Xerox® EX Print Server Powered by Fiery® voor de Xerox® iGen 150 Press
Configuratie en instellingen
© 2013 Electronics For Imaging. De informatie in deze publicatie wordt beschermd volgens de Kennisgevingen voor dit product. 45120638 3 september 2013
INHOUD
3
INHOUD INLEIDING
7
Over dit document
7
Terminologie en conventies
8
Fasen van de installatie op het netwerk
9
Batterij-informatie voor de Europese Unie en het Europees Milieuagentschap
SYSTEEMVEREISTEN Toegangs- en beheerniveaus Gebruikers en groepen Afdrukverbindingen
10
11 11 11 14
Blokkeringswachtrij
14
Afdrukwachtrij
14
Directe verbinding
14
Aanvullende beveiligingsfuncties
15
E-mailtoegang tot de EX Print Server beheren
15
IP-adressen en -poorten beperken
16
Beveiligd afdrukken
16
LDAP-authenticatie
16
Netwerkvereisten
16
Netwerkprotocollen
16
Windows-netwerken
17
AppleTalk-netwerken (alleen voor ondersteuning voor downloaden van lettertypen)
17
UNIX-netwerken
17
Fysieke aansluiting op het netwerk
18
Voorbereiding voor instelling van de EX Print Server
19
Ethernetverbinding
19
INHOUD
Vereisten voor computers en mobiele apparaten
4
20
Vereisten voor WebTools
21
Vereisten voor Command WorkStation
21
Vereisten voor Fiery JobMaster, Impose en Compose
21
Vereisten voor mobiele apparaten
22
Vereisten voor Online-Help
22
WebTools
INSTELLEN VANAF EEN CLIENTCOMPUTER
22
24
Configure
24
Fiery-instellingenwizard
25
WEBTOOLS
27
BESCHRIJVING VAN DE OPTIES VAN INSTELLING
28
PS-opties
28
PCL-opties
31
RESERVEKOPIE MAKEN VAN INSTELLINGEN EN DEZE TERUGZETTEN
33
Reservekopie maken/Terugzetten
33
Fiery-systeem terugzetten
34
BEHEER
37
Printerstuurprogramma’s installeren en configureren
37
Wachtwoorden voor besturingssysteem
37
De configuratiepagina afdrukken
38
De EX Print Server starten, afsluiten, rebooten en opnieuw opstarten
38
Proxy-instellingen configureren
39
Extern bureaublad
39
Afgedrukte taken wissen
40
INHOUD
5
Afdrukken vanaf een USB-stick
41
E-mailadresboeken
42
Soorten adresboeken
42
Adresboeken terugzetten
43
Beheerdersopdrachten voor het beheren van adresboeken
44
Afdrukken vanaf mobiele apparaten
45
De EX Print Server instellen voor Rechtstreeks mobiel afdrukken
45
Aanvullende vereisten voor Rechtstreeks mobiel afdrukken
46
VDP-zoekpad
47
Door gebruiker gedefinieerde zoekpaden voor één taak
48
Stations toewijzen
48
Optimale prestaties van de EX Print Server onderhouden
PROBLEMEN OPLOSSEN
49
50
Foutenrapporten voor taken
50
Runtime-foutberichten
51
INDEX
Printer niet gevonden
51
Kan geen verbinding met de EX Print Server maken met hulpprogramma’s
52
Kan geen verbinding met de EX Print Server maken met Command WorkStation
53
55
INLEIDING
7
INLEIDING Dit document is bedoeld voor beheerders van de Xerox EX Print Server Powered by Fiery voor de Xerox iGen 150 Press, waarnaar in dit document wordt verwezen als de EX Print Server. ®
®
®
Dit document beschrijft voornamelijk taken die door de beheerder moeten worden uitgevoerd of gecoördineerd voordat de EX Print Server klaar is voor gebruik. In dit document wordt ervan uitgegaan dat de EX Print Server is uitgepakt uit de verpakking en dat alle vereiste kabels zijn aangesloten vanaf de EX Print Server naar het netwerk, een voedingsbron en de digitale pers, en dat de digitale pers operationeel is. Als u een beheerder bent en een EX Print Server wilt gaan configureren, raden wij u sterk aan dit volledige document zorgvuldig door te lezen, te beginnen met “Fasen van de installatie op het netwerk” op pagina 9.
Over dit document Dit document bevat informatie over de volgende onderwerpen: • Systeemvereisten • Instellen vanaf een clientcomputer • Beschrijving van de opties van Instelling • WebTools • Reservekopie maken van instellingen en deze terugzetten • Beheer • Problemen oplossen
INLEIDING
8
Terminologie en conventies Dit document gebruikt de volgende terminologie en conventies. Term of conventie
Verwijst naar
Aero
EX Print Server (in illustraties en voorbeelden)
Digitale pers
Xerox ® iGen™ 150 Press
EX Print Server
Xerox ® EX Print Server Powered by Fiery ® voor de Xerox ® iGen 150 Press
Titels in cursief
Documenten in dit pakket: Afdrukken, Afdrukken in kleur, Configuratie en instellingen, Fiery Graphic Arts Package, Fierykleurenreferentie, Hulpprogramma’s, Variabele gegevens afdrukken, Voorbeelden van workflows
Windows
Windows 8, Windows 7, Windows XP, Windows Vista, Windows Server 2003/2008/2008 R2/2012 Onderwerpen waarvoor aanvullende informatie beschikbaar is door de Help te openen in de software Tips en informatie
WAARSCHUWING
LET OP
BELANGRIJK
Een waarschuwing met betrekking tot handelingen die kunnen leiden tot de dood of zwaar lichamelijk letsel indien deze niet juist worden uitgevoerd. Let altijd op deze waarschuwingen voor een veilig gebruik van de apparatuur. Een waarschuwing met betrekking tot handelingen die kunnen leiden tot lichamelijk letsel indien deze niet juist worden uitgevoerd. Let altijd op deze waarschuwingen voor een veilig gebruik van de apparatuur. Vereisten en beperkingen met betrekking tot handelingen. Lees deze onderdelen altijd goed voor een juist gebruik van de apparatuur en om beschadiging aan apparatuur of eigendommen te voorkomen.
INLEIDING
9
Fasen van de installatie op het netwerk Voor de installatie van de EX Print Server op een netwerk moet de netwerkomgeving worden geconfigureerd, de EX Print Server worden aangesloten, computers worden voorbereid voor afdrukken en de EX Print Server na de installatie worden beheerd. Configureer het netwerk en de servers en zorg dat er een actieve netwerkverbinding is voordat u netwerkinstellingen in Instelling configureert. Dit geeft de EX Print Server de mogelijkheid om op het netwerk naar zones, servers en wachtrijen op servers te zoeken. Telkens als u de configuratie van de EX Print Server, de digitale pers of het netwerk op uw locatie verandert, moet u de instellingen aanpassen aan de gewijzigde omgeving. Voor het wijzigen van netwerk- of poortinstellingen kan het nodig zijn dat u ook andere opties in Instelling wijzigt. DE EX PRINT SERVER INSTALLEREN OP HET NETWERK 1 Configureer de netwerkomgeving.
Configureer de netwerkservers om de gebruikers toegang te geven tot de EX Print Server als een netwerkprinter. Raadpleeg pagina 16 voor informatie over het configureren van netwerkservers in Windows- en UNIX-netwerkomgevingen wanneer deze specifiek betrekking hebben op de EX Print Server. Raadpleeg de documentatie bij uw netwerk voor meer informatie over het gebruik van uw netwerk. 2 Sluit de EX Print Server fysiek aan op een functionerend netwerk.
Maak een netwerkknooppunt voor de EX Print Server. Zorg voor een kabel en leid deze naar de plaats waar de EX Print Server wordt geïnstalleerd, en sluit de kabel aan op de netwerkaansluiting van de EX Print Server. Raadpleeg pagina 18 voor meer informatie. 3 Stel de EX Print Server in.
Configureer de EX Print Server voor uw afdruk- en netwerkomgeving (zie pagina 24). 4 Bereid computers voor op afdrukken.
Installeer de bestanden die nodig zijn om af te drukken, installeer gebruikerssoftware en verbind de computers met het netwerk. De installatie van de software wordt beschreven in Afdrukken.
INLEIDING
10
Batterij-informatie voor de Europese Unie en het Europees Milieuagentschap BELANGRIJK
Dit symbool geeft aan dat de batterijen en accu’s die in dit product worden gebruikt gescheiden van huishoudelijk afval moeten worden weggeworpen in overeenstemming met EU-richtlijn 2006/66/EG (“Richtlijn”) en lokale vereisten. Als onder het getoonde symbool een chemisch symbool is afgedrukt, in overeenstemming met de Richtlijn, geeft dit aan dat in deze batterij of accu een zwaar metaal (Hg = kwik, Cd = cadmium, Pb = lood) aanwezig is met een concentratie boven een bepaalde drempel die in de Richtlijn wordt vermeld. Batterijen en accu’s mogen niet als ongesorteerd stedelijk afval worden weggegooid. Gebruikers van batterijen en accu’s moeten gebruik maken van de beschikbare inzamelingsen recyclingsystemen voor batterijen en accu’s. Als uw product niet-verwijderbare batterijen bevat, valt het gehele product al onder de EU-richtlijn voor AEEA (afgedankte elektrische en elektronische apparatuur) en moet dit worden ingeleverd bij een van de bevoegde inzamelingssystemen voor AEEA. Bij het inzamelingssysteem worden passende maatregelen genomen voor de recycling en verwerking van het product, met inbegrip van de batterijen. Deelname van eindgebruikers aan de inzameling en recycling van batterijen en accu’s is van belang om elke mogelijke invloed van in batterijen en accu’s gebruikte stoffen op het milieu en de menselijke gezondheid tot een minimum te beperken. In de EU zijn er gescheiden inzamelings- en recyclingsystemen voor batterijen en accu’s. Als u meer wilt weten over beschikbare recyclingsystemen voor batterijen en accu’s in uw omgeving, neemt u dan contact op met uw lokale gemeente, afvalbeheer of afvalverwerkingsbedrijf.
