Xerox® EX Print Server Powered by Fiery® voor de Xerox® Color C75 Press / Xerox® Integrated Fiery® Color Server voor de Xerox® Color C75 Press
Configuratie en instellingen
© 2012 Electronics For Imaging. De informatie in deze publicatie wordt beschermd volgens de Kennisgevingen voor dit product. 45113764 31 december 2012
INHOUD
3
INHOUD INLEIDING
7
Over dit document
7
Fasen van de installatie op het netwerk
8
Batterij-informatie voor de Europese Unie en het Europees Milieuagentschap
9
SYSTEEMVEREISTEN Toegangs- en beheerniveaus Gebruikers en groepen Afdrukverbindingen
10 10 10 12
Blokkeringswachtrij
12
Afdrukwachtrij
13
Directe verbinding
13
Aanvullende beveiligingsfuncties
14
E-mailtoegang tot de Fiery server beheren
14
IP-adressen en -poorten beperken
14
Beveiligd afdrukken
14
LDAP-authenticatie
14
Netwerkvereisten
15
Netwerkprotocollen
15
Windows-netwerken
15
AppleTalk-netwerken (alleen voor ondersteuning voor downloaden van lettertypen)
15
UNIX-netwerken
16
Fysieke aansluiting op het netwerk
17
Voorbereiding voor instelling van Fiery server
19
Ethernetverbinding
19
Vereisten voor computers en mobiele apparaten
20
WebTools
22
INHOUD
INSTELLEN VANAF HET AANRAAKSCHERM VAN DE KLEURENPERS
4
23
Het aanraakscherm van de kleurenpers gebruiken
23
Toegang tot Instelling
23
Opties van Instelling op het aanraakscherm van de kleurenpers
24
802.1x-instellingen Menutabbladen
26 27
Tabblad Taken
27
Tabblad Informatie
27
Tabblad Scannen
28
Tabblad Gereedschappen
28
INSTELLEN VANAF EEN CLIENTCOMPUTER
29
Configure/Fiery-instellingenwizard openen
29
Fiery-instellingenwizard
BESCHRIJVING VAN DE OPTIES VAN INSTELLING
30
31
PS-opties
31
PCL-opties
32
WEBTOOLS
34
RESERVEKOPIE MAKEN VAN INSTELLINGEN EN DEZE TERUGZETTEN
35
Reservekopie maken/Terugzetten
35
Fiery-systeem terugzetten
36
INHOUD
BEHEER
5
38
Printerstuurprogramma’s installeren en configureren
38
Een taak afdrukken
38
Wachtwoorden
38
Gebruikerswachtwoorden
38
Wachtwoord voor besturingssysteem
39
System Updates
39
Extern bureaublad
41
Verbinding maken met de Fiery server via Extern bureaublad
41
Afgedrukte taken wissen
42
Afdrukken vanaf een USB-stick
43
E-mailadresboeken
44
Soorten adresboeken
44
Adresboeken terugzetten
45
Beheerdersopdrachten voor het beheren van adresboeken
46
Afdrukken vanaf mobiele apparaten
47
De EX Print Server instellen voor Rechtstreeks mobiel afdrukken
47
Aanvullende vereisten voor Rechtstreeks mobiel afdrukken
48
VDP-zoekpad
49
Courante algemene zoekpaden instellen
49
Door gebruiker gedefinieerde zoekpaden voor één taak
50
De Fiery server aan een station toewijzen
50
De configuratiepagina afdrukken
50
Afdrukken naar PrintMe-cloud
51
Afdrukken naar PrintMe-cloud instellen
51
Optimale prestaties van de Fiery server onderhouden
52
De Fiery server starten, afsluiten, rebooten en opnieuw opstarten
52
INHOUD
PROBLEMEN OPLOSSEN
6
54
Foutenrapporten voor taken
54
Runtime-foutberichten
55
INDEX
Printer niet gevonden
55
Kan geen verbinding met de Fiery server maken met hulpprogramma’s
56
Kan geen verbinding met de Fiery server maken met Command WorkStation
56
57
INLEIDING
7
INLEIDING Dit document is bedoeld voor beheerders van de Xerox EX Print Server Powered by Fiery voor de Xerox Color C75 Press / Xerox Integrated Fiery Color Server, waarnaar in dit document wordt verwezen als de Fiery server. Dit document beschrijft voornamelijk taken die door de beheerder moeten worden uitgevoerd of gecoördineerd voordat de Fiery server klaar is voor gebruik. In dit document wordt ervan uitgegaan dat de Fiery server is uitgepakt uit de verpakking en dat alle vereiste kabels zijn aangesloten vanaf de Fiery server naar het netwerk, een voedingsbron en de kleurenpers, en dat de kleurenpers operationeel is. Als u een beheerder bent en een Fiery server wilt gaan configureren, raden wij u sterk aan dit volledige document zorgvuldig door te lezen, te beginnen met “Fasen van de installatie op het netwerk” op pagina 8.
Over dit document Dit document bevat informatie over de volgende onderwerpen: • Systeemvereisten • Instellen vanaf het aanraakscherm van de kleurenpers • Instellen vanaf een clientcomputer • Beschrijving van de opties van Instelling • WebTools • Reservekopie maken van instellingen en deze terugzetten • Beheer • Problemen oplossen
INLEIDING
8
Fasen van de installatie op het netwerk Voor de installatie van de Fiery server op een netwerk moet de netwerkomgeving worden geconfigureerd, de Fiery server worden aangesloten, computers worden voorbereid voor afdrukken en de Fiery server na de installatie worden beheerd. Configureer het netwerk en de servers en zorg dat er een actieve netwerkverbinding is voordat u netwerkinstellingen in Instelling configureert. Dit geeft de Fiery server de mogelijkheid om op het netwerk naar zones, servers en wachtrijen op servers te zoeken. Telkens als u de configuratie van de Fiery server, de kleurenpers of het netwerk op uw locatie verandert, moet u de instellingen aanpassen aan de gewijzigde omgeving. Voor het wijzigen van netwerk- of poortinstellingen kan het nodig zijn dat u ook andere opties in Instelling wijzigt. DE FIERY SERVER INSTALLEREN OP HET NETWERK 1 De netwerkomgeving configureren
Configureer de netwerkservers om de gebruikers toegang te geven tot de Fiery server als een netwerkprinter. Raadpleeg pagina 15 voor informatie over het configureren van netwerkservers in Windows- en UNIX-netwerkomgevingen wanneer deze specifiek betrekking hebben op de Fiery server. Raadpleeg de documentatie bij uw netwerk voor meer informatie over het gebruik van uw netwerk. 2 De Fiery server fysiek aansluiten op een functionerend netwerk
Maak een netwerkknooppunt voor de Fiery server. Zorg voor een kabel en leid deze naar de plaats waar de Fiery server wordt geïnstalleerd, en sluit de kabel aan op de netwerkaansluiting van de Fiery server. Raadpleeg pagina 17 voor meer informatie. 3 De Fiery server instellen
Configureer de Fiery server voor uw afdruk- en netwerkomgeving (ziepagina 23). 4 Computers voorbereiden voor afdrukken
Installeer de bestanden die nodig zijn om af te drukken, installeer gebruikerssoftware en verbind de computers met het netwerk. De installatie van de software wordt beschreven in Afdrukken.
INLEIDING
9
Batterij-informatie voor de Europese Unie en het Europees Milieuagentschap BELANGRIJK
Dit symbool geeft aan dat de batterijen en accu’s die in dit product worden gebruikt, gescheiden van huishoudelijk afval moeten worden weggeworpen in overeenstemming met EU-richtlijn 2006/66/EG (“Richtlijn”) en lokale vereisten. Als onder het getoonde symbool een chemisch symbool is afgedrukt, in overeenstemming met de Richtlijn, geeft dit aan dat in deze batterij of accu een zwaar metaal (Hg = kwik, Cd = cadmium, Pb = lood) aanwezig is met een concentratie boven een bepaalde drempel die in de Richtlijn wordt vermeld. Batterijen en accu’s mogen niet als ongesorteerd stedelijk afval worden weggegooid. Gebruikers van batterijen en accu’s moeten gebruik maken van de beschikbare inzamelingsen recyclingsystemen voor batterijen en accu’s. Als uw product niet-verwijderbare batterijen bevat, valt het gehele product al onder de EUrichtlijn voor AEEA (afgedankte elektrische en elektronische apparatuur) en moet dit worden ingeleverd bij een van de bevoegde inzamelingssystemen voor AEEA. Bij het inzamelingssysteem worden passende maatregelen genomen voor de recycling en verwerking van het product, met inbegrip van de batterijen. Deelname van eindgebruikers aan de inzameling en recycling van batterijen en accu’s is van belang om elke mogelijke invloed van in batterijen en accu’s gebruikte stoffen op het milieu en de menselijke gezondheid tot een minimum te beperken. In de EU zijn er gescheiden inzamelings- en recyclingsystemen voor batterijen en accu’s. Als u meer wilt weten over beschikbare recyclingsystemen voor batterijen en accu’s in uw omgeving, neemt u dan contact op met uw lokale gemeente, afvalbeheer of afvalverwerkingsbedrijf.
SYSTEEMVEREISTEN
10
SYSTEEMVEREISTEN Voordat u de Fiery server instelt, raden wij u sterk aan alle systeemvereisten te controleren.
Toegangs- en beheerniveaus Tijdens het configureren van de Fiery server in Instelling implementeert u een bepaald beheerniveau door de volgende elementen te configureren: • Gebruikers en groepen • Afdrukverbindingen • Toegang tot WebTools
Gebruikers en groepen Met Configure kunt u gebruikers maken, wachtwoorden toewijzen aan gebruikers, groepen met specifieke rechten maken en gebruikers toewijzen aan groepen. Verscheidene groepen zijn standaard ingesteld en u kunt nieuwe groepen maken. Alle gebruikers in een groep hebben dezelfde rechten. U kunt niet alleen de gebruikers die u hebt gemaakt toewijzen aan een groep, maar ook gebruikers toevoegen uit de algemene adreslijst van uw organisatie, indien u LDAP-services op de Fiery server inschakelt. Het volgende onderwerp is een overzicht dat is ontwikkeld om u te helpen een beveiligingsstrategie voor te bereiden. Raadpleeg de Help van Configure voor meer informatie, inclusief specifieke procedures. U kunt gedetailleerde informatie weergeven over gebruikers en groepen die u hebt gemaakt vanuit Configure in Command WorkStation. Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie. Gebruikersauthenticatie De term “gebruikersauthenticatie” betekent dat de Fiery server controleert of de gebruiker die een taak verzendt, bij een groep hoort en of de groep afdrukprivileges heeft (“Afdrukken in zwart-wit” of “Afdrukken in kleur en zwart-wit”). BELANGRIJK
De Fiery server verplicht standaard geen gebruikersauthenticatie. Zelfs als u wachtwoorden toewijst aan gebruikers en gebruikers toewijst aan groepen, wordt geen authenticatie uitgevoerd tenzij u de optie Gebruikers toestaan af te drukken zonder authenticatie uitschakelt (in Configure > Gebruikers en groepen). Als deze optie is geselecteerd, kan iedereen afdrukken naar de Fiery server. O PMERKING : U kunt niet tegelijkertijd authenticatie van de Fiery server en van de kleurenpers
inschakelen.
SYSTEEMVEREISTEN
11
Als u wilt dat gebruikers hun gebruikersnaam en wachtwoord invoeren (als u de optie Gebruikers toestaan af te drukken zonder authenticatie uitschakelt), moet de gebruikers deze informatie invoeren in het printerstuurprogramma wanneer deze afdrukken. Gebruikers moeten hun gebruikersnaam en wachtwoord opgeven als deze bestanden maken vanaf het printerstuurprogramma om deze later af te drukken (zoals een e-mailbijlage die wordt verzonden naar de Fiery server). Omdat taken die via FTP worden verzonden, geen printerstuurprogramma vereisen, kunt u opgeven dat FTP-taken worden geverifieerd (raadpleeg Configure > Netwerk > Services > FTP > Wachtwoord vereisen voor afdrukken). Wachtwoorden Wanneer u een nieuwe gebruiker maakt in Configure > Gebruikers en groepen, wijst u een wachtwoord toe aan de gebruiker. In andere gebieden van het systeem kunt u ook wachtwoorden voor de volgende gebieden instellen: • Standaardbeheerder in de beheerdersgroep • Standaardoperator in de operatorgroep • Windows-systeemwachtwoord O PMERKING : Het beheerderswachtwoord en het operatorwachtwoord staan los van het
systeemwachtwoord van Windows. BELANGRIJK
Het beheerderswachtwoord is standaard ingesteld op de Fiery server. Wijzig het beheerderswachtwoord regelmatig om de Fiery server te beschermen tegen willekeurige of opzettelijke wijzigingen van de instellingen. Raadpleeg pagina 38 voor meer informatie. Gebruikers in de beheerdersgroep en de operatorgroep hebben rechten naast de expliciete rechten die u instelt wanneer u groepen maakt. In de volgende secties vindt u voorbeelden van deze rechten. Beheerdersrechten Gebruikers in de beheerdersgroep hebben het hoogste beheerniveau. De beheerdersrechten omvatten: • De Fiery server configureren met Configure of het aanraakscherm van de kleurenpers • Groepen toevoegen en verwijderen • Gebruikers toevoegen en verwijderen • Wachtwoorden voor gebruikers instellen en wijzigen • Het takenlogboek verwijderen, afdrukken, exporteren of weergeven • Printtaken van gebruikers verwijderen, weergeven en wijzigen • Alle taakgegevens van de Fiery server wissen • Taken in zwart-wit of kleur afdrukken • Afdrukverbindingen publiceren
SYSTEEMVEREISTEN
12
• Lettertypen verwijderen • Afdruktaken beheren met de hulpmiddelen voor taakbeheer • Afdrukinstellingen vervangen • Standaardinstellingen voor afdrukopties bepalen • De Fiery server kalibreren Operatorrechten Gebruikers in de operatorgroep beheren afdruktaken via de hulpmiddelen voor taakbeheer, inclusief: • Takenlogboek weergeven • Printtaken van andere gebruikers verwijderen, weergeven en wijzigen • Taken in zwart-wit of kleur afdrukken • Alle taakgegevens van de Fiery server wissen • Fiery server kalibreren (indien toegestaan door de beheerder) Gastrechten (geen wachtwoord) Een gebruiker heeft geen wachtwoord nodig om zich vanuit de hulpmiddelen voor taakbeheer aan te melden als gastgebruiker. Een gastgebruiker kan de status van actieve taken bekijken, maar kan geen wijzigingen aanbrengen in taken of in de status van de Fiery server.
