Projectplan Datum: 13 december 2011 vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders
Naam project:
Decentralisatie maatschappelijke taken voortkomend uit de Bestuursafspraken 2011 – 2015.
Naam deelproject:
Decentralisatie AWBZ - Wmo
Type project:
Majeur project
Bestuurlijke opdrachtgever:
Twan Jansen, wethouder Maatschappelijke Diensten
Ambtelijke opdrachtgever:
Karel Joosten, gemeentesecretaris
Ambtelijk opdrachtnemer:
Dorien van der Giessen, afdelingsmanager Maatschappelijke Diensten
Inleiding: Op 6 september 2011 heeft het college van burgemeester en wethouders voor dit majeur project met bijbehorende deelprojecten haar akkoord gegeven op een bestuursopdracht met plan van aanpak. Dit betreffende de decentralisatieopdrachten AWBZ – Wmo, Jeugdzorg en Wet Werken naar Vermogen. Op 21 september 2011 is hiervoor de bestuursopdracht ondertekend door D. van der Giessen. De decentralisatieopdrachten zijn opgenomen in de Bestuursafspraken 2011 – 2015 (voorheen: Bestuursakkoord). Zoals aangegeven in de bestuursopdracht en het daarin geïntegreerde plan van aanpak, betreft het niet zozeer een project met een duidelijk begin en einde, maar meer een proces gericht op anticiperen op (toekomstige) decentralisatieontwikkelingen in samenhang met de ontwikkelingen bij het Werkplein. Feit is echter dat taken worden gedecentraliseerd en dat het maatschappelijk veld zich hierop inmiddels aan het verhouden is. Zoals aangegeven, dient de gemeente zich te verhouden op de nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot het Werkplein, als gevolg van de nieuwe positionering van het UWV Werkbedrijf. De mogelijkheden dienen te worden bezien, één en ander in samenhang met de decentralisatieopdracht op onder andere het terrein van de Wet Werken naar Vermogen. Het vastgestelde plan van aanpak fungeert als zodanig voor alle drie deelprojecten. Dit deelprojectplan is een uitwerking daarvan. Het voorliggende deelprojectplan geeft aan hoe invulling wordt gegeven aan genoemde projectopdracht voor het deelproject decentralisatie AWBZ – Wmo. Het deelprojectplan bestaat uit vier delen. Het eerste deel gaat in op de inhoud van het deelproject. Het tweede deel gaat in op de organisatie van het deelproject. Het derde deel gaat in op de financiële en personele kant van het project. En het vierde deel gaat over de samenhang tussen de deelprojecten en de speerpunten uit het collegeprogramma.
1
Deel 1. Inhoud van het project: 1.1
Probleemstelling
De Rijksoverheid maakt, in het kader van de beheersing van de AWBZ (Algemene wet bijzondere ziektekosten), de keuze om de functie extramurale begeleiding te decentraliseren naar de gemeente. Per 1 januari 2013 geldt dit voor alle nieuwe aanvragers voor begeleiding en per 1 januari 2014 voor iedereen die op dit moment al begeleiding via de AWBZ ontvangt. De decentralisatie van de extramurale begeleiding geldt ook voor het vervoer én voor de groep licht verstandelijk gehandicapten (lvg), jongeren en voor kinderen met Jeugd-Geestelijke Gezondheids Zorg (GGZ) zorg (vanaf 2013). Uitgangspunt van het Rijk hierbij is dat de gemeente dichter bij de burger staat en vanuit de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) beter kan inspelen op de vraag van de burger. De functie begeleiding kent een collectief en een individueel component. 1.2
Doelstelling
Invulling geven aan de landelijke beleidsvoornemens te weten: Decentralisatie van de functie extramurale begeleiding (collectief en individueel) van de AWBZ (Algemene wet bijzondere ziektekosten) naar de Wmo. 1.3
Kaders en randvoorwaarden
Landelijk: Regeerakkoord Het kabinet legt prioriteit bij: •
Betere basiszorg dichter bij huis. Basiszorgvoorzieningen binnen de wijken/dorpen.
