WATERVERGUNNING OP BASIS VAN DE KEUR
1.
Aanhef
Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa’s heeft op 27 augustus 2015 een aanvraag ontvangen van de Provincie Drenthe, Postbus 122, 9400 AC te ASSEN om een watervergunning op grond van de Keur voor het maken van een gestuurde boring onder de Drentsche Aa, ter hoogte van het Noord-Willemskanaal te Haren. De aanvraag is namens de Provincie Drenthe ingediend door A. Hak Drillcon BV te Helmond.
2.
Beoordeling aanvraag
Tegen het verlenen van de vergunning bestaat geen bezwaar, mits aan de algemene en bijzondere voorschriften wordt voldaan. Uitgangspunten voor het gebruik van waterstaatswerken in beheer bij het waterschap zijn verwoord in de volgende verordening of beleidsregel(s): De Keur 2010 Bij de beoordeling van de aanvraag is de volgende overweging gemaakt: de aan deze vergunning verbonden voorschriften zijn voldoende om de doelstellingen genoemd in artikel 2.1. van de Waterwet te waarborgen.
3.
Besluit
Gelet op de bepalingen van de Waterwet, de Keur van het waterschap Hunze en Aa’s 2010 en de Algemene wet bestuursrecht besluit het dagelijks bestuur als volgt: I.
II. III
Aan de Provincie Drenthe, Postbus 122 te ASSEN vergunning te verlenen voor het maken van een gestuurde boring onder de Drentsche Aa, ter hoogte van het NoordWillemskanaal te Haren. Aan de vergunning bijzondere voorschriften te verbinden als opgenomen bij punt 5. Aan de vergunning algemene voorschriften te verbinden als opgenomen in Bijlage 1.
4.
Ondertekening
Veendam, 9 september 2015 namens het dagelijks bestuur,
Jan van der Laan Afdelingshoofd Veiligheid en Voldoende Water
Watervergunning HAS2015_Z01561
1/4
5.
Bijzondere voorschriften
5.1. Plaats a. De mantelbuis dient te worden aangelegd met een gronddekking tussen 0,5 en 0,7 meter. b. Diepteligging kabel ten opzichte van vaste bodem en taluds van de Drentsche Aa: > 3,0 meter. c. Een en ander als aangegeven op onderstaande luchtfoto.
5.2. Goedkeuring a. De volgende bij de vergunningaanvraag van de Provincie Drenthe, betreffende “gestuurde boring nabij de Drentsche Aa te Haren”, als bijlage gevoegde tekening van A. Hak en stukken van A. Hak en Lalkema Ingenieursbureau, worden bij deze goedgekeurd, met in achtneming van de geplaatste opmerking: Tekeningnummer Status Datum Opmerking 15530285-01-v Versie 0 28-08-2015 Kwelschermen minimaal 2.16 bij 2.16 meter en Van Betreffende Nummer Datum A. Hak Sterkte berekening 15530285 27-08-2015 A. Hak Boorplan 15530285 27-08-2015 Lalkema Grondonderzoek 99023 27-08-2015 b. Deze goedkeuring betreft slechts die werken, welke binnen de reikwijdte van de Keur vallen. c. De werkzaamheden dienen conform de tekening en stukken te worden uitgevoerd, met achtneming van de geplaatste opmerking. en te voldoen aan de algemene- en bijzondere voorschriften welke zijn opgenomen in deze vergunning.
Watervergunning HAS2015_Z01561
2/4
d.
Afwijkingen mogen slechts plaatsvinden ter beoordeling en ter goedkeuring van het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa’s.
