Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Aanvraag van de Revisievergunning Corus Staal BV Deel 1.3 Hoogovens Inhoudsopgave Tekstbijlage Hoogovens Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9 Bijlage 10 Bijlage 11 Bijlage 12 Bijlage 13 Bijlage 14 Bijlage 15 Bijlage 16 Bijlage 17 Bijlage 18 Bijlage 19 Bijlage 20 Bijlage 21 Bijlage 22 Bijlage 23 Bijlage 24 Bijlage 25 Bijlage 26 Bijlage 27 Bijlage 28 Bijlage 29 Bijlage 30 Bijlage 31 Bijlage 32 Bijlage 33 Bijlage 34
Overzicht ligging van de werkeenheid Hoogovens VAG 1-3-1, Stop- & stampmassafabriek en werkpl. hetewind-arm VAG 1-3-2, Hoogoven 6 en Hoogoven 7 VAG 1-3-3, Menger ontzwaveling afslakstand centraal mengerpark VAG 1-3-4, Slakput bij KF2 vervallen VAG 1-3-6, Heckettput VAG 1-3-7, Opslagen Duinwest 1&2 Hoogovengasstof VAG 1-3-8, Bunkers Hoogoven 4-5 Beladingsinstallatie Koleninjectie Olieinjectie Het blazen Kengetallen HO 6 Kengetallen HO 7 Zone’s in de hoogoven Afvoer ruwijzer en slak Ovenhuis HO 6 Ovenhuis HO 7 Granulatie Afvoer van het Hoogovengas Waterreiniging Opslagen filterkoek; grondwatermeetnet Rapport Honingh; "Uitlooggedrag zinkrijk hoogovengasstof" Vervallen Ruwijzer nabehandeling Stop- en stampmassafabriek Werk- en bedieningsvoorschrift voor het gieten van ruwijzer in de noodputten bij Heckett/multiserv. Overzicht slakputten en peilbuizen Granulatie HO 7, lozingsgegevens t.b.v. aanvraag Afvoer mengerspuitwater WMB-HO6-7-RIO, Hoogoven 6 en 7 vuilwaterafvoersysteem WMB-HOO-RIO, mengerafslakstand vuilwaterafvoersysteem TOON, plaat 51
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
TEKSTBIJLAGE
Hoogovens
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 0. Inleiding 0.1 Introductie 0.2 Codering Stoffen 0.3 Verantwoordelijkheidsgebied 1. Installatie en werkwijze 1.0 De veranderingen 1.1 Beknopte inleiding installaties 1.2 De huidige situatie 2. Product, grond- en hulpstoffen 2.0 Inleiding 2.1 Producten 2.2 Grondstoffen 2.3 Hulpstoffen 3. Reststoffen 3.0 Algemeen 3.1 Recyclestoffen 3.2 Afvalstoffen 4. Energievoorziening 5. Afwijkende bedrijfsvoering 5.0 Overige, niet in het VR aangewezen, 'afwijkende bedrijfsvoering' 5.1 In het VR aangewezen 'afwijkende bedrijfsvoering' 5.2 De mengeromkeerput 5.3 Ruwijzerputten 6. Milieu-effecten 6.1 Geluid en trillingen 6.2 Bodem- en grondwaterverontreiniging 6.3 Luchtverontreiniging 6.4 Verontreiniging oppervlaktewater 6.5 Voorzienbare ongewone voorvallen
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 0 Inhoudsopgave
0.
Algemeen 0.1 Introductie 0.2 Codering stoffen 0.3 Verantwoordelijkheidsgebied
0-1 0-1 0-2 0-3
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 0 Algemeen
blz. 0-1
0. Algemeen
0.1 Introductie Deze aanvraag betreft de revisievergunning voor het terreingedeelte waarop de installaties van de werkeenheid Hoogovens staan opgesteld. De werkeenheid maakt deel uit van de Resultaatverantwoordelijke Eenheid Corus Strip Products IJmuiden. In een hoogoven wordt de belangrijkste grondstof voor de staalproductie gemaakt, namelijk ruwijzer. Bovenin de oven worden kooks, sinter en pellets geladen. Door vergassing van kooks en toevoer van hete lucht en poederkool onderin de oven wordt de temperatuur zo hoog (2.000°C) dat het ijzererts smelt en reduceert tot ruwijzer. Het ruwijzer en slak verzamelt zich onder in de hoogoven en wordt continu afgetapt. Het vloeibare ruwijzer loopt in mengers (torpedovormig vat waarmee ruwijzer per spoor vervoerd wordt) die naar de Oxystaalfabriek worden gereden. De slak gaat via de granulatie naar de verlading en dan naar de cementfabriek. Het tijdens het proces ontstane hoogovengas gaat na reiniging naar diverse afnemers. SCHEMA 01: BEKNOPT OVERZICHT IN- EN UITGAANDE STOFFEN
cokes sinter pellets toeslag
Bunkergebouw
verbr.lucht zuurstof koude wind KO-gas HO-gas aardgas
Windverhitters
olie vocht lucht kolen stikstof koelwater
Gasreiniging
Hete wind
Expan. turbine
hoogovengas
grof stof Hoogoven
Waterreiniging
zinkarm stof zinkarm stof 3e trap zink-rijk stof
Granulatie
slakzand damp
rookgas
Kolen-injectie
Droge put
stukslak ruwijzer
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 0 Algemeen
blz. 0-2
0.2 Codering stoffen
emissie
grondstof installatie
hulpstof
recyclestof
Ingaande stoffen Grondstof Hulpstof Product Recyclestof
GR.HU.PR.RC.-
product
afvalstof
Uitgaande stoffen Emissie bodem Emissie lucht Emissie water Product Recyclestof Afvalstof
EB.EL.EW.PR.RC.AF.-
De code is opgebouwd uit: 1) 2) (stof- of emissiesoort) . (volgnummer) . (installatienummer) b.v.: EL.15.6 = Emissie Luchtzijdig rookgassen Hoogoven 6 1) De volgnrs. zijn zo gekozen dat latere toevoegingen mogelijk zijn met behoud van de bestaande indeling. 2) Nrs. 6 of 7 worden alleen toegevoegd als onderscheid tussen gelijksoortige stoffen of emissies bij Hoogoven 6 en Hoogoven 7 nodig is. Nrs. 1 t/m 5 worden alleen toegevoegd als een installatie meerdere identieke onderdelen heeft.
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 0 Algemeen
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz. 0-3
0.3 Verantwoordelijkheidsgebied Voor de verantwoordelijkheidsgebieden van de werkeenheid Hoogovens wordt verwezen naar bijlage 1 tot en met 9. Deze bijlagen geven de situatie op dit moment correct weer en zijn een hulpmiddel om aan te geven waarvoor vergunning wordt aangevraagd. Binnen de inrichting Corus Staal B.V., locatie IJmuiden, vinden frequent wijzigingen plaats van interne organisatorische aard, zodat de kaarten snel verouderen. De kaarten zijn voor wat betreft dit aspect geen onderdeel van de aanvraag. Er vinden activiteiten plaats in het VAG-gebied van de Hoogovens onder toezicht van een andere werkeenheid. Deze activiteiten zullen in de aanvraag voor revisievergunning van de Hoogovens niet worden beschreven.
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze Inhoudsopgave 1. Installatie en werkwijze
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz. 1-1
1-2
1.0
De veranderingen
1-2
1.1
Beknopte inleiding installaties
1-3
1.2
De huidige situatie
1-6
1.2.1
Bunkergebouwen (zie bijlage 10)
1-6
1.2.2
Koleninjectie (zie bijlage 11)
1-9
1.2.3
Olie-injectie (zie bijlage 12)
1-12
1.2.4
Windverhitters (zie bijlage 13)
1-14
1.2.5
Hoogovens (zie bijlage 14, 15 en 16)
1-16
1.2.6
Ovenhuizen (zie bijlage 17, 18 en 19)
1-19
1.2.7
Verwerking hoogovenslak (zie bijlage 20)
1-22
1.2.8
Gasreiniging (zie bijlage 21)
1-26
1.2.9
Waterreiniging (zie bijlage 22)
1-28
1.2.10
Opslag filterkoek (zie bijlage 23)
1-33
1.2.11
Mengerontzw aveling
1-36
1.2.12
Mengerafslakstand (zie bijlage 26)
1-37
1.2.13
Slakput bij kooksfabriek 2 (zie bijlage 5)
1-39
1.2.14
Centraal mengerpark (zie bijlage 4)
1-41
1.2.15
Stop- en Stampmassafabriek (zie bijlage 27)
1-43
1.2.16
Calamiteitenputten (zie bijlage 28)
1-45
1.2.17
Het Mengeromkeergebouw (MOG)
1-47
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz.1-2
1. Installatie en werkwijze
1.0 De veranderingen Sinds de vergunningaanvraag van 1 juli 1996 zijn er bij de installaties een aantal veranderingen doorgevoerd. - Door sluiting van oxystaalfabriek 1 kan daar het kiepen voor het uit bedrijf nemen van een menger niet meer plaatsvinden. Om hier in te voorzien is een mengeromkeerput gebouw d. - Door de bouw van de biologische reiniging bij Kooksfabriek 2 is de lozing van de w aterreiniging van de w erkeenheid Hoogovens komen te vervallen en w ordt deze w aterstroom in de biologische reiniging verw erkt. Met RWS zijn afspraken gemaakt over de Zn-gehalten in het w ater dat van de w aterreiniging Hoogovens naar de BIO2000 gaat en te nemen maatregelen bij een verstoring bij de w erkeenheid Hoogovens en uit bedrijfname van BIO2000. - In de w aterreiniging van de w erkeenheid hoogovens w orden een aantal nieuwe w aterstromen verw erkt, te w eten: 1) hoogovengascondensaat en oxygascondensaat; 2) Spoelw ater van de zandfilters van Pompstation 6 en 8 van de w erkeenheid Energiebedrijf. - Door het suppleren van sulfidehoudend w ater (afkomstig van de Mengerafslakstand) w ordt het neerslaan van zw are metalen in Bezinkbassin 13 van de w aterreiniging bevorderd. Bij een tekort aan MASH-w ater w ordt natriumsulfide gedoseerd. Inmiddels w ordt w ater van de slakpannen van de oxystaalfabriek (zogenaamd ROZA-w ater) als alternatief voor MASH-w ater aangew end. Andere, nieuwe hulpstoffen die bij de w aterreiniging gebruikt w orden, zijn zw avelzuur en poly-electroliet. - In plaats van 5 ruw ijz erputten heeft Hoogovens tegenwoordig 3 calamiteitenputten. - Als gevolg van Europese regelgeving in het kader van ozonlaag aantastende stoffen is, in het explosieonderdrukkingssysteem in het kolenmaalgebouw , Halon 1011 vervangen door het bluspoeder natriumbicarbonaat. - Bouw en ingebruikname van pompstation 8 om de haardkoelw atertemperatuur van Hoogoven 6 te verlagen. Pompstation 7 t.b.v. haardkoeling van Hoogoven 7 is gereed. Een en ander is in beheer bij ENB en is in de aanvraag van ENB beschreven. - Met ingang van de tw eede helft van 2001 vindt afvoer van de granulatiew aterspui van Hoogoven 6 in plaats van naar het riool naar het granulatiebasin van Hoogoven 7 plaats. De spuihoeveelheid is in de loop van de jaren daarmee tot nagenoeg nul gereduceerd. - Door de bouw van de ROZA’s (Ruw ijzerontzw avelings- en afslakstanden) bij Oxystaalfabriek 2 w ordt de MOZ (mengerontzw aveling) niet meer gebruikt. De MOZ is definitief gesloten. De MASH w ordt gebruikt voor vervuilde mengers en steek-skimmer mengers en voor het afvoeren van slak uit mengers en w erkzaamheden aan mengers.
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
blz.1-3
- Om stofemissie te voorkomen zijn in maart 2001 stofbestrijdingssproeiers geinstalleerd bij de briesverlading van Hoogoven 6. Eind 2001 zijn ook sproeiers geinstalleerd bij Hoogoven 7. Ter voorkoming van stofemissie is tevens bij de overstortpunten van de bries-verlading (hoogoven 7) een overkapping aangebracht en is de autoverlading Hoogoven 6/7 middels beplating beter afgedicht. - Behalv e een scheiding in een zinkarme en zinkrijke slibfractie vindt er tegenw oordig bij de e w aterreiniging ook scheiding naar een zinkarme 3 -trap slibfractie plaats. - Onlangs is het Mengeromkeergebouw gebouw d en in gebruik genomen. - In principe is besloten om jaarlijks ongeveer 35.000 ton zinkrijk hoogovengasstof naar DK Recycling und Roheis en GMBH af te voeren. In de w erkgroep zink- en loodhoudende stoffen is besloten, dat deze maatregel een alternatief is om de zuidelijke opslag in 2012 leeg te krijgen. - In juli 2001 is een gietfaciliteit met afzuiging bij MultiServ Holland BV in bedrijf genomen. Het betreft hier twee speciaal aangelegde gietputten waar, in het geval van een ongeplande overproductie van vloeibaar ruwijzer ten opzichte van de afname van de oxystaalfabriek, mengers kunnen worden uitgegoten. Hierdoor kunnen ongewenste verstoringen in het hoogovenproces, als gevolg van storingen in de staalfabriek, worden voorkomen. Deze gietfaciliteit is eigendom van MultiServ Holland BV, wordt door MultiServ Holland BV bedreven en is onderdeel van de vergunning van MultiServ Holland BV. - Het terrein rondom de mengerbemetselingsschoonmaakput, inclusief de bebouwing met 2 ontwateringsputten, pompgebouw, lozingspunt EW 20 en het oude gebouw Vormerij van VAG-gebied 1-3-5 (gebied tussen het Mengveld en het CAB) is per 19-8-2003 overgedragen aan GSB. Het vrijgekomen terrein is toegevoegd aan VAG 1-1-7 van GSB. - Hoogoven 4 en 5 zijn gesloopt. Het vrijgekomen gedeelte van VAG gebied 1-3-8 is medio 2004 overgedragen aan GSB onder nummer 1-1-14.
1.1 Beknopte inleiding installaties Onderstaand volgt een samenvatting van de installaties. Hoofdstuk 1.2 bevat een uitgebreide beschrijving van de installaties. Bunkergebouwen Deze gebouwen bevatten voorraadbunkers met grondstoffen voor het hoogovenproces. Transportsystemen storten de inhoud van de bunkers stapsgewijs in één van de vulwagens van de hellende lift, waarmee de lading naar de top van de hoogoven wordt vervoert.
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz.1-4
Koleninjectie In drie kolenmaallijnen worden de kolen bewerkt om geinjecteerd te kunnen worden in de hoogovens. De poederkool wordt door pijpleidingen naar de oventop gebracht. Vanuit een vat wordt de poederkool vervolgens naar elke blaasvorm onderin de hoogoven geblazen. Olie-injectie (Afval)olie kan worden ingezet als reduktiemiddel voor de hoogoven. De verwarmde olie wordt naar één blaasvorm van Hoogoven 6 gepompt en met een lans in de oven geïnjecteerd. Windverhitters Voor het onderhouden van het hoogovenproces zijn bij beide hoogovens vier windverhitters opgesteld, die voor een continue toevoer van hete wind naar de blaasvormen zorgen. Hoogovens Door de vulwagens wordt de hoogoven stapsgewijs beladen met afwisselend erts (in sinter- of pelletvorm danwel als stukerts), kooks en toeslagstoffen. Om de gasdruk in de top te handhaven is een sluizensysteem aangebracht. De rookgassen en de kooks reduceren het ijzererts tot ruwijzer. Via de aftapgaten wordt continu ruwijzer en slak afgetapt. Het proces levert tevens hoogovengas, dat wordt opgevangen. Ovenhuizen Onderaan in de wand van de hoogoven bevinden zich drie aftapgaten met elk een bijbehorend gotenstelsel in de vloer. Het ruwijzer stroomt hierdoor naar de menger. De slak wordt afgescheiden en naar de granulatie geleid. Het gehele gotenstelsel wordt afgezogen en ontstoft. Verwerking Hoogovenslak De hete slak wordt met water gekoeld, waardoor deze stolt en verpulvert (granuleert) tot nat slakzand, dat daarna wordt ontwaterd. Slakzand is een grondstof voor de fabricage van hoogovencement. Soms (bij bijv. storingen in het granulatieproces of inbedrijfname van de oven) wordt een gedeelte van de slak niet gegranuleerd, maar naar de droge slakput geleid en aan de lucht gekoeld. Het gestolde materiaal wordt, na breking, in hoofdzaak voor wegverharding gebruikt. Gasreiniging Het met stof verontreinigde hoogovengas gaat van de hoogoventop omlaag naar de reiniging, bestaande uit een stofzak en een natte wassing. Na reiniging is het gas geschikt om door diverse hoogovengas-afnemers te worden gebruikt. Waterreiniging Het water dat door de natte wassing van de gasreiniging stroomt neemt het fijne stof op en stroomt naar de waterreiniging. Het gereinigde water wordt opnieuw in de gasreiniging gebruikt. Opslag zinkrijke filterkoek Een deel van het slib van de waterreiniging kan (nog) niet worden hergebruikt. Opslag vindt plaats op terreinen ten noorden van de slakput bij Kooksfabriek 2 (Westduin).
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz.1-5
Mengerontzwaveling De mengerontzwaveling is definitief gesloten. Het gebouw van de mengontzw aveling zal niet w orden gesloopt. Mengerafslakstand De zwavelhoudende slak wordt bij deze installatie verwijderd. Daartoe wordt de menger iets gekanteld en de slak met een hark naar een slakpanwagen overgebracht. Het afgeslakte ruwijzer gaat naar de Oxystaalfabriek. In verband met de inbedrijfname van de ROZA’s bij de Oxystaalfabriek wordt de mengerafslakstand gebruikt voor vervuilde mengers en steekskimmer mengers en voor het afvoeren van slak uit mengers en w erkzaamheden aan mengers.De koelsporen worden door de Oxystaalfabriek gebruikt. Slakput bij Kooksfabriek 2 Hier wordt de slak van onder andere de Mengerafslakstand gestort. Na bewerking worden de diverse slakfracties opnieuw ingezet bij verschillende installaties en fabrieken. In verband met de inbedrijfname van de ROZA’s bij de Oxystaalfabriek wordt de slakput slechts incidenteel gebruikt. Centraal mengerpark Het onderhoud aan de mengers wordt hier uitgevoerd. Tevens worden mengers hier voorverwarmd en afgekoeld. Stop- en stampmassafabriek Deze fabriek produceert stopmassa voor het afsluiten van de aftapgaten van de hoogovens en stampmassa voor het vuurvast bekleden van de ruwijzergoten. Calamiteitenputten Ingeval een lading ruwijzer om kwaliteitsredenen bij de staalfabrieken niet inzetbaar is of doordat het hoogovenproces dit noodzakelijk maakt, wordt de lading uitgegoten in ruime putten. Het afgekoelde ruwijzer kan als schrot worden ingezet bij de Staalfabrieken. Het mengeromkeergebouw (MOG) De MOG (inpandige stortput) wordt gebruikt voor het kiepen van mengers, die uit bedrijf worden genomen en voor het kiepen van mengers met een accumulatie van grafiet en slak om opbouw van grafiet en slak in mengers te voorkomen. Daarnaast wordt de MOG gebruikt om mengers met te veel HO-slak af te schenken.
