College Deskundigheid Financiële Dienstverlening Postbus 556 2501 CN DEN HAAG
Datum Ons kenmerk Pagina
Telefoon E-mail
Betreft
13 september 2012 TGFO-EHBo-12090315 1 van 7 020 - 797 29 71
[email protected] Consultatie eind- en toetstermen Wft vakbekwaamheid
Geacht bestuur, Hierbij reageren wij op de Herziening eind- en toetstermen Wft vakbekwaamheid die u op 26 juli 2012 ter consultatie heeft voorgelegd. Wij danken u voor de gelegenheid om onze visie te kunnen inbrengen. Met de voorgenomen wijzigingen in het vakbekwaamheidgebouw wordt beoogd de kwaliteit van financieel advies te verhogen, onder meer door een uitbreiding c.q. verhoging van het vakbekwaamheidniveau door het toevoegen van vaardigheden en competenties. Mede doordat de eind- en toetstermen veel elementen van vaardigheden en professioneel gedrag bevatten, is hiermee een belangrijke randvoorwaarde aanwezig om de doelstelling de kwaliteit van advies te verhogen, te bereiken. Hierna wil de AFM enkele algemene aandachtspunten naar voren brengen. Per module vindt u in de bijlage een aantal opmerkingen. Wijze van examineren. De verhoging van de vakbekwaamheidseisen staat of valt met de wijze waarop de elementen vaardigheden en professioneel gedrag straks getoetst zullen worden. Het College geeft zelf aan dat het uitsluitend toetsen met multiple-choice vragen ontoereikend is en dat ook casuïstiek en (mondelinge) toetssituaties moeten worden voorgelegd aan de kandidaten. De AFM onderschrijft dit en hecht er aan dat hier voldoende aandacht aan wordt besteed. Het is van belang dat een goede indicatie kan worden verkregen van de vaardigheden en competenties van de kandidaat. Enkel een aanwezigheidsplicht is niet toereikend. Op meerdere manieren kan de docent een indicatie krijgen van de vaardigheden en competenties van de kandidaat. Bijvoorbeeld door het nabootsen van een adviesgesprek, vooraf opdrachten uit te werken en die gedurende de bijeenkomst te presenteren, en het plenair bespreken van casuïstiek en stellingen. Kredietbeschermers geen standaard onderdeel van het passend advies consumptief krediet. In de taakstructuur van de module consumptief krediet worden kredietbeschermers als standaard onderdeel van het advies over de
Stichting Autoriteit Financiële Markten Kamer van Koophandel Amsterdam, nr. 41207759 Kenmerk van deze brief: TGFO-EHBO-12090315
Bezoekadres Vijzelgracht 50 Postbus 11723 • 1001 GS Amsterdam Telefoon 020 - 797 20 00 • Fax 020 - 797 38 00 • www.afm.nl
Datum Ons kenmerk Pagina
13 september 2012 TGFO-EHBo-12090315 2 van 7
passende oplossing gepresenteerd. De AFM vindt dat hier een ongewenst signaal van uit gaat. Enerzijds kunnen inkomensverzekeringen nuttig zijn omdat ze de consument beschermen tegen situaties als werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en overlijden. Anderzijds signaleert de AFM dat bemiddelaars in consumptief krediet deze verzekeringen gebruiken als compensatie voor het consumptief kredietadvies. Advies- en bemiddelingswerkzaamheden voor consumptief krediet mogen namelijk niet in rekening worden gebracht bij de klant. De bemiddelaar ontvangt daarvoor provisie van de aanbieder. Om te voorkomen dat een ongewenst verdienmodel ontstaat, is het van belang dat er een duidelijk onderscheid is tussen de advieswerkzaamheden voor consumptief krediet en de advieswerkzaamheden voor kredietbeschermers. De AFM stelt daarom voor om in de taakstructuur onder 3. het onderdeel “inclusief de kredietbeschermers” te schrappen. De consumptief kredietadviseur moet een passende oplossing adviseren, dat impliceert niet per definitie een kredietbeschermer. Kennis van de relevante leidraden AFM. De AFM heeft diverse leidraden gepubliceerd over (zorgvuldig) adviseren. De relevante leidraden van de AFM worden niet in alle modules expliciet genoemd. Dit gebeurt wel bij bijvoorbeeld de module pensioen. Naast Tweedepijler pensioenadvisering zijn echter ook de leidraden hypotheekadvisering en de leidraad zorgvuldig advies vermogensopbouw relevant. Met behulp van leidraden beoogt de AFM financieel dienstverleners informatie te verstrekken die zij kunnen gebruiken bij de verbetering van de kwaliteit van hun advies en eventueel aanpassingen door