ontbindende
voorwaarde
in
zit
ten
aan
zien
van
het
rondkomen
van
het
bestemmingsplan
(zie
hoofdstuk
3.3).
Dit
geeft
de
ontwikkelaar
de
zekerheid
dat
hij
niet
met
een
stuk
grond
blijft
zitten
waarop
het
verwachtte
volume
en
programma
niet
gerealiseerd
kunnen
worden.
Partijen
kunnen
aan
het
gegeven
dat
alle
afspraken
gebundeld
worden
in
de
bouwenvelopovereenkomst
een
grote
mate
van
zekerheid
ontlenen.
Het
uitgangspunt
dat
er
daarna
niet
meer
onderhandeld
wordt
draagt
daar
nog
extra
aan
bij.
Over
zekerheid
is
bij
de
bouwenvelop
niet
te
klagen.
Het
is
juist
de
flexibiliteit
die
te
wensen
overlaat.
De
zekerheid
is
namelijk
ook
weer
een
probleem
als
de
markt
omslaat
en
als
plannen
aangepast
moeten
worden.
Daar
is
ook
weinig
ruimte
voor.
Er
is
wel
een
duidelijk
contractmoment
geweest
waarna
over
volume
en
stedenbouw
niet
meer
te
onderhandelen
was.
Het
OGA
heeft
sowieso
een
sterk
regisserende
rol,
dat
is
echt
anders
dan
in
andere
gemeentes.
(Jacq.
de
Brouwer,
Architect
Miles
Building,
bijlage
IIIJ)
34
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
5
Case
I:
Blok
3b,
Amstelkwartier
De
Gemeente
Amsterdam
heeft
in
juni
2007
een
prijsvraag
met
voorselectie
uitgeschreven
voor
vier
kavels
grond
in
het
Amstelkwartier.
Als
case
voor
deze
scriptie
heb
ik
de
grootste
kavel,
kavel
3b,
met
een
volume
waarop
ca.
250
huizen,
een
tweelaagse
parkeergarage
en
1750
m2
voorzieningen
gerealiseerd
kunnen
worden.
Na
een
voorselectie
zijn
vier
partijen
door
de
gemeente
uitgenodigd
deel
te
nemen
aan
de
definitieve
prijsvraag
voor
deze
kavel.
De
bouwenveloppen
zijn
gegund
aan
de
hoogste
inschrijver.
De
selectie
van
de
ontwikkelende
partij
is
in
deze
prijsvraag
uitsluitend
gebeurd
op
basis
van
een
onvoorwaardelijke
bieding,
ontwerpen
of
andere
plannen
werden
in
deze
selectie
niet
gevraagd.
Op
de
aangrenzende
kavel
3c
is
onder
andere
een
hotel
geprogrammeerd.
De
parkeerbehoefte
van
het
hotel
en
de
andere
functies
op
deze
kavel
konden
niet
op
die
kavel
zelf
opgelost
worden,
dat
moet
op
kavel
3b
gebeuren.
5.1 Locatie
van
de
bouwenvelop
Het
Amstelkwartier
ligt
in
stadsdeel
Oost‐
Watergraafsmeer
nabij
het
Amstelstation,
tussen
het
spoor
en
in
de
bocht
van
de
Amstel.
Het
gebied
ligt
binnen
de
ring
A10
naast
metrostation
Spaklerweg
en
grenst
ten
zuiden
aan
het
terrein
met
het
hoofdkantoor
van
Nuon.
Ten
oosten
van
het
Amstelkwartier,
aan
de
andere
zijde
van
het
verhoogd
Figuur
9
Locatie
Amstelkwartier
liggende
spoor
bevinden
zich
het
Amstel
Businesspark
en
de
Penitentiaire
Inrichting
Overamstel,
de
zogenaamde
Bijlmerbajes.
5.2 Programma
Op
het
Amstelkwartier
zijn
in
2008
een
vijftal
bouwenveloppen
uitgegeven
volgens
de
Amsterdamse
bouwenvelop
methodiek.
Bij
de
prijsvraag
voor
het
Amstelkwartier
bouwenvelop
3b
was
een
maximum
programma
per
functie,
met
voor
de
sociale
woningen
een
numeriek
minimum
beschreven.
Daarbij
was
de
parkeernorm
niet
als
minimum
of
als
maximum,
maar
als
absolute
norm
gegeven.
35
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
Totaal
programma
maximaal
27.500
m2
bvo
Programma
sociale
woningen
11.300
m2
bvo
/
min
113
woningen
Programma
vrije
sector
woningen
max.14.500
m2
bvo
Programma
commercieel
vastgoed
min.
1.700
m2
bvo
Parkeren
vrije
sector
(gebouwd)
1,1
/
woning
Parkeren
Commercieel
Vastgoed
(gebouwd)
1,1
/
125
m2
bvo
Parkeren
sociaal
(maaiveld)
1,1
/
woning
5.3 Ruimtelijke
Ordening
Door
de
gemeente
is
het
ontwerpbestemmingsplan
“Amstelkwartier
Binnendijks”
opgesteld.
In
dit
bestemmingsplan
zijn
uitgangspunten
van
het
Amstelkwartier
opgenomen.
Het
ontwerpbestemmingsplan
is
begin
januari
2008
door
B&W
ter
visie
gelegd
en
is
vervolgens
vastgesteld
door
de
gemeenteraad.
Na
goedkeuring
van
bestemmingsplan
door
provincie,
moet
de
bouwvergunningaanvraag
binnen
zes
maanden
worden
ingediend.
De
termijn
wordt
opgeschort
wanneer
er
beroep
wordt
ingesteld
tegen
het
bestemmingsplan.
De
planning
voor
uitgifte,
ontwikkeling
en
realisatie
van
bouwenvelop
3b:
Sluitingsdatum
indiening
bieding
25
februari
2008
Vaststelling
BP
door
gemeenteraad
februari
‐
juni
2008
Uitslag
definitieve
selectie
17
maart
2008
Bouwrijpe
oplevering
kavels
maart
2009
Definitieve
goedkeuring
Bestemmings.plan
april
2009
(eerstmogelijke
datum)
Start
verkoop
Oplevering
woningen
december
2009
april
2012
5.4 Procedure
De
gemeente
heeft
voor
de
uitgifte
van
de
bouwenveloppen
in
het
Amstelkwartier
een
stedenbouwkundig
plan,
de
bouwenvelop
omschrijving
en
de
bouwenvelopovereenkomst
gemaakt.
Verschillende
percelen
in
de
omgeving
moesten
nog
verworven
worden,
voor
andere
percelen
gold
dat
er
ontwikkelovereenkomsten
met
de
eigenaren
afgesloten
moesten
worden.
Om
er
zeker
van
te
zijn
dat
er
garanties
voor
voldoende
kwaliteit
in
deze
bouwenveloppen
zat
heeft
de
gemeente
een
vastgoedscan
gedaan
door
onder
andere
een
architectenbureau
de
contracten
en
bijgevoegde
plannen
te
laten
controleren.
Ook
heeft
de
gemeente
met
een
aantal
ontwikkelende
beleggers
en
woningcorporaties
een
markconsultatie
gehouden.
Na
deze
uitgebreide
voorbereiding
werd
de
procedure
voor
de
uitgifte
van
bouwenvelop
3b
gestart.
36
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
De
voorselectie
bestond
uit
het
indienen
van
een
boekje
met
daarin
de
visie
op
de
ontwikkeling
in
het
gebied,
een
omschrijving
van
de
inschrijvende
combinatie
en
een
drietal
referentieprojecten.
Na
deze
beauty
contest
volgde
voor
een
viertal
partijen
een
definitieve
selectie.
De
definitieve
selectie
bestond
zoals
gezegd
uit
alleen
een
bod
voor
de
bouwenvelop.
De
opgave
voor
de
ontwikkelaar
was
daarmee
teruggebracht
tot
het
berekenen
van
een
maximaal
grondbod
op
basis
van
het
beschikbare
volume
en
het
binnen
dat
volume
te
realiseren
verhuurbare
en
verkoopbare
oppervlak.
De
insteek
van
de
gemeente
was
met
deze
gunningmethodiek
een
zo
hoog
mogelijke
opbrengst
voor
de
grond
te
krijgen,
terwijl
er
toch
garanties
voor
de
kwaliteit
van
de
ontwikkeling
waren
in
de
bouwenvelop.
De
concurrentie
was
tussen
van
te
voren
op
visie
en
know
how
geselecteerde
partijen.
Het
criterium
voor
de
selectie
was
prijs.
Door
vervolgens
een
contract
af
te
sluiten
waarin
de
bouwenvelop,
het
stedenbouwkundig
plan,
een
planning
en
nog
een
aantal
andere
voorwaarden
en
kaders
vastgelegd
waren
verzekert
de
gemeente
zich
ervan
de
maximale
opbrengst
te
krijgen.
Daarnaast
was
het
de
bedoeling
ook
kleinere
ontwikkelaars
en
ontwikkelaars
die
nog
niet
veel
in
Amsterdam
doen
de
kans
te
geven
de
ontwikkeling
van
een
bouwenvelop
op
te
pakken.
Om
die
reden
waren
de
bouwenveloppen
relatief
klein
gehouden.
In
de
grote
vereenvoudiging
wordt
500
woningen
als
zo
ongeveer
de
maximale
grootte
van
een
bouwenvelop
gegeven.
5.5 Aanpak
ontwikkelaar
Om
een
duidelijk
beeld
te
krijgen
van
hoe
een
bouwenvelop
werkt
volgt
hier
een
beschrijving
van
hoe
de
ontwikkelaar
te
werk
gegaan
is
bij
het
maken
van
het
plan
waarop
de
selectie
gebeurd
is.
De
eerste
fase
bestond
uit
het
doen
van
een
uitgebreid
marktonderzoek
waaruit
de
meest
renderende
doelgroepen
voor
de
verschillende
functies
naar
voren
kwamen.
Daarbij
is
onderzocht
wat
voor
opbrengsten
er
aan
bepaalde
volumes
toegekend
kon
worden.
Door
in
het
ontwerp
de
verhouding
tussen
het
bruto
vloeroppervlak
(BVO)
en
het
gebruiksoppervlak
of
verhuurbaar
vloer
oppervlak
(GO/VVO)
te
optimaliseren
is
gestreefd
naar
zoveel
mogelijk
rendabel
oppervlak.
Daarbij
is
gekeken
naar
hoe
de
woningen
zo
efficiënt
mogelijk
ingericht
konden
worden
en
naar
de
inrichting
van
trappenhuizen
en
andere
gemeenschappelijke
ruimtes.
In
feite
is
het
ontwerp
van
binnen
naar
buiten
gemaakt
waarbij
vooral
op
efficiëntie
gestuurd
is.
Omdat
bleek
dat
een
aantal
types
ruimtes
zoals
balkons
en
loggia’s
buiten
het
voorgeschreven
BVO
vielen
is
daar
ook
veel
aandacht
aan
besteed.
