FNV Naritaweg 10 Postbus 8456 1005 AL Amsterdam T 020 58 16 300 F 020 68 44 541 Postadres Postbus 8456, 1005 AL Amsterdam
Aan de voorzitter en de leden van de Vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag
CNV Tiberdreef 4 Postbus 2475 3500 GL Utrecht T 030 751 11 00 F 030 751 11 09 VCP Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90525 2509 LM ’s-Gravenhage T 070 349 97 40
Datum 26 november 2014 Ons kenmerk 212.25.21 Onderwerp Reactie FNV, CNV en VCP op de brief van het kabinet over Leven lang leren
Uw kenmerk Telefoonnr. 020 58 16 344 E-mail
[email protected]
Geachte dames en heren, Hierbij ontvangt u onze reactie op de kabinetsbrief Leven Lang Leren ten behoeve van de behandeling van dit onderwerp in het Algemeen Overleg van 29 januari 2015. Algemeen Gezien de snelle ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, de toenemende globalisering, flexibilisering, robotisering en de verhoging van de AOW-leeftijd, is scholing en ontwikkeling van cruciaal belang om de positie van werknemers op de arbeidsmarkt te versterken en hun wend- en weerbaarheid te behouden en te vergroten. Daarom is toegang tot kwalitatief goed onderwijs voor alle werkenden en werkzoekenden van essentieel belang. De vakbeweging is positief over een aantal maatregelen die in de kabinetsbrief worden genoemd, zoals het versoepelen van het vestigingsplaatsbeginsel, maatwerktrajecten in het hoger onderwijs en het afgeven van erkende certificaten in het mbo. Wel zouden sommige maatregelen wat meer ambitieus mogen worden ingevuld. Vooral als het gaat om flexwerkers, ouderen en laag opgeleide werknemers in staat te stellen om een diploma te behalen. Bijvoorbeeld door de invoering van leerrechten, waarmee werknemers in deeltijd en gefaseerd een opleiding kunnen volgen binnen de publieke bekostiging. Ook mist de brief aandacht voor basisvaardigheden. De vakbeweging is tegen de voorgestelde experimenten met vraagfinanciering in het hoger onderwijs. Dit leidt tot privatisering van het deeltijdonderwijs met alle risico’s voor verlies van kwaliteit en verschraling van het aanbod van dien. De vakbeweging is van mening dat het stimuleren en faciliteren van Leven Lang Leren een belangrijke taak is voor de sociale partners, maar vinden dat hierbij ook een belangrijke rol is weggelegd voor de overheid.
Datum
17 december 2014 Ons kenmerk
212.25.21 Pagina('s)
2 van 7 Vooral in tijden van economische crisis heeft juist de overheid de taak om scholing en ontwikkeling van werknemers te faciliteren. Om het stimuleren en faciliteren van scholing en ontwikkeling van werknemers vanuit de overheid te bevorderen, pleit de vakbeweging voor de volgende acties: •
•
•
•
•
• •
1
Stimuleer ‘Leven Lang Leren’ in het mbo door het mogelijk maken van maatwerk en flexibele diplomatrajecten binnen de bekostiging in de vorm van leerrechten, waarmee werknemers in deeltijd en gefaseerd een opleiding kunnen volgen binnen publieke de bekostiging. Maak het mogelijk om deelkwalificaties in het mbo officieel te erkennen. Stimuleer ‘Leven Lang Leren’ in het hoger onderwijs door het mogelijk maken van maatwerk en flexibele diplomatrajecten binnen de bekostiging. Neem de 1 aanbevelingen in het adviesrapport van Rinnooy Kan over, behalve de aanbevelingen gericht op de experimenten met vouchers. De experimenten met vouchers kunnen niet op steun rekenen van de vakbeweging. Stimuleer daarentegen experimenten met een flexibel op een diplomagericht aanbod in het publiek bekostigd hoger onderwijs. Verruim de mogelijkheid om binnen de bekostiging een volgende master of bachelor met arbeidsperspectief te volgen. Verbeter de mogelijkheid om eerder verworven kennis en ervaring in het onderwijs te verzilveren en maak hierbij een verbinding met de arbeidsmarkt. De verkenning naar een steunpunt validering voor het hoger onderwijs en het mbo dient te worden verbreed naar de arbeidsmarkt. Stel voldoende middelen beschikbaar voor educatie van basisvaardigheden, zoals taal en reken én digitale vaardigheden. Faciliteer bedrijven om werknemers deze vaardigheden te laten bevorderen.. Maak de brug-WW mogelijk voor alle werkzoekenden in de WW. Verruim de voorwaarden voor functiegerichte scholing met behoud van WW. Versoepel de voorwaarden om scholing te kunnen volgen met behoud van WW. Faciliteer vakbonden om leren op de werkvloer te stimuleren. Stel het Leven Lang Leren krediet ook beschikbaar voor werknemers boven de 55 jaar.