SYSTEEMVEREISTEN
11
SYSTEEMVEREISTEN Voordat u de EX Print Server instelt, raden wij u sterk aan alle systeemvereisten te controleren.
Toegangs- en beheerniveaus Tijdens het configureren van de EX Print Server in Instelling implementeert u een bepaald beheerniveau door de volgende elementen te configureren: • Gebruikers en groepen • Afdrukverbindingen • Toegang tot WebTools
Gebruikers en groepen Met Configure kunt u gebruikers maken, wachtwoorden toewijzen aan gebruikers, groepen met specifieke rechten maken en gebruikers toewijzen aan groepen. Verscheidene groepen zijn standaard ingesteld en u kunt nieuwe groepen maken. Alle gebruikers in een groep hebben dezelfde rechten. U kunt niet alleen de gebruikers die u hebt gemaakt toewijzen aan een groep, maar ook gebruikers toevoegen uit de algemene adreslijst van uw organisatie, indien u LDAP-services op de EX Print Server inschakelt. Het volgende onderwerp is een overzicht dat is ontwikkeld om u te helpen een beveiligingsstrategie voor te bereiden. Raadpleeg de Help van Configure voor meer informatie, inclusief specifieke procedures. U kunt gedetailleerde informatie weergeven over gebruikers en groepen die u hebt gemaakt vanuit Configure in Command WorkStation. Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie.
SYSTEEMVEREISTEN
12
Gebruikersauthenticatie De term “gebruikersauthenticatie” betekent dat de EX Print Server controleert of de gebruiker die een taak verzendt, bij een groep hoort en of de groep afdrukprivileges heeft (“Afdrukken in zwart-wit” of “Afdrukken in kleur en zwart-wit”). BELANGRIJK
De EX Print Server verplicht standaard geen gebruikersauthenticatie. Zelfs als u wachtwoorden toewijst aan gebruikers en gebruikers toewijst aan groepen, wordt geen authenticatie uitgevoerd tenzij u de optie Gebruikers toestaan af te drukken zonder authenticatie uitschakelt (in Configure > Gebruikers en groepen). Als deze optie is geselecteerd, kan iedereen afdrukken naar de EX Print Server. O PMERKING : U kunt niet tegelijkertijd authenticatie van de EX Print Server en van de digitale
pers inschakelen. Als u wilt dat gebruikers hun gebruikersnaam en wachtwoord invoeren (als u de optie Gebruikers toestaan af te drukken zonder authenticatie uitschakelt), moet de gebruikers deze informatie invoeren in het printerstuurprogramma wanneer deze afdrukken. Gebruikers moeten hun gebruikersnaam en wachtwoord opgeven als deze bestanden maken vanaf het printerstuurprogramma om deze later af te drukken (zoals een e-mailbijlage die wordt verzonden naar de EX Print Server). Omdat taken die via FTP worden verzonden, geen printerstuurprogramma vereisen, kunt u opgeven dat FTP-taken worden geverifieerd (raadpleeg Configure > Netwerk > Services > FTP > Wachtwoord vereisen voor afdrukken). Wachtwoorden Wanneer u een gebruiker maakt in Configure > Gebruikers en groepen, kunt u een wachtwoord instellen voor de gebruiker. Stel wachtwoorden in voor Beheerder (standaardgebruiker in de groep Beheerders) en Operator (standaardgebruiker in de groep Operatoren) in Configure > Server > Wachtwoord. U kunt ook tijdens de eerste instelling een wachtwoord voor de Beheerder instellen met de Fiery-instellingenwizard. BELANGRIJK
De standaardwachtwoorden voor Beheerder en Operator zijn Fiery.1 (hoofdlettergevoelig). U wordt sterk aangeraden de wachtwoorden periodiek te wijzigen om de EX Print Server te beschermen tegen ongeoorloofde wijzigingen. Raadpleeg “Fiery-instellingenwizard” op pagina 25, “Beheerdersrechten” op pagina 13, “Operatorrechten” op pagina 13 en de Help van Configure voor meer informatie. Wachtwoorden voor besturingssysteem Aangezien de EX Print Server een op Windows gebaseerd systeem is, is een wachtwoord voor het Windows-besturingssysteem vereist, dat losstaat van het beheerderswachtwoord en het operatorwachtwoord (raadpleeg pagina 37).
BELANGRIJK
Het standaardwachtwoord voor het Windows-besturingssysteem is Fiery.1 (hoofdlettergevoelig). U wordt sterk aangeraden de wachtwoorden periodiek te wijzigen om de EX Print Server te beschermen tegen ongeoorloofde wijzigingen.
SYSTEEMVEREISTEN
13
Beheerdersrechten Gebruikers in de groepen Beheerders en Operatoren hebben rechten naast de rechten die u instelt wanneer u groepen maakt. Gebruikers in de beheerdersgroep hebben het hoogste beheerniveau. De beheerdersrechten omvatten: • De EX Print Server configureren met Configure of de gebruikersinterface van de pers • Groepen toevoegen en verwijderen • Gebruikers toevoegen en verwijderen • Wachtwoorden voor gebruikers instellen en wijzigen • Het takenlogboek verwijderen, afdrukken, exporteren of weergeven • Printtaken van gebruikers verwijderen, weergeven en wijzigen • Alle taakgegevens van de EX Print Server wissen • Taken in zwart-wit of kleur afdrukken • Afdrukverbindingen publiceren • Lettertypen verwijderen • Afdruktaken beheren met de hulpmiddelen voor taakbeheer • Afdrukinstellingen vervangen • Standaardinstellingen voor afdrukopties bepalen • De EX Print Server kalibreren Operatorrechten Gebruikers in de groepen Beheerders en Operatoren hebben rechten naast de rechten die u instelt wanneer u groepen maakt. Gebruikers in de operatorgroep beheren afdruktaken via de hulpmiddelen voor taakbeheer, inclusief: • Takenlogboek weergeven • Printtaken van andere gebruikers verwijderen, weergeven en wijzigen • Taken in zwart-wit of kleur afdrukken • Alle taakgegevens van de EX Print Server wissen • De EX Print Server kalibreren (indien toegestaan door de beheerder) Gastrechten (geen wachtwoord) Een gebruiker heeft geen wachtwoord nodig om zich vanuit de hulpmiddelen voor taakbeheer aan te melden als gastgebruiker. Een gastgebruiker kan de status van actieve taken bekijken, maar kan geen wijzigingen aanbrengen in taken of in de status van de EX Print Server.
SYSTEEMVEREISTEN
14
Afdrukverbindingen De EX Print Server ondersteunt de volgende afdrukverbindingen: Blokkeringswachtrij, Afdrukwachtrij en Directe verbinding. U activeert of “publiceert” deze afdrukverbindingen voor de gebruikers op het netwerk wanneer u de printerinstellingen configureert. Alle gepubliceerde verbindingen worden constant gecontroleerd op de aanwezigheid van taken. Via de afdrukwachtrij en de directe verbinding hebben gebruikers meer directe toegang tot de EX Print Server dan via de blokkeringswachtrij. Publiceer de afdrukwachtrij en de directe verbinding daarom niet in omgevingen waarin een maximale controle vereist is. U kunt ook de wachtrij Afgedrukt inschakelen. Dit is een opslaggebied voor de meest recente taken uit de afdrukwachtrij. Via de wachtrij Afgedrukt kunnen gebruikers deze taken opnieuw afdrukken met de taakbeheerhulpprogramma’s (zoals Command WorkStation). O PMERKING : Als u de hulpprogramma’s en WebTools wilt gebruiken, moet u ten minste één afdrukverbinding inschakelen.
Blokkeringswachtrij Taken die naar de blokkeringswachtrij zijn verzonden, worden op de vaste schijf van de EX Print Server geplaatst zodat deze later kunnen worden afgedrukt of meerdere malen kunnen worden afgedrukt. Aangezien de blokkeringswachtrij een opslagruimte is, kunnen de daar opgenomen taken alleen worden afgedrukt met behulp van de hulpmiddelen voor taakbeheer.
Afdrukwachtrij De afdrukwachtrij is de standaardwachtrij van de EX Print Server. Taken die naar de afdrukwachtrij zijn verzonden, worden verwerkt en afgedrukt in de volgorde waarin deze zijn ontvangen. Taken waaraan een operator een bepaalde prioriteit heeft toegekend via de hulpmiddelen voor taakbeheer en taken die via de directe verbinding zijn verzonden, hebben prioriteit boven taken die naar de afdrukwachtrij zijn verzonden.