•
Goed functionerende 1ste lijns geestelijke gezondheidszorg, vanuit een algemene verzekering.
•
Ouderenzorg op buurt- en wijkniveau, vanuit sociale netwerken en collectief georganiseerde zorg.
•
Buurtzorg gericht op gezondheidswinst, oplossingen voor de cliënt, kwaliteit van leven en zorgonafhankelijkheid.
•
Scheiden van wonen en zorg op basis van woonwensen van cliënten.
•
Overheveling functies dagbesteding en begeleiding van AWBZ naar de Wmo.
•
Vereenvoudiging regelgeving volkshuisvesting: o
Meegroeiwoningen/mantelzorgwoningen/meergeneratiewoningen.
o
Ten behoeve van maatwerk.
o
Waarin specifieke aandacht voor het ruimtelijke ordeningsbeleid voor krimpregio’s.
Regionaal: Regiovisie •
Regiovisie die momenteel voor Noord-Limburg opgesteld wordt.
Lokaal: Strategische visie gemeente Venray Venray als Zorgstad •
Venray gaat voor kwaliteit van het voorzieningenniveau en zoekt daarbij de juiste schaal om dat te realiseren.
2
•
Venray investeert in mensen en stimuleert mensen om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor de kwaliteit van hun eigen leefomgeving. Dorps- en wijkraden hebben daarin een belangrijke rol.
•
De Venrayse dorpen (en wijken) ontwikkelen nieuwe, kleinschalige economische functies en nemen initiatieven om de leefbaarheid in de dorpen te behouden en te versterken.
•
Veiligheid is voor ons allemaal.
•
Venray gaat uit van meedoen met als uitgangspunt: wat kunt u zelf?
•
Venray: zorgbeleid werkt als trampoline maar wel met een vangnet.
•
Venray zoekt naar innovatie in de zorg.
•
Venray onderscheidt zich door een sterk centrum met hoogwaardige voorzieningen, groene woonwijken in de kern en dertien dorpen met ieder hun eigen karakter.
Regionaal: Daar waar mogelijk zoveel mogelijk opschalen naar regionale samenwerking in de uitwerking van onderstaande punten. Afbakening: De activiteiten die nu binnen de AWBZ functie extramurale begeleiding vallen zijn zeer breed. Dit deelprojectplan richt zich specifiek op de collectieve begeleiding en de individuele begeleiding waaronder de volgende functies behoren: •
Woonbegeleiding
•
Thuisbegeleiding
•
Dagactiviteiten voor GGZ (DAC)
•
Dagbesteding voor verstandelijk beperkten
•
Zaterdagopvang voor kinderen met verstandelijke beperking
•
Activerende psychiatrische thuiszorg
•
Inloophuizen
•
Ontmoetingsgroepen
Binnen de functie begeleiding behoren ook specifieke functies waarover het Rijk nog in onderhandeling is met beroepsgroepen. Dit deelprojectplan voorziet niet in deze specifieke functies zoals: •
Praktische pedagogische thuishulp en gezinsondersteuning (PPG)
•
Begeleiding tijdens voorgezet speciaal onderwijs
•
Logeerhuizen
•
Sport voor verstandelijk beperkten
•
Vakantie activiteiten voor verstandelijk beperkten
•
Belevenis- en uitgaanscentrum
•
Begeleiding bij rehabilitatietrajecten verslaafden
Medio 2012 zal, indien binnen het bestaande aanbod geen adequate oplossing is voor bovenstaande functies, separaat beleid worden ontwikkeld. Hiervoor zal opnieuw een deelprojectplan worden voorgelegd.