Advies rapport flexibel hoger onderwijs voor volwassenen, maart 2014
Datum
17 december 2014 Ons kenmerk
212.25.21 Pagina('s)
3 van 7 In bijlage 1 treft u een nadere toelichting bij deze acties aan Graag zijn wij bereid om deze punten toe te lichten in een persoonlijk gesprek.
Hoogachtend,
Edwin Bouwers, Bestuurder FNV In Beweging
Willem Jelle van de Berg, Dagelijks bestuur CNV
Nic Holstein, Dagelijks bestuur VCP
CC. Aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw. Dr. M. Bussemaker Aan de Staatsecretaris van onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de heer. Drs. S. Dekker
Datum
17 december 2014 Ons kenmerk
212.25.21 Pagina('s)
4 van 7 Bijlage 1 Stimuleer ‘Leven Lang Leren’ in het mbo door het mogelijk maken van maatwerk en flexibele diplomatrajecten binnen de bekostiging in de vorm van leerrechten, waarmee werknemers in deeltijd en gefaseerd een opleiding kunnen volgen binnen de publieke bekostiging. Maak het mogelijk om deelkwalificaties in het mbo officieel te erkennen. Het kabinet wil een impuls geven aan de mogelijkheid tot het volgen van modulair middelbaar beroepsonderwijs en het introduceren van erkende certificaten. De vakbeweging is van mening dat allereerst iedereen in staat moet worden gesteld om een volledig diploma te behalen. Daarmee hebben jongeren een sterkere positie op de arbeidsmarkt en zijn breder gekwalificeerd dan voor dat ene bedrijf of sector waarvoor alleen die deelkwalificatie nodig is. Werknemers kunnen met een diploma hun inzetbaarheid en mobiliteit op de arbeidsmarkt versterken. Een erkend certificaat als deel van een mbo-diploma kan nuttig zijn voor jongeren die niet in staat zijn om alle deelkwalificaties onder de knie te krijgen en voor werknemers die al een diploma hebben en iets extra’s nodig hebben om aan het werk te blijven. Ook biedt de erkenning van een deelkwalificatie mogelijkheden om reeds eerder opgedane werk- en leerervaring officieel erkend te krijgen, waardoor de weg naar een officieel diploma kan worden bekort. De validering van deze deelkwalificaties zou via de kenniscentra beroepsonderwijs – bedrijfsleven en straks via de SBB/sectorkamers moeten lopen, waarbij de overheid het officieel vaststelt. Daarmee krijgt een deelkwalificatie waarde in het onderwijs en in de betreffende sector. Voorts is het goed dat het kabinet het mogelijk wil maken om als werkende meer gefaseerd, via modulair onderwijs, een diploma te kunnen behalen. Wil deze maatregel werkelijk effectief zijn dan is het van groot belang dat de werknemer dit kan doen binnen het publiek bekostigd onderwijs. Het is vreemd dat in het hoger onderwijs het mogelijk is om via de bekostiging een deeltijd opleiding te volgen, terwijl dit in het mbo-onderwijs is afgeschaft. De vakbeweging pleit er voor om in het mbo een gefaseerde deelname aan het onderwijs voor werkenden mogelijk te maken binnen de publieke bekostiging in de vorm van leerrechten. Dit komt ook ten goede aan zzp-ers, die geen werkgever hebben om de opleiding te bekostigen, en flexwerkers. •
2
Stimuleer ‘Leven Lang Leren’ in hoger onderwijs binnen de bekostiging door het mogelijk maken van maatwerk en flexibele diplomatrajecten. Neem de aanbevelingen in het 2 adviesrapport van Rinnooy Kan over, behalve de aanbevelingen gericht op de experimenten met vouchers. De experimenten met vouchers kunnen niet op steun rekenen van de vakbeweging. Stimuleer daarentegen experimenten met een flexibel op een diplomagericht aanbod in het publiek bekostigd hoger onderwijs. Verruim de mogelijkheid om binnen de bekostiging een volgende master of bachelor met arbeidsperspectief te volgen. .