Directe verbinding Met de directe verbinding worden taken direct naar de EX Print Server verzonden, maar alleen wanneer de EX Print Server niet actief is. Als de EX Print Server bezig is, blijft de taak aanwezig op de computer van de gebruiker totdat de EX Print Server klaar is. Vervolgens wordt de taak verwerkt zodra de vorige taak is beëindigd en voordat de volgende taak in de wachtrij wordt verwerkt. De directe verbinding is bedoeld voor het downloaden van lettertypen en voor gebruik met testtoepassingen die Upstream-kanaalgegevens van de EX Print Server nodig hebben. In het algemeen wordt het niet aangeraden dat u de directe verbinding gebruikt voor het afdrukken van taken. O PMERKING : Als u lettertypen wilt downloaden naar de EX Print Server, moet u eerst de directe verbinding publiceren.
SYSTEEMVEREISTEN
BELANGRIJK
15
In de meeste gevallen worden taken die via de directe verbinding worden verzonden, niet opgeslagen op de EX Print Server en deze kunnen dus niet worden geselecteerd voor opnieuw afdrukken, verplaatsen of verwijderen. De directe verbinding biedt dus enige beveiliging voor vertrouwelijke bestanden. Taken die naar de directe verbinding zijn verzonden, worden wel in het takenlogboek vermeld. Dit is uitsluitend om administratieve redenen. Voor de zekerheid raden wij u echter aan Veilig wissen te gebruiken. Bepaalde taken die naar de directe verbinding worden verzonden, veroorzaken het opslaan van tijdelijke bestanden op de EX Print Server. Dit probleem kan optreden met de volgende soorten taken: • PDF-taken • TIFF-taken • Taken met de volgende instellingen: – Afdrukken in omgekeerde volgorde (voor grote taken) – Booklet Maker – Gemengde media – Scheidingen combineren – Paper Catalog
Aanvullende beveiligingsfuncties Naast de traditionele beveiligingsfuncties zoals wachtwoorden, kunt u de volgende functies gebruiken om de veiligheid van de EX Print Server te verzekeren: • E-mailtoegang • IP-adressen en -poorten • Beveiligd afdrukken • LDAP-authenticatie
E-mailtoegang tot de EX Print Server beheren Omdat u gebruikers toestemming kunt geven voor het afdrukken van bestandsbijlagen in e-mailberichten die naar de EX Print Server zijn verzonden, aanvaardt de EX Print Server alleen geldige bijlagen (bijvoorbeeld PostScript- of PDF-bestanden). Normaal gesproken moeten via e-mail verzonden virussen door de ontvanger worden uitgevoerd. Bijlagen die geen geldige bestanden zijn, worden door de EX Print Server geweigerd. Omdat bestandstypen zoals .bat, .vbs en .exe virusactiviteiten kunnen veroorzaken, verwerkt de EX Print Server deze bestandstypen niet. De EX Print Server negeert ook e-mails in RTF-indeling (Rich Text Format) of HTML-indeling (Hypertext Markup Language) en alle JavaScript-code die in e-mails voorkomt.
SYSTEEMVEREISTEN
16
Op de EX Print Server kunt u lijsten van geautoriseerde e-mailadressen definiëren. Elk e-mailbericht dat de EX Print Server ontvangt van een e-mailadres dat niet op deze lijst voorkomt, wordt verwijderd. Raadpleeg pagina 42 voor meer informatie.
IP-adressen en -poorten beperken Om ongeoorloofde verbindingen met de EX Print Server te beperken, kunt u alleen gebruikers toelaten met IP-adressen die binnen een bepaald bereik vallen. U kunt onnodige poorten sluiten om ongewenste toegang via het netwerk te weigeren. Opdrachten of taken die door een ongeoorloofd IP-adres worden verzonden, worden door de EX Print Server genegeerd.
Beveiligd afdrukken Met deze optie kunt u zeer delicate of vertrouwelijke bestanden afdrukken. Een gebruiker die met het printerstuurprogramma een bestand afdrukt, geeft de taak een wachtwoord. De gebruiker moet dat wachtwoord vervolgens op de digitale pers invoeren om de taak te kunnen afdrukken. Raadpleeg Afdrukken voor meer informatie.
LDAP-authenticatie Wanneer LDAP-communicatie is ingeschakeld om namen en andere informatie van mensen op uw locatie op te vragen, kunt u het soort authenticatie instellen. Raadpleeg de Help van Configure voor meer informatie.
Netwerkvereisten Voordat u de EX Print Server installeert op het netwerk, raden wij u sterk aan “Fasen van de installatie op het netwerk” op pagina 9 door te lezen. Stap 1 van het installeren van de EX Print Server op het netwerk is het configureren van de netwerkomgeving. U moet de netwerkservers configureren om de gebruikers toegang te geven tot de EX Print Server als een netwerkprinter.
Netwerkprotocollen Wanneer de EX Print Server is aangesloten op een netwerk, werkt deze als een netwerkprinter. De EX Print Server ondersteunt de volgende netwerkprotocollen: • TCP/IP, met inbegrip van de protocollen DHCP, FTP, HTTP, IMAP, IPP, IPv4, IPv6, LDAP, LPD, LPR, NBT, POP3, Port 9100, SMB, SMTP, SNMP, SNTP en SSL/TLS • AppleTalk (alleen voor downloaden van lettertypen), Bonjour Deze protocollen kunnen tegelijkertijd op dezelfde kabel worden gebruikt. Computers die andere protocollen gebruiken, kunnen afdrukken via een server die een van de ondersteunde protocollen gebruikt. De EX Print Server schakelt automatisch naar het juiste protocol en verwerkt alle verbindingen tegelijkertijd.
SYSTEEMVEREISTEN
17
Windows-netwerken De EX Print Server heeft een geldig IP-adres, subnetmasker en adres van de gateway nodig.
U kunt deze gegevens handmatig typen of het DHCP-protocol gebruiken om de adressen dynamisch toe te wijzen. Zorg dat de naam en het adres van de EX Print Server zijn opgenomen in een DNS-database (Domain Name Server) of een database met hostnamen die door uw systeem wordt gebruikt. Als er meerdere EX Print Server-afdrukverbindingen worden gepubliceerd (bijvoorbeeld zowel de afdrukwachtrij als de blokkeringswachtrij), kunt u een printer definiëren voor elke afdrukverbinding, zodat de gebruikers direct naar elke verbinding kunnen afdrukken. Configureer de EX Print Server met de juiste Windows-domeinnaam.
Dit is vooral belangrijk voor Windows-afdrukken, ook wel SMB-afdrukken (Server Message Block) genoemd. Om Microsoft Active Directory te gebruiken, moet u de EX Print Server aan een domein toewijzen. Als u de EX Print Server aan een werkgroep toewijst, kunt u Microsoft Active Directory niet gebruiken.
AppleTalk-netwerken (alleen voor ondersteuning voor downloaden van lettertypen) AppleTalk-netwerken ondersteunen het downloaden van lettertypen alleen als u AppleTalk inschakelt in Configure. U moet Bonjour in Instelling inschakelen om Mac OS-computers toegang te geven tot Bonjour-printers.
UNIX-netwerken • Wanneer u een UNIX-werkstation configureert met het LPR-protocol en verbinding maakt met de EX Print Server via een TCP/IP-netwerk, kunt u rechtstreeks afdrukken naar de EX Print Server. • UNIX-werkstations kunnen alleen worden ingesteld door een beheerder met rechten op het “root”-niveau. Na de eerste configuratie kunnen UNIX-gebruikers afdruktaken verzenden naar een benoemde printer. • De EX Print Server is een printercontroller die ondersteuning biedt voor LPR-protocollen. • De EX Print Server heeft een externe printernaam die u moet gebruiken om ermee te kunnen communiceren.
SYSTEEMVEREISTEN
18
Ongeacht het UNIX-werkstation dat u gebruikt, moet u tijdens de configuratie van het netwerk voor de EX Print Server een van de volgende namen gebruiken voor de externe printer (of rp in het bestand /etc/printcap): • print • hold
• naam van virtuele printer Computers in een TCP/IP-netwerk kunnen rechtstreeks naar de EX Print Server afdrukken als een externe printer, of kunnen afdrukken naar Windows Server 2003/Server 2008/ Server 2008 R2/Server 2012- of UNIX-werkstations die als afdrukserver zijn ingesteld.
Fysieke aansluiting op het netwerk Voordat u de EX Print Server installeert op het netwerk, raden wij u sterk aan “Fasen van de installatie op het netwerk” op pagina 9 door te lezen. Stap 2 van het installeren van de EX Print Server op het netwerk is het fysiek aansluiten van de EX Print Server op het netwerk. Gebruik de netwerkpoort op de EX Print Server. Aansluitingenpaneel van de EX Print Server Legende 1. Stroomaansluiting 2. Aan-uitschakelaar 3. USB-poorten (voor toetsenbord, monitor en spectrofotometer) 4. Netwerkpoort 5. Persinterfacepoort 6. Glasvezelpoorten 7. Monitorpoort (VGA) (configuratie kan variëren) 8. Steunafdekplaatje
O PMERKING : Niet-gemerkte aansluitingen worden niet gebruikt.
1 2
4 3 5
8
6 7
SYSTEEMVEREISTEN
19
Voorbereiding voor instelling van de EX Print Server Als voorbereiding op het afdrukken op uw locatie moet u de EX Print Server configureren (“Instelling”) om de netwerkomgeving op te geven en te bepalen welke soorten afdruktaken u zult uitvoeren. Voordat u met de instelling begint, moet u beslissen welke toegangsniveaus u wilt implementeren, zoals wachtwoorden en andere beveiligingsfuncties van de EX Print Server. Omdat veel van deze beveiligingsfuncties aan elkaar gekoppeld zijn, moet u de informatie aandachtig lezen om een doeltreffend beveiligingssysteem te plannen en de instelling vervolgens in die zin uitvoeren.