3
Randvoorwaarden/criteria voor het welslagen van dit deelproject zijn :
1. Tijdige communicatie richting zorgaanbieders / maatschappelijk middenveld 2. Tijdige communicatie richting burgers en politiek 3. Interne communicatie 4. In de voorbereiding samenwerking met de regio zoeken op het gebied van kwaliteit en indicatiestelling
5. Betrekken van deskundigen om de diverse deelprojecten verder te kunnen uitwerken Het Rijk geeft vooralsnog maximale beleidsvrijheid (mogelijkheden voor eigen bijdrage regeling en vermogenstoets) en stelt dat er geen verzekerde rechten1 overgaan. Eventuele naderhand opgelegde maatregelen van bestuur kunnen de uitwerking van dit deelproject beïnvloeden. 1.4
Resultaatbeschrijvingen
Bij de decentralisatie van de functie begeleiding groep (dagbesteding voor mensen met een beperking en dagopvang voor ouderen (inclusief het vervoer dat aan de begeleidingsactiviteiten is verbonden)) en begeleiding individueel (wordt ingezet voor woonbegeleiding of thuisbegeleiding, biedt praktische hulp, structuur en regie in de persoonlijke levenssfeer) vanuit de AWBZ naar de Wmo hanteren we de volgende resultaatbeschrijvingen: 1
Integratie in eigen omgeving bij (bestaande) algemene collectieve voorzieningen
Onze inwoners, met en zonder beperking, doen zo veel mogelijk mee aan collectieve activiteiten in de eigen leefomgeving. Hierbij is het uitgangspunt dat de vraag van de burger leidend moet zijn (zie voor schematisch overzicht ontwikkelperspectief en huidig aanbod per dorp en wijk bijlage 1 en 2). 2
Voor burgers met specifieke begeleidingsvragen wijkgerichte individuele begeleiding
organiseren waarbij de versterking van het sociale netwerk uitgangspunt is Randvoorwaarde is dat binnen de beschikbare Rijksmiddelen de bovenwijkse voorzieningen worden georganiseerd voor burgers die in aanmerking komen voor professionele begeleiding. 1.5
(Kwaliteit van de te leveren) activiteiten en producten
1
Integratie in eigen omgeving bij bestaande algemene collectieve voorzieningen
Kwetsbare wijk- en dorpsbewoners hebben steeds meer behoefte aan een dagvoorziening die dicht bij hun woonomgeving ligt en die aansluit op hun behoefte. Wanneer een zorgbehoefte van een deelnemer aan een dagvoorziening groter wordt, is het de wens dat het zorgaanbod binnen de dagvoorziening hierop aansluit. Er moet dus een verbinding zijn tussen zorg naar behoefte en welzijn binnen de eigen sociale context. Uitgangspunt is om in elk dorp en in elke wijk een vorm van ontmoeting te ontwikkelen. Hierbij willen we zoveel mogelijk aansluiten bij bestaande wijk- en dorpsvoorzieningen. Mensen met en zonder indicatie uit verschillende doelgroepen kunnen gebruik maken van de activiteiten in het eigen dorp of de eigen wijk. De organisatie gebeurt door het dorp of de wijk zelf, daar waar nodig aangevuld met professionals. De aanwezigheid van activiteiten in het eigen dorp of de eigen wijk is sterk afhankelijk van de eigen inzet van het dorp of de wijk.
1
De AWBZ is een volksverzekering, op grond van deze verzekering hebben de huidige gebruikers
recht op extramurale begeleiding. Dit recht komt met de decentralisatie naar de Wmo te vervallen.
4
Er wordt nu al ervaring opgedaan met het organiseren door het dorp of de wijk zelf. De andere dorpen en wijken kunnen gebruik maken van deze al lopende initiatieven (Centrum-West, Heide en ParcVelt, pilot veilige- en leefbare buurten) en pilots die nog gaan komen (pilot wijkteam). 2
Voor burgers met specifieke begeleidingsvragen wijkgerichte individuele begeleiding
organiseren waarbij de versterking van het sociale netwerk uitgangspunt is Per 1 januari 2013 komen alle nieuwe aanvragen voor begeleiding individueel over naar de Wmo. Op dit moment wordt door diverse aanbieders over heel Venray individuele begeleiding georganiseerd. Onderzocht moet worden of het mogelijk is om wijkteams te formeren die “het gezicht van de wijk” worden. Wijkteams zijn er voor de veiligheid van de kwetsbaren. Zij zorgen voor een vangnet / sociaal steunsysteem / versterken van de kwetsbaren. Zij worden het aanspreekpunt van de wijk of het dorp. Het wijkteam heeft aandacht voor wat valt onder burenhulp. Het wijkteam is er voor de reguliere individuele begeleiding, de acute zorgsituaties en vormt de ogen en de oren van de buurt en kent de sociale kaart. Onderzocht moet worden of de regie/toewijzing van hulp via mandaat aan het wijkteam kan plaatsvinden. Resumerend moet worden uitgewerkt: •
Bepaling van minimale normen waar begeleiding individueel aan moet voldoen.