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
1.2 De huidige situatie
1.2.1 Bunkergebouwen (zie bijlage 10) 1.2.1.1 Doel en installatie Doel: opslag en dosering van grondstoffen voor het hoogovenproces. Installatie: Beide hoogovens hebben een eigen bunkergebouw met: 3 - voorraadbunkers grondstoffen 700 m 3 - voorraadbunkers toeslagstoffen 300 m - schudgoten - kleine w eegbunkers - transportbanden - zeven - grote w eegbunkers - vulw agens - afzuigkanalen - tw ee ontstoffingssystemen
blz.1-6
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
blz.1-7
1.2.1.2 In- en uitgaande stoffen EL.01 gr.1
EL.02
bunkergebouw
RC.61
gr.1 RC.61
RC.01
RC.02
gr.1 groep 1: GR.01 sinter GR.02 pellets GR.03 kooks GR.04 kleintje kooks GR.05 bauxiet (ruw ) GR.06 mangaan erts GR.07 hoog Si-erts GR.08 stukerts (Fe) GR.09 kalksteen stuk / dolomiet GR.21 llmeniet 1) RC.61 MASH-mix 1 GR22 Bij hoogovens gebruikelijke toeslagstoffen om slak- en ruw ijz ersamenstelling op juiste niveau te brengen
EL.01.6 ontstoffingsbunker EL.02.6 ontstoffingsbunker EL.01.7 ontstoffingsbunker EL.02.7 ontstoffingsbunker
HO 6 o HO 6 w HO 7 o HO 7 w
RC.01 afzeefsel sinter/pellet RC.02 afzeefsel kooks (= bries)
1)
MASH = Menger-AfslakStand Hoogovens
1.2.1.3 Werkwijze In elk bunkergebouw bevinden zich circa 30 voorraadbunkers met schudgoten. Er zijn drie lijnen (dubbel uitgevoerd); voor sinter/pellets, voor kooks en voor toeslagstoffen. Via schudgoten, transportbanden en w eegbunkers w orden de stoffen in de gew enste hoeveelheden in de vulw agens gestort. De sinter, pellets en kooks w orden vóór het storten nog afgezeefd. Via de hellende lift brengen de vulw agens hun lading naar de hoogoventop.
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz.1-8
1.2.1.4 Milieu-punten - Vanw ege de arbeidsomstandigheden is het transport- en doseersysteem in het gebouw zoveel mogelijk omkast en voorzien van een centrale afzuiging met ontstoffing. Het systeem w erkt met doekfilters die zich automatisch reinigen. - Bij de aanvoer van de grondstoffen heeft een hoog vochtpercentage van de materialen een gunstig effect op de stofemissie bij de diverse overstorten van de transportbanden. In het bunkergebouw veroorzaakt dit echter verstoppingen in de ontstoffingskanalen door aankleven van materiaal. - Het filterstof w ordt opgevangen en toegevoegd aan het afzeefsel van de sinter- en pelletzeven. Opslag geschiedt in een bunker nabij het kolenmaalgebouw. In een tw eede bunker w ordt het afzeefsel van de kookszeven gestort. Verlading van beide stoffen vindt plaats met vrachtw agens, w aarna afvoer naar de Sinterfabriek volgt. 1.2.1.5 Afwijkende bedrijfsvoering Bij uitval van één van de ontstoffingsinstallaties kan met alleen de tw eede installatie in w erking (= halve capaciteit) de stofoverlast in het gebouw beperkt gehouden w orden. Buiten het gebouw heeft deze situatie geen stofoverlast tot gevolg. Reparaties aan een draaiende transportband zijn in verband met de veiligheid niet toegestaan. Bij de eerstvolgende veilige gelegenheid w ordt de reparatie uitgevoerd.
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
blz.1-9
1.2.2 Koleninjectie (zie bijlage 11) 1.2.2.1 Doel en installatie Doel: het malen, drogen, transporteren en injecteren van kolen in de hoogovens. Installatie: - Kolenaanvoer: zie aanvraag deelrevisie-vergunning w erkeenheid grondstoffenbedrijf. - Tw ee kolenmaalgebouwen met één respectievelijk tw ee maallijnen: ⋅ drie voorraadbunkers (3x 330 ton) ⋅ voedingssysteem ⋅ drie ventilatoren voor proceslucht (3x 72.000 m3/h) ⋅ drie luchtverhitters ⋅ drie w ielmolens ⋅ drie sperluchtventilatoren (3x 5.400 m3/h) ⋅ tw ee centrale reservoirs (1x 160 ton; 1x 330 ton) ⋅ zes cyclonen ⋅ negen hoofdfilters ⋅ vier ontlastfilters ⋅ stikstofvoorziening (3x 100 m3) ⋅ zes doseertanks (Hoogoven 6: 3x 15 ton; Hoogoven 7: 3x 25 ton) ⋅ drie zendvaten (3x 10 ton) ⋅ persluchtvoorziening ⋅ centrale stofzuiginstallatie - Injectie-systeem naar de hoogovens met per hoogoven: ⋅ transportleidingen ⋅ verdeelvat (peperbus) ⋅ toevoerleidingen naar blaasmonden met kolenlansen (28x bij Hoogoven 6; 38x bij Hoogoven 7)
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
blz.1-10
1.2.2.2 In- en uitgaande stoffen EL.05 EL.06 EL.07 GR.20 HU.01 HU.02 HU.03 HU.07
EL.11 EL.12 EL.13
Kolenmaalgebouw
HU.60
RC.05 GR.20 HU.01 HU.02 HU.03 HU.07
kolen aardgas lucht stikstof perslucht
RC.05
pyriet
EL.05 EL.06 EL.07 EL.11 EL.12 EL.13
ontstoffingscycloon 1 ontstoffingscycloon 2 ontstoffingscycloon 3 ontlastfilter 1 ontlastfilter 2 ontlastfilter 3
HU.60
poederkool
1.2.2.3 Werkwijze Via de topvulinrichting van de hoogoven w ordt kooks ingezet als reductiemiddel. Ten dele kan kooks vervangen w orden door poederkool, dat w ordt geïnjecteerd in de blaasvormen. Poederkoolinjectie spaart dure kooks en maakt het proces beter beheersbaar. Kolen w orden aangevoerd door de w erkeenheid Grondstoffenbew erking (GSB). Deze zorgt voor het op peil houden van het niveau in de voorraadbunkers. De verantw oordelijkheid van GSB loopt tot en met de aanvoerband (A 221) boven de voorraadbunkers. De ruw e kolen w orden uit de voorraadbunkers op een draaiende tafel gestort en door vast opgestelde w ielen fijngemalen. Onderin de molen w ordt hete lucht geblazen die de fijne kooldeeltjes droogt en meevoert. In de cyclonen w ordt 90 procent van de kooldeeltjes gescheiden van de transportlucht. De deeltjes gaan dan naar het poederkoolreservoir. Het restant w ordt in de hoofdfilters gevangen en ook naar het reservoir gevoerd. Voor het verder transporteren en 'vloeibaar' houden van de poederkool w ordt stikstof toegepast. Vanuit het reservoir kunnen de doseertanks w orden gevuld. Deze tanks w orden cyclis ch bedreven. Vóór het injecteren w ordt een tank met stikstof op druk gebracht. Na opening w ordt de poederkool eruit gedrukt en met geïnjecteerde transportlucht naar de top van de hoogoven gevoerd. Daar bevindt zich het verdeelvat van w aaruit de poederkool naar iedere blaasvorm w ordt gebracht.
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz.1-11
1.2.2.4 Milieu-punten - Het vochtpercentage van de aangevoerde kolen ligt, afhankelijk van de herkomst, tussen 4 en 16 procent. - De luchtverhitters w orden gestookt met aardgas. - De lagers van de molen en het voedingssysteem w orden met sperlucht afgedicht. Deze 3 lucht w ordt aangevoerd door een aparte ventilator (Q = 5.500 m /h) en verder gebruikt als aanvulling op de transportlucht. - Tijdens het malen komen er verontreinigingen vrij uit de kolen. Dit is voornamelijk pyriet, dat w ordt verzameld en als restkolen afgevoerd naar Kooksfabriek 2. 3
- De stikstof w ordt per pijpleiding van extern aangevoerd en via een buffervat (3x 100 m ) in de installatie geleid. - Het gedeelte van de stikstof dat voor drukvereffening en -regeling w ordt gebruikt, ontw ijkt via een apart doekfilter (ontlastfilter). Dit filter is permanent in gebruik. Het gevangen kolenstof w ordt met een cellenradsluis naar de centrale reservoirs teruggevoerd. - Lekkages w orden meteen zichtbaar doordat het gehele systeem op overdruk staat. De installatie w ordt voortdurend gecontroleerd. De vloeren w orden door een stofzuigsysteem schoongehouden. - De maallijnen zijn voorzien van een explosieonderdrukkingssysteem. Op kritis che plekken zijn daartoe druksensoren aanw ezig. Bij overschrijding van een ingestelde w aarde w ordt expansief een grote hoeveelheid poeder verspreid (natriumbicarbonaat). - Tevens is een branddetectiesysteem aanw ezig. Op tal van plekken in de installatie zijn koolzuurblussers ingebouw d. Bij overschrijding van een ingestelde temperatuur treden deze automatisch in w erking. - De filters zijn van luiken voorzien die opengaan als bij een explosie het onderdrukkingssysteem te kort schiet. De installatie w ordt dan automatisch uitgeschakeld. 1.2.2.5 Afwijkende bedrijfsvoering Tot aan de centrale reservoirs zijn de installaties dubbel uitgevoerd. Bij storing in dit gedeelte is nog tw eederde van de capaciteit beschikbaar.
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
blz.1-12
1.2.3 Olie-injectie (zie bijlage 12) 1.2.3.1 Doel en installatie Doel: verw erking van (afval)olie als reductiemiddel Installatie: 3 - buffertank 150 m - olieinjectie-ruimte - w armtew isselaar - opvangbak - injectie bij Hoogoven 6 - stoomverw arming - perslucht 1.2.3.2 In- en uitgaande stoffen
HU 07 HU.08 HU.21 HU.07 HU.08 HU.21
Olie-injectie
perslucht stoom (afval)olie
HU.07 HU.08 HU.21 HU.07 HU.08 HU.21
perslucht stoom (afval)olie
1.2.3.3 Werkwijze De (afval)olie w ordt gereinigd bij de w erkeenheid Afvals toffen en Industriële Reiniging van SiteFacilities en kan daarna w orden ingezet. De gereinigde olie w ordt vervoerd met tankauto's en opgeslagen in een tank bij Hoogoven 6. De olie kan door middel van een w armtew isselaar met stoom tot maximaal 150°C opgewarmd w orden. Eén van de 28 blaasvormen van Hoogoven 6 heeft behalve een poederkool-injectielans ook een olie-injectielans. Deze is zodanig opgebouwd dat poederkool en olie afzonderlijk of gelijktijdig geïnjecteerd kunnen worden. De verwarmde olie wordt naar deze blaasvorm verpompt. De warmte-inbreng van deze gecombineerde blaasvorm wordt gelijk gehouden aan de warmte-inbreng van de overige blaasvormen om een gelijkmatige temperatuurverdeling in de oven te handhaven. Afhankelijk van de hoeveelheid olie-injectie wordt de hoeveelheid poederkool-injectie bepaald.
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
blz.1-13
1.2.3.4 Milieu-punten - Alle leidingen bevinden zich bovengronds. Het geheel is bodemveilig uitgevoerd, inclusief de laadinstallatie. 3
- De buffertank bevat maximaal 120 m olie. 1.2.3.5 Afwijkende bedrijfsvoering De olie-injectie kan bij storingen uitgeschakeld w orden.
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
blz.1-14
1.2.4 Windverhitters (zie bijlage 13) 1.2.4.1 Doel en installatie Doel: Het verhogen van de w indtemperatuur tot 1.100 à 1.300°C Installatie (per hoogoven): - vier w indverhitters - luchtvoorverw armer (alleen Hoogoven 7) - vergassingslucht ventilatoren 3 (Hoogoven 6: 4x 120.000 Nm /h) 3 (Hoogoven 7: 2x 192.000 Nm /h) - spoellucht ventilatoren - afsluiters - schoorsteen - lokvlam - leidingw erk 1.2.4.2 In- en uitgaande stoffen EL.15 HU.01 HU.02 HU.04 HU.05 HU.06 HU.08 HU.01 HU.02 HU.04 HU.05 HU.06 HU.08
Windverhitters
aardgas koude w ind hoogovengas kooksovengas zuurstof stoom
HU.09
EL.15.6 rookgassen Hoogoven 6 EL.15.7 rookgassen Hoogoven 7 HU.09
hete w ind
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz.1-15
1.2.4.3 Werkwijze Een w indverhitter is een regenererende w armte w isselaar w aarin w armte van stookgas w ordt overgedragen op koude lucht (w ind). Deze koude w ind, die met zuurstof is verrijkt, w ordt aangevoerd vanuit de w erkeenheid Energiebedrijf. Aan de koude w ind w ordt vocht toegevoegd door stoominjectie. De w indverhitters w orden cyclis ch bedreven; de vuurvaste stenen binnen de stalen mantel van de w indverhitter nemen afw isselend w armte op van het stookgas ('op gas'-stand) en staan daarna w armte af aan de w ind ("op w ind"-stand). De w indverhitters zorgen voor een continue toevoer van hete w ind met de gew enste temperatuur (±1.200°C). De hete w ind w ordt naar een ringvormige leiding rond de hoogoven geleid en dan via aftakkingen door de blaasvormen in de hoogoven geblazen. 1.2.4.4 Milieu-punten - De w indmachines, van de w erkeenheid Energiebedrijf, voeren de koude w ind aan, w aaraan zuurstof en vocht toegevoegd is. - Als stookgas w ordt, in w isselende samenstelling per w indverhitter, hoogovengas en kooksovengas gebruikt. Bij een kortstondig tekort aan kooksovengas w ordt als aanvulling aardgas ingezet. - Bij Hoogoven 7 w ordt de lucht naar de branders voorverw armd door de rookgassen van de schoorsteen (luchtvoorverw armingsinstallatie - LUVO). - Het roeten van de w indverhitters w ordt voorkomen door het instandhouden van de juiste verhouding tussen stookgas en lucht. 1.2.4.5 Afwijkende bedrijfsvoering Bij een ovenstilstand w ordt één van de w indverhitters tijdelijk 'op trek' gezet en de hoogoven van het gasnet afgesloten. Het 'op trek' zetten houdt in dat de w indverhitter door gedeeltelijk geopende kleppen zow el op de hetewindleiding als op de schoorsteen staat aangesloten. Daarna w orden de blaasvormen afgestopt, zodat geen rookgassen uit de hoogoven in de hetewindleiding kunnen stromen. Bij oververhitting van de mantel van een w indverhitter w ordt deze gekoeld door sproeien met WRK-water of perslucht.
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
blz.1-16
1.2.5 Hoogovens (zie bijlage 14, 15 en 16) 1.2.5.1 Doel en installatie Doel: het smelten en reduceren van ijzererts tot ruw ijz er. Installatie (per hoogoven) : - hellende lift (vulwagen) - stijgleidingen met explosiekleppen - ovenvulinrichting - gasdrukvereffeningssysteem - ovenmantelkoeling - hetewind-ringleiding met blaasvormen - blaasvormkoeling - haardkoeling
-
aftapgaten bodemkoeling
1.2.5.2 In- en uitgaande stoffen EL.20 EL.26 gr.1 HU.21 HU.22 HU.23 HU.60 HU.61 RCalgemeen gr.1 GR.01 GR.02 GR.03 GR.04 GR.05 GR.06 GR.07 GR.08 GR.09 GR.21 GR.22
HU.21 HU.22 HU.23 HU.60
PR.01 PR.10 PR.20 HU.22 HU.23
hoogoven
groep 1: sinter pellets kooks kleintje kooks bauxiet (ruw ) mangaan erts tazadit stukerts (Fe) kalksteen stuk ilmeniet Bij Hoogovens gebruikelijke toeslagstoffen om slak- en ruw ijz ersamenstelling op juiste niveau te brengen (afval)olie 1) WRK-water A-w ater poederkool
RCalgemeenrecycle algemeen 2) RC.61 MASH-mix1 EL.20.6 EL.20.7 EL.26.6 EL.26.7
kiepen vulw agen kiepen vulw agen stilstandskleppen stilstandskleppen
PR.01 PR.10 PR.20
primair ruw ijz er ruw hoogovengas hoogovenslak
1) 2)
WRK = W atertransportmij. Rijn Kennemerland MASH = Menger-AfslakStand Hoogovens
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
blz.1-17
1.2.5.3 Werkwijze 3
3
Door de vulw agens (inhoud bij Hoogoven 6: 17 m ; bij Hoogoven 7: 27 m ) w ordt de hoogoven stapsgew ijs beladen met afw isselend erts (in sinter of pelletvorm) met toeslag- en recyclestoffen en kooks. De samenstelling van de lading (de möller) is afhankelijk van de procesvoering en de beschikbare grondstoffen. Om de druk in de oventop te handhaven is een sluizensysteem aangebracht. Hete w ind met zuurstof, poederkool en eventueel olie w ordt via de blaasvormen onder in de oven geblazen. Achter de blaasvormen vindt vergassing van de kooks, poederkool en olie plaats. Hierbij ontstaat een vlamtemperatuur van circa 2.200°C. De rookgassen en de kooks reduceren het ijzererts tot ruw ijz er. Door de hoge temperatuur smelt het materiaal (ruw ijzer en slak), zakt langzaam naar beneden en verzamelt zich in vloeibare toestand in de haard van de oven. Via de aftapgaten w ordt continu afgetapt. Circa veertien maal per dag w ordt van aftapgat gew isseld. Tijdens het hoogovenproces vormt zich brandbaar gas, dat via de stijgleidingen en de valleiding naar de gasreiniging w ordt afgevoerd. De mantel en de blaasvormen van de oven zijn grotendeels w atergekoeld. 1.2.5.4 Milieu-punten - Het kiepen van de lading uit de vulw agens aan het boveneinde van de hellende lift gebeurt met lage snelheid. Mede doordat het stortgoed is bevochtigd w ordt stofverspreiding zoveel mogelijk tegengegaan. - Bij de oventop van Hoogoven 6 zijn rondom de overstort van de doorvoertrechter w indschermen geplaatst. - Hoogoven 6 heeft een vulsysteem met tw ee aan boven- en onderzijde afsluitbare bunkers. Bij het van druk halen w ordt het te vereffenen gasvolume in de buitenlucht afgeblazen. - Hoogoven 7 heeft een vulinrichting met klokken en een gas-terugw inningssysteem. Bij het 'van druk halen' van de ruimte tussen grote en kleine klok stroomt het hoogovengas eerst via een droge stofafscheider (cycloon) naar het hoogovengasnet (drukvereffenen). Is de druk tot 0,3 bar gedaald dan w ordt het gasrestant in de buitenlucht afgeblazen. De aan- en afvoerleidingen en de cycloon zijn voorzien van geluidsisolatie. In 2006 gaat hoogoven 7 over op een nieuw vulsysteem met tw ee aan boven- en onderzijde afsluitbare bunkers met een gas-terugw inningssysteem. Bij het 'van druk halen' van de ruimte in de bunkers stroomt het hoogovengas eerst via een droge stofafscheider (cycloon) naar het hoogovengasnet (drukvereffenen). Is de druk tot 0,3 bar gedaald dan w ordt het gasrestant via het drukvereffeningssyteem naar het hoogovengasnet vervoerd. - De stilstandskleppen w orden gebruikt bij het in- en uitbedrijfnemen van een hoogoven om het hoogovengas af te blazen als de gasreiniging van de hoogoven afgesloten is of w ordt. - De blaasvormen en het grootste deel van de w and van de hoogoven (koelplaten) w orden gekoeld met w ater: ⋅ bij Hoogoven 6 door een open recirculatiesysteem met geconditioneerd WRK-water. ⋅ bij Hoogoven 7 is het recirculatiesysteem gesloten en bevat geconditioneerd A-w ater. - Lekke koelelementen w orden afgekoppeld en op WRK-water (van lage druk) aangesloten. Het w ater w ordt via een gotenstelsel naar het riool afgevoerd.