te voeren die op grond van de wet- en regelgeving of actualiteiten noodzakelijk zijn. De AFM stelt daarom voor om kennis van de relevante leidraden op te nemen in de eind- en toetstermen van de verschillende modules. Belang kennis en inzicht in de werkgeverspensioenregeling bij consumentenadvies voor aanvullend pensioen. De AFM vindt dat bij consumentenadvies voor aanvullend pensioen, naast alle bestaande vermogensbestanddelen, lopende financiële producten en het huidige en te verwachten toekomstige bestedingspatroon, ook de werkgeverspensioenregeling moet worden betrokken. Dit komt nog onvoldoende terug in de module vermogen. Omdat circa 6 miljoen Nederlanders een werkgeverspensioenregeling hebben is het van belang dat de adviseur kennis van, en inzicht in, de werkgeverspensioenregeling heeft. Bij herkenning van evidente oplossingsmogelijkheden in de werkgeverspensioenregeling, zorgt de adviseur ervoor dat de consument deze kan benutten. De AFM stelt voor de module vermogen zo in te richten dat hiervoor voldoende handvatten worden geboden. Consistentie en overlap. Doordat de terminologie niet steeds eenduidig wordt gebruikt, is het geheel niet altijd logisch en consistent. Zo worden verschillende termen gebruikt voor vergelijkbare werkzaamheden waarvan niet altijd duidelijk is wat precies bedoeld wordt. Dit is het geval in de module vermogen (zie bijlage). In de module volmacht algemeen wordt een nieuwe definitie geïntroduceerd voor optreden als gevolmachtigde agent, die ruimer is dan de definitie uit artikel 1:1 Wet op het financieel toezicht. Ook de structuur van eindterm naar toelichting is niet altijd logisch. Om verwarring te voorkomen en de leesbaarheid te vergroten adviseert de AFM om consistent te zijn in de terminologie en aan te sluiten bij bestaande definities in artikel 1:1 Wft en artikel 1 Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen.
Datum Ons kenmerk Pagina
13 september 2012 TGFO-EHBo-12090315 3 van 7
Vaardigheden en professioneel gedrag komen terug in alle modules. Hierdoor ontstaat ook een risico op overlap. Het is van belang dat ook hier de consistentie bewaakt wordt en overlap tussen de modules waar mogelijk voorkomen wordt. De AFM verzoekt uw College hier goed naar te kijken. In de bijlage vindt u de specifieke opmerkingen per module. Met vriendelijke groet, Autoriteit Financiële Markten
M. Denkers BA MSc MBA Hoofd Toezichtgroepen Financiële Ondernemingen
drs. W. van de Beek Manager Strategie, Beleid en Internationale Zaken
Datum Ons kenmerk Pagina
13 september 2012 TGFO-EHBo-12090315 4 van 7
Bijlage: specifieke opmerkingen per module Module Opmerking(en) Basis • In de basismodule zitten voldoende elementen in die de AFM belangrijk vindt in een adviesgesprek. Wat hier ontbreekt, is dat niet verzekeren ook een oplossing is, mits de klant zich goed bewust is van de risico’s die hij daarmee neemt. • Er zou meer aandacht moeten zijn voor de opbouw en inhoud van een goed advies. De basis module zou algemene vaardigheden, competenties, kennis en professioneel gedrag voor alle adviseurs moeten bevatten. Alle aspecten die in een goed advies moeten terugkomen zouden hierin terug moeten komen. Zie hiervoor de leidraden hypotheekadvisering, zorgvuldig advies vermogensopbouw en Tweedepijler pensioenadvisering van de AFM. Nu is dat verspreid en ontbreekt het zelfs bij de eindtermen. • Bij de basis module missen de eindtermen over het verstrekken van informatie over de financiële dienst, producten en de dienstverlening (inclusief de kosten). • Toevoegen: de gevolgen van verzwijging. Consumptief krediet • De kostentransparantie naar de klant zou een vereiste moeten zijn in de vaardigheden van de adviseur, waarbij er een duidelijk onderscheid is tussen de advieswerkzaamheden voor consumptief krediet (provisie) en de advieswerkzaamheden voor kredietbeschermers (fee). Schade (particulier en zakelijk) • Algemeen: De scheidingslijn tussen schade in particulier en zakelijk kan dun zijn. Er zijn steeds meer zelfstandigen zonder personeel, die vanuit hun woning een bedrijf beginnen. Het gevaar bestaat dat er te lang van de particuliere situatie wordt uitgegaan, met alle problemen bij een onverhoopte schade