Advies rapport flexibel hoger onderwijs voor volwassenen, maart 2014
Datum
17 december 2014 Ons kenmerk
212.25.21 Pagina('s)
5 van 7 De vakbeweging vindt maatwerk en flexibele trajecten in het bekostigd hoger onderwijs voor werkenden van essentieel belang, waarbij rekening wordt gehouden met eerder verworven competenties. Het adviesrapport van Rinnooy Kan bevat hiertoe een aantal goede aanbevelingen, zoals het Leven Lang Lerenkrediet, het stimuleren van de AD en de aanbeveling ter verbetering van het systeem van het erkennen van non formeel leren. De vakbeweging is tegen het uitvoeren van experimenten met vraagfinanciering. Vraagfinanciering leidt tot privatisering van het deeltijd hoger onderwijs, waarbij minder eisen worden gesteld aan de kwaliteit van het onderwijs. Ook leidt het tot verschraling van het aanbod omdat een aantal voltijdopleidingen in stand kunnen blijven dankzij de deeltijdvariant. De FNV, CNV en VCP zijn van mening dat deeltijd hoger onderwijs voor werkenden niet als aparte entiteit moet worden gezien, maar onderdeel moet zijn van het hoger onderwijs, waarbij dezelfde kwaliteitseisen moeten gelden die aan het voltijdonderwijs worden gesteld. Indien er wordt gekozen om deze pilots toch uit te voeren moeten er in ieder geval dezelfde kwaliteitseisen worden gesteld aan het bekostigde en niet-bekostigd onderwijs en dient de medezeggenschap te zijn gegarandeerd. De vakbeweging is s een voorstander van experimenten in het hoger onderwijs met een flexibel aanbod binnen de bekostiging, waarbij rekening wordt gehouden met eerder verworven competenties. Van belang is dat het valideren hiervan wordt uitgevoerd door de examencommissies zelf. Zij zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor het af te geven diploma. Anders ligt fraude op de loer. Voorts moet de mogelijkheid om binnen de bekostiging een volgende master of bachelor met arbeidsmarktperspectief te kunnen volgen worden verruimd Een educatieve minor voor studenten is niet de juiste oplossing om meer academici voor de klas te krijgen. Lesgevende studenten zijn geen structurele oplossing voor het lerarentekort. Bovendien is er niet voor alle vakken een lerarentekort. De vakbeweging vreest dat door de minor niet-bevoegde studenten voor de klas belanden. Een half jaar stage biedt immers geen vervanging voor een complete lerarenopleiding. De opleiding mag hooguit dienen om studenten te interesseren voor een baan in het onderwijs. Daarna behoren ze alsnog een volwaardige lerarenopleiding te volgen. Van belang is om bij de uitwerking hiervan de onderwijsbonden te betrekken. •
Verbeter de mogelijkheid om eerder verworven kennis en ervaring te verzilveren in het onderwijs en maak hierbij een verbinding met de arbeidsmarkt. De verkenning naar een steunpunt validering voor het hoger onderwijs en het mbo dient te worden verbreed naar de arbeidsmarkt.
