AAN: zelfstandige vermogensbeheerder
JaHuS.MSteven HuStevenOnderzoek servicemodellen
Datum Ons kenmerk Pagina Telefoon E-mail Betreft
1 van 7 020 - 797 2504
[email protected] Onderzoek servicemodellen
Geachte directie, De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft onderzoek gedaan naar de wijze waarop servicemodellen worden gebruikt in de markt. U ontvangt deze brief omdat uw onderneming volgens onze informatie gebruik maakt of gebruik heeft gemaakt van servicemodel 4. Sinds de invoering van het provisieverbod voor beleggingsondernemingen mag de samenwerking tussen zelfstandige vermogensbeheerder en depotbank uitsluitend plaatsvinden volgens de twee toegestane servicemodellen, servicemodel 3 en servicemodel 4. Een beschrijving van beide servicemodellen bevindt zich in de bijlage van deze brief. De AFM heeft verschillende signalen ontvangen dat servicemodel 4 wordt gebruikt om te verdienen aan transacties. Daarnaast is uit het self assessment voor beleggingsondernemingen 2014 (SABO) gebleken dat servicemodel 4 door een kwart van de zelfstandige vermogensbeheerders wordt gebruikt. Dit is een flinke toename ten opzichte van de 5% die voor 2014 gebruik maakte van servicemodel 4. Ook is gebleken dat zelfstandige vermogensbeheerders onder servicemodel 4 in 2014 vier keer zo veel transactiekosten bij de cliënt in rekening hebben gebracht als wat zij zelf hebben betaald aan depotbanken voor het uitvoeren van de transacties. Dit was aanleiding voor de AFM om in 2015 nader steekproefonderzoek te doen naar het gebruik van servicemodellen. De uitkomsten van het nadere onderzoek waren volledig in lijn met de bevindingen van het SABO. Bevindingen uit het onderzoek Driekwart van de 118 zelfstandige vermogensbeheerders maakt uitsluitend gebruik van servicemodel 3. Een kwart van de 118 zelfstandige vermogensbeheerders maakt (ook) gebruik van servicemodel 4. Meer dan de helft van de onderzochte zelfstandige vermogensbeheerders die servicemodel 4 gebruiken, brengt transactietarieven in rekening die hoger zijn dan 0,4% over de transactiewaarde. Dergelijke tarieven zijn in de ogen van de AFM hoog. Tarieven kunnen in enkele gevallen oplopen tot meer dan 1% over de transactiewaarde. Kosten van meer dan € 400 voor bijvoorbeeld een individuele transactie in aandelen van grote beursgenoteerde fondsen zijn veelvuldig waargenomen. In enkele gevallen werden kosten van meer dan € 1000 in rekening gebracht voor een dergelijke Stichting Autoriteit Financiële Markten
Bezoekadres Vijzelgracht 50
Kamer van Koophandel Amsterdam, nr. 41207759
Postbus 11723 • 1001 GS Amsterdam
Kenmerk van deze brief:
Telefoon +31 (0)20-7972000 • Fax +31 (0)20-7973800 • www.afm.nl
Ons kenmerk Pagina
2 van 7
transactie. Dergelijke kosten zijn in de ogen van de AFM excessief. Niet is gebleken dat een hoger transactietarief van de zelfstandige vermogensbeheerder wordt gecompenseerd door lagere beheerkosten. Integendeel, de beheerkosten van de zelfstandige vermogensbeheerders die (ook) servicemodel 4 gebruiken waren gemiddeld 0,1% hoger dan de beheerkosten van de zelfstandige vermogensbeheerders die uitsluitend gebruik maken van servicemodel 3. De AFM heeft hier geen redelijke verklaring voor kunnen vinden. De zelfstandige vermogensbeheerders betaalden in de onderzochte periode onder servicemodel 4 zelf ongeveer 0,1% over de transactiewaarde aan de depotbank voor het uitvoeren van de transacties. Dit laatste tarief is vergelijkbaar met het tarief dat de cliënt zelf rechtstreeks aan de depotbank betaalt onder servicemodel 3. Ook heeft de AFM geconstateerd dat depotbanken de kosten die zij rechtstreeks