In
feite
betekent
dit
dat
er
een
grote
hoeveelheid
buitenruimtes
toegevoegd
konden
worden
zonder
daarvoor
bij
de
gemeente
af
te
rekenen.
Deze
buitenruimtes
moeten
37
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
natuurlijk
wel
gebouwd
worden,
waar
kosten
voor
gemaakt
moeten
worden,
maar
er
zit
in
feite
geen
grondprijs
onder.
In
Amsterdam
is
buitenruimte
zo
schaars
dat
er
wel
opbrengsten
aan
toegerekend
kunnen
worden.
De
appartementen
in
het
Amstelkwartier
zullen
dus
naar
verwachting
buitengewoon
veel
tuinen
en
balkons
hebben.
Tijdens
de
gehele
planvormingfase
is
steeds
veel
aandacht
besteed
aan
het
beperken
van
kosten,
waarin
de
aannemer
en
een
externe
kostendeskundige
een
grote
rol
speelden.
Een
financiële
optimalisatie
maakte
daar
ook
een
onderdeel
van
uit.
Daarbij
zijn
financiële
kosten
zoveel
mogelijk
beperkt
door
nauwkeurig
te
kijken
naar
de
bedragen
waarover
rente
betaald
zou
moeten
worden
en
is
gestreefd
de
termijn
waarover
die
rente
betaald
zou
moeten
worden
zo
kort
mogelijk
te
houden.
5.6 Complexiteit
Zoals
in
paragraaf
4.4
aangegeven
is
het
na
het
aangaan
van
een
bouwenvelopovereenkomst
met
het
oog
op
het
aanbestedingsrecht
niet
meer
mogelijk
om
de
bouwenvelop
inhoudelijk
te
wijzigen.
Dat
betekent
dat
het
mogelijk
is
dat
er
door
de
gemeente
oplossingen
voorgeschreven
worden
die
de
opgaaf
voor
de
ontwikkelaar
compliceren.
Het
complexe
aan
de
ontwikkeling
van
bouwenvelop
3b
is
bijvoorbeeld
dat
er
een
dubbellaagse
parkeerkelder
onder
het
gebouw
aangelegd
moest
worden.
Dat
was
nodig
om
in
de
parkeerbehoefte
van
de
vrije
sector
woningen
van
kavel
3b
en
het
programma
op
kavel
3c
te
voorzien.
Gezien
het
feit
dat
het
gebouw
volgens
het
stedenbouwkundig
plan
en
de
bouwenvelop
omschrijving
in
de
vorm
van
een
V
gemaakt
diende
te
worden
is
dat
een
zeer
kostbare
oplossing.
De
achtergrond
daarvoor
was
dat
er
op
het
middenterrein
een
mooie
binnentuin
aangelegd
diende
te
worden,
met
daarin
bomen.
Het
uitgangspunt
had
ook
kunnen
zijn
te
zorgen
voor
een
hoogwaardige
invulling
van
het
binnenterrein,
met
bijbehorende
eisen
en
beschrijving
van
wat
gewenst
is.
In
dat
geval
had
de
dure
oplossing
voor
een
dubbel
verdiepte
V‐vormige
parkeergarage
mogelijk
vervangen
kunnen
worden
door
een
trapeziumvormige
garage
met
op
de
benodigde
plaatsen
een
oplossing
op
maat
voor
bijvoorbeeld
bomen.
In
de
bouwenvelopovereenkomst
van
het
Amstelkwartier
was
aangegeven
dat
het
sociale
programma
aan
een
Amsterdamse
toegelaten
instelling
verkocht
moest
worden.
Hoewel
er
inmiddels
door
de
gemeenteraad
besloten
is
dat
sociale
woningen
aan
alle
toegelaten
instellingen
verkocht
mochten
worden
kon
dat
in
de
bouwenvelop
niet
meer
aangepast
worden.
Dat
heeft
mogelijk
op
de
opbrengsten
van
het
sociale
programma
gevolgen
omdat
ze
minder
breed
in
de
markt
gezet
kunnen
worden.
De
bouwenveloppen
3b
en
3c
zijn
als
losse
bouwenveloppen
gegund,
terwijl
dit
fysiek
één
gebouw
is.
Het
was
logischer
geweest
dit
te
zien
als
een
envelop
omdat
er
ook
één
garage
onder
moet
komen.
Zo
zou
de
38
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
bouw
van
de
garage
in
een
hand
komen
te
liggen.
Er
is
nog
vrij
veel
onduidelijkheid
over
de
bouw
van
de
garage,
ook
omdat
de
uitkomst
van
de
selectie
voor
bouwenvelop
3c
uitgesteld
is.
Door
van
envelop
3b
en
3c
één
envelop
te
maken
was
het
ook
mogelijk
om
meer
met
functies
te
schuiven.
Dan
was
er
bijvoorbeeld
de
mogelijkheid
om
het
hotel
in
de
laagbouw
te
plaatsen,
hetgeen
mogelijk
wenselijker
is
voor
een
hotelexploitant.
Door
de
sociale
woningen
zowel
qua
volume
als
qua
minimum
aantal
vast
te
leggen
werd
het
onmogelijk
om
veel
grotere
woningen
te
maken.
Uitgangspunt
was
113
woningen
op
11.300
m2.
Gemiddeld
is
dat
100
m2
BVO
per
woning,
hetgeen
uiteindelijk
leidt
tot
woningen
van
85
m2
VVO.
Als
uit
het
marktonderzoek
was
gebleken
dat
woningcorporaties
in
Amsterdam
het
meest
behoefte
hebben
aan
veel
grotere
woningen,
dan
hadden
er
ook
een
aantal
veel
kleinere
woningen
gerealiseerd
moeten
worden.
Aan
dergelijke
kleinere
woningen
zou
in
dit
gebied
wel
eens
aanzienlijk
minder
behoefte
kunnen
zijn.
De
locatie
van
de
supermarkt
in
het
programma
was
precies
voorgeschreven.
Deze
locatie
is
in
het
ontwerp
dat
nu
gemaakt
is
niet
optimaal
omdat
er
gelaad
en
gelost
moet
worden
op
een
locatie
waar
dit
mogelijk
overlast
zal
geven
en
waar
weinig
ruimte
is.
Dit
zeer
specifieke
voorschrift
staat
vrij
ver
af
van
het
gedachte
goed
van
de
grote
vereenvoudiging
waarin
juist
de
kunst
van
het
loslaten
voorgestaan
werd.
39
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
6
Case
II:
Miles
Building,
Zuidas
In
het
gebied
Gershwin
op
de
Zuidas
zijn
in
1999‐2002
verschillende
bouwkavels
uitgegeven.
Door
te
voldoen
aan
bepaalde
criteria
voor
kwaliteit
konden
de
inschrijvers
aanvullend
volume,
zogenaamde
“air
rights”
krijgen.
In
Gershwin
bouwen
vier
consortia
elk
een
deel
van
de
woningen
en
kantoren.
Het
gebied
is
in
4
clusters
Figuur
10
Het
Miles
Building
opgedeeld.
De
consortia
per
cluster
zijn:
Cluster
I:
ZuidSchans
Cluster
II:
AM
Wonen,
Amvest,
Bouwfonds
Ontwikkeling;
Amsterdam
Symphony
Rabo
Bouwfonds;
Cluster
III:
Royaal
Zuid
Era
Bouw,
Prospect
Zuidas,
Rabo
Bouwfonds;
Cluster
IV:
De
Complete
Stad
Stadgenoot,
ING
Real
Estate,
Ymere;
6.1 Locatie
van
de
bouwenvelop
Op
kavel
7
in
het
Gershwin
gebied
op
de
Zuidas
zal
het
Miles
gebouw
van
architect
Jacq.
De
Brouwer
en
ontwikkelaar
Rabo
Bouwfonds
gebouwd
worden.
Kavel
7
ligt
in
cluster
III
van
Gershwin.
Het
gebouw
zal
op
de
hoek
van
het
Gershwinplein
tussen
de
nieuwe
Boelegracht
en
de
Gershwinlaan
gebouwd
worden.
Figuur
11
Locatie
Gershwin
Het
gebied
waar
deze
ontwikkeling
zich
bevindt
is
een
van
de
toplocaties
van
Amsterdam.
De
Zuidas
is
een
infrastructureel
knooppunt
aan
de
zuidkant
van
Amsterdam.
Het
nieuwe
station
Zuid
brengt
straks
Hogesnelheidslijn,
trein,
auto,
metro
en
snelle
verbinding
met
Schiphol
bij
elkaar.
In
het
gebied
rond
het
station
komen
top
kantoren,
luxe
woningen
en
culturele
voorzieningen.
De
Zuidas
ligt
tussen
Amsterdam
Oud‐Zuid
en
Buitenveldert
in
met
aan
de
westkant
het
Amsterdamse
bos
en
de
Nieuwe
Meer
en
aan
de
oostkant
het
Amstelpark
en
de
Amstel.
40
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
6.2 Programma
In
Gershwin
werd
per
cluster
een
programma
voorgeschreven.
De
ontwikkelaar
kon
zelf
bepalen
welk
deel
van
het
programma
op
welke
plek
gebouwd
zou
worden
en
had
dus
een
grote
vrijheid
om
functies
in
te
delen.
Het
programma
voor
de
cluster
waar
het
Miles
Figuur
12
Het
Miles
Gebouw
Building
in
gebouwd
gaat
worden
was:
Minimaal
300
woningen,
waarvan
minimaal
119
sociale
huur
Minimaal
1.600
m2
bvo
commercieel
Minimaal
1.600
m2
bvo
niet‐commercieel
Maximaal
2.200
m2
bvo
kantoren
Maximaal
te
realiseren
totaaloppervlak
50.900
m2
bvo
Parkeren
vrije
sector
(gebouwd)
1,25
/
woning
(waarvan
0,25/
woning
voor
bezoekers)
Parkeren
overig
(gebouwd)
1
pp
/
250
m2
bvo
kantoor
en
1
pp
/
100
m2
voorzieningen
Binnen
de
grenzen
van
het
bestemmingsplan
voor
wat
betreft
bouwhoogte
en
zonering
was
het
mogelijk
om
met
het
programma
te
schuiven.
De
gemeente
beoordeelde
alleen
op
de
totaaloppervlakken.
In
het
Miles
Building
komen
71
koopappartementen
met
parkeerplaats.
Alle
appartementen
in
het
Miles
Building
beschikken
over
grote
buitenruimtes,
hoge
plafonds
(drie
meter),
en
een
gezamenlijke
binnentuin
aan
het
water.
Uiteindelijke
programma
Miles
Building
Woningen
9.722
m2
bvo
Commercieel
986
m2
bvo
Totaal
(exclusief
galerijen
en
balkons)
1.2788
m2
bvo
6.3 Ruimtelijke
Ordening
De
stedenbouwkundige
hoofdopzet
van
Gershwin
is
een
dambord
patroon
met
hoge
en
lage
gebouwen
van
circa
40
x
40
meter.