Afdrukverbindingen De Fiery server ondersteunt de volgende afdrukverbindingen: Blokkeringswachtrij, Afdrukwachtrij en Directe verbinding. U activeert of “publiceert” deze afdrukverbindingen voor de gebruikers op het netwerk wanneer u de printerinstellingen configureert. Alle gepubliceerde verbindingen worden constant gecontroleerd op de aanwezigheid van taken. Via de afdrukwachtrij en de directe verbinding hebben gebruikers meer directe toegang tot de Fiery server dan via de blokkeringswachtrij. Publiceer de afdrukwachtrij en de directe verbinding daarom niet in omgevingen waarin een maximale controle vereist is. U kunt ook de wachtrij Afgedrukt inschakelen. Dit is een opslaggebied voor de meest recente taken uit de afdrukwachtrij. Via de wachtrij Afgedrukt kunnen gebruikers deze taken opnieuw afdrukken met de taakbeheerhulpprogramma’s (zoals Command WorkStation). O PMERKING : Als u de hulpprogramma’s en WebTools wilt gebruiken, moet u ten minste één
afdrukverbinding inschakelen.
Blokkeringswachtrij Taken die naar de blokkeringswachtrij zijn verzonden, worden op de vaste schijf van de Fiery server geplaatst zodat deze later kunnen worden afgedrukt of meerdere malen kunnen worden afgedrukt. Aangezien de blokkeringswachtrij een opslagruimte is, kunnen de daar opgenomen taken alleen worden afgedrukt met behulp van de hulpmiddelen voor taakbeheer.
SYSTEEMVEREISTEN
13
Afdrukwachtrij De afdrukwachtrij is de standaardwachtrij van de Fiery server. Taken die naar de afdrukwachtrij zijn verzonden, worden verwerkt en afgedrukt in de volgorde waarin deze zijn ontvangen. Taken waaraan een operator een bepaalde prioriteit heeft toegekend via de hulpmiddelen voor taakbeheer en taken die via de directe verbinding zijn verzonden, hebben prioriteit boven taken die naar de afdrukwachtrij zijn verzonden.
Directe verbinding Met de directe verbinding worden taken direct naar de Fiery server verzonden, maar alleen wanneer de Fiery server niet actief is. Als de Fiery server bezig is, blijft de taak aanwezig op de computer van de gebruiker totdat de Fiery server klaar is. Vervolgens wordt de taak verwerkt zodra de vorige taak is beëindigd en voordat de volgende taak in de wachtrij wordt verwerkt. De directe verbinding is bedoeld voor het downloaden van lettertypen en voor gebruik met testtoepassingen die Upstream-kanaalgegevens van de Fiery server nodig hebben. In het algemeen wordt het niet aangeraden dat u de directe verbinding gebruikt voor het afdrukken van taken. O PMERKING : Als u lettertypen wilt downloaden naar de Fiery server, moet u eerst de directe
verbinding publiceren. BELANGRIJK
In de meeste gevallen worden taken die via de directe verbinding worden verzonden, niet opgeslagen op de Fiery server en deze kunnen dus niet worden geselecteerd voor opnieuw afdrukken, verplaatsen of verwijderen. De directe verbinding biedt dus enige beveiliging voor vertrouwelijke bestanden. Taken die naar de directe verbinding zijn verzonden, worden wel in het takenlogboek vermeld. Dit is uitsluitend om administratieve redenen. Voor de zekerheid raden wij u echter aan Veilig wissen te gebruiken. Bepaalde taken die naar de directe verbinding worden verzonden, veroorzaken het opslaan van tijdelijke bestanden op de Fiery server. Dit probleem kan optreden met de volgende soorten taken: • PDF-taken • TIFF-taken • Taken met de volgende instellingen: – Afdrukken in omgekeerde volgorde (voor grote taken) – Booklet Maker – Gemengde media – Scheidingen combineren – Paper Catalog
SYSTEEMVEREISTEN
14
Aanvullende beveiligingsfuncties Naast de traditionele beveiligingsfuncties zoals wachtwoorden, kunt u de volgende functies gebruiken om de veiligheid van de Fiery server te verzekeren: • E-mailtoegang • IP-adressen en -poorten • Beveiligd afdrukken • LDAP-authenticatie
E-mailtoegang tot de Fiery server beheren Omdat u gebruikers toestemming kunt geven voor het afdrukken van bestandsbijlagen in e-mailberichten die naar de Fiery server zijn verzonden, aanvaardt de Fiery server alleen geldige bijlagen (bijvoorbeeld PostScript- of PDF-bestanden). Normaal gesproken moeten via e-mail verzonden virussen door de ontvanger worden uitgevoerd. Bijlagen die geen geldige bestanden zijn, worden door de Fiery server geweigerd. Omdat bestandstypen zoals .bat, .vbs en .exe virusactiviteiten kunnen veroorzaken, verwerkt de Fiery server deze bestandstypen niet. De Fiery server negeert ook e-mailberichten in RTF-indeling (Rich Text Format) of HTML-indeling (Hypertext Markup Language) en alle JavaScript-code die in e-mailberichten voorkomt. Op de Fiery server kunt u lijsten van geautoriseerde e-mailadressen definiëren. Elk e-mailbericht dat de Fiery server ontvangt van een e-mailadres dat niet op deze lijst voorkomt, wordt verwijderd. Raadpleeg pagina 44 voor meer informatie.
IP-adressen en -poorten beperken Om ongeoorloofde verbindingen met de Fiery server te beperken, kunt u alleen gebruikers toelaten met IP-adressen die binnen een bepaald bereik vallen. U kunt onnodige poorten sluiten om ongewenste toegang via het netwerk te weigeren. Opdrachten of taken die door een ongeoorloofd IP-adres worden verzonden, worden door de Fiery server genegeerd.
Beveiligd afdrukken Met deze optie kunt u zeer delicate of vertrouwelijke bestanden afdrukken. Een gebruiker die met het printerstuurprogramma een bestand afdrukt, geeft de taak een wachtwoord. De gebruiker moet dat wachtwoord vervolgens op de kleurenpers invoeren om de taak te kunnen afdrukken. Raadpleeg Afdrukken voor meer informatie.
LDAP-authenticatie Wanneer LDAP-communicatie is ingeschakeld om namen en andere informatie van mensen op uw locatie op te vragen, kunt u het soort authenticatie instellen. Raadpleeg de Help van Configure voor meer informatie.
SYSTEEMVEREISTEN
15
Netwerkvereisten Voordat u de Fiery server installeert op het netwerk, raden wij u sterk aan “Fasen van de installatie op het netwerk” op pagina 8 door te lezen. Stap 1 van het installeren van de Fiery server op het netwerk is het configureren van de netwerkomgeving. U moet de netwerkservers configureren om de gebruikers toegang te geven tot de Fiery server als een netwerkprinter.
Netwerkprotocollen Wanneer de Fiery server is aangesloten op een netwerk, werkt deze als een netwerkprinter. De Fiery server ondersteunt de volgende netwerkprotocollen: • TCP/IP, met inbegrip van de protocollen DHCP, FTP, HTTP, IMAP, IPP, IPv4, IPv6, LDAP, LPD, LPR, NBT, POP3, Port 9100, SMB, SMTP, SNMP, SNTP en SSL/TLS • AppleTalk (alleen voor downloaden van lettertypen), Bonjour Deze protocollen kunnen tegelijkertijd op dezelfde kabel worden gebruikt. Computers die andere protocollen gebruiken, kunnen afdrukken via een server die een van de ondersteunde protocollen gebruikt. De Fiery server schakelt automatisch naar het juiste protocol en verwerkt alle verbindingen tegelijkertijd.
Windows-netwerken • De Fiery server heeft een geldig IP-adres, subnetmasker en adres van de gateway nodig.
U kunt deze gegevens handmatig typen of het DHCP-protocol gebruiken om de adressen dynamisch toe te wijzen. Zorg dat de naam en het adres van de Fiery server zijn opgenomen in een DNS-database (Domain Name Server) of een database met hostnamen die door uw systeem wordt gebruikt. Als er meerdere Fiery server-afdrukverbindingen worden gepubliceerd (bijvoorbeeld zowel de afdrukwachtrij als de blokkeringswachtrij), kunt u een printer definiëren voor elke afdrukverbinding, zodat de gebruikers direct naar elke verbinding kunnen afdrukken. • Configureer de Fiery server met de juiste Windows-domeinnaam.
Dit is vooral belangrijk voor Windows-afdrukken, ook wel SMB-afdrukken (Server Message Block) genoemd. Om Microsoft Active Directory te gebruiken, moet u de Fiery server aan een domein toewijzen. Als u de Fiery server aan een werkgroep toewijst, kunt u Microsoft Active Directory niet gebruiken.
AppleTalk-netwerken (alleen voor ondersteuning voor downloaden van lettertypen) AppleTalk-netwerken ondersteunen het downloaden van lettertypen alleen als u AppleTalk inschakelt in Configure. U moet Bonjour in Instelling inschakelen om Mac OS X-computers toegang te geven tot Bonjour-printers.
SYSTEEMVEREISTEN
16
UNIX-netwerken • Wanneer u een UNIX-werkstation configureert met het LPR-protocol en verbinding maakt met de Fiery server via een TCP/IP-netwerk, kunt u rechtstreeks afdrukken naar de Fiery server. • UNIX-werkstations kunnen alleen worden ingesteld door een beheerder met rechten op het “root”-niveau. Na de eerste configuratie kunnen UNIX-gebruikers afdruktaken verzenden naar een benoemde printer. • De Fiery server is een printercontroller die ondersteuning biedt voor LPR-protocollen. • De Fiery server heeft een externe printernaam die u moet gebruiken om ermee te kunnen communiceren.
Ongeacht het UNIX-werkstation dat u gebruikt, moet u tijdens de configuratie van het netwerk voor de Fiery server een van de volgende namen gebruiken voor de externe printer (of rp in het bestand /etc/printcap): print hold
naam van virtuele printer Computers in een TCP/IP-netwerk kunnen rechtstreeks naar de Fiery server afdrukken als een externe printer, of kunnen afdrukken naar Windows Server 2003/Server 2008, Windows Server 2008 R2- of UNIX-werkstations die als afdrukserver zijn ingesteld.
SYSTEEMVEREISTEN
Fysieke aansluiting op het netwerk Voordat u de Fiery server installeert op het netwerk, raden wij u sterk aan “Fasen van de installatie op het netwerk” op pagina 8 door te lezen. Stap 2 van het installeren van de Fiery server op het netwerk is het fysiek aansluiten van de Fiery server op het netwerk. Gebruik de netwerkpoort op de Fiery server. Aansluitingenpaneel van EX Print Server 1 2
3 4 5 6 7 8
Voedingskabel Aan-uitschakelaar I: stroom AAN O: stroom UIT Netwerkpoort (RJ-45) VGA-poort DVI-poort USB-poorten Gekruiste ethernetpoort Interfacepoort van de kleurenpers
1 2
3 5
4
6
7
6 8
17
SYSTEEMVEREISTEN
18
Aansluitingenpaneel van Integrated Fiery Color Server 1 2
3 4 5 6 7 8 9
Voedingskabel Aan-uitschakelaar I: stroom AAN O: stroom UIT Zachte aan-uitknop Poort van de printerinterface USB-poorten Netwerkpoort (RJ-45) Scanpoort Monitorpoort DVI-poort
2 1
3
4
6
5
7
5
8
9
SYSTEEMVEREISTEN
19
Voorbereiding voor instelling van Fiery server Als voorbereiding op het afdrukken op uw locatie moet u de Fiery server configureren (“Instelling”) om de netwerkomgeving op te geven en te bepalen welke soorten afdruktaken u zult uitvoeren. Voordat u met de instelling begint, moet u beslissen welke toegangsniveaus u wilt implementeren, zoals wachtwoorden en andere beveiligingsfuncties van de Fiery server. Omdat veel van deze beveiligingsfuncties aan elkaar gekoppeld zijn, moet u de informatie aandachtig lezen om een doeltreffend beveiligingssysteem te plannen en de instelling vervolgens in die zin uitvoeren.
Ethernetverbinding Voor ethernetverbindingen ondersteunt de Fiery server Unshielded Twisted Pair-bekabeling (UTP) voor de volgende netwerksnelheden: • 10BaseT: Categorie 3 of hoger • 100BaseTX: Categorie 5 of hoger (4 paar/8 draden, korte lengte) • 1000BaseT: Categorie 5e of hoger (4 paar/8 draden, korte lengte) VERBINDING MAKEN MET HET NETWERK 1 Schakel de kleurenpers en de Fiery server uit. 2 Sluit de netwerkkabel aan op de juiste netwerkconnector (RJ-45) aan de achterkant van de Fiery server.
O PMERKING : Als u bang bent dat zonder autorisatie informatie wordt gehaald uit de
ethernetpoort van de Fiery server, kunt u de ethernetpoort desgewenst beveiligen. 3 Schakel de Fiery server en de kleurenpers in.
Zet de aan-uitschakelaar aan de achterzijde van de Fiery server in de ingeschakelde stand en druk vervolgens op de aan-uitknop.