van dien. • De scheiding tussen ongevallenverzekering en arbeidsongeschiktheidsverzekering: deze verzekeringsvormen horen bij elkaar. Hier wordt in de tekst ook naar verwezen, bijvoorbeeld Pagina 18 – 2d.14 voor niet of moeilijk verzekerbare arbeidsongeschiktheidsrisico’s een passende oplossing adviseren in de vorm van een ongevallenverzekering. • Opmerkelijk: pagina 6 1b.3 De kandidaat kan uitleggen welke zaken of belangen van de klant onder de dekking van verzekeringen, met uitzondering van de verkeersverzekeringen, worden geschaard. Waarom deze uitsluiting? Vermogen • De eindtermen binnen vaardigheden en professioneel gedrag zijn gericht op het ‘herkennen’ van situaties, niet op het doorpakken en oplossen wanneer zich iets voordoet. Hier zou ook aandacht voor moeten zijn. Ook het handelen moet binnen de wettelijke kaders en wat maatschappelijk
Datum Ons kenmerk Pagina
• • •
•
•
•
•
• •
•
• • •
13 september 2012 TGFO-EHBo-12090315 5 van 7
wenselijk is plaatsvinden. Dit komt bijvoorbeeld wel bij de toetstermen terug van de basis module (4a.5). Het belang van de klant ontbreekt (“klantbelang centraal”) bij de beschrijving van integer handelen. Bij vaardigheden en professioneel gedrag zou aandacht moeten zijn voor de wijze van toetsen. Dit is al een onderdeel binnen de SEH module PE. Binnen de module vermogen (eindterm 1a, 1f, 1m, 1o, 1p, 2g2, 3d) en hypotheken (eindterm 1c) zijn er toetstermen die (deels) naar de basis module zouden kunnen omdat deze voor alle adviseurs relevant kunnen zijn. Beleggingsobjecten worden heel expliciet vermeld in 1a.8. Als kennis van vrijstellingen belangrijk is, dan hoort de vrijstelling boven de 100k daar ook bij. In deze eindtermen zou ook iets opgenomen moeten worden over kennis m.b.t. transparantieverplichtingen van aanbieders van vermogensopbouwproducten (zoals: prospectus, EBI, bijsluiter, jaarverslag, etc.). Eindterm 4d: in de eindterm staat expliciet vermeld dat de persoon beschikt over het vermogen om dilemma’s bespreekbaar te maken. In de vaardigheden die benoemd worden, wordt echter niets opgemerkt over het ‘bespreekbaar maken’, maar enkel ingezoomd op het onderkennen van de dilemma’s. ‘Bespreekbaar maken’ vergt andere competenties dan het ‘onderkennen’. Eindterm 1b: focus op beleggingsobjecten (1b.11 en 1b.12). Hier zou ook aandacht moeten zijn voor beleggingsfondsen en andere financiële producten (meer dan alleen: wat zijn de verschillen, zoals in 1b.13). Eindterm 2c.1: Definitie van wat een ‘goed klantbeeld’ is ontbreekt. Eindterm 3a.1: Hoe verhouden ‘gegevens inventariseren’ zich tot eindterm 2c (vermogen om de financiële positie en wensen van de klant te inventariseren)? Toetstermen onder 1g: dat de kandidaat begrijpt en kan uitleggen wat het onderscheid is tussen actief beleggen (actieve beleggingsfondsen die de benchmark willen verslaan) en passief beleggen (het beleggen in indextrackers) ontbreekt. Bij 1g.h horen ook ‘gestructureerde producten’ thuis. Toetsterm 1h.2: wat zijn argumenten “wanneer de klant in aanmerking komt voor beleggen”? Wat bij 1h.3 staat zou ook als competentie moeten worden opgenomen. Bijvoorbeeld: de kandidaat is in staat het gesprek aan te gaan met de klant als de klant zich niet kan vinden in het gekozen risicoprofiel of de geadviseerde vermogensopbouwoplossing en kan de risico’s schetsen als de klant afwijkt van het advies. Omgaan met klanten die teveel risico
Datum Ons kenmerk Pagina
• • •
•
•
•
Inkomen
•
• • • • • • • • •
13 september 2012 TGFO-EHBo-12090315 6 van 7
willen nemen of onrealistische verwachtingen heeft. Dit zou ook kunnen passen in de opsomming onder 3c. op pagina 25. Bij 1k.3 dat de kandidaat ook de kosten van zowel de (vermogensopbouw)producten als van de dienstverlening kan definiëren. Het onderscheid tussen actief/passief beleggen zou ook een plek moeten krijgen bij de eindtermen onder 1l. Wat wordt bedoeld met laatste worden in de kop (onderstreept): “adviseren van een passende oplossing, zowel financieel als organisatorisch”? Onder 1m zijn alleen verzekeringsgerelateerde zaken opgenomen. Ook de toetstermen van onderdeel 1n zien sterk op verzekeringen en niet op bancaire producten. Uit de kop blijkt namelijk dat die termen