Het
Miles
Building
bestaat
uit
een
opbouw
in
drie
lagen.
De
eerste
laag
(tot
circa
10
meter)
is
bestemd
voor
de
toegang
tot
de
gebouwen,
winkels
en
voorzieningen
en
bijvoorbeeld
woningen
41
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
met
de
voordeur
direct
aan
de
straat.
De
meeste
woningen
vormen
de
tweede
laag
(tot
circa
30
meter)
die
de
straatwanden
bepalen.
De
derde
laag
(van
circa
30
tot
75
meter)
maakt
het
mogelijk
op
sommige
plekken
hoogte‐accenten
aan
te
brengen
voor
woningen.
Dit
systeem
van
setbacks
lijkt
op
het
Amerikaanse
systeem
om
te
zorgen
dat
bij
vrij
massieve
volumes
er
toch
voldoende
licht
toe
blijft
treden
tot
het
straatniveau.
Naast
de
voornoemde
stedenbouwkundige
randvoorwaarden
golden
nog
een
aantal
aanvullende
regels,
zoals
de
voorgeschreven
volumes
en
woningaantallen.
6.4 Procedure
De
belangrijkste
doelen
bij
deze
gronduitgifte
waren
hoge
kwaliteit,
maximaal
financieel
rendement
vanwege
de
toplocatie
en
een
snelle
realisatie
van
de
plannen.
(Jaap
Gadella,
OGA,
bijlage
IIIC)
De
ontwikkeling
van
het
Miles
Building
is
begonnen
met
een
concept
Stedenbouwkundig
Programma
van
Eisen
(SPvE)
op
basis
van
een
projectbesluit.
Verschillende
marktpartijen
hebben
op
basis
van
dit
SPvE
essays
geschreven
over
de
locatie.
Daarna
heeft
een
open
inschrijving
plaatsgevonden.
Op
basis
van
referenties
en
bedrijfskenmerken
zijn
een
aantal
consortia
geselecteerd.
Deze
consortia
hebben
een
reactie
gegeven
op
het
SPvE
en
de
uitgangspunten
van
de
tender
onderschreven.
Vervolgens
is
het
SPvE
aangepast
en
hebben
partijen
plannen
aangeleverd
en
een
bod
gedaan.
Na
de
selectie
werd
in
juni
2002
een
overeenkomst
getekend
waarin
de
erfpacht,
planning
en
de
“Air
Rights”
vastgelegd
zijn.
Daarin
was
ook
een
bouwplicht
vervat.
De
bouwplicht
hield
in
dat
de
grond
binnen
1
jaar
en
6
weken
na
goedkeuring
van
het
bestemmingsplan
afgenomen
moest
worden.
Het
project
moest
36‐48
maanden
na
uitgifte
van
de
grond
opgeleverd
worden.
Afwijkend
aan
deze
procedure
ten
opzichte
van
de
procedures
daarvoor
was
dat
er
meer
helderheid
over
de
opgave
en
de
procedure
was
en
er
getracht
werd
zoveel
mogelijk
in
een
keer
af
te
kaarten
bij
het
moment
van
gunning.
Het
uitgangspunt
was
dat
de
overeenkomst
niet
meer
aangepast
kon
worden.
Dat
veranderde
gedurende
de
jaren.
De
gemeente
had
de
grondprijzen
niet
geïndexeerd
hetgeen
in
eerste
instantie
leidde
tot
bezwaren
bij
de
marktpartijen
toen
de
huizenprijzen
naar
aanleiding
van
de
aanslagen
op
de
Twin
Towers
in
september
2001
daalden.
De
bouwenvelop
werd
in
eerste
instantie
als
buitengewoon
knellend
ervaren.
Vanwege
de
rond
9/11
dalende
VON
prijzen
en
de
ongeïndexeerde
grondprijs
zat
er
aanvankelijk
weinig
muziek
in
de
ontwikkeling.
(Jaap
Gadella,
OGA,
bijlage
IIIC)
42
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
Omdat
de
grondprijzen
niet
geïndexeerd
waren
had
daarna
vooral
de
gemeente
veel
haast.
De
rentetikker
liep
vooral
aan
haar
kant.
Uiteindelijk
volgde
pas
in
oktober
2007
de
grondafname
van
de
helft
van
de
kavels.
De
verwachtte
oplevering
van
blok
7
is
in
2011.
De
belangrijkste
redenen
voor
deze
vertraging
waren
problemen
met
het
bestemmingsplan.
Omdat
het
bestemmingsplan
tot
tweemaal
toe
vernietigd
werd
is
het
moeilijk
te
zeggen
of
door
de
bouwenvelop
versnelling
in
de
procedure
opgetreden
is.
Het
bestemmingsplan
is
vanwege
de
luchtkwaliteit
nog
niet
goedgekeurd.
De
gemeente
heeft
daarom
onder
andere
de
bouwplicht,
die
in
de
overeenkomst
vervat
was
op
straffe
van
het
ontnemen
van
het
ontwikkelrecht,
niet
af
kunnen
dwingen.
6.5 Aanpak
van
de
ontwikkelaar
Zeker
qua
volume
was
er
op
Gershwin
sprake
van
flexibiliteit.
Door
het
invoeren
van
de
Air
Rights
liet
de
gemeente
de
ontwikkelaars
binnen
de
gestelde
kaders
de
ruimte
om
te
beslissen
hoeveel
volume
er
op
de
locatie
ontwikkeld
kon
worden.
De
grondprijs
die
voor
dat
extra
volume
betaald
werd
ging
in
een
potje
voor
extra
kwaliteit
waaruit
de
ontwikkelaar
bij
het
voldoen
aan
verschillende
eisen
betaald
zou
worden.
Dit
volume
is
door
de
ontwikkelaars
maximaal
uitgenut,
waardoor
een
aanzienlijk
budget
(10.000.000‐ 15.000.000,‐
voor
totale
gebied)
ontstond
wat
aangesproken
kon
worden
voor
het
toevoegen
van
kwaliteit.
Als
de
gemeente
ruimte
laat
om
meer
volume
te
maken,
wordt
het
maximaal
mogelijke
volume
sowieso
opgezocht
door
de
ontwikkelaar.
(Menno
Ploeger,
RABO
Bouwfonds,
bijlage
IIIF)
Aan
het
maximale
volume
heeft
de
ontwikkelaar
in
het
Miles
Building
door
een
halfverdiept
souterrain
(negatieve
plint)
en
een
dakopbouw
nog
een
aanzienlijk
volume
toegevoegd.
Dit
volume
valt
buiten
wat
de
gemeente
rekent
als
BVO,
maar
binnen
wat
volgens
de
NEN
tot
BVO
gerekend
mag
worden.
Ook
qua
functies
was
er
sprake
van
een
bepaalde
flexibiliteit.
Minimale
volumes
voor
niet
commerciële
deel
een
maximale
volumes
voor
commercieel
vastgoed
waren
weliswaar
voorgeschreven,
maar
de
locatie
van
die
functies
was
geheel
vrij.
Omdat
de
verschillende
ontwikkelingen
in
Gershwin
aan
een
lange
winkelstraat
liggen
levert
dit
ook
weer
de
nodige
afstemmingsproblemen
op.
Zie
paragraaf
6.6
over
knelpunten.
Qua
ontwerp
en
qua
vorm
van
het
gebouw
waren
de
enige
beperkingen
de
rooilijnen
en
de
vrij
complexe
regels
over
setbacks.
Dat
heeft
meer
vrijheid
gegeven
dan
in
andere
bouwenveloppen
zoals
die
bij
het
Amstelkwartier.
Door
deze
stedenbouwkundige
structuur
en
vorm
krijgen
alle
gebouwen
in
Gershwin
gedeelde
kenmerken,
waardoor
ze
gemeenschappelijke
kenmerken
krijgen
en
bij
elkaar
lijken
te
horen.
De
stedenbouwkundige
opzet
beperkte
in
samenspel
met
de
maximale
volumes
en
de
woningaantallen
de
ontwerpvrijheid
aanzienlijk.
Dat
werd
nog
gecompliceerd
door
het
belang
om
de
parkeergarage
goed
onder
het
project
te
situeren
en
een
goede
BVO/VVO
verhouding
te
krijgen.
In
deze
situatie
was
weinig
tot
geen
43
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
mogelijkheid
om
de
gemeente
mee
te
krijgen
in
aanpassingen
van
de
vorm
van
de
bouwenvelop,
in
het
verleden
was
die
mogelijkheid
er
meer.
Als
een
stedenbouwkundig
plan
te
veel
ruimte
biedt
worden
er
allemaal
postzegel
ontwerpen
gemaakt,
en
dat
is
zonde.
Door
de
complexiteit
van
de
opgave
word
je
uitgedaagd
om
iets
heel
bijzonders
te
maken.
Zonder
strakke
kaders
is
het
ook
moeilijk
ontwerpen.
Deze
insteek
heeft
geleid
tot
een
ontwerp
dat
niet
helemaal
optimaal
is,
maar
wel
goed
maakbaar.
(Jacq.
De
Brouwer,
Architect
Miles
Building,
bijlage
IIIJ)
6.6 Knelpunten
Door
de
grondkosten
niet
te
indexeren
hadden
de
gemeente
en
de
ontwikkelaar
tegenovergestelde
financiële
prikkels.
De
gemeente
had
er
baat
bij
dat
de
grond
zo
snel
mogelijk
afgenomen
werd,
terwijl
het
omgekeerde
voor
de
ontwikkelaar
waar
was.
Het
is
van
belang
om
te
zoeken
naar
financiële
prikkels
om
partijen
dezelfde
kant
op
te
krijgen,
gebeurt
dit
niet,
dan
ontstaat
er
een
aanleiding
voor
vertraging.
Bij
de
selectie
van
de
ontwikkelaars
was
het
bestemmingsplan
nog
niet
klaar.
Dat
heeft
in
deze
situatie
voor
veel
problemen
gezorgd.
Door
de
bouwplicht
te
verbinden
aan
het
bestemmingsplan
heeft
de
gemeente
het
zich
erg
moeilijk
gemaakt.
In
een
slechte
markt
grijpt
de
ontwikkelaar
dan
problemen
met
het
bestemmingsplan
onmiddellijk
aan
om
grondafname
en
bouw
uit
te
stellen.
Het
bestemmingsplan
was
daarnaast
beperkend
voor
bijvoorbeeld
de
luifel
en
de
balkons
die
in
het
plan
moeten
komen,
daarvoor
moest
een
aparte
artikel
19
procedure
doorlopen
worden.
Kwaliteit
van
de
publieke
ruimte
wordt
niet
gestimuleerd
door
de
bouwenvelop.