SYSTEEMVEREISTEN
20
Vereisten voor computers en mobiele apparaten Als u de gebruikerssoftware van de Fiery server wilt installeren op een Windows- of Mac OSclientcomputer, moet de computer zijn uitgerust met een ingebouwd of extern dvdromstation. In de onderstaande tabel ziet u de minimale systeemvereisten. Minimumvereisten voor
Windows
Mac OS
Besturingssysteem
De volgende Windows-versies (met de meest recente servicepacks) worden ondersteund voor printerstuurprogramma’s en Fiery-toepassingen:
De volgende Mac OS-versies worden ondersteund voor printerstuurprogramma’s:
•
Windows XP (32-bits en 64-bits) Home, Professional
•
Windows Vista (32-bits en 64-bits) Home Basic Edition, Home Premium Edition, Ultimate Edition, Business Edition, Enterprise Edition
•
• • • •
Windows Server 2003 (32-bits en 64-bits) Standard Edition, Enterprise Edition, Datacenter Edition Windows Server 2003 SP1 (64-bits), R2 (32-bits en 64-bits)
•
Mac OS v10.5.x (Mac OS-computers met PowerPC- en Intel-processor)
•
Mac OS v10.6 (Mac OS-computers met Intel-processor)
•
Mac OS v10.7 (Mac OS-computers met Intel-processor)
•
Mac OS v10.8 (Mac OS-computers met Intel-processor)
Mac OS-versies ondersteund voor Fierytoepassingen: •
Windows 7 (32-bits en 64-bits) Home Premium, Professional, Ultimate
Mac OS v10.5.x (Mac OS-computers met PowerPC G5- en Intel-processor)
•
Windows 8 (32-bits en 64-bits) Windows 8, Pro, Enterprise, RT
Mac OS v10.6 (Mac OS-computers met Intel-processor)
•
Mac OS v10.7 (Mac OS-computers met Intel-processor)
•
Mac OS v10.8 (Mac OS-computers met Intel-processor)
Windows Server 2008 (32-bits en 64-bits) Standard Edition, Enterprise Edition, Datacenter Edition, Web Server (32-bits en 64-bits)
•
Windows Server 2008 R2 (64bits)Foundation Edition, Standard Edition, Enterprise Edition, Datacenter Edition, Web Server, met Itanium-processor
•
Windows Server 2012 (64-bits) Datacenter, Standard, Essentials, Foundation
O PMERKING : Hot Folders wordt alleen ondersteund op Mac OS-computers met PowerPC G5- en Intel-processor.
O PMERKING : Job Monitor wordt niet ondersteund op 64-bits besturingssystemen. Geheugen voor afdrukken en hulpprogramma’s (behalve Command WorkStation)
500 MB (2 GB aanbevolen)
500 MB (1 GB aanbevolen)
Vaste-schijfruimte (behalve Command WorkStation)
1 GB (2 GB aanbevolen)
500 MB (1 GB aanbevolen)
Netwerkprotocol
TCP/IP
TCP/IP, EtherTalk, Bonjour
SYSTEEMVEREISTEN
Minimumvereisten voor
Windows
WebTools
Webbrowser met Java-ondersteuning: •
Mac OS X: Safari v5.0, Firefox v3.5
•
Windows: Internet Explorer 6, 7 en 8, Firefox v3.5
21
Mac OS
O PMERKING : Regelmatige Java-updates kunnen Configure nadelig beïnvloeden. Aangezien niet voor alle versies ondersteuning kan worden gegarandeerd, kunt u het best de hier genoemde versie gebruiken.
O PMERKING : Microsoft brengt regelmatig nieuwe updates van Internet Explorer uit. Aangezien niet voor alle versies ondersteuning kan worden gegarandeerd, kunt u het best de hier genoemde versies gebruiken.
O PMERKING : Bij bepaalde versies van Firefox op Mac OS X kunt u mogelijk geen wachtwoorden invoeren in Configure. Gebruik in dit geval Safari in plaats van Firefox. Een monitor en videogeheugen die 16-bits kleuren ondersteunen, met een minimale resolutie van 800 x 600 Een TCP/IP-netwerk en het IP-adres of de DNS-naam van de Fiery server In Configure, schakel Webservices in Command WorkStation
Intel Pentium 4-processor van minimaal 1,0 GHz
Macintosh G5 van minimaal 1,6 GHz
3 GB ruimte op de vaste schijf voor installatie 1 GB RAM of meer aanbevolen 1024 x 768-monitor met 16-bits videokaart Geïnstalleerd TCP/IP-netwerkprotocol Fiery Impose-Compose in Command WorkStation
Online-Help
In aanvulling op de vereisten voor Command WorkStation: •
Geactiveerde licentie op elke clientcomputer
•
Acrobat/PitStop-software
De Help-bestanden voor Fiery-hulpprogramma’s zijn ontwikkeld voor gebruik met Microsoft Internet Explorer v5.5 tot en met v7.0. Als u andere browsers, bijvoorbeeld Safari, of andere versies van Internet Explorer gebruikt, wordt de Help mogelijk niet correct weergegeven. Als in de browser pop-upblokkering wordt gebruikt, worden Help-bestanden hierdoor mogelijk geblokkeerd. In dit geval moet u pop-upblokkering tijdelijk uitschakelen om Help-bestanden te kunnen weergeven. Als in de browser de geavanceerde Internet-optie voor het weergeven van meldingen over scriptfouten is ingeschakeld, wordt mogelijk een waarschuwingsvenster getoond voordat de pagina van het Helpbestand wordt weergegeven. U kunt dit waarschuwingsvenster vermijden door de optie Melding van elke scriptfout weergeven op het tabblad Geavanceerd in het dialoogvenster Internet-opties uit te schakelen. Er kan ook een waarschuwingsbericht worden weergegeven in de statusbalk, maar deze fout heeft geen invloed op de inhoud van het Help-bestand.
SYSTEEMVEREISTEN
Minimumvereisten voor
Mobiel apparaat
Rechtstreeks mobiel afdrukken
Rechtstreeks mobiel afdrukken ondersteunt de volgende mobiele apparaten met Apple iOS 4.2 of hoger en afdrukfunctionaliteit: •
iPads
•
iPhone (4, 4S, 5)
•
iPod touch (derde generatie of hoger)
22
WebTools De Fiery server kan toegang tot het internet of een intranet ondersteunen met behulp van WebTools vanaf Windows- en Mac OS-computers. Raadpleeg pagina 34 om WebTools in te schakelen. Begin Begin biedt actuele informatie over geïnstalleerde opties en de taken die worden verwerkt en afgedrukt op de Fiery server. U hebt geen wachtwoord nodig om deze WebTool te gebruiken. Raadpleeg Hulpprogramma’s voor meer informatie. Downloads Met Downloads kunnen gebruikers installatieprogramma’s voor printerstuurprogramma’s en andere software rechtstreeks downloaden van de Fiery server. U hebt geen wachtwoord nodig om deze WebTool te gebruiken. Raadpleeg Afdrukken en Hulpprogramma’s voor meer informatie. Documenten Met Documenten kunnen gebruikers taken in hun postvakken op de Fiery server openen, beheren en wijzigen, en taken naar de Fiery server verzenden. Raadpleeg de Help van WebTool Documenten voor meer informatie. Scaninstellingen Met Scaninstellingen kunt u scansjablonen definiëren vanaf een externe computer. Deze scansjablonen zijn toegankelijk vanaf de kleurenpers wanneer u een bestand scant. De beheerder heeft volledige toegang tot alle scansjablonen. Daarnaast kan de beheerder nieuwe scansjablonen in Scaninstellingen maken en scansjablonen importeren en exporteren. Raadpleeg Hulpprogramma’s voor meer informatie over scannen. Raadpleeg de Help van WebTool Scaninstellingen voor informatie over Scaninstellingen. Configure Met Configure kunt u opties van de Fiery server bekijken en wijzigen vanaf een computer. Voor deze functie is het beheerderswachtwoord nodig.
INSTELLEN VANAF HET
AANRAAKSCHERM VAN DE KLEURENPERS
23
INSTELLEN VANAF HET AANRAAKSCHERM VAN DE KLEURENPERS Nadat u de Fiery server de eerste keer hebt gestart of nadat u systeemsoftware hebt geïnstalleerd, moet u de Fiery server instellen. Als u dit niet doet, worden de standaardinstellingen gebruikt. Zorg dat de instellingen geschikt zijn voor uw afdrukomgeving. Als uw netwerk- of afdrukomgeving wijzigt, moet de instellingen mogelijk aanpassen. Instellen vanaf het aanraakscherm van de kleurenpers Voer de eerste instelling uit vanaf het aanraakscherm van de kleurenpers. Na de eerste instelling kunt u opties wijzigen vanaf een clientcomputer. Instellen vanaf een clientcomputer Na het uitvoeren van de eerste instelling via het aanraakscherm van de kleurenpers, kunt u de meeste opties wijzigen vanaf een netwerkcomputer door Configure te gebruiken (raadpleeg pagina 29). Als u de Fiery server voor de eerste keer instelt, kunt u de Fiery-instellingenwizard gebruiken om de instellingen voor taal, land, server en afdrukomgeving te configureren. Raadpleeg pagina 30 voor meer informatie.
Het aanraakscherm van de kleurenpers gebruiken U kunt het aanraakscherm van de kleurenpers gebruiken om toegang te krijgen tot menutabbladen en de functie Instelling. Raadpleeg pagina 27 voor meer informatie over menutabbladen.
Toegang tot Instelling Wanneer u de Fiery server instelt, moet u controleren of deze niet bezig is met het afdrukken of verwerken van bestanden. TOEGANG KRIJGEN TOT INSTELLING 1 Druk op Services Home (Begin services) op het aanraakscherm van de kleurenpers. 2 Druk op het Fiery-pictogram. 3 Zorg dat de Fiery server niet actief is. 4 Druk op het tabblad Gereedschappen. 5 Druk op Instelling. 6 Meld u aan met beheerdersrechten.
INSTELLEN VANAF HET
AANRAAKSCHERM VAN DE KLEURENPERS
24
Opties van Instelling op het aanraakscherm van de kleurenpers Wanneer u Instelling uitvoert vanaf het aanraakscherm van de kleurenpers, configureert u de Fiery server om taken te ontvangen via de netwerksystemen die op uw locatie worden gebruikt. Dit omvat het instellen van netwerkadressen en -namen die door computers, servers en de Fiery server moeten worden gebruikt wanneer deze met elkaar communiceren. Controleer of de Fiery server is verbonden met een actief netwerk voordat u de Fiery server instelt. Er wordt door de Fiery server op het netwerk gezocht naar zones, servers en wachtrijen op servers. Als u de netwerkinstellingen configureert zonder dat er een functionerend netwerk met de server is verbonden, worden standaardinstellingen gebruikt die wellicht niet geschikt zijn. U moet alleen opties configureren voor de netwerksystemen die op het moment bij u actief zijn. Als uw netwerkvereisten veranderen, kunt u Instelling op elk gewenst moment wijzigen. Als de Fiery server is geconfigureerd voor ondersteuning van meerdere protocollen, wordt automatisch het juiste protocol geactiveerd wanneer een afdruktaak wordt ontvangen. De submenu’s en opties worden in volgorde weergegeven. Waar van toepassing, worden standaardwaarden onderstreept. Product- of locatiespecifieke waarden worden cursief weergegeven. Servernaam
Standaardservernaam Voer een naam in voor de Fiery server (maximaal 15 tekens). Dit is de naam waarmee de Fiery server wordt weergegeven in het netwerk. O PMERKING : Als u meer dan één Fiery server instelt, mag u deze niet dezelfde naam geven. Ethernet-snelheid
Auto, 10HD, 100HD, 10FD, 100FD Kies de geschikte snelheid van het netwerk. Kies Auto in een van de volgende gevallen: • De netwerksnelheid is onbekend. • De netwerkomgeving is gemengd. • Het netwerk gebruikt 1 Gbps. IPv4-adrestype
Automatisch, Handmatig Selecteer of de u de Fiery server wilt toestaan het IP-adres voor ethernet automatisch te verkrijgen door te zoeken op het netwerk. IP-adres
127.0.0.1 Als u Handmatig hebt gekozen bij IPv4-adrestype, moet u het IP-adres van de Fiery server voor ethernet invoeren. In tegenstelling tot een IP-adres dat automatisch wordt ingesteld, blijft dit IP-adres hetzelfde als u de Fiery server opnieuw opstart. U moet de standaardinstelling wijzigen in een geldig adres voor het netwerk.
INSTELLEN VANAF HET
AANRAAKSCHERM VAN DE KLEURENPERS
25
Subnetmasker
255.255.255.0 Stel het subnetmasker in voor afdrukken met TCP/IP op uw netwerk. Controleer de instelling van het subnetmasker bij uw netwerkbeheerder voordat u verder gaat. Type gateway
Automatisch, Handmatig Kies de methode voor het verkrijgen van het gatewayadres voor afdrukken met TCP/IP.
Gateway-adres
127.0.0.1 Als u Handmatig hebt gekozen bij Type gateway, stelt u het gatewayadres in voor afdrukken met TCP/IP op uw netwerk. Webservices inschakelen
Aan, Uit Selecteer Aan om WebTools beschikbaar te maken voor de gebruikers. TCP/IP moet zijn ingeschakeld op de Fiery server en op clientcomputers. Voor elke clientcomputer zijn een webbrowser met Java-ondersteuning en een geldig IP-adres of een geldige DNS-hostnaam vereist. Netwerkbeveiliging
Aan, Uit Selecteer Uit als u onbedoeld een poort hebt gesloten en toegang tot de Fiery server wilt krijgen. Als u deze optie instelt op Uit, worden de volgende functies uitgeschakeld: • IP-filter • Poortfilter • IPSec • MAC-adresfilter Time-out voor aanmelden
5 minuten, 10 minuten, 15 minuten, 30 minuten, 45 minuten, nooit Geef op na hoeveel tijd een time-out op de Fiery server optreedt nadat u zich hebt aangemeld. Wanneer u klaar bent met het aanbrengen van wijzigingen, drukt u op Wijzigingen opslaan. Wijzigingen in Instelling worden pas van kracht als u de Fiery server reboot.