Essentieel daarbij is dat de kwaliteit van de validering en certificering op orde moet zijn. Momenteel wordt in het convenant partners overleg EVC, waarin de landelijke sociale partners en de ministeries van OCW, EZ en SZW participeren, de discussie gevoerd over hoe de kwaliteit van EVC het beste kan worden geborgd. Daarbij worden twee routes onderscheiden: de onderwijsroute en de arbeidsmarktroute. Voor de onderwijsroute, neemt OCW de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de validering. Hoe de kwaliteit van de validering in de arbeidsmarktroute kan worden geborgd is momenteel onderwerp van
Datum
17 december 2014 Ons kenmerk
212.25.21 Pagina('s)
6 van 7 gesprek. Daarbij vindt de vakbeweging het van essentieel belang dat de kwaliteit van de arbeidsmarktroute onafhankelijk wordt geborgd en dat ook de overheid daarbij een verantwoordelijkheid blijft nemen. Ook vinden we het belang om de aansluiting met het onderwijs te borgen, zodat werknemers die een EVC-traject hebben gevolgd en die alsnog een diploma willen behalen hun certificaat in het onderwijs kunnen verzilveren. De vakbeweging pleit er voor om dit onderdeel te laten uitmaken van de verkenning naar de vormgeving van een steunpunt validering. Stel voldoende middelen beschikbaar voor educatie van basisvaardigheden, zoals taal- en reken- én digitale vaardigheden. Faciliteer bedrijven om werknemers deze vaardigheden te laten bevorderen. In de afgelopen zeventien jaar is het percentage laaggeletterden in Nederland gestegen van 9,4 naar twaalf procent, terwijl op het educatiebudget in de afgelopen jaren enorm bezuinigd is. Terwijl de doelgroep vanaf 2013 is uitgebreid met vrijwillige inburgeraars, waarvoor geen extra compensatie plaatsvindt. De beschikbare middelen verhouden zich dan ook niet tot de behoefte en noodzaak aan scholing van 1,3 miljoen laaggeletterden in Nederland en 1 3 miljoen digibeten . Te meer daar steeds meer dienstverlening digitaal wordt aangeboden. Het beheersen van basisvaardigheden, zoals lezen, schrijven, kennis van de Nederlandse taal en ICT-vaardigheden zijn belangrijke vaardigheden om op de arbeidsmarkt te kunnen participeren en duurzame participatie mogelijk te maken. Uiteraard moet de eerste inspanning zijn gericht opdat mensen geletterd van school komen, maar ook het bijhouden van die vaardigheden is van belang. Op dit moment vinden er pilots plaats in zes regio’s met ‘Taal voor het leven’, waarbij wordt onderzocht wat een effectieve aanpak kan zijn om laaggeletterdheid aan te pakken. Van belang is dat deze pilots goed moeten worden geëvalueerd en dat, indien succesvol, er voldoende middelen beschikbaar moeten zijn om deze activiteiten landelijk uit te rollen. Daarnaast moeten ook bedrijven worden gefaciliteerd om laaggeletterdheid aan te pakken. •
Maak de brug-WW mogelijk voor alle werkzoekenden in de WW en versoepel de voorwaarden voor scholing met behoud van WW. Versoepel de voorwaarden om scholing te kunnen volgen met behoud van WW.
Op dit moment ervaren veel werkzoekenden belemmeringen om met behoud van uitkering een opleiding te volgen gericht op het verwerven van een nieuwe functie. De introductie van de brug-WW binnen de sectorplannen biedt voor een aantal werkzoekenden een oplossing. De vakbeweging pleit ervoor om de mogelijkheid van een brug-WW te verruimen voor alle WW-ers die door middel van een op de functie gerichte scholing uitzicht krijgen op een baan. Voorts pleit de vakbeweging ervoor om soepeler om te gaan met de voorwaarden om scholing te kunnen volgen met behoud van WW. •
3
Faciliteer vakbonden om een leercultuur en duurzame inzetbaarheid op de werkvloer te kunnen stimuleren Bron?
Datum
17 december 2014 Ons kenmerk
212.25.21 Pagina('s)
7 van 7
Het kabinet geeft in haar brief aan belang te hechten aan het bevorderen van een leercultuur en mobiliteit. De vakbeweging kan, door haar positie dicht bij werknemers, een belangrijke rol hierin vervullen. Diverse vakbonden hebben op dit moment projecten waarbij kaderleden worden geschoold en ingezet als leerambassadeur of loopbaancoach. De eerste resultaten zijn succesvol. Financiering vindt onder andere plaats uit O&O-gelden, maar ook vakbonden steken er middelen in. Om deze initiatieven verder te kunnen ontwikkelen zou ook de overheid een bijdrage moeten leveren in de vorm van ontwikkelsubsidies en een bijdrage in de trainingskosten van kaderleden •
Stel het Leven Lang Leren krediet ook beschikbaar voor werknemers boven de 55 jaar.
In de uitwerking van het Leven Lang Leren krediet staat dat deze beschikbaar komt voor deelnemers die 30 jaar of ouder zijn, maar nog niet de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt. Ook een 55-plusser kan behoefte hebben aan een dergelijk krediet om zijn of haar positie op de arbeidsmarkt te versterken. De vakbeweging pleit er daarom voor het Leven Lang Leren krediet ook open te stellen voor 55-plussers.