•
Bepaling van minimale kwaliteit waar begeleiding individueel aan moet voldoen.
•
Bepaling van financiering begeleiding individueel.
•
Bepalen of er een indicatiestelling nodig is voor begeleiding individueel.
Daar waar mogelijk zoveel mogelijk opschalen naar regionale samenwerking in de uitwerking van bovenstaande punten. Per 1 januari 2014 komen alle vormen van begeleiding groep vanuit de AWBZ over naar de Wmo. 1.6
Planning
Globale fasering: 2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
AWBZ -> Wmo Legenda: Voorbereiding / ontwikkeling Start uitvoering Reguliere uitvoering
1.7
Kansen en bedreigingen
Kansen: -
Betrekken kracht/mogelijkheden van hulpvragers.
-
Ruimte voor nieuwe voorzieningen (nieuwe generatie ouderen wil kunnen kiezen naar locatie/tijdstip/aard van ondersteuning en zal hierbij zelf meer verantwoording nemen).
-
Ruimte voor nieuwe commerciële op zorg en wellness gerelateerde initiatieven.
-
Ontwikkelen arbeidsmatige dagbesteding door koppeling met Wsw/reintegratie.
-
Versterken regionale samenwerking
-
Samenhang zoeken met wijkteam veilige buurten.
5
Bedreigingen: -
Onrust/onvrede zorgvragers.
-
Niet willen integreren van diverse doelgroepen in collectieve voorzieningen.
-
Eventuele naderhand door het Rijk opgelegde maatregelen van bestuur kunnen de uitwerking van dit deelproject beïnvloeden.
-
Voor de zorgaanbieders staan veel belangen op het spel die de relatie negatief kunnen beïnvloeden.
Deel 2. Organisatie van het project: 2.1
Organisatie en proces
Er worden twee werkgroepen samengesteld (zie bijlage 3) met medewerkers vanuit de afdelingen Maatschappelijke Diensten (MD), Publieksdiensten (PD), Veiligheid & Handhaving (V&H), Middelen (M) en Bestuurszaken (BZ). De werkgroepen gaan in het 4e kwartaal van 2011 van start en lopen door tot 2013. Van de diverse medewerkers vanuit de diverse afdelingen wordt de volgende tijdsinvestering gevraagd: - afdeling Maatschappelijke Diensten 2400 uren - afdeling Publieksdiensten 552 uren - afdeling Veiligheid & Handhaving 336 uren - afdeling Middelen 120 uren - afdeling Bestuurs Zaken 80 uren Zie bijlage 3 en bijlage urenraming voor de rolverdeling, ureninzet en tijdsperiode van ureninzet per werkgroep. 2.2
Externe overlegvormen
Extern overleg met:
2.3
•
Klankbordgroep Wmo
•
Dorps- en wijkraden
•
Ouderenverenigingen
•
Zorgaanbieders
•
Zorgondernemers
Regionale samenwerking
Daar waar mogelijk wordt zoveel mogelijk opgeschaald naar regionale samenwerking in de uitwerking van dit deelproject. Met name betreft het de gemeenten Venlo, Horst aan de Maas en Peel en Maas. Vooruitlopend op de decentralisatie AWBZ loopt er al een pilot (“wij gaan het anders doen”) die in samenwerking met de gemeente Horst aan de Maas is opgepakt met als pilotgebieden CentrumWest en Grubbenvorst. Bij de gemeente Horst aan de Maas loopt een initiatief om het vervoer grootschalig anders aan te pakken en een combinatie te zoeken tussen de diverse vervoersstromen
6
die er al zijn. Hier willen wij graag bij aansluiten. Daarnaast zijn er diverse collectieve voorzieningen in Horst waar inwoners van Venray gebruik van maken, ook hier zal afstemming over gezocht moeten worden. 2.4
Communicatie
Communicatie is in deze opdracht van essentieel belang, gezien de aard en omvang en de impact voor zowel maatschappij als de eigen organisatie. De communicatie voor de decentralisatieopdrachten valt in verschillende onderdelen uiteen: •
Interne communicatie
•
Communicatie richting politiek
•
Communicatie richting werkgroepen, belanghebbenden, wijk- en dorpsbewoners, etc.
•
Communicatie richting de regio
Gezien de omvang van de opdracht worden de diverse communicatieonderdelen uitgewerkt in een tweetal communicatieplannen. Dit betreft: 1.
Communicatieplan gericht op politiek (bijlage bij overall projectplan).
2.
Communicatieplan over het geheel van de decentralisatieopdracht met een uitwerking per
deelproject. In deze communicatieplannen wordt aangegeven van welke middelen er gebruik gemaakt zal worden, zoals intranet, overleg met klankbordgroepen, etc. Er zal een onderscheid gemaakt worden in "snelle" en formele communicatie. Interne communicatie over de deelprojecten als geheel vindt onder andere plaats via de stuurgroep, de projectgroep en het "2-uurtje" van het college. Vanuit de pilot “wij gaan het anders doen” in Centrum West is een communicatieplan met website ontwikkeld, dit communicatieplan wordt een onderdeel van het communicatieplan over het geheel van de decentralisatieopdracht zoals bedoeld onder 2. 2.5
Monitoring
De decentralisatieopdracht betreft in haar geheel (de drie deelprojecten gezamenlijk) een majeur project. Dit betekent dat er drie voortgangsrapportages per jaar opgesteld zullen worden waarin de drie deelprojecten gezamenlijk verantwoord worden. De momenten waarop deze voortgangsrapportages opgesteld worden, zijn in januari, april en oktober van enig jaar. Per deelproject zullen er afzonderlijke beslismomenten zijn. Op die momenten wordt er een advies aan het college dan wel de gemeenteraad voorgelegd.
7
Deel 3. Bedrijfsmatige aspecten: 3.1
Inkomsten, uitgaven en bezuinigingen
Inkomsten en beschikbare gelden Invoeringsbudget Vanuit het Rijk is via de septembercirculaire 2011 een invoeringsbudget beschikbaar gesteld om de gemeenten te compenseren voor de (transitie) kosten die samenhangen met de decentralisatie van de functie begeleiding uit de AWBZ. Vanuit het invoeringsbudget zullen de ambtelijke uren en eventuele uren van externe deskundigen bekostigd kunnen worden. Via de algemene middelen worden de volgende bedragen beschikbaar gesteld: 2012: € 119.689,00 2013: €
81.015,00
Decentralisatiebudget Vooralsnog is niet bekend wat de verdelingsmaatstaf van de beschikbare reguliere middelen voor de decentralisatie AWBZ-Wmo zal zijn en welk totaalbedrag gemoeid is met de decentralisatie van de AWBZ naar de Wmo. Elk uit te werken onderdeel van dit deelprojectplan levert een product met kosten op die vanuit de nog te decentraliseren AWBZ middelen per 2013 en 2014 (dit worden dus reguliere middelen) bekostigd moeten gaan worden. Uitgangspunt is dat we dit deelprojectplan gaan uitvoeren binnen de middelen die hiervoor door het Rijk beschikbaar worden gesteld. 2012 Te verwachten inkomsten:
€ 119.689,00 (invoeringsbudget)
Beschikbare middelen binnen begroting
€ 240.431,00
(geoormerkte middelen in het kader
van de pakketmaatregel AWBZ en bestemd voor de pilot Centrum West, een eventueel restant van deze middelen is inzetbaar voor overige decentralisatiekosten AWBZ) 2013 Te verwachten inkomsten:
€
81.015,00 (invoeringsbudget)
Beschikbare middelen binnen begroting
€ 240.431,00 (geoormerkte middelen in het kader van de pakketmaatregel AWBZ en bestemd voor de pilot Centrum West, een eventueel restant van deze middelen is inzetbaar voor overige decentralisatiekosten AWBZ)
Uitgaven (anders dan organisatiekosten): Gezien de omvang en impact van de decentralisatieopdrachten zal er een website ontworpen worden waarop alle informatie verzameld wordt die van belang is voor de deelprojecten. Alle partijen die betrokken zijn bij de deelprojecten, zullen hier gebruik van kunnen maken. De kosten voor het opstarten van deze site worden geraamd op € 7.500,00 excl. btw.