INSTELLEN VANAF HET
AANRAAKSCHERM VAN DE KLEURENPERS
26
802.1x-instellingen De Fiery server kan authenticatie vereisen van een 802.1x-authenticatieserver (zoals een RADIUS-server), vaak via een tussenliggend toegangspunt (een authenticator). De Fiery server vraagt deze authenticatie tijdens het opstarten of wanneer de ethernetkabel afgekoppeld en weer aangesloten wordt. Als de Fiery server met succes is geverifieerd, krijgt het apparaat altijd toegang tot het netwerk. Druk op 802.1x-instellingen om opties van 802.1x-instellingen te openen. 802.1x-authenticatie inschakelen
Uit, Aan Selecteer Aan als u de Fiery server wilt toestaan authenticatie te vragen van een 802.1xauthenticatieserver. Selecteer EAP-type
PEAP-MSCHAPv2, MD5-Challenge Kies het type EAP (Extensible Authentication Protocol). Gebruikersnaam, wachtwoord
De Fiery server gebruikt deze informatie om authenticatie te vragen bij een 802.1xauthenticatieserver. Servercertificaat valideren
Uit, Aan Selecteer Aan als u PEAP-MSCHAPv2 hebt geselecteerd als het EAP-type en wilt dat de Fiery server een vertrouwd basiscertificaat gebruikt bij het communiceren met de authenticatieserver. Als u wilt dat de Fiery server het servercertificaat valideert, plaatst u het certificaat in de lijst van vertrouwde certificaten van de Fiery server. Raadpleeg de Help van Configure voor meer informatie.
INSTELLEN VANAF HET
AANRAAKSCHERM VAN DE KLEURENPERS
27
Menutabbladen Naast het uitvoeren van Instelling kunt u via het aanraakscherm van de kleurenpers statusgegevens weergeven over de naar de Fiery server afgedrukte taken, speciale pagina’s afdrukken en afdrukopties instellen. Het menu geeft toegang tot veel opties die ook beschikbaar zijn via Command WorkStation. Raadpleeg Hulpprogramma’s voor meer informatie over de functies voor taakbeheer.
Tabblad Taken Het tabblad Taken toont de eigenschappen van taken die momenteel worden afgedrukt en taken in de wachtrij. Het geeft u de mogelijkheid om taken af te drukken. Via het tabblad Taken hebt u ook toegang tot de volgende opdrachten: Afdrukken onderbreken
Hiermee onderbreekt u de communicatie tussen de Fiery server en de kleurenpers. Gebruik deze opdracht om de huidige taak te onderbreken zodat u onderhoudstaken kunt uitvoeren. Taken worden nog steeds op de Fiery server verwerkt. Nadat u klaar bent met het onderhoud, selecteert u Afdrukken hervatten om door te gaan met het afdrukken van taken op de Fiery server.
Afdrukken hervatten
Hiermee kunt u de afdrukactiviteiten tussen de kleurenpers en de Fiery server hervatten nadat u Afdrukken onderbreken selecteert.
Annuleren
Hiermee annuleert u de verwerking van een taak in het wachtgebied.
USB
Hiermee drukt u een bestand vanaf een USB-stick af naar een van de gepubliceerde afdrukverbindingen. Raadpleeg Afdrukken voor meer informatie.
Beveiligd
Hiermee drukt u een bestand af met een beveiligd wachtwoord. Raadpleeg Hulpprogramma’s voor meer informatie.
Tabblad Informatie Het tabblad Informatie bevat de tabbladen Server en Pagina’s afdrukken, waarmee u informatie over de Fiery server kunt weergeven en afdrukken. Tabblad Server Via Informatie > Server kunt u de servernaam van de Fiery server, het IP-adres, de versie, de versie van de Fiery-systeemsoftware, het gebruik van de vaste schijf, de hoeveelheid geïnstalleerd geheugen en de geïnstalleerde opties van de Fiery server weergeven. Ook hebt u toegang tot de volgende opdracht: Server herstarten Hiermee kunt u de Fiery server opnieuw starten, rebooten of afsluiten. Raadpleeg pagina 52
voor meer informatie.
INSTELLEN VANAF HET
AANRAAKSCHERM VAN DE KLEURENPERS
28
Tabblad Pagina’s afdrukken Via Informatie > Pagina’s afdrukken kunt u de volgende systeempagina’s en activiteitlogboeken afdrukken. PS-/PCL-testpagina: hiermee kunt u controleren of de Fiery server juist is aangesloten op de
kleurenpers. De pagina bevat ook voorbeelden in kleur en grijswaarden om problemen met de kleurenpers of de Fiery server op te lossen. Op de testpagina vindt u de volgende instellingen: servernaam, kleurinstellingen, printermodel en datum en tijd waarop de testpagina is afgedrukt. Configuratie: drukt de configuratiepagina met de huidige configuratie van de server en het
apparaat af. Verder vindt u op deze pagina algemene informatie over de configuratie van hard- en software van de Fiery server, de huidige instellingsopties, informatie over de huidige kalibratie en het IP-adres van de Fiery server. Takenlogboek: hiermee wordt een lijst met de laatste 55 taken afgedrukt. Kleurendiagram: hiermee worden voorbeelden afgedrukt van de RGB-, CMY- en
PANTONE-kleuren die beschikbaar zijn op de Fiery server. PS-/PCL-lettertypenlijst: hiermee wordt een lijst afgedrukt van alle lettertypen die
beschikbaar zijn op de vaste schijf van de Fiery server. E-maillogboek: hiermee wordt een lijst met recente e-mailactiviteit afgedrukt, die nuttig is voor de netwerkbeheerder. FTP-logboek: hiermee wordt een lijst met recente FTP-activiteit afgedrukt, die nuttig is voor de netwerkbeheerder.
O PMERKING : Als u het e-mail- of FTP-logboek wilt afdrukken, moet u eerst de juiste service inschakelen. Raadpleeg de Help van Configure voor e-mailservices.
Tabblad Scannen Op het tabblad Scan kan de beheerder taaksjablonen voor scannen maken, bewerken en verwijderen. Raadpleeg Hulpprogramma’s voor meer informatie.
Tabblad Gereedschappen Kalibratie: hiermee kunt u de Fiery server kalibreren met ColorCal. Raadpleeg Afdrukken in
kleur voor meer informatie. Lade-uitlijning: hiermee kunt u tekst en afbeeldingen zo op de pagina plaatsen dat deze
correct worden uitgelijnd op het vel papier en dat beide zijden van een dubbelzijdig vel precies dezelfde uitlijning hebben. Raadpleeg Hulpprogramma’s voor meer informatie. Aanpassen aan zomertijd
Kies deze optie om de systeemtijd van de Fiery server aan te passen aan de zomertijd.
INSTELLEN VANAF EEN
CLIENTCOMPUTER
29
INSTELLEN VANAF EEN CLIENTCOMPUTER Nadat u de Fiery server de eerste keer hebt gestart of nadat u systeemsoftware hebt geïnstalleerd, moet u de Fiery server instellen. Als u dit niet doet, worden de standaardinstellingen gebruikt. Zorg dat de instellingen geschikt zijn voor uw afdrukomgeving. Als uw netwerk- of afdrukomgeving wijzigt, moet de instellingen mogelijk aanpassen. Instellen vanaf het aanraakscherm van de kleurenpers Voer de eerste instelling uit vanaf het aanraakscherm van de kleurenpers (raadpleeg pagina 29). Na de eerste instellingen kunt u opties wijzigen vanaf een clientcomputer. Instellen vanaf een clientcomputer Na het uitvoeren van de eerste instelling via het aanraakscherm van de kleurenpers, kunt u de meeste opties wijzigen vanaf een clientcomputer door Configure te gebruiken. Als u de Fiery server voor de eerste keer instelt, kunt u de Fiery-instellingenwizard gebruiken om de instellingen voor taal, land, server en afdrukomgeving te configureren. Raadpleeg pagina 30 voor meer informatie.
Configure/Fiery-instellingenwizard openen Op de volgende manieren kunt u meer informatie vinden over het gebruik van Configure: • Als u Configure opent vanuit een internetbrowser, klikt u op het Help-pictogram op het tabblad Configure in WebTools. • Als u Configure opent vanuit Command WorkStation, raadpleegt u de Help van Command WorkStation. CONFIGURE OF FIERY-INSTELLINGENWIZARD OPENEN VANAF EEN INTERNETBROWSER 1 Open een internetbrowser en voer het IP-adres van de Fiery server in. 2 Klik op Configure starten op het tabblad Configure in WebTools. 3 Meld u aan met beheerdersrechten. 4 Kies een van de twee methoden om de Fiery server in te stellen.
• Selecteer Fiery-instellingenwizard (op het tabblad Begin) voor de eerste instellingen. • Selecteer Configure als u toegang wilt krijgen tot alle beschikbare opties.
INSTELLEN VANAF EEN
CLIENTCOMPUTER
30
CONFIGURE OF FIERY-INSTELLINGENWIZARD OPENEN VANUIT COMMAND WORKSTATION 1 Start Command WorkStation. 2 Meld u aan met beheerdersrechten. 3 Kies een van de volgende mogelijkheden:
• Kies Configure in het menu Server. • Klik op Configure op het tabblad Algemeen of Gebruikers in Apparaatcentrum. 4 Kies een van de twee methoden om de Fiery server in te stellen.
• Selecteer Fiery-instellingenwizard voor de eerste instelling. • Selecteer Configure als u toegang wilt krijgen tot alle beschikbare opties.
Fiery-instellingenwizard De Fiery-instellingenwizard leidt u door de eerste instelling om de Fiery server te configureren voor de afdrukomgeving. O PMERKING : De Fiery-instellingenwizard is alleen beschikbaar voor de eerste instelling en wanneer u systeemsoftware opnieuw installeert.
De Fiery-instellingenwizard leidt u door het volgende proces: 1 Kies een standaardtaal. 2 Geef de landinstellingen op. 3 Geef de serverinstellingen op. 4 Kies een afdrukomgevingsconfiguratie.
Een afdrukomgevingsconfiguratie bevat standaardinstellingsopties voor een bepaalde afdrukomgeving. U kunt kiezen uit een van de volgende configuraties die het best passen bij uw afdrukomgeving: • Grafisch en proefdrukken • Kantoor • Productie • Handel U kunt de fabrieksinstellingen van de Fiery server gebruiken voor uw afdrukomgeving in plaats van een afdrukomgevingsconfiguratie te kiezen. 5 Configureer instellingsopties voor een gekozen afdrukomgeving.
Nadat u de Fiery-instellingenwizard hebt voltooid, kunt u aanvullende wijzigingen in de Fiery server aanbrengen in Configure. O PMERKING : Als de Fiery-instellingenwizard afsluit zonder dat u de eerste instelling hebt
voltooid, kunt u de Fiery-instellingenwizard openen in Apparaatcentrum > Configure of in WebTools > Begin om de eerste instelling te voltooien.
BESCHRIJVING VAN
DE OPTIES VAN INSTELLING
31
BESCHRIJVING VAN DE OPTIES VAN INSTELLING De volgende tabellen beschrijven afdrukopties (in alfabetische volgorde) en de bijbehorende standaardwaarden. Desgewenst kunt u de huidige instellingen bepalen door de configuratiepagina af te drukken (raadpleeg pagina 50). Raadpleeg de Help van Configure voor informatie over niet-vermelde opties. Raadpleeg Afdrukken voor meer informatie over afdrukopties.
PS-opties • Kies Configure > PDL > PS om de PS-opties te openen. Optie
Instellingen Beschrijving (standaardinstelling is onderstreept)
Afdrukken tot PS-fout
Ja, Nee
Geef op of de Fiery server het beschikbare gedeelte van een afdruktaak afdrukt wanneer een PostScript-fout optreedt. Selecteer Ja om het deel van de taak af te drukken dat vóór het optreden van de fout was verwerkt. Selecteer Nee om de afdruktaak helemaal te annuleren wanneer een PostScript-fout optreedt. Laat deze optie ingesteld op Nee, tenzij u problemen hebt met afdrukken.
Courier-vervanging toestaan
Ja, Nee
Geef aan of het lettertype Courier moet worden gebruikt voor lettertypen die niet beschikbaar zijn, wanneer bestanden naar de Fiery server worden gedownload of wanneer u een document afdrukt zonder over het corresponderende printerlettertype te beschikken. Als deze optie is ingesteld op Nee, produceren taken met lettertypen die niet beschikbaar zijn op de vaste schijf van de Fiery server een PostScript-fout en worden deze niet afgedrukt. Deze instelling is niet van toepassing op PDF-bestanden omdat bij dit type bestanden lettertypevervanging automatisch wordt uitgevoerd.
Master afdrukken
Ja, Nee
Selecteer Ja om een FreeForm-master af te drukken wanneer deze wordt gemaakt en afgedrukt naar de Fiery server. De master blijft na het afdrukken bewaard op de Fiery server, tenzij deze later wordt verwijderd. Selecteer Nee om een FreeForm-master alleen te verwerken en te blokkeren op de Fiery server.
Omslagpagina
Uit, Aan
Drukt een vooromslag af (taakoverzicht) met de naam van de gebruiker die de taak heeft verstuurd, de naam van het document, de naam van de server, de tijd waarop de taak is afgedrukt, het aantal afgedrukte pagina’s en de status van de taak. De kleurenpers heeft een eigen functie voor het afdrukken van een omslagpagina. Als u deze optie op de kleurenpers inschakelt en deze ook op de Fiery server inschakelt, worden twee omslagpagina’s afgedrukt.
BESCHRIJVING VAN
DE OPTIES VAN INSTELLING
Optie
Instellingen Beschrijving (standaardinstelling is onderstreept)
Papierformaten converteren
Nee, Letter/Tabloid->A4/A3, A4/A3->Letter/Tabloid
32
Hiermee kunt u papierformaten in documenten automatisch converteren naar de opgegeven standaardpapierformaten. Als u bijvoorbeeld Letter/Tabloid->A4/A3 selecteert, worden documenten met Letter-formaat automatisch op A4-papier afgedrukt. Deze optie werkt in combinatie met Standaardpapierformaten. Als de optie Papierformaten converteren bijvoorbeeld is ingesteld op Letter/Tabloid->A4/A3 en Standaardpapierformaten is ingesteld op VS, worden taken afgedrukt op het formaat A4/A3. Dit geldt ook voor de systeempagina’s van de Fiery server, zoals de startpagina, de testpagina en het takenlogboek.