Ethernetverbinding Voor ethernetverbindingen ondersteunt de EX Print Server Unshielded Twisted Pairbekabeling (UTP) voor de volgende netwerksnelheden: • 10BaseT: Categorie 3 of hoger • 100BaseTX: Categorie 5 of hoger (4 paar/8 draden, korte lengte) • 1000BaseT: Categorie 5e of hoger (4 paar/8 draden, korte lengte) VERBINDING MAKEN MET HET NETWERK 1 Schakel de digitale pers en de EX Print Server uit (raadpleeg pagina 38). 2 Sluit de netwerkkabel aan op de netwerkconnector (RJ-45) aan de achterkant van de EX Print Server (raadpleeg pagina 18).
Als u bang bent dat zonder autorisatie informatie wordt gehaald uit de ethernetpoort van de EX Print Server, kunt u de ethernetpoort desgewenst beveiligen. 3 Schakel de EX Print Server en de digitale pers in.
Zet de aan-uitschakelaar op de EX Print Server in de ingeschakelde stand en druk vervolgens op de aan-uitknop (raadpleeg pagina 18).
SYSTEEMVEREISTEN
20
Vereisten voor computers en mobiele apparaten Voor de installatie van de gebruikerssoftware van de EX Print Server vanaf dvd of gedownload van internet, moet de clientcomputer of het mobiele apparaat voldoen aan de minimale systeemvereisten. In de onderstaande tabellen ziet u deze vereisten. Minimumvereisten voor
Windows
Mac OS
Besturingssysteem
Windows-printerstuurprogramma’s en Fierytoepassingen worden ondersteund op de volgende besturingssystemen (met meest recente servicepack):
Mac-printerstuurprogramma’s en Fierytoepassingen worden ondersteund op de volgende besturingssystemen (op Mac OS-computers met Intel-processor):
O PMERKING : Zowel 32-bits als 64-bits versies worden ondersteund, tenzij anders vermeld. •
Windows XP: Home, Professional
•
Windows Vista: Home Basic Edition, Home Premium Edition, Ultimate Edition, Business Edition, Enterprise Edition
•
Windows 7: Home Premium, Professional, Ultimate
•
Windows 8: Windows 8 Edition, Windows 8 Pro Edition, Windows 8 Enterprise Edition
•
Windows Server 2003: Standard Edition, Enterprise Edition, Datacenter Edition
•
Windows Server 2003: SP1 (alleen 64-bits), R2
•
Windows Server 2008: Standard Edition, Enterprise Edition, Datacenter Edition, Web Server
•
Windows Server 2008 R2 (alleen 64-bits): Foundation Edition, Standard Edition, Enterprise Edition, Datacenter Edition, Web Server, met Itanium-processor
•
Windows Server 2012 (alleen 64-bits): Foundation Edition, Essentials Edition, Standard Edition, Datacenter Edition
•
Mac OS v10.5.x (ook ondersteuning voor Mac OS-computers met PowerPC G5-processor)
•
Mac OS v10.6
•
Mac OS v10.7
•
Mac OS v10.8
O PMERKING : Job Monitor wordt niet ondersteund op 64-bits besturingssystemen. Geheugen voor afdrukken en hulpprogramma’s (behalve Command WorkStation)
500 MB (2 GB aanbevolen)
500 MB (1 GB aanbevolen)
Vaste-schijfruimte (behalve Command WorkStation)
1 GB (2 GB aanbevolen)
500 MB (1 GB aanbevolen)
Netwerkprotocol
TCP/IP
TCP/IP, EtherTalk, Bonjour
SYSTEEMVEREISTEN
21
Vereisten voor WebTools Raadpleeg pagina 22 voor meer informatie over WebTools. Vereiste
Windows
Mac OS
Internetbrowser met Javaondersteuning
•
Internet Explorer 6 of hoger
•
Safari 5 of hoger
•
Firefox 10 of hoger
•
Firefox 10 of hoger
O PMERKING : Microsoft brengt regelmatig nieuwe updates van Internet Explorer uit. Aangezien niet voor alle versies ondersteuning kan worden gegarandeerd, kunt u het best de hier genoemde versies gebruiken. Beeldscherm
800 x 600 schermresolutie
Grafische kaart
16-bits kleuren
Netwerkprotocol
TCP/IP
Overige
•
Web Services, geactiveerd op de EX Print Server
•
IP-adres of DNS-naam van de EX Print Server
O PMERKING : Bij bepaalde versies van Firefox op Mac OS kunt u mogelijk geen wachtwoorden invoeren in Configure. Gebruik in dit geval Safari in plaats van Firefox.
Vereisten voor Command WorkStation Vereiste
Windows
Mac OS
Processor
Pentium 4, 1,0 GHz of sneller
Macintosh G5, 1,6 GHz of sneller
Vaste-schijfruimte
3 GB
RAM-geheugen
1 GB
Beeldscherm
1024 x 768 schermresolutie
Grafische kaart
16-bits kleuren
Netwerkprotocol
TCP/IP
Vereisten voor Fiery JobMaster, Impose en Compose • Command WorkStation O PMERKING : De clientcomputer moet aan alle systeemvereisten voor Command WorkStation voldoen om Fiery JobMaster, Impose en Compose te kunnen gebruiken.
• Geactiveerde licentie op elke clientcomputer • Acrobat/PitStop-software
SYSTEEMVEREISTEN
22
Vereisten voor mobiele apparaten Rechtstreeks mobiel afdrukken wordt ondersteund op de volgende mobiele apparaten met iOS 4.2 of hoger en afdrukfunctionaliteit: • iPad (eerste generatie of hoger) • iPhone (4, 4S, 5) • iPod touch (derde generatie of hoger)
Vereisten voor Online-Help De Help-bestanden voor de Fiery-hulpprogramma’s zijn ontwikkeld voor gebruik met Microsoft Internet Explorer v5.5 of hoger. Als u andere browsers gebruikt, bijvoorbeeld Safari of eerdere versies van Internet Explorer, wordt de Help mogelijk niet juist weergegeven. Als in de browser pop-upblokkering wordt gebruikt, worden Help-bestanden hierdoor mogelijk geblokkeerd. In dit geval moet u pop-upblokkering tijdelijk uitschakelen om Helpbestanden te kunnen weergeven. Als in de browser de geavanceerde Internet-optie voor het weergeven van meldingen over scriptfouten is ingeschakeld, wordt mogelijk een waarschuwingsvenster getoond voordat de pagina van het Help-bestand wordt weergegeven. U kunt dit waarschuwingsvenster vermijden door de optie “Melding van elke scriptfout weergeven” op het tabblad Geavanceerd in het dialoogvenster Internet-opties uit te schakelen. Er kan ook een waarschuwingsbericht worden weergegeven in de statusbalk, maar deze fout heeft geen invloed op de inhoud van het Helpbestand.
WebTools De EX Print Server kan toegang tot het internet of een intranet ondersteunen met behulp van WebTools vanaf Windows- en Mac OS-computers. Raadpleeg pagina 27 om WebTools in te schakelen. Begin Begin biedt actuele informatie over geïnstalleerde opties en de taken die worden verwerkt en afgedrukt op de EX Print Server. U hebt geen wachtwoord nodig om deze WebTool te gebruiken. Raadpleeg Hulpprogramma’s voor meer informatie. Downloads Met Downloads kunnen gebruikers installatieprogramma’s voor printerstuurprogramma’s en andere software rechtstreeks downloaden van de EX Print Server. U hebt geen wachtwoord nodig om deze WebTool te gebruiken. Raadpleeg Afdrukken en Hulpprogramma’s voor meer informatie.
SYSTEEMVEREISTEN
23
Documenten Met Documenten kunnen gebruikers taken in hun postvakken op de EX Print Server openen, beheren en wijzigen, en taken naar de EX Print Server verzenden. Raadpleeg de Help van WebTool Documenten voor meer informatie. Scaninstellingen Met Scaninstellingen kunt u scansjablonen definiëren vanaf een externe computer. Deze scansjablonen zijn toegankelijk vanaf de digitale pers wanneer u een bestand scant. De beheerder heeft volledige toegang tot alle scansjablonen. Daarnaast kan de beheerder nieuwe scansjablonen in Scaninstellingen maken en scansjablonen importeren en exporteren. Raadpleeg Hulpprogramma’s voor algemene informatie over scannen. Raadpleeg de Help van WebTool Scaninstellingen voor informatie over Scaninstellingen. Configure Met Configure kunt u opties van de EX Print Server bekijken en wijzigen vanaf een computer. Voor deze functie is het beheerderswachtwoord nodig.
INSTELLEN VANAF EEN
CLIENTCOMPUTER
24
INSTELLEN VANAF EEN CLIENTCOMPUTER Nadat u de EX Print Server de eerste keer hebt gestart of nadat u systeemsoftware hebt geïnstalleerd, moet u de EX Print Server instellen. Als u dit niet doet, worden de standaardinstellingen gebruikt. Zorg dat de instellingen geschikt zijn voor uw afdrukomgeving. Als uw netwerk- of afdrukomgeving wijzigt, moet de instellingen mogelijk aanpassen. Gebruik Configure om instellingen te wijzigen en de EX Print Server in te stellen. Raadpleeg pagina 24 voor meer informatie. Bij de eerste instelling kunt u de Fiery-instellingenwizard gebruiken om de instellingen voor taal, land, server en afdrukomgeving te configureren. Raadpleeg pagina 25 voor meer informatie.