bij de cliënt in rekening brengen voor een individuele transactie vaak hebben gemaximeerd, bijvoorbeeld op € 150. De AFM is voorstander van het maximeren van transactiekosten, omdat hiermee het risico op excessieve transactiekosten wordt verkleind. Beleggingsondernemingen worden geacht zich op een eerlijke, billijke en professionele wijze in te zetten voor de belangen van de cliënt. In dit licht is de AFM van mening dat servicemodel 4 niet gebruikt mag worden om bij de cliënt hoge transactiekosten in rekening te brengen die niet redelijkerwijs terug te voeren zijn op kosten die de zelfstandige vermogensbeheerder voor het uitvoeren van transacties zelf maakt. Wat de AFM van u verwacht Als uw onderneming gebruik maakt van servicemodel 4, verwacht de AFM van u dat u uw werkwijze tegen het licht van voornoemde onderzoeksbevindingen houdt, en waar nodig aanpassingen doet. Als uw onderneming hogere transactiekosten in rekening brengt bij de cliënt dan wat de depotbank in een vergelijkbare situatie rechtstreeks bij de cliënt in rekening zou hebben gebracht, dan dient u kritisch te zijn waarom uw transactiekosten hoger zijn. Het enkele gegeven dat een zelfstandige vermogensbeheerder verantwoordelijkheid draagt voor de orderuitvoering in plaats van de depotbank is geen rechtvaardiging voor hoge transactiekosten. Ook het gegeven dat de cliënt heeft ingestemd met het tarief ontslaat de zelfstandige vermogensbeheerder niet van haar verplichting om bij de tariefstelling het klantbelang centraal te stellen en onnodig hoge transactiekosten te voorkomen. Vervolg De AFM zal begin 2016 de bevindingen van het onderzoek publiceren. Daarbij zal de AFM partijen die gebruik maken van servicemodel 4, oproepen om een einde te maken aan ongerechtvaardigd hoge transactiekosten en om waar mogelijk over te stappen naar servicemodel 3. De AFM zal medio 2016 bekijken of de oproep het noodzakelijke effect heeft gehad. Mocht dat niet het geval zijn, dan sluit de AFM nader onderzoek niet uit met mogelijke gevolgen voor partijen die ongerechtvaardigd hoge transactiekosten in rekening te brengen.
Ons kenmerk Pagina
3 van 7
We vertrouwen erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Mocht u naar aanleiding van deze brief vragen hebben, dan kunt u contact opnemen het Ondernemersloket, bereikbaar op telefoonnummer 0800 6800 680.
Hoogachtend, Autoriteit Financiële Markten
drs. S. Hu Toezichthouder Toezicht | Klantbelang Centraal
drs. R.E.P. van Leeuwen Manager Toezicht | Klantbelang Centraal
Ons kenmerk Pagina
4 van 7
Bijlage Servicemodellen Model 3 Beurs Beursvergoeding Uitvoeren order
Broker (externe Depotbank) Doorgeven order Adviseur/ vermogensbeheerder
Transactiekosten broker
Vermogensbeheerfee/ Adviesfee Cliënt
Toelichting model 3A In model 3A betaalt de cliënt de broker/depotbank voor het uitvoeren van transacties en de zelfstandig vermogensbeheerder /adviseur voor vermogensbeheer/advies. De zelfstandig vermogensbeheerder/adviseur ontvangt een directe vergoeding van de klant en verdient niet aan transacties. Model 3a is in lijn met het provisieverbod. Variabele vergoeding Hoewel de AFM voorstander is van een directe vaste vermogensbeheerfee/adviesfee, mag de vergoeding voor de zelfstandig vermogensbeheerder/adviseur onder voorwaarden een directe variabele (transactiegerelateerde) component bevatten. Voorwaarde is dat dit de wens is van de klant. Daarnaast moet de vergoeding direct met de klant worden afgesproken en direct door de klant worden betaald. Dit betekent dat de vermogensbeheerder/adviseur zelf verantwoordelijk is voor het factureren en innen van deze vergoeding.