Vanwege
de
tijdsspanne
van
deze
ontwikkeling
heeft
de
ontwikkelaar
er
profijt
van
als
de
publieke
ruimte
goed
geregeld
is
omdat
dat
verkoop
van
de
laatste
blokken
versnelt.
Hierop
werd
door
de
gemeente
niet
actief
gestuurd.
Het
publieke
domein
(straat
en
plint)
kan
beter
ingezet
worden
om
het
gebied
aantrekkelijk
te
maken.
Dat
zou
kunnen
door
de
gehele
Gerschwin
strip
door
een
consortium
te
laten
exploiteren.
Op
dit
moment
is
er
geen
brancheringsplan
en
zal
de
exploitatie
in
handen
vallen
van
allerlei
verschillende
partijen.
De
bouwenvelop
op
Gershwin
was
vrij
ruim
geformuleerd
en
kon
verdeeld
worden
over
verschillende
kavels.
Desalniettemin
leidde
de
opgave
tot
een
ingewikkelde
puzzel.
Normaal
gelden
er
alleen
stedenbouwkundige
randvoorwaarden
en
enkele
aanvullende
regels,
hetgeen
een
bepaalde
ontwerpvrijheid
geeft.
Bij
een
bouwenvelop
gelden
randvoorwaarden
op
verschillende
niveaus.
Stedenbouwkundige
eisen,
eisen
op
het
gebied
van
volume,
minimale
en
maximale
woningaantallen.
Dat
werd
gecompliceerd
doordat
de
parkeergarage
op
de
juiste
plek
en
in
de
juiste
vorm
onder
het
gebouw
moest
komen
en
de
nadruk
die
de
44
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
ontwikkelaar
vanuit
een
kostenperspectief
legde
op
de
vormfactor.
Zo
ontstond
een
puzzel
die
op
weinig
manieren
in
elkaar
paste.
In
deze
situatie
was
weinig
tot
geen
mogelijkheid
om
de
gemeente
mee
te
krijgen
in
aanpassingen
van
de
vorm
van
de
bouwenvelop,
in
het
verleden
was
die
mogelijkheid
er
meer.
Hoe
je
het
wendt
of
keert:
een
ontwikkeling
van
100
miljoen
wordt
nooit
makkelijk!
(Jaap
Gadella,
OGA,
bijlage
IIIC)
45
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
7
Case
III:
Five
Franklin
Place,
New
York
Ontwikkelaar
Sleepy
Hudson
LLC
ontwikkelt
een
woongebouw
op
twee
aangrenzende
percelen
aan
Franklin
Place
van
in
totaal
rond
de
850
m2.
De
ontwikkelaar
is
op
deze
percelen
begonnen
met
de
bouw
van
een
gebouw
van
21
verdiepingen
met
woningen
en
retail
op
de
begane
grond.
De
winkels
zullen
aan
de
Broadway
kant
gelegen
zijn,
terwijl
de
Figuur
13
Five
Franklin
Place
bewoners
via
Franklin
Place
toegang
zullen
hebben.
Five
Franklin
place
is
een
ontwerp
van
de
Nederlandse
architect
Ben
van
Berkel
en
heeft
een
façade
van
spiegelende
zwarte
metalen
banden
van
variërende
breedte.
Het
gebouw
wordt
omringd
door
terrassen
en
balkons.
De
55
woningen
zijn
ingedeeld
in
drie
typen
appartementen:
Loft
Residences,
City
Residences
and
Sky
Penthouses.
Vorig
jaar
is
met
de
bouw
gestart.
Vanwege
een
tegenvallende
verkoop
ligt
de
bouw
op
dit
moment
stil.
7.1 Locatie
van
de
building
envelope
Five
Franklin
Place
ligt
in
de
oude
wijk
Tribeca
(Triangle
below
Canalstreet)
in
Manhattan.
In
het
blok
tussen
White
Street,
Franklin
Street
en
Broadway
bevindt
zich
een
steeg
die
Franklin
Place
heet.
De
wijk
ligt
ruwweg
tussen
Canal
Street
in
het
noorden,
de
rivier
de
Hudson
in
het
westen
en
Park
Place
in
het
zuiden.
TriBeCa
was
oorspronkelijk
een
Figuur
14
Locatie
Tribeca
industriegebied
met
veel
pakhuizen.
In
de
jaren
zestig
vestigden
zich
veel
kunstenaars
op
de
zolders
van
de
verlaten
pakhuizen.
Het
werd
weer
een
levendige
buurt,
waar
veel
pakhuizen
tot
appartementen
werden
omgebouwd,
en
nieuwe
bedrijven
zich
vestigden.
Het
is
nu
een
van
de
meest
gewilde
wijken
van
New
York.
Prijzen
liggen
in
Tribeca
voor
woningen
en
appartementen
tussen
de
Figuur
15
Locatie
Five
Franklin
Place
10.000,‐
en
14.000,‐
Euro
per
m2.
46
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
7.2 Programma
Grootte
kavel:
16.190
vierkante
foot
(sf)
District:
C6‐4A,
woonequivalent
R10
FAR:
10
Toegestaan
programma:
maximaal
161.900
sf
1505
m2
15050
m2
commercieel
en/of
woningbouw
Commercieel
programma:
45.382
sf
4221
m2
Woningen:
116.389sf
10827
m2
Totaal:
161.771
sf
15048
m2
7.3 Ruimtelijke
ordening
Het
stedenbouwkundig
kader
waarbinnen
deze
ontwikkeling
plaatsvindt
is
de
NYC
zoning
resolution.
Five
Franklin
Place
ligt
in
een
district
met
een
codering
C6‐4A,
dit
is
een
commercieel
gebied
met
een
FAR
van
10.
Op
deze
locatie
mag
dus
10
keer
zoveel
gebouwd
worden
als
het
oppervlak
van
de
kavel.
Het
is
in
veel
commerciële
districten,
zoals
ook
in
een
C6‐4A
district
toegestaan
om
woningen
te
bouwen.
Er
wordt
dan
een
equivalent
gegeven,
in
dit
geval
het
equivalent
R10.
De
laatste
letter
in
de
districtscodering,
de
A
geeft
aan
dat
het
gaat
om
een
contextual
district.
Dit
houdt
in
dat
het
gebouw
zich
aan
moet
sluiten
aan
de
context
van
de
andere
gebouwen.
Dat
houdt
in
dit
geval
in
dat
de
gevel
aan
moet
sluiten
aan
de
andere
bestaande
gevels.
R10
districten
zonder
een
toegevoegde
letter,
die
vooral
op
Manhattan
voorkomen,
mogen
ook
woontorens
van
maximaal
35
verdiepingen
hebben
bovenop
een
gebouw
dat
zich
aansluit
aan
de
omliggende
bebouwing
(contextual
building).
Deze
vorm
heet
een
tower‐on‐a‐base.
Naast
deze
regels
zijn
er
regels
over
Bulk
en
Density.
De
combinatie
van
regels
die
de
maximale
contouren
Figuur
16
Tower
on
a
base
van
de
building
envelope
bepalen
heten
Bulk
regels.
Het
gaat
om
bepalingen
zoals
de
grootte
van
de
kavel,
de
regels
voor
open
ruimtes
en
de
setbacks
die
de
maximale
grootte,
vorm
en
plaats
van
het
gebouw
bepalen.
Bij
Density
gaat
het
om
de
hoeveelheid
woningen
per
oppervlak.
In
Residential
districten
gelden
47
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
regels
over
het
maximale
aantal
woningen
dat
per
kavel
gebouwd
mag
worden.
Dit
aantal
is
te
berekenen
door
het
maximale
toegestane
volume
te
delen
door
de
Density
factor
voor
het
district.
7.4 Aanpak
van
de
ontwikkelaar
Sleepy
Hudson
heeft
er
bij
de
ontwikkeling
van
Five
Franklin
Place
nadrukkelijk
voor
gekozen
om
geen
complexe
procedures
voor
het
aankopen
van
Transferable
Development
Rights
in
te
zetten.
Door
As
of
Right
te
ontwikkelen,
dus
binnen
de
kaders
van
de
bestaande
bouwenvelop
kon
sneller
begonnen
worden
met
het
project.
Hoewel
er
overwogen
is
een
Variance,
een
afwijking
op
wat
er
As
of
Right
gebouwd
mag
worden,
aan
te
vragen
heeft
men
geconcluderd
dat
dat
de
moeite
niet
waard
zou
zijn.
In
een
oude
stadswijk
zoals
Tribeca
gelden
namelijk
hoogte
limieten
en
het
volume
dat
toegevoegd
zou
kunnen
worden
was
sowieso
beperkt
geweest.
Wel
zijn
de
Air
Rights
van
een
aangrenzend
perceel
gekocht.
Dat
kan
binnen
een
As
of
Right
situatie
(dus
Figuur
17
Five
Franklin
Place
zonder
procedure
met
de
overheid)
en
heeft
als
voordeel
dat
er
aan
de
kant
van
de
buren
waar
de
Air
Rights
van
aangekocht
zijn
ramen
en
balkons
gemaakt
kunnen
worden.
Indien
de
buren
ongebruikte
ontwikkelrechten
hebben
zou
het
mogelijk
zijn
dat
zij
een
toren
bouwen.
Om
die
reden
moet
de
ontwikkelaar
zich
onthouden
van
het
bouwen
van
ramen
en
balkons
aan
die
zijde,
tenzij
het
ontwikkelpotentieel
opgekocht
word.
Om
deze
reden
heeft
het
ontwerp
van
Five
Franklin
Place
aan
drie
zijden
ramen
en
balkons
en
aan
een
zijde
alleen
vensters
die
in
een
later
stadium,
bij
de
ontwikkeling
van
het
perceel
van
de
buren
mogelijk
dichtgemaakt
moeten
worden.
De
locatie
was
toen
Sleepy
Hudson
deze
aankocht
Underbuilt,
hetgeen
inhoudt
dat
er
ongebruikt
ontwikkelpotentieel
op
de
kavel
bestond.
Door
een
zoning
analysis
te
laten
doen
door
een
48
Figuur
18
Doorsnee
Five
Franklin
Place
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
ingenieursbureau
en
die
aan
de
gemeente
voor
te
leggen
werd
overeenstemming
bereikt
over
het
mogelijk
te
ontwikkelen
volume.
Vervolgens
werd
een
ontwerp
gemaakt
en
werd
een
bouwvergunning
aangevraagd.
Dit
stuitte
nog
op
een
aantal
problemen
vanwege
het
ontwerp
van
Ben
van
Berkel.
De
regels
over
Setbacks
zijn
in
New
York
City
vrij
strict
en
in
het
ontwerp
van
Five
Franklin
Place
wordt
hier
vrij
speels
mee
omgegaan.
Uiteindelijk
is
hiervoor
een
kleine
uitzondering
op
de
regels
gemaakt
zodat
het
project
volgens
het
ontwerp
gebouwd
kon
worden.
