ACOD-Ministeries - ©2006
Dankwoord
Deze brochure is tot stand gekomen dankzij de waardevolle medewerking van de kameraden van de Administratie der Pensioenen van het Ministerie van Financiën, die sinds 1 januari 2006 de Pensioendienst van de Overheidssector ( PDOS) is geworden, en in het bijzonder dankzij Philippe Bergeret en Johann Poulain, die wij hierbij bedanken.
31 maart 2006 Guido Rasschaert en Roland Vansaingèle Algemeen Secretarissen ACOD Ministeries, gefederaliseerde administraties en instellingen.
Uitgave 2006-03
2
ACOD-Ministeries - ©2006
INLEIDING
Op een dag worden we allen op rust gesteld, hetzij op de wettelijke leeftijd, hetzij door omstandigheden (ziekte, ongeval,…) of, jammer genoeg, door het overlijden van een naaste. Deze toestand roept een reeks vragen op: wanneer heb ik recht op een pensioen, hoeveel zal dat pensioen bedragen, wat zal er na mijn overlijden gebeuren, zou ik nog een activiteit kunnen uitoefenen,… Ook in de actualiteit, in de regeringsverklaringen,… komen de pensioenen steeds meer aan bod (generatiepact). Daarom heeft de ACOD beslist deze brochure uit te geven. Dit document biedt zeker geen antwoord op al uw vragen, maar kan u wel helpen en bijstaan wanneer u op pensioen gaat.
Uitgave 2006-03
3
ACOD-Ministeries - ©2006
ALGEMENE VOORWAARDEN Alleen de personeelsleden die hun loopbanen beëindigen in het raam van een vaste benoeming of een gelijkgestelde benoeming (stagiair, aspirant,…) kunnen aanspraak maken op een pensioen ten laste van de Schatkist.
DE PENSIOENAANVRAAG
Het rustpensioen wordt niet automatisch toegekend, zelfs niet wanneer iemand ambtshalve wordt gepensioneerd. Het moet altijd worden aangevraagd. In principe moet de aanvraag worden ingediend bij de administratie waartoe het personeelslid behoort.
PENSIOENLEEFTIJD
Voor de ambtenaren ligt de leeftijdsgrens, d.w.z. de leeftijd waarop ze niet langer in dienst kunnen blijven en dus op pensioen moeten gaan, op 65 jaar. Dit is de pensionering wegens het bereiken van de leeftijdsgrens. Overigens kan de ambtenaar vragen gepensioneerd te worden vanaf de leeftijd van 60 jaar, op voorwaarde dat hij 5 jaar dienst telt en na 31 december 1976 diensten of toelaatbare periodes kan laten gelden. Dit is het vervroegde pensioen. Voor bepaalde categorieën ligt de leeftijdsgrens hoger (bijvoorbeeld voor de magistraten) of lager (bijvoorbeeld voor bepaalde militairen). Het pensioen gaat altijd in op de eerste van een maand. Indien u bijvoorbeeld beslist op 60 jaar met pensioen te gaan en u op 15 januari verjaart, dan zal uw pensioen op 1 februari ingaan. Tussen de leeftijd van 60 en 65 jaar kan u het pensioen aanvragen in om het even welke maand. In geval van lichamelijke ongeschiktheid speelt de leeftijd geen rol, uw pensioen gaat in op de eerste dag van de maand die volgt op de betekening van de Administratieve Gezondheidsdienst, die de ongeschiktheid erkent.
INDIENEN VAN DE AANVRAAG De aanvraag van het rustpensioen wordt best zo vroeg mogelijk ingediend, in principe een jaar voor de gewenste aanvangdatum. Pas op, als u het pensioen aanvraagt gedurende het jaar dat volgt op de normale aanvangdatum, dan blijft deze aanvangdatum behouden, behalve als u een latere aanvangsdatum verkiest.
Uitgave 2006-03
4
ACOD-Ministeries - ©2006 Maar als u het pensioen meer dan een jaar na de normale aanvangdatum aanvraagt, dan zal het pensioen ingaan in de maand die volgt op deze aanvraag. In principe volstaat het een eenvoudige brief (via hiërarchische weg) te sturen naar de personeelsdienst van zijn administratie. U kan ook een aanvraagformulier bekomen bij de Pensioendienst van de Overheidssector (PDOS) of bij een van de inlichtingenkantoren van deze instelling. NB.: de PDOS is een federale parastatale die de meeste rust - en overlevingspensioenen van de overheidssector beheert en berekent.
Uitgave 2006-03
5
ACOD-Ministeries - ©2006
HET RUSTPENSIOEN
Berekeningsregel van het rustpensioen
De basisberekening gebeurt als volgt: Referentiewedde X het aantal dienstjaren X 1/60 Voor het merendeel van de personeelsleden van de overheidsdiensten is de referentiewedde de gemiddelde wedde van de laatste vijf jaar van de loopbaan. Voor de militairen is de referentiewedde de laatste activiteitswedde. Voor bepaalde personeelsleden wordt de breuk 1/60 vervangen door een andere breuk (bijvoorbeeld 1/30 of 1/35 voor de magistraten, 1/30 in het universitaire onderwijs, 1/55 in het niet universitaire onderwijs). De berekening van het pensioen van de militairen wordt gebaseerd op de breuk 1/60, maar de gegradueerden krijgen een hoger pensioen in functie van hun anciënniteit in hun laatste graad. Om de gemiddelde wedde van de laatste vijf jaar te bepalen, stemmen de weerhouden wedden niet altijd overeen met de aan de toekomstig gepensioneerde uitbetaalde wedden: • als het personeelslid zijn loopbaan beëindigt in een post waarin hij niet is benoemd, wordt geen rekening gehouden met de geïnde wedden maar met de wedden verbonden aan de laatste vaste benoeming van dit personeelslid. Een deskundige (gewezen eerstaanwezend verificateur), bijvoorbeeld, bekleedt op het einde van zijn loopbaan de post van de attaché van financiën waarvoor hij een vergoeding als dienstdoende ontvangt. Bij de pensionering wordt rekening gehouden met de wedde verbonden aan de graad van deskundige en niet met de wedde van attaché. • Als het personeelslid zijn loopbaan beëindigt, hetzij in een administratieve toestand (loopbaanonderbreking, verminderde prestaties,…) , hetzij in een onvolledig uurrooster, dan worden de aangewende wedden de wedden die dit personeelslid zou ontvangen hebben mocht hij 100% in activiteit zijn of mocht hij een volledige uurrooster hebben. Het is de dienstduur die wordt verminderd. Het aantal toelaatbare dienstjaren: Voor de berekening van het rustpensioen kunnen allerlei diensten en perioden in aanmerking worden genomen als dienstjaren, bijvoorbeeld: • de burgerdiensten gepresteerd bij de Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de Provincies, de Gemeenten en OCMW’s, verenigingen van gemeenten, bepaalde instellingen van openbaar nut, de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, de geïntegreerde politie; • de gerechtelijke diensten; • de legerdienst, zelfs als deze werd vervuld alvorens in functie te reden; • de diensten gepresteerd bij de civiele bescherming of als gewetensbezwaarde; • de hiernavolgende bezoldigde perioden van afwezigheid: - bezoldigde periode van afwezigheid, gelijkgeschakeld met effectieve dienst - de perioden van disponibiliteit voor zover wachtgeld werd betaald - de niet bezoldigde perioden van afwezigheid, gelijkgeschakeld met dienstactiviteit (het gaat hoofdzakelijk om perioden van verlof voor dwingende redenen van
Uitgave 2006-03
6
ACOD-Ministeries - ©2006
-
familiale aard en perioden van verlof voor verminderde prestaties wegens sociale of familiale redenen); de perioden van volledige of gedeeltelijke loopbaanonderbreking ( toelaatbaar, gratis of mits waardering) de perioden van afwezigheid, opgenomen in het raam van de halftijdse vervroegde uitstap en van het stelsel van de vrijwillige 4-dagenweek;
Als het bezit van een diploma een voorwaarde is geweest bij de aanwerving of een latere bevordering, worden aan de houders van dit diploma bonificaties (d.w.z. bijkomende perioden) toegekend.
Elementen die de berekening van het pensioen beïnvloeden
Het tijdskrediet: Voor de berekening van het pensioen worden bepaalde perioden slechts voor een bepaald percentage van de werkelijk gepresteerde diensten in aanmerking genomen. Het gaat om: - niet bezoldigde perioden van afwezigheid gelijkgeschakeld met dienstactiviteit, na 31 december 1982; - de perioden van loopbaanonderbreking; - de perioden van afwezigheid in het raam van de halftijdse vervroegde uitstap en van het stelsel van de vrijwillige 4-dagenweek - de perioden van verlof voorafgaand aan de pensionering. Indien u meer inlichtingen wenst, kan u altijd een door de PDOS uitgegeven brochure aanvragen. De leeftijdbonus: Een aanvullend rustpensioen wordt toegekend aan de personeelsleden van de overheidsdiensten die hun loopbaan voorzetten na de leeftijd van 60 jaar. De leeftijdbonus wordt toegekend voor elke maand dienst, gepresteerd na 1 januari 2001, voor een personeelslid dat reeds 60 jaar is. De bonus is een percentage van het jaarbedrag van het pensioen. Dit percentage varieert naargelang de leeftijd. De leeftijdbonus bedraagt: - 0,125% van het jaarbedrag van het pensioen voor elke maand effectieve dienst, gepresteerd tussen de 60 en 62ste verjaardag van het personeelslid (met een minimum van 15.00 euro per maand) - 0,167% van het jaarbedrag van het pensioen voor elke maand effectieve dienst, gepresteerd na de 62ste verjaardag van het personeelslid (met een minimum van 20.00 euro per maand) Voor een personeelslid dat tot de leeftijd van 65 jaar in dienst blijft, kan de totale verhoging oplopen tot 9%, zoals blijkt uit de hiernavolgende tabel. leeftijd 60 - 61 61 - 62 62 – 63 63 - 64 64 - 65
Uitgave 2006-03
Bonus per jaar 1,5% + 1,5% + 2,0% + 2,0% + 2,0%
totaal + 1,5% + 3% + 5% + 7% + 9%
7
ACOD-Ministeries - ©2006 Bijvoorbeeld: voor een persoon wiens nominale pensioenbedrag, aan spilindex 138,01, 15.000,00 euro per jaar is (bedrag berekend op basis van de baremaschalen voor indexering), leveren de 12 maanden effectieve dienst, gepresteerd tussen de 60ste en 61ste verjaardag, een pensioenbonus van 225,00 euro per jaar op (12 x 0,125/100 x 15.000,00). Het personeelslid, dat in dienst blijft tot aan de leeftijd van 65 jaar, geniet minimum een bonus van 1.080,00 euro (24 x 15,00 euro + 36 x 20,00 euro) aan spilindex 138, 01, wat op 1 januari 2006 overeenstemt met een bedrag van 1.484,78 euro (1.080,00 euro x 1,3728). De bonus maakt integraal deel uit van het pensioen, met als gevolg dat ermee rekening wordt gehouden voor de latere perequaties van het pensioen. OPGEPAST: de bonus mag niet tot gevolg hebben dat het pensioenbedrag het relatieve maximum overschrijdt, dat is vastgesteld op ¾ van de wedde, die dient als basis voor de berekening van het pensioen.
Plafond van de rustpensioenbedragen
Voor het maximum pensioenbedrag, waarop aanspraak kan worden gemaakt, bestaan meerdere plafonds. Vooreerst mag het rustpensioen ten laste van de Schatkist niet meer bedragen dan ¾ van de gemiddelde wedde van de laatste vijf jaar (algemene regel). Als bij de berekening blijkt dat het bedrag deze grens overschrijdt, wordt het pensioen ambtshalve beperkt. Bovendien mogen de pensioenen niet meer dan 46.882,74 euro per jaar bedragen (bedrag aan spilindex 138,01). NB.: voor de gemengde loopbanen (privé – overheid) wordt de optelsom gemaakt van de verschillende delen, die hebben gediend voor de berekeningen om de loopbaaneenheid voor alle pensioenen samen niet te overschrijden (45 jaar voor een man, 44 jaar voor een vrouw tot 31 december 2008 en daarna 45 jaar). Als de loopbaaneenheid wordt overschreden, wordt het pensioen van de loontrekkende sector beperkt. Voorbeeld: Albert heeft 16 jaar gewerkt in de privé-sector alvorens een statutaire loopbaan in overheidsdienst aan te vatten. Op de leeftijd van 65 jaar vraagt hij zijn pensioen aan. Loopbaandeel als werknemer: Loopbaandeel in overheidsdienst (30 jaar op 1/60): Totaal:
16/45 30/45 46/45
Aangezien de eenheid met 1/45 is overschreden, wordt de loopbaan van werknemer verminderd met een jaar, zodat er maar 15 jaar overblijft (16 – 1). De 15 gunstigste jaren in het stelsel van werknemer worden weerhouden.