PDF- en PS-objecten opslaan Aan, Uit in cache
Kies of afbeeldingen in PDF- en PS-bestanden in het cachegeheugen worden bewaard, om het opnieuw verwerken van dezelfde afbeelding in een bestand te beperken.
Printerrastermodus
Tekst verfijnen, Tekst & lijntekeningen verfijnen, 150 punten, 200 punten, 200 lijnen, 300 punten, 600 punten, Stochastisch
Geef de rastermodus op voor taken.
Standaardpapierformaten
VS, Metrisch (standaardinstelling is VS in de Verenigde Staten, Metrisch elders)
Geef aan of u standaard wilt afdrukken op Amerikaanse papierformaten (zoals Letter, Legal of 11 x 17) of op metrische papierformaten (zoals A4 of A3). Als geen paginaformaat is gedefinieerd in een PostScript-bestand, worden taken afgedrukt op Letter-papier als u VS hebt gekozen of op A4-papier als u Metrisch hebt gekozen.
PCL-opties • Kies Configure > PDL > PCL om de PCL-opties te openen. Optie
Instellingen Beschrijving (standaardinstelling is onderstreept)
CR toevoegen aan LF
Ja, Nee
Geef op of aan elke nieuwe regel een regelterugloop moet worden toegevoegd.
Formulierlengte (rgls)
5-128 (standaardinstelling is 60)
Stelt het aantal regels in dat op een pagina wordt afgedrukt voor PCL-taken.
Lettertypebron
Intern, Laadbaar lettertype
Geef de PCL-lettertypebron op die u wilt inschakelen.
Lettertypenummer
0-999
Bepaalt het standaardlettertype voor de Fiery server. Druk de interne PCL-lettertypenlijst af om de lettertypenummers te bepalen. De standaardlettertypen worden in volgorde weergegeven. De lettertypenummers worden echter niet weergegeven.
BESCHRIJVING VAN
DE OPTIES VAN INSTELLING
33
Optie
Instellingen Beschrijving (standaardinstelling is onderstreept)
Standaardafdrukstand
Staand, Liggend
Deze PCL-optie bepaalt of de tekst of afbeelding langs de korte kant van het papier (staand) of langs de lange kant van het papier (liggend) wordt afgedrukt.
Symbolenset
ASCII, Roman_8, ECMA-94 L1, PC_8, ...
Kies de PCL-symbolenset die het best voldoet aan de eisen van gebruikers die afdrukken naar de Fiery server.
Tekenbreedte (tk/in)
0,44-99,99 (standaardinstelling is 10,00) Als het standaard PCL-lettertype dat is geselecteerd bij Lettertypenummer een schaalbaar lettertype met een vaste tekenafstand aangeeft, bepaalt u hiermee de breedte van het schaalbare lettertype. De tekenbreedte wordt uitgedrukt in tekens per inch. Als u bijvoorbeeld de tekenafstand 10 kiest voor een lettertype, worden per inch 10 tekens afgedrukt.
Tekengrootte (pnt)
4,0-999,75 (standaardinstelling is 12,00) Als het standaard PCL-lettertype dat is geselecteerd bij Lettertypenummer een proportioneel schaalbaar lettertype aangeeft, bepaalt u hiermee de puntgrootte (hoogte) van het lettertype.
Uitvoermethode
Afdrukz. beneden - norm.volg., Afdrukz. boven - norm.volg., Afdrukz. beneden - omgek.volg., Afdrukz. boven - omgek. volg.
Geef op hoe de afgedrukte taak wordt gerangschikt bij uitvoer.
WEBTOOLS
34
WEBTOOLS Met WebTools kunt u de Fiery server op afstand beheren via het internet of uw bedrijfsintranet. Nadat u WebTools hebt ingeschakeld, kunt u deze openen vanaf een netwerkcomputer. Controleer of de opties voor Netwerkinstellingen juist zijn voor uw omgeving. Raadpleeg Hulpprogramma’s en de Help van Configure voor meer informatie over WebTools. WEBTOOLS INSCHAKELEN 1 Schakel TCP/IP-netwerk in op een van de volgende locaties:
• Voer Netwerkinstellingen uit in Instelling. • Klik op Netwerk > Protocol > TCP/IP in Configure. 2 Voer de volgende stappen uit op elke clientcomputer:
• Wijs een geldig, uniek IP-adres en subnetmasker toe en indien nodig een gatewayadres. • Zorg ervoor dat op de computer een ondersteunde internetbrowser is geïnstalleerd en dat Java is ingeschakeld in de browser. WEBTOOLS STARTEN 1 Start een internetbrowser en typ het IP-adres of de DNS-naam van de Fiery server. 2 Klik op het tabblad dat overeenkomt met de WebTool die u wilt gebruiken.
RESERVEKOPIE
RESERVEKOPIE
MAKEN VAN INSTELLINGEN EN DEZE TERUGZETTEN
35
MAKEN VAN INSTELLINGEN EN DEZE TERUGZETTEN U kunt een reservekopie maken en terugzetten van geselecteerde instellingen of van de volledige configuratie van de Fiery server. Reservekopie maken/Terugzetten Gebruik de functie Reservekopie maken/Terugzetten wanneer de Fiery server normaal functioneert en u groepen met opgeslagen configuratie-instellingen wilt toepassen op de Fiery server. Raadpleeg pagina 35 voor meer informatie. Fiery-systeem terugzetten Gebruik deze functie e om te herstellen van een vastgelopen systeem of defect van de vaste schijf. Raadpleeg pagina 36 voor meer informatie.
Reservekopie maken/Terugzetten Met de functie Reservekopie maken/Terugzetten in Configure kunt u een reservekopie maken van geselecteerde instellingen van de Fiery server en deze later terugzetten, zonder systeemsoftware opnieuw te installeren. Wanneer u een reservekopie maakt van instellingen, slaat u een configuratiebestand met de instellingen op. U kunt een reservekopie maken en terugzetten van de volgende instellingen van de Fiery server: • Fiery-systeeminstellingen • Kleurinstellingen • Scaninstellingen • FreeForm-/VDP-hulpbronnen • Virtuele printers • Servervoorinstellingen • Lettertypen • Takenlogboek Raadpleeg de Help van Configure voor meer informatie. U kunt deze functie niet gebruiken om een reservekopie van de Paper Catalog-database te maken of terug te zetten. Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie over het exporteren van de Paper Catalog-database.
RESERVEKOPIE
MAKEN VAN INSTELLINGEN EN DEZE TERUGZETTEN
36
EEN RESERVEKOPIE MAKEN VIA RESERVEKOPIE MAKEN/TERUGZETTEN 1 Klik in Configure op Server > Reservekopie maken/terugzetten en klik vervolgens op de knop Reservekopie maken. 2 Selecteer de instellingen in het dialoogvenster Reservekopie maken en klik op Volgende. 3 Voer een bestandsnaam in, selecteer een locatie en klik op Volgende. 4 Klik op Voltooien.
EEN RESERVEKOPIE TERUGZETTEN VIA RESERVEKOPIE MAKEN/TERUGZETTEN 1 Klik in Configure op Server > Reservekopie maken/terugzetten en klik vervolgens op de knop Herstellen. 2 Blader in het dialoogvenster Herstellen naar het configuratiebestand dat u eerder hebt gemaakt en klik op Volgende. 3 Selecteer de instellingen en klik op Volgende. 4 Klik op Voltooien.
Fiery-systeem terugzetten In het systeeminstallatieprogramma van de Fiery server kunt u een back-up van het volledige systeem maken of terugzetten om te herstellen van een vastgelopen systeem of defect van de vaste schijf. Nadat u systeemsoftware opnieuw hebt geïnstalleerd, kunt u een nieuwe backuppartitie van het systeem van de Fiery server maken, een herstelpartitie van het systeem laden om de Fiery server te herstellen naar een eerdere toestand of hulpprogramma’s gebruiken om problemen op te lossen met de Fiery server en deze te beheren. Nadat u een systeemtaal hebt geselecteerd, moet u een van de volgende opties selecteren. • Nieuwe installatie: hiermee installeert u nieuwe systeemsoftware. O PMERKING : De Fiery server wordt geleverd met vooraf geïnstalleerde systeemsoftware. Als u systeemsoftware opnieuw moet installeren, neemt u contact op met een onderhoudstechnicus.
• Terugzetten vanaf back-up of herstelpartitie: hiermee zet u een eerdere back-uppartitie of de standaardconfiguratie van de Fiery server terug. Als u geen back-uppartitie hebt gemaakt, kunt u met deze optie alleen de standaardconfiguratie herstellen en wordt “Terugzetten vanaf herstelpartitie” weergegeven. • Back-up van vaste-schijfstation(s) maken: hiermee maakt u een back-up van het vasteschijfstation op een extern medium, zoals een USB-stick, of op een netwerksharelocatie. • Platformhulpprogramma’s: gebruik het systeeminstallatieprogramma voor geavanceerde procedures, zoals het wissen van vaste schijven, of gebruik Windows-taakbeheer om de Fiery server te beheren.
RESERVEKOPIE
MAKEN VAN INSTELLINGEN EN DEZE TERUGZETTEN
37
EEN BACK-UP MAKEN VAN DE FIERY SERVER 1 Selecteer Back-up van vaste-schijfstation(s) maken. 2 Configureer de instellingen voor de back-upkopie.
• Kies een back-updoel uit een van de volgende soorten media: USB-stick, extern vasteschijfstation, lokaal vaste-schijfstation of netwerkshare. • Geef map van de back-upkopie een naam. De mapnaam bevat de naam die u toewijst en een tijdstempel van de back-upkopie. De standaardnaam is de naam van de server. Het tijdstempel wordt automatisch gegenereerd door het installatieprogramma. • Voer een beschrijving van de back-upkopie in. • Schakel de gewenste selectievakjes in om Fiery-taakbestanden toe te voegen aan de backupkopie of een opstartbaar medium met de back-up te maken. • Sla de instellingen voor de back-upkopie op. 3 Start het back-upproces.
De back-upkopie wordt gemaakt. EEN EERDERE CONFIGURATIE VAN DE FIERY SERVER TERUGZETTEN 1 Selecteer Terugzetten vanaf back-up of herstelpartitie.
Als u niet eerder een back-upkopie hebt gemaakt, wordt “Terugzetten vanaf herstelpartitie” weergegeven. 2 Selecteer de bron van de back-up.
Selecteer een van de volgende opties: • Een van de twee meest recent gemaakte back-upkopieën. • De herstelpartitie, waarmee de standaardsysteeminstellingen worden teruggezet vanaf een verborgen partitie op het vaste-schijfstation. • Zoek een back-up die u op de Fiery server hebt gemaakt. Het herstelproces wordt gestart. O PMERKING : Als u een back-up wilt zoeken, gebruikt u de volgende stappen: 3 Selecteer een back-upkopie.
In het installatieprogramma wordt elke back-upkopie vermeld in de volgende categorieën: • Locatie van de back-upkopie: USB-stick, extern vaste-schijfstation, netwerklocatie of lokaal vaste-schijfstation • Tijdstip waarop de back-upkopie is gemaakt • Maplocatie van de back-upkopie 4 Klik op OK.
Het systeem wordt teruggezet.
BEHEER
38
BEHEER De Fiery server bevat vele functies waarmee u de afdrukmogelijkheden, prestaties en beveiliging kunt beheren.
Printerstuurprogramma’s installeren en configureren Voordat u kunt afdrukken vanaf een clientcomputer naar de Fiery server, moet u eerst op elke clientcomputer een printerstuurprogramma installeren en deze vervolgens configureren voor geïnstalleerde opties van de Fiery server en de kleurenpers. Nadat u de printerstuurprogramma’s hebt geïnstalleerd en geconfigureerd, kunt u vanuit elke toepassing op een clientcomputer afdrukken naar de Fiery server. Raadpleeg Afdrukken voor meer informatie over het installeren van printerstuurprogramma’s, inclusief het installeren van printerstuurprogramma’s op andere besturingssystemen.
Een taak afdrukken Nadat u de printerstuurprogramma’s hebt geïnstalleerd en geconfigureerd (raadpleeg pagina 38), kunt u vanuit elke toepassing op een clientcomputer afdrukken naar de Fiery server. EEN TAAK AFDRUKKEN Vanaf een Windows XP-clientcomputer: 1 Kies in uw toepassing Afdrukken in het menu Bestand. 2 Selecteer het printerstuurprogramma van de Fiery server en klik op Eigenschappen. 3 Geef taakopties voor de Fiery server op, zoals Aantal exemplaren en afwerkingsopties, en klik vervolgens op OK. 4 Klik nogmaals op OK.
Wachtwoorden Gebruikerswachtwoorden Voor het instellen van wachtwoorden voor gebruikers of groepen gebruikers gebruikt u Configure (raadpleeg de Help van Configure).
BEHEER
39
Wachtwoord voor besturingssysteem De Fiery server vereist een wachtwoord voor het besturingssysteem, in dit geval een Windowswachtwoord. In verband met de netwerkbeveiliging wordt u aangeraden dit wachtwoord periodiek te wijzigen. HET WACHTWOORD VOOR HET BESTURINGSSYSTEEM WIJZIGEN 1 Meld u via de monitor aan als beheerder.
Gebruik de Fiery Advanced Controller Interface of maak een externe verbinding naar de Fiery server (raadpleeg pagina 41). 2 Druk op Ctrl+Alt+Delete. 3 Klik op Wachtwoord wijzigen. 4 Voer het oude en nieuwe wachtwoord in en bevestig het nieuwe wachtwoord vervolgens. 5 Druk op Enter.