Configure Op de volgende manieren kunt u meer informatie vinden over het gebruik van Configure: • Als u Configure opent vanuit een internetbrowser, klikt u op het Help-pictogram op het tabblad Configureren in WebTools. • Als u Configure opent vanuit Command WorkStation, raadpleegt u de Help van Command WorkStation. CONFIGURE OPENEN VANAF EEN INTERNETBROWSER 1 Open een internetbrowser en voer het IP-adres van de EX Print Server in. 2 Klik op Configure starten op het tabblad Configureren in WebTools. 3 Meld u aan met beheerdersrechten.
CONFIGURE OPENEN VANUIT COMMAND WORKSTATION 1 Voer een van de volgende stappen uit als beheerder in Command WorkStation:
• Klik op Configure in het menu Server. • Klik op Configure op het tabblad Algemeen of Gebruikers in Apparaatcentrum.
INSTELLEN VANAF EEN
CLIENTCOMPUTER
25
2 Als het dialoogvenster Fiery-instellingen wordt weergegeven, klikt u op Configure.
Als u de eerste instelling nog niet hebt voltooid, kunt u in plaats hiervan klikken op Fieryinstellingenwizard. Raadpleeg “Fiery-instellingenwizard” op pagina 25 voor meer informatie. Als u de Fiery-instellingenwizard gebruikt (vanuit Command WorkStation of WebTools) en klikt op Voltooien aan het einde van de wizard, wordt het dialoogvenster Fiery-instellingen nergens opnieuw weergegeven.
Fiery-instellingenwizard De Fiery-instellingenwizard leidt u door de eerste instelling om de EX Print Server te configureren voor de afdrukomgeving. BELANGRIJK
De Fiery-instellingenwizard is alleen beschikbaar voor de eerste instelling en wanneer u systeemsoftware opnieuw installeert. Als u de Fiery-instellingenwizard gebruikt (vanuit Command WorkStation of WebTools) en klikt op Voltooien aan het einde van de wizard, wordt het dialoogvenster Fiery-instellingen nergens opnieuw weergegeven. De Fiery-instellingenwizard leidt u door het volgende proces: 1 Kies een standaardtaal. 2 Geef de landinstellingen op. 3 Geef de serverinstellingen op. 4 Kies een afdrukomgevingsconfiguratie.
Een afdrukomgevingsconfiguratie bevat standaardinstellingsopties voor een bepaalde afdrukomgeving. U kunt kiezen uit een van de volgende configuraties die het best passen bij uw afdrukomgeving: • Grafisch en proefdrukken • Productie • Handel U kunt er ook voor kiezen de fabrieksinstellingen van de EX Print Server te gebruiken voor uw afdrukomgeving in plaats van een afdrukomgevingsconfiguratie te kiezen. 5 Configureer instellingsopties voor een gekozen afdrukomgeving.
Nadat u de Fiery-instellingenwizard hebt voltooid, kunt u aanvullende wijzigingen in de EX Print Server aanbrengen in Configure.
INSTELLEN VANAF EEN
CLIENTCOMPUTER
26
FIERY-INSTELLINGENWIZARD OPENEN VANUIT WEBTOOLS 1 Open een internetbrowser en voer het IP-adres van de EX Print Server in. 2 Ga naar het tabblad Begin in WebTools en klik naast “De eerste instelling van de Fierycontroller is niet voltooid” op “Klik hier om door te gaan.”
FIERY-INSTELLINGENWIZARD OPENEN VANUIT COMMAND WORKSTATION 1 Voer een van de volgende stappen uit als beheerder in Command WorkStation:
• Klik op Configure in het menu Server. • Klik op Configure op het tabblad Algemeen of Gebruikers in Apparaatcentrum. 2 Klik op Fiery-instellingenwizard in het dialoogvenster Fiery-instellingen.
Als u toegang wilt krijgen tot alle beschikbare opties, kunt u in plaats hiervan klikken op Configure. Raadpleeg “Configure” op pagina 24 voor meer informatie. Als u de Fiery-instellingenwizard gebruikt (vanuit Command WorkStation of WebTools) en klikt op Voltooien aan het einde van de wizard, wordt het dialoogvenster Fiery-instellingen nergens opnieuw weergegeven.
WEBTOOLS
27
WEBTOOLS Met WebTools kunt u de EX Print Server op afstand beheren via het internet of uw bedrijfsintranet. Nadat u WebTools hebt ingeschakeld, kunt u deze openen vanaf een netwerkcomputer. Controleer of de opties voor Netwerkinstellingen juist zijn voor uw omgeving. Raadpleeg Hulpprogramma’s en de Help van Configure voor meer informatie over WebTools. WEBTOOLS INSCHAKELEN 1 Schakel TCP/IP-netwerk in op een van de volgende locaties:
• Voer Netwerkinstellingen uit in Instelling. • Klik op Netwerk > Protocol > TCP/IP in Configure. 2 Voer de volgende stappen uit op elke clientcomputer:
• Wijs een geldig, uniek IP-adres en subnetmasker toe en indien nodig een gatewayadres. • Zorg ervoor dat op de computer een ondersteunde internetbrowser is geïnstalleerd en dat Java is ingeschakeld in de browser. WEBTOOLS STARTEN 1 Start een internetbrowser en typ het IP-adres of de DNS-naam van de EX Print Server. 2 Klik op het tabblad dat overeenkomt met de WebTool die u wilt gebruiken.
BESCHRIJVING VAN
DE OPTIES VAN INSTELLING
28
BESCHRIJVING VAN DE OPTIES VAN INSTELLING De volgende tabellen beschrijven afdrukopties (in alfabetische volgorde) en de bijbehorende standaardwaarden. Desgewenst kunt u de huidige instellingen bepalen door de configuratiepagina af te drukken (raadpleeg pagina 38). Raadpleeg de Help van Configure voor informatie over niet-vermelde opties. Raadpleeg Afdrukken voor meer informatie over afdrukopties.
PS-opties • Kies Configure > PDL > PS om de PS-opties te openen. Optie
Instellingen (standaardinstelling is onderstreept)
Beschrijving
Afbeeldingsmodus Digital Press
160 punten, 180 punten, 210 punten, 250 punten
Selecteer het raster dat u voor de afdruktaak wilt gebruiken.
Afdrukken tot PS-fout
Ja, Nee
Geef op of de EX Print Server het beschikbare gedeelte van een afdruktaak afdrukt wanneer een PostScript-fout optreedt. Selecteer Ja om het deel van de taak af te drukken dat vóór het optreden van de fout was verwerkt. Selecteer Nee om de afdruktaak helemaal te annuleren wanneer een PostScript-fout optreedt. Laat deze optie ingesteld op Nee, tenzij u problemen hebt met afdrukken.
Collationering
Gecollationeerd, Niet-gecollationeerd
Selecteer hoe u afdruk- of kopieertaken met meerdere pagina’s wilt uitvoeren.
Courier-vervanging toestaan
Ja, Nee
Geef aan of het lettertype Courier moet worden gebruikt voor lettertypen die niet beschikbaar zijn, wanneer bestanden naar de EX Print Server worden gedownload of wanneer u een document afdrukt zonder over het corresponderende printerlettertype te beschikken. Als deze optie is ingesteld op Nee, produceren taken met lettertypen die niet beschikbaar zijn op de vaste schijf van de EX Print Server een PostScript-fout en worden deze niet afgedrukt. Deze instelling is niet van toepassing op PDF-bestanden omdat bij dit type bestanden lettertypevervanging automatisch wordt uitgevoerd.
DFA-profiel
Geen, Aangepast 1, Aangepast 2, Aangepast 3, Aangepast 4
Selecteer het standaardafwerkingsprofiel dat u wilt gebruiken.
BESCHRIJVING VAN
DE OPTIES VAN INSTELLING
29
Optie
Instellingen (standaardinstelling is onderstreept)
Beschrijving
Master afdrukken
Ja, Nee
Selecteer Ja om een FreeForm-master af te drukken wanneer deze wordt gemaakt en afgedrukt naar de EX Print Server. De master blijft na het afdrukken bewaard op de EX Print Server, tenzij deze later wordt verwijderd. Selecteer Nee om een FreeForm-master alleen te verwerken en te blokkeren op de EX Print Server.
Mediagewicht
89-91 g/m2 (minimum). Andere bereiken zijn beschikbaar in stappen van 3 tot 350 g/m2.
Selecteer het mediagewicht dat u wilt gebruiken.
Omslagpagina
Nee, Ja
Drukt een omslagpagina af (taakoverzicht) met de naam van de gebruiker die de taak heeft verstuurd, de naam van het document, de naam van de server, de tijd waarop de taak is afgedrukt, het aantal afgedrukte pagina’s en de status van de taak. De digitale pers heeft een eigen functie voor het afdrukken van een omslagpagina. Als u deze optie op de digitale pers inschakelt en deze ook op de EX Print Server inschakelt, worden twee omslagpagina’s afgedrukt.
Opvangbak
Varieert afhankelijk van de geïnstalleerde accessoires.
Selecteer waar u de taak wilt uitvoeren.
Papierformaten converteren
Nee, Letter/Tabloid->A4/A3, A4/A3->Letter/Tabloid
Hiermee kunt u papierformaten in documenten automatisch converteren naar de opgegeven standaardpapierformaten. Als u bijvoorbeeld Letter/ Tabloid->A4/A3 selecteert, worden documenten met Letter-formaat automatisch op A4-papier afgedrukt. Deze optie werkt in combinatie met Standaardpapierformaten. Als de optie Papierformaten converteren bijvoorbeeld is ingesteld op Letter/Tabloid>A4/A3 en Standaardpapierformaten is ingesteld op VS, worden taken afgedrukt op het formaat A4/A3. Dit geldt ook voor de systeempagina’s van de EX Print Server, zoals de startpagina, de testpagina en het takenlogboek.