Uitgave 2006-03
8
ACOD-Ministeries - ©2006
Wanneer een gepensioneerde persoon overlijdt In geval van overlijden van een persoon die een pensioen geniet, moet de Centrale Dienst der Vaste Uitgaven – Pensioenen (CDVU) onmiddellijk op de hoogte worden gebracht. Als de overleden persoon een pensioen krijgt uitbetaald via een circulaire cheque en de laatste cheque niet werd geïnd, moet deze cheque naar de CDVU worden gestuurd Kunstlaan, 30 te 1050 Brussel (liefst met een uittreksel van de overlijdensakte). De cheque kan ook in de Post worden afgegeven, met de vermelding “overleden”. In geen geval kan iemand (zelfs niet de partner of de kinderen) een circulaire cheque innen na het overlijden van de gepensioneerde persoon, zelfs niet iemand die over een mandaat beschikt. Hierna volgt een tabel met de rechten op betaling van het pensioen van de maand van het overlijden wanneer de titularis van het pensioen nog voor deze betaling is overleden.
De overlevende echtgenoot De wezen
De andere erfgenamen
Het pensioen van de Achterstallen maand van het overlijden Heeft altijd recht Heeft altijd recht Hebben recht op voorwaarde Hebben altijd recht dat ze naar aanleiding van dit overlijden aanspraak kunnen maken op een overlevingspensioen Hebben nooit recht Hebben recht op voorwaarde dat een aanvraag wordt ingediend en dit binnen het jaar te rekenen vanaf de datum van het overlijden Deze aanvraag moet naar de CDVU worden gestuurd
De overlevende echtgenoot (of de rechthebbende wezen) heeft altijd recht op de pensioenbedragen die eventueel nog zouden zijn verschuldigd. Als er geen overlevende echtgenoot (of rechthebbende wezen) is, worden alle pensioenbedragen die eventueel nog verschuldigd zouden zijn (met uitzondering van het laatste maandbedrag) betaald aan de nalatenschap, op voorwaarde dat binnen het jaar, te rekenen vanaf de datum van het overlijden, een aanvraag wordt ingediend. Deze aanvraag moet naar de CDVU – Pensioendienst worden gestuurd, Kunstlaan, 30 te 1040 Brussel. N.B.: wanneer het pensioen op een bankrekening wordt betaald, kan het gebeuren dat het nog wordt gestort na de maand van het overlijden, bijvoorbeeld wanneer de CDVU niet tijdig werd verwittigd van het overlijden. Wanneer dergelijke situatie zich voordoet, moet de bank, zodra de CDVU op de hoogte is van het overlijden, de onrechtmatig betaalde bedragen onmiddellijk van de rekening halen en terugstorten aan de CDVU.
Uitgave 2006-03
9
ACOD-Ministeries - ©2006 Wanneer een persoon, die een rustpensioen geniet ten laste van de Schatkist, overlijdt, wordt een begrafenisvergoeding toegekend.
De begrafenisvergoeding Elke maand wordt 0,5% van het bruto bedrag van het rustpensioen afgehouden ten voordele van de Schatkist. Deze afhouding is bestemd voor de financiering van de begrafenisvergoeding. De hiernavolgende inlichtingen hebben enkel betrekking op de pensioenen, betaald door de CDVU – Pensioenen (Kunstlaan, 30 te 1040 Brussel) De overlevings-, herstel begrafenisvergoeding.
en koloniale pensioenen geven geen recht op een
De begrafenisvergoeding wordt gestort aan: Ter compensatie van de begrafeniskosten wordt de begrafenisvergoeding betaald aan: • • •
de echtgenoot die niet uit de echt of van tafel en bed is gescheiden van de rechtgevende of, bij ontstentenis, de rechtstreekse erfgenamen (ouders, kinderen, kleinkinderen) van de rechtgevende; of, bij ontstentenis, iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die rechtvaardigt de begrafeniskosten te hebben betaald (het kan gaan om een broer of een zus, een uit de echt gescheiden of van tafel en bed gescheiden echtgenoot, een instelling,…)
Het bedrag van de begrafenisvergoeding Het bedrag is het bruto bedrag van het laatste maandelijkse rustpensioen, maar altijd geplafonneerd op 2.087,69 euro (op 1 januari 2006). Dit plafond wordt jaarlijks herzien. In geen geval mag de vergoeding hoger liggen dat dit bedrag! De vergoeding is gelijk aan het bruto bedrag van het laatste maandelijkse -
rustpensioen van de rechtgevende zonder evenwel ooit het op 2.087,69 euro geplafonneerde bedrag te overschrijden voor de andere begunstigden: wordt het bedrag van de vergoeding beperkt tot de reële kosten, maar altijd geplafonneerd op 2.087,69 euro.
Opmerkingen: -
-
de interne cumul wordt in aanmerking genomen voor de berekening van het bedrag van de vergoeding, zonder dat het totaal van deze vergoedingen het plafond mag overschrijden in geval van externe cumul wordt enkel rekening gehouden met het pensioen van de overheidssector deze vergoeding is niet belastbaar en wordt niet opgenomen in het belastbaar bedrag van de nalatenschap
Uitgave 2006-03
10
ACOD-Ministeries - ©2006
De aanvraag van de begrafenisvergoeding. In de meeste gevallen is het de overlevende echtgenoot die aanspraak kan maken op een begrafenisvergoeding. Als de overlevende echtgenoot een aanvraag indient met de bedoeling een overlevingspensioen te bekomen, dient deze aanvraag gelijktijdig als aanvraag voor het bekomen van een vergoeding voor begrafeniskosten. Er hoeft geen bijkomende aanvraag te worden ingediend om deze vergoeding te bekomen. Als de overlevende echtgenoot ambtshalve een overlevingspensioen krijgt (d.w.z. dat de overledene zelf een rustpensioen kreeg uitbetaald door de PDOS), wordt de begrafenisvergoeding automatisch toegekend. In dit geval moet de echtgenoot evenmin een aanvraag indienen. In alle andere gevallen moet een aanvraag worden ingediend om de vergoeding te bekomen. De aanvraag voor de begrafenisvergoeding wordt gestuurd naar: Deze aanvraag wordt gestuurd naar: Pensioendienst Overheidssector Ontvangst van de post Victor Hortaplein 40 bus 30 1060 Brussel België. Op eenvoudig verzoek (schriftelijk, telefonisch,…) wordt het voorgedrukte formulier “ aanvraag vergoeding voor begrafeniskosten “ u ook opgestuurd. U kan het downloaden van de website van het departement: www.PDOS.fgov.be De documenten die bij de aanvraag moeten worden gevoegd 1. De overlevende echtgenoot: De overlevende echtgenoot moet geen aanvraag indienen: de Pensioendienst van de Overheidssector zal hem automatisch vragen welke betaalwijze hij wil. Bijkomende voorwaarden in geval van feitelijke scheiding: In geval van feitelijke scheiding moet begrafenisfacturen op uw naam insluiten.
u
een
afschrift
van
de
betaalde
2. De rechtstreekse erfgenamen. • • •
het formulier om de begrafenisvergoeding aan te vragen , kan worden aangevraagd of gedownloaded van de website van de PDOS (in te vullen en op te sturen naar de Administratie); een uittreksel van de overlijdensakte met vermelding van de geboortedatum en burgerlijke stand van de overledene; een akte van bekendheid (afgeleverd door de vrederechter of de notaris), of een memorie van successie (afgeleverd door de gemeentelijke administratie van de woonplaats) waarin de hoedanigheid van de erfgena(a)m(en) wordt vastgesteld. Als er meerdere erfgenamen zijn, een (of meerdere) document(en) om een van hen mandaat te verlenen, getekend door elkeen der lastgevers, bekrachtigd door de gemeentelijke administratie van de woonplaats, of met toevoeging van een afschrift van hun identiteitskaart.
Uitgave 2006-03
11
ACOD-Ministeries - ©2006
3. De andere personen • • • •
het formulier voor de aanvraag van de begrafenisvergoeding, dat op verzoek kan worden bekomen, moet worden ingevuld en naar de administratie worden opgestuurd. Een uittreksel van de overlijdensakte met vermelding van de geboortedatum en burgerlijke stand van de overledene; Een akte van bekendheid (afgeleverd door de vrederechter of de notaris), of een attest van de gemeente waaruit blijkt dat er geen rechtstreekse erfgenamen zijn De afschriften van de facturen van de begrafeniskosten op naam van de persoon of instelling die de kosten heeft betaald, eensluidend verklaard door de gemeentelijke administratie. De vermeldingen “nalatenschap van “ of “ aan de erfgenamen van “ worden niet aanvaard.
Belangrijke opmerkingen: -
stuur nooit de originele facturen op. Deze zijn nodig bij de memorie van successie! De betaling van de vergoeding kan worden aangevraagd binnen de 10 jaar volgend op het overlijden!
Bijkomende inlichtingen -
alle begrafeniskosten zijn terugbetaalbaar (met uitzondering van de ornamenten en maaltijdkosten) de begrafenisvergoeding telt niet mee in het erfenisvermogen. Indien er geen niet uit de echt gescheiden of van tafel en bed gescheiden weduwe/ weduwenaar en rechtstreekse erfgenamen zijn, wordt de vergoeding betaald aan de persoon die de begrafeniskosten heeft betaald, ongeacht de testamentbepalingen.
Uitgave 2006-03
12
ACOD-Ministeries - ©2006
HET OVERLEVINGSPENSIOEN
Voorwaarden om een overlevingspensioen te genieten
De echtgenoot moet overleden zijn: -
hetzij tijdens zijn loopbaan; hetzij na een rustpensioen te hebben bekomen; hetzij na de dienst definitief te hebben verlaten (in dit geval zijn bepaalde voorwaarden vereist betreffende de duur van de loopbaan).
De rechthebbenden
1. de overlevende echtgenoot: De overlevende echtgenoot heeft recht op een overlevingspensioen als: -
-
het huwelijk minstens een jaar heeft geduurd (als het huwelijk minder dan een jaar duurt, heeft de overlevende echtgenoot gedurende een jaar recht op een tijdelijk pensioen); hij niet werd veroordeeld omdat hij de overledene naar het leven heeft gestaan
De voorwaarde dat het huwelijk minstens een jaar heeft geduurd, is niet vereist als: -
hetzij op het moment van het overlijden, een kind ten laste is van een van de twee echtgenoten hetzij een kind (eventueel postuum) uit het huwelijk is geboren hetzij het overlijden te wijten is aan een arbeidsongeval of een beroepsziekte, die dateren van na het huwelijk
In bepaalde gevallen opent de Administratie automatisch een dossier voor een overlevingspensioen; in andere gevallen moet de betrokkene zelf absoluut een aanvraag indienen. Als de aanvraag wordt ingediend binnen de 12 maanden volgend op het overlijden, dan gaat het overlevingspensioen in op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de echtgenoot is overleden. Als de aanvraag later wordt ingediend, dan gaat het pensioen in op de eerste dag van de maand die volgt op deze aanvraag. De persoon die twijfelt om al dan niet een aanvraag in te dienen, kan dit beter wel doen, uit veiligheid.
Uitgave 2006-03
13
ACOD-Ministeries - ©2006 Geval waarin geen enkele aanvraag vereist is De Administratie der Pensioenen opent ambtshalve een dossier voor een overlevingspensioen als het overleden personeelslid zelf begunstigde was van een rustpensioen, dat door deze Administratie werd beheerd, en als het dossier betrekking heeft op: -
-
een overlevende echtgenoot; een uit de echt gescheiden echtgenoot, als deze persoon de enige mogelijke begunstigde is (d.w.z. als de overledene geen echtgenoot of geen andere exechtgenoot of kinderen achterlaat); de wezen
Geval waarin een aanvraag moet worden ingediend In alle andere gevallen moet de rechthebbende een aanvraag indienen, d.w.z.: -
-
als het overleden personeelslid nog geen rustpensioen genoot; als het overleden personeelslid een rustpensioen genoot, dat niet werd beheerd door de Administratie der Pensioenen; voor de uit de echt gescheiden echtgenoot, als er andere mogelijke begunstigden zijn Opgelet: als er gelijktijdig een overlevende echtgenoot is, verliest de uit de echt gescheiden echtgenoot, die binnen het jaar volgend op het overlijden van zijn ex echtgenoot geen aanvraag voor een overlevingspensioen indient, zijn rechten op het overlevingspensioen (van de ex – echtgenoot) voor de wezen
2. De uit de echt gescheiden echtgenoot De uit de echt gescheiden echtgenoot kan aanspraak maken op een deel van het overlevingspensioen op voorwaarde: -
dat hij niet hertrouwd is voor het overlijden van zijn ex – echtgenoot; dat hij niet werd veroordeeld omdat hij de overledene naar het leven heeft gestaan
De oorzaak van de echtscheiding heeft geen invloed op het recht op het overlevingspensioen van de uit de echt gescheiden echtgenoot. Opgepast: in bepaalde gevallen moet een aanvraag worden ingediend. 3. De wezen Wie heeft recht op een wezenpensioen? De ouderloze kinderen hebben tot de leeftijd van 18 jaar (of langer, zolang ze recht geven op kindergeld) recht op een overlevingspensioen. De basisregel voor de berekening van het pensioen is de volgende: - 1 wees: 6/10 van het overlevingspensioen; - 2 wezen: 8/10 van het overlevingspensioen - 3 of meer wezen: het volledige overlevingspensioen
Uitgave 2006-03
14
ACOD-Ministeries - ©2006 Voor de wezen bestaat een reeks regels (betreffende de wezen die gelijkgeschakeld worden met ouderloze kinderen, over de verdeling tussen de groepen van wezen van verschillende huwelijken, enz.), waarover we hier niet verder uitweiden. De wezen hebben geen recht op het gewaarborgd minimumpensioen! De aanvraag: Geval waarin een aanvraag niet vereist is: Als de wezen nog geen 18 zijn en als ze de enige mogelijke begunstigden zijn (d.w.z. dat het overleden personeelslid geen echtgenoot of ex – echtgenoot achterlaat na zijn overlijden) Als een kind van jonger dan 18 jaar aanspraak kan maken op een overlevingspensioen na het overlijden van een ouder die zelf een door de Administratie der Pensioenen beheerd (rust – of overleving - ) pensioen genoot en bij het overlijden van deze ouder de enige mogelijke begunstigde is, is geen aanvraag vereist. Geval waarin een aanvraag wel vereist is: In alle andere gevallen.
INDIENEN VAN DE AANVRAAG WANNEER DIT VERPLICHT IS
Als de echtgenoot overleden is -
tijdens zijn loopbaan of voor de pensioenleeftijd na de dienst te hebben verlaten
Deze aanvraag kan worden gestuurd -
hetzij naar de Administratie waartoe hij behoorde of heeft behoord; hetzij rechtstreeks naar de Administratie der Pensioenen
Als de echtgenoot overleden is na zijn pensionering en de aanvraag verplicht is, moet deze aanvraag altijd worden ingediend bij de Administratie der Pensioenen.
BEREKENING VAN HET OVERLEVINGSPENSIOEN De basisberekening van het overlevingspensioen is de volgende: Gemiddelde wedde van de laatste 5 jaar x 60% x T/N Beperkt tot de “maximumwedde van de baremaschaal verbonden aan de laatste graad van de overleden rechtgevende x 50% x T/N T = alle toelaatbare diensten en perioden samen, uitgedrukt in maanden. In principe zijn de toelaatbare diensten en perioden dezelfde als voor een rustpensioen dat op dezelfde datum zou ingaan. N = het aantal maanden tussen de 20ste verjaardag en het overlijden met een maximum van 480 (als de overleden echtgenoot voor de leeftijd van 60 jaar werd gepensioneerd wegens lichamelijke ongeschiktheid of door leeftijdsgrens, wordt T bepaald door het aantal maanden tussen de 20ste verjaardag en de pensionering).
Uitgave 2006-03
15
ACOD-Ministeries - ©2006
De breuk T/N mag niet hoger liggen dan de eenheid. In het geval dat er meerdere rechthebbenden zijn, wordt het globale overlevingspensioen verdeeld tussen de verschillende begunstigden. Om het bedrag van het overlevingspensioen van een rechthebbende vast te stellen, dient in een bepaald aantal gevallen dus ook rekening te worden gehouden met de eventuele andere rechthebbenden. Leeftijdsvoorwaarde: 45 jaar. -
-
voor de overlevende echtgenoot die nog geen 45 jaar is en die geen kinderen ten laste heeft of die niet voor minstens 66% invalide is, wordt het overlevingspensioen beperkt tot het bedrag van het gewaarborgd minimum. Dit gewaarborgd minimumbedrag bedraagt op 1 november 2004 902,20 euro (bruto maandbedrag) Voor de uit de echt gescheiden echtgenoot wordt de betaling van het pensioen opgeschort zolang hij geen 45 jaar is, of het moest zijn dat hij een permanente ongeschiktheid van minstens 66% rechtvaardigt of dat hij een kind ten laste heeft.
Uitgave 2006-03
16
ACOD-Ministeries - ©2006
DE CUMUL MET EEN PENSIOEN OF EEN ACTIVITEIT
Inning van meerdere pensioenen U geniet meerdere pensioenen. U heeft bijvoorbeeld gelijktijdig recht op een rustpensioen en een overlevingspensioen, of op meerdere overlevingspensioenen, of op een wettelijk pensioen en een aanvullend pensioen. De cumul van deze verschillende pensioen kan in bepaalde gevallen tot een beperking leiden, wat in de praktijk betekent dat het bedrag dat u ontvangt, niet altijd overeenstemt met de eenvoudige optelsom van de verschillende pensioenen.
Cumul van een overlevingspensioen met een rustpensioen Het gebeurt dat een persoon gelijktijdig aanspraak kan maken op een rustpensioen uit hoofde van zijn persoonlijke loopbaan en op een overlevingspensioen na het overlijden van zijn echtgenoot. Als u in dit geval verkeert, mag het overlevingspensioen, in principe, worden gecumuleerd met het rustpensioen, maar slechts voor 55% van de maximumwedde van de baremaschaal verbonden aan de laatste graad van uw overleden echtgenoot. Op deze regel zijn een paar uitzonderingen voorzien waarbij de beperking kleiner kan zijn wanneer het globale bedrag van uw pensioenen bepaalde grenzen niet overschrijdt. De beperking wordt toegepast op het overlevingspensioen. Als u meerdere overlevingspensioenen geniet, wordt de beperking eerst toegepast op het kleinste overlevingspensioen. In geen enkel geval mag u het bruto bedrag van 3.819,82 euro per maand overschrijden.
Cumul van meerdere pensioenen Als u een of meerdere rustpensioenen ten laste van de overheidssector geniet of als u dit of deze cumuleert met een of meerdere ( rust - of overleving -) pensioen(en) in het stelsel van werknemer, zelfstandige, werknemer die Overzeese Sociale Zekerheid (DOSZ) geniet, dan mag u het bedrag van het “absolute maximum” niet overschrijden. Dit bedrag is momenteel vastgesteld op 5363,39 euro bruto per maand. Voor de toepassing van het “absolute maximum” worden de pensioenen, pensioenaanvullingen, renten, bijslagen en andere voordelen, die de plaats innemen van een rust - en overlevingspensioen, opgeteld.
Uitgave 2006-03
17
ACOD-Ministeries - ©2006
Inning van een extrawettelijk pensioen
Het gaat onder andere om extrawettelijke voordelen, d.w.z. voordelen van contractuele aard, in het algemeen gefinancierd door een groepsverzekering ten laste van een bestuur of instelling van de overheidssector (beoogd in artikel 38 van de wet van 5 augustus 1978). De groepsverzekeringen, zowel die van het patronaat als die van het personeel, moeten in aanmerking worden genomen, met inbegrip van de eventuele winstdeelnames. Deze voordelen worden in aanmerking genomen voor het onderzoek van het absolute maximum. Als deze voordelen, gedeeltelijk of volledig, werden uitbetaald in de vorm van een kapitaal, dan dient rekening te worden gehouden met de fictieve rente die overeenstemt met het uitbetaalde kapitaal; Op het bedrag van dit extrawettelijke voordeel wordt een forfaitaire vrijstelling van 20% toegepast. De renten en extrawettelijke kapitalen, toegekend na een activiteit in de privé-sector, worden niet in aanmerking genomen.
Inning van een pensioen en hervatting van een activiteit
1. Cumul van een rustpensioen en een activiteit van werknemer of van ambtenaar Als het gaat om een beroepsactiviteit die valt onder de wetgeving over de arbeidsovereenkomsten (privé-sector) of onder een wettelijk of analoog reglementair statuut (overheidssector), dan wordt deze activiteit toegestaan voor zover dat de bruto beroepsinkomsten per kalenderjaar de jaargrens niet overschrijden. Onder bruto beroepsinkomsten dient te worden verstaan alle elementen die de bezoldiging uitmaken, zoals de wedde (met inbegrip van de wedde voor de betaalde feestdagen, de gewaarborgde maand – of weekwedde), de voordelen in natura (uitgezonderd de maaltijdcheques), het vakantiegeld, de eindejaarstoelage enz.) en dit voor alle inhoudingen inzake sociale zekerheid of belastingen.
Uitgave 2006-03
18
ACOD-Ministeries - ©2006
AARD VAN DE UITGEOEFENDE ACTIVITEIT: Werknemer, ambtenaar, mandaat, opdracht of dienst Jaargrens van de toegestane bruto beroepsinkomsten (2006), bedragen in euro. Voor 65 jaar
Na 65 jaar (en ambtshalve pensioen ander dan ongeschiktheid voor 65 jaar):
Zonder kinderlast:
7.421,57
15.590,18
Met kinderlast (*):
11.132,37
19.857,60
(*) opgepast: het begrip “kinderlast” verschilt van het begrip “kind ten laste” in de fiscale wetgeving! Opmerking: u kan alleen een beroepsactiviteit uitoefenen mits verklaring
voorafgaande
2. Cumul van een rustpensioen en een activiteit als zelfstandige. Als het gaat om een beroepsactiviteit die leidt tot de onderwerping aan het koninklijk besluit n° 38 van 27 juli 1967 tot regeling van het sociale statuut van de zelfstandige werknemers of om een beroepsactiviteit die wordt uitgeoefend in de hoedanigheid van helpende echtgenoot, wordt deze activiteit toegestaan voor zover de netto jaarinkomsten de jaargrens niet overschrijden. Om de netto beroepsinkomsten te bekomen, dienen van de bruto beroepsinkomsten te worden afgetrokken: - de bijdragen gestort aan het sociale statuut van de zelfstandige werknemers; - de beroepsuitgaven of beroepslasten; - (desgevallend) de beroepsverliezen zoals deze verschillende elementen worden ingehouden door de Administratie Ondernemingen - en Inkomstenfiscaliteit (AOIF) voor het bepalen van de belasting voor het betrokken kalenderjaar.
Uitgave 2006-03
19
ACOD-Ministeries - ©2006
AARD VAN DE UITGEOEFENDE ACTIVITEIT: Zelfstandig werknemer Jaargrens van de toegestane netto beroepsinkomsten (2006) bedragen in euro. Tot 65 jaar
Zonder kinderlast Met kinderlast (*)
5.937,26 8.905,89
Na 65 jaar (en ambtshalve pensioen ander dan ongeschiktheid voor 65 jaar): 12.472,14 15.886,07
(*) opgepast: het begrip “kinderlast” verschilt van het begrip “kind ten laste “ in de fiscale wetgeving! Opmerking: u kan alleen een beroepsactiviteit uitoefenen mits voorafgaande verklaring.
3. Cumul van een overlevingspensioen en een activiteit van werknemer of van ambtenaar. Als het gaat om een beroepsactiviteit die valt onder de wetgeving over de arbeidsovereenkomsten (privé-sector) of onder een wettelijk of analoog reglementair statuut (overheidssector), dan wordt deze activiteit toegestaan voor zover de bruto beroepsinkomsten, per kalenderjaar, de jaargrens niet overschrijden. Onder bruto beroepsinkomsten dient te worden verstaan alle elementen die de bezoldiging vormen, zoals de wedde (met inbegrip van de wedde voor de betaalde feestdagen, de gewaarborgde maand – of weekwedde, de voordelen in natura (uitgezonderd de maaltijdcheques), het vakantiegeld, de eindejaarstoelage, enz.) en dit voor elke inhouding inzake sociale zekerheid of belasting.
Uitgave 2006-03
20
ACOD-Ministeries - ©2006
AARD VAN DE UITGEOEFENDE ACTIVITEIT: Werknemer, ambtenaar, mandaat, opdracht of dienst Jaargrens van de toegestane bruto beroepsinkomsten (2006) bedragen in euro. U geniet uitsluitend een of meerdere overlevings pensioenen van de overheidssector of in een ander pensioenstelsel en u bent Geen 65 jaar
65 jaar of ouder
Zonder kinderlast
14.843,13
15.590,18
Met kinderlast (*)
18.553,93
19.857,60
U geniet een of meerdere overlevingspensioenen van de overheidssector of in een ander pensioenstelsel dat u cumuleert met een of meerdere rustpensioenen en u bent
Zonder kinderlast Met kinderlast (*)
Geen 65 jaar
65 jaar of ouder
7.421,57
15.590,18
11.132,37
19.857,60
(*) opgepast: het begrip “kinderlast” verschilt van het begrip “kind ten laste” in de fiscale wetgeving! Opmerking: u kan alleen een beroepsactiviteit uitoefenen mits voorafgaande verklaring! 4. Cumul van een overlevingspensioen en een activiteit van zelfstandige Als het gaat om een beroepsactiviteit die onderworpen is aan het koninklijk besluit n°38 van 27 juli 1967 tot regeling van het sociale statuut van de zelfstandige werknemers, wordt deze activiteit toegestaan voor zover de netto jaarinkomsten de jaargrens niet overschrijden. Om de netto beroepsinkomsten te bekomen, moet van de bruto beroepsinkomsten het volgende worden afgetrokken: -
de bijdragen gestort voor het sociale statuut van zelfstandige werknemers de uitgaven en beroepslasten (desgevallend) de beroepsverliezen
zoals deze verschillende elementen worden ingehouden door de Administratie Ondernemingen en Inkomsten Fiscaliteit voor het bepalen van de belasting voor het betrokken kalenderjaar.
Uitgave 2006-03
21
ACOD-Ministeries - ©2006
AARD VAN DE UITGEOEFENDE ACTIVITEIT: Zelfstandig werknemer Jaargrens van de toegestane netto beroepsinkomsten (2006) bedragen in euro. U geniet uitsluitend een of meerdere overlevings pensioen(en) van de overheidssector of in een ander pensioenstelsel en u bent
Zonder kinderlast Met kinderlast (*)
Geen 65 jaar
65 jaar of ouder
11.874,50
15.590,18
14.843,13
19.857,60
U geniet een of meerdere overlevingspensioenen van de overheidssector of in een ander pensioenstelsel, dat u cumuleert met een of meerdere rustpensioen(en) en u bent Geen 65 jaar
65 jaar of ouder
Zonder kinderlast
5.937,26
10.845,34
Met kinderlast (*)
8.905,89
13.813,97
(*) opgepast: het begrip “ kinderlast” verschilt van het begrip “kind ten laste” in de fiscale wetgeving! Opmerking: U kan alleen een beroepsactiviteit uitoefenen mits voorafgaande verklaring! 5. Cumul van een pensioen en een artistieke of wetenschappelijke activiteit. Het gaat om een beroepsactiviteit die de schepping van wetenschappelijk werk of de realisatie van een artistieke creatie inhoudt, die geen weerslag heeft op de arbeidsmarkt en voor zover de titularis van het pensioen niet de hoedanigheid van handelaar heeft in de zin van het wetboek van koophandel. Deze activiteit wordt gedefinieerd als de realisatie van originele werkstukken die bijdragen tot de verrijking van het artistieke of culturele nationale patrimonium, die het product zijn van wetenschappelijke kennis, talent of van de verbeelding van de auteur ervan. Deze beroepsactiviteit wordt toegestaan, ongeacht het bedrag van de inkomsten die eruit voortvloeien, als de drie volgende voorwaarden gelijktijdig worden vervuld: - de activiteit is scheppend - ze heeft geen weerslag op de arbeidsmarkt
Uitgave 2006-03
22
ACOD-Ministeries - ©2006
-
de persoon die de activiteit uitoefent, heeft niet de hoedanigheid van handelaar in de zin van het wetboek van koophandel, wat impliceert dat de titularis van een pensioen geen enkel handelsregister mag hebben.
Alle wetenschappelijke werken en artistieke creaties, bezoldigd in de vorm van auteursrechten of gebruiksrechten voor een gedeponeerd brevet, zijn toegelaten zonder inkomstenbeperking. Opmerking: als gepensioneerd ambtenaar kan u enkel een wetenschappelijke activiteit uitoefenen mits voorafgaande verklaring!
Uitgave 2006-03
artistieke
of
23
ACOD-Ministeries - ©2006
WEERSLAG VAN DE BEROEPSINKOMSTEN OP DE BETALING VAN UW PENSIOEN Rustpensioen + beroepsinkomsten De grenzen van de toegestane beroepsinkomsten worden per kalenderjaar gewaardeerd, met uitzondering van: - het jaar waarin het pensioen ingaat - het jaar waarin de cumul van meerdere pensioenen ingaat - het jaar waarin u de leeftijd van 65 jaar bereikt U overschrijdt de jaargrens met 15% of meer Wanneer de jaargrens met 15% of meer wordt overschreden, wordt de betaling van het pensioen voor het betrokken kalenderjaar integraal opgeschort, zelfs als de beroepsactiviteit zich niet over heel het jaar spreidt. U overschrijdt de jaargrens met minder dan 15% Wanneer de jaargrens met minder dan 15% wordt overschreden, dan wordt het pensioenbedrag verminderd met het percentage waarmee de inkomsten worden overschreden in vergelijking met deze jaargrens. De gepensioneerden die voor de leeftijd van 65 jaar ambtshalve werden gepensioneerd om een andere reden dan lichamelijke ongeschiktheid (bijvoorbeeld voor de militairen), genieten grensbedragen die van toepassing zijn op de titularissen van een pensioen, die ouder dan 65 jaar zijn. Voor de leeftijd van 65 jaar wordt hun pensioen enkel opgeschort ingeval van overschrijding van de toegestane grenzen, maar wordt het met maximum 10 of 20% beperkt. Vanaf de leeftijd van 65 jaar worden ze onderworpen aan dezelfde regels als de andere gepensioneerden. Hoe de grens berekenen voor het jaar waarin uw pensioen ingaat: Jaargrens x T/N De toepasbare grensbedragen worden vermenigvuldigd met een breuk waarvan: - de teller (T) gelijk is aan het aantal volle maanden tussen de datum waarop dit pensioen aanvangt en het einde van dit jaar en - de noemer (N) gelijk is aan 12. VOORBEELD: Datum waarop het pensioen aanvangt: 1 maart 2005 Aantal volle maanden tussen de datum waarop het pensioen aanvangt en het einden van het jaar:10 Toepasbare grensbedragen: 7.421,57 x 10/12 = 6.184,64 euro Wanneer u meerdere pensioenen cumuleert in het jaar waarin het pensioen aanvangt: Het jaar wordt in twee perioden opgedeeld. Zowel voor de periode tussen 1 januari van dat jaar en de laatste dag van de maand die voorafgaat aan de datum waarop het nieuwe pensioen aanvangt als voor de rest van ditzelfde jaar worden de toepasbare grensbedragen vermenigvuldigd met een breuk
Uitgave 2006-03
24
ACOD-Ministeries - ©2006 waarvan de noemer gelijk is aan 12 en de teller aan het aantal maanden gedekt door elk van deze perioden. De alzo bepaalde grensbedragen worden vergeleken met de werkelijk ontvangen inkomsten voor elk van beide perioden. Voor het jaar waarin u 65 jaar wordt: Het jaar wordt in twee perioden verdeeld. Zowel voor de periode tussen 1 januari van dit jaar en de eerste dag van de maand van de 65ste verjaardag als voor de rest van datzelfde jaar worden de toepasbare grensbedragen vermenigvuldigd met een breuk waarvan de noemer gelijk si aan 12 en de teller aan het aantal maanden die door elk van deze perioden worden gedekt. De alzo bepaalde grensbedragen worden vergeleken met de werkelijk ontvangen inkomsten voor elk van beide perioden. Opgepast: het supplement gewaarborgd minimum, dat aan bepaalde pensioenen wordt toegevoegd, wordt opgeschort wanneer de titularissen een lucratieve activiteit uitoefenen die voor het jaar 2006 een bruto jaarinkomen oplevert van meer dan 834,10 euro!
OVERLEVINGSPENSIOEN + EEN BEROEPSINKOMEN De toegestane grenzen van de beroepsinkomsten worden per kalenderjaar bekeken, met uitzondering van: -
van het jaar waarin het pensioen aanvangt het jaar waarin de cumul van meerdere pensioenen aanvangt het jaar waarin u 65 jaar wordt
U overschrijdt de jaargrens met 15% of meer Wanneer de jaargrens met 15% of meer wordt overschreden, wordt, voor het betrokken kalenderjaar, de betaling van het pensioen integraal opgeschort, zelfs als de beroepsactiviteit zich niet over het hele jaar verspreidt. U overschrijdt de jaargrens met minder dan 15% Wanneer de jaargrens met minder dan 15% wordt overschreden, wordt het pensioenbedrag verminderd met het percentage waarmee de inkomsten worden overschreden in vergelijking met deze jaargrens. Opgepast! Uw aandacht wordt gevestigd op de grote financiële gevolgen die elke verhoging van uw beroepsinkomsten kan hebben (bijvoorbeeld voor de loontrekkers: weddenverhoging, indexverhoging, verhoging van de bijslagen of premies,…) Het jaar waarin uw pensioen aanvangt: Jaargrens x T/N De toelaatbare grensbedragen wordt vermenigvuldigd met een breuk waarvan -
de teller (T) gelijk is aan het aantal volle maanden tussen de datum waarop dit pensioen aanvangt en het einde van dit jaar en de noemer (N) gelijk is aan 12.
Uitgave 2006-03
25
ACOD-Ministeries - ©2006 VOORBEELD: Datum waarop het pensioen ingaat: 1 juni 2005 Aantal volle maanden tussen de datum waarop het pensioen aanvangt en het einde van het jaar: 7 Toepasbare grensbedragen: 14.843,13 x 7/12 = 8.658,49 euro. Wanneer u meerdere pensioenen cumuleert in het aanvangsjaar: Het jaar wordt in twee perioden verdeeld. Zowel voor de periode tussen 1 januari van dit jaar en de laatste dag van de maand die voorafgaat aan de datum waarop het nieuwe pensioen ingaat, als voor de rest van dit jaar, worden de toepasbare grensbedragen vermenigvuldigd met een breuk waarvan de noemer gelijk is aan 12 en de teller aan het aantal maanden die door elk van deze perioden worden gedekt. De alzo berekende grensbedragen worden vergeleken met de werkelijk ontvangen inkomsten voor elk van beide perioden. Voor het jaar waarin u 65 jaar wordt: Het jaar wordt in twee perioden verdeeld. Zowel voor de periode tussen 1 januari van dit jaar en de laatste dag van de maand van de 65ste verjaardag als voor de rest van dit jaar worden de toepasbare grensbedragen vermenigvuldigd met een breuk waarvan de noemer gelijk is aan 12 en de teller aan het aantal maanden die door elk van deze perioden worden gedekt. De alzo berekende grensbedragen worden vergeleken met de werkelijk ontvangen inkomsten voor elk van beide perioden. Opgepast: het supplement gewaarborgd minimum, dat overlevingspensioenen wordt toegevoegd, word opgeschort beroepsinkomsten de toegestane jaargrens overschrijden.
aan bepaalde wanneer de
OVERLEVINGSPENSIOEN + VERVANGINGSINKOMEN Als u gedurende een welbepaald kalenderjaar uw rustpensioen effectief cumuleert met een vervangingsinkomen wegens verminderde prestaties: -
volledige of gedeeltelijke loopbaanonderbreking halftijdse vervroegde uitstap,
dan wordt de uitbetaling van het rustpensioen voor dit volledige jaar opgeschort. Als u EVENWEL afstand doet van dit vervangingsinkomen, kan uw rustpensioen toch worden uitbetaald. Op eenvoudige vraag (schriftelijk, telefonisch,…) stuurt de PDOS u het voorgedrukte formulier “ afstand van het vervangingsinkomen” op. Daarentegen mag uw rustpensioen volledig worden gecumuleerd met: -
hetzij een uitkering wegens primaire ongeschiktheid of een invaliditeitsuitkering; hetzij een werkloosheidsuitkering (of voordelen van dezelfde aard krachtens een buitenlandse wetgeving of door een instelling van internationaal publiek recht)
U moet echter wel rekening houden met de cumulregels die eigen zijn aan deze vervangingsinkomens.
Uitgave 2006-03
26
ACOD-Ministeries - ©2006
De cumul van uw rustpensioen met: -
een bijslag voor ouderschapsverlof een uitkering uitbetaald in geval van loopbaanonderbreking of verminderde prestaties wegens palliatieve zorgen of voor bijstand of zorgverstrekking aan een familielid tot de tweede graad, dat aan een ernstige ziekte lijdt.
wordt toegestaan als het bedrag van dit rustpensioen en van de andere eventuele inkomsten de bedragen niet overschrijden, die worden toegestaan in geval van cumul met een beroepsactiviteit.
OVERLEVINGSPENSIOEN + EEN INVALIDITEITSUITKERING/ UITKERING WEGENS ONGESCHIKTHEID. De cumul van een overlevingspensioen met een invaliditeitsuitkering of een uitkering wegens primaire ongeschiktheid wordt niet toegestaan. In dit geval wordt het overlevingspensioen opgeschort voor het betrokken kalenderjaar. Als u evenwel afstand doet van deze uitkering, dan kan uw overlevingspensioen toch worden uitbetaald. Op eenvoudige vraag (schriftelijk, telefonisch,…) stuurt de PDOS u het voorgedrukte formulier “ afstand van het vervangingsinkomen “ op.
OVERLEVINGSPENSIOEN + EEN WERKLOOSHEIDSUITKERING De cumul van een overlevingspensioen met een werkloosheidsuitkering wordt niet toegestaan. In dit geval wordt het overlevingspensioen opgeschort voor heel het betrokken kalenderjaar. Als u evenwel afstand doet van uw werkloosheidsuitkering, kan uw overlevingspensioen toch wel worden uitbetaald. Op eenvoudige vraag (schriftelijk, telefonisch,…) stuurt de PDOS u het voorgedrukte formulier “afstand van het vervangingsinkomen” op.
OVERLEVINGSPENSIOEN + EEN UITKERING WEGENS LOOPBAANONDERBREKING. •
de inning van een uitkering wegens loopbaanonderbreking of verminderde prestaties (d.w.z. volledige of gedeeltelijke loopbaanonderbreking) • de inning van een premie toegekend aan een ambtenaar in het raam van de halftijdse vervroegde uitstap leidt tot de opschorting van de uitbetaling van het pensioen en dit voor heel het betrokken kalenderjaar. Als u afstand doet van deze uitkering, kan uw overlevingspensioen toch worden uitbetaald. Op eenvoudige vraag (schriftelijk, telefonisch,…) stuurt de Administratie der Pensioenen u het voorgedrukte formulier “afstand van het vervangingsinkomen” op.
Uitgave 2006-03
27
ACOD-Ministeries - ©2006
Dit heeft EVENWEL geen betrekking op de uitkering die wordt uitbetaald in geval van loopbaanonderbreking of verminderde prestaties om palliatieve zorgen te verstrekken, en evenmin op de uitkering die wordt verleend voor ouderschapsverlof of voor bijstand of voor het verstrekken van zorgen aan een familielid tot in de tweede graad, dat aan een zware ziekte lijdt. Wanneer deze uitkering wordt uitbetaald, gelden de normale regels, namelijk de cumulregels die voortvloeien uit een beroepsactiviteit.
Uitgave 2006-03
28
ACOD-Ministeries - ©2006
ALGEMENE INFORMATIE Het gewaarborgd minimum Voor de rustpensioenen. Als een rustpensioen lager ligt dan het gewaarborgd minimumpensioen, dan kan een supplement worden toegevoegd. Dit wordt het supplement gewaarborgd minimum genoemd. Dit supplement wordt enkel toegekend voor een pensioen dat voorvloeit uit een hoofdactiviteit. Opgepast: de gepensioneerden die pensioengerechtigd zijn omwille van hun leeftijd of anciënniteit zonder 20 jaar dienst te tellen of die een uitgesteld pensioen ontvangen (wanneer het personeelslid zijn loopbaan heeft beëindigd voor de leeftijd van 60 jaar), kunnen dit niet genieten. Het bedrag varieert naargelang de gezinstoestand en de reden van de pensionering (lichamelijke ongeschiktheid of anciënniteit)
Gewaarborgd minimum Index 1,3728 op 1 september 2005
Minimum wegens de leeftijd Alleenstaande gehuwde Minimum wegens lichamelijke ongeschiktheid alleenstaande gehuwde
Geïndexeerd jaarbedrag
Geïndexeerd bruto maandbedrag
12.668,00 15.835,25
1.055,68 1.319,60
Van 12.668,20 tot 18.167,91 Van 15.835,25 tot 22.710,00
Van 1.055,68 tot 1.514,00 Van 1.319,60 tot 1.892,49
Mindering: al de gepensioneerde andere pensioenen of renten ontvangt, dan worden ze in mindering gebracht (renten arbeidsongevallen en andere gelijkaardige voordelen, die worden toegekend om een schade te herstellen, worden slechts voor de helft van hun bedrag in mindering gebracht) De buitenlandse vervangingsinkomens worden voor 80% van hun bedrag in mindering gebracht. De inkomsten van de echtgenoot worden gedeeltelijk afgetrokken van het supplement. Elke gehuwde gepensioneerde wordt evenwel een “basisminimum” gewaarborgd, dat overeenstemt met 40% van de gewaarborgde bezoldiging, namelijk 7.276,16 euro, op jaarbasis en geïndexeerd, hetzij bruto 605,60 euro per maand op 1 september 2005 voor een pensioen gebaseerd op voltijdse prestaties.
Uitgave 2006-03
29
ACOD-Ministeries - ©2006 Opschorting van het supplement: De uitbetaling van het supplement wordt opgeschort voor het kalenderjaar waarin de uitoefening van een lucratieve activiteit een bruto jaarinkomen oplevert dat gelijk is aan of hoger ligt dan 834,10 euro Voor de overlevingspensioenen. Het gewaarborgd minimumbedrag van een overlevingspensioen, uitbetaald aan de overlevende echtgenoot, is vastgesteld op 1.1042,80 euro per jaar, geïndexeerd, hetzij 920,23 euro bruto per maand. Wanneer het pensioenbedrag lager ligt dan dit bedrag, dan wordt een supplement toegevoegd. Dit supplement wordt alleen maar toegevoegd als de overleden echtgenoot een hoofdfunctie uitoefende. Minderingen: als de betrokkene andere pensioenen of renten geniet (de renten arbeidsongeval en andere gelijkaardige voordelen, die worden toegekend om een schade te herstellen, worden slechts voor de helft van hun bedrag in mindering gebracht) geniet, dan worden deze afgetrokken van het supplement. Opschorting van het supplement: het supplement wordt niet langer uitbetaald wanneer de betrokkene een beroepsactiviteit uitoefent waardoor het overlevingspensioen wordt opgeschort of verminderd.
HET VAKANTIEGELD Voor de rustpensioenen. Het vakantiegeld: Onder bepaalde voorwaarden wordt in de maand mei vakantiegeld toegekend aan de begunstigden van een rustpensioen. De toekenningvoorwaarden hebben onder andere betrekking op: - de leeftijd (op 1 mei 2005 de leeftijd van 60 jaar hebben bereikt) - op het globale bruto bedrag van het pensioen in mei 2005. Dit mag niet hoger liggen dan 1.749,67 euro - op de eventuele uitoefening van een beroepsactiviteit Het bedrag van het vakantiegeld wordt vastgesteld op 209,39 euro. Dit bedrag wordt opgetrokken tot 279,19 euro voor een gehuwde gepensioneerde waarvan de echtgenoot voldoet aan bepaalde inkomensvoorwaarden. Het aanvullend vakantiegeld: Een aanvullend vakantiegeld wordt toegekend aan de gepensioneerden die op 1 mei 2005 de leeftijd van 60 jaar hebben bereikt en een supplement gewaarborgd minimum genieten. Voor de personen die werden gepensioneerd wegens lichamelijke ongeschiktheid, bestaan bepaalde bijkomende voorwaarden. Het bedrag van dit aanvullende vakantiegeld wordt vastgesteld op 316,57 euro (voor de alleenstaande) of op 379,58 euro (voor de gehuwde)
Uitgave 2006-03
30
ACOD-Ministeries - ©2006
Het vakantiegeld en het aanvullende vakantiegeld worden automatisch uitbetaald. Er hoeft geen aanvraag te worden ingediend. Opgepast! De bedragen van het vakantiegeld en van het aanvullende vakantiegeld worden respectievelijk verminderd met de bedragen van het vakantiegeld en van het aanvullende vakantiegeld dat de betrokkene ook bekomt voor een pensioen van de privé-sector (toegekend door de Rijksdienst voor Pensioenen). Voor de gehuwde gepensioneerde wordt het bedrag van het aanvullende vakantiegeld, dat zijn echtgenoot ook geniet, eveneens in mindering gebracht. Voor de overlevingspensioenen. Het onderzoek van het recht op het genot van een gewoon en / of aanvullend vakantiegeld gebeurt ambtshalve door de Pensioendienst van de Overheidssector, zonder enige aanvraag vanwege de gepensioneerden. Het gewoon vakantiegeld. Een gewoon vakantiegeld wordt toegekend aan de begunstigde van een overlevingspensioen, als overlevende echtegenoot of als uit de echt gescheiden echtgenoot, die op 1 mei 2005 aan bepaalde voorwaarden voldoet. De toekenningvoorwaarden zijn de volgende: - 45 jaar zijn, behalve als een permanente ongeschiktheid van minstens 66% kan worden gerechtvaardigd of een kind ten laste is, dat recht geeft op kinderbijslag - niet hertrouwd zijn - voor de maand mei een pensioen genieten dat niet kan worden verminderd wegens de uitoefening van een beroepsactiviteit of het genot van vervangingsinkomens en waarvan het bruto maandbedrag lager ligt dan 1.399,73 euro. - Voor de maand mei dit pensioen niet cumuleren met een of meerdere andere pensioenen of met elk ander voordeel voor een bedrag dat hoger ligt dan 1.399,73 euro Wezenpensioen: Een vakantiegeld wordt ook toegekend aan de begunstigde van een wezenpensioen, als hij aan bepaalde voorwaarden voldoet. Voor 2005 bedraagt dit 209,39 euro. Het aanvullend vakantiegeld. Een aanvullend vakantiegeld wordt toegekend aan de titularis van een pensioen van overlevende echtgenoot die daadwerkelijk een supplement gewaarborgd minimum geniet. Het bedrag van dit aanvullende vakantiegeld wordt voor 2005 bepaald op 316,57 euro Het bedrag van het aanvullende vakantiegeld wordt verminderd met het bedrag van het aanvullende vakantiegeld dat door de Rijksdienst voor Pensioenen wordt uitbetaald (werknemerspensioen).
Uitgave 2006-03
31
ACOD-Ministeries - ©2006
BETALINGSWIJZEN VAN DE PENSIOENEN De Centrale Dienst der Vaste Uitgaven (CDVU) is belast met de uitbetaling van de pensioenen, beheerd door de Pensioendienst van de Overheidssector (PDOS) zoals: -
de rust – en overlevingspensioenen van de personeelsleden van de overheidssector de renten van arbeidsongevallen van de personeelsleden van de overheidssector de militaire en civiele herstelpensioenen en - renten in vrede - en oorlogstijd en de renten met betrekking tot de nationale orders (de pensioenen dekken de lichamelijke schade, de renten de morele schade)
De dienst betaalt niet de pensioenen van: -
de personeelsleden van de parastatalen, provincies, gemeenten, OCMW en intercommunales die hun eigen pensioenstelsel hebben de personeelsleden van de NMBS de parlementsleden de leden van de privé-sector (werknemers en zelfstandigen) die worden betaald door de Rijksdienst voor Pensioenen (RvP)
De circulaire cheque Elk pensioen van de overheidssector wordt “standaard” per circulaire cheque betaald. Enkel geldig in België. De circulaire cheque is betaalbaar vanaf de eerste of voorlaatste werkdag van de maand naargelang het gaat om vooruitbetaling of betaling na verlopen termijn en zal pas vanaf die datum door De Post ter beschikking worden gesteld.
Voor – en nadelen. • • • • • • •
aan deze betaalwijze zijn nog geen kosten verbonden voor de gepensioneerde de circulaire cheque is niet uitbetaalbaat aan derden de circulaire cheque is de minst veilige betaalwijze, de cheque kan altijd verloren gaan, vernietigd of gestolen worden… om technische redenen worden bedragen van meer dan 2.500 euro opgesplitst in meerdere titels de circulaire cheque wordt – zoal een gewone brief - onder gesloten omslag verzonden de circulaire cheque wordt alleen verstuurd op de naam en voornaam vermeld onder het pensioennummer de circulaire cheque moet worden geïnd binnen de maand van de uitgifte ervan en dit in een Belgisch postkantoor, met de handtekening en op voorlegging van de identiteitskaart van de begunstigde Worden uitgesloten van de betaling via circulaire cheque: postliggend, adressering op een postbus, betaling in het buitenland Worden uitbetaald via circulaire cheque: de verwijzing “per adres” (P/A) of “bij” . Het adres kan verschillen van de echte woonplaats
Uitgave 2006-03
32
ACOD-Ministeries - ©2006 Behoren tot de bevoegdheid van de ontvanger: uitbetaling “aan huis”, bewaring van de circulaire cheque in het plaatselijke postkantoor, De Post kan de circulaire cheque gedurende zes maanden naar een ander adres doorsturen In geval van niet-ontvangst, verlies, diefstal of vernietiging van een circulaire cheque: U moet de CDVU een brief sturen met vermelding van: -
uw naam en volledige adres uw pensioennummer en eventueel uw nationaal nummer de maand waarvoor uw pensioen niet werd uitbetaald
De CDVU start dan een onderzoek bij De Post en uw ontvangt een afschrift van deze aanvraag. Ofwel is de circulaire cheque niet afgeleverd (verandering van adres, onvolledig adres, overlijden,…) Het bedrag van de circulaire cheque wordt dan gestort op de rekening van de dienst Liggende Gelden van de Rekenplichtige der Geschillen De CDVU geeft dan opdracht om de beschikbare fondsen uit te betalen aan de juiste begunstigde Voorbeelden: aan de gepensioneerde, aan de nalatenschap of desgevallend aan de Schatkist. Ofwel wordt de circulaire cheque niet teruggevonden. Als de cheque uiteindelijk niet wordt teruggevonden, betaalt De Post het bedrag uit. U ontvangt dan een bericht van uw postontvanger dat het bedrag van cheque kan worden geïncasseerd. Ofwel wordt de circulaire cheque niet tijdig geïnd. De cheque vervalt drie maanden na uitgiftedatum Indien de cheque niet werd geïnd bij het verstrijken van de vervaldatum ( bijvoorbeeld in geval van ziekenhuisopname van de gepensioneerde), dan wort het bedrag van de cheque gestort op de rekening van de dienst Liggende Gelden van de rekenplichtige der Geschillen (ongeveer 4 maanden na de uitgiftedatum van de cheque). Ofwel werd de circulaire cheque gestolen. U moet dan onmiddellijk de CDVU telefonisch verwittigen: + 32(0)2 233 74 85 en de diefstal aangeven bij de Politie.
Overschrijving op een in België geopende persoonlijke rekening Om uw pensioen op een bankrekening in België te laten storten, moet u een verbintenisformulier voor staatspensioenen in drievoud invullen (zie bijlage) Dit behoorlijk ingevulde en getekende formulier wordt overgemaakt aan de financiële instelling, dat het tekent en doorstuurt naar de CDVU.
Uitgave 2006-03
33
ACOD-Ministeries - ©2006 Voor – en nadelen: -
-
de rekening wordt de eerste of de voorlaatste werkdag van de maand gecrediteerd, naargelang het gaat om een voorafbetaling of een betaling na vervallen termijn Deze betalingswijze is veiliger dan de circulaire cheque! De rekening moet geopend zijn op naam van de titularis of op naam van beide echtgenoten.
Voor de betaling op een rekening in België, waarvan de titularis in het buitenland verblijft, moet twee keer per jaar een door de gemeentelijke overheid, een Consul of een Ambassadeur getekend levensbewijs (zie bijlage) worden opgestuurd naar de CDVU. (begin januari en begin juli).
Betaling via overschrijving op een persoonlijke rekening en verblijfplaats in het buitenland
Als uw pensioen reeds werd uitbetaald op een rekening in België, dan moet u gewoon vooraf aan de CDVU melden dat u deze betalingswijze wenst voort te zetten. Als uw pensioen niet op een in België geopende rekening wordt gestort, dan moet u een verbintenisformulier voor staatspensioen in drievoud invullen en ondertekenen. Voor – en nadelen. • • • •
aan deze betalingswijze zijn geen kosten verbonden voor de gepensioneerde Het grootste voordeel is de veiligheid van deze betalingswijze. Het risico van verlies of diefstal is onbestaande. Per jaar moet u twee levensbewijzen opsturen, terwijl voor de andere betalingswijzen in het buitenland voor elke betaling een levensbewijs moet worden voorgelegd! De betalingsprocedures verlopen vlugger dan de andere betalingswijzen die zijn voorzien voor personen die in het buitenland verblijven.
Levensbewijs. Alle gepensioneerden die permanent of definitief in het buitenland verblijven (min of meer een jaar) en waarvan het pensioenbedrag op een financiële rekening in België wordt gestort, moeten een levensbewijs afleveren. Deze bewijzen kunnen worden gedownloaded van de websites van de CDVU of worden aangevraagd bij deze instellingen, waarvan u de adressen als bijlage kan vinden. Dit document bestaat in 7 talen (Frans, Nederlands, Duits, Engels, Italiaans, Portugees en Spaans). U kan ook een ander model gebruiken dan datgene dat door de diensten hieronder wordt afgeleverd, op voorwaarde dat alle elementen, die het bewijs bevat, in het model in kwestie zijn opgenomen. Het levensbewijs moet door het overheidsgezag worden ingevuld en ondertekend. Zoals bijvoorbeeld: een consul, een ambassadeur, een diplomaat, een burgemeester of eventueel een politiecommissaris.
Uitgave 2006-03
34
ACOD-Ministeries - ©2006 Elk jaar in januari en juli moet u het levensbewijs overmaken: • •
dat van januari moet ons tussen 1 en 15 januari van elk jaar bereiken en moet ten vroegste op 1 december zijn gedateerd dat van juli moet ons tussen 1 en 15 juli van elk jaar bereiken en moet ten vroegste op 1 juni zijn gedateerd.
U kan dit bewijs via gewone briefwisseling of via fax aan de CDVU overmaken. Als het levensbewijs niet wordt voorgelegd, wordt de gepensioneerde een herinnering gestuurd. De pensioenbedragen worden dan weerhouden op de dienst Gelden van de Rekenplichtige der Geschillen. Zodra het bewijs is aangekomen, worden alle gelden ambtshalve vrijgemaakt. Overschrijving op een bankrekening of postrekening in het buitenland. Deze betalingswijze wordt automatisch toegepast voor elke begunstigde die in het buitenland verblijft, behalve als een uitdrukkelijke aanvraag werd ingediend om het geld over te schrijven op een bankrekening in België. Voor deze betaling in het buitenland worden de gelden ter beschikking gesteld van de Rekenplichtige van de Geschillen – Dienst Liggende Gelden. U moet de CDVU of de rekenplichtige de volgende inlichtingen verschaffen: - uw naam en uw volledige adres - uw pensioennummer en eventueel uw nationaal nummer Transacties tot 12.500 euro (vanaf 01/01/06 tot 50.000 euro) binnen de Eurozone zijn gratis. Om kosten te vermijden moet u de IBAN - en BIC - code van uw bank – of postrekening doorgeven. Sinds 1 juli 2003 worden deze codes op uw rekeninguittreksels vermeld. Alle andere grensoverschrijdende transacties zijn onderworpen aan het internationale tarief! Als bijlage vindt u de brochure “grensoverschrijdende betalingen in euro”. Als u inlichtingen wenst over de uitbetaling, dan moet u zich tot de Rekenplichtige der Geschillen wenden. De datum waarop wordt betaald, hangt af van de datum waarop de rekenplichtige het levensbewijs heeft ontvangen. Er zijn vier betaaldata voorzien, maar een vaste datum wordt nooit gewaarborgd. Voor – en nadelen: • • • •
Voor elke betaling moet u de rekenplichtige een levensbewijs bezorgen De transacties naar landen buiten de eurozone zijn niet gratis. Ze zijn onderworpen aan het internationale tarief. De betalingstermijnen worden verlengd en zijn onregelmatig Buiten de Eurozone kan u uw pensioen ontvangen in de munt van het betrokken land. Sinds 1 januari 2006 zijn de transacties gratis in: - de 12 landen van de EU die de euro hebben: Duitsland, Oostenrijk, België, Spanje, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland en Portugal; - de andere landen van de EU: Denemarken, Verenigd Koninkrijk en Zweden; - Guadeloupe, Guyana, Martinique, Réunion, Azoren, Canarische Eilanden, Madeira
Uitgave 2006-03
35
ACOD-Ministeries - ©2006 •
De Rekenplichtige maakt de gelden enkel vrij na afgifte van het levensbewijs - voor elke betaling moet dus absoluut een levensbewijs worden opgestuurd!
Dit levensbewijs moet worden gedateerd ten vroegste op de eerste dag van de maand die betrekking heeft op de betaling in kwestie. Zolang het levensbewijs niet is afgeleverd, worden de pensioenbedragen weerhouden op de dienst Gelden in Betwisting. Zodra het levensbewijs is aangekomen, worden alle gelden ambtshalve vrijgemaakt. Het bedrag wordt gecrediteerd op de rekening 4 werkdagen na de debetdatum van de rekening van de rekenplichtige.
Het internationale postmandaat Opgepast, dit betaalsysteem is sinds 2001 niet langer beschikbaar. Deze betaling in het buitenland wordt niet door de CDVU uitgevoerd, de gelden worden ter beschikking gesteld van de Rekenplichtige van de Dienst Geschillen van de Liggende Gelden. U moet de Rekenplichtige de volgende inlichtingen bezorgen: - uw naam en volledige adres - uw pensioennummer en eventueel uw nationaal nummer Alle inlichtingen over de betaling vallen onder de bevoegdheid van de rekenplichtige. De datum waarop uw pensioen wordt betaald hangt af van de datum waarop de rekenplichtige het levensbewijs ontvangt. Er zijn vier betaaldata voorzien, maar een vaste datum wordt niet gewaarborgd. Voor – en nadelen: • • • • • • •
voor elke betaling moet u de rekenplichtige een levensbewijs bezorgen de uitgifte - en inningkosten zijn ten laste van de gepensioneerde de maandelijkse pensioenbedragen kunnen variëren naargelang de wisselkoersen Risico van verlies, niet-ontvangst en diefstal De betalingstermijnen worden verlengd en zijn onregelmatig Buiten de Eurozone kan u uw pensioen in de munt van het betrokken land ontvangen Voor elke betaling moet een levensbewijs worden afgeleverd.
De Rekenplichtige zal de gelden enkel vrijmaken na aflevering van dit levensbewijs – voor elke betaling dient dus absoluut een levensbewijs te worden opgestuurd! Dit levensbewijs moeten worden gedateerd ten vroegste op de eerste van de maand die betrekking heeft op de betaling in kwestie. Zolang het levensbewijs niet is afgeleverd, worden de pensioenbedragen weerhouden op de Dienst Gelden in Geschil! Zodra het document is aangekomen, worden de gelden ambtshalve vrijgemaakt. U ontvangt de betaling ongeveer 4 werkdagen na de debetdatum van de rekening van de rekenplichtige.
Uitgave 2006-03
36
ACOD-Ministeries - ©2006
Betalingen ten gunste van een derde persoon: de voorlopig bewindvoerder De Vrederechter stelt een voorlopige bewindvoerder aan als wettelijke verantwoordelijke om de goederen van de betrokkenen gepensioneerde te beheren. De voorlopige bewindvoerder kan een familielid of een persoon van buitenaf zijn. Met uitzondering van de circulaire cheque zijn alle betalingswijzen mogelijk. Om de betaling van het pensioen aan een voorlopige bewindvoerder te bekomen, moet de voorlopige bewindvoerder de CDVU de volgende documenten bezorgen: - een afschrift van de aanstelling door de vrederechter als bewindvoerder of een uittreksel van de publicatie van deze aanstelling in het Belgisch Staatsblad - het verbintenisformulier voor staatspensioenen op naam van de gepensioneerde De rekening wordt ten vroegste op de eerste of voorlaatste werkdag van de maand gecrediteerd, naargelang de bepaling van het pensioen (vooraf of na vervallen termijn). De voorlopige bewindvoerder moet ook: - een levensbewijs op naam van de gepensioneerde bezorgen als onze dienst vraagt het overlijden van zijn beschermeling te melden - het beëindigen van zijn mandaat als bewindvoerder aan de CDVU melden
VAN BRUTO BEDRAG NAAR NETTOBEDRAG De PDOS berekent de pensioenbedragen aan 100%, niet geïndexeerd. Vervolgens worden de bedragen gekoppeld aan index 138,01 van de consumptieprijzen die gelden sinds 01/01/1990. Wanneer de spilindex wordt bereikt door de gemiddelde gezondheidsindex, volgt een indexverhoging en worden de pensioenen geïndexeerd. Elke indexverhoging geeft een verhoging van 2% op het bruto pensioenbedrag. Overzicht van de indexeringcoëfficiënt index 105.20 107.30 109.45 111.64 113.87 116.15
Geldig vanaf 01/09/2000 30/06/2001 28/02/2002 30/06/2003 30/10/2004 30/08/2005
coëfficiënt 1.2434 1.2682 1.2936 1.3195 1.3459 1.3728
Om het nettobedrag van het pensioen te bekomen, houdt de CDVU meerdere elementen van het pensioen in: -
de de de de
inhouding gezondheidszorgen inhouding begrafeniskosten (alleen voor de rustpensioenen) solidariteitsbijdrage bedrijfsvoorheffing
Uitgave 2006-03
37
ACOD-Ministeries - ©2006
De inhouding gezondheidszorgen De inhouding “gezondheidszorgen” is verplicht en wettelijk. Vervolgens wordt het bedrag gestort aan het Rijksinstituut voor Ziekte – en Invaliditeitsverzekering – RIZIV. Niet te verwarren met het bedrag aanvullende verzekering dat wij aan uw ziekenfonds betalen. Om het percentage van de inhouding te bepalen, worden de volgende elementen in aanmerking genomen voor de berekening van de inhouding: -
alle bruto (pensioen)inkomens het plafond I “zonder gezinslast” of het plafond II “ met gezinslast” naargelang de toestand
Er bestaan drie mogelijkheden: Volledige inhouding In principe wordt de inhouding van 3,55% toegepast op alle bruto bedragen van uw pensioen(inkomens) Gedeeltelijke inhouding De inhouding “gezondheidszorgen” van 3,55% wordt evenwel beperkt zodat de toepassing ervan het pensioen niet vermindert onder de drempel die is voorzien voor de voorheffing. Voor de rustpensioenen wordt in dit plafond ook rekening gehouden met de voorheffing van de inhouding “begrafeniskosten”. Met andere woorden, de gedeeltelijke inhouding ligt lager dan 3,55%. Geen enkele inhouding Wanneer het geïndexeerd bruto maandbedrag van uw pensioen onder de drempel ligt, dan wordt geen enkele inhouding gedaan. Hierna volgen de plafonds die sinds 1 januari 2006 worden gebruikt:
PLAFONDS I “zonder last” Geïndexeerd bruto maandbedrag Inhouding “gezondheidszorgen” Lager dan 1.137,09 euro Geen inhouding Van 1.137,09 tot 1.178,92 euro Van 0,01 tot 41,84 euro (1) Hoger dan 1.178,92 euro 3,55% PLAFONDS II “met last” Geïndexeerd bruto maandbedrag Inhouding “gezondheidszorgen” Lager dan 1.347,62 euro Geen inhouding Van 1.347,62 tot 1.397,00 euro Van 0,01 tot 49,59 euro (1) Hoger dan 1.397,20 euro 3,55% De gedeeltelijke inhouding wordt berekend volgens de hierna volgende formule en het resultaat wordt naar beneden afgerond: (1)
41,84 (geïndexeerd bruto bedrag – 1.137,08) 41,83
(2)
49,59 (geïndexeerd bruto bedrag – 1.347,61) 49,58
Uitgave 2006-03
38
ACOD-Ministeries - ©2006 Voorbeeld: een gehuwde gepensioneerde ontvangt een geïndexeerd bruto maandbedrag van 1.411,48 euro. Zijn echtgenote heeft een beroepsinkomen als bediende van een jaarbedrag van 15.000 euro. Zij is 50 jaar. Ze hebben geen kinderen ten laste. Vaststelling van het plafond: de inkomens van de echtgenote bedragen meer dan 11.132,37 euro. Het plafond II “met gezinslast” kan niet worden toegepast. Æ toepassing van het plafond I “zonder kinderlast” Vaststelling van het percentage inhouding in het geval van het plafond I “zonder gezinslast”. Het geïndexeerd bruto maandbedrag van het pensioen bedraagt meer dan 1.178,92 euro. De inhouding “gezondheidszorgen” zal volledig zijn. Æ 1.411,48 x 3,55% = 50,10754 = 50,11 euro (in de berekening wordt rekening gehouden met het derde cijfer na de komma).
De inhouding begrafeniskosten Deze wettelijke inhouding is bedoeld om de begrafenisvergoeding te financieren. Deze vergoeding wordt uitbetaald aan de rechthebbenden, na het overlijden van de gepensioneerde. De betaling van deze vergoeding moet worden aangevraagd bij de Pensioendienst van de Overheidssector. Het percentage van de inhouding is gelijk aan 0,5% van het bruto maandbedrag. Deze inhouding wordt alleen op de rustpensioenen gedaan! De • • • •
inhouding begrafeniskosten wordt niet toegepast op: de overlevingspensioenen de koloniale pensioenen (zelfs als het om een rustpensioen gaat) de renten arbeidsongeval het normale en aanvullende vakantiegeld
Voorbeeld: het bruto bedrag van een rustpensioen is 1.411,48 euro. 1.411,48 x 0,5% = 7,0574 = 7,05 euro ( er wordt dus geen rekening gehouden met het derde cijfer na de komma)
De solidariteitsinhouding Niet te verwarren met de crisisbelasting (deze fiscale inhouding werd sinds 1 januari 2003 afgeschaft). De solidariteitsbijdrage is een verplichte en wettelijke inhouding. Alle vooraf geheven inhoudingen van de pensioenen van de overheidssector worden gestort ten voordele van een “Fonds voor het evenwicht van het pensioenensysteem”. Dit fonds wordt beheerd door de Pensioendienst van de Overheidssector (PDOS). Deze inhouding is niet belastbaar, wat impliceert dat de beroepsvoorheffing wordt berekend op het belastbaar bruto bedrag, hetzij het bruto bedrag min de inhoudingen: gezondheidszorgen, begrafeniskosten en solidariteitsbijdrage.
Uitgave 2006-03
39
ACOD-Ministeries - ©2006
De solidariteitsinhouding mag niet meer dan 2% bedragen van het geïndexeerde bruto bedrag. Voor de berekening van de inhouding wordt rekening gehouden met: - uw pensioenen en wettelijke renten van Belgische of vreemde oorsprong - uw extrawettelijke pensioenen (groepsverzekering, pensioenfonds) - uw kapitalen (al dan niet omgezet in fictieve renten) gedurende 15 jaar vanaf de betalingsdatum Er wordt geen rekening gehouden met: • • • • • • •
het individuele pensioensparen voor de betaling van het kapitaal de rente arbeidsongeval de schadeloosstelling “oorlogspensioen” – vredestijd de oorlog – of mobilisatierente het vakantiegeld en het aanvullende vakantiegeld de verwarmingbijslag de speciale bijdrage voor zelfstandige
De plafonds van de solidariteitsbijdrage: PLAFOND “zonder gezinslast” Geïndexeerd bruto maandbedrag van 0,01 1.208,76 1.220,94 1.510,95 1.526,36 1.813,13 1.831,80 2.115,30 2.137,31 PLAFOND “met gezinslast” Geïndexeerd bruto maandbedrag van 0,01 1510,95 1526,17 1813,13 1831,56 2115,30 2137,06 2417,49 2442,63
tot 1.208,75 1.220,93 1.510,94 1.526,35 1.813,12 1.831,79 2.115,29 2.137,30 En meer
tot 1510,94 1526,16 1813,12 1831,55 2115,29 2137,05 2417,48 2442,62 En meer
Formule van de inhouding P = geïndexeerd bruto maandbedrag 0 (P-1.208,75) x 50% P x 0,5% 7,55 = (P-1.510,94) x50% P x 1% 18,13 = (P-1.813,12) x 50% P x 1,5% 31,73 = (P-2.115,29) x 50% P x 2% = maximale inhouding Formule van de inhouding P = geïndexeerd bruto maandbedrag 0 (P-1510,94) x 50% P X 0,5%
Voorbeeld: een gehuwde gepensioneerde geniet een geïndexeerd bruto maandbedrag van 1.411,48 euro. Zijn echtgenote geniet als loontrekker een bruto jaarinkomen van 15.000 euro. Ze is 50 jaar. Er zijn geen kinderen ten laste. De inkomens van de echtgenote liggen hoger dan 11.132,37 euro. Het plafond “met gezinslast” kan niet worden toegepast.
Uitgave 2006-03
40
ACOD-Ministeries - ©2006
Het geïndexeerd bruto maandbedrag ligt tussen 1.220,94 en 1.510,94 euro. De formule van de inhouding is P x 0,5% Æ 1.411,48 x 0,5% = 7,0574 = 7,06 euro. Voor deze formule wordt tot drie cijfers na de komma gerekend. De inhouding bedrijfsvoorheffing. Dit is een voorschot op de belastingbijdragen. Hoe meer u verdient, hoe meer bedrijfsvoorheffing u betaalt. Bij de berekening van de bedrijfsvoorheffing wordt onder andere rekening gehouden met: - het belastbare totaalbedrag van al uw Belgische pensioeninkomens - uw burgerlijke stand - de inkomens van uw echtgenoot of wettelijk samenwonende partner - de kinderen ten laste - de andere gezinslast 0p de fiche 281.11, die u elk jaar ontvangt om uw belastingaangifte in te vullen, wordt de bedrijfsvoorheffing vermeld in de rubriek 225. De inhoudingen worden vastgelegd in bedrijfsvoorheffingschalen, waarvan u een afschrift kan bekomen bij de CDVU.
Inhouding schuldvordering van uw pensioen Wanneer een gepensioneerd persoon ten onrechte pensioenbedragen ontvangt ingevolge een vergissing van het Departement, dan kan de Pensioendienst binnen een termijn van 6 maanden de terugbetaling van deze ten onrechte betaalde bedragen vorderen. Als de ten onrechte betaalde bedragen evenwel het resultaat zijn van frauduleuze praktijken of opzettelijk onvolledige of valse verklaringen, dan kan de PDOS binnen een termijn van 5 jaar de terugbetaling eisen van het ten onrechte betaalde bedrag. De verlengde verjaringstermijn is eveneens van toepassing op de ten onrechte betaalde bedragen: -
als u een verandering in de burgerlijke stand niet heeft aangegeven als u een gewaarborgd minimumpensioen genoot en de inkomens verbonden aan uw lucratieve activiteit of aan de activiteit van uw echtgenoot verschillen van de inkomens die u heeft aangegeven
Wanneer een persoon zijn pensioen cumuleert met beroepsinkomens, kan de Pensioendienst van de Overheidssector ook ten onrechte betaalde pensioenbedragen van de laatste 5 jaar terugvorderen, als blijkt dat de oorspronkelijk door de gepensioneerde geraamde inkomens lager liggen dan de bedragen die werkelijk werden geïnd en de toegestane grenzen overschrijden. Wettelijk gesproken heeft de Pensioendienst van de Overheidssector de mogelijkheid om bij de Administratie Ondernemingen en Inkomsten Fiscaliteit (sector directe belastingen) te verifiëren of uw aangiftes juist en volledig zijn. Een pensioenschuldvordering kan voortvloeien uit een weddenschuld ingevolge een bezoldiging die nog werd uitbetaald na de pensionering of de toekenning van
Uitgave 2006-03
41
ACOD-Ministeries - ©2006 pensioenvoorschotten door de sociale diensten, OCMW, vakorganisatie, ziektefondsen, werkloosheidskas,… De inhouding van de schuldvordering valt onder de exclusieve bevoegdheid van de CDVU-Pensioenen. Als het pensioen de door de wet voorziene voorheffingdrempel overschrijft, wordt het ten onrechte betaalde bedrag in principe binnen de wettelijke grenzen teruggevorderd op het netto maandelijkse pensioenbedrag. Als het pensioenbedrag de door de wet voorziene drempel niet bereikt, ontvangt u van de CDVU een brief met de vraag om een aflossingplan voor te stellen. Als u het ten onrechte betaalde bedrag niet terugbetaalt, wordt uw dossier overgeheveld naar de fiscale Administratie van het Kadaster, Registratie en Domeinen (AKRED) Deze administratie laat dan (na een laatste aanmaning om terug te betalen) via een gerechtsdeurwaarder beslag leggen op uw goederen en kan zelfs overgaan tot de openbare verkoop ervan. De opbrengst hiervan wordt dan gebruikt om de schuld aan te zuiveren.
Beslaglegging of overdracht van uw pensioen Slechts een bepaald gedeelte van het pensioen kan het voorwerp uitmaken van beslaglegging of overdracht. Voor 2006 worden de grensbedragen als volgt vastgesteld: - het gedeelte van de pensioenen dat hoger is dan 1.175, 00 euro netto per maand kan voor het volledige bedrag in beslag genomen of overgedragen worden; - het gedeelte boven 974,00 euro en niet hoger dan 1.175,00 euro kan niet in beslag genomen of overgedragen worden voor meer dan 2/5 - het gedeelte boven 907,00 euro en niet hoger dan 974,00 euro kan niet in beslag genomen of overgedragen worden voor meer dan 1/5; - het gedeelte van de bedragen niet hoger dan 907,00 euro kan niet in beslag genomen of overgedragen worden In geval van kinderlast worden bovenvermelde bedragen vermeerderd met 56,00 euro per kind ten laste. In principe komt het totaalbedrag der pensioenen, renten, wedden,… in aanmerking voor het bepalen van het bedrag van de beslaglegging of overdracht. Bovenvermelde bedragen zijn niet gekoppeld aan de indexevolutie en worden jaarlijks vastgesteld. N.B.: Deze grenzen gelden niet in geval van onderhoudsverplichting (bv. Bij echtscheiding) Het volledige bedrag kan dan in aanmerking komen voor beslaglegging of overdracht.
Raming van het pensioen Als u wil weten hoeveel uw toekomstige rustpensioen zal bedragen, of het eventuele overlevingspensioen dat uw rechthebbende zouden kunnen krijgen, worden u meerdere mogelijkheden geboden.
Uitgave 2006-03
42
ACOD-Ministeries - ©2006
De Infodienst Pensioenen Zowel ambtenaren, werknemers, zelfstandigen als mensen met een gemengde loopbaan (werknemer en /of zelfstandige of zelfstandige en / of ambtenaar) kunnen een raming bekomen van hun totale bruto pensioenbedrag • voor wat het rustpensioen betreft Dit kan vanaf de leeftijd van 55 jaar. De personen die in de overheidssector werken en die voor de leeftijd van 60 jaar een rustpensioen kunnen bekomen, mogen deze aanvraag ook indienen ten vroegste 5 jaar voor de datum waarop hun pensioen normaal ingaat. • voor wat het overlevingspensioen betreft De raming van een overlevingspensioen kan enkel worden aangevraagd door de ambtenaar of de gepensioneerde ambtenaar en dit ongeacht zijn leeftijd. Om de raming van het pensioenbedrag te bekomen, dient een aanvraagformulier te worden ingevuld. Dit formulier is beschikbaar: - in alle gemeentebesturen; - bij de Pensioendienst van de Overheidssector (tel.: +32(0)2 558 63 71) - bij de Rijksdienst voor Pensioenen (tel.: +32(0)2 529 30 01) - bij het Rijksinstituut voor sociale zekerheid der zelfstandigen (RSVZ) (tel.: +32(0) 546 45 82) - bij de Infodienst Pensioenen Opmerking: deze dienst zou binnenkort kunnen verdwijnen in functie van de organisatie. De inlichtingenkantoren van de PDOS De Pensioendienst van de Overheidssector heeft verspreid over heel het land kantoren waar u inlichtingen kan bekomen. U kan er een aanvraag indienen voor een raming van uw pensioen, er documenten afgeven of formulieren over de pensioenen van de overheidssector bekomen. Opgepast, deze kantoren kunnen in de loop van 2006 verhuizen.