System Updates Met System Updates kunt u updates plannen voor systeem- en gebruikerssoftware van de Fiery server. Plan automatisch updates wanneer de Fiery server niet in gebruik is. Wanneer de updates worden geïnstalleerd, kunt u niet afdrukken naar de Fiery server. Mogelijk moet u enkele malen rebooten. Nu zoeken Met de functie Nu zoeken in System Updates kunt u beschikbare updates weergeven of installeren tussen geplande systeemupdates, of een lijst met eerder geïnstalleerde updates weergeven. Nu zoeken is alleen beschikbaar vanuit Fiery Advanced Controller Interface. Het is niet beschikbaar vanuit Command WorkStation of WebTools. Firewalls Als de Fiery server zich achter een firewall bevindt en internettoegang niet beschikbaar is, kan de sitebeheerder een proxyserver configureren bij de organisatie van de klant zodat de Fiery server systeemupdates kan ontvangen (raadpleeg pagina 40). Updateproces Configureer System Updates voor het omgaan met updates op een van de volgende manieren: • Updates automatisch downloaden en installeren (aanbevolen). Updates worden automatisch gedownload naar de Fiery server en geïnstalleerd. De gebruiker hoeft hierbij niets te doen. • Updates downloaden en kennisgeving versturen. Updates worden automatisch gedownload naar de Fiery server, maar niet geïnstalleerd. Er wordt een kennisgeving verzonden dat er updates zijn gedownload. Nadat de updates zijn gedownload, moet u deze handmatig installeren.
BEHEER
40
• Kennisgeving versturen wanneer updates beschikbaar zijn. In de taakbalk van Fiery server wordt een kennisgeving weergegeven wanneer nieuwe updates beschikbaar zijn om te worden gedownload van de updateserver. Als u de updates handmatig wilt downloaden naar de Fiery server, opent u Nu zoeken door te klikken op de kennisgeving in de taakbalk. Gebruikerssoftware Toepassingen met gebruikerssoftware worden eerst van de updateserver gedownload naar een partitie op de vaste schijf van de Fiery server. Gebruikers krijgen via het internet toegang tot de Fiery server, downloaden de toepassingen naar clientcomputers en installeren deze handmatig. SYSTEM UPDATES STARTEN Kies een van de volgende mogelijkheden:
• Klik vanaf de Fiery Advanced Controller Interface op Start > Alle programma’s > Fiery > System Updates. • Start Configure vanuit Command WorkStation op een clientcomputer en meld u aan als beheerder. Klik op Server > Configure. Klik in Configure op Server > System Update. • Start een internetbrowser op een clientcomputer, typ het IP-adres of de DNS-naam van de Fiery server en druk vervolgens op Enter. Klik in WebTools op Configure > Configure starten en meld u aan als beheerder. Klik in Configure op Server > System Update. SYSTEM UPDATES PLANNEN 1 Kies een van de volgende mogelijkheden:
• Selecteer Zoeken naar belangrijke systeemupdates vanaf de Fiery Advanced Controller Interface. • Selecteer System Updates inschakelen in Configure. 2 Geef op hoe vaak de Fiery server verbinding moet maken met de updateserver.
Met deze functie stelt u een planning in voor het downloaden, installeren en kennisgeven van updates. 3 Kies een methode voor het bijwerken van de besturingssoftware, de systeemsoftware en de hulpprogramma’s van de Fiery server:
• Updates automatisch downloaden en installeren (aanbevolen). • Updates downloaden en kennisgeving versturen. • Kennisgeving versturen wanneer updates beschikbaar zijn. 4 Als u een proxyserver gebruikt om via een firewall verbinding te maken met de updateserver, klikt u op Proxy-instellingen. Selecteer Proxy inschakelen in het dialoogvenster Proxyinstellingen, voer de volgende gegevens in en klik vervolgens op Opslaan.
• Adres: IP-adres van proxyserver • Poort: poort die de proxyserver gebruikt
BEHEER
41
• Gebruikersnaam: gebruikersnaam voor toegang tot de proxyserver • Wachtwoord: wachtwoord voor toegang tot de proxyserver 5 Klik op Toepassen.
UPDATES WEERGEVEN OF INSTALLEREN VIA NU ZOEKEN 1 Klik vanaf de Fiery server op Start > Alle programma’s > Fiery > System Updates. 2 Klik in het dialoogvenster Voorkeuren voor System Updates op Nu zoeken en voer vervolgens een van de volgende opties uit:
• Als u de beschrijving van een update wilt weergeven, selecteert u de update in de lijst. • Als u de update wilt installeren, klikt u op Installeren. • Als u wilt weergeven welke updates al zijn geïnstalleerd, selecteert u het tabblad Geschiedenis. • Als u het venster wilt sluiten zonder een update te installeren, klikt u op X in de rechterbovenhoek. GEÏNSTALLEERDE UPDATES WEERGEVEN • Als u wilt bekijken welke updates al zijn geïnstalleerd, drukt u een configuratiepagina af of opent u Nu zoeken en klikt u op het tabblad Geschiedenis (raadpleeg “System Updates starten” op pagina 40).
Extern bureaublad Extern bureaublad is een Microsoft-toepassing die gebruikers op clientcomputers de mogelijkheid geeft de Windows-bureaubladfuncties van de Fiery server te beheren en te controleren. U kunt Extern bureaublad inschakelen om de functie Nu zoeken van System Updates te kunnen openen (pagina 40) op een Fiery server die niet is uitgerust met de Fiery Advanced Controller Interface. U moet Extern bureaublad inschakelen in zowel Instelling van Fiery server als op de clientcomputer.
Verbinding maken met de Fiery server via Extern bureaublad U kunt de Fiery server vanaf een externe Windows-computer bereiken. Met deze externe verbinding kunt u de Fiery Advanced Controller Interface gebruiken alsof u deze lokaal gebruikt. VERBINDING MAKEN MET DE FIERY SERVER VANAF EEN EXTERNE COMPUTER 1 De optie Extern bureaublad inschakelen in Instelling. 2 Zorg dat in WebTool Configure poort 3389 ingeschakeld is. 3 Klik op de externe computer op Start > Programma’s > Bureau-accessoires > Communicatie > Verbinding met extern bureaublad. 4 Typ het IP-adres of de DNS-naam van de Fiery server en klik vervolgens op Verbinden. 5 Typ het beheerderswachtwoord als u hierom wordt gevraagd.
BEHEER
42
Afgedrukte taken wissen Met de opdracht Server wissen kunt u alle afdruktaken verwijderen uit de afdrukwachtrij, blokkeringswachtrij en de wachtrij Afgedrukt van de Fiery server. U kunt taken ook afzonderlijk of groepsgewijs verwijderen met Command WorkStation. Met de optie Server wissen verwijdert u ook alle taken die gearchiveerd zijn op de vaste schijf van de Fiery server, de index van gearchiveerde taken en alle FreeForm-masters. TAKEN OP DE FIERY SERVER WISSEN • Kies in Command WorkStation de optie Server wissen in het menu Server.
Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie. Maak altijd een reservekopie van de oorspronkelijke gegevens op uw media wanneer u informatie op de vaste schijf van de Fiery server opslaat en bewaart. Beschadig de vaste schijf van de Fiery server nooit en schakel het systeem niet uit terwijl het de vaste schijf gebruikt. Op pagina 52 wordt uitgelegd hoe u de Fiery server in- en uitschakelt. Technische problemen met de harde schijf of systeemsoftware van de Fiery server kunnen leiden tot onherroepelijk verlies van de gegevens die u op de harde schijf van de Fiery server hebt bewaard en opgeslagen. Als problemen met de vaste schijf optreden, is de blijvende opslag van de volgende gegevens niet gegarandeerd: • Lettertypen van derden • Afdruktaken • Kleurprofielen, inclusief profielen die zijn gedownload of bewerkt met Spot-On • Taakopmerkingen en instructies • Gegevens van gescande afbeeldingen • Met Impose bewerkte taken • Documenten met variabele gegevens • Adresboeken van de e-mailservice • Configuratiegegevens van de Fiery server (lijst van alle actieve instellingen in de huidige Instelling)
BEHEER
43
Afdrukken vanaf een USB-stick Gebruikers kunnen PS-, EPS-, TIFF- en PDF-bestanden opslaan op een USB-stick en deze bestanden afdrukken op de Fiery server. Als u bestanden automatisch wilt afdrukken wanneer u de USB-stick aansluit op de Fiery server, moet u de bestanden opslaan in specifieke mappen op de USB-stick. Raadpleeg Afdrukken voor meer informatie over Afdrukken. AUTOMATISCH AFDRUKKEN MET USB-STICK CONFIGUREREN 1 Stel afdrukopties in.
• Klik in Configure op Netwerk > Poort > USB. • Selecteer USB-poort inschakelen. • Selecteer voor de standaardwachtrij de verbinding waarnaar de Fiery server bestanden die geen verbinding opgeven, downloadt. • Stel Autom. afdrukken USB-media in op Alle afdrukken. 2 Maak op een computer mappen met de namen Print, Hold en Direct op het hoofdniveau van de USB-stick. 3 Sla de bestanden van de computer op de USB-stick op.
Wanneer u de USB-stick aansluit op de Fiery server, worden bestanden die zijn gekopieerd naar de mappen Print, Hold en Direct gedownload naar de overeenkomstige afdrukverbinding op de Fiery server. Bestanden die naar het hoofdniveau van de USB-stick zijn gekopieerd (en elke map onder het hoofdniveau die niet is genoemd voor een afdrukverbinding) worden gedownload naar de wachtrij die u voor USB-afdrukken hebt geconfigureerd. Bereid de USB-stick voor met de juiste mapstructuur en de geschikte bestanden voordat u de USB-stick aansluit op de Fiery server. Omdat de bestandsverwerking wordt gestart zodra u de USB-stick aansluit op de Fiery server, is er geen tijd voor bestandsbeheertaken, zoals het verplaatsen van bestanden naar een andere map of het verwijderen van bestanden. 4 Verwijder de USB-stick uit de computer en sluit deze aan op de USB-poort van de Fiery server.
Raadpleeg pagina 17 voor de plaats van de poort voor de USB-stick. BELANGRIJK
Zorg dat u de USB-stick op de juiste manier uitschakelt voordat u de verbinding met de computer verbreekt.
BEHEER
44
E-mailadresboeken U kunt e-mail-/internetfaxadressen beheren door e-mailberichten in een specifieke opmaak te verzenden naar de Fiery server, en u kunt taken uitvoeren zoals het adresboek overschrijven, nieuwe adressen toevoegen, adressen verwijderen en huidige adressen ophalen op de Fiery server. Gebruikers kunnen gebruikmaken van de adresboeken wanneer zij bestanden in bijlage naar de Fiery server verzenden. De Fiery server ondersteunt maximaal 1.000 vermeldingen in elk adresboek. O PMERKING : E-mailberichten kunnen alleen vanaf een beheerdersaccount worden verzonden.
Soorten adresboeken De Fiery server ondersteunt verschillende soorten adresboeken waarmee u het verzenden van e-mailberichten en bestanden naar ontvangers en afdruktaken kunt beheren. • Admin (Beheerder): stelt leden in staat het adresboek te wijzigen, het huidige adresboek van de Fiery server op te halen, een afdruktaak te annuleren of de status van een taak te ontvangen. Lidmaatschap in dit adresboek biedt echter niet dezelfde privileges als het beheerderswachtwoord (pagina 38). • Print (Afdrukken): bevat gebruikers met afdruktoegang. Gebruikers met e-mailadressen in het adresboek Print mogen taken via e-mail verzenden naar de Fiery server. Onbevoegde gebruikers krijgen per e-mail het antwoord dat de taak niet door de Fiery server is geaccepteerd om af te drukken. • Fax: wordt gebruikt voor scannen naar internetfax. Dit adresboek wordt gebruikt om scanbestanden via internetfax naar de Fiery server te verzenden. U kunt adressen in het adresboek niet gebruiken om een e-mailbericht naar de Fiery server te verzenden. • Corporate (Zakelijk): een LDAP-adresboek dat wordt gebruikt voor scannen naar e-mail. Het adresboek Corporate wordt gebruikt om bestanden via Remote Scan te verzenden naar een lijst van adressen die op een LDAP-server zijn geregistreerd. • User (Gebruiker): bevat gebruikers met scantoegang. Voer LDAP-instellingen uit voordat u het adresboek User instelt. Raadpleeg de Help van Configure voor meer informatie. Als een afdruktaak via e-mail wordt verstuurd, controleert de Fiery server eerst het adresboek Print. Als het e-mailadres van de gebruiker niet overeenkomt met de vermelding in het adresboek Print, dan wordt de taak niet afgedrukt. De gebruiker ontvangt in dat geval een e-mailbericht met de melding dat de afdruktaak niet is geaccepteerd. Het standaardjokerteken “@” wordt opgeslagen in het adresboek voor afdrukken. Hiermee kan elke gebruiker afdrukken naar de Fiery server tot de beheerder de eerste vermelding aan het adresboek voor afdrukken toevoegt. Als u adresboeken wilt beheren, moet u een e-mailbericht naar de Fiery server verzenden met opdrachten in de velden Onderwerp en Bericht. De Fiery server antwoordt via e-mail met informatie over elke aanvraag, zoals beschreven in de volgende tabel. Als u meerdere adressen tegelijk wilt toevoegen of verwijderen, moet u de adressen op aparte regels vermelden in het berichtveld van het e-mailbericht.
BEHEER
45
Adresboeken terugzetten Als u adresboeken voor uzelf of anderen wilt terugzetten, gebruikt u een e-mailclient om deze terug te zetten vanuit de Fiery server. EEN ADRESBOEK OPHALEN VANUIT DE FIERY SERVER 1 Start uw e-mailtoepassing. 2 Open een nieuw berichtvenster. 3 Typ in de Aan-regel het e-mailadres van de Fiery server. 4 Typ in de onderwerpregel de opdracht en de naam van het adresboek.
Als u bijvoorbeeld het adresboek van de gebruiker wilt ophalen, typt u “#GetAddressBook User”. 5 Verzend het bericht.
Het antwoordbericht bevat de adressen van het opgegeven adresboek. 6 Kopieer de adressen naar een tekstbestand of sla het bericht op.
EEN ADRESBOEK TERUGZETTEN OP DE FIERY SERVER 1 Start uw e-mailtoepassing. 2 Open een nieuw berichtvenster. 3 Typ in de Aan-regel het e-mailadres van de Fiery server. 4 Typ in de onderwerpregel de opdracht en de naam van het adresboek.