5.3. Certificering uitvoerend boorbedrijf Het uitvoerend boorbedrijf dient in het bezit te zijn van een geldig certificaat volgens de CKB regeling (Certificatieregeling Kabelinfrastructuur- en Buizenlegbedrijven) en wel voor die scope waarmee de boring wordt uitgevoerd. Daarmee is gegarandeerd dat het uitvoerend bedrijf aan de volgende eisen voldoet: 1. de algemene eisen aan kabelleg- en buizenlegbedrijven uit de CKB, 2. de specifieke proces-eisen waarvoor certificatie is verleend, 3. beschikt over een geldig ISO 9001-certificaat en 4. beschikt over een geldig VCA-certificaat. 5.4. Uitvoering a. De werken dienen tussen 1 april en 15 oktober te worden uitgevoerd. b. De in het sterkte rapport Sterkteberekening van A. Hak met nummer: 15530285, van 27 augustus 2015 aangegeven maximale toelaatbare muddrukken bij de boorkop mogen niet worden overschreden. De muddrukken bij de boorkop dienen te worden geregistreerd. c. Door de te maken boorgat van 160 mm wordt een mantelbuis getrokken van 110 mm. In de mantelbuis wordt een kabel getrokken. De mantelbuis wordt aan de beide uiteinden blijvend waterdicht afgewerkt aan de kabel. d. Bij het in- en uittredepunt dienen kwelschermen (2,16 meter x 2,16 meter) om de mantelbuis te worden aangebracht. De kwelschermen dienen te worden gepakt in een kleikist met een dikte van minimaal 50 cm aan weerszijden van het schermen. Boven de aan te brengen kwelschermen dient de gronddekking minimaal 50 cm te bedragen. De te verrichten graafwerkzaamheden hierbij zijn minimaal. e. De mantelbuis dient in het midden van de kwelschermen te worden aangebracht. f. De kwelschermen dienen waterdicht aan de mantelbuis te worden aangesloten. g. Het is verboden met de uitvoering van de werkzaamheden te beginnen bij een hogere waterstand of een hogere te verwachten waterstand van + 0,80 meter NAP. Hiervoor dient vroegtijdig te worden overlegd met de heer Anton Bartelds van de afdeling Veiligheid en Voldoende Water, bereikbaar op telefoonnummer 0598-693227. Met de aanvang van de werkzaamheden mag in dat geval uitsluitend worden begonnen na overleg en met goedkeuring van het waterschap. h. Het eventueel bij een persing/boring vrijkomende bentoniet-grondmengsel dient op een verantwoorde wijze en naar een erkende afvalverwerking te worden afgevoerd. i. De te verrichten graafwerkzaamheden zijn minimaal: van de mechanisch te graven sleuf ten behoeve van de aan te brengen leiding en de te graven werkput, dient de profilering zo klein mogelijk te worden gehouden (breedte sleuf maximaal 30 cm). j. Werkputten en sleuven dienen na iedere werkdag te worden gedicht. k. Aanvullingen moeten laagsgewijs mechanisch worden verdicht met de uitkomende grond, in lagen van ten hoogste 30 cm dikte. l. Werkzaamheden dienen zoveel mogelijk in een droge ontgraving plaats te vinden. m. Voor de uitvoering van de werken wordt verwezen naar de laatste uitgave van de Standaard RAW Bepalingen.