Passend schalen
Aan, Uit
Geef op of een documentformaat moet worden geschaald naar een geselecteerd papierformaat als het documentformaat verschilt van het papierformaat. Als de instelling Uit is geselecteerd en het documentformaat groter is dan het geselecteerde papierformaat, wordt het document bijgesneden tot het papierformaat wanneer het wordt afgedrukt.
PDF- en PS-objecten opslaan in cache
Aan, Uit
Kies of afbeeldingen in PDF- en PS-bestanden in het cachegeheugen worden bewaard, om het opnieuw verwerken van dezelfde afbeelding in een bestand te beperken.
BESCHRIJVING VAN
DE OPTIES VAN INSTELLING
30
Optie
Instellingen (standaardinstelling is onderstreept)
Beschrijving
Standaardpapierformaten
VS, Metrisch (standaardinstelling is VS in de Verenigde Staten, Metrisch elders)
Geef aan of u standaard wilt afdrukken op Amerikaanse papierformaten (zoals Letter, Legal of 11 x 17) of op metrische papierformaten (zoals A4 of A3). Als geen paginaformaat is gedefinieerd in een PostScript-bestand, worden taken afgedrukt op Letter-papier als u VS hebt gekozen of op A4-papier als u Metrisch hebt gekozen.
Uitvoermethode
Afdrukz. beneden - norm.volg., Afdrukz. boven - norm.volg., Afdrukz. beneden - omgek.volg., Afdrukz. boven - omgek. volg.
Geef op hoe de afgedrukte taak wordt gerangschikt bij uitvoer.
BESCHRIJVING VAN
DE OPTIES VAN INSTELLING
31
PCL-opties • Kies Configure > PDL > PCL om de PCL-opties te openen. Optie
Instellingen Beschrijving (standaardinstelling is onderstreept)
Collationering
Niet-gecollationeerd, Gecollationeerd
Selecteer hoe u afdruk- of kopieertaken met meerdere pagina’s wilt uitvoeren.
CR toevoegen aan LF
Ja, Nee
Geef op of aan elke nieuwe regel een regelterugloop moet worden toegevoegd.
Formulierlengte
5-128 (standaardinstelling is 64)
Stel het aantal regels in dat op een pagina wordt afgedrukt voor PCL-taken.
Lettertypebron
Intern, Laadbaar
Geef de PCL-lettertypebron op die u wilt inschakelen.
Lettertypenummer
0 t/m 999
Bepaal het standaardlettertype voor de EX Print Server. Druk de interne PCL-lettertypenlijst af om de lettertypenummers te bepalen. De standaardlettertypen worden in volgorde weergegeven. De lettertypenummers worden echter niet weergegeven.
Opvangbak
Bovenlade - Autom., Bovenlade 1, Bovenlade 2, Bovenlade 3, Bovenlade 4, HCS-stapellade - Autom., HCS-stapellade 1, HCS-stapellade 2, HCS-stapellade 3, HCS-stapellade 4, Handinv. HCS, DFA-afwerkeenheid
Selecteer waar u de taak wilt uitvoeren.
Papierformaat voor systeempagina’s
VS, Metrisch (standaardinstelling is VS in Geef het papierformaat op waarop PCL-systeempagina’s de Verenigde Staten, Metrisch elders) worden afgedrukt. Systeempagina’s zijn pagina’s die u afdrukt vanaf de gebruikersinterface van de pers, bijvoorbeeld de PCL-lettertypenlijst.
Standaard afdrukstand
Staand, Liggend
Symbolenset
PC-8, DESKTOP, ISO-60, ROMAN-S, Kies de PCL-symbolenset die het best voldoet aan de eisen PC-8 DN, ISO-69, ROMAN-9, ISO L1 van gebruikers die afdrukken naar de EX Print Server.
Tekenbreedte (tekens/inch)
0,44-99,99 (standaardinstelling is 10,00) Als het standaard PCL-lettertype dat is geselecteerd bij Lettertypenummer een schaalbaar lettertype met een vaste tekenafstand aangeeft, bepaalt u hiermee de breedte van het schaalbare lettertype. De tekenbreedte wordt uitgedrukt in tekens per inch. Als u bijvoorbeeld de tekenafstand 10 kiest voor een lettertype, worden per inch 10 tekens afgedrukt.
Deze PCL-optie bepaalt of de tekst of afbeelding langs de korte kant van het papier (staand) of langs de lange kant van het papier (liggend) wordt afgedrukt.
BESCHRIJVING VAN
DE OPTIES VAN INSTELLING
32
Optie
Instellingen Beschrijving (standaardinstelling is onderstreept)
Tekengrootte (pt)
4,0-999,75 (standaardinstelling is 12,00) Als het standaard PCL-lettertype dat is geselecteerd bij Lettertypenummer een proportioneel schaalbaar lettertype aangeeft, bepaalt u hiermee de puntgrootte (hoogte) van het lettertype.
Uitvoermethode
Afdrukz. beneden - norm.volg., Afdrukz. boven - norm. volg., Afdrukz. beneden - omgek.volg., Afdrukz. boven - omgek. volg.
Geef op hoe de afgedrukte taak wordt gerangschikt bij uitvoer.
RESERVEKOPIE
RESERVEKOPIE
MAKEN VAN INSTELLINGEN EN DEZE TERUGZETTEN
33
MAKEN VAN INSTELLINGEN EN DEZE TERUGZETTEN U kunt een reservekopie maken en terugzetten van geselecteerde instellingen of van de volledige configuratie van de EX Print Server. Reservekopie maken/Terugzetten Gebruik de functie Reservekopie maken/Terugzetten wanneer de EX Print Server normaal functioneert en u groepen met opgeslagen configuratie-instellingen wilt toepassen op de EX Print Server. Raadpleeg pagina 33 voor meer informatie. Fiery-systeem terugzetten Gebruik deze functie om te herstellen van een vastgelopen systeem of defect van de vaste schijf. Raadpleeg pagina 34 voor meer informatie.
Reservekopie maken/Terugzetten Met de functie Reservekopie maken/Terugzetten in Configure of Command WorkStation kunt u een reservekopie maken van geselecteerde instellingen van de EX Print Server en deze later terugzetten, zonder systeemsoftware opnieuw te installeren. Wanneer u een reservekopie maakt van instellingen, slaat u een configuratiebestand met de instellingen op. U kunt een reservekopie maken en terugzetten van de volgende instellingen van de EX Print Server: • Fiery-systeeminstellingen • Kleurinstellingen • Scaninstellingen • FreeForm-/VDP-hulpbronnen • Virtuele printers • Servervoorinstellingen • Lettertypen • Takenlogboek Raadpleeg de Help van Configure of Command WorkStation voor meer informatie. U kunt deze functie niet gebruiken om een reservekopie van de Paper Catalog-database te maken of terug te zetten. Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie over het exporteren van de Paper Catalog-database.
RESERVEKOPIE
MAKEN VAN INSTELLINGEN EN DEZE TERUGZETTEN
34
EEN RESERVEKOPIE MAKEN VIA RESERVEKOPIE MAKEN/TERUGZETTEN 1 Klik in Configure > Server > Reservekopie maken/terugzetten op de knop Reservekopie maken.
Alternatieve procedures voor het gebruik van Reservekopie maken/terugzetten vanuit Command WorkStation zijn beschikbaar in de Help van Command WorkStation. 2 Selecteer de instellingen in het dialoogvenster Reservekopie maken en klik op Volgende. 3 Voer een bestandsnaam in, selecteer een locatie en klik op Volgende. 4 Klik op Voltooien.
EEN RESERVEKOPIE TERUGZETTEN VIA RESERVEKOPIE MAKEN/TERUGZETTEN 1 Klik in Configure > Server > Reservekopie maken/terugzetten op de knop Terugzetten.
Alternatieve procedures voor het gebruik van Reservekopie maken/terugzetten vanuit Command WorkStation zijn beschikbaar in de Help van Command WorkStation. 2 Blader in het dialoogvenster Herstellen naar het configuratiebestand dat u eerder hebt gemaakt en klik op Volgende. 3 Selecteer de instellingen en klik op Volgende. 4 Klik op Voltooien.
Fiery-systeem terugzetten In het systeeminstallatieprogramma van de EX Print Server kunt u een back-up van het volledige systeem maken of terugzetten om te herstellen van een vastgelopen systeem of defect van de vaste schijf. Nadat u systeemsoftware opnieuw hebt geïnstalleerd, kunt u een nieuwe back-uppartitie van het systeem van de EX Print Server maken, een herstelpartitie van het systeem laden om de EX Print Server te herstellen naar een eerdere toestand of hulpprogramma’s gebruiken om problemen op te lossen met de EX Print Server en deze te beheren. Nadat u een systeemtaal hebt geselecteerd, moet u een van de volgende opties selecteren. • Nieuwe installatie: hiermee installeert u nieuwe systeemsoftware. O PMERKING : De EX Print Server wordt geleverd met vooraf geïnstalleerde systeemsoftware.