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz.1-18
- De haarden van beide hoogovens w orden met WRK-watersproeiers gekoeld (ciculatiesysteem) . De tapgaten w orden gekoeld via jacketkoeling (circulatiesysteem). Bij Hoogoven 6 zorgt Pompstation 8 voor een verlaagde koelwatertemperatuur ( ±10°C). Bij Hoogoven 7 zorgt Pompstation 7 voor een verlaagde koelwatertemperatuur ( ±10°C). - De aanvoer, afvoer en suppletie van koelwater voor de hoogovens w ordt verzorgd door de w erkeenheid Energiebedrijf. - De bodem van de ovens w ordt met lucht geforceerd gekoeld. Dit gebeurt met 3 vier ventilatoren met een capaciteit van ieder 50.000 m /h. 1.2.5.5 Afwijkende bedrijfsvoering Bij het in- en uitbedrijfnemen van een hoogoven is de procesvoering zodanig aangepast dat de normale situatie zo snel mogelijk w ordt bereikt. Zo w ordt bij het 'diepblazen' de oven niet meer beladen maar w el afgetapt. Indien er verstoringen optreden moet van de normale bedrijfsvoering afgeweken w orden om de installatie w eer in de gew enste toestand terug te brengen. Wanneer de druk in de oventop of gasreiniging te hoog w ordt, gaat er automatisch een explosieklep open. Tevens zal de explosieklep automatisch openen bij het bereiken van een grensw aarde in het lage druk gedeelte van de gasreiniging. Indien de ovenbemetseling zodanig beschadigd is dat de temperatuur van de mantel te hoog oploopt, w ordt deze gekoeld door sproeien met WRK-water dat via een goot in het riool w ordt geloosd. Bij grote reparaties en/of grotere onderhoudsstilstanden is er sprake van een afwijkende situatie t.o.v. de reguliere onderhoudsstilstanden. Er kan gebruik gemaakt worden van speciaal gereedschap, hulpstoffen zoals zuurstof, springstoffen, chemische of brandbare stoffen die in tanks worden opgeslagen enz.. In deze gevallen zullen de CPR-richtlijnen worden gevolgd. Bij gebruik van explosieven gelden bijzondere maatregelen, vooraf zal met bevoegd gezag hierover overleg worden gevoerd. Bij stilstanden is altijd sprake van afwijkende bedrijfsomstandigheden. Naarmate stilstanden langer duren en/of de ovens diepgeblazen worden, kan beïnvloeding van het milieu ontstaan. In die gevallen waarbij verwacht wordt dat niet met de standaardmilieumeldingen afgedaan kan worden, zal tevoren overleg met het bevoegd gezag plaatsvinden betreffende de maatregelen die de mogelijk milieueffecten beperken. Overigens kunnen ook bij korte stilstanden onverwacht problemen ontstaan die onverwachte milieueffecten hebben.
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
blz.1-19
1.2.6 Ovenhuizen (zie bijlage 17, 18 en 19) 1.2.6.1 Doel en installatie Doel: het transporteren en scheiden van de aftapstroom in: - ruw ijz er naar de menger - slak naar granulatie of droge put Installatie (per hoogoven): - ovenhuis - ontstoffingsinstallatie - trekkappen in dak - afgedekte gotensystemen - bew eegbare gootafdekking (manipulator) - boormachine - stopmachine - kantelgoot - halkraan 1.2.6.2 In- en uitgaande stoffen EL.30 EL.31 PR.01 PR.20 HU.50 HU.51 HU.55 HU 22
ovenhuis
RC.10 PR.01 PR.20 HU.50 HU.51 HU.55 HU 22
RC.20
RC.21
primair ruw ijz er hoogovenslak stampmassa teergebonden stampmassa w atergebonden stopmassa WRK-water
PR.01 PR.20
RC.22 EL.30.6 EL.30.7 EL.31.6 EL.31.7
ontstoffing HO 6 ontstoffing HO 7 dakemissie HO 6 dakemissie HO 7
RC.10 RC.20 RC.21 RC.22
filterstof rest stopmassa rest stampmassa fijn rest stampmassa grof
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz.1-20
1.2.6.3 Werkwijze In de haard van de hoogoven bevinden zich drie aftapgaten. Een zw enkbaar opgestelde machine boort een aftapgat open, w aarna het ruw ijz er met de slak in een goot loopt, die bekleed is met vuurvast materiaal. Het begin van de goot w ordt afgedekt door een bew eegbare, vuurvast beklede, w atergekoelde kap; de rest van de goten door w egneembare, vuurvast beklede, stalen kappen. Door de 'skimmer' w ordt de bovendrijvende slak van het ijzer gescheiden. Het ruw ijz er stroomt onder de skimmer door en komt via een kantelgoot in de gereedstaande menger. De slak gaat opzij w eg, over de slakkendam heen, via een aparte goot naar de granulatie of de droge put. Het aftapgat w ordt met de stopmachine dicht gemaakt, door onder hoge druk een vuurvaste massa (stopmassa) in het aftapgat te persen. De standtijd van de bekleding in een gotenstelsel is circa vier w eken. Doorlopend zijn er tw ee aftapgaten met bijbehorend gotenstelsel om beurten in bedrijf en is er meestal één in reparatie. 1.2.6.4 Milieu-punten - Voor de gootbekleding w ordt w atergebonden stampmassa gebruikt. Teergebonden massa, w aarbij PAK-stoffen vrijkomen, w ordt alleen voor noodreparaties gebruikt. In verband met de hechting van oud op nieuw is incidenteel teergebonden massa nodig. - Om stofverspreiding in het ovenhuis te voorkomen zijn de goten afgedekt. Alleen tijdens het openboren, afdichten en uitvoeren van w erkzaamheden en handelingen bij of aan het aftapgat moet de bew eegbare gootafdekking verw ijderd w orden. - Stof en damp uit de gotenstelsels w orden afgezogen door een ontstoffingsinstallatie bestaande uit voorafscheider, doekfilter en ventilator(en). ⋅ bij Hoogoven 6: 1 ventilator (Q = 585.000 Nm3/h) ⋅ bij Hoogoven 7: 2 ventilatoren (Q = 2x 375.000 Nm3/h). De filterslangen w orden automatisch gereinigd. Op de volgende locaties w ordt er afgezogen: ⋅ aan w eerszijden van het aftapgat; ⋅ bij de skimmer; ⋅ vóór de slakkendam; ⋅ bij de kantelgoot. - De stofbunker van de voorafscheider is aangesloten op een kettingtransporteur die het stof, samen met de stoftransporteur onder de doekfiltertrechters, afvoert naar een stofsilo. Het stof w ordt via een dichte verbinding verladen in een tankwagen en afgevoerd naar de Sinterfabriek. - Bij Hoogoven 6 en 7 is bij elke stopmachine een aparte ventilator aangebracht. Als teerdamp vrijkomt bij het schoonmaken en vullen van de stopmachine, w ordt hiermee extra afgezogen. De afgezogen lucht w ordt doorgevoerd naar het grote ontstoffingssysteem. - Door instellen van kleppen in de zuigleidingen w ordt de beschikbare afzuigcapaciteit zo effectief mogelijk benut. Bij Hoogoven 6 zijn daarbij nog detail-instellingen mogelijk.
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz.1-21
- In de eerste goot (steek) waarin de ijzer/slakscheiding plaatsvindt, is een zogenaamde blijfvoering aangebracht bestaande uit vuurvast beton. Hierop komt een slijtlaag van stampmassa, die de uiteindelijke vorm aan het gotenonderdeel geeft. Deze stampmassa bestaat uit ± 65 % bauxiet, ± 13 % SiC, ± 8 % kleipoeder en ± 6 % water. Na aanbrengen van de stampmassa wordt deze gedroogd. Na 4 à 6 weken wordt de bekleding (stampmassa) vernieuwd. De aftapkant wordt uit bedrijf genomen. De goot wordt gedurende 24 a 36 uur gekoeld met koelwater (± 3 3 m /uur), waarna het restant aan ijzer/slak en stampmassa machinaal wordt verwijderd. Tijdens het koelen van de goot ontwijkt een deel van het water in de vorm van stoom. Het water dat niet in stoom wordt omgezet loopt in een opvangbak en wordt gecirculeerd. Na de koelperiode wordt het residu afgevoerd naar de waterreiniging. Aantal goten per jaar ± 50. De goot kan ook van een betonnen slijtvoering worden voorzien. - Resten van stamp- en stopmassa w orden eerst bew erkt door derden. De w atergebonden massa w ordt opnieuw ingezet. 1.2.6.5 Afwijkende bedrijfsvoering Bij een moeilijk beheersbare situatie van de ruw ijz er- en/of slakstroom in de goten w orden de afdekkingen w eggenomen. Bij zeer incidentele moeilijk beheersbare situaties w orden ruw ijz er en slak gezamenlijk en niet gescheiden afgevoerd naar droge putten. Wanneer de ontstoffingsinstallatie van het ovenhuis uitvalt, w ordt er naar gestreefd deze zo snel mogelijk w eer in bedrijf te nemen. Vanuit het proces in de oven kunnen zich omstandigheden voordoen w aarbij het gew enst is een tw eede tapkant open te maken terw ijl de andere kant nog tapt. De tw eede tapkant w ordt opengemaakt als er te lang geen slakken w orden afgetapt en het niveau in de haard van de oven te hoog dreigt te w orden. Door het bijnemen van de tw eede tapkant w ordt het ijzerniveau in de haard snel verlaagd, zodat de slak afgetapt kan w orden. Hoe te handelen is vastgelegd in ovenhuisrichtlijnen en procesmaatregelen. Indien een aftapgat gedeeltelijk verstopt raakt en slecht tapt, w ordt nogmaals geboord of kort middels een zogenaamde houten prop op de boormachine of met behulp van de stopmachine de ruw ijz erstroom kort onderbroken, w aarna hij w eer goed op gang komt. Bij het in bedrijf nemen van een nieuwe tapkant ontstaat de kans op sproeien tijdens het tappen en/of uitblazen van gas/stof uit het tapgat. Bovendien moet de haard van de oven zich instellen op de nieuwe tap configuratie. In het begin van de nieuwe cyclus w ordt daarom kortstondig getapt op drie kanten totdat de ruw ijz erstroom goed op gang is. Vervolgens w ordt een gotenstelsel uit bedrijf genomen voor reparatie. Vanuit het proces kunnen zich omstandigheden voordoen, w aarbij het gew enst is te tappen zonder kappen op het gotenstelsel, dit met het oog op veiligheid van mens en installatie. Zodra het proces w eer normaal is w orden de kappen w eer geplaatst.
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz.1-22
1.2.7 Verwerking hoogovenslak (zie bijlage 20) 1.2.7.1 Doel en installatie Doel: - Granuleren: het afkoelen van vloeibare slak met w ater w aardoor slakzand ontstaat. - Opvangen van vloeibare slak als niet gegranuleerd w ordt of kan w orden. Installatie: Hoogoven 6: Granulatie aan noord- en zuidzijde: - sproeiers - granulatie-goot - dampafscheidingsketel - dampafvoerleiding naar centrale schoorsteen - draaiende filtertrommel met verdeelgoot - slakzandafvoer met transportbanden - opslag in schappen Droge slakputten: - tw ee slakgoten - straalpijpen / koelleidingen / sproeiers - tw ee droge putten Hoogoven 7: Granulatie op elk van de drie slakgoten: - sproeiers - granulatie-goot - dampafscheidingsketel - dampafvoerleiding naar centrale schoorsteen - opvangbassin met drainagesysteem - verlaadkraan boven bassin - opslag in verlaadbunkers. - kooksfilter Droge slakputten: - drie slakgoten - straalpijpen / koelleidingen / sproeiers - tw ee droge putten
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
blz.1-23
1.2.7.2 In- en uitgaande stoffen EL.35 EL.36 EW.01 EB.01
PR.20 HU.22 HU.24
PR.20 HU.22.6 HU.24.7
verwerking hoogoven-slak
hoogovenslak WRK-water brakwater
PR.21 PR.22
EL.35.6 EL.35.7 EL.36.6 EL.36.7
granulatieschoorsteen HO 6 granulatieschoorsteen HO 7 droge slakput HO 6 droge slakput HO 7
EW.01.6 EW.01.7
granulatiew ater HO 6 granulatiew ater HO 7
EB.01
koelwater
PR.21 PR.22
slakzand hoogovenstukslak
1.2.7.3 Werkwijze Granulatie Elke slakgoot loopt naar een granulatieruimte w aarin de hete slak door middel van sproeien met veel w ater snel w ordt gekoeld. De slak stolt en verpulvert hierbij tot nat slakzand. De hierbij ontstane damp gaat via de dampscheidingsketel naar de schoorsteen. Installatie bij hoogoven 6: Voor het granuleren w ordt WRK-water gebruikt dat recirculeert. Het slakzand w ordt in een roterende (INBA-) trommel ontw aterd en met transportbanden afgevoerd naar een schappenopslag. Waterverlies door verdamping en restvocht in het slakzand w ordt door suppletie van WRK-water gecompenseerd. Installatie bij hoogoven 7: Voor ontw atering loopt het slakzand in een gedraineerd bezinkbassin. Om verstopping te voorkomen w ordt het grindbed regelmatig gespoeld. Het slakzand w ordt met een grijperkraan verladen in bunkers. De gegranuleerde, uitgelekte hoogovenslak (slakzand) w ordt met vrachtauto's afgevoerd voor gebruik bij de cementfabricage.
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz.1-24
Droge Slakputten Een deel van de slak w ordt niet gegranuleerd, maar naar de droge slakput geleid. Hierin koelt de slak langzaam af. De slakputten bestaan uit vaste w anden en een opening, die is afgesloten met een dam van zand of stukslak. Het gestolde materiaal (stukslak) w ordt na breking in hoofdzaak voor w egverharding gebruikt. 1.2.7.4 Milieu-punten Granulatie - Tijdens het granuleren verdampt een deel van het koelwater, w aarbij zw avelw aterstofgas w ordt gevormd. Deze zavelw aterstof-damp w ordt afgevoerd via een schoorsteen. - Door het verstellen van een klep in de dampafvoerleiding kunnen één of meerdere dampafscheidingsketels gelijktijdig op de schoorsteen w orden aangesloten. - Hoogoven 6: Het granulatie-systeem (INBA) gebruikt WRK-water dat recirculeert. Als de w atertemperatuur te dicht bij het kookpunt komt of als het niveau te laag is, w ordt koud WRK-water gesuppleerd. Afvoer vond plaats naar het riool. Door een aantal aanpassingen is de hoeveelheid sterk verlaagd, zodat vanaf juni 2001 de afvoer plaatsvindt naar het granulatiebassin van Hoogoven 7. Bij de ombouw van het ovenhuis van 2 naar 3 aftapgaten in 1985 is voor het compacte INBA-systeem gekozen in verband met ruimtegebrek. In de oude situatie had hoogovenslak een Al2O3-gehalte van gemiddeld 16,7 gew %. Per juni 2004 is bij HO6 tijdelijk overgegaan op een gew ijz igde slaksamenstelling met ongeveer 12 % AL2O3 in de slak (geen stukerts en bauxiet laden). Het is de bedoeling om vanaf 2005 het alumina-gehalte in de slak van beide hoogovens te verlagen tot 12 gew %. Deze nieuwe samenstelling heeft geen negatieve invloed op het milieu. Wel zal het zw avelgehalte in het ruw ijz er en mogelijk hoogovengas afnemen, w aardoor de staalf abriek minder hoeft te ontzw avelen. - Hoogoven 7: Voor de granulatie-sproeiers en het opspoelen van de opvangbassins w ordt brakwater uit de Staalhaven gebruikt dat via een bezinkbak met kooksfilter (1x voor Noord, 1x voor West en Zuid) door het riool w ordt afgevoerd naar de Buitenhaven. De kosten voor eventueel hergebruik van dit w ater zijn hoog. Droge Slakputten - Aftappen op de droge slakput kan plaatsvinden: ⋅ planmatig; ⋅ in geval van noodzakelijk onderhoud; ⋅ in geval van een storing; ⋅ om veiligheidsredenen als granuleren niet gew enst is. Jaarlijks w ordt maximaal 42.000 ton afgetapt voor levering aan derden. Bij de planning w ordt rekening gehouden met aftappen als gevolg van calamiteiten.
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
blz.1-25
- Koeling aan de lucht vindt plaats bij maximaal tw ee opeenvolgende aftappen. - Zijn meer dan tw ee aftappen nodig, dan w ordt de uitgestroomde slak gedurende maxi-maal 12,5 min. gekoeld met w ater, dat middels een straalpijp in de instroom-kegel w ordt gespoten. Bij Hoog-oven 6 w ordt brakwater en bij Hoogoven 7 WRK-water gebruikt. In de nacht vóór het leeghalen van de put w ordt vier uur lang, continu nagekoeld. Koelen van de hete slak kan geuremissie veroorzaken. - Om in naburige gemeenten stankoverlast als gevolg van de emissie van H2S te voorkomen, vindt planmatig aftappen op de droge putten alleen plaats als de w indrichting zich in de toegestane sectoren van de w indroos bevindt. De toegestane sectoren zijn: 22,5° tot 157,5° (oostenw ind) en 225° tot 337,5° (w estenw ind). Als de w ind tijdens het planmatig tappen op de droge put een niet toegestane sector indraait, w ordt de aftap normaal voltooid. Er w ordt echter niet via de straalpijp gekoeld. Bij tappen als gevolg van een calamiteit zal afhankelijk van: ⋅ de momentele w indrichting, ⋅ de geschatte tijdsduur van de calamiteit, ⋅ het verw achte aantal aftappen, ⋅ de tijd die nodig is voor het leeghalen van de put w orden besloten of na elke aftap met de straalpijp gekoeld w ordt. Het streven blijft, om zoveel mogelijk te w erken volgens de planmatige tap- en koelmethode. - De afvoer van stukslak voor verw erking tot w egverhardingsmateriaal geschiedt met motorschop en vrachtw agens. 1.2.7.5 Afw ijkende bedrijfsvoering Ten gevolge van de ontw ikkeling van w aterstofgas kunnen zich bij het granuleren explosies voordoen. Om de gevolgen van een eventuele explosie te beperken, bevinden zich explosiekleppen boven de granulatie-goot en in de dampafscheidingsketel. Als de slakafvoer naar de granulatie stagneert, w ordt dit door een niveau-meting in de dampafscheidingsketel gesignaleerd. De slakstroom w ordt dan omgeleid naar een droge put of het aftapgat van de hoogoven w ordt gesloten. Bij storingen kan zow el het bezinkbassin als het kooksfilter overbrugd w orden. Droge slakputten: De installatie w ordt zoveel mogelijk bediend zoals bij het planmatige aftappen gebruikelijk is. Bij storingen of noodzakelijk onderhoud w ordt, afhankelijk van het aantal aftappen, per geval bepaald hoe gekoeld gaat w orden: ⋅ met de granulatie-sproeier óf ⋅ met alle sproeiers bij de put. Bij een kortstondige calamiteit met tw ee à drie aftappen achter elkaar, zal bij een niet toegestane w indrichting niet gekoeld w orden.
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
blz.1-26
1.2.8 Gasreiniging (zie bijlage 21) 1.2.8.1 Doel en installatie Doel: het verw ijderen van stof uit ruw hoogovengas, benevens het koelen van het gas. Installatie (per hoogoven): - valleiding - stofzak - stofcondensbak - w aterslot - Bischoffw asser - w aterafscheider - verzamelbak - gasleiding - w atersysteem 1.2.8.2 In- en uitgaande stoffen EB.05
PR.10 HU.22 HU.28
PR.11 HU.25 HU.28
gasreiniging
RC.40 PR.10 HU.22 HU.28
ruw hoogovengas WRK-water circulatiew ater
EB.05 PR.11 RC.40 HU.25
stoomcondensaat gereinigd hoogovengas stofzakstof hoogovengascondensaat
1.2.8.3 Werkwijze Het met stof verontreinigde hoogovengas gaat van de top omlaag naar de stofzak. Door de geringe snelheid in deze grote ruimte zakt het grove stof uit en verzamelt zich onderin. Dan volgt een w assing van het gas in de Bischoffw asser, w aarbij het fijne stof w ordt afgevangen. Dit gebeurt met circulerend w ater dat in de Waterreiniging w ordt gereinigd en gekoeld. De w asser w erkt tevens als gaskoeler. Het gereinigde gas expandeert na w assing in een turbine, die een generator aandrijft (zie de vergunningsaanvraag van de w erkeenheid Energiebedrijf, deel Centrales). Als de turbine buiten bedrijf is, kan de druk geregeld w orden door het instellen van de kelen in de Bischoffw asser. Met lage druk stroomt het gas vervolgens naar diverse afnemers bij Corus Staal.