Watervergunning HAS2015_Z01561
3/4
n. In aanvulling op de algemene voorwaarden wordt bepaald dat voor de uitvoering van de te maken werken moet worden voldaan aan de NEN-3650-serie (deel 1 t/m 5), NEN-3651 en NPR 3659. 5.5. Onderhoud a. Voor kabel- en leidingwerken geldt een onderhoudstermijn van één jaar na de controle van de werken uitgevoerd door het waterschap, waarbinnen de vergunninghouder schade aan waterschapsobjecten herstelt, die als gevolg van de uitvoering van de werkzaamheden zijn ontstaan. b. Indien na uitvoering van de werken verzakkingen van taluds/maaipaden optreden, dienen deze door de vergunninghouder te worden hersteld; dit ter beoordeling van het waterschap. 5.6. Afsluiters, kathodische bescherming etc. Binnen vijf meter vanaf de boveninsteek van een hoofdwatergang of kanaal mogen geen bovengrondse afsluiters, kathodische beschermingspaaltjes etc. worden aangebracht. Dit verbod is tevens van toepassing op waterkeringen en maaipaden. 5.7. Werkoverleg Met betrekking tot het onderhoud aan de waterkering, dient 1 week voordat met de werkzaamheden wordt begonnen, contact te worden opgenomen met de heer Klaas Mulder (tel. 0598-693286), teamhoofd van het waterschap. 5.8. Revisietekeningen a. Binnen 1 maand na voltooiing van de werken dienen aan het waterschap, afdeling Beleid, Projecten en Geo-informatie, onder vermelding van het nummer van de watervergunning (HAS2015_Z01561), digitaal revisietekeningen (As-build-situatie) in RD-coördinaten (Rijks Driehoek stelsel) in DXF formaat te worden toegezonden, waarop de werken ten genoegen van dit bestuur voldoende gedetailleerd zijn aangegeven. b. De registraties van de muddrukken bij de boorkop dienen gelijktijdig met de revisietekeningen te worden toegezonden. c. Voor vragen dient contact te worden opgenomen met de heer Piet Mulder, afdeling Beleid, Projecten en Geo-informatie van het waterschap Hunze en Aa’s, bereikbaar op telefoonnummer 0598-69 32 35.
Watervergunning HAS2015_Z01561
4/4
Bijlage 1 Algemene voorschriften bij Watervergunning Keur 1. Melden aanvang en beëindiging werkzaamheden (niet van toepassing bij legalisatie van werken) d. Tenminste 8 dagen voordat met de werkzaamheden wordt begonnen moet de vergunninghouder dit melden aan het waterschap door het verzenden van formulier A. e. Zodra het werk gereed is, meldt vergunninghouder dit aan het waterschap door het verzenden van formulier B. Vergunninghouder moet volledige medewerking verlenen bij het beoordelen van de vergunningvoorschriften door het waterschap (de oplevering). 2. Werkzaamheden (niet van toepassing bij legalisatie van werken) a. De werkzaamheden moeten voortvarend en zonder onderbreking worden uitgevoerd. b. De werkzaamheden worden uitgevoerd overeenkomstig de aanvraag, tenzij in de bijzondere voorschriften anders is aangegeven. c. De aanvraag en de watervergunning moeten tijdens de uitvoering van de werkzaamheden op het werk aanwezig zijn. d. Eventuele aanwijzingen door of namens het waterschap moeten direct worden opgevolgd. 3. Meldplicht bij ongewone voorvallen (niet van toepassing bij legalisatie van werken) a. Indien, als gevolg van een ongewoon voorval, nadelige gevolgen voor het waterstaatswerk zijn ontstaan of dreigen te ontstaan, dient de vergunninghouder onmiddellijk maatregelen te treffen, om een nadelige beïnvloeding van de functie van het waterstaatswerk zoveel mogelijk te voorkomen, te beperken en/of ongedaan te maken. b. Van een dergelijk ongewoon voorval moet de vergunninghouder onmiddellijk het waterschap in kennis stellen (telefoon 0598-693800). 4. Waterbeheer De vergunninghouder moet maatregelen treffen om te voorkomen dat door de uit te voeren werken wateroverlast of tekort aan water kan ontstaan. 5. Onderhoud a. De vergunninghouder moet de aangebrachte werken in goede staat onderhouden, tenzij dit in de bijzondere voorschriften anders is aangegeven. b. Eventuele aanwijzingen door of namens het waterschap moeten direct worden opgevolgd. 6. Vernieuwen van het werk a. Bij vernieuwing van de in deze watervergunning genoemde werken moet de vergunninghouder dit tenminste één maand van tevoren melden bij het waterschap. b. Indien het belang van de waterbeheersing het nodig maakt dat de in deze watervergunning genoemde werken worden gewijzigd, dan doet de vergunninghouder dat voor eigen rekening, tenzij omstandigheden aanleiding geven tot het overeenkomen van een andere regeling. 7. Overdracht De vergunning geldt tevens voor de rechtsopvolgers van de vergunninghouder. Rechtsopvolging moet binnen 4 weken na overdracht bij het waterschap worden gemeld.