Als u systeemsoftware opnieuw moet installeren, neemt u contact op met een onderhoudstechnicus. • Terugzetten vanaf back-up of herstelpartitie: hiermee zet u een eerdere back-uppartitie of de standaardconfiguratie van de EX Print Server terug. Als u geen back-uppartitie hebt gemaakt, kunt u met deze optie alleen de standaardconfiguratie herstellen en wordt “Terugzetten vanaf herstelpartitie” weergegeven. • Back-up van vaste-schijfstation(s) maken: hiermee maakt u een back-up van het vasteschijfstation op een extern medium, zoals een USB-stick, of op een netwerksharelocatie.
RESERVEKOPIE
MAKEN VAN INSTELLINGEN EN DEZE TERUGZETTEN
35
• Platformhulpprogramma’s: gebruik het systeeminstallatieprogramma voor geavanceerde procedures, zoals het wissen van vaste schijven, of gebruik Windows-taakbeheer om de EX Print Server te beheren. EEN BACK-UP MAKEN VAN DE EX PRINT SERVER 1 Selecteer Back-up van vaste-schijfstation(s) maken. 2 Configureer de instellingen voor de back-upkopie.
• Kies een back-updoel uit een van de volgende soorten media: USB-stick, extern vasteschijfstation, lokaal vaste-schijfstation of netwerkshare. • Geef map van de back-upkopie een naam. De mapnaam bevat de naam die u toewijst en een tijdstempel van de back-upkopie. De standaardnaam is de naam van de server. Het tijdstempel wordt automatisch gegenereerd door het installatieprogramma. • Voer een beschrijving van de back-upkopie in. • Schakel de gewenste selectievakjes in om Fiery-taakbestanden toe te voegen aan de back-upkopie of een opstartbaar medium met de back-up te maken. • Sla de instellingen voor de back-upkopie op. 3 Start het back-upproces.
De back-upkopie wordt gemaakt. EEN EERDERE CONFIGURATIE VAN DE EX PRINT SERVER TERUGZETTEN 1 Selecteer Terugzetten vanaf back-up of herstelpartitie.
Als u niet eerder een back-upkopie hebt gemaakt, wordt “Terugzetten vanaf herstelpartitie” weergegeven. 2 Selecteer de bron van de back-up.
Selecteer een van de volgende opties: • Een van de twee meest recent gemaakte back-upkopieën. • De herstelpartitie, waarmee de standaardsysteeminstellingen worden teruggezet vanaf een verborgen partitie op het vaste-schijfstation. • Zoek een back-up die u op de EX Print Server hebt gemaakt. Het herstelproces wordt gestart.
RESERVEKOPIE
MAKEN VAN INSTELLINGEN EN DEZE TERUGZETTEN
36
O PMERKING : Als u een back-up wilt zoeken, gebruikt u de volgende stappen: 3 Selecteer een back-upkopie.
In het installatieprogramma wordt elke back-upkopie vermeld in de volgende categorieën: • Locatie van de back-upkopie: USB-stick, extern vaste-schijfstation, netwerklocatie of lokaal vaste-schijfstation • Tijdstip waarop de back-upkopie is gemaakt • Maplocatie van de back-upkopie 4 Klik op OK.
Het systeem wordt teruggezet.
BEHEER
37
BEHEER De EX Print Server bevat vele functies waarmee u de afdrukmogelijkheden, prestaties en beveiliging kunt beheren.
Printerstuurprogramma’s installeren en configureren Voordat u kunt afdrukken vanaf een clientcomputer naar de EX Print Server, moet u eerst op elke clientcomputer een printerstuurprogramma installeren en deze vervolgens configureren voor geïnstalleerde opties van de EX Print Server en de digitale pers. Nadat u de printerstuurprogramma’s hebt geïnstalleerd en geconfigureerd, kunt u vanuit elke toepassing op een clientcomputer afdrukken naar de EX Print Server. Raadpleeg Afdrukken voor meer informatie over het installeren van printerstuurprogramma’s, inclusief het installeren van printerstuurprogramma’s op andere besturingssystemen.
Wachtwoorden voor besturingssysteem Aangezien de EX Print Server een op Windows gebaseerd systeem is, is een wachtwoord voor het Windows-besturingssysteem vereist, dat losstaat van het beheerderswachtwoord en het operatorwachtwoord. BELANGRIJK
Het standaardwachtwoord voor het Windows-besturingssysteem is Fiery.1 (hoofdlettergevoelig). U wordt sterk aangeraden de wachtwoorden periodiek te wijzigen om de EX Print Server te beschermen tegen ongeoorloofde wijzigingen. Raadpleeg “Wachtwoorden” op pagina 12 voor meer informatie over wachtwoorden. HET WACHTWOORD VOOR HET BESTURINGSSYSTEEM WIJZIGEN 1 Open de EX Print Server vanuit de Fiery Advanced Controller Interface (FACI) of Extern bureaublad (raadpleeg pagina 39) en meld u aan met beheerdersbevoegdheden. 2 Druk op Ctrl+Alt+Delete. 3 Klik op Wachtwoord wijzigen. 4 Voer het oude en nieuwe wachtwoord in en bevestig het nieuwe wachtwoord vervolgens. 5 Druk op Enter.
BEHEER
38
De configuratiepagina afdrukken De configuratiepagina bevat alle actieve instellingen in de huidige Instelling. Als u klaar bent met Instelling, drukt u een configuratiepagina af om de instellingen te controleren. Bewaar de huidige configuratiepagina dicht bij de EX Print Server zodat u deze snel kunt raadplegen. Gebruikers hebben de informatie op deze pagina nodig, bijvoorbeeld de huidige standaardinstellingen van de printer. DE CONFIGURATIEPAGINA AFDRUKKEN VANUIT COMMAND WORKSTATION • Klik in Command WorkStation op Bestand > Afdrukken > Serverconfiguratie.
De EX Print Server starten, afsluiten, rebooten en opnieuw opstarten Doorgaans kunt u de EX Print Server en de digitale pers altijd laten aanstaan. In dit deel wordt uitgelegd hoe u de EX Print Server indien nodig kunt starten, afsluiten, rebooten en opnieuw opstarten. Als u de EX Print Server opnieuw opstart, wordt de systeemsoftware van de EX Print Server opnieuw ingesteld zonder het volledige systeem te rebooten. Netwerktoegang tot de EX Print Server is tijdelijk onderbroken en alle op dit moment verwerkte taken worden beëindigd. BELANGRIJK
Als u een USB-stick gebruikt, moet u deze verwijderen voordat u gaat rebooten. Anders zal de EX Print Server niet rebooten. DE EX PRINT SERVER STARTEN • Druk eenmaal op de aan-uitknop van de EX Print Server.
Zorg op het aansluitingenpaneel dat de voedingskabel is aangesloten en dat de aan-uitschakelaar in de ingeschakelde stand (|) staat. Druk vervolgens eenmaal op de aanuitknop. AFSLUITEN, OPNIEUW OPSTARTEN OF REBOOTEN VIA DE FIERY ADVANCED CONTROLLER INTERFACE (FACI) 1 Zorg dat de EX Print Server niet bezig is met het ontvangen, verwerken of afdrukken van bestanden.
Als het systeem net klaar is met het verwerken van een taak, moet u minstens 5 seconden wachten nadat het systeem de stand Niet actief heeft bereikt voordat u verder gaat. 2 Sluit alle toepassingen af, met uitzondering van FieryBar. 3 Kies een van de volgende mogelijkheden:
• Klik op de knop Start van Windows en selecteer Afsluiten. • Klik op de knop Start van Windows, klik op de pijl naast Afsluiten en selecteer Opnieuw starten. • Klik met de rechtermuisknop op FieryBar en selecteer Fiery opnieuw starten in het snelmenu. Klik op OK.
BEHEER
39
Proxy-instellingen configureren System Updates wordt niet ondersteund op de Xerox iGen™ 150 Press. Als u een proxyserver gebruikt, moet u echter nog wel System Updates openen om de proxyinstellingen te configureren. Voor andere producten wordt System Updates gebruikt om updates te plannen voor systeem- en gebruikerssoftware van de EX Print Server. ®
Neem contact op met de onderhoudsdienst voor meer informatie over het bijwerken van de EX Print Server. PROXY-INSTELLINGEN CONFIGUREREN 1 Klik in Configure op Server > Systeemupdate en selecteer System Updates inschakelen (raadpleeg “Configure” op pagina 24). 2 Klik op Proxy-instellingen. Selecteer Proxy inschakelen in het dialoogvenster Proxyinstellingen en voer de volgende gegevens in:
• Adres: IP-adres van proxyserver • Poort: poort die de proxyserver gebruikt • Gebruikersnaam: gebruikersnaam voor toegang tot de proxyserver • Wachtwoord: wachtwoord voor toegang tot de proxyserver 3 Klik op Opslaan.
Schakel het selectievakje System Updates inschakelen uit. Uw proxy-instellingen blijven geldig en worden hierdoor niet beïnvloed. 4 Klik vanuit Configure op Toepassen.
Extern bureaublad BELANGRIJK
Aangezien de EX Print Server op Windows is gebaseerd, kunt u Extern bureaublad gebruiken om toegang tot de EX Print Server te krijgen vanaf een externe computer. Verbinding met extern bureaublad is een Microsoft-toepassing waarmee u vanaf de ene Windows-computer toegang kunt krijgen tot de andere Windows-computer. Als u de EX Print Server wilt gebruiken via Extern bureaublad, moet u Extern bureaublad inschakelen in Instelling en op de clientcomputer. EXTERN BUREAUBLAD GEBRUIKEN 1 Schakel Extern bureaublad in in Instelling op de gebruikersinterface van de pers. 2 Klik op een clientcomputer in Configure op Netwerk > Protocol > TCP/IP > Beveiliging. Selecteer poort 3389 (Extern bureaublad) in de lijst met beschikbare poorten.