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz.1-27
1.2.8.4 Milieu-punten - Het stof uit de stofzak w ordt afgevoerd naar de Sinterfabriek. Evt. aanw ezig w ater w ordt afgevoerd naar de w aterreiniging. - Het stofrijke water uit de Bischoffwasser gaat naar de Waterreiniging en wordt na 3 reiniging hergebruikt. Bij Hoogoven 6 circuleert gemiddeld 600 m /h; bij Hoogoven 7 is 3 dit 700 m /h. Indien het proces tijdelijk meer koeling vereist door een hogere gastemperatuur, neemt deze stroom aanzienlijk toe. - De hoeveelheid gascondensaat is moeilijk vast te stellen omdat zow el temperatuur en druk van het gas, alsook de buitentemperatuur van de gasleiding, sterk varieert. Gascondensaat dat ontstaat in het leidinggedeelte dat niet tot de Werkeenheid Hoogovens behoort, stroomt eveneens terug naar de Waterreiniging (zie aanvraag van Energiebedrijf, deel Centrale). 1.2.8.5 Afwijkende bedrijfsvoering Bij een hoogovenstilstand w ordt de hoogoven gescheiden van het gasnet door het vullen van het w aterslot met WRK-water. De afvoer van de w atersloten staat via de verzamelbak aangesloten op de w aterreiniging. Voor het inert houden van de oventop en de stofzak tot en met het w aterslot, w ordt in de stofzak gedurende tien minuten stoom geïnjecteerd en daarna stikstof. Op de oventop w ordt gedurende de gehele stilstand stoom of stikstof geïnjecteerd. 3 Tijdens het stilzetten en aanblazen van een hoogoven komt circa 4.000 m hoogovengas vrij. Na een stilstand w ordt het condensw ater van de stoom van de stofzak via de stofcondensbak afgevoerd naar de Waterreiniging. Het condensaat van de top loopt in de oven. Bij het stilleggen van een hoogoven voor groot onderhoud kan de bijbehorende gasreinigingsinstallatie met lucht (en stoom) w orden ontgast, nadat deze door mechanische brillen van het gasnet is afgesloten. Vaak w ordt daarna het topgas boven de ovenlading aangestoken, w aarbij stoom- en stikstofinjectie, ten behoeve van het inert houden, meestal gestopt w orden.
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
blz.1-28
1.2.9 Waterreiniging (zie bijlage 22) 1.2.9.1 Doel en installatie Doel: het voor hergebruik reinigen en koelen van het met stof vervuilde w ater uit de gasreiniging van Hoogoven 6 en 7. Installatie: - drie indikkerbassins - drie w aterkelders - pompen - tw ee slibvaten - drie hydrocycloon-units - slibtussenvat - tw ee filterpersen - vacuümtrommelfilter - verlading container/vrachtw agen - koeltoren - chemic aliëndoseringen
- w ater- en riools ysteem - decanter - w atersuppletie en spui
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
blz.1-29
1.2.9.2 In- en uitgaande stoffen HU.22, HU.25 HU.27, HU.28 HU.29, HU.35 HU.36, HU.38 HU.39, HU.41 HU.42, HU.43 HU.44, HU.45
RC.41 HU.22 HU.25 HU 26 HU.27 HU.28 HU.29 HU.31 HU.35 HU.36 HU.38 HU.39 HU.44 HU.45
HU.28
waterreiniging
RC.42
RC.43
WRK-suppletiew ater hoogovengascondensaat oxygascondensaat (vanaf ENB) Waterconditioneringsmiddel Circulatiew ater afstromend regenw ater spoelwater zandfilters Pompstation 6 en 8 Beitszuur MASH-w ater en/of ROZA-w ater koelwater van expansieturbine quenchw ater Verflijn gebruikelijke stoffen om vereiste kw aliteit te realiseren incidentele licht verontreinigde w aterstromen die het functioneren van de w aterreiniging niet beinvloeden
AF.01 RC.41 RC.42 RC.43 AF.01
filterkoek zinkarm spui naar biologische reiniging e Filterkoek zinkarm 3 trap filterkoek zinkrijk
HU.41 HU.42 HU.43
Natriumsulfide Zw avelzuur Poly-electroliet
1.2.9.3 Werkwijze Het water dat door de natte wassing van de Gasreiniging stroomt, neemt het fijne stof op en stroomt naar de Waterreiniging. Eerst wordt in bassins het stof, dat onder andere verschillende metalen bevat, van het water gescheiden door bezinking (slibvorming). Met een hydrocyclonage-systeem wordt het slib daarna gescheiden in een zinkrijke-, een e zinkarme en een zinkarme 3 trap fractie. In de cyclonen van de eerste trap vindt een scheiding plaats op korrelgrootte, waarbij zinkrijk en zinkarm gescheiden worden. Afhankelijk van de situatie wordt een tweede cycloon gekoppeld aan de eerste. De zinkrijke stroom e wordt vervolgens gescheiden in een zinkrijke- en zinkarme 3 trap fractie. De zinkrijke fractie gaat via het slibtussenvat en de filterpersen naar de opslag in het duin. De zink-arme onderloop gaat via een trommelfilter (voor ontwatering) naar de Sinterfabriek en wordt e daarna opnieuw ingezet in de hoogovens. De zinkarme 3 trap fractie wordt, indien de Zinkbalans van Hoogovenmöller dit toelaat, heringezet via de Sinterfabriek. Mocht de zinklast van de beide hoogovens dit niet toestaan, dan kan het materiaal van de 3e trapfractie ook worden opgenomen in de duin-opslag. Het filtraat stroomt terug naar de indikkerbassins. Het water dat uit de indikkerbassins overloopt wordt verzameld in schoonwaterkelder 11 en 12
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz.1-30
en teruggepompt naar de Gasreiniging. Een deel stroomt via schoonwaterkelder 13 naar de koeltoren en wordt dan toegevoegd aan de retourstroom naar de Gasreiniging. 1.2.9.4 Milieu-punten - De koeltoren die nodig is om het w ater te koelen, voordat het naar de Bischoffw asser gaat, dient tevens als beluchtingsinstallatie. Zow el een te hoge CO-concentratie als een te lage pH-w aarde w ordt daarmee voorkomen. - Om 'indikken' van het reinigingsw ater te voorkomen w ordt een deel van het reinigingsw ater gespuid. Dit vindt plaats via bezinkbassin 13. Vanaf bezinkbassin 13 w ordt het w ater via een ondergrondse leiding naar de biologische reiniging van Kooksfabriek 2 verpompt. In 1999 loosde de w aterreiniging nog op het riool. In deze situatie ontstonden bij verstoringen van het Hoogovenproces grote problemen met de beheersing van de effluentkw aliteit van de w aterreiniging. In overleg met RWS zijn destijds diverse verbeteringen doorgevoerd, zoals de suppletie van Mash-w ater en Natriumsulfide. Toch bleven door onbegrepen verstoringen in de procesvoering overschrijdingen van de lozingsnorm plaatsvinden. O.a. deze problemen hebben de doorslag gegeven om de BIO2000 te bouw en. Door lozing van de spuistroom van de w aterreiniging op de BIO2000 is een geheel nieuwe bedrijfssituatie ontstaan, w aardoor een procescalamiteit nagenoeg geen invloed meer heeft op het oppervlaktew ater. Door gebruik te maken van dit dubbelgeschakelde reinigings-systeem is echter het accent van reiniging verschoven. Voorheen lag het reinigingszw aartepunt in de w aterreiniging van Hoogovens, nu ligt dit zw aartepunt in de BIO2000. Dat betekent dat de spuistroom naar de BIO2000 slechter van kw aliteit is dan de spuistroom die voorheen op het oppervlaktew ater geloosd w erd. Als om reden van processtoring, calamiteit, onderhoud e.d. (zie afw ijkende bedrijfsvoering ) niet op de BIO2000 geloosd kan w orden, zal deze spuistroom geloosd w orden op het opperlaktew ater. In dit geval moet rekening gehouden w orden met een lozing op het oppervlaktew ater met een slechtere kw aliteit dan voorheen. Al met al is door de nieuwe bedrijfssituatie de geloosde jaarvracht van diverse componenten sterk afgenomen. - De kw aliteit van het circulerende koelwater w ordt op peil gehouden door het als koelw ater bij de expansieturbines gebruikte WRK-water toe te voegen (HU.38) en vers WRK-water te suppleren in de vuilwaterstroom van de hoogovens naar de indikkers. - In bassin 11 en 12 w ordt een conditioneringsmiddel toegevoegd om carbonaat-afzetting tegen te gaan. - Het suppleren van sulfide-houdend w ater van de mengerafslakstand (MASH-w ater) bevordert het neerslaan van zw are metalen in bezinkbassin 13. Het MASH-w ater w ordt aangevoerd met tankwagens. Bij een tekort aan MASH-w ater w ordt natriumsulfide gedoseerd. Inmiddels w ordt w ater van de slakpannen van de Oxystaalfabriek (zogenaamd ROZA-w ater) als alternatief voor MASH-w ater aangew end. - Voor het reinigen van het vacuümtrommelfilter w ordt een geringe hoeveelheid beitszuur gebruikt.
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz.1-31
- De filterkoek zinkrijk en eventueel de 3e trap fractie w orden met een vloeis tofdichte transportbak naar het opslagterrein vervoerd. De filterkoek zinkarm w ordt in containers vervoerd. - Van buiten de w erkeenheid Hoogovens gaat het gascondensaat van de expansiegasturbines, de sifons van de hoogoven- en oxygasleiding (HU.25 en HU.26), spoelwater zandfilters Pompstation 6 en 8 (HU.31) en condensaat van de stoomketels in de w erkeenheid Energiebedrijf naar de Waterreiniging. Ook het afstromend hemelw ater van de opslag "filterkoek zinkrijk" gaat naar de Waterreiniging. - Het quenchw ater van de verflijn w ordt eveneens behandeld in de w aterreiniging. 1.2.9.5 Afwijkende bedrijfsvoering Bij een defect aan het hydrocyclonage-systeem w ordt het slib uit de indikkers rechtstreeks naar het slibtussenvat gepompt. Door preventief en gepland onderhoud w ordt zoveel mogelijk voorkomen dat deze situatie ontstaat. Bij een tijdelijk vergroot aanbod van stof uit de gasreiniging kan het slib w orden gebufferd in de indikkers. De soortelijke massa van het slib is dan tijdelijk groter. Bij storing in de elektriciteitsvoorziening kunnen dieselmotoren gestart w orden die noodpompen aandrijven. De vereis te minimale w atertoevoer naar de Gasreiniging is daarmee verzekerd. Het w ater dat via bezinkbassin 13 naar de biologische reiniging van de Kooksfabrieken gespuid w ordt, bevat o.a. een geringe hoeveelheid zink. De biologische zuivering is bestand tegen een gering aanbod van zink. Een aantal keren per jaar komt het voor dat het zinkgehalte in het w ater van de w aterreiniging sterk stijgt. Ondanks de inzet van MASH-w ater en dosering van natriumsulfide kan het zinkgehalte van het w ater van de w aterreiniging aan de hoge kant zijn. De oorzaak hiervan is nog steeds niet geheel bekend maar is gelegen in het proces van de hoogoven. Het proces van zinkopname vanuit de hoogoven in het w ater is niet te beinvloeden. Omdat niet bekend is w elke zinkconcentratie probleemloos (zonder verstoring van het biologisch afbraakproces) in de BIO2000 verw erkt kan w orden, kan er in dat geval niet zomaar geloosd w orden naar de BIO2000. Mocht namelijk door een te hoog zinkgehalte het proces in de BIO2000 verstoord raken, dan duurt het minimaal 1 maand om deze w eer in bedrijf te krijgen. In overleg met Rijksw aterstaat zijn daarom afspraken gemaakt over de eisen, die gesteld w orden aan het Zn-gehalte van de spuistroon naar de BIO2000. Zie daarvoor Hfst. 6.4. Indien in uitzonderlijke gevallen niet aan deze eisen voldaan kan w orden, w ordt de spuistroom niet geloosd naar de BIO2000 maar op het riool en dus op oppervlaktew ater. Deze maatregel heeft een beter milieu-effect dan het vergif tigen van de BIO2000. In enkele andere (uitzonderlijke) gevallen is het w ederom niet mogelijk om de spuistroom uit bezinkbassin 13 te lozen naar BIO2000, namelijk: a. bij een verstoring bij de werkeenheid Hoogovens; b. bij uit bedrijfname van BIO2000 (bijvoorbeeld bij storing in de BIO2000); c. bij planmatige controlewerkzaamheden of onderhoud aan de ondergrondse transportleiding die eigendom is van de Kooksfabrieken (minimaal éénmaal per jaar of zoveel vaker als nodig blijkt voor een tijdsduur van ca. 2 dagen per jaar) of ander
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz.1-32
planmatig onderhoud/inspecties van Hoogovens/ Kooksfabrieken waardoor lozing naar de BIO2000 tijdelijk niet mogelijk is. Ook in deze gevallen wordt de spuistroom geloosd op het riool en dus op oppervlaktewater.
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
blz.1-33
1.2.10 Opslag filterkoek (zie bijlage 23) 1.2.10.1 Doel en installatie Doel: tijdelijke opslag van slib van de Waterreiniging. Installatie: - opslagterrein zuid - opslagterrein noord - mobiele stort- en verlaadinrichtingen 1.2.10.2 In- en uitgaande stoffen
AF.01 HU.37
opslag
HU.29
AF.01 AF.01 HU.37
filterkoek zinkrijk korstvormend middel
HU.29
afstromend regenw ater
Filterkoek zinkrijk is de stof die na hydrocyclonage in de w aterreiniging overblijft. Deze stof w ordt opgeslagen op het opslagterrein, in afw achting van verdere bew erking (intern of extern). In het verleden, toen hydrocyclonage nog geen onderdeel w as van de w aterreiniging, w as er geen scheiding mogelijk tussen zinkarm en zinkrijk slib. Het slib w erd onbewerkt gestort op opslagterrein zuid. Het grootste deel van deze onbewerkte stroom is inmiddels verw erkt. Naar schatting is er nog ca. 33.000 ton van deze filterkoek onbewerkt in niet herw inbare vorm (w ant inmiddels vermengd met door hydrocyclonage bew erkte filterkoek) in opslag aanw ezig. Deze stroom zal gezamenlijk met de overige filterkoek verw erkt w orden. Beide opslagen hebben een capaciteit van circa 320.000 ton gerekend met een stortdichtheid van 1.35 bij een storthoogte van 20 m N.A.P. De volgende maatregelen zijn getroffen om de opslagcapaciteit maximaal te benutten en het totaal volraken te voorkomen: 1. Derde trap hydrocyclonage: Door installatie van een derde trap voor hydrocyclonage in de waterreiniging is het ontstaan van zinkrijk filterkoek gereduceerd. 2. Aanleggen toerit zuidelijke opslag: De zuidelijke toerit is gesloten en deze ruimte wordt nu als opslag gebruikt. De filterkoek wordt aangevoerd via een weg over de naastgelegen oxykalkslikberg. Hiertoe is aan de noordzijde de folielaag verlengd tegen de oxykalkslikberg aan en de ruimte tussen beide opslagen opgevuld met filterkoek. 3. Afvoer zinkrijk stof naar DK Recycling und Roheisen GMBH in Duitsland: Met DK in Duitsland zijn contracten afgesloten om in 2000 zinkrijk hoogovengasstof te gaan
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz.1-34
verwerken. Daarnaast is in principe besloten jaarlijks 35.000 ton zinkrijk hoogovengasstof aan DK te leveren. (zie 1.2.10.4) 4. Beide opslagen verhogen naar +30 m N.A.P: Met het bevoegd gezag (PNH) zijn afspraken gemaakt (zie hiervoor verzoek wijziging voorschriften d.d. 4 mei 2000 en de beschikking d.d. 2 oktober 2000 nr 2000-18171) om de opslag te kunnen verhogen naar 30 m N.A.P. Mocht alsnog een tekort aan opslagcapaciteit ontstaan omdat de afvoer naar extern stagneert, dan zullen beide opslagen tot +30 m N.A.P. worden gevuld. Aan het bevoegd gezag zal gemeld worden voordat begonnen wordt met het verder verhogen vanaf +20 m NAP (zie bijlage 23 voor toekomstverwachting opslag). 1.2.10.3 Werkwijze Filterkoek zinkrijk w ordt vanaf de Waterreiniging aangevoerd met vloeis tofdichte transportbakken en over de opslag verdeeld met een motorschop. Een deel van het geproduceerde of opgeslagen filterkoek zinkrijk w ordt naar extern afgevoerd. 1.2.10.4 Milieupunten - Onder de opslagen is een solide bodem-afdichtingsconstructie aangebracht. Voor de technische uitvoering van de opslag is gerefereerd aan de richtlijnen "onderafdichtingsconstructies voor stort- en opslagplaatsen (nr. 1993/2)". De onderafdichting bestaat uit een met bentoniet gevuld geotextieldoek met daarover 2 mm HDPE-folie. - Afstromend, licht verontreinigd regenw ater (HU.29) w ordt door drainage verzameld en naar de Waterreiniging verpompt. De leiding w ordt periodiek geinspecteerd. - Tw eemaal per jaar w orden monsters van het grondw ater genomen. Hiertoe zijn peilbuizen geplaatst (zie bijlage 23). Indien de uitslag van monsters daar aanleiding toe geeft kunnen meer peilbuizen w orden geplaatst. Dit sluit aan bij het systeem zoals nu w ordt gehanteerd voor de eerste tijdelijke opslag en het Oxykalkslikdepot. - Voor de resultaten van uitloogproeven: zie bijlage 24 - Om stofverspreiding tegen te gaan kan een korstvormend middel over de opslagen w orden aangebracht. Bij onaanvaardbaar stuiven tijdens w erkzaamheden aan de opslag w ordt met WRK-water óf een korstvormend middel gespoten. - De recycling van filterkoek is in studie. Inmiddels w ordt er sinds 1996 uitgebreid onderzoek verric ht naar een geschikte verw erkingsmethode voor zink- en loodhoudende reststoffen, een onderzoek w aar veel geld en tijd mee gemoeid is. Dit onderzoek heeft als doel ervoor te zorgen dat er een geschikte verw erkingsmethode voor het zinkhoudende filterkoek beschikbaar komt zodat aan de eisen (opslag zuid leeg in 2012 en opslag noordleeg in 2019) kan w orden voldaan. In de w erkgroep zink- en loodhoudende reststoffen (w aarin ook overheid vertegenw oordigd is) w orden resultaten van deze studie e.d. regelmatig gerapporteerd en besproken en kan de overheid indien nodig invloed uitoefenen. Omdat het vinden van een geschikte verw erkingsmethode moeilijk is en Corus ondanks de tegenslagen toch aan de genoemde eisen w il voldoen, is er voor gekozen om de
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
blz.1-35
zinkhoudende filterkoek voor recycling in een 5-jaar contract op basis van 35.000 ton/jaar af te voeren naar DK Recycling und Roheis en GMBH in Duitsland. Over de jaren 1999 en 2000 betrof de totale afvoer 37.000 ton, in 2001 is de afvoer uitgekomen op ongeveer 28.000 ton. In 2002 is 41.000 ton afgevoerd. In 2003 is 48.000 ton afgevoerd (in overleg met de provincie deels naar de deponie). In 2004 is de verw achting 35.000 ton af te voeren, deels naar andere bestemmingen die volgens de ladder van Lansink in overleg met het bevoegd gezag w orden gekozen. Naar verw achting zal in 2005 circa 35.000 ton w orden afgevoerd. In de komende jaren zal jaarlijks 35.000 ton zinkhoudend hoogovengasstof naar DK Recycling und Roheis en w orden afgevoerd. Op deze w ijze zal door de afvoer van 35.000 ton per jaar de zuidelijke opslag in 2012 mogelijk kunnen w orden beeindigd. Het onderzoek naar een geschikte verw erkingsmethode zal in de afgesproken omvang voortgezet w orden. Als er een geschikte verw erkingsmethode w ordt gevonden, zal er een toepassingsplan gemaakt w orden. Indien in 2009 nog geen geschikte verw erkingsmethode gevonden is, zal opnieuw beslis t moeten w orden over hoe verder te gaan. Als er uiteindelijk geen geschikte verw erkingsmethode w ordt gevonden, zal er w orden overgegaan tot het inrichten van een definitieve stort die aan alle eisen van langdurige opslag voldoet, zoals aangegeven in de door het bevoegd gezag gestelde voorschriften in de vigirende vergunning. - Op de noordelijke opslag mag tot uiterlijk 2019 filterkoek zijn opgeslagen. 1.2.10.5 Afwijkende bedrijfsvoering Niet benoembaar.