Als u bijvoorbeeld het adresboek van de gebruiker wilt terugzetten, typt u “#GetAddressTo User”. 5 Kopieer de adressen naar de inhoud van het e-mailbericht met elk adres op een afzonderlijke regel.
U kunt ook bijnamen opslaan. Als een bijnaam of een adres echter langer is dan één regel, moet u het verkorten tot het op de regel past. 6 Verzend het bericht. 7 Controleer in het e-mailbericht dat u als antwoord hebt ontvangen, of de adressen correct zijn teruggezet.
BEHEER
46
Beheerdersopdrachten voor het beheren van adresboeken U kunt een e-mailclient gebruiken om de adresboeken te beheren die zijn opgeslagen op de Fiery server. Taak
Onderwerpveld beheerder
Berichtveld beheerder
Een specifiek #GetAddressBook adresboek ophalen adresboeknaam
Bijvoorbeeld: #GetAddressBook Admin Een adres #AddAddressTo toevoegen aan een adresboeknaam adresboek
Berichtveld e-mailantwoord
Address Book adresboeknaam
Lijst met adressen in het opgegeven adresboek
Bijvoorbeeld: Address Book Admin naam@domein of “weergavenaam”
Bijvoorbeeld: #AddAddressTo Print
Een adresboek wissen
Onderwerpveld e-mailantwoord
#ClearAddressBook adresboeknaam
Added to Address Book Lijst met aan het adresboeknaam adresboek toegevoegde adressen De Fiery server toont Bijvoorbeeld: ook adressen die niet Added to Address Book toegevoegd kunnen Print worden, met vermelding van de reden. Address Book adresboeknaam cleared of
Bijvoorbeeld: #ClearAddressBook User
Als het adresboek niet is gewist, wordt de reden opgegeven.
Address Book adresboeknaam not cleared
Bijvoorbeeld: Address Book User cleared Een adres #DeleteAddressFrom verwijderen uit een adresboeknaam adresboek Bijvoorbeeld: #DeleteAddressFrom User
Help opvragen #Help voor e-mailservices
naam@domein of “weergavenaam”
Removed from Address Book adresboeknaam
Adres 1 verwijderd Adres 2 verwijderd
Bijvoorbeeld: Removed from Address Book User
De Fiery server toont ook adressen die niet verwijderd kunnen worden, met vermelding van de reden.
RE: Help
Syntaxis van e-mail voor probleemoplossing
BEHEER
47
Afdrukken vanaf mobiele apparaten Met Rechtstreeks mobiel afdrukken kunt u rechtstreeks draadloos afdrukken naar de Fiery server vanaf ondersteunde mobiele apparaten. Ondersteunde mobiele apparaten moeten worden aangesloten op hetzelfde draadloze netwerksubnet als de Fiery server om te kunnen afdrukken via Rechtstreeks mobiel afdrukken.
De EX Print Server instellen voor Rechtstreeks mobiel afdrukken Voor het gebruik van Rechtstreeks mobiel afdrukken moet u de volgende instellingen configureren in Configure: • Netwerk > Protocol > TCP/IP > Beveiliging: Geef de in te schakelen poorten op of selecteer Poortfilter inschakelen Beschikbare poorten > 5353 (Multicast DNS): geselecteerd Beschikbare poorten > 80 (HTTP): geselecteerd Beschikbare poorten > 631 (IPP): geselecteerd • Netwerk > Services > Web: Web Services inschakelen: geselecteerd IPP inschakelen: geselecteerd • Netwerk > Services > Bonjour: Bonjour inschakelen: geselecteerd Rechtstreeks mobiel afdrukken inschakelen: geselecteerd • Printer > Algemeen: Afdrukwachtrij publiceren: geselecteerd Zorg dat de instellingen van de Fiery server zijn geconfigureerd zoals aangegeven. Rechtstreeks mobiel afdrukken werkt niet als deze instellingen worden gewijzigd. Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie over deze instellingen.
BEHEER
48
Aanvullende vereisten voor Rechtstreeks mobiel afdrukken Voor Rechtstreeks mobiel afdrukken is configuratie van netwerk en beveiliging nodig om taken af te drukken die vanaf mobiele apparaten zijn verzonden. Volg de volgende configuratievereisten: • U kunt documenten met een beveiligd wachtwoord afdrukken via Fierygebruikersauthenticatie (raadpleeg pagina 15). • Als Rechtstreeks mobiel afdrukken op meer dan één Fiery server wordt uitgevoerd, moet u aan elke EX Print Server een aparte Bonjour-naam toewijzen. Als u aan meerdere Fiery servers dezelfde naam hebt toegewezen, leidt dit tot problemen met de gebruikersauthenticatie. • Controleer of de Fiery server is aangesloten op een draadloos toegangspunt op het netwerk. • Controleer of de ondersteunde mobiele apparaten zijn aangesloten op hetzelfde draadloze netwerk als de Fiery server. Raadpleeg Afdrukken voor meer informatie over Rechtstreeks mobiel afdrukken.
BEHEER
49
VDP-zoekpad Het zoekpad van een bestand bepaalt waar algemene VDP-bronnen (bijvoorbeeld PostScriptafbeeldingen en -lettertypen) zijn opgeslagen. Dit kan op een netwerkcomputer of op de Fiery server zijn. De Fiery server doorzoekt vooraf gedefinieerde paden tot de benodigde bronnen zijn gevonden. Als de bron niet wordt gevonden, mislukt de taak. Breng gebruikers op de hoogte van de paden die u opgeeft, zodat hun taken toegang krijgen tot de bronnen. Gebruik de volgende informatie in Configure > PDL > VDP om het bestandszoekpad in te stellen voor VDP-objecten.
Courante algemene zoekpaden instellen De Fiery server doorzoekt paden voor VDP-bronnen in de onderstaande volgorde: • Pad dat de gebruiker opgeeft in de taak • Paden die u definieert in Configure voor courante algemene objecten • Pad dat de toepassing opgeeft voor VPS- of PPML-bronnen wanneer het de gegevensstroom genereert Voor elk van deze paden doorzoekt de Fiery server de map en vervolgens de submappen binnen die map. Nadat de Fiery server de eerste bron heeft gevonden, probeert het apparaat de tweede bron in dezelfde map te vinden. Als de tweede bron niet in dezelfde map wordt gevonden, doorzoekt de Fiery server in de oorspronkelijke volgorde. EEN ALGEMEEN PAD VOOR COURANTE VDP-OBJECTEN OPGEVEN 1 Klik in Configure op PDL > VDP > Toevoegen.
Raadpleeg pagina 29 voor meer informatie over het openen van Configure. 2 Geef de padnaam op in het venster dat wordt weergegeven of klik op Bladeren om het pad te doorzoeken.
Als u de padnaam typt, gebruikt u de notatie van een toegewezen station (bijvoorbeeld Z:\map) of een UNC (bijvoorbeeld \\computernaam\\map). 3 Als het pad zich bevindt op een computer die verificatie vereist, selecteert u Authenticatie via externe server, voert u vervolgens de juiste gebruikersnaam en het juiste wachtwoord in en klikt u op OK. 4 Klik op Toevoegen om meer paden toe te voegen en herhaal stap 2 en 3. 5 Klik op Toepassen.
BEHEER
50
Door gebruiker gedefinieerde zoekpaden voor één taak Een gebruiker kan één zoekpad invoeren wanneer de gebruiker de taak verzendt vanuit een Windows-printerstuurprogramma of wanneer iemand achteraf de taak overschrijft om een zoekpad op te nemen. Het pad moet uit minder dan 256 tekens bestaan en de notatie hebben van een toegewezen station (bijvoorbeeld Z:\map) of een UNC (bijvoorbeeld \\computernaam\map). Om een toegewezen station te gebruiken, moet het worden herkend door de Fiery server. Als de gebruiker bijvoorbeeld een pad opgeeft op de computer van de gebruiker (bijvoorbeeld C:\Mijn documenten\VDP), de Fiery server, wordt er verondersteld dat dit het station C:\ is op de Fiery server. Als, in een ander voorbeeld, Z: een netwerkstation is dat toegankelijk is voor gebruikers op hun netwerk, kent de Fiery server niet de locatie waarnaar Z: verwijst. Daarom moet u een station toewijzen, zodat de Fiery server ook de locatie waar de bronnen zijn opgeslagen, kan herkennen.
De Fiery server aan een station toewijzen Als u een station wilt toewijzen aan de Fiery server, moet u toegang tot Windows krijgen via de Fiery Advanced Controller Interface of via Extern bureaublad. EEN STATION TOEWIJZEN AAN EEN LETTER DIE WORDT HERKEND DOOR DE FIERY SERVER 1 Kies in het venster Verkenner het menu Extra > Netwerkverbinding maken.
Eén methode om een Verkenner-venster te openen is het kiezen van Start > Documenten > Mijn documenten. 2 Voer in het veld Station een letter in die nog niet is toegewezen. 3 Typ in het veld Pad de UNC van de netwerkcomputer die de gedeelde bronnen bevat of klik op Bladeren en zoek de computer op het netwerk. 4 Klik op Voltooien. 5 Als u wordt gevraagd een netwerkwachtwoord in te voeren, typt u Beheerder in het veld Verbinden als en typt u het wachtwoord in het veld Wachtwoord. Klik vervolgens op OK. 6 Laat de gebruiker weten welke stationsletter moet worden gebruikt in het VDP-zoekpad wanneer de gebruiker de taak naar de Fiery server verzendt.
De configuratiepagina afdrukken De configuratiepagina bevat alle actieve instellingen in de huidige Instelling. Als u klaar bent met Instelling, drukt u een configuratiepagina af om de instellingen te controleren. Bewaar de huidige configuratiepagina dicht bij de Fiery server zodat u deze snel kunt raadplegen. Gebruikers hebben de informatie op deze pagina nodig, bijvoorbeeld de huidige standaardinstellingen van de printer. DE CONFIGURATIEPAGINA AFDRUKKEN VANUIT COMMAND WORKSTATION • Klik in Command WorkStation op Bestand > Afdrukken > Serverconfiguratie.
BEHEER
51
DE CONFIGURATIEPAGINA AFDRUKKEN VIA HET AANRAAKSCHERM VAN DE KLEURENPERS 1 Druk op de knop Services Home (Begin services) op het aanraakscherm van de kleurenpers. 2 Druk op het Fiery-pictogram. 3 Druk op het tabblad Informatie en vervolgens op het tabblad Pagina’s afdrukken. 4 Druk op Configuratie.
Afdrukken naar PrintMe-cloud Gebruikers met een PrintMe-abonnement kunnen een document uploaden naar de PrintMecloudservice en het document vervolgens afdrukken naar de kleurenpers via het aanraakscherm van de kleurenpers. • Voor de PrintMe-functie op de Fiery server is een abonnement op de PrintMe-cloudservice nodig. • Communicatie wordt alleen gegarandeerd tussen de EFI PrintMe-cloudservice en de Fiery server. • Neem contact op met Electronics For Imaging bij problemen met de PrintMecloudservice of stuur een e-mail naar [email protected] voor PrintMeondersteuning. • De beschikbaarheid van PrintMe kan verschillen, afhankelijk van het land of de regio. Raadpleeg Afdrukken voor meer informatie over het gebruik van afdrukken naar de PrintMecloud.
Afdrukken naar PrintMe-cloud instellen U moet de Fiery server instellen via Configure om afdrukken naar de PrintMe-cloud in te schakelen. AFDRUKKEN NAAR DE PRINTME-CLOUD INSTELLEN 1 Meld u aan bij Configure (raadpleeg pagina 29). 2 Schakel afdrukken naar de PrintMe-cloud in.
• Klik op PrintMe. • Selecteer PrintMe inschakelen. O PMERKING : (optioneel) Als u afdrukken naar de PrintMe-cloud wilt gebruiken via een proxyserververbinding met de Fiery server, configureert u de instellingen voor de proxyserver.
– Selecteer Proxy-instellingen. – Schakel Proxy in en voer de proxyservergegevens in. – Sla de instellingen op. • Klik op Toepassen.
BEHEER
52
Optimale prestaties van de Fiery server onderhouden De Fiery server vereist geen onderhoud. Naast service en onderhoud van de kleurenpers en het bijvullen van verbruiksartikelen, kunt u de algehele prestaties van het systeem verbeteren door regelmatig de prestaties van de Fiery server te controleren. • Gebruik uw netwerkverbindingen op een zo goed mogelijke manier.
Publiceer alleen verbindingen die gebruikt zullen worden. De Fiery server controleert voortdurend alle gepubliceerde verbindingen, zelfs als deze niet actief zijn. Controleer de gepubliceerde verbindingen door een configuratiepagina af te drukken. Verwijder verbindingen die niet worden gebruikt. U kunt deze eenvoudig op elk gewenst moment weer instellen. • Stel het afdrukken van minder urgente taken uit totdat er minder netwerkverkeer is of er minder wordt afgedrukt.
U kunt terugkerende of minder urgente afdruktaken in de blokkeringswachtrij plaatsen. De beheerder of een gebruiker van de hulpmiddelen voor taakbeheer met operatorrechten kan dan bij minder verkeer alle taken van de blokkeringswachtrij verplaatsen (of kopiëren) naar de afdrukwachtrij. • Beperk onnodige netwerkcommunicatie.
Grote aantallen gebruikers die Fiery-hulpprogramma’s uitvoeren kunnen, met name als er regelmatig updates plaatsvinden, de prestaties van de Fiery server sterk beïnvloeden. • Zorg ervoor dat u voldoende schijfruimte hebt op de Fiery server.
Controleer regelmatig de lijst van afdruktaken in de blokkeringswachtrij en het aantal afdruktaken dat zich in de wachtrij Afgedrukt bevindt. Een beheerder kan taken in de wachtrij Afgedrukt en de blokkeringswachtrij afdrukken of verwijderen. U kunt overwegen niet-actieve taken af te drukken of te verwijderen. Als er vaak weinig schijfruimte op de Fiery server is, kunt u de wachtrij Afgedrukt uitschakelen en ervoor kiezen de blokkeringswachtrij niet te publiceren in Printerinstellingen. Voor het verplaatsen of verwijderen van afdruktaken uit wachtrijen gebruikt u de hulpmiddelen voor taakbeheer. Als u schijfruimte vrijmaakt door niet-actieve taken te verwijderen, worden nieuwe taken sneller in wachtrijen geplaatst en afgedrukt.