Ons kenmerk Pagina
5 van 7
Toelichting Model 3B De broker/depotbank kan in dit model een rol spelen als uitbestedingspartner voor de facturering. In dit geval besteedt de vermogensbeheerder/adviseur het opstellen en versturen van de factuur voor zijn (variabele) vergoeding uit aan de depotbank. De eisen aan dit model zijn: 1. De vermogensbeheerder/adviseur blijft zelf verantwoordelijk voor de facturering van zijn eigen kosten, 2. De facturering geschiedt op het briefpapier van de vermogensbeheerder/adviseur, en 3. De klant maakt de vergoeding direct op rekening van de vermogensbeheerder/adviseur over. De klant ontvangt in dit model in ieder geval 2 facturen: één voor de dienstverlening van de broker/depotbank (op briefpapier van de broker/depotbank) en één voor de dienstverlening van de zelfstandig vermogensbeheerder/adviseur (op briefpapier van de zelfstandig vermogensbeheerder/adviseur). Het kan zijn dat de klant de vergoeding overmaakt van een rekening die hij bij de depotbank aanhoudt. Ook kan de vermogensbeheerder/adviseur een rekening aanhouden bij de depotbank. Dit is geen bezwaar, zolang de vergoeding direct wordt overgemaakt van een rekening op naam van de klant naar een rekening op naam van de vermogensbeheerder/adviseur. De vermogensbeheerder/adviseur kan de facturering tevens uitbesteden aan een willekeurige andere uitbestedingspartner. Ook model 3b is in lijn met het provisieverbod voor beleggingsondernemingen.
Ons kenmerk Pagina
6 van 7
Model 4
Beurs Beursvergoeding Uitvoeren order
Broker (externe depotbank) Doorgeven order
Transactiekosten broker
Adviseur/ vermogensbeheerder All-in fee
Cliënt
Toelichting model 4A In model 4A neemt de zelfstandig vermogensbeheerder/adviseur de (juridische) verantwoordelijkheid voor de orderuitvoering op zich. Een zelfstandig vermogensbeheerder/adviseur met een c-vergunning mag dit doen voor beheerklanten. Voor het aangaan van de verantwoordelijkheid voor de orderuitvoering van adviesklanten is een bvergunning noodzakelijk. De zelfstandig vermogensbeheerder/adviseur kan de orderuitvoering (deels) uitbesteden aan de broker/depotbank. Hiervoor betaalt hij de broker/depotbank. De klant heeft alleen een directe relatie met de broker/depotbank voor het bewaren van effecten. Voor de orderuitvoering heeft hij uitsluitend een relatie met de zelfstandig vermogensbeheerder/adviseur. De cliënt betaalt een all-in fee aan de zelfstandig vermogensbeheerder /adviseur. Variabele vergoeding In bovenstaande variant ontvangt de zelfstandig vermogensbeheerder/adviseur een directe vaste vergoeding van de klant. Model 4a is in lijn met het provisieverbod voor beleggingsondernemingen. De all-in fee in bovenstaand model mag echter onder voorwaarden wel een directe variabele (transactiegerelateerde) component bevatten. Voorwaarde is dat dit de wens moet zijn van de klant. Daarnaast moet de vergoeding direct met de klant worden
Ons kenmerk Pagina
7 van 7
afgesproken en direct door de klant worden betaald. Dit betekent dat de vermogensbeheerder/adviseur zelf verantwoordelijk is voor het factureren en innen van deze vergoeding. Toelichting model 4B Naast uitbestedingspartner voor de orderuitvoering kan de broker/depotbank in dit model een rol spelen als uitbestedingspartner voor de facturering. In dit geval besteedt de vermogensbeheerder/adviseur het opstellen en versturen van de factuur voor zijn (variabele) vergoeding uit aan de depotbank. De eisen aan dit model zijn: 1. De vermogensbeheerder/adviseur blijft zelf verantwoordelijk voor de facturering van de eigen kosten. 2. De facturering geschiedt op het briefpapier van de vermogensbeheerder/adviseur, en 3. De klant maakt de vergoeding direct op rekening van de vermogensbeheerder/adviseur over. Omdat de klant voor de orderuitvoering in deze variant alleen een directe relatie heeft met de zelfstandig vermogensbeheerder, ontvangt hij voor de orderuitvoering geen factuur van de depotbank/broker. De dienstverlening in het kader van orderuitvoering rekent de broker/depotbank af met de zelfstandig vermogensbeheerder. De klant betaalt het bewaarloon wel direct aan de depotbank waar hij een beleggingsrekening heeft. Het kan zijn dat de klant het bedrag overmaakt van een rekening die hij bij de depotbank aanhoudt. Ook kan de vermogensbeheerder/adviseur een rekening aanhouden bij de depotbank. Dit is geen bezwaar, zolang de vergoeding direct wordt overgemaakt van een rekening op naam van de klant naar een rekening op naam van de vermogensbeheerder/adviseur. De vermogensbeheerder/adviseur kan de facturering tevens uitbesteden aan een willekeurige andere uitbestedingspartner. Ook model 4b is in lijn met het provisieverbod.