49
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
8
Conclusie
In
de
volgende
paragraven
wordt
door
middel
van
beantwoording
van
de
deelvragen
een
antwoord
gegeven
op
de
hoofdvraag
van
deze
scriptie.
Die
hoofdvraag
luidde:
Wat
was
de
bedoeling
van
de
bouwenvelop
en
wat
zijn
de
voor‐
en
nadelen
vanuit
de
optiek
van
de
gemeente
en
de
ontwikkelende
partijen?
8.1 De
belangrijkste
kenmerken
van
een
bouwenvelop
Een
bouwenvelop
is
een
stedenbouwkundig
middel
om
de
ruimtelijke
contouren,
de
functie
en
het
volume
van
een
ontwikkeling
vast
te
leggen.
De
belangrijkste
kenmerken
zijn
dat
zowel
de
functie
als
het
volume
per
functie
en
de
ruimtelijke
vorm
vastgelegd
is
terwijl
er
vrijheid
binnen
deze
kaders
gegeven
wordt
om
vastgoed
te
ontwikkelen
dat
aansluit
op
de
markt.
De
bouwenvelop
heeft
volgens
de
raadsvoordracht
waarbij
de
bouwenvelop
vastgesteld
werd
twee
doelen:
(I)
Vaststelling
van
grondprijzen
op
een
relatief
vroeg
moment
in
de
ruimtelijke
planvorming;
(II)
Een
einde
aan
de
onderhandelingen
over
de
grondprijs
bij
elke
wijziging
in
het
plan
van
de
ontwikkelaar
en
daardoor
zekerheid
voor
de
gemeente
met
betrekking
tot
opbrengsten.
Impliciet
worden
met
de
bouwenvelop
nog
vier
andere
doelen
nagestreefd.
(I)
In
het
verlengde
van
de
grote
vereenvoudiging
is
de
bedoeling
een
versnelling
van
de
bouwproductie
te
bewerkstelligen,
hiervan
is
de
bouwplicht
die
in
bouwenvelopovereenkomsten
verwerkt
is
een
indicator.
(II)
Hoge
grondopbrengsten
zijn
een
doel
dat
met
uitgifte
van
bouwenveloppen
nagestreefd
wordt.
(III)
De
mogelijkheid
voor
de
ontwikkelaar
om
het
programma,
het
ontwerp
en
daarmee
de
opbrengsten
te
optimaliseren.
(IV)
Tegengesteld
aan
het
vorige
doel
en
aan
een
uitgangspunt
van
de
grote
vereenvoudiging
is
het
doel
zoveel
mogelijk
te
regelen
en
te
garanderen
in
een
bouwenvelop.
8.2 Flexibiliteit
qua
volume
en/of
qua
programma
Een
bouwenvelop
kan
aanzienlijke
ruimte
geven
voor
flexibiliteit
qua
programma,
zoals
dat
in
New
York
gebeurt,
of
zeer
beperkend
zijn
en
het
programma
tot
op
de
locatie
van
bepaalde
functies
en
aantallen
woningen
bepalen,
zoals
in
het
Amstelkwartier
gebeurde.
De
proto
bouwenvelop
op
Gershwin
zit
daar
een
beetje
tussenin.
Het
programma
was
voorgeschreven,
maar
zonder
specifieke
locaties
aan
te
geven.
Daarbij
waren
de
contouren
van
de
bouwenvelop
in
Gershwin
vrij
ruim
waardoor
met
de
vorm
van
het
gebouw
gespeeld
kon
worden.
50
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
In
het
algemeen
is
een
bouwenvelop
in
Amsterdam
qua
functies
zeer
beperkt.
In
het
SPvE
is
voorgeschreven
welke
functies
op
welke
plekken
moeten
komen
en
er
is
weinig
vrije
ruimte
beschikbaar.
Als
die
er
wel
is
wordt
deze
overigens
door
de
ontwikkelaar
meteen
ingevuld
met
het
hoogst
renderende
gebruik.
Er
wordt
door
de
gemeente
weinig
gebruik
gemaakt
van
de
mogelijkheid
om
ontwikkelaars
te
stimuleren
functies
toe
te
voegen
die
minder
renderen.
Maar
het
is
de
bedoeling
van
de
gemeente
ook
niet
om
hier
meer
vrijheid
in
te
geven
met
de
bouwenvelop.
Op
het
gebied
van
volume
wordt
in
bouwenveloppen
meestal
een
bepaalde
zoekruimte
geboden.
Dit
kan
vanuit
de
gemeente
gezien
worden
als
een
uitnodiging
aan
te
geven
hoeveel
volume
op
een
locatie
ontwikkeld
kan
worden.
Zoals
in
paragraaf
8.1
opgemerkt
wordt
door
veel
ontwikkelaars
de
maximum
grens
als
bepalend
gezien
en
wordt
het
maximale
volume
ingepland.
Dit
kan
overigens
een
positief
effect
hebben,
als
de
conjunctuur
tegenzit
heeft
de
ontwikkelaar
een
potje
waardoor
er
toch
verder
gegaan
kan
worden
met
de
ontwikkeling.
Dit
potje
is
er
overigens
niet
als
de
bouwenvelop
op
basis
van
(onder
andere)
een
grondbieding
aanbesteed
wordt,
dan
is
het
ingezet
om
het
grondbod
te
verhogen.
Qua
flexibiliteit
op
langere
termijn
is
de
bouwenvelop
zeer
beperkend.
Zeker
indien
de
bouwenvelop
in
concurrentie
is
aanbesteed
wordt
deze
door
het
aanbestedingsrecht
als
het
ware
bevroren.
Een
andere
invulling
van
de
bouwenvelop
leidt
dan
mogelijk
tot
procedures
van
de
andere
inschrijvers
waardoor
de
gemeente
hierin
niet
mee
zal
gaan.
Bovendien
zijn
herontwikkelingsmogelijkheden
door
de
contouren
en
minimum
en
maximum
eisen
in
een
bouwenvelop
bijzonder
ingewikkeld
en
moet
er
vaak
een
aantal
stappen
terug
gegaan
worden
in
het
ontwerp.
8.3 Processen,
zekerheid
en
onderhandelingen
De
voorbereidingstijd
van
een
bouwenvelop
is
voor
de
gemeente
aanzienlijk.
Het
opstellen
van
alle
benodigde
plannen
en
documenten
voor
het
moment
van
keuze
van
een
ontwikkelaar
in
plaats
van
het
samen
met
een
ontwikkelaar
maken
van
de
plannen
zorgt
ervoor
dat
er
van
versnelling
geen
sprake
is.
De
totale
doorlooptijd
van
de
procedures
van
de
eerste
besluiten
van
de
gemeente
tot
oplevering
van
het
gebouwde
vastgoed
is
met
een
bouwenvelop
niet
sneller
dan
bij
een
normale
procedure.
De
investering
van
de
gemeente
is
in
het
geval
van
een
bouwenvelop
wel
aanzienlijk
hoger
dan
bij
reguliere
verkoop
van
grond,
maar
daar
staat
tegenover
dat
het
wel
op
een
vroeger
moment
duidelijk
is
wat
de
grond
op
gaat
leveren,
en
dat
de
opbrengsten
van
bouwenveloppen
tot
nu
toe
vrij
hoog
geweest
zijn.
Omdat
de
bouwenvelopovereenkomst
het
contract
is
waarin
alle
afspraken
staan
en
waarin
de
andere
documenten
van
toepassing
zijn
leidt
de
bouwenvelop
tot
veel
duidelijkheid.
Omdat
er
een
contractmoment
is
wordt
veel
onduidelijkheid
die
er
zou
kunnen
zijn
over
verdere
procedures
of
aanvullende
afspraken
weggenomen.
Daarbij
is
de
bouwenvelop
het
resultaat
van
een
aanzienlijke
hoeveelheid
werk
aan
de
kant
51
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
van
de
gemeente.
De
bouwenvelop
getuigt
daarom
van
een
duidelijke
visie
van
de
gemeente
op
de
ontwikkeling
in
kwestie
en
is
duidelijk
en
eenduidig.
Omdat
er
een
duidelijk
contractmoment
is
en
de
gemeente
vasthoudt
aan
het
uitgangspunt
dat
er
niet
verder
onderhandeld
wordt
blijkt
de
bouwenvelopovereenkomst
goed
stand
te
houden.
In
het
geval
dat
een
bouwenvelop
in
concurrentie
aanbesteed
wordt
is
het
vrijwel
onmogelijk
om
wijzigingen
door
te
voeren
in
de
opzet
van
de
ontwikkeling.
Een
wijziging
zou
dan
kunnen
leiden
tot
bezwaar
van
de
andere
inschrijvers,
deze
dreiging
op
zich
is
al
voldoende
om
ervoor
te
zorgen
dat
bouwenvelopovereenkomsten
zelden
aangepast
worden.
Wat
weer
bijdraagt
aan
duidelijkheid
en
eenduidigheid.
8.4 Opbrengsten
en
transactiekosten
Vanwege
de
duidelijkheid
die
een
bouwenvelop
biedt
is
het
voor
een
ontwikkelaar
mogelijk
om
een
aantal
risico’s
uit
te
sluiten.
Zoals
eerder
genoemd
kan
het
RO
risico
uitgesloten
worden
en
ligt
er
een
planning
en
een
erfpachtaanbieding.
Die
zekerheid
vertaalt
zich
in
hogere
grondopbrengsten.
Aan
de
andere
kant
hebben
ontwikkelaars
beperkte
ruimte
om
binnen
de
kaders
van
de
bouwenvelop
een
product
te
maken
dat
aansluit
op
de
markt.
Het
vastgoed
wat
het
resultaat
is
brengt
daarom
mogelijk
niet
zoveel
op
als
een
plan
dat
minder
belast
is
met
regels.
De
bouwplicht
leidt
ertoe
dat
een
voorzichtige
ontwikkelaar
een
stevige
reservering
maakt
voor
het
geval
hij
gedwongen
zou
worden
te
bouwen
in
een
tegenvallende
markt.
Dat
leidt
ook
tot
een
suboptimale
opbrengst
voor
de
gemeente.
Nationaal
Amsterdam
Bestemmingsplan
(Publiekrecht)
Bestemmingsplan
(Publiekrecht)
Bouwvergunning
(Publiekrecht)
Erfpacht
(Privaatrecht)
Bouwvergunning
(Publiekrecht)
Figuur
19
Lagen
in
de
RO
Bouwenvelop
(Privaatrecht)
Het
inschrijven
op
een
bouwenvelop
is
voor
een
ontwikkelaar,
zeker
als
het
gaat
om
een
ver
uitgewerkte
bouwenvelop
zoals
die
van
het
Amstelkwartier,
aanzienlijk
goedkoper
dan
als
de
ontwikkelaar
zelf
een
plan
voor
een
kavel
moet
maken.