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz.1-36
1.2.11 Mengerontzw aveling De mengerontzw aveling (MOZ) is niet meer in gebruik, echter de installatie zal niet w orden gesloopt. Installatie: - gebouw met mengersporen - aanvoer- en losinrichting voor ontzwavelingsmiddel - stofzuigsysteem - voorraadbunker met ontstoffingsfilter - tw ee doseerbunkers - tw ee lansbedieningen - acetyleen detectoren - tw ee afzuigingen - tw ee ontstoffingen
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
blz.1-37
1.2.12 Mengerafslakstand (zie bijlage 26) 1.2.12.1 Doel en installatie Doel: verw ijderen van de slak die zich bij het ontzwavelen op het ruw ijz er heeft gevormd. Installatie: - kiepput voor regenw ater - stand met brander voor drogen van slakpan - gebouw - slakpanw agens met verhaallier - hark met verrijdbaar bordes - cabine - w indschermen - afzuiginstallatie - acetyleen (C2H2)-detectoren - ontstoffingsinstallatie - tw ee koelsporen (op enige afstand) - opstel/parkeer spoor - sproeistand slakpankoelen (noodvoorziening) Na ingebruikname van de ruw ijz erontzw avelingsinstallatie (ROZA1 en 2) bij Oxystaalfabriek 2 is de MASH in gebruik voor behandelen van vervuilde mengers en steek-skimmer mengers en voor afvoeren van slak uit mengers en w erkzaamheden aan mengers. De koelsporen w orden door de Oxystaalfabriek gebruikt. In- en uitgaande stoffen EL.45 EL.46 PR.02 HU.01 HU.22
mengerafslakstand
RC.55 PR.02 HU.01 HU.22
ontzwaveld ruw ijz er aardgas WRK-water
PR.03 HU.36
RC.60 EL.45 EL.46
ontstoffing koeling slakpannen
RC.55 RC.60
filterstof MASH-slak
HU.36 PR.03
MASH-w ater ontslakt ruw ijz er
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz.1-38
1.2.12.2 Werkwijze Een ontzwavelde ruw ijz ermenger w ordt onder de installatie gereden en iets gekanteld. De w indschermen gaan omlaag en het bordes w ordt uitgereden. Tevens is de afzuigkap dan aangesloten op de ontstoffingsinstallatie. Op een naastgelegen, lager liggend spoor staan slakpanw agens gereed voor het opvangen van de slak. Met een pneumatisch bediende hark w ordt de slak in een slakpanw agen overgebracht. Met een verhaallier w orden slakpanw agens gepositioneerd. Vóór gebruik w orden de slakpanw agens boven de kiepput ontdaan van regenw ater, dat naar het riool w ordt afgevoerd. Daarna w ordt de pan gedroogd door aardgasbranders. Dit voorkomt explosies bij het ingieten van de slak. n.b.: De ROZA’s bij Oxystaalfabriek 2 hebben het ontzwavelen en afslakken overgenomen. De afslakstand blijft in bedrijf om mengers af te slakken, steekskimmer mengers te behandelen en mengermonden schoon te maken en om w erkzaamheden aan mengers uit te voeren. 1.2.12.3 Milieu-punten - In het ontstoffingsfilter, een doekfilter met automatische reiniging, w ordt het stof tijdens het afslakken afgevangen. Het stof w ordt periodiek met tankwagens afgevoerd en vervolgens hergebruikt. - Een slakpannentrack (vijf w agens) is bij vol-continue MASH bedrijf in circa 24 uur gevuld. Daarna w ordt de track op een koelspoor opgesteld, afgevuld met w ater en circa 40 uur gekoeld. In verband met verdamping w ordt het w ater steeds aangevuld. De overloop (MASH-w ater) w ordt afgevoerd naar een opvangbak en met tankwagens naar de 3 Waterreiniging vervoerd. Gemiddeld w ordt op deze manier bij vol bedrijf dagelijks 20-40 m MASH-w ater verw erkt. - Op de Ontstoffingsinstallatie van de MASH is de MOG aangesloten. In de aansluitleiding naar de MOG is een omschakelklep geplaatst. De processen worden zo geregeld, dat afslakken op de MASH en activiteiten op de MOG, die afzuigcapaciteit vragen, niet gelijktijdig kunnen plaatsvinden 1.2.12.4 Afwijkende bedrijfsvoering Als men de installatie door storing niet kan gebruiken, w ordt het ruw ijz er overgegoten in een ruw ijz erpan en daarin afgeslakt. Dit leidt tot vervuiling van de menger en een hoger zw avelgehalte van het ruw ijz er. Bij uitval van de ontstoffingsinstallatie w ordt het afslakken gestopt tot de storing is verholpen. Om bij evt. doorbraak een slakpan snel te kunnen afkoelen, is een sproeistand aanw ezig. In noodsituaties kan overloop van het slakkenpankoelwater (MASH-w ater) naar het riool plaatsvinden.
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
blz.1-39
1.2.13 Slakput bij kooksfabriek 2 (zie bijlage 5) 1.2.13.1 Doel en installatie Doel: opslag en bew erken van MASH-slak voor recycling. Installatie: - spoor voor slakpanw agens - slakput - opslag - mobiele: - dieplepel - zeven - brekers - ontijz erinstallaties Door ingebruikname van de ruw ijz erontzw avelingsinstallatie (ROZA1 en 2) bij Oxystaalfabriek 2 is de MASH (en de slakput) nog slechts incidenteel in gebruik. 1.2.13.2 In- en uitgaande stoffen EB.15
RC.60 HU.22 RC.60 HU.22
1.2.13.3
RC.61 RC.62 RC.63
MASH-slak verwerking
MASH-slak WRK-water
RC.61 RC.62 RC.63 EB.15
MASH-mix 1 MASH-mix 2 grof schrot spuitw ater
Werkwijze
De MASH-slak w ordt met slakpanw agens vervoerd naar de slakput bij Kooksfabriek 2 en daar geleegd met behulp van dieplepel en jackerhamer. In opdracht van de w erkeenheid Hoogovens w ordt de MASH-slak door de MultiServ Holland BV door middel van zeven, breken (beulen) en ontijz eren in verschillende fracties en stoffen gescheiden. Hierbij ontstaan: ⋅ MASH-mix 1: grof schrot dat bij Hoogoven 7 w ordt ingezet; ⋅ MASH-mix 2: fijn schrot dat naar de Sinterfabriek gaat; ⋅ Grofste schrot-fractie die aan derden w ordt geleverd.
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz.1-40
1.2.13.4 Milieu-punten Indien stofvorming plaatsvindt w ordt tijdens het storten gesproeid met WRK-water. Slakpanbodems w orden schoongespoten door een w agen met spuitkanon. De nu aangeboden MASH-slak w ordt geheel hergebruikt. Een plan voor de sanering van de reeds opgeslagen MASH-slak w ordt gemaakt. Momenteel vermindert de historische opslag al door regelmatige inzet in de Sinterfabriek. 1.2.13.5 Afwijkende bedrijfsvoering N.v.t.
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
blz.1-41
1.2.14 Centraal mengerpark (zie bijlage 4) 1.2.14.1 Doel en installatie Doel: uitvoeren van onderhoud en herstelw erkzaamheden aan ruw ijz ermengers. Installatie: - spuitstand ten behoeve van het reinigen van mengerpantsers en slakpannen; hier kunnen mengers ook opengebrand w orden; - zeven opgestelde opstookbranders - koelventilator voor het afkoelen van uit bedrijf genomen mengers - schoonmaakstand mengermonden en slakpannen; - w ielwisselput - mengeromkeergebouw , zie 1.2.17 1.2.14.2 In- en uitgaande stoffen EL.47
HU.05 HU.22
Centraal mengerpark
RC.70
HU.05 HU.22
EW.15
kooksovengas WRK-water
RC.75
RC.80
EL.47
rookgasbranders
EW.15 spuitw ater van reiniging RC.70 RC.75 RC.80
slak inw endige reiniging ijzeroxide mengsel van ijzer- en slakresten
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz.1-42
1.2.14.3 Werkwijze Op het Centraal Mengerpark w orden mengers en slakpanw agens onderhouden. Dit betreft: ⋅ voorverw armen van in bedrijf te nemen mengers ⋅ w armhouden van niet in gebruik zijnde mengers ⋅ uitvoeren van mechanisch en elektrisch onderhoud aan mengers en slakpanw agens ⋅ schoonmaken van mengermonden ⋅ reinigen mengerpantsers en slakpannen ⋅ openbranden van mengers Op een andere locatie (bij de ertsmengvelden) vinden de volgende activiteiten plaats: ⋅ schoonmaken van de mengerbemetseling met w ater ⋅ incidenteel koelen van uit bedrijf genomen mengers met ventilator 1.2.14.4 Milieu-punten - Met kooksovengas-branders kunnen mengers w orden voorverw armd of w armgehouden. - Bij de schoonmaakstand voor mengermonden en slakpannen w orden vastzittende ijzeraangroeiïngen mechanisch verw ijdert. Afvoer vindt plaats naar de Multis erv Holland BV. - Op de spuitstand kan met WRK-water onder hoge druk het pantser van de menger w orden schoongespoten. Het verw ijderde ijzeroxide bezinkt in een, door overlopen gescheiden, put en w ordt daarna afgevoerd naar MultiServ Holland BV. Het w ater w ordt na bezinking geloosd op het riool (EW.15). - Mengers w orden opengebrand met brandpijpen met behulp van zuurstof. Uitvoering vindt zoveel mogelijk plaats onder de ontzwavelingstoren bij de Mengerontzw aveling in verband met de daar aanw ezige afzuiging. Een alternatief voor deze activiteit is de spuitstand. 1.2.14.5 Afwijkende bedrijfsvoering N.v.t.
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
blz.1-43
1.2.15 Stop- en Stampmassafabriek (zie bijlage 27) 1.2.15.1 Doel en installatie Doel: de fabric age van stampmassa en stopmassa respectievelijk voor de ruw ijz er- en slakgoten in de ovenhuisvloeren en voor de stopmachines. Installatie: - perslucht-verlading - bunkerontstoffingen - vijf voorraadbunkers - schappenafzuiging - tw ee voorbunkers - droogtrommel met brander - cycloon en filter - schroef- en kettingtransporteurs - acht dagbunkers - w eegbunker - doseerschroeven - mixer - teer- en w aterdosering - tw ee kneedmachines - inpakinstallatie - containerloods en schappenopslag - product-controle ruimte 1.2.15.2 In- en uitgaande stoffen EL.50
gr.2 HU.01 HU.22 gr.2 GR.51 GR.52 GR.53 GR.54 GR.55 GR.56 GR.57 GR.61 GR.62 GR.63 GR.64 GR.65 GR.66
Stop- en stampmassa fabriek
HU.50 HU.51 HU.55
groep 2: teer HU.01 aardgas siliciumcarbide HU.22 WRK-water siliciumnitride kyaniet EL.50 ontstoffing koolstof poederklei HU.50 stampmassa teergebonden (incidenteel) bauxiet HU.51 stampmassa w atergebonden slurry HU.55 stopmassa petroleumkooks Kunsthars Al-poeder Si-poeder Andere SiO2/Al2O3 producten
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
blz.1-44
1.2.15.3 Werkwijze Deze fabriek produceert het vuurvaste bekledingsmateriaal voor de goten en de stopmassa voor het afsluiten van de aftapgaten van de hoogoven. Daarbij w orden de volgende grondstoffen gebruikt: bauxiet, teer, siliciumcarbide, siliciumnitride, kyaniet, antraciet, grafiet, w ater, poederklei en toeslagstoffen. Het materiaal w ordt aangevoerd met bulkwagens of in zakken. De bulkwagens w orden pneumatisch geleegd in voorraadbunkers. Via een gasgestookte droogtrommel met ontstoffing w ordt een deel van het materiaal getransporteerd naar dagbunkers. Van hieruit w ordt in de w eegbunker gedoseerd. Deze w eegbunker stort de verschillende materialen in een mixer. Daarna gaat het naar tw ee meng/kneedmachines, w aarop een vloeis tofdosering is aangesloten. De stopmassa w ordt in vorm geperst, gesneden, verpakt en opgeslagen in bakken die in een loods w orden geplaatst. De stampmassa w ordt vanuit de meng/kneedmachines per transportband naar diverse schappen gebracht en daar als stortgoed opgeslagen. De stampmassa w ordt in containers via de w eg naar de ovenhuizen vervoerd. 1.2.15.4 Milieu-punten - Alle bunkers zijn voorzien van ontstoffingsinstallaties. Deze komen alleen tijdens het verladen in actie. Het gevangen stof valt terug in de bunkers. - Als de droogtrommel in bedrijf is, staan de ontstoffingsinstallaties van de trommel en de dagbunkers bij. Het stof valt terug in de bunkers. - Een buiten opgestelde tankwagen fungeert als extra voorraadbunker (stofdichte, pneumatische verlading). - De brander voor de droogtrommel w ordt gestookt op aardgas. - De stampmassa w ordt als stortgoed opgeslagen in schappen en met de motorschop in containers verladen. Bij geopende roldeur zorgt een afzuiging voor afvoer van teerdampen via een schoorsteen. - Dezelf de afzuiging is aangesloten op de inpaklijn voor de stopmassa. Dit materiaal w ordt in vaste, verpakte brokken in containers geladen en in een nabij gelegen loods opgeslagen. - Een deel van de geproduceerde stop- en stampmassa w ordt verkocht aan derden. - Stampmassa is onder normale omstandigheden w atergebonden. Alleen in noodsituaties (=incidenteel) w ordt teergebonden stampmassa gebruikt. Stopmassa is teergebonden 1.2.15.5 Afwijkende bedrijfsvoering Als een verkeerd materiaal in de bunker is geladen kan dit via een stortpijp naar buiten w orden afgevoerd (noodverlading).
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
blz.1-45
1.2.16 Calamiteitenputten (zie bijlage 28) 1.2.16.1 Doel en installatie Doel: het incidenteel opvangen van ruw ijz er dat niet direct bij Oxystaalfabriek 2 inzetbaar is en niet via productiegieten bij MultiServ Holland BV verw erkt kan w orden. Installatie: • put 21: ruwijzerput met gietbakken, 600 m2 • put 22: ruwijzerput met gietbakken, 800 m2 • put 23: ruwijzerput met gietbakken, 1.000 m2 • bedieningshuis voor kantelen menger • spoor 1.2.16.2 In- en uitgaande stoffen EL.55
PR.01 HU.22
EB.10
Calamiteitenputten
RC.85
PR.01
primair ruw ijz er
EB.10
koelwater
HU.22
WRK-water
EL.55
stof bij gieten
RC.85
putijz er
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
blz.1-46
1.2.16.3 Werkwijze Door nauw keurige afstemming tussen productie (door de w erkeenheid Hoogovens) en afname (door Oxystaalfabriek 2) blijft het tappen van ruw ijz er uit mengers op de calamiteitenputten tot een minimum beperkt. De calamiteitenputten zullen alleen gebruikt w orden indien de putten voor het gieten van ruw ijz er onder beheer van MultiServ Holland BV niet snel genoeg beschikbaar zijn of als er ontoelaatbare risico’s van beschadiging van de gietvoorziening is (zie bijlage 28). Hierbij w ordt gew erkt volgens/met de in de notitie beschreven procedures/criteria. Bovendien gebeurt tappen op de calamiteitenputten alleen: a) als de veiligheid van mensen in het geding is; b) indien het hoogovenproces ernstig verstoord is, c) w anneer de temperatuur van het ruw ijzer te laag is, d) indien de samenstelling van een lading ruw ijz er zodanig is dat deze bij Oxystaalfabriek 2 niet inzetbaar is (b.v. te hoog silicium-gehalte), e) in andere gevallen na overleg met PNH Voor het opvangen van het ruw ijz er zijn 3 calamiteitenputten aanw ezig.Tapsnelheid is <7,5 ton/min. Bij het uitgieten van een 400-tons menger ontstaat daarbij een ruw ijz erplak van circa 8 cm dik. De gietvolgorde is put 23-22-21. De plak w ordt gebroken en afgevoerd met de motorschop. Het ruw ijz er w ordt als schrot ingezet bij Oxystaalfabriek 2. 1.2.16.4 Milieu-punten - In de calamiteitenputten zijn betonnen gietbakken van verschillende hoogte geplaatst. Daarmee kan de valhoogte van het uitstromende ruw ijz er minimaal gehouden w orden en de emissie van rook en stof beperkt blijven. De hoge gietbak w ordt bij kleine mengers niet gebruikt. - Koeling geschiedt zoveel mogelijk 'aan de lucht'. 1.2.16.5 Niet-gewone bedrijfsvoering In noodgevallen (groot aanbod van ruw ijz er) kunnen de putten 21, 22 en 23 cyclis ch w orden bedreven. Na elke gieting w ordt 15 minuten gekoeld met WRK-water, w aarna de ruw ijz erplak direct w ordt gebroken en afgevoerd. Als door een calamiteit nog meer ruwijzer moet worden getapt kunnen maximaal drie gietingen per put plaatsvinden. Ook dan wordt tussentijds 15 minuten gekoeld met WRKwater. Bij hoge uitzondering kan ook vloeibare slak in de putten worden gegoten.
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
blz.1-47
1.2.17 Het Mengeromkeergebouw (MOG) 1.2.17.1 Doel en installatie Doel: 1. Het uit bedrijf kunnen nemen van mengers door het uitgieten van resten ruwijzer met slak; 2. Het kunnen kiepen van mengers met accumulatie van grafiet/slak; 3. Het kunnen afschenken van mengers met teveel HO-slak. Installatie − gebouw met deuren − afzuiging aangesloten op de stofafzuiginstallatie van de MASH − watervernevelingsinstallatie − inpandige stortput 1.2.17.2 In- en uitgaande stoffen EL.55
RC.85 RC.70 HU.22
RC.85 RC.85 HU.22
stortput
ruw ijz er putijz er WRK-water
RC.85 RC.70
EL.55 RC.70 RC.85
stof bij gieten slak putijz er
1.2.17.3 Werkwijze Het MOG wordt gebruikt voor het kiepen van mengers, die uit bedrijf worden genomen en voor het kiepen van ruwijzer met grafiet en slak om opbouw van grafiet en slak in mengers te voorkomen. Daarnaast wordt de MOG gebruikt om mengers met te veel HO-slak af te schenken. Het gebouw is aan de in- en uitrijzijde voorzien van deuren, opdat tijdens de activiteiten het gebouw rondom is afgesloten om stofemissie naar de omgeving te voorkomen. In het gebouw is een watervernevelingsinstallatie om het uitgegoten ruwijzer/slak te koelen. Het koelen is noodzakelijk voor het schrikken van ruwijzer/slak ten behoeve het schoonmaken van de rails en tijdig vertrek van de menger en omdat het dan gemakkelijk gebroken kan worden voor afvoer. Periodiek wordt de put geleegd. De reststoffen worden verwijderd door een vrachtwagen met grijper. Hiervoor is een aparte afsluitbare zij-ingang.