8
Bezuinigingen: Er wordt vanuit het Rijk rekening gehouden met een efficiencykorting van 5%. 3.2
Organisatiekosten (inzet uren en eventuele advieskosten)
2011 Beschikbaar
:
- afdeling Maatschappelijke Diensten
288 uren
€ 24.480,00
- afdeling Publieksdiensten
72 uren
€ 6.381,00
- afdeling Veiligheid & Handhaving
24 uren
€ 2.194,00
Totaal
:
---------
----------
384
€ 33.055,00
2012 - afdeling Maatschappelijke Diensten
2.112 uren
€ 191.643,00
- afdeling Publieksdiensten
480 uren
€ 45.696,00
- afdeling Veiligheid & Handhaving
312 uren
€ 31.272,00
- afdeling Middelen
120 uren
€ 8.735,00
- afdeling Bestuurs Zaken
80 uren
€ 7.975,00
---------
----------
3.104
€ 285.321,00
- afdeling Maatschappelijke Diensten
1.536 uren
€ 142.894,00
- afdeling Publieksdiensten
336 uren
€ 32.431,00
- afdeling Veiligheid & Handhaving
208 uren
€ 21.655,00
- afdeling Middelen
84 uren
€ 6.154,00
- afdeling Bestuurs Zaken
56 uren
€ 5.545,00
---------
----------
2.220
€ 208.679,00
Totaal
:
2013
Totaal
3.3
:
Risicoparagraaf
Vooralsnog is niet bekend wat de verdelingsmaatstaf van de beschikbare middelen voor de decentralisatie AWBZ-Wmo zal zijn en welk bedrag gemoeid is met de decentralisatie van de AWBZ naar de Wmo. Een verdelingsmaatstaf op inwonersaantallen zal voor Venray nadelig zijn omdat wij het 10-voudige aan mensen met een psychiatrische beperking in de wijken hebben wonen t.o.v. andere gemeenten. De extramurale begeleiding is een open einde financiering (de aanvragen zullen toenemen door het stijgen van het aantal ouderen en het steeds ouder worden van deze ouderen).
9
Deel 4. Samenhang deelprojecten en speerpunten collegeprogramma 4.1
Raakvlakken deelprojecten
Relatie met deelproject Wet Werken naar Vermogen: Relatie met Wet Werken naar Vermogen doet zich voor op het vlak van de arbeidsmatige dagbesteding. Relatie met deelproject decentralisatie Jeugdzorg op de volgende gebieden: •
Praktische pedagogische thuishulp en gezinsondersteuning (PPG).
•
Begeleiding tijdens voorgezet speciaal onderwijs.
•
Logeerhuizen (weekend en vakantieopvang) voor kinderen met een beperking.
•
Sport voor verstandelijk beperkten.
•
Vakantie activiteiten voor verstandelijk beperkten.
•
Belevenis- en uitgaanscentrum.
•
Begeleiding bij rehabilitatietrajecten verslaafden.