ook zouden moeten zien op bancaire producten). Onder 2f als vaardigheid: “het beoordelen van een passende oplossing voor vermogensopbouw met het oog op de kosten, risico’s, verwachte rendementen en het klantbeeld.” Dit zit wel gedeeltelijk in onderdeel 3c op pagina 24; maar het onderscheid tussen 2f en 3c is niet heel duidelijk. In de opsomming onder 2g mist het expliciet beoordelen van hoe realistisch het is dat de klant zijn doelstelling nog haalt en of aanvullende actie nodig is (zoals bijstellen doel, meer vermogen inleggen, meer risico nemen). Algemeen: in een aantal gevallen gaat de toetsterm teveel in op de inhoud van andere vakgebieden (arbo technische zaken, re-integratie, of advies bij fusies en overnames). Het is belangrijker dat de adviseur inkomen de functies van dergelijke specialisten kan uitleggen en de noodzaak van het inschakelen van deze specialisten dan dat de inkomen adviseur dat zelf doet. De adviseur moet door kunnen verwijzen naar deskundigen als het een onderwerp betreft die niet het eigen vakgebied is. Deze vaardigheid moet voldoende opgenomen zijn. 1a.3: aansprakelijkheidsrisico’s wijzigen door: ‘gevolgen van verzwijging’. 2a 1: Bij ‘luisteren, doorvragen enz.’ toevoegen: ‘duidelijk vastleggen’. Taak 1 Inventariseren van de gegevens van de klant en het opstellen van een risicoanalyse 3a.5: in de kolom ‘context’ toevoegen: ‘verzekeringnemer en verzekerde’ Taak 2 Adviseren (en eventueel bemiddelen) van een passende oplossing, zowel financieel als organisatorisch 1g.5: uit moet zijn op 1h: aanvullen: het verschil schade- en sommenverzekering kennen. Aanvullen: kennis hebben van de inkomenssituatie van ondernemers die als zzp’er of freelancer werken. 3b.6: Financieel adviseur moet ook samenwerken met andere adviseurs
Datum Ons kenmerk Pagina
Hypothecair krediet
Pensioen Volmacht
13 september 2012 TGFO-EHBo-12090315 7 van 7
(accountant, fiscalist) van de werkgever. De gemiddelde adviseur zal de gevolgen van fusies of overnames voor inkomensverzekeringen niet zelfstandig kunnen afhandelen. • Taak 3 Beheren en actueel houden van het advies (nazorg) • Taak 4 Begeleiden bij de schadebehandeling/claim • Voor het re-integratieproces zullen andere deskundigen (veelal) noodzakelijk zijn. • De eindtermen binnen vaardigheden en professioneel gedrag zijn gericht op het ‘herkennen’ van situaties, niet op het doorpakken en oplossen wanneer zich iets voordoet. Ook het handelen, moet binnen de wettelijke kaders en wat maatschappelijk wenselijk is, plaatsvinden. Dit komt wel bij de toetstermen terug in de basis module 4a.5. • Het belang van de klant ontbreekt (“klantbelang centraal”) bij de beschrijving van integer handelen. • Bij vaardigheden en professioneel gedrag zou aandacht moeten zijn voor de wijze van toetsen. Dit is al een onderdeel binnen de SEH module PE. • Binnen de toetstermen op pagina 5 mist ‘het in kaart brengen’ van risico’s bij AO, WW, OVR. Het in kaart brengen komt wel terug in eindterm 2d, maar hier zou de laatste kolom ook als norm wordt gesteld (geldt nu alleen als toelichting). Niet nader bestudeerd. • Definitie onder volmacht algemeen schrappen, optreden als gevolmachtigde agent wordt gedefinieerd in artikel 1:1 Wft. • Consistentie: in de toets- en eindtermen staat overal ‘gevolmachtigd agent’, terwijl ‘gevolmachtigde agent’ in wet- en regelgeving gebruikt wordt. • Aanvullen onder eindtermen kennis, onder a., b., en d.: grondige kennis van verzekeringsrecht, verzekeringstechniek en bedrijfsorganisaties, belangenverenigingen en samenwerkingsverbanden. Deze ‘grondige kennis’ wordt onder de huidige eindtermen namelijk al vereist. • Toevoegen onder eindtermen kennis: kennis van het algemeen burgerlijk recht en de wijze waarop een civiele procedure en een strafproces verlopen. Dat is onder de huidige eindtermen namelijk al een eis en het komt met de andere eindtermen weer terug onder de eindtermen vaardigheden. • De eindtermen hebben geen specifieke onderdelen van de onderliggende modules (levensverzekering, inkomensverzekering, schadeverzekering en pensioenverzekering) voor de gevolmachtigde agent; in de huidige eindtermen zijn wel specifieke eindtermen voor schade en levensverzekeringen.