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 1 Installatie en werkwijze
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz.1-48
1.2.17.4 Milieu-punten − Er is een afzuiginstallatie om stof in het gebouw af te zuigen. Deze afzuiginstallatie is aangesloten op de ontstoffingsinstallatie van de MASH. − In de aansluitleiding naar het MOG is een omschakelklep geplaatst. De processen worden zo geregeld, dat afslakken op de MASH en activiteiten in de MOG, die afzuigcapaciteit vragen, niet gelijktijdig kunnen plaatsvinden. − Het gebouw is aan de in- en uitrijzijde voorzien van deuren, opdat tijdens de activiteiten het gebouw rondom is afsloten om stofemissie naar de omgeving te voorkomen. − Tijdens het koelen met water ontstaat damp. Deze wordt via een schoorsteen afgevoerd. Deze dampen worden niet afgezogen, omdat vocht de werking van de filterzakken van de ontstoffingsinstallatie teniet doet. In principe ontstaat door het koelen van het ruwijzer/slak geen stofemissie. − Voor het breken van slak en ruwijzer wordt ter ondersteuning een sloopmachine ingezet. Tijdens deze activiteiten staat de afzuiging bij. 1.2.17.5 Afwijkende bedrijfsvoering Niet van toepassing
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 2 Produkt, grond- en hulpstoffen
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz. 2-1
Inhoudsopgave 2.
Produkt, grond- en hulpstoffen 2.0
Inleiding
2-2 2-2
2.1 Produkten 2-2 2.1.1 Tabel Produkten Hoogovens 2-2 2.1.2 Produkten Stop- en stampmassafabriek 2-2 2.2 Grondstoffen 2-3 2.2.1 Tabel Grondstoffen (HO-proces)* 2-3 2.2.2 Tabel Grondstoffen (HO-proces): overige milieuaspecten 2-4 2.2.3 Tabel Grondstoffen (Stop- en stampmassafabriek) 2-5 2.2.4 Tabel Grondstoffen (Stop- en stampmassafabriek): overige milieuaspecten 2-6 2.3 Hulpstoffen 2-7 2.3.1 Tabel Hulpstoffen (gasvormig) 2-7 2.3.2 Tabel Hulpstoffen (gasvormig): overige milieuaspecten 2-8 2.3.3 Tabel Hulpstoffen (vloeibaar) 2-9 2.3.4 Tabel Hulpstoffen (vloeibaar): overige milieuaspecten 2-10 2.3.5 Tabel Hulpstoffen (vast) 2-12 2.3.6 Tabel Hulpstoffen (vast): overige milieuaspecten 2-12
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz. 2-2
Hoofdstuk 2 Produkt, grond- en hulpstoffen
2. Produkt, grond- en hulpstoffen
2.0 Inleiding De cijfers van de produkt, grond- en hulpstoffen in deze aanvraag zijn afgeleid van de werkelijke hoeveelheden zoals die in 2000 - 2004 zijn in- of doorgezet met een extrapolatie naar het maximum produktieniveau van 7,0 mln ton ruwijzer per jaar. Opmerking Bij een normale procesvoering kunnen stoffen in het oppervlaktewater terecht komen (zoals koelwaterconditioneringsmiddelen). In een vertrouwelijke bijlage zijn de milieurelevante aspecten bij de lozing van deze stoffen opgenomen. 2.1 Produkten Dit zijn stoffen die binnen de Werkeenheid Hoogovens worden geproduceerd voor levering aan klanten buiten de Werkeenheid. Uitgangspunt voor alle cijfers is een produktieniveau van 7 mln ton ruwijzer per jaar.
2.1.1 Tabel Produkten Hoogovens Code
Produkt 4)
Jaar-doorzet
PR.03
ruwijzer
PR.11
hoogovengas
PR.21
slakzand
PR.22
stukslak droog
Hoogoven 6
Hoogoven 7
2,80 mln ton
4,20 mln ton 42.000 TJ
1)2)3)
0,68 mln ton 1)2)3)
1,02 mln ton 42.000 ton
1) gemiddelde samenstelling: 37% CaO, 32% SiO2, 10-18% Al2O3, 10% MgO 2) gemiddeld vocht% in slakzand en stukslak: 15% 3) In de tabel is uitgegaan van 250 kg slak per ton ruwijzer. In de praktijk zal dit varieren tussen 180 en 300 kg slak per tRY, afhankelijk van het ijzergehalte in de beschikbare ertsen en het as gehalte in de beschikbare kolen en kooks. 4) Verschuivingen in productievolume tussen beide hoogovens zijn mogelijk afhankelijk van de procesontwikkeling.
2.1.2 Produkten Stop- en stampmassafabriek Code
Produkt
PR.551) HU50
Totale produktie stampmassa
Jaar-doorzet stop-
en
20.000 ton
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz. 2-3
Hoofdstuk 2 Produkt, grond- en hulpstoffen
HU51 HU 55 1) Restcapaciteit fabriek wordt extern verkocht (PR55)
2.2 Grondstoffen
2.2.1 Tabel Grondstoffen (HO-proces)* Code
Benaming
Herkomst
Aanvoer
Doorzet / jaar
GR.01
sinter
Sinterfabriek + extern
transp. band
11,5 mln ton 1)
GR.02
pellets
Pelletfabriek + extern
transp. band
GR.03
kooks
Kooksfabrieken + extern
transp. band
2,1 mln ton
GR.04
kleintje kooks
Kooksfabrieken + extern
transp. band
280.000 ton
GR.05
bauxiet ruw
extern
vrachtw./trein/ schip
110.000 ton
GR.06
mangaanerts
extern
vrachtw./trein
10.000 ton
GR.07
SiO2-rijk stukerts
extern
vrachtw./trein
150.000 ton
GR.08
stukerts
extern
vrachtw./trein
700.000 ton
GR.09
kalksteen stuk
extern
vrachtw./trein
25.000 ton
GR.10
pellets
extern
vrachtw./trein
2,7 mln ton
GR.11
kooks
extern
vrachtw./trein
0,2 mln ton
GR.20
Kolen
kolenopslag
transp.band/ vrachtwagen
2 mln ton
GR.21
ilmeniet
extern
schip
70.000 ton
GR.22
Bij HOO gebruikelijke toeslagstoffen om slak- en ruwijzersamenstelling op juiste niveau te brengen
2)
* afhankelijk van de procesvoering en marktcondities kunnen de hoeveelheden sterk afwijken 1) Verhouding sinter / pellets is afhankelijk van de produktie en beschikbaarheid en kan varieren van 0-95 % sinter tot 0-95 % pellets. 2) Het begrip kolen omvat vele typen steenkool, waaronder onder andere antraciet en grafiet. Sommige van deze typen steenkool kunnen ook direct in de hoogoven worden ingezet zonder eerst tot poederkool te worden verwerkt. Zo kan bijvoorbeeld antraciet de inzet van kleintje kooks deels vervangen.
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz. 2-4
Hoofdstuk 2 Produkt, grond- en hulpstoffen
2.2.2 Tabel Grondstoffen (HO-proces): overige milieuaspecten Code
Benaming
Chemie
Explosie
Brand-
Stuif-
Geur-
MAC-
Soort
Fase en
kaart-nr
gevaar
baar-
klasse
drempels
waarde
dichth.
wijze van
[mg/m ]
[mg/m ]
[kg/m ]
opslag
heid
3
3
3
GR.0 1
sinter
-
-
neen
-
-
*
1.800
S / Bulk
GR.0 2
pellets
-
-
neen
-
-
*
2.300
S / Bulk
GR.0 3
kooks
-
-
ja
S4
-
*
500
S / Bulk
GR.0 4
kleintje kooks
-
-
ja
S4
-
*
> 500
S / Bulk
GR.0 5
bauxiet ruw
-
-
neen
S5
-
*
2.200
S / Bulk
GR.0 6
mangaan erts
-
-
neen
S5
-
*
3.000
S / Bulk
GR.0 7
SiO2-rijk stukerts
-
-
neen
S5
-
*
±2.700
S / Bulk
GR.0 8
stukerts
-
-
neen
-
*
±2.700
S / Bulk
GR.0 9
kalksteen stuk
-
*
1.500
S / Bulk
GR.2 0
kolen
-
*
900
S / Bulk
GR.2 1
iIlmeniet
-
*
3000
S / Bulk
GR.2 2
Bij HOO gebruikelijke toeslagstoffen om slak- en ruwijzersamenstelling op juiste niveau te brengen
S4,S5
1)
-
-
neen
-
-
ja
S5
S2,S4 neen
-
1) Het begrip kolen omvat vele typen steenkool, waaronder onder andere antraciet en grafiet. Sommige van deze typen steenkool kunnen ook direct in de hoogoven worden ingezet zonder eerst tot poederkool te worden verwerkt. Zo kan bijvoorbeeld antraciet de inzet van kleintje kooks deels vervangen. - = niet van toepassing * = niet vastgesteld S = solid L = liquid G = gas
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz. 2-5
Hoofdstuk 2 Produkt, grond- en hulpstoffen Grondstoffen (vervolg)
2.2.3 Tabel Grondstoffen (Stop- en stampmassafabriek) Code
Benaming
Herkomst
Aanvoer
Doorzet / jaar
GR.51
teer
extern
tankwagen
750 ton
GR.52
Si-carbide
extern
tankwagen
2100 ton
GR.53
Si-nitride
extern
tankwagen
350 ton
GR.54
kyaniet
extern
tankwagen
420 ton
GR.55
antraciet
extern
tankwagen
-
GR.56
poederklei
extern
tankwagen
950 ton
GR.57
bauxiet
extern
tankwagen
10.700 ton
GR.58
grafiet
extern
tankwagen
100 ton*)
GR.59
dispergeermiddel
extern
tankwagen
20 ton*)
GR.60a
Si-poeder
extern
tankwagen
21 ton
GR.61
slurry
extern
tankwagen
1270 ton
GR.62
petroleumkooks
extern
zakken/tankw.
70 ton
GR.63
Kunsthars
extern
tankwagen
1.000 ton
GR.64
Al-poeder
extern
zakken/tankw.
200 ton
GR.66
Andere SiO2/Al2O3 produkten
extern
zakken/tankw.
2.000 ton
*) Deze stoffen zijn óf in de slurry verwerkt óf worden verpakt opgeslagen. Gemiddelde samenstelling watergebonden stampmassa: bauxiet 71%, Si-carbide 15%, poederklei 7%, water 6%, grafiet 1%, kan in de tijd afwijken door ontwikkelingen
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz. 2-6
Hoofdstuk 2 Produkt, grond- en hulpstoffen
2.2.4 Tabel Grondstoffen (Stop- en stampmassafabriek): overige milieuaspecten Code
Benaming
Chemiekaart-nr.
Explosie gevaar
Brandbaarheid
Stuifklasse
Geurdrempel [mg/m3]
MACwaarde [mg/m3]
Soort. dichth. [ton/m3]
Fase en wijze van opslag
GR.51
teer
-
-
ja
-
-
*
1,22
L / 2 tanks
GR.52
Si-carbide
G 0614
-
neen
-
-
*
3,10
S / bulk of ver pakt
GR.53
Si-nitride
-
-
neen
-
-
*
3,30
S / bulk of verpakt
GR.54
Kyaniet
-
-
neen
S4
-
*
3,56
S / bulk of verpakt
antraciet
-
-
ja
S2
-
*
1,47
S / bulk of verpakt
poederklei
-
-
neen
S1
-
*
2,59
S / bulk of verpakt
S1
-
*
-
*
2,32
GR.55 GR.56 GR.57
1)
1)
bauxiet fijn
-
-
neen
GR.58
grafiet
-
-
ja
GR.59
dispergeermiddel
-
neen
-
-
*
*
S / bulk of verpakt
GR.60
Si-poeder
-
-
neen
-
-
*
2,33
L / bulk of verpakt
GR.61
slurry
-
-
neen
-
-
*
2,58
S / bulk of verpakt
GR.62
petroleumkooks
-
-
ja
S1
-
*
1,65
S / verpakt
GR.63
kunsthars
-
-
ja
-
*
*
±1,2
L/tanks
GR.64
Al-poeder
-
-
ja
*
-
*
±2,0
verpakt
GR.66
andere SiO 2/Al 2O 3 produkten
-
-
neen
*
-
*
±3,0
Bulk/verpakt
- = niet van toepassing S = solid, L = liquid, G = gas
* = niet vastgesteld 1) opgeslagen in loods HSF
3,78
S / bulk L / verpakt
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz. 2-7
Hoofdstuk 2 Produkt, grond- en hulpstoffen
2.3 Hulpstoffen
2.3.1 Tabel Hulpstoffen (gasvormig) Code
Benaming
In gebruik bij:
HU.01
aardgas
kolenmaalgebouw
16 x 106 N m3
HU.01
aardgas
overige installaties
4 x 106 N m3
HU.02
koude wind
windverhitters
HU.03
stikstof
kolenmaalgebouw
HU.04
hoogovengas
windverhitters
2.600 x 106 N m3
HU.05
kooksovengas
windverhitters
230 x 106 N m3
HU.05
kooksovengas
mengers opstoken
HU.06
zuurstof
windverhitters
HU.07
perslucht
koleninjectie
HU.07
perslucht
overige installaties
HU.08
stoom
olie-injectie
HU.08
stoom
algemeen
HU.09
hete wind
hoogoven 6 en 7
HU.10
bluspoeder (Natriumbicarbonaat)
kolen-injectie
*) **) 1)
zuurstofgehalte in de wind voor de hoogoven wordt tot maximaal 41% verhoogd. niet vast te stellen alleen verbruik bij explosie onderdrukking
Doorzet / jaar
6.700 x 106 N m3 105 x 106 N m3
9 x 106 N m3 1.050 x 106 N m3 120 x 106 N m3 70 x 106 N m3 350 ton 78.000 ton 7.650 x 106 N m3 * *1)
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz. 2-8
Hoofdstuk 2 Produkt, grond- en hulpstoffen Hulpstoffen (vervolg)
2.3.2 Tabel Hulpstoffen (gasvormig): overige milieuaspecten Code
Benaming
Chemiekaart-nr.
Explosie gevaar
Brandbaarheid
Stuifklasse
Geurdrempel [mg/m3]
MACwaarde [mg/m3]
Soort. dichth. [kg/m3]
HU.01
aardgas (Noorzeegas)
C 0166
ja
Z 6 1)
-
-
-
0,8
G/-
HU.02
koude wind
-
neen
neen
-
-
-
1,293
G / drukhouder 4)
HU.03
stikstof
C 0142 C 0365
neen
neen
-
-
-
1,25
G / drukhouder
HU.04
hoogoven gas
-
ja
ja
-
-
55 (CO)
1,06
G / drukhouder 2)
HU.05
kooksove ngas
-
ja
ja
-
-
55 (CO)
0,43
G / drukhouder 3)
HU.06
zuurstof
C 0143 C 0075
neen
neen
-
-
-
1,43
G / drukh. vl./ gekoeld
HU.07
perslucht
-
neen
neen
-
-
-
1,293
G / drukhouder
HU.08
stoom
-
neen
neen
-
-
-
-
G / drukhouder
HU,09
hete wind
-
neen
neen
-
-
-
-
G /drukhouder
HU.10
natriumbicarbonaat
-
neen
neen
-
-
-
-
G / drukhouder
1) 2) 3) 4)
Z 6 = zeer brandbaar Gemiddelde samenstelling: HO-gas: 47% N2, 4,5% H2, 24,5% CO, 24% CO2 Gemiddelde samenstelling: KO-gas: 27% CH4, 4% Cx Hy , 60% H2, 5% CO, 4% N2 zie revisievegunningaanvraag werkeenheid Energiebedrijf; deel Centrales
- = niet van toepassing * = niet vastgesteld G = gas
Fase en wijze van opslag
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz. 2-9
Hoofdstuk 2 Produkt, grond- en hulpstoffen Hulpstoffen (vervolg)
2.3.3 Tabel Hulpstoffen (vloeibaar) Code
Benaming
In gebruik bij:
Doorzet / jaar
HU.21
(afval)olie 1)
injectie hoogoven 6
10.000 ton
HU.22
WRK-water 2)
granulatie hoogoven 6 suppletie
590.000 m3
HU.22
WRK-water
gasreiniging + waterreiniging suppletie
10.000 m3
HU 22
WRK-water
Koelen goten ovenhuis
3.000 m3
HU.22
WRK-water
Slakpan-koelen
20.000 m3
HU.22
WRK-water
ruwijzerputten
Nihil
HU.23
A-water
koeling hoogoven 7
Zie ENB. 4)
HU.24
brakwater
granulatie hoogoven 7
22 mln m3
HU.25
condensaat hoogovengassysteem
waterreiniging
3)
HU 26
condensaat oxygasleiding
waterreiniging
3)
HU.27
waterconditioneringsmiddel
waterreiniging
100 ton
HU.28
circulatiewater
waterreiniging
n.v.t.
HU.29
afstromend regenwater
opslag filterkoek zinkrijk
9000 m3
HU.30
koelwater
koeling hoogoven 6
zie ENB. 4)
HU.31
spoelwater zandfilters Pompstation 6 en 8
waterreiniging
zie ENB. 4)
HU.35
beitszuur
vacuümfilter waterreiniging
25 m3
HU.36
MASH-water en/of ROZAwater
waterreiniging
15.000 m3
HU.37
korstvormend middel
opslag filterkoek
2 m3
HU.38
koelwater expansieturbines
Waterreiniging
1,6 mln m3
HU. 39
quenchwater Verflijn
Verflijn
800 m3
HU.41
natriumsulfide
doseerinrichting bassin 13 waterreiniging
200 ton
HU.42
zwavelzuur
Koeltoren waterreiniging
50 ton
HU.43
poly-electroliet
Waterstroom naar waterreiniging
60 ton
HU.44
gebruikelijke stoffen om vereiste kwaliteit te realiseren
HU.45
incidentele licht verontreinigde waterstromen die het functioneren van de Waterreiniging niet beinvloeden
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz. 2-10
Hoofdstuk 2 Produkt, grond- en hulpstoffen *) 1) 2) 3)
4)
Hoeveelheid nog niet bekend, verbruik zal onder praktijkomstandigheden worden vastgesteld. Wordt gebruiksklaar gemaakt in het Emulsiecentrum (zie aanvraag Afvalstoffen en Industriële Reiniging (AIR) van Infrastructuel Voorzieningen (HIS IV AIR)) Watertransportmaatschappij Rijn Kennemerland Hoeveelheden condensaat zijn moeilijk vast te stellen en variëren sterk met de temperatuur en druk van het gas en met de buiten temperatuur van de gasleidingen. Opgemerkt dient te worden dat condensaat dat niet direct in de gasreiniging van de hoogovens vrijkomt en direct naar de waterreiniging retour gaat, later in de Hoogovengasleiding vrijkomt en vandaar alsnog naar de waterreiniging stroomt. zie ENB = zie vergunning(-aanvraag) Centrale van Energiebedrijf (HSPP ENB)
HU 25 HU 26 HU 31
condensaat uit het hoogovengassysteem, dit komt grotendeels uit het gebied van de werkeenheid Energiebedrijf deel energie en wordt in de revisievergunning deel 1.4 Energiebedrijf, deel Energie, genoemd onder RS02 condensaat oxygasleidingsysteem, dit komt grotendeels uit het gebied van de werkeenheid Energiebedrijf deel energie en wordt in de revisievergunning deel 1.4 Energiebedrijf, deel Energie, genoemd onder RS09 spoelwater zandfilters Pompstation 6 en 8, lozing van de werkeenheid Energiebedrijf deel energie en wordt in de revisievergunning deel 1.4 Energiebedrijf, genoemd onder RS10 en RS12 (Nieuwe werkboek)
2.3.4 Tabel Hulpstoffen (vloeibaar): overige milieuaspecten Code
Benaming
Chemie kaartnr.