De Fiery server starten, afsluiten, rebooten en opnieuw opstarten Doorgaans kunt u de Fiery server en de kleurenpers altijd laten aanstaan. In dit deel wordt uitgelegd hoe u de Fiery server indien nodig kunt starten, afsluiten, rebooten en opnieuw opstarten. Als u de Fiery server opnieuw opstart, wordt de systeemsoftware van de Fiery server opnieuw ingesteld zonder het volledige systeem te rebooten. Netwerktoegang tot de Fiery server is tijdelijk onderbroken en alle op dit moment verwerkte taken worden beëindigd. BELANGRIJK
Als u een USB-stick gebruikt, moet u deze verwijderen voordat u gaat rebooten. Anders zal de Fiery server niet rebooten.
BEHEER
53
DE FIERY SERVER STARTEN • Druk eenmaal op de aan-uitknop.
Zorg dat de voedingskabel is aangesloten en dat de aan-uitschakelaar in de ingeschakelde stand (|) staat en druk vervolgens eenmaal op de aan-uitknop. AFSLUITEN, OPNIEUW OPSTARTEN OF REBOOTEN VIA DE MONITOR 1 Zorg dat de Fiery server niet bezig is met het ontvangen, verwerken of afdrukken van bestanden.
Als het systeem net klaar is met het verwerken van een taak, moet u minstens 5 seconden wachten nadat het systeem de stand Niet actief heeft bereikt voordat u verder gaat. 2 Sluit alle toepassingen af, met uitzondering van FieryBar. 3 Kies een van de volgende mogelijkheden:
• Klik op de knop Start van Windows en selecteer Afsluiten. • Klik op de knop Start van Windows, klik op de pijl naast Afsluiten en selecteer Opnieuw starten. • Klik met de rechtermuisknop op FieryBar en selecteer Fiery opnieuw starten in het snelmenu. Klik op OK. AFSLUITEN, OPNIEUW OPSTARTEN OF REBOOTEN VIA HET AANRAAKSCHERM VAN DE KLEURENPERS 1 Zorg dat de Fiery server niet bezig is met het ontvangen, verwerken of afdrukken van bestanden.
Als het systeem net klaar is met het verwerken van een taak, moet u minstens 5 seconden wachten nadat het systeem de stand Niet actief heeft bereikt voordat u verder gaat. 2 Druk op de knop Services Home (Begin services) op het aanraakscherm van de kleurenpers. 3 Druk op het Fiery-pictogram, druk op het tabblad Informatie en druk vervolgens op het tabblad Server. 4 Druk op Server herstarten. 5 Selecteer een van de volgende opties:
• Server rebooten Hiermee wordt de Fiery server volledig opnieuw gestart, dus zowel de systeemsoftware van de Fiery server als de software van het Windows-besturingssysteem op de Fiery server. • Server herstarten Hiermee wordt de systeemsoftware van de Fiery server opnieuw gestart, maar niet de software van het Windows-besturingssysteem op de Fiery server. • Systeem afsluiten Hiermee wordt de Fiery server volledig afgesloten.
PROBLEMEN
OPLOSSEN
54
PROBLEMEN OPLOSSEN De opstartdiagnose wordt beschreven in de documentatie voor onderhoudstechnici. Neem contact op met uw geautoriseerde Service/Support Center als u opstart-foutberichten krijgt op Command WorkStation of als de Fiery server niet de stand Niet actief bereikt.
Foutenrapporten voor taken Als fouten optreden wanneer de Fiery server taken verwerkt of afdrukt, kunt u een foutenrapport voor de taak verzenden naar de afdeling Technische ondersteuning. Het foutenrapport voor een taak bevat belangrijke informatie voor de afdeling Technische ondersteuning om problemen op te lossen zoals taakfouten, systeemstoringen of onverwachte afdrukresultaten. In foutenrapporten voor taken worden taakbestanden, logboeken en informatie over de Fiery server verzameld. Wanneer u een foutenrapport voor een taak maakt, worden in Command WorkStation taakbestanden, logboeken en informatie over de Fiery server verzameld en opgeslagen in een zipbestand. Voordat u het zipbestand naar de afdeling Technische ondersteuning verzendt, kunt u om veiligheidsredenen bepaalde bestanden uit het zipbestand verwijderen. O PMERKING : Afdruktaken hoeven geen foutstatus te hebben om foutenrapporten voor taken
te genereren. U kunt een foutenrapport maken voor alle taken in de wachtrij Geblokkeerd of Afgedrukt. EEN FOUTENRAPPORT VOOR EEN TAAK MAKEN 1 Selecteer in Command WorkStation een taak in de wachtrij Geblokkeerd of Afgedrukt. 2 Voor Windows houdt u Ctrl ingedrukt en klikt u met de rechtermuisknop op de taak. Voor Mac houdt u in plaats hiervan Command ingedrukt. 3 Klik op Foutenrapport maken in het snelmenu. 4 Voer gegevens over de taakfout in.
• Voer in het tekstveld opmerkingen en eventuele aanvullende details in, zoals stappen waarmee de afdeling Technische ondersteuning de fout kan reproduceren. • (Optioneel) Voeg “Rasters” en “Kleurprofielen” toe aan het rapport. • (Optioneel) Voeg bestanden bij het rapport als bijlage, bijvoorbeeld een PS-bestand. 5 Sla het foutenrapport voor de taak op in een opgegeven map.
PROBLEMEN
55
OPLOSSEN
Runtime-foutberichten Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor foutmeldingen in verband met het annuleren van taken en het afdrukken, met inbegrip van Schijf vol-meldingen en waarschuwingen over het laden van media. Gebruikers van Mac OS-toepassingen kunnen PostScript-foutrapportage inschakelen als een afdrukoptie.
Printer niet gevonden Als een printer niet kan worden gevonden in het netwerk, is de oorzaak meestal dat naam- of adresinstellingen voor de Fiery server met elkaar in conflict zijn of ontbreken. U moet op bepaalde plaatsen bepaalde namen typen. De volgende namen zijn vereist: • TCP/IP-hostnaam (wordt ook de DNS-naam genoemd), die door uw organisatie wordt gedefinieerd. Typ de hostnaam als de servernaam in Instelling van de Fiery server. • Externe printernaam (interne naam). Gebruik een van de volgende namen: print hold direct O PMERKING : Als u de DNS-naam (TCP/IP-hostnaam) van de Fiery server wijzigt, moet u een van de hulpprogramma’s op elke computer opnieuw configureren.
Raadpleeg de onderstaande tabel voor de juiste naam. Op deze locatie
Voor dit item
TCP/IP-netwerken
Raadpleeg
Instelling
servernaam
Beheerder definieert naam
pagina 23
Hosts-bestand van Windows
hostnaam
DNS-naam
pagina 15
(TCP/IP-hostnaam) Setup van Windows voor TCP/IP
LPD-hostnaam
DNS-naam
pagina 15
(TCP/IP-hostnaam) naam van printer op print, hold of direct LPD-hostcomputer
UNIX /etc/printcapbestand (BSD)
rp-regel
print, hold of direct
Solaris
lpadminwachtrijnaam
print, hold of direct
Dialoogvenster Nieuwe server toevoegen, bij de configuratie van een hulpprogramma
servernaam
DNS-naam (TCP/IP-hostnaam)
pagina 16
Hulpprogramma’s
PROBLEMEN
OPLOSSEN
56
Kan geen verbinding met de Fiery server maken met hulpprogramma’s Controleer de volgende punten als gebruikers geen verbinding kunnen maken met de Fiery server: Instelling van Fiery server: het juiste netwerkprotocol moet zijn ingeschakeld, met de juiste parameters (voor TCP/IP is dit bijvoorbeeld het IP-adres). Verder moet u de afdrukwachtrij of blokkeringswachtrij publiceren.
U kunt deze instellingen snel controleren door een configuratiepagina af te drukken. Op de clientcomputer: de juiste netwerkprotocollen moeten zijn geladen.
Kan geen verbinding met de Fiery server maken met Command WorkStation Als er een probleem optreedt tijdens het maken van verbinding met de Fiery server, wordt een foutbericht weergegeven. Het probleem kan in de volgende situaties optreden: • De Fiery server wordt het eerst ingeschakeld. • De Fiery server wordt opnieuw gestart. • Wanneer u instellingen hebt gewijzigd die van invloed zijn op het serveradres, maar u de verbinding met de server niet opnieuw hebt geconfigureerd. Als u dit probleem tegenkomt, probeer dan de volgende oplossingen, in deze volgorde: • Een externe computer die de hulpprogramma’s of WebTools gebruikt, kan storend werken door statusinformatie op te vragen. Sluit indien mogelijk de externe toepassing en probeer opnieuw verbinding te maken. • Start het programma Command WorkStation opnieuw en probeer opnieuw verbinding te maken. • Start de Fiery server opnieuw.
INDEX
57
INDEX 1000BaseT 19 100BaseTX 19 10BaseT 19
Courier-lettertype, automatisch gebruiken 31 Courier-vervanging toestaan, optie 31 CR toevoegen aan LF, optie 32
A
D
Aanpassen aan zomertijd, optie 28 aanraakscherm afbeelding 27 toegang tot instelling 27 afdrukken Configuratiepagina 28 Lettertypenlijst 28 omslagpagina voor elke taak 31 opnieuw afdrukken van eerder afgedrukte taken 12 pagina’s met serverinformatie 27 verbindingen 12 Afdrukken hervatten, opdracht 27 Afdrukken onderbreken, opdracht 27 Afdrukken tot PS-fout, optie 31 Afdrukstand, optie 33 afdrukwachtrij, beschrijving 12, 13 Afgedrukt, wachtrij 12 Auto IP-configuratie inschakelen, optie 24
Directe verbinding beschrijving 12, 13 vereist voor downloaden van lettertypen 13 DNS (Domain Name Server) implicaties van een wijziging 55 naam van de lijstserver 15 Documenten, WebTool 22 downloaden van lettertypen, directe verbinding vereist 13 Downloads, WebTool 22
B
F
Begin, WebTool 22 beheerdersrechten 11 bijwerken van systeem 39, 40 blokkeringswachtrij, beschrijving 12
Formulierlengte, optie 32 foutberichten runtime 55 FreeForm-master 31 Functies, menu 27
E E-maillogboek 28 ethernet connector 19 poortinstellingen 24 snelheid 24 extern bureaublad inschakelen voor System Updates 41
C client instellen, overzicht 8 Command WorkStation Configuratiepagina 50 problemen bij verbinding met server 56 Configuratiepagina afdrukken 28, 50, 51 problemen met verbindingen oplossen 56 Configure, WebTool 22 configureren van proxyserver, System Updates 40
G gateway, adres automatisch toewijzen 25
H hostnaam of DNS-naam wijzigen 55 hostnaam, registreren bij netwerk 15, 55 hulpmiddelen voor taakbeheer, taken verwijderen met 42
INDEX
58
I
P
Informatie, opdracht 27 Instelling openen 27 vanaf een netwerkcomputer 29 internet, server benaderen met WebTools 22 IP-adres automatisch toewijzen 24 handmatig toewijzen 24 statisch 24 voor ethernet-instellingen 24
PANTONE 28 Papierformaten converteren, optie 32 PDF- en PS-objecten opslaan in cache, optie 32 PDF-bestanden, lettertypevervanging in 31 poortinstellingen, ethernet-instellingen 24 PostScript-fout 31 printer fout bij verbinden 55 niet gevonden 55 niet in Kiezer 55 problemen oplossen Command WorkStation, problemen met verbinding 56 Printer niet gevonden in de selectielijst met hulpprogramma’s 56 Printer niet gevonden op TCP/IP- of IPXnetwerken 55 verbinden met printer mislukt 55 protocollen, netwerk 15 proxyserver 40 publiceren van verbindingen, overzicht 12 Punten, optie 33
J Java-ondersteuning internetbrowser 34
K kleurendiagrammen 28
L lettertypen bron 32 lettertypenlijst afdrukken 28 printerlettertypen op server 28 tekenbreedte 33 tekengrootte 33 vervanging 31 Lettertypenummer (PCL), optie 32 LPR (TCP/IP), UNIX 16
M Master afdrukken, optie 31 Microsoft Active Directory 15
N naam geven aan server 24, 55 netwerkkabel aansluiten 17 Nu zoeken, functie van System Updates 39
O Omslagpagina, optie 31 onderhouden van serverprestaties 52 ondersteunde netwerkprotocollen 15 operatorwachtwoord, rechten 12 opnieuw afdrukken van taken 12
R regelterugloop, PCL-taken 32 RJ-45-connector 19
S schijfruimte 52 server aanraakscherm 27 naam geven 24 prestaties onderhouden en verbeteren 52 Server wissen, opdracht 42 Servernaam, optie Serverinstellingen 24 standaard gebruikt papierformaat 32 Standaardpapierformaten, optie 32 Subnetmasker, optie 25 Symbolenset, optie 33 systeemsoftware bijwerken 39, 40, 41 System Updates extern bureaublad inschakelen 41 functie Nu zoeken 39 plannen 40 proxyserver inschakelen 40 waarschuwingen 39
INDEX
T Takenlogboek handmatig afdrukken 28 taken wissen uit 42 TCP/IP ethernet-instellingen 24 hostnaam 55 met UNIX-werkstations 16 Tekenbreedte, optie 33 tekens per inch 33 Twisted Pair-kabel 19 Type gateway, optie 25
U UNIX externe printernaam 55 in TCP/IP-netwerk 16 printcap-bestand 55 USB-afdrukken 43
V verbeteren van serverprestaties 52
W wachtrijen, alles wissen 42 wachtwoorden beheerdersrechten 11 instellen 11 operatorrechten 12 WebTools Begin 22 Configure 22 Documenten 22 Downloads 22 Windows-afdrukken domeinkwesties 15
59