4.2
Samenwerking deelprojecten
Deelproject Wet Werken naar Vermogen: Na visievorming over de toekomst van de Wsw, en in dit verband met name de toekomst van beschut werken, en de positie hierbinnen van de NLW Groep, zal de koppeling worden gelegd met de doelgroep Wmo en arbeidsmatige dagbesteding. Medio 2012 zal hiervoor een deelplan worden voorgelegd. Deelproject decentralisatie jeugdzorg: Na op hoofdlijnen een visie te hebben ontwikkeld op het brede terrein van de jeugdzorg kunnen de raakvlakken met de taken die vanuit de AWBZ functie extramurale begeleiding moeten worden opgepakt worden uitgewerkt. Medio 2012 zal hiervoor opnieuw een deelprojectplan worden voorgelegd. In dit deelprojectplan zal worden vermeld welke middelen er voor de uitvoering van de zorg voor jeugd en de AWBZ-begeleiding samen ter beschikking worden gesteld. 4.3
Raakvlakken met collegeprogramma •
Elk dorp en elke wijk heeft tenminste een gebouwde ontmoetingsplek. Dit hoeft geen gemeentelijke accommodatie te zijn.
•
We ondersteunen verenigingen bij het zoeken naar mogelijkheden om inzet van vrijwilligers te borgen en daar waar de behoefte bestaat bevorderen we de deskundigheid van bestuurders en vrijwilligers.
•
We helpen dorps- en wijkraden om de eigen verantwoordelijkheid te kunnen pakken.
•
Burgers zijn primair zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van hun eigen leefomgeving.
•
Als lokale overheid faciliteren we initiatieven uit de samenleving, primair door het wegnemen of helpen overwinnen van belemmeringen.
10
Handtekening:
datum:
Opdrachtgever
…………..
K. Joosten
Opdrachtnemer
………..
D. van der Giessen
11
Bijlage 1 We onderscheiden 4 stappen in de ontwikkeling van begeleiding groep. Stap 1: van “niets” naar ontmoeting Stap 2: van ontmoeting naar open eettafel Stap 3: van open eettafel naar een breder activiteitenpakket / dagbesteding Stap 1 tot en met 3 kan plaatsvinden in elk dorp of in elke wijk in de daar aanwezige voorzieningen. De stappen 1 t/m 3 zijn geen voorgeschreven volgorde. Dit aanbod valt onder regulier aanbod wat tot stand komt door initiatieven vanuit het eigen dorp of de eigen wijk en valt onder de eigen verantwoordelijkheid van de inwoners van het dorp of de wijk. Deze vorm van ontmoeting / dagbestedingsactiviteiten wordt ontwikkeld door vrijwilligers op eigen initiatief. Functie is inloop / ontmoeten / eettafel / dagbesteding/activiteiten. Voor de communicatie over stap 1 tot en met 3 kan gebruik worden gemaakt van het onderzoek van Companen2. Als er in elke wijk een aanbod is tot en met stap 3, dan versterk je de gemeenschap. Door gebruik te maken van de aanwezige (dorps- of wijk) voorzieningen waar niet alleen halen maar ook brengen uitgangspunt is, wordt de integratie bevorderd. Stimuleren van ontmoeting, open eettafel en dagactiviteiten in elk dorp en in elke wijk. Voor goed lopende initiatieven “stimuleringsgelden” ontwikkelen. Stap 4: van dagbesteding naar dagverzorging Per 1 januari 2013 komen alle nieuwe aanvragen voor begeleiding groep vanuit de AWBZ naar de gemeente. Dit betekent dat uiterlijk 1 januari 2013 beschreven moet zijn wat onze minimale normen zijn, wie in aanmerking komt voor begeleiding groep, waar en door wie de begeleiding groep wordt ontwikkeld. Ook hier moet het uitgangspunt zijn dat de vraag van de burger leidend moet zijn, de burger moet de keuze krijgen waar de begeleiding groep afgenomen wordt en welke vorm van begeleiding groep de voorkeur heeft. Begeleiding groep kan alleen plaatsvinden bij aanbieders die aanbod hebben binnen de gemeente Venray (in het kader van de integratie). Begeleiding groep is zoveel mogelijk algemeen van aard. Resumerend moet worden uitgewerkt: •
Bepaling van minimale normen waar begeleiding groep aan moet voldoen
•
Bepaling van minimale kwaliteit waar begeleiding groep aan moet voldoen
•
Bepaling van bedrag per dagdeel inclusief vervoerscomponent voor begeleiding groep
•
Indicatiestelling door onafhankelijke partij
•
Financiering onderzoeken, via subsidie of aanbesteding of persoonlijke toelage
Daar waar mogelijk zoveel mogelijk opschalen naar regionale samenwerking in de uitwerking van bovenstaande punten. Per 1 januari 2014 komen alle vormen van begeleiding groep vanuit de AWBZ over naar de Wmo.