Explosiegevaar
Brandbaarheid
Stuifklasse
Geurdrempel [mg/m3]
MACwaarde [mg/m3]
HU.21
(afval)olie 1)
-
> 55°C
ja
-
-
*
0,850
L / tank 150 m3
HU.22
WRK-water 2)
-
-
neen
-
-
*
1,000
L / tank
HU.23
A-water
-
-
neen
-
-
*
1,000
L / tank
HU.24
brakwater
-
-
neen
-
-
*
> 1,000
L / bassin
HU.25
hoogovensgas- condensaat
-
neen
-
-
*
1,000
L/-
HU.26
oxygascondensaat
1,000
L/-
HU.27
condition.middel
-
-
neen
-
-
*
1,000
L / tank
HU.28
circulatiewater gasreiniging
-
-
neen
-
-
*
1,000
L/-
HU.29
verontr. Regenw.
-
-
neen
-
-
*
1,000
L/-
HU.30
koelwater
-
-
neen
-
-
*
1,000
L/-
HU.31
spoelwater zandfilters Pompstation 6 en 8
1,000
L/-
HU.35
beitszuur
-
-
neen
-
-
*
1,100
L / verpakt
HU.36
mASH-water en/of ROZAwater
-
-
neen
-
-
*
1,000
L /bassin ±200 m3
HU.37
korstvormend middel
-
-
neen
-
-
*
1,050
L / tank
HU.38
koelwater expansie turbines
-
-
neen
-
-
*
1,000
L/-
neen
neen
Soort. dichth. [ton/m3]
Fase en wijze van opslag
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz. 2-11
Hoofdstuk 2 Produkt, grond- en hulpstoffen
2.3.4 Tabel Hulpstoffen (vloeibaar): overige milieuaspecten Code
Benaming
Chemie kaartnr.
Explosiegevaar
Brandbaarheid
Stuifklasse
Geurdrempel [mg/m3]
MACwaarde [mg/m3]
Soort. dichth. [ton/m3]
Fase en wijze van opslag
turbines HU.39
quenchwater verflijn
-
-
HU.41
natriumsulfide
C-0326
Bij snelle ja verhitting
HU.42
zwavelzuur
VN 1830 -neen
HU.43
poly-electroliet
HU.44
gebruikelijke stoffen om vereiste kwaliteit te realiseren
HU.45
incidentele licht verontreinigde waterstromen die het functioneren van de Waterreiniging niet beinvloeden
- = niet van toepassing
neen
neen
-
-
*
1,000
L/-
n.v.t -
n.v.t
n.v.t
1,4
L / tank 10 m3
n.v.t -
n.v.t
n.v.t
1,8
L / tank L / tank
* = niet vastgesteld
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz. 2-12
Hoofdstuk 2 Produkt, grond- en hulpstoffen Hulpstoffen (vervolg)
2.3.5 Tabel Hulpstoffen (vast) Code
Benaming
In gebruik bij:
Doorzet / jaar
HU.50
stampmassa teergebonden
reparatie goten in ovenhuis
100 ton
HU.51
stampmassa watergebonden
goten in ovenhuisvloer
10.500 ton
HU.55
stopmassa
stopkanonnen in ovenhuizen
3.500 ton
HU.60
poederkool
injectie hoogovens
1,95 mln ton
2.3.6 Tabel Hulpstoffen (vast): overige milieuaspecten Code
Benaming
Chemiekaart-nr.
Explosie gevaar
Brand baarheid
Stuif klasse
Geur drempel [mg/m3]
MAC waarde [mg/m3]
Soort. dichth. [kg/m3 ]
Fase en wijze van opslag
HU.51
stampmassa
-
Neen
neen
-
-
*
2,34
S 4)
HU.55
stopmassa
-
Neen
neen
-
-
*
2,14
S 5)
HU.60
poederkool
-
Ja
ja
S1
-
*
1,35
S 3)
- = niet van toepassing * = niet vastgesteld 1) 2) 3)
4) 5)
alleen bij contact met water silo 200 m3; 2 doseertanks 10 m3/stuk + door leverancier aangeleverde wagons 2x poederkoolreservoir 1x 150 ton (PR.010) 1x 350 ton (PR.020) 6x doseertank 3x 20 ton (HO 6) 3x 25 ton (HO 7) oostzijde HSF in afgeschermde schappen, via afzetkieper ® hoogovens of in losse bakken opgeslagen pakken stopmassa ca. 4 liter/stuk in bakken.
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 3 Reststoffen Inhoudsopgave 3. Reststoffen 3.0
Algemeen
3.1 Recyclestoffen 3.1.1 Tabel Recyclestoffen 3.1.2 Tabel Recyclestoffen: overige milieuaspecten 3.2 Afvalstoffen 3.2.1 Tabel Afvalstoffen 3.2.2 Tabel Afvalstoffen: overige milieuaspecten
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz. 3-1
3-2 3-2 3-2 3-2 3-3 3-4 3-4 3-4
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz. 3-2
Hoofdstuk 3 Reststoffen
3. Reststoffen
3.0 Algemeen Door de werkeenheid Hoogovens worden afvalstoffen zoveel mogelijk gescheiden afgevoerd. Industrieel afval en huishoudelijk afval worden afgevoerd naar de afdeling Waste Management van Site Facilities (SF WMA). Klein chemish afval, zoals tonerresten en inktlinten en dergelijke en oud papier worden verzameld en apart afgevoerd. Voor afvalstoffen, die incidenteel ontstaan worden aparte afspraken gemaakt met SF WMA. 3.1 Recyclestoffen
3.1.1 Tabel Recyclestoffen Code
Benaming
Bron
Bestemming
RC.01
sinter/pellets afzeefsel
bunkergebouwen
Sinterfabriek
300.000 ton
RC.02
kooks afzeefsel (bries)
bunkergebouwen
Sinterfabriek
300.000 ton
RC.05
pyriet (als restkolen)
kolenmolens
Kooksfabrieken
1.500 ton
RC.10
Filterstof
ovenhuis-onstoffing
Sinterfabriek
7.500 ton
RC.20
resten stopmassa
stopkanonnen
Multiserv Kooksfabriek
500 ton
RC.21
resten stampmassa fijn
gotenstelsel
Multiserv Sinterfabriek
10.000 ton
RC.22
resten stampmassa grof
gotenstelsel
Multiserv Hoogoven 7
9.000 ton
RC.40
Stofzakstof
gasreiniging
Sinterfabriek
100.000 ton
RC.41
Filterkoek zinkarm
waterreiniging
Sinterfabriek
25.000 ton
RC.42
spuiwater (afvalwater)
waterreiniging
BIO KF2
RC.43
Filterkoek zinkarm 3 trap
waterreiniging
Sinterfabriek
10.000 ton
RC.45
Filterkoek onbewerkt
opslag
Sinterfabriek
10.000 ton
RC.55
Filterstof
mengerafslakstand
Sinterfabriek
750 ton
RC.60
MASH slak
mengerafslakstand
Multiserv
RC.61
MASH-mix 1 (8-80 mm)
mengerafslakstand
Hoogoven 7
Samen
RC.62
MASH-mix 2 (0-8 mm)
mengerafslakstand
Sinterfabriek
61.000 ton
RC.63
grof MASH schrot
mengerafslakstand
levering aan derden
7.000 ton
RC.70
slak inwendig mengerreinigen en slakkiepen op de mengeromkeerput
centraal mengerpark mengeromkeerput
Multiserv Hoogovens / Sifa
*)
RC.75
ijzeroxide uitwendig mengerreinigen
centraal me ngerpark
Multiserv Staalfabriek
*)
RC.80
ijzerresten mengermonden-reiniging
centraal mengerpark
Multiserv Staalfabriek
*)
RC.85
putijzer/ruwijzer
calamiteitenputten mengeromkeergebouw
Multiserv Staalfabriek
Nihil 2.500 ton
RC.100
Granulatiewater HO6
Hoogoven 6
Hoogoven 6
e
*) samen 21000 ton
(>80 mm)
Doorzet / jaar
1.400.000 m
3
*)
36.500 m
3
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz. 3-3
Hoofdstuk 3 Reststoffen Recyclestoffen (vervolg)
3.1.2 Tabel Recyclestoffen: overige milieuaspecten Code
Benaming
Chemiekaart-nr.
Explosiegevaar
Brandbaarheid
RC.01
sinter/pellets afzeefsel
*
*
*
RC.02
kooks afzeefsel (bries)
*
*
RC.05
pyriet (restkolen)
*
*
RC.10
Filterstof
*
RC.20
resten stopmassa
RC.21
resten stampmassa (fijn)
RC.22 RC.40
Stofzakstof
RC.41
filterkoek zinkarm 1)
RC.42
Spui waterreiniging
RC.43
Filterkoek zinkarm 3 trap
RC.45
Stuifklasse
Geurdrempel [mg/m3]
MACWaarde [mg/m3]
Soort. Dichth. [kg/m3]
Fase en opslag
wijze
S1
*
*
1,5 - 2,7
S open/schappen
*
S1
*
*
1,35 - 1,4
S open/schappen
*
-
*
*
2,4 - 2,8
S open/ schappen
*
*
S1
*
*
*
S open/schappen
*
*
*
-
*
*
*
S open/schappen
*
*
*
S1
*
*
*
S open/schappen
resten stampmassa (grof) *
*
*
-
*
*
*
S open/schapp en
*
*
*
S1
*
*
*
S open/schappen
*
*
*
-
*
*
1,3
S open/schappen
-
-
-
-
-
-
1
L geen
ffilterkoek onbewerkt
*
*
*
-
*
*
1,3
S open/schappen
RC.50
stof van voorafscheider
*
*
*
-
*
*
*
S open/schappen
RC.51
ijzeraangroei torens
*
*
*
-
*
*
*
S open/schappen
RC.55
Filterstof
*
*
*
-
*
*
*
S open/schappen
RC.60
MASH slak
RC.61
MASH-mix 1
*
*
*
-
*
*
1,7 - 2,5
S open/schappen
RC.62
MASH-mix 2
*
*
*
-
*
*
1,7 - 2,5
S open/schappen
RC.63
grof MASH schrot
*
*
*
-
*
*
1,7 - 2,5
S open/schappen
RC.70
slak inwendig mengerreinigen en slakkiepen op de mengerom-keerput
*
*
*
*
*
*
1,5 - 2,5
S
RC.75
ijzeroxide reinigen
uitwendig *
*
*
*
*
*
5,2
S
RC.80
ijzerresten mengermondenrein.
*
*
*
*
*
*
5
S
RC.85
putijzer/ruwijzer
*
*
*
*
*
*
±5
S
RC.100
Granulatiewater HO6
e
- = niet van toepassing * = niet vastgesteld 1) gemiddelde samenstelling: 47% C; 15% Fe; 7% FeO; 7% SiO2; 1% Zn; 3% S; 3% Al2O3; 3% CaO; 3% K2O; 2% Pb; 9% rest. S = solid
van
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz. 3-4
Hoofdstuk 3 Reststoffen
3.2 Afvalstoffen
3.2.1 Tabel Afvalstoffen Code
Benaming
AF.01
filterkoek zinkrijk
1)
Bron
Bestemming
Toename jaar
waterreiniging
opslagterrein
24.000 ton 2) 30.000 ton 3)
1) gemiddelde samenstelling: 47% C; 15% Fe; 7% FeO; 7% SiO2; 5,5% Zn; 3% S, 3% Al2O3; 3% K2O; 2% Pb; 4,5% rest 2) Bij een goed werkende derde trap hydrocyclonage 3) Bij een minder goed werkende derde trap hydrocyclonage
3.2.2 Tabel Afvalstoffen: overige milieuaspecten Code
Benaming
AF.01 filterkoek zinkrijk
Chemiekaartnr.
Explosie gevaar
neen
- = niet van toepassing * = niet vastgesteld 1) open opslag en korstvormers/watersproeien
Brandbaarheid
Stuifklasse
Geurdrempel 3 [mg/m ]
neen
-
-
MACwaarde 3 [mg/m ]
*
Soort. Dichth. 3 [kg/m ]
1,3
Fase en wijze van opslag
S 1)
/
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz. 4-1
Hoofdstuk 4 Energievoorziening
4. Energievoorziening
Jaarverbruik bij een productieniveau van 7 mln ton ruwijzer/jaar: Elektriciteit
:
135.000
MWh
Hoogovengas
:
9.000
TJ
Kooksovengas
:
5.400
TJ
Aardgas
:
550
TJ
Stoom
:
78.000
ton
Jaarproductie bij een productieniveau van 7 mln ton ruwijzer/jaar:
Hoogovengas
:
42.000
TJ
Voor de periode 2001-2012 is het convenant Benchmarking Energy-efficiency afgesloten. De resultaten worden jaarlijks gerapporteerd via het Milieujaarverslag.
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 5 Voorzienbare ongewone voorvallen
blz. 5-1
5. Afwijkende bedrijfsvoering
5.1 Overige, niet in het VR aangewezen, 'afwijkende bedrijfsvoering'
Buiten de in hoofdstuk 1 genoemde “afwijkende bedrijfsvoering” en de situaties die beschreven zijn in het VR bestaan er binnen de werkeenheid Hoogovens geen overige afwijkende situaties. 5.2 In het VR aangewezen 'afwijkende bedrijfsvoering'
De 'afwijkende bedrijfsvoering' in de zin van het Veiligheidsrapport is geregeld in Deel 0, Inleiding + Algemeen. 5.3 Ruwijzerputten In de putten wordt een slaklaag van staalslakken aangebracht, die er voor zorgt dat er een luchtig bed ontstaat en water niet kan worden ingesloten. Doordat het gieten langzaam gebeurt, is de kans op stoomexpansies (lijkend op explosies), door het insluiten van water, nihil. Daarnaast wordt er voor het koelen minimaal water gebruikt en wordt dit water verneveld om te voorkomen dat het slakbed nat wordt. Uitgangspunt blijft dat het slakbed in principe droog is.
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 6 Milieu-effecten
6.
Milieu-effecten
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz. 6-1
6-2
6.1
Geluid en trillingen
6-2
6.2
Bodem- en grondwaterverontreiniging
6-3
6.3
Luchtverontreiniging
6-5
6.3.1
Relevante, gekwantificeerde emissies
6-5
6.3.2
Niet gekwantificeerde emissies
6-8
6.3.3
Diffuse bronnen
6-9
6.3.4 Geur 6.4 Verontreiniging oppervlaktewater 6.4.1
Inleiding
6.4.2 Beschrijving lozingspunten 6.5 Voorzienbare ongewone voorvallen
6-10 6-11 6-11 6-12 6-15
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 6 Milieu-effecten
6. Milieu-effecten
6.1 Geluid en trillingen Geluid en trillingen is geregeld in paragraaf 6.1 van deel Algemeen.
blz. 6-2
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 6 Milieu-effecten
blz. 6-3
6.2 Bodem- en grondwaterverontreiniging 1)
Hierna volgt een inventarisatie van de locaties waar bodem- en/of grondwaterverontreiniging zou kunnen optreden. Daarbij wordt aangegeven welke maatregelen zijn genomen om dit te voorkomen. De resterende bodemlozingen zijn: EB.01 EB.05 EB.10 EB.15
koelwater slakputten stoomcondensaat Gasreiniging koelwater ruwijzerputten spuitwater slakput Kooksfabriek 2
Olie-injectie Tank, pompen en regelunit zijn opgesteld boven opvangbakken, die de gehele olie-inhoud kunnen bevatten. Verwerking hoogovenslak In de droge slakputten wordt hoogovenslak uitgegoten en gekoeld met water. Bij de twee putten van Hoogoven 6 wordt gekoeld met brakwater, bij de twee putten van Hoogoven 7 wordt WRK-water gebruikt. De bodem van de slakputten bestaat uit zand. Uit een bodemonderzoek d.d. 27 september 1996 bij de zuidwestelijke slakput van Hoogoven 7, de meest gebruikte slakput, is gebleken dat de lozing op de bodem geen of slechts een marginale invloed heeft op de kwaliteit van het grondwater. Sinds begin 1996 zijn tussen de slakput en de hoogoven peilbuizen geplaatst om een reeds bestaande verontreiniging te monitoren. Uit de eerste metingen is gebleken dat deze peilbuizen eveneens bruikbaar zijn om de invloed van de resterende koelwaterlozing te bepalen. De meetgegevens hebben vooralsnog geen aanleiding gegeven om de conclusies van het bodemonderzoek aan te passen. Voor een overzicht van de slakputten en de peilbuizen zie bijlage 29. Lozingen op of in de bodem Op een aantal plaatsen in het bedrijfsonderdeel worden kleine (< 50 l/uur) hoeveelheden stoomcondensaat via tegelvloeren op de bodem geloosd. De bodemtemperatuur wordt hierdoor slechts verwaarloosbaar beïnvloed Opslag filterkoek zinkrijk De opslag van filterkoek zinkrijk vindt plaats in een foliebak. Het regenwater dat van het materiaal afstroomt wordt binnen deze bak verzameld en via een ondergrondse leiding teruggevoerd naar de Waterreiniging. Controle van de vloeistofdichtheid van de folie vindt plaats door middel van grondwatermonitoring. Mengerafslakstand De koelsporen, waarop de slakpannenwagens staan opgesteld om de slak met water te laten uitreageren, zijn voorzien van een gotenstelsel om het overlopende koelwater af te voeren naar een opvangput. De vloeistofdichtheid van dit gotenstelsel wordt regelmatig geïnspecteerd.
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 6 Milieu-effecten
blz. 6-4
Slakput bij Kooksfabriek 2 De MASH-slak werd gestort in de slakput bij Kooksfabriek 2. Per week werden er circa 3 35 pannen leeggestort. Per pan slak werd er 1 à 2 m koelwater op de bodem gegoten, afhankelijk van de vullingsgraad van de pannen en de eigenschappen van de slak, Wat 3 per jaar neerkwam op 1.820 à 3.640 m gegoten water op de bodem. Thans is het storten van de MASH-slak in de slakput geen reguliere activiteit meer van HOO. Echter indien de afslakcapaciteit in de Staalfabriek te klein is kan worden overgegaan op bovenstaande beschreven werkwijze. Het gaat dan om een calamiteit. Uit onderzoek is gebleken dat de lozing van het koelwater geen invloed heeft gehad op de lokale grondwaterkwaliteit. In bijlage 29 is een locatie overzicht met de peilbuizen opgenomen. Stop- en stampmassafabriek De kooksoven-teerverlading vindt plaats boven betonnen bakken. De stampmassatransportband langs de noordzijde van de fabriek is overdekt uitgevoerd om bodem- of grondwaterverontreiniging als gevolg van regenwater-inspoeling te voorkomen. Calamiteitenputtenputten Bij het zeer incidentele gebruik van deze putten wordt het ruwijzer gekoeld met WRKwater. Veel koelwater verdampt. Bodemonderzoek tijdens het gieten is om veiligheidsredenen niet uitvoerbaar. De effecten op de kwaliteit en temperatuur van het grondwater zullen slechts een fractie zijn van die van de koeling van hoogovenslak.