•
Franstalige kantoren
Aarlen Cité administrative de l'État Place des Fusillés Zitdagen Iedere 2de en 4de donderdag van de maand Openingstijden Van 10 tot 12 uur en van 13.30 tot 15.30 uur Bergen Adres Digue des Peupliers 71 Zitdagen Iedere maandag Openingstijden Van 10 tot 12 uur en van 14 tot 16 uur Charleroi Adres Cité administrative de l'État Rue Jean Monnet 14 Zitdagen Iedere dinsdag Openingstijden Van 10 tot 12 uur en van 14 tot 16 uur Adres
Uitgave 2006-03
43
ACOD-Ministeries - ©2006
Adres Zitdagen Openingstijden Adres Zitdagen Openingstijden Adres Zitdagen Openingstijden Adres Zitdagen Openingstijden Adres Zitdagen Openingstijden •
Doornik Rue du Château 49 (1ste verdieping) Iedere woensdag Van 10 tot 12 uur en van 14 tot 16 uur Eupen Rotenberg 33 Iedere 1ste woensdag van de maand Van 10.30 tot 12 uur en van 13.30 tot 15.30 uur Luik Rue de Fragnée 40 Iedere maandag, woensdag en donderdag Van 10.15 tot 12.15 uur en van 13.30 tot 15.30 uur Namen Cité administrative Rue des Bourgeois 7 (Bloc B - Gelijkvloers- Lokaal 5) Iedere dinsdag Van 10.15 tot 12.15 uur en van 13.30 tot 15.30 uur Nijvel Rue Saint Georges 9 Iedere 1ste en 3de (en 5de) donderdag van de maand Van 10 tot 12 uur en van 14 tot 16 uur
Nederlandstalige kantoren.
Antwerpen Frankrijklei 71-73 Iedere maandag, woensdag en donderdag Van 10 tot 12 uur en van 14 tot 16 uur Beringen Adres Administratief Centrum Sociale Ombudsdienst Mijnschoolstraat 88 Zitdagen Iedere 2de maandag van de maand Openingstijden Van 10 tot 12 uur en van 14 tot 16 uur Brugge Adres Financiecentrum G. Vincke-Dujardinstraat 4 (Lokaal 61) Zitdagen Iedere dinsdag Openingstijden Van 10 tot 12 uur en van 14 tot 16 uur Brussel Adres Victor Hortaplein 40 - 1060 Brussel (vlakbij het station Brussel-Zuid) Zitdagen Iedere werkdag Openingstijden Van 9 tot 12 uur en van 13.30 tot 16 uur Gent ! Nieuw adres vanaf 09-11-2005 ! Adres Savaanstraat 11 Zitdagen Iedere woensdag Openingstijden Van 10 tot 12 uur en van 14 tot 16 uur Hasselt Adres Administratief Centrum Financiën Adres Zitdagen Openingstijden
Uitgave 2006-03
44
ACOD-Ministeries - ©2006
Zitdagen Openingstijden Adres Zitdagen Openingstijden Adres Zitdagen Openingstijden Adres Zitdagen Openingstijden Adres Zitdagen Openingstijden
Voorstraat 41-43 (Blok B - Gelijkvloers - Lokaal 039) Iedere maandag Van 10.30 tot 12.30 uur en van 13.45 tot 15.45 uur Kortrijk Hoveniersstraat 31 Iedere dinsdag Van 10 tot 12 uur en van 14 tot 16 uur Oostende Huize Willy Kooy Hospitaalstraat 35 Iedere 2de en 4de donderdag van de maand Van 10 tot 12 uur en van 14 tot 16 uur Sint-Niklaas Administratief Centrum "De Baljuw" Driekoningenstraat 4 (Gelijkvloers) Iedere 1ste en 3de (en 5de) donderdag van de maand Van 10.15 tot 12.15 uur en van 13.45 tot 15.45 uur Turnhout Financiecentrum Spoorwegstraat 22 (Lokaal 10bis) Iedere 2de en 4de donderdag van de maand Van 10 tot 12 uur en van 13.20 tot 15.20 uur
In 2006 zijn deze kantoren gesloten op: - vrijdag 26 mei - maandag 14 augustus - donderdag 2 november - woensdag 15 november - van 25 december tot en met 2 januari 2007 De inlichtingenkantoren zijn ook gesloten van 17 juli tot en met 18 augustus, met uitzondering van het kantoor van Brussel.
Nuttige adressen Pensioendienst van de Overheidssector (PDOS) Adres: Pensioendienst van de Overheidssector Gebouw Eurostation II Victor Hortaplein 40 bus 30 1060 Brussel Telefoonnummer: 02 558 60 00 Faxnummer: 02 558 60 10
[email protected] of
[email protected] e-mailadres: website: www.ap.fgov.be www.sdpsp.fgov.be
Uitgave 2006-03
45
ACOD-Ministeries - ©2006
Centrale Dienst der Vaste Uitgaven (CDVU) Adres: Schatkist - Pensioenen Kunstlaan 30 1040 Brussel Telefoonnummer: 02/237 03 12 ( van 9.00u tot 11.30u) Faxnummer: 02/233 75 04
[email protected] e-mailadres: http://scdfpensions.fgov.be http://treasury.fgov.be/intercdvupfr/ Openingsdagen en – uren: Uitgezonderd op de officiële verlofdagen van de Belgische Staat, open van maandag tot vrijdag, van 9.00u tot 11.30u en van 13.30u tot 16.00u.
Ombudsdienst Pensioenen Adres: Ombudsman Pensioenen Ombudsdienst Pensioenen WTC III Simon Bolivarlaan 30 bus 5 1000 Brussel Telefoonnummer: 02/274.19.90 Faxnummer: 02/208.31.43
[email protected] e-mailadres:
Rijksdienst voor Pensioenen (RvP) Adres: Rijksdienst voor Pensioenen Zuidertoren 1060 Brussel telefoonnummer: 02/529.30.01 Gratis groen nummer: van maandag tot vrijdag (in België) van 8.30u tot 12.00u en van 13.00u tot 17.00u
[email protected] e-mailadres: website: www.onprvp.fgov.be
0800/50256 (Fr) 0800/50266 (De) 0800/50246 (Nl)
Openingsdagen en - uren: Uitgezonderd op de officiële feestdagen van de Belgische Staat, open van maandag tot vrijdag, van 9.00u tot 11.30u en van 13.30u tot 16.00u Ligging van het gebouw: Op 150 meter van het Zuidstation Station in de buurt: Brussel Zuid Metro in de buurt: station Zuid
Uitgave 2006-03
46
ACOD-Ministeries - ©2006
Gewestelijke kantoren van de RvP
Plaats
Adres
Contact
Gewestelijk Bureau MONS
Rue de Nimy, 73 7000 Mons
Tel: 065/40.13.40 Fax: 065/40.13.78
Gewestelijk Bureau MOUSCROEN
Passage de la Poste 7700 Mouscron
Tel: 056/85.24.40 Fax: 056/85.24.58
Gewestelijk Bureau CHARLEROI
Tel : 071/20.15.60 071/20.15.61 Fax: 071/20.15.98 Tel : 081/23.46.10 Fax: 081/23.46.08
Gewestelijk Bureau LUIK
Rue de Dampremy, 73 1er étage 6000 Charleroi Rue Godefroid, 35 2ème étage 5000 Namur Rue Paradis, 50 4000 Liège
Tel : 04/229.67.00 Fax: 04/229.67.38
Gewestelijk Bureau MALMEDY
Avenue des Alliés, 28 4960 Malmédy
Tel : 080/79.13.00 Fax: 080/79.13.14
Gewestelijk Bureau ARLEEN
Rue des Déportés, 50 6700 Arlon
Tel : 063/24.01.20 Fax: 063/24.01.38
Gewestelijk Bureau VLAAMS BRABANT en BRUSSELS Gewestelijk Bureau HASSELT
Tour du Midi 1060 Bruxelles 2ième étage Ridder Portmansstraat 16 3500 Hasselt
Tel : 02/ 529.26.86 Fax: 02/ 529.21.70
Gewestelijk Bureau TURNHOUT
Renier Sniedersstraat 2 (Zeshoek) 2300 Turnhout
Tel : 014/44 87 70 Fax: 014/44 87 88
Gewestelijk Bureau ANTWERPEN
Sint-Katelijnevest 54 2000 Antwerpen
Tel : 03/224.85.50 Fax: 03/224.85.78
Gewestelijk Bureau GENT
Koningin Fabiolalaan 116 9000 Gent
Tel : 09/248 38 11 Fax: 09/248 38 98
Gewestelijk Bureau BRUGGE
Torhoutsesteenweg 281 8200 Sint-Andries-Brugge
Tel : 050/40 62 60 Fax: 050/40 62 88
Gewestelijk Bureau KORTRIJK
Keer der Vlamingenstr 6 8500 Kortrijk
Tel : 056/23 67 60 Fax: 056/23 67 98
Gewestelijk Bureau NAMEN
Uitgave 2006-03
Tel : 011/30.12.70 Fax: 011/30.12.98
47
ACOD-Ministeries - ©2006
Rijksinstituut voor sociale zekerheid der zelfstandigen (RSVZ) Adres: RSVZ Jan Jacobsplein 6 1000 Brussel Telefoonnummer: 02/546.42.11 Faxnummer: 02/511.21.53 e-mailadres
[email protected] website: htpp://www.rsvz.fgov.be Provinciale kantoren van het RSVZ Plaats Luik
Luxemburg
Henegouwen
Malmedy
Namen
Adres Rue des Guillemins 113 4000 Liège
Rue Jarlicyn 5 6800 Libramont
Rue Claude de Bettignies 5 7000 Mons
Place du Châtelet 6 4960 Malmédy
Rue Godefroid 35 5000 Namur
Waals Brabant Place des Carmes 12 (bus 108-110) 1300 Wavre Brussel-Hoofdstad
Antwerpen
Uitgave 2006-03
Waterloosesteenweg 77 1000 Brussel
Oudaan 8-10 2000 Antwerpen
Contact Tel : 04 241 50 11 Fax : 04 241 50 99
Tel : 061 29 52 11 Fax : 061 29 52 99
Tel : 065 37 54 11 Fax : 065 37 54 99
Tel : 080 79 41 11 Fax : 080 79 41 49
Tel : 081 42 51 11 Fax : 081 42 51 99
Tel : 010 68 55 11 Fax : 010 68 55 99
Tel.: 02-546.44.24 Fax: 02-513.02.95
Tel.: 03-224.46.11 Fax: 03-224.46.99
48
ACOD-Ministeries - ©2006 Limburg
Oost-Vlaanderen
Vlaams-Brabant
West-Vlaanderen
Leopoldplein 16 - bus 5 - 3de verdieping 3500 Hasselt
Koningin Fabiolalaan 116 9000 Gent
Vaartstraat 54 3000 Leuven
Abdijbekepark 2 8200 Sint-Andries-Brugge
Tel.: 011-85.48.11 Fax: 011-85.48.99
Tel.: 09-379.49.11 Fax: 09-379.49.99
Tel.: 016-31.47.11 Fax: 016-31.47.99
Tel.: 050-30.53.11 Fax: 050-30.53.99
Dienst voor Overzeese Sociale Zekerheid (DOSZ) Adres: DOSZ Louisalaan 194 B 1050 Brussel Telefoonnummer: 02/642.05.11 Faxnummer: 02/642.05.59 e-mailadres:
[email protected] website: www.dosz-ossom.fgov.be
Uitgave 2006-03
49
ACOD-Ministeries - ©2006
INHOUDSTAFEL Inleiding
3
Algemene voorwaarden * de pensioenaanvraag * pensioenleeftijd * indienen van de aanvraag
4 4 4
Het rustpensioen * berekeningsregel * elementen die de berekening beïnvloeden * plafond van de pensioenbedragen * wanneer een gepensioneerde overlijdt * de begrafenisvergoeding
6 7 8 9 10
Het overlevingspensioen * voorwaarden om een overlevingspensioen te genieten * de rechthebbenden * indienen van de aanvraag * berekening van het overlevingspensioen
13 13 15 15
Cumul met een pensioen of een activiteit * inning van meerdere pensioenen * cumul van een overlevingspensioen met een rustpensioen * cumul van meerdere pensioenen * inning van een extrawettelijk pensioen * inning van een pensioen en hervatting van een activiteit
17 17 17 18 18
Weerslag van de beroepsinkomens op de betaling van uw pensioen * rustpensioen + beroepsinkomen * overlevingspensioen + beroepsinkomen * rustpensioen + vervangingsinkomen * overlevingspensioen + een invaliditeitsuitkering/ ongeschiktheid * overlevingspensioen + werkloosheidsuitkering * overlevingspensioen + loopbaanbijslag
24 25 26 27 27 27
Algemene informatie * het gewaarborgd minimum * het vakantiegeld * wijzen waarop het pensioen wordt betaald * van het bruto bedrag naar het netto bedrag * inhouding schuldvordering * beslaglegging en / of overdracht van uw pensioen * raming van uw pensioen
29 30 32 37 41 42 42
Nuttige adressen
45
Uitgave 2006-03
50