Raadpleeg “Configure” op pagina 24 voor meer informatie.
BEHEER
40
3 Klik op de externe computer op de knop Start van Windows en klik in Alle programma’s > Bureau-accessoires op Extern bureaublad. 4 Typ het IP-adres of de DNS-naam van de EX Print Server en klik op Verbinden. 5 Typ het beheerderswachtwoord als u hierom wordt gevraagd.
Afgedrukte taken wissen Met de opdracht Server wissen kunt u alle afdruktaken verwijderen uit de afdrukwachtrij, blokkeringswachtrij en de wachtrij Afgedrukt van de EX Print Server. U kunt taken ook afzonderlijk of groepsgewijs verwijderen met Command WorkStation. Met de optie Server wissen verwijdert u ook alle taken die gearchiveerd zijn op de vaste schijf van de EX Print Server, de index van gearchiveerde taken en alle FreeForm-masters. TAKEN OP DE EX PRINT SERVER WISSEN • Kies in Command WorkStation de optie Server wissen in het menu Server.
Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie. Maak altijd een reservekopie van de oorspronkelijke gegevens op uw media wanneer u informatie op de vaste schijf van de EX Print Server opslaat en bewaart. Beschadig de vaste schijf van de EX Print Server nooit en schakel het systeem niet uit terwijl het de vaste schijf gebruikt. Op pagina 38 wordt uitgelegd hoe u de EX Print Server in- en uitschakelt. Technische problemen met de harde schijf of systeemsoftware van de EX Print Server kunnen leiden tot onherroepelijk verlies van de gegevens die u op de harde schijf van de EX Print Server hebt bewaard en opgeslagen. Als problemen met de vaste schijf optreden, is de blijvende opslag van de volgende gegevens niet gegarandeerd: • Lettertypen van derden • Afdruktaken • Kleurprofielen, inclusief profielen die zijn gedownload of bewerkt met Spot-On • Taakopmerkingen en instructies • Gegevens van gescande afbeeldingen • Met Impose bewerkte taken • Documenten met variabele gegevens • Adresboeken van de e-mailservice • Configuratiegegevens van de EX Print Server (lijst van alle actieve instellingen in de huidige Instelling)
BEHEER
41
Afdrukken vanaf een USB-stick U kunt bestanden op een USB-stick afdrukken naar de EX Print Server. U doet dit door PS-, PCL-, EPS-, TIFF- en PDF-bestanden op te slaan op de USB-stick en deze bestanden rechtstreeks te downloaden naar de EX Print Server. U kunt bestanden afdrukken die afkomstig zijn van Mac OS- of Windows-computers. U kunt bestanden automatisch afdrukken vanaf een USB-stick naar een van de standaardafdrukwachtrijen op de EX Print Server (afdrukwachtrij, blokkeringswachtrij of directe verbinding) of naar gepubliceerde virtuele printers (indien ondersteund). Raadpleeg uw beheerder om na te gaan of deze verbindingen zijn gepubliceerd in Instelling. Raadpleeg Afdrukken voor meer informatie over Afdrukken. AUTOMATISCH AFDRUKKEN MET USB-STICK CONFIGUREREN 1 Stel afdrukopties in.
• Klik in Configure op Netwerk > Poort > USB. • Selecteer USB-poort inschakelen. • Selecteer voor de standaardwachtrij de verbinding waarnaar de EX Print Server bestanden die geen verbinding opgeven, downloadt. • Stel Automatisch afdrukken USB-media in op Alle afdrukken. 2 Maak op een computer mappen met de namen Print, Hold en Direct op het hoofdniveau van de USB-stick. 3 Sla de bestanden van de computer op de USB-stick op.
Wanneer u de USB-stick aansluit op de EX Print Server, worden bestanden die zijn gekopieerd naar de mappen Print, Hold en Direct gedownload naar de overeenkomstige afdrukverbinding op de EX Print Server. Bestanden die naar het hoofdniveau van de USB-stick zijn gekopieerd (en elke map onder het hoofdniveau die niet is genoemd voor een afdrukverbinding) worden gedownload naar de wachtrij die u voor USB-afdrukken hebt geconfigureerd. Bereid de USB-stick voor met de juiste mapstructuur en de geschikte bestanden voordat u de USB-stick aansluit op de EX Print Server. Omdat de bestandsverwerking wordt gestart zodra u de USB-stick aansluit op de EX Print Server, is er geen tijd voor bestandsbeheertaken, zoals het verplaatsen van bestanden naar een andere map of het verwijderen van bestanden. 4 Verwijder de USB-stick uit de computer en sluit deze aan op de USB-poort van de EX Print Server.
Raadpleeg pagina 18 voor de plaats van de poort voor de USB-stick. BELANGRIJK
Zorg dat u de USB-stick op de juiste manier uitschakelt voordat u de verbinding met de computer verbreekt.
BEHEER
42
E-mailadresboeken U kunt e-mail-/internetfaxadressen beheren door e-mailberichten in een specifieke opmaak te verzenden naar de EX Print Server, en u kunt taken uitvoeren zoals het adresboek overschrijven, nieuwe adressen toevoegen, adressen verwijderen en huidige adressen ophalen op de EX Print Server. Gebruikers kunnen gebruikmaken van de adresboeken wanneer zij bestanden in bijlage naar de EX Print Server verzenden. De EX Print Server ondersteunt maximaal 1.000 vermeldingen in elk adresboek. O PMERKING : E-mailberichten kunnen alleen vanaf een beheerdersaccount worden verzonden.
Soorten adresboeken De EX Print Server ondersteunt verschillende soorten adresboeken waarmee u het verzenden van e-mailberichten en bestanden naar ontvangers en afdruktaken kunt beheren. • Admin (Beheerder): stelt leden in staat het adresboek te wijzigen, het huidige adresboek van de EX Print Server op te halen, een afdruktaak te annuleren of de status van een taak te ontvangen. Lidmaatschap in dit adresboek biedt echter niet dezelfde privileges als het beheerderswachtwoord (pagina 37). • Print (Afdrukken): bevat gebruikers met afdruktoegang. Gebruikers met e-mailadressen in het adresboek Print mogen taken via e-mail verzenden naar de EX Print Server. Onbevoegde gebruikers krijgen per e-mail het antwoord dat de taak niet door de EX Print Server is geaccepteerd om af te drukken. • Fax: wordt gebruikt voor scannen naar internetfax. Dit adresboek wordt gebruikt om scanbestanden via internetfax naar de EX Print Server te verzenden. U kunt adressen in het adresboek niet gebruiken om een e-mail naar de EX Print Server te verzenden. • Corporate (Zakelijk): een LDAP-adresboek dat wordt gebruikt voor scannen naar e-mail. Het adresboek Corporate wordt gebruikt om bestanden via Remote Scan te verzenden naar een lijst van adressen die op een LDAP-server zijn geregistreerd. • User (Gebruiker): bevat gebruikers met scantoegang. Voer LDAP-instellingen uit voordat u het adresboek User instelt. Raadpleeg de Help van Configure voor meer informatie. Als een afdruktaak via e-mail wordt verstuurd, controleert de EX Print Server eerst het adresboek Print. Als het e-mailadres van de gebruiker niet overeenkomt met de vermelding in het adresboek Print, dan wordt de taak niet afgedrukt. De gebruiker ontvangt in dat geval een e-mailbericht met de melding dat de afdruktaak niet is geaccepteerd. Het standaardjokerteken “@” wordt opgeslagen in het adresboek voor afdrukken. Hiermee kan elke gebruiker afdrukken naar de EX Print Server tot de beheerder de eerste vermelding aan het adresboek voor afdrukken toevoegt.
BEHEER
43
Als u adresboeken wilt beheren, moet u een e-mailbericht naar de EX Print Server verzenden met opdrachten in de velden Onderwerp en Bericht. De EX Print Server antwoordt via e-mail met informatie over elke aanvraag, zoals beschreven in de volgende tabel. Als u meerdere adressen tegelijk wilt toevoegen of verwijderen, moet u de adressen op aparte regels vermelden in het berichtveld van het e-mailbericht.
Adresboeken terugzetten Als u adresboeken voor uzelf of anderen wilt terugzetten, gebruikt u een e-mailclient om deze terug te zetten vanuit de EX Print Server. EEN ADRESBOEK OPHALEN VANUIT DE EX PRINT SERVER 1 Start uw e-mailtoepassing. 2 Open een nieuw berichtvenster. 3 Typ in de Aan-regel het e-mailadres van de EX Print Server. 4 Typ in de onderwerpregel de opdracht en de naam van het adresboek.
Als u bijvoorbeeld het adresboek van de gebruiker wilt ophalen, typt u “#GetAddressBook User”. 5 Verzend het bericht.
Het antwoordbericht bevat de adressen van het opgegeven adresboek. 6 Kopieer de adressen naar een tekstbestand of sla het bericht op.
EEN ADRESBOEK TERUGZETTEN OP DE EX PRINT SERVER 1 Start uw e-mailtoepassing. 2 Open een nieuw berichtvenster. 3 Typ in de Aan-regel het e-mailadres van de EX Print Server. 4 Typ in de onderwerpregel de opdracht en de naam van het adresboek.
Als u bijvoorbeