WATERVERGUNNING OP BASIS VAN DE KEUR
1.
Aanhef
Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa’s heeft op 19 november 2013 een aanvraag ontvangen van KPN B.V., Stationsstraat 115, kamer C3.021, 3811 MH te Amersfoort om een watervergunning op grond van de Keur voor het maken van een gestuurde boring onder het A.G. Wildervanckkanaal, ter hoogte van de Duurkenakker te Muntendam. De aanvraag is namens KPN B.V. ingediend door Volker Wessels Telecom Infratechniek BV te Zwolle.
2.
Beoordeling aanvraag
Tegen het verlenen van de vergunning bestaat geen bezwaar, mits aan de algemene en bijzondere voorschriften wordt voldaan. Uitgangspunten voor het gebruik van waterstaatswerken in beheer bij het waterschap zijn verwoord in de volgende verordening of beleidsregel(s): De Keur 2010 Bij de beoordeling van de aanvraag is de volgende overweging gemaakt: de aan deze vergunning verbonden voorschriften zijn voldoende om de doelstellingen genoemd in artikel 2.1. van de Waterwet te waarborgen.
3.
Besluit
Gelet op de bepalingen van de Waterwet, de Keur van het waterschap Hunze en Aa’s 2010 en de Algemene wet bestuursrecht besluit het dagelijks bestuur als volgt: I.
II. III
Aan KPN B.V., Stationsstraat 115, kamer C3.021 te Amersfoort vergunning te verlenen voor het maken van een gestuurde boring onder het A.G. Wildervanckkanaal, ter hoogte van de Duurkenakker te Muntendam. Aan de vergunning bijzondere voorschriften te verbinden als opgenomen bij punt 5. Aan de vergunning algemene voorschriften te verbinden als opgenomen in Bijlage 1.
4.
Ondertekening
Veendam, 4 december 2014 namens het dagelijks bestuur,
Jan van der Laan Afdelingshoofd Veiligheid en Voldoende Water
Watervergunning HAS2014_Z00539
1/4
5.
Bijzondere voorschriften
5.1. Plaats a. Diepteligging kabel ten opzichte van vaste bodem en taluds van het kanaal: > 5,0 meter. b. Een en ander als aangegeven op onderstaande kaart. 5.2. Goedkeuring a. De bij de vergunningaanvraag van KPN BV, als bijlage gevoegde twee tekeningen, betreffende “Gestuurde boring weg- en waterkruising. Afrit N33 – Wildervanckkanaal Legeweg te Muntendam en opstelling boorinstallatie. Afrit N33 – Wildervanckkanaal Legeweg te Muntendam”, met projectnummer 2013.059.HB, tekeningnummer: RB-2013-006 en RD-2013-006, d.d. REV. 2014-10-17, B, worden bij deze goedgekeurd, voor die werken, welke binnen de reikwijdte van de Keur vallen, met inachtneming van de onder punt 2b genoemde wijziging. b. Deze wijziging betreft het volgende: Met betrekking tot de uitvoering van de horizontaal gestuurde boring wordt van deze tekening afgeweken. Deze afwijking is de volgende: het in- en uittredepunt dient omgewisseld te worden, zodanig dat het intredepunt aan de westzijde van het A.G. Wildervanckkanaal en het uittredepunt aan de oostzijde van het A.G. Wildervanckanaal komt. c. De werkzaamheden dienen conform de twee tekeningen te worden uitgevoerd en te voldoen aan de algemene- en bijzondere voorschriften welke zijn opgenomen in deze vergunning. d. Afwijkingen mogen slechts plaatsvinden ter beoordeling en ter goedkeuring van het dagelijks bestuur van het waterschap.
Watervergunning HAS2014_Z00539
2/4
5.3. Uitvoering a. Door de te maken boorgang wordt een mantelbuis getrokken van 250 mm. Hierdoor worden kabels getrokken. De mantelbuis wordt aan de beide uiteinden blijvend waterdicht afgewerkt aan de kabels. b. Bij het intredepunt dient een kwelscherm (2,40 meter x 2,40 meter) om de mantelbuis te worden aangebracht. De kwelscherm dient te worden gepakt in een kleikist met een dikte van minimaal 50 cm aan weerszijden van de scherm. Boven de aan te brengen kwelscherm dient de gronddekking minimaal 50 cm te bedragen. De te verrichten graafwerkzaamheden hierbij zijn minimaal. c. De mantelbuis dient in het midden van de kwelscherm te worden aangebracht. d. De kwelscherm dient waterdicht aan de mantelbuis te worden aangesloten. e. Overeenkomstig de bij de aanvraag gevoegde tekeningen dient voor uitvoering van de horizontaal gestuurde boring de sloot tijdelijk te worden afgedamd. f. Deze demping heeft een boven breedte van tenminste 30 meter, met inbegrip van de bestaande dam en dient in het midden van de gestuurde boring te zijn aangebracht. g. De dam worden aangebracht met een minimale taludhelling van 1:1,5. h. De hoogte van de dam dient tenminste op + 1,25 meter NAP te worden aangelegd. i. De tijdelijke dam dient tenminste 1 week voor aanvang van de uit te voeren werkzaamheden en tot tenminste 1 week na uitvoering van de uit te voeren werkzaamheden geheel aanwezig te zijn. Dit ter beoordeling en ter goedkeuring van Jan Copinga, medewerker van het waterschap, tel: 0598-693273. j. Het is niet toegestaan met de uitvoering van de werkzaamheden te beginnen bij een hogere waterstand of een hogere te verwachten waterstand in het A.G. Wildervanckkanaal van + 0,80 meter NAP. Voor de hoogte van de waterstand dient u zich vroegtijdig in verbinding te stellen met de heer Anton Bartelds, medewerker afdeling Veiligheid en Voldoende Water, tel: 0598693227. k. Vervallen oude leidingen dienen in overleg met en ter goedkeuring van het waterschap Hunze en Aa’s te worden verwijderd of dichtgezet. l. Het eventueel bij een persing/boring vrijkomende bentoniet-grondmengsel dient op een verantwoorde wijze en naar een erkende afvalverwerking te worden afgevoerd. m. De te verrichten graafwerkzaamheden zijn minimaal. n. Aanvullingen moeten laagsgewijs mechanisch worden verdicht met de uitkomende grond, in lagen van ten hoogste 30 cm dikte. o. Werkzaamheden dienen zoveel mogelijk in een droge ontgraving plaats te vinden. p. Voor de uitvoering van de werken wordt verwezen naar de laatste uitgave van de Standaard RAW Bepalingen. q. In aanvulling op de algemene voorwaarden wordt bepaald dat voor de uitvoering van de te maken werken moet worden voldaan aan de normen NEN 3650, NEN 3651 en NEN 3652. 5.4. Certificering uitvoerend boorbedrijf Het uitvoerend boorbedrijf dient in het bezit te zijn van een geldig certificaat volgens de CKB regeling (Certificatieregeling Kabelinfrastructuur- en Buizenlegbedrijven) en wel voor die scope waarmee de boring wordt uitgevoerd. Daarmee is gegarandeerd dat het uitvoerend bedrijf aan de volgende eisen voldoet: a. de algemene eisen aan kabelleg- en buizenlegbedrijven uit de CKB, b. de specifieke proces-eisen waarvoor certificatie is verleend,
Watervergunning HAS2014_Z00539
3/4
c. beschikt over een geldig ISO 9001-certificaat en d. beschikt over een geldig VCA-certificaat. 5.5. Onderhoud a. Voor kabelwerken geldt een onderhoudstermijn van één jaar na de controle van de werken uitgevoerd door het waterschap, waarbinnen de vergunninghouder schade aan waterschapsobjecten herstelt, die als gevolg van de uitvoering van de werkzaamheden zijn ontstaan. b. Indien na uitvoering van de werken verzakkingen van taluds/maaipaden optreden, dienen deze door de vergunninghouder te worden hersteld; dit ter beoordeling van het waterschap. 5.6. Afsluiters, kathodische bescherming etc. Binnen vijf meter vanaf de boveninsteek van een hoofdwatergang of kanaal mogen geen bovengrondse afsluiters, kathodische beschermingspaaltjes etc. worden aangebracht. Dit verbod is tevens van toepassing op waterkeringen en maaipaden. 5.7. Waterbeheersing a. Indien er bij een gestuurde boring of schildboring tijdelijke dammen worden aangebracht, dienen deze te worden voorzien van duikers van voldoende capaciteit. Dit om de water aanen afvoer te garanderen. b. Indien er geen duikers kunnen worden aangebracht, dienen pompen met voldoende pompcapaciteit te worden opgesteld. c. De tijdelijk aangebrachte dammen dienen na beëindiging van de werkzaamheden te worden verwijderd, waarbij de watergang weer in oorspronkelijke staat wordt gebracht. 5.8. Revisietekeningen a. Binnen 1 maand na voltooiing van de werken dienen aan het waterschap, afdeling Beleid, Projecten en Geo-informatie, onder vermelding van het nummer van de watervergunning (HAS2013_4530), digitaal revisietekeningen (As-build-situatie) in RD-coördinaten (Rijks Driehoek stelsel) in DXF formaat te worden toegezonden, waarop de werken ten genoegen van dit bestuur voldoende gedetailleerd zijn aangegeven. b. Voor vragen dient contact te worden opgenomen met de heer Piet Mulder, afdeling Beleid, Projecten en Geo-informatie van het waterschap Hunze en Aa’s, tel: 0598-693235. 5.9. Vooroverleg Met betrekking tot de uitvoering van de gestuurde boring, dient 20 dagen voordat met de werkzaamheden wordt begonnen, contact te worden opgenomen met de heer Jan Copinga (tel. 0598-693273) vergunningverlener van de afdeling Veiligheid en Voldoende Water van het waterschap om een vooroverleg te plannen. Tijdens dit vooroverleg dient een stappenplan te worden voorgelegd door vergunninghouder waarop en wanneer de werkzaamheden plaats vinden.
Watervergunning HAS2014_Z00539
4/4
Bijlage 1 Algemene voorschriften bij Watervergunning Keur 1. Melden aanvang en beëindiging werkzaamheden (niet van toepassing bij legalisatie van werken) a. Tenminste 8 dagen voordat met de werkzaamheden wordt begonnen moet de vergunninghouder dit melden aan het waterschap door het verzenden van formulier A. b. Zodra het werk gereed is, meldt vergunninghouder dit aan het waterschap door het verzenden van formulier B. Vergunninghouder moet volledige medewerking verlenen bij het beoordelen van de vergunningvoorschriften door het waterschap (de oplevering). 2. Werkzaamheden (niet van toepassing bij legalisatie van werken) a. De werkzaamheden moeten voortvarend en zonder onderbreking worden uitgevoerd. b. De werkzaamheden worden uitgevoerd overeenkomstig de aanvraag, tenzij in de bijzondere voorschriften anders is aangegeven. c. De aanvraag en de watervergunning moeten tijdens de uitvoering van de werkzaamheden op het werk aanwezig zijn. d. Eventuele aanwijzingen door of namens het waterschap moeten direct worden opgevolgd. 3. Meldplicht bij ongewone voorvallen (niet van toepassing bij legalisatie van werken) a. Indien, als gevolg van een ongewoon voorval, nadelige gevolgen voor het waterstaatswerk zijn ontstaan of dreigen te ontstaan, dient de vergunninghouder onmiddellijk maatregelen te treffen, om een nadelige beïnvloeding van de functie van het waterstaatswerk zoveel mogelijk te voorkomen, te beperken en/of ongedaan te maken. b. Van een dergelijk ongewoon voorval moet de vergunninghouder onmiddellijk het waterschap in kennis stellen (telefoon 0598-693800). 4. Waterbeheer De vergunninghouder moet maatregelen treffen om te voorkomen dat door de uit te voeren werken wateroverlast of tekort aan water kan ontstaan. 5. Onderhoud a. De vergunninghouder moet de aangebrachte werken in goede staat onderhouden, tenzij dit in de bijzondere voorschriften anders is aangegeven. b. Eventuele aanwijzingen door of namens het waterschap moeten direct worden opgevolgd. 6. Vernieuwen van het werk a. Bij vernieuwing van de in deze watervergunning genoemde werken moet de vergunninghouder dit tenminste één maand van tevoren melden bij het waterschap. b. Indien het belang van de waterbeheersing het nodig maakt dat de in deze watervergunning genoemde werken worden gewijzigd, dan doet de vergunninghouder dat voor eigen rekening, tenzij omstandigheden aanleiding geven tot het overeenkomen van een andere regeling. 7. Overdracht De vergunning geldt tevens voor de rechtsopvolgers van de vergunninghouder. Rechtsopvolging moet binnen 4 weken na overdracht bij het waterschap worden gemeld.