De
ontwerpkosten
zijn
bijvoorbeeld
veel
lager
als
er
al
een
gedegen
SPvE
ligt.
Bij
52
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
een
inschrijving
met
alleen
een
bod
zijn
de
kosten
nog
lager.
De
kosten
voor
een
ontwerp
komen
dan
natuurlijk
later
wel
weer
aan
de
orde,
maar
ze
worden
dan
alleen
gemaakt
door
de
winnende
partij
en
niet
door
alle
inschrijvers.
Een
bouwenvelop
is
dus
voor
ontwikkelaars
voordeliger
dan
een
procedure
waarbij
minder
duidelijk
is
wat
de
gemeente
wenst.
Voor
de
gemeente
is
een
bouwenvelop,
gezien
de
uitwerking
die
gewenst
is
een
vrij
kostbare
procedure.
Daarbij
komt
dat
de
gemeente
eerder
de
neiging
heeft
om
meer
te
regelen
dan
minder,
en
dat
bepaalt
geen
kostenbesparingen
oplevert.
8.5 Een
bouwenvelop
geschikt
voor
alle
opgaven
Kort
gezegd
is
het
antwoord
op
de
vraag
of
een
bouwenvelop
geschikt
is
voor
alle
opgaven,
ja.
Er
is
een
onder
en
bovenmaat,
maar
verder
kan
de
bouwenvelop
op
zoveel
manieren
ingezet
worden
dat
de
methodiek
geschikt
is
voor
alle
opgaven.
Vooral
als
de
gemeente
als
doel
heeft
een
optimale
marktoplossing
te
vinden
is
de
bouwenvelop
uitermate
geschikt
om
aan
te
geven
binnen
welke
kaders
dat
mag
gebeuren.
Als
de
insteek
is
dat
de
gemeente
ontwerp
en
gebruik
zoveel
mogelijk
wil
regisseren
kan
een
bouwenvelop
nog
steeds
gebruikt
worden,
maar
dan
kan
deze
leiden
tot
allerlei
vertragingen
en
is
een
klassiek
traject
met
een
bestemmingsplan
een
aanzienlijk
snellere
en
goedkopere
optie.
Bij
het
uitgeven
van
een
bouwenvelop
naast
andere
locaties
is
het
wel
van
belang
dat
er
een
knip
op
een
logische
plek
gemaakt
wordt.
Vanwege
de
flexibiliteit
die
ook
in
een
minimale
vorm
in
strak
omkaderde
bouwenveloppen
zit
is
het
heel
moeilijk
om
functies
op
elkaar
aan
te
laten
sluiten.
De
parkeergarage
in
het
Amstelkwartier
is
daar
een
voorbeeld
van.
Door
de
ontwikkeling
van
3b
en
3c,
die
in
feite
in
één
bouwblok
liggen
op
te
knippen,
maar
ondertussen
de
verplichting
op
te
leggen
dat
een
van
de
percelen
het
parkeren
op
het
andere
perceel
op
moet
lossen
ontstaan
problemen
en
daardoor
tijdverlies.
8.6 De
lessen
van
vergelijkbare
procedures
in
New
York
Ruimtelijke
ordening
in
de
verenigde
Staten
is
heel
anders
dan
in
Nederland.
Het
liberale
stelsel
waarbij
de
overheid
zo
min
mogelijk
regelt
en
er
zoveel
mogelijk
aan
de
markt
overlaat
is
in
Nederland
ondenkbaar.
In
de
Verenigde
Staten
wordt
welstand
weer
gezien
als
een
vorm
van
ongewenste
overheidsinmenging.
Het
bijzondere
van
het
stelsel
in
New
York
is
dat
de
overheid
mogelijkheden
gezocht
heeft
om
ontwikkelaars
te
verleiden
objecten
te
ontwikkelen
die
gewenst
zijn
door
Incentive
Zoning
en
ook
verkapte
subsidies
geeft
door
middel
van
Transfer
of
Development
Rights.
De
vrijheid
die
ontwikkelaars
krijgen
is
niet
iets
wat
in
Nederland
navolging
zou
moeten
krijgen,
dat
leidt
tot
veel
saaie
goedkope
gevels
en
volgebouwde
blokken.
Het
uitgangspunt
dat
je
met
een
marktpartij
onderhandelt
en
die
partij
een
stevige
incentive
geeft
om
te
doen
wat
je
wilt
zou
in
Nederland
ook
interessant
kunnen
zijn.
Men
moet
dan
wel
over
de
schroom
heen
dat
ontwikkelaars
niet
te
veel
mogen
verdienen
aan
een
project.
De
situatie
in
de
Verenigde
Staten
geeft
de
mogelijkheid
om
snel
te
ontwikkelen
en
voor
de
overheid
om
op
hoofdlijnen
te
sturen.
In
combinatie
met
de
regelgeving
in
Nederland
die
zich
richt
op
het
bewaken
van
de
kwaliteit
zou
Incentive
Zoning
een
grote
53
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
stimulans
voor
de
productie
kunnen
betekenen,
zonder
dat
het
de
gemeente
bij
een
grondexploitatie
geld
kost.
8.7 De
voor
en
nadelen
van
de
bouwenvelop
In
paragraaf
8.1
van
de
conclusie
is
al
ingegaan
op
de
bedoeling
en
de
kenmerken
van
de
bouwenvelop.
In
de
paragraaf
wordt
ingegaan
op
de
belangrijkste
voor
en
nadelen
van
de
bouwenvelop.
Een
duidelijk
voordeel
van
de
bouwenvelop
is
een
sterke
risicoverdeling
door
de
ontbindende
voorwaarde
in
de
bouwenvelopovereenkomst.
Daardoor
ligt
het
bestemmingsplan
risico
bij
de
gemeente,
die
dat
het
beste
kan
managen.
Dit
leidt
ook
tot
hogere
grondopbrengsten
omdat
het
voor
de
ontwikkelaar
niet
nodig
is
om
een
aparte
reservering
te
maken
voor
dit
risico.
Dit
is
een
onbedoeld
voordeel
dat
de
bouwenvelop
geeft
ten
opzichte
van
een
reguliere
grondverkoop
waarbij
het
bestemmingsplanrisico
doorgaans
bij
de
koper
komt
te
liggen.
De
heldere
rolverdeling
die
de
bouwenvelop
geeft
door
het
moment
van
tekenen
van
de
bouwenvelopovereenkomst
is
ook
een
voordeel.
In
de
tijd
daarvoor
heeft
de
gemeente
aan
het
plan
gewerkt
en
globaal
bepaald
wat
voor
volume
en
programma
vanuit
stedenbouw
en
volkshuisvesting
wenselijk
is.
Na
het
tekenen
van
de
bouwenvelop
is
het
aan
de
ontwikkelaar
om
te
optimaliseren
en
te
realiseren.
De
oneigenlijke
situatie
waarin
de
ontwikkelaar
aan
de
ene
kant
onderhandelt
over
grondprijs
en
volume,
en
de
gemeente
aan
de
andere
kant
het
ontwerp
en
het
gebruik
probeert
te
beïnvloeden
is
hiermee
verleden
tijd.
De
flexibiliteit
die
een
bouwenvelop
aan
partijen
kan
geven
is
ook
een
sterk
voordeel.
De
bouwenvelop
kan
gebruikt
worden
om
marktpartijen
de
ruimte
te
bieden
een
plan
te
maken
dat
optimaal
inspeelt
op
de
markt,
daarbij
kan
de
gemeente
wel
heel
goed
de
kaders
bewaken
waarbinnen
ontwikkeld
kan
worden.
De
mogelijkheid
die
de
bouwenvelop
biedt
om
incentives
te
geven
voor
maatschappelijk
wenselijke
functies
of
voor
kwaliteit
in
ontwerp
is
ook
een
duidelijk
voordeel.
Door
de
ontwikkelaar
te
belonen
met
meer
volume
of
vergoeding
van
de
kosten
zoals
gebeurt
bij
Incentive
Zoning
in
New
York
en
bij
de
Air
Rights
op
de
Zuidas
kan
de
gemeente
op
een
positieve
manier
sturen
op
aspecten
die
de
markt
niet
uit
zichzelf
oppakt.
Een
van
de
nadelen
van
de
bouwenvelop
is
dat
alle
discretionaire
ruimte
die
een
envelop
biedt
volledig
volgestouwd
wordt
door
marktpartijen.
De
vraag
die
de
gemeente
impliciet
stelt
bij
het
beschikbaar
stellen
54
Figuur
20
Strakke
envelop
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
van
meer
volume
dan
waarvoor
betaald
wordt:
Hoeveel
volume
is
hier
passend?
Wordt
door
ontwikkelaars
(zowel
in
New
York
als
in
Amsterdam)
standaard
beantwoord
met:
zoveel
mogelijk!
In
alledrie
de
onderzochte
cases
gaan
de
ontwikkelaars
precies
op
het
maximaal
mogelijke
volume
zitten
en
worden
er
trucs
bedacht
om
net
nog
iets
meer
te
kunnen
maken.
Een
nadeel
van
de
bouwenvelop
is
dat
er
niet
is
vastgesteld
hoeveel
er
geregeld
kan
en
mag
worden.
Met
andere
woorden
er
is
vastgelegd
wat
er
minimaal
geregeld
moet
zijn,
maar
niet
wat
er
maximaal
geregeld
mag
worden.
Hoeveel
flexibiliteit
een
bouwenvelop
moet
geven
en
hoe
nauwkeurig
het
programma
en
de
stedenbouw
geregeld
kunnen
zijn
is
niet
geregeld.
Als
in
de
bouwenvelopmethodiek
een
vaste
overmaat
aangegeven
zou
worden
zou
dat
Figuur
21
Ruime
envelop
schelen.
Vooral
bij
de
bouwenvelop
op
het
Amstelkwartier
leek
de
exercitie
erg
op
een
puzzel:
hoe
krijg
je
dit
volume
in
de
contouren
en
zorg
je
er
toch
voor
dat
ieder
huis
een
voordeur
heeft
en
elke
kamer
ramen?
Op
het
Amstelkwartier
waren
zelfs
de
vorm
van
de
garage
en
de
locaties
van
enkele
functies
vastgelegd,
hetgeen
verregaand
is
bij
een
bouwenvelop.
De
kunst
van
het
loslaten
blijkt
erg
moeilijk
en
een
bouwenvelop
zoals
die
in
New
York
gebruikt
wordt
waar
nagenoeg
alle
functies
mogelijk
zijn
en
waar
de
gemeente
absoluut
niet
aan
kan
geven
welke
functie
waar
kan
komen
is
in
Amsterdam
ondenkbaar.
De
bouwenvelop
leidt
ook
tot
een
extra
laag
procedures.
In
tegenstelling
tot
de
situatie
in
New
York
waar
de
bouwenvelop
een
uitwerking
is
van
het
bestemmingsplan
is
die
in
Amsterdam
aanvullend
op
wat
er
al
in
het
bestemmingsplan
staat.