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 6 Milieu-effecten
blz. 6-5
6.3 Luchtverontreiniging Luchtverontreinigende activiteiten kunnen alleen ontstaan door proces- en verbrandingsemissies. Voorzieningen voor ruimteverwarming (bijvoorbeeld het droogstoken van goten en mengers) worden als milieuhygiënisch irrelevant beschouwd en niet nader gespecificeerd. Emissies van de resterende installaties zijn in onderstaande tabel weergegeven. De aangevraagde emissies zijn gebaseerd op een productieniveau van 7 miljoen ton ruwijzer per jaar. In een aparte tabel worden de zogenaamde kleine stofbronnen opgegeven. 6.3.1 Relevante, gekwantificeerde emissies Tabel 6.3.1: Relevante, gekwantificeerde emissies Code
naam installatie
Component
aangevraagde emissie debiet
concentratie 3
EL.01.6
Ontstoffing bunkergebouw oost doekfilter emissiehoogte 20 m
Stof
60.000 Nm /h
EL.02.6
Ontstoffing bunkergebouw west doekfilter emissiehoogte 20 m
Stof
60.000 Nm /h
EL.01.7
Ontstoffing bunkergebouw oost doekfilter emissiehoogte 20 m
Stof
80.000 Nm /h
EL.02.7
Ontstoffing bunkergebouw west doekfilter emissiehoogte 20 m
Stof
80.000 Nm /h
EL.05
Aardgasbranders Kolenmaallijnen 100, 200, 300 emissiehoogte 65 m
NOx
EL.15.6
Rookgassen windverhitters emissiehoogte 72 m
stof
EL.15.7
EL.30.6 (zie ook
Rookgassen windverhitters emissiehoogte 72 m
ovenhuis ontstoffing
3
3
15 mg/Nm
3 4)
3
15 mg/Nm
3 4)
3
15mg/Nm
3
vracht [Kg/h]
3 4)
15 mg/Nm
3 4)
40 g/GJ verstookt AG
3,1
3,1
0,7
3
5 mg/m VHOG
0,6
2)
NOx
70 g/GJ VHOG
40
stof
5 mg/m VHOG
0,9
NOx
70 g/GJ VHOG
60
3
2)
Stof
3
540.000 Nm /h
10 mg/Nm
3
6
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 6 Milieu-effecten
blz. 6-6
Tabel 6.3.1: Relevante, gekwantificeerde emissies Code
naam installatie
Component
aangevraagde emissie debiet
tabel 6.3.1.a)
Doekfilter emissiehoogte 23 m
SO2
EL.30.7 (zie ook tabel 6.3.1.a)
ovenhuis ontstoffing Doekfilter emissiehoogte 25 m
Stof
EL.35.6
Granulatie schoorsteen
SO2
emissiehoogte 90 m
H2S
EL.35.7
EL.47.1 EL.47.2
SO2
Granulatie schoorsteen
SO2
Emissiehoogte 90 m
H2S
warmhoudstandsbrander NOx s centraal mengerpark 3) emissiehoogte 3 m
concentratie 140 g/ton RY 3
660.000 Nm /h
46
10 mg/Nm
140 g/ton RY
3
7
1)
69.5
1)
4
50 g/ton slak (0,24 ton slak/ton RY) 1)
209 g/ton slak
15
1)
6
1)
10
50 g/ton slak (0,24 ton slak/ton RY) 87 g/ton slak
vracht [Kg/h]
131 g/GJ KOG
0,2 0,2
EL.47.3
0,2
EL.47.4
0,2
EL.47.5
0,2
EL.47.6
0,2
EL.47.7
0,2
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 6 Milieu-effecten
blz. 6-7
1) 2)
Waarde heeft een indicatief karakter. Als stookgas voor de windverhitters wordt hoogovengas en kooksovengas gebruikt. Emissie van SO2 wordt bepaald door het S-gehalte van het hoogovengas en kooksovengas. 3) Als stookgas voor de warmhoudstandsbranders wordt kooksgas gebruikt gebruikt. Emissie van SO2 wordt bepaald door het S-gehalte van het kooksgas. 4) In de bunkergebouwen vindt aanvoer plaats van vochtige grondstoffen. Vanwege stofverspreiding worden deze grondstoffen bevochtigd voordat deze in de bunkers terecht komen. Hierdoor werkt het doekfilter onder vochtige omstandigheden en is vaker dan gebruikelijk in onderhoud. Door het aanwezige vocht vindt minder efficiente zuivering plaats. Het maximaal haalbare is in deze situatie 3. 15 mg/Nm Alle concentraties zijn, tenzij anders vermeld, bij actuele zuurstofconcentraties VHOG = verrijkt hoogovengas AG = aardgas RY = ruwijzer Indicatieve chemische samenstelling voor wat betreft zware metalen van geëmitteerd ovenhuisstof van hoogoven 7 gebaseerd op één analyse uit 1991.
Tabel 6.3.1a chemische samenstelling (gew. %) As
Ba
Cd
Co
Cr
Cu
Hg
Mn
Ni
Pb
Sb
Se
Sn
V
Zn
0.003
0.02
n.d
n.d.
0.05
0.05
n.d.
0.37
0.04
0.05
n.d.
n.d.
n.d.
0.02
0.07
n.d. = niet detecteerbaar
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 6 Milieu-effecten
blz. 6-8
6.3.2 Niet gekwantificeerde emissies Tabel 6.3.2. niet gekwantificeerde emissies < 325 g/h Code
naam installatie
EL.05
Ontstoffing kolenmaalinstallatie 1 (KMI 1)
stof
23.300 Nm /h
EL.05
doekfilter na cycloon
stof
23.300 Nm /h
EL.06.1
Ontstoffing KMI 2
stof
23.300 Nm /h
EL.06.2
doekfilter na cycloon
stof
23.300 Nm /h
stof
23.300 Nm /h
stof
23.300 Nm /h
stof
23.300 Nm /h
stof
23.300 Nm /h
EL.06.3 EL.07.1 EL.07.2
Ontstoffing KMI 3 doekfilter na cycloon
EL.07.3
component
Debiet 3 3 3 3 3 3
3 3
EL.11
Ontlastfilter KMI 1
stof
n.v.t.
EL.12
Ontlastfilter KMI 2
stof
n.v.t.
EL.13
Ontlastfilter KMI 3
stof
n.v.t.
EL.50
stop- en stampmassafabriek 8 stofemissiepunten
stof
5.600 Nm /h (+ 7 emissiepunten
3
3
< 1.000 Nm /h)
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 6 Milieu-effecten
blz. 6-9
6.3.3 Diffuse bronnen Tabel 6.3.3. Diffuse bronnen (indicatieve emissies) Code
naam installatie
EL.20.6
kiepen vulwagens drukvereffening
stof
9 g/ton RY
24
emissiehoogte 60 m
CO
1,7 g/ton RY
4500
kiepen vulwagens drukvereffening + lekverlies klok
stof
10 g/ton RY
39
emissiehoogte 60 m
CO
0,54 kg/ton RY
2350
stilstandskleppen emissiehoogte 92 m
CO
5 ton/afblaas ± 200 afblazen/jaar
EL.20.7
EL.26.6
component
Concentratie
vracht (ton/jaar)
1000 EL.26.7
stilstandskleppen emissiehoogte 104 m
CO
EL.31.6
dakemissie ovenhuis normaal
stof
20 g/ton RY
50
dakemissie zonder ontstoffing emissiehoogte 28 m
stof
600 g/ton RY
32
dakemissie ovenhuis normaal
stof
20 g/ton RY
80
dakemissie zonder ontstoffing emissiehoogte 28 m
stof
600 g/ton RY
52
droge put HO6 & HO7
SO2
960 g/ton slak
< 40
2)
emissiehoogte 0 m
H2S
1.560 g/ton slak
< 66
2)
MASH koelstand emissiehoogte 5 m
SO2
< 625 g/uur
<5
2)
H2S
< 240 g/uur
<2
2)
EL.31.7
EL.36.6 EL.36.7
EL.46
EL.55
Mengeromkeerput Stof bij gieten
2) in verband met gewijzigde koelpraktijk
stof
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 6 Milieu-effecten
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz. 6-10
6.3.4 Geur 6.3.4.1 Granulatie Op basis van een in 1996 gerapporteerd validatie-onderzoek kan gesteld worden dat de granulaties van hoogoven 6 en 7 als geurbronnen beschouwd kunnen worden. Daar staat tegenover dat de granulaties bij geurklachten nooit de aangewezen veroorzaakte bronnen zijn geweest. 6.3.4.2 Droge slakput Ter voorkoming van geuroverlast wordt de droge slakput alleen gebruikt om risico’s (ijzer/slakscheiding) bij het bedrijven van de Hoogoven te voorkomen en als de granulatie uit bedrijf is of als om andere redenen niet gegranuleert kan worden of dit operationeel ongewenst is. Productieslak wordt alleen gemaakt bij voor de woonomgeving gunstige windrichting zoals aangegeven in Toonplaatje 51 (zie bijlage 34).
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 6 Milieu-effecten
blz. 6-11
6.4 Verontreiniging oppervlaktewater
6.4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de waterlozingen van de werkeenheid Hoogovens. Aan de orde komen de kwaliteit en kwantiteit van de volgende in hoofdstuk 1 beschreven uitgaande waterstromen: − EW.01.7 Hoogoven 7; granulatiewater; − EW.15 Centraal Mengerpark: mengerspuitwater; − RC.42 Spui naar BIO 2000. Het granulatiewater van Hoogoven 6 (overigens een geringe hoeveelheid) wordt sinds kort niet meer direct geloosd op oppervlaktewater, maar indirect via het granulatiebassin van Hoogoven 7 (en maakt dus onderdeel uit van EW.01.7). Pas als het granulatiebassin van Hoogoven 7 het water niet verwerken kan (bij stilstand), zal het direct geloosd worden op oppervlaktewater. Lozingen van hemelwater, koelwater van ruimtekoeling, en geringe hoeveelheden condensaat, worden buiten beschouwing gelaten. De volgende lozingen worden niet nader gespecificeerd: • De blaasvormen en het grootste deel van de wand van de hoogoven (koelplaten) worden gekoeld met water: bij HO 6 door een open recirculatiesysteem met geconditioneerd WRK-water, bij HO 7 is het recirculatiesysteem gesloten en bevat geconditioneerd A-water. • Lekke koelelementen worden afgekoppeld en op het WRK-water (van lage druk) aangesloten. Het water wordt via een gotenstelsel naar het riool afgevoerd. • Indien de ovenbemetseling of andere te koelen leidingen of installatiedelen zodanig beschadigd zijn dat de temperatuur van de mantel te hoog oploopt, wordt deze gekoeld door sproeien met WRK-water dat via een goot in het riool wordt geloosd. • Periodiek worden de goten in het ovenhuis van een nieuwe slijtlaag voorzien. Daaraan voorafgaand worden de goten gedurende 24 a 36 uur gekoeld met circulerend WRK-water. Na de koelperiode wordt het residu afgevoerd naar de waterreiniging. De locaties van de rioolputten waarop wordt geloosd, zijn aangegeven in tabel 6.4.1.1 6.4.1.1 Tabel : locaties van rioolputten Lozingspunt Monsterpunt
Omschrijving
Nummer rioolput
EW.01.7
135
granulatiewater HOO 7 (en indirect HOO 6)
05-69-03
RC.42
137
spui waterreiniging naar Bio2000
05-69-03
EW.15
-
mengerspuitwater Centr. Mengerpark
10-76-02
In de kolom "monsterpunt" is gebruik gemaakt van de codering uit de tabellen van de revisievergunning deel 0, Inleiding + Algemeen, hoofdst. 0, bijlage 11.7: "Monsternamepunten terrein Corus Staal BV IJmuiden" en de inmiddels op deze tabellen
Corus Strip Products Hoogovens
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1
Hoofdstuk 6 Milieu-effecten
blz. 6-12
verschenen wijzigingen en aanvullingen. De eerste vier cijfers van het nummer van de rioolput corresponderen met het planologische vak waarin de put zich bevindt. De laatste twee cijfers geven het volgnummer aan van de put in het betreffende vak. 6.4.2 Beschrijving lozingspunten Hoogovens Koelwater Hoogovens 6 en 7: zie Revisievergunning van Energiebedrijf, deel 1.4. Verwerking hoogovensslak Het granulatiewater van Hoogoven 6 wordt geloosd op het granulatiebassin van Hoogoven 7. Het granulatiewater van Hoogoven 7 wordt geloosd op het riool. Voor het granuleren van de HO-slak wordt bij Hoogoven 7 brak water uit de Staalhaven toegepast. Na het granuleren wordt het overtollige water via een kooksfilter op riool 100 geloosd. Sinds het voorjaar van 1999 worden van dit water wekelijks monsters genomen. In de praktijk betekent dit dat elke zaterdag een volledige granulatiecyclus tijdsproportioneel wordt bemonsterd en dat gelijktijdig een steekmonster genomen wordt van het opgepompte water uit de Staalhaven. Wanneer de gemiddelde analyseresultaten over het jaar 2000 van Staalhavenwater en afgevoerd granulatiewater met elkaar worden vergeleken, levert dit het volgende op: Onderste toevoer afvoer rekenkundig Bepalings- StaHa-water granulatiewater verschil Grens gemiddeld gemiddeld Zw.del-P
mg/l
C.Z.V.
mg/l
KjeldN
mg/l
Cl-
mg/l
4 0,1
PH
werkelijk verschil
7
17
10
10
23
25
2
2
1,1
1,4
0,2
0,2
3.118
3.253
135
135
7,7
8,0
Cd
mg/l
0,005
0,000
0,000
0,000
nul
Hg
mg/l
0,0001
0,0004
0,0001
-0,0003
nul
As
mg/l
0,001
0,0018
0,0019
0,0001
nul
Cr
mg/l
0,005
0,002
0,003
0,001
nul
Cu
mg/l
0,005
0,016
0,019
0,002
nul
Pb
mg/l
0,01
0,00
0,00
0,00
nul
Ni
mg/l
0,01
0,00
0,01
0,00
nul
Zn
mg/l
0,03
0,05
0,07
0,02
nul
Uit bovenstaande tabel mag dus worden geconcludeerd dat door het granuleren geen zware metalen aan het water worden toegevoegd. Ook de gemeten geringe verhogingen van CZV en Kj.N kunnen, mede gezien de detectiegrenzen, worden verwaarloosd. Uitgezonderd de zwevende delengehalten is er dus geen toename in vervuiling te constateren. Er mag dus van worden uitgegaan dat de granulatie nauwelijks vervuiling aan het StaHa-water toevoegt. Gezien de spreiding in de gevonden gehalten en de
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 6 Milieu-effecten
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz. 6-13
analysenauwkeurigheid zijn de zeer geringe verschillen voor CZV en Kj.N te verwaarlozen. De verontreinigingen in het het geloosde granulatiewater (uitgezonderd zwevend stof) worden meestal veroorzaakt door een factor die niet door Corus beïnvloedbaar is, namelijk de kwaliteit van het Staalhavenwater. De aanvraagwaarden voor de lozing van granulatiewater, zie de tabellen in bijlage 30, zijn dan ook gebaseerd op de gemeten kwaliteit van het Staalhavenwater. Opmerking: Omdat de kwaliteit van het water dat na granulatie door Corus geloosd wordt sterk afhankelijk is van het ingenomen StaHA-water, wil een eventuele overschreiding van de vergunde lozingswaarde niet direct zeggen dat Corus verontreiniging aan het StaHAwater heeft toegevoegd. Daarom zal bij overschreiding van de vergunde waarden eerst gekeken moeten worden naar de samenstelling en kwaliteit van het ingenomen StaHAwater alvorens daarover een oordeel kan worden geveld. De hoeveelheid water die voor granuleren wordt gebruikt is direct produktie-afhankelijk 3 en bedroeg het afgelopen jaar gemiddeld 50.000 m /dag. Bij maximale produktie stijgt deze 3 hoeveelheid tot 75.000 m /dag. In uitzonderlijke situaties wordt extra koelwater toegevoegd om de temperatuur van het te lozen water te kunnen beheersen. Waterreiniging Het water van de waterreiniging wordt via een ondergrondse leiding afgevoerd naar de biologische reiniging bij Kooksfabriek 2 (RC.42). In uitzonderlijke gevallen wordt RC.42 op het riool geloosd. Dit kan zijn a. bij een verstoring bij de werkeenheid Hoogovens; b. bij uit bedrijfname van BIO2000 (bijvoorbeeld bij storing in de BIO2000); c. bij planmatige controlewerkzaamheden of onderhoud aan de ondergrondse transportleiding die eigendom is van de Kooksfabrieken (minimaal éénmaal per jaar of zoveel vaker als nodig blijkt voor een tijdsduur van ca. 2 dagen per jaar) of ander planmatig onderhoud/inspecties van Hoogovens/ Kooksfabrieken waardoor lozing naar de BIO2000 tijdelijk niet mogelijk is. In geval a of b is voor Hoogovens sprake van een calamiteit. In geval c is is voor Hoogovens sprake van overmacht. Ad a. De biologische afbraakprocessen in de BIO2000 kunnen verstoord worden door te hoge Zn-gehalten. Om de biomassa te beschermen tegen te hoge belastingen zijn de volgende afspraken gemaakt: 1. De afvoer naar BIO2000 w ordt gestopt als hierin met de kuvettentest (Zn-opgelost) een hoger zinkgehalte w ordt gemeten dan 7 mg/l; 2. Tevens w ordt de spui naar de BIO2000 gestopt als de uitlaat van indikker 13 bij de w erkeenheid Hoogovens gedurende 9 w achten boven de 5 mg/l Zn-opgelost bedraagt; 3. In geval 1 kan de spui naar de BIO2000 w eer w orden hervat als een nieuwe meting aangeeft dat het Zn-gehalte (opgelost Zn) onder de 7 mg/l is gedaald. Er w ordt elke 4 uur van het te lozen w ater een monster genomen om de lozing naar het oppervlaktew ater zo klein mogelijk te houden. 4. In geval 2 kan de spui w eer w orden hervat als gedurende een hele w acht (elke 4 uur meten) de gehalten tot onder de 4 mg/l (Zn-opgelost) zijn gedaald.
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 6 Milieu-effecten
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz. 6-14
Opmerking: Als het Zn-gehalte overschreden w ordt, betekent dit overigens dat andere zw are metalen, vooral Pb, ook in hogere concentraties voorkomen. Ad c. Onderhoud of controlewerkzaamheden waardoor lozing naar de BIO2000 tijdelijk niet mogelijk is, worden planmatig en in overleg met de waterkwaliteitsbeheerder uitgevoerd en worden alleen gestart indien Hoogovens draait bij stabiele bedrijfsvoering. Mengerafslakstand Het koelwater waarmee de slak in de slakkenpan wordt gekoeld, loopt via goten naar een centrale opvangput, waarvan de inhoud regelmatig wordt leeggezogen en met tankauto's wordt vervoerd naar de Waterreiniging. Alleen in noodsituaties vindt lozing op het riool plaats. Als de koelstand niet wordt gebruikt, dan wordt de put niet leeggezogen en loopt alleen regenwater naar het riool. Centraal Mengerpark Op het Centraal Mengerpark ontstaat afvalwater door het schoonspuiten van het pantser aan de buitenkant van de mengers. Het water loopt via een goot met skimmer in het riool. Voor deze afvalwaterstroom (EW.15) zijn de gegevens van 1998-2001 in kaart gebracht in bijlage 31.
Corus Strip Products Hoogovens Hoofdstuk 6 Milieu-effecten
Deel 1.3, tekstbijlage 2004 – versie 1 blz. 6-15
6.5 Voorzienbare ongewone voorvallen
Buiten de in de hoofdstukken 1 en 5 genoemde “afwijkende bedrijfsvoering” en de situaties die beschreven zijn in het VR bestaan er binnen de werkeenheid Hoogovens geen overige afwijkende situaties met milieu-effect.