2
Betreft een onderzoek van april 2011 om inzicht te geven in de samenhang van
wonen,welzijn en zorg in onze wijken en dorpen
12
Voor
Ontwikkelperspectief
Na
1. Van ‘niets’ naar ontmoeting
2. Van ontmoeting naar open eettafel
3. Van open eettafel naar breder activiteitenpakket/dagbesteding
4. Van dagbesteding naar dagverzorging
13
Bijlage 2 KERN VENRAY
Wijk
Antoniusveld Brabander Brukske Landweert Smakterheide Veltum Venray Centrum
Venray Oost
Venray West
Ontwikkelperspectief concentrati e van zorgvrager s
Beschikbare dagvoorzieninge n
1 naar ontmoetin g
2. naar open eettafe l
3. naar dagbestedin g
4. naar dagver zorgin g
671 GGZ 51 GGZ, 7 GZ 39 GGZ, 10 GZ 225 GGZ, 7 GZ 26 GGZ, 4 GZ 78 GGZ, 24 GZ, 24 ouderen 6 GGZ, 19 GZ, 149 intramuraal ouderen / 147 verzorgd wonen 25 GGZ, 19 GZ, 129 intramuraal ouderen / 110 verzorgd wonen
Vlakwater
14
OVERIGE KERNEN
Ontwikkelperspectief
1 naar 2. naar 3. naar 4. naar 5. Concentratie Beschikbare ontmoeting open dagdagver- naar van dagvoorzieningen eettafel besteding zorging WWZzorgvragers zone Blitterswijck
Castenray
Geijsteren
Heide Leunen
Merselo
Oirlo Oostrum Smakt
48 GGZ, 99 GZ 26 ouderen
Veulen Vredepeel Wanssum
5 GGZ, 4 ouderen
Ysselsteyn
15
Bijlage 3: Stappenplan Welke actie
Startdatum
Einddatum
1-11-2011
1-7-2012
1-11-2011
1-7-2012
1-11-2011
1-7-2012
1-1-2012
1-7-2012
1-1-2012
1-7-2012
Vaststellen van indicatiecriteria
1-1-2012
1-7- 2012
bepalen wie indicatiestelling gaat
1-1-2012
1-1-2013
1-1-2012
1-1-2013
Cie MD
Raad
Status
Algemeen Communicatieplan uitwerken en uitvoeren Werkgroep Collectieve voorzieningen Organisatievorm/rechtspositie van collectieve voorzieningen bepalen Financiering professionele hulpverlening/zorgondernemers/ zorgaanbieders uitwerken Subsidiebeleid collectieve voorzieningen uitwerken Ondersteuningsbehoefte uitwerken
uitvoeren minimale kwaliteitseisen /normen bepalen Eigen bijdragebeleid uitwerken
1-4-2012
1-1- 2013
Vervoersondersteuning
1-4-2012
1-1-2013
Uitwerken PR en verwijsstructuur
1-4-2012
1-1- 2013
Team Wmo en Zorgloket
1-7-2012
1-1-2013
1-11-2012
1-4-2012
Starten pilot wijkteams
1-4-2012
1 -9-2012
Implementeren wijkteams rest
1-9-2012
1-1-2013
1-4-2012
1-9-2012
uitwerken/inventariseren bestaande producten
opleiden/informeren Werkgroep individuele begeleiding Uitwerken ontwikkeling wijkteams waarbij aandacht voor een sociaal steunsysteem, ogen en oren van de wijk, bieden van woonbegeleiding, kennen van aanbod in de wijk / sociale kaart/regie over toewijzing d.m.v. mandaat aan medewerkers wijkteam
Venray Financiering wijkteams
16