Het
opstellen
van
de
bouwenvelop,
met
het
alle
daarbij
behorende
documenten
is
in
Amsterdam
een
extra
belasting
voor
het
gemeentelijk
apparaat
en
een
extra
set
kaders
voor
de
ontwikkelaar
om
rekening
mee
te
houden.
Een
nadeel
van
de
bouwenvelop
is
dat
deze
dus
zeker
niet
te
zien
is
als
een
vereenvoudiging,
maar
juist
als
een
complicatie
en
extra
werk
voor
alle
betrokken
partijen.
55
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
9
Aanbevelingen
en
adviezen
9.1 Flexibiliteit
contractueel
inbouwen
Door
in
de
bouwenvelopovereenkomst
een
clausule
in
te
bouwen
voor
latere
herontwikkelingen
wordt
het
juridische
stelsel
dat
bij
de
bouwenvelop
hoort
minder
rigide.
Het
is
dan
zaak
om
de
momenten
aan
te
geven
waarop
het
mogelijk
is
het
contract
te
heronderhandelen.
Bijvoorbeeld
bij
een
daling
of
stijging
van
prijzen
op
de
woningmarkt
tot
onder
of
boven
een
bepaald
punt
zou
over
de
grondprijs
heronderhandeld
kunnen
worden.
Op
dit
moment
zijn
de
redelijkheid
en
billijkheid
en
gewijzigde
inzichten
het
enige
wat
nu
flexibiliteit
geeft.
Ook
voor
functies
zou
iets
dergelijks
afgesproken
kunnen
worden
zodat
er,
binnen
van
tevoren
afgesproken
marges,
bij
een
slechte
woningmarkt
meer
sociale
woningen
in
een
ontwikkeling
gemaakt
zouden
kunnen
worden.
9.2 Ruimere
bouwenveloppen
Een
van
de
mogelijkheden
om
de
bouwenvelop
te
optimaliseren
is
standaard
meer
overmaat
in
een
bouwenvelop
te
introduceren.
Het
is
dan
wel
van
belang
te
werken
met
een
vaste
grondprijs.
Door
van
een
groter
verschil
tussen
volume
van
contouren
en
te
ontwikkelen
volume
uit
te
gaan
zonder
vormen
voor
te
schrijven
krijg
je
ruimere
bouwenveloppen
die
leiden
tot
echte
flexibiliteit.
Door
daarnaast
doelen
en
resultaten
voor
te
schrijven
in
plaats
van
middelen
en
maatregelen
wordt
echt
aan
de
expertise
en
creativiteit
van
de
markt
overgelaten
hoe
bepaalde
problemen
opgelost
kunnen
worden.
9.3 Incentive
Zoning
Het
moet
ook
in
Amsterdam
mogelijk
zijn
om
gebruik
te
maken
van
stimuli
in
de
ruimtelijke
ordening
zonder
specifiek
gebruik
voor
te
schrijven.
In
het
plangebied
Gershwin
is
hier
voorzichtig
gebruik
van
gemaakt,
maar
in
latere
ontwikkelingen
is
hier
weinig
gebruik
van
gemaakt.
Door
een
partij
toe
te
staan
meer
volume
te
bouwen
als
een
bepaalde
functie
in
een
plan
toegevoegd
wordt
kan
de
gemeente
zonder
moeilijke
verhalen
over
onrendabele
ontwikkelingen
minder
renderende
functies
budgetneutraal
stimuleren.
9.4 Stimulering
kwaliteit
In
de
bouwenvelop
wordt
geprobeerd
garanties
voor
een
bepaalde
kwaliteit
in
te
bouwen,
maar
het
voorschrijven
van
middelen
en
maatregelen
leidt
tot
suboptimale
oplossingen.
Het
zou
beter
zijn
als
er
doelen
en
resultaten
voorgeschreven
werden.
Op
die
manier
laat
je
het
aan
de
expertise
en
creativiteit
van
de
ontwikkelaar
over
hoe
bepaalde
problemen
opgelost
worden.
Kwaliteit
kan
het
beste
door
de
gemeente
geborgd
worden
door
te
werken
met
partijen
die
getoond
hebben
goede
gebouwen
te
kunnen
maken.
Als
56
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
ontwikkelaars
nadrukkelijk
voordeel
halen
door
te
investeren
in
kwaliteit
zal
dat
leiden
tot
een
grotere
nadruk
op
het
leveren
van
die
kwaliteit.
57
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
I
Bijlage
Bibliografie
Berge,
J.
B.
J.
M.,
ten,
F.
C.
M.
A.
Michiels
(2001).
Besturen
door
de
overheid.
Deventer:
W.E.J.Tjeenk
Willink
Buuren,
P.J.J.,
van,
Backes,
Ch.W.
Backes,
A.A.J.
De
Gier,
A.G.A.
Nijmeijer
(2006),
Hoofdlijnen
ruimtelijk
bestuursrecht.
Deventer:
Kluwer
Drupsteen,
Th.
G.
(1983),
Ruimtelijk
bestuursrecht,
Deel
1,
Ruimtelijke
Ordening
en
Volkshuisvesting
Alphen
aan
den
Rijn:
Samsom
Donker
van
Heel,
B.
(2005),
De
‘bouwenvelop’,
het
nieuwe
wondermiddel?
In:
NUL20,
maart
2005.
Gemeente
Amsterdam
(2006),
Bouwbox
Amsterdam:
Spinhex
en
Industrie
Gemeente
Amsterdam
(2005),
De
bouwenvelop,
raadsbesluit
13
juli
2005
Gemeente
Amsterdam
(2005),
De
grote
vereenvoudiging
en
maatschappelijke
voorzieningen,
college
besluit
20
december
2005
Hall,
P,
(1980)
Great
Planning
Disasters
Berkeley:
University
of
California
Press
Hall,
P,
(1988)
Cities
of
Tomorrow
Malden:
Blackwell
Publishing
Heins,
G.
en
M.
Lenis
(2007)
Een
envelop
met
inhoud?
Bouwenvelop
dwingt
tot
nadenken
vooraf.
In:
Tijdschrift
voor
de
Volkshuisvesting,
1/2007
pag.
6‐9.
Kennisbank
Ruimtelijke
sector
(2009),
http://www.kennisbankruimtelijkesector.nl
(10
April
2009)
Mc
Donald,
J.F.,
D.
P.
McMillen
(2007).
Urban
Economics
and
Real
Estate.
Malden:
Blackwell
Publishing
58
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
Miles,
M.,
G.
Berens
en
M.A.
Weiss
(2000),
Real
Estate
development,
Principles
and
Process.
Third
Edition.
Washington
D.C:
ULI‐the
Urban
Land
Institute.
Nozeman,
E,
en
J.
Fokkema(2008),
Handboek
Projectontwikkeling
Voorburg:
NEPROM
NYC
Zoning
Glossary
(2009),
http://www.nyc.gov/html/dcp/html/zone/glossary.shtml,
(1
mei
2009)
NYC
Zoning
Reference
(2009),
http://www.nyc.gov/html/dcp/html/zone/zh_resdistricts.shtml,
(2
mei
2009)
Todd
W.
Bressi,
(red.)
(1993)
Planning
and
Zoning
New
York
City,
New
Jersey:
Center
for
Urban
Policy
research
Willis,
C.
(1995)
Form
follows
finance.
Princeton:
Princeton
Architectural
Press
Herkomst
van
figuren:
Figuur
1
Stopera
www.amsterdam.nl
Figuur
2
New
York
www.nyc.gov
Figuur
3
Contouren
www.nyc.gov
Figuur
4
Voorbeeld
1
Eigen
tekening
Figuur
5
Voorbeeld
2
Eigen
tekening
Figuur
6
Voorbeeld
3
Eigen
tekening
Figuur
7
Stadia
van
Miles
Eigen
tekening
Figuur
8
Lagen
in
de
RO
Eigen
tekening
Figuur
9
Locatie
Amstelkwartier
www.googleearth.nl
Figuur
10
Het
Miles
Building
www.milesbuilding.nl
Figuur
11
Locatie
Miles
Building
www.googleearth.nl
Figuur
12
Het
Miles
Building
www.milesbuilding.nl
Figuur
13
Five
Franklin
Place
www.architectenweb.nl
Figuur
14
Locatie
Tribeca
www.googleearth.nl
Figuur
15
Locatie
Five
Franklin
Place
www.
Googleearth.nl
Figuur
16
Tower
on
a
base
www.nyc.gov
Figuur
17
Five
Franklin
Place
www.architectenweb.nl
Figuur
18
Five
Franklin
Place
UNStudio
59
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
Figuur
19
Lagen
in
de
RO
Eigen
tekening
Figuur
20
Strakke
envelop
Eigen
tekening
Figuur
21
Ruime
envelop
Eigen
tekening
60
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
II
Bijlage
Verslag
Evaluatiebijeenkomst
Amsterdamse
bouwenvelopmethodiek
Gemeente
Amsterdam
en
NEPROM
15
april
2008
1.
Inleiding
De
NEPROM
is
in
2005
in
het
kader
van
De
Grote
Vereenvoudiging
nauw
betrokken
geweest
bij
de
ontwikkeling
van
het
nieuwe
Amsterdamse
grondprijzenbeleid
en
de
zogenoemde
bouwenvelop.
In
de
afgelopen
jaren
is
met
deze
nieuwe
methode
ervaring
op
gedaan
en
de
tijd
lijkt
rijp
om
een
tussenbalans
op
te
maken
en
voor
zover
mogelijk
de
methode
te
evalueren.
Bob
van
der
Zande
(OGA)
schetst
de
oorspronkelijke
doelstellingen
van
de
bouwenvelop:
•
meer
duidelijkheid
in
verantwoordelijkheden
tussen
de
centrale
stad
en
de
stadsdelen;
•
heldere
rolverdeling
tussen
publieke
en
private
partijen;
•
snellere
doorlooptijd;
•
heldere
prijsvorming
(lumpsum)
minder
onderhandelingen.
Vanuit
de
gemeente
Amsterdam
wordt
de
bouwenvelopmethodiek
omarmd.
Men
realiseert
zich
dat
dé
bouwenvelop
niet
bestaat
en
is
vooral
erg
benieuwd
naar
de
ervaringen
van
de
marktpartijen.
Carel
de
Reus
(Johan
Matser
Projectontwikkeling)
benoemt
de
verschillende
belangen
van
de
gemeente
en
de
marktpartijen.
De
gemeente
beoogt
een
hoge
prijs
voor
de
grond,
goede
kwaliteit
en
een
snelle
ontwikkeling.
Marktpartijen
willen
ook
dat
de
projecten
zo
snel
mogelijk
worden
ontwikkeld
en
streven
daarnaast
naar
een
dekking
voor
de
apparaatskosten
en
willen
ook
nog
graag
iets
verdienen.
2.
Algemene
punten
van
kritiek
De
NEPROM‐leden
constateren
dat
er
in
de
bouwenvelop
veel
wordt
geregeld
en
dat
de
ontwikkelaar
weinig
flexibiliteit
krijgt.
Daardoor
kan
een
ontwikkelaar
in
een
vroeg
stadium
geen
hoge
grondprijs
betalen;
hij
kan
immers
niet
flexibel
omgaan
met
wijzigende
marktomstandigheden.
Niemand
weet
precies
hoe
de
woningmarkt
er
over
een
paar
jaar
uitziet,
ook
een
ontwikkelaar
niet.
Zeker
bij
bouwenveloppen
waarbij
een
ontwikkelaar
heel
diep
moet
gaan
qua
grondprijzen
en
er
weinig
flexibiliteit
zit
in
het
programma,
is
het
risico
voor
een
ontwikkelaar
heel
groot.
Als
er
meer
ruimte
voor
optimalisatie
zou
zijn,
kan
een
ontwikkelaar
ook
een
hogere
grondprijs
betalen.
Het
risico
voor
de
ontwikkelaar
is
dan
immers
kleiner.
Veel
marktpartijen
vinden
de
prijsvorming
van
een
bouwenvelop
niet
marktconform.
61
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
Tevens
vindt
men
dat
het
gemeentelijke
toetsen
op
kwaliteit
niet
nodig
is,
omdat
de
ontwikkelaar
ook
zelf
genoeg
impulsen
krijgt
om
kwaliteit
te
maken.
Kwaliteit
moet
je
niet
willen
afdwingen,
maar
kwaliteit
moet
je
belonen!
Geconstateerd
wordt
dat
marktpartijen
en
de
gemeentelijke
overheid
gezamenlijk
een
routine
moeten
opbouwen
en
elkaars
rol
en
verantwoordelijkheden
moeten
begrijpen.
Wederzijds
vertrouwen
en
‘loslaten’
zijn
hierbij
belangrijke
voorwaarden.
Gesuggereerd
wordt
om
de
bouwenveloppen
groter
van
omvang
te
laten
zijn
(gebiedsontwikkeling).
In
een
bouwenvelop
mogen
ook
de
commerciële
ontwikkeling
en
de
ontwikkeling
van
de
openbare
ruimte
worden
opgenomen.
3.
Case
Amstelkwartier
Ineke
Harder
(PMB)
geeft
een
presentatie
over
de
bouwenvelopsystematiek
en
de
ervaringen
tot
nu
toe
binnen
het
project
Amstelkwartier.
Dit
leidt
er
toe
dat
de
gemeente
voorafgaand
randvoorwaarden
en
de
juridisch‐planologische
kaders
opstelt
en
vervolgens
de
markt
(lees:
ontwikkelaar)
voor
optimalisering
van
het
plan
moet
zorgen
en
het
risico
zal
dragen.
Alvorens
de
envelop
in
de
markt
te
zetten
heeft
er
een
uitgebreide
marktconsultatie
(ook
tav
welstand)
plaatsgevonden
naar
aanleiding
waarvan
nog
enkele
voorwaarden
en
regels
in
de
envelop
zijn
aangepast
om
beter
aan
te
sluiten
op
wat
de
markt
wil.
Grote
opgave
voor
de
gemeente
was
toch
het
opstellen
van
de
bouwenvelopovereenkomst.
Aangezien
dit
het
eerste
en
laatste
contractvormingsmoment
is
binnen
het
proces
kostte
dit
veel
moeite
en
ook
tijd
(25
concepten
in
1
jaar)
om
dit
geheel
juist
te
krijgen.
Enige
scepsis
van
juristen
was
hier
debet
aan.
De
gemeente
vraagt
zich
zelf
af
of
de
Grote
Vereenvoudiging
niet
beter
de
Grote
Verdieping
zou
moeten
heten
in
verband
met
de
lange
contractvorming.
Tijdswinst
zal
overigens
na
tekenen
overeenkomsten
geboekt
moeten
worden.
Voorafgaand
aan
de
selectie
voor
Amstelkwartier
waren
vier
bouwenveloppen
te
vergeven.
Middels
een
voorselectie
(met
27
aanmeldingen)
werden
9
markpartijen
geselecteerd
op
basis
van
organisatieprofiel,
motivatie
en
referentieprojecten.
Deze
9
partijen
moesten
voor
de
definitieve
selectie
een
bieding
doen;
de
hoogste
bieder
wint.
De
gemeente
zal
de
hoogte
van
de
andere
biedingen
niet
bekend
maken.
De
NEPROM‐ leden
zijn
het
hier
niet
mee
eens.
Zij
verwachten
openbaarheid
van
bestuur
en
transparantie.
Zij
willen
leren.
Vanuit
de
marktpartijen
komt
een
aantal
vragen/opmerkingen
op
de
case
Amstelkwartier:
•
Gemeente
selecteert
alleen
op
geld
(de
hoogste
bieder)
en
niet
op
kwaliteit.
Volgens
de
marktpartijen
betekent
dit
dat
ontwikkelaar
op
zoek
gaat
naar
de
meest
optimale
gbo/bvo
verhouding;
dit
komt
doorgaans
niet
ten
goede
aan
de
kwaliteit.
•
De
gemeente
bestrijdt
dit:
bij
de
voorselectie
is
al
geselecteerd
op
kwaliteit.
62
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
•
Zijn
er
ook
kleinere
(nieuwe)
partijen
(ontwikkelaars/aannemers)
die
een
kans
maken
bij
de
bouwenvelop?
Ja,
één
van
de
enveloppen
in
het
Amstelkwartier
is
gegaan
naar
een
kleinere
relatief
onbekende
partij.
•
Het
blijft
voor
de
gemeente
schipperen.
Wat
leg
je
wel
en
wat
leg
je
niet
vast
in
de
bouwenvelop?
Voorwaarden
die
kaderstellend
zijn
voor
ideeën
gemeente
moeten
goed
geformuleerd
worden
om
verkeerde
interpretatie
te
voorkomen.
Overige
zaken
die
minder
van
belang
zijn
moeten
worden
losgelaten
en
aan
de
markt
worden
over
gelaten.
•
Gesteld
wordt
dat
dit
geen
bouwenvelop
betreft,
maar
een
bouwblokkenplan.
Igor
Sancisi
van
BAM
Vastgoed
geeft
een
korte
presentatie
over
de
ervaringen
die
BAM
(als
marktpartij
zijnde)
heeft
gehad
met
de
bouwenvelop
binnen
het
project
Amstelkwartier.
In
samenwerking
met
AM
Wonen
heeft
BAM
Vastgoed
zich
ingeschreven
voor
de
bouwenveloppen
3b
en
4b.
Na
de
voorselectie
en
de
uiteindelijke
bieding
hebben
ze
één
van
deze
enveloppen
gewonnen.
Ze
hebben
zich
bij
de
inschrijving
vooral
gericht
op:
•
Een
optimale
gbo/bvo
verhouding,
middels
uitgewerkte
massastudie
•
Hoogst
haalbare
v.o.n.
prijzen
•
Laagst
mogelijke
stichtingskosten
(ergo
financiële
optimalisatie)
•
Juridisch
onderzoek
•
Bodemgesteldheidonderzoek
63
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
4.
Afsluitend
De
aanwezigen
constateren
een
aantal
voor‐
en
nadelen
van
de
bouwenvelopsystematiek:
Voordelen:
Nadelen:
Snelle
professionele
procedure
Beperkte
concurrentie
op
kwaliteit
plan
Duidelijk
meetbare
selectiecriteria
Creativiteit
inschrijver
beperkt
Strakke
planning
Geen
invloed
op
contracten/contractvorming
Concurrentie
op
opbrengst
Erfpacht
is
impliciete
bouwplicht
Rechtszekerheid
Te
weinig
zicht
op
uitslagen
Snelle
uitslag
Beperkte
investering
inschrijving
Overige
opmerkingen:
•
Er
is
onvoldoende
vertrouwen
tussen
overheid
en
de
markt
als
het
gaat
om
kwaliteit.
Het
is
zaak
dat
men
meer
vertrouwen
krijgt
in
elkaar
en
inziet
dat
zowel
de
markt
als
de
overheid
gebaat
zijn
bij
veel
kwaliteit
in
het
plan.
Wellicht
moeten
markt
en
gemeente
samen
optrekken
in
het
bepalen
van
de
kwaliteit.
Nu
is
het
zo
dat
de
gemeente
min
of
meer
bepaalt
en
op
een
gegeven
moment
het
stokje
overdraagt
aan
de
markt
waarbij
nog
weinig
mogelijkheid
is
tot
creativiteit
en
het
toevoegen
van
extra
kwaliteit.
•
De
gemeente
moet
oppassen
haar
publiekrechtelijke
taak
(als
kwaliteitsbewaker)
niet
te
gaan
vermengen
met
haar
privaatrechtelijke
taak
(pure
gebiedsontwikkeling).
•
Huidige
regelgeving
(met
name
op
het
gebied
van
milieu)
leidt
tot
gedetailleerde
randvoorwaarden
in
de
bouwenvelop.
•
De
gemeente
wijst
nog
eens
op
de
hoeveelheid
inschrijvingen
en
het
enthousiasme
van
de
partijen
tijdens
de
selectie.
Kan
dit
uitgelegd
worden
als
dat
de
gemeente
op
de
goede
weg
zit
met
de
bouwenvelop?
Niet
per
definitie,
ontwikkelaars
willen
out‐of‐the‐box
denken.
Daarnaast
verkrijgen
ze
uiteraard
liever
eigen
grond
om
vervolgens
naar
eigen
inzicht
te
ontwikkelen.
•
Bouwenvelop
biedt
te
weinig
ruimte
in
flexibiliteit
wat
betreft
programma
en
functies.
•
Markt
oppert
om
straten
uit
te
geven
in
plaat
van
blokken.
Hiermee
zorg
je
dat
de
ontwikkelaar
beide
kanten
van
de
openbare
ruimte
moet
inrichten
wat
volgens
hen
leidt
tot
meer
kwaliteit.
•
Liever
een
‘ontwikkelenvelop’
(globaal
SP
+
enkele
randvoorwaarden);
dan
valt
de
keuze
ook
eerder
op
prijs
én
kwaliteit.
•
Wat
was
er
gebeurd
als
de
selectie
was
mislukt?
Dan
was
de
gemeente
gaan
analyseren
waarom
het
fout
was
gegaan
en
zich
hierop
gaan
beraden.
64
MSRE
Scriptie
bouwenvelop
Igor
Sancisi
30
juni
2009
Afgesproken
wordt
dat
zowel
de
gemeente
Amsterdam
als
de
NEPROM
de
ontwikkelingen
op
het
gebied
van
de
bouwenvelopsystematiek
in
de
gaten
blijft
houden
en
hier
met
elkaar
over
in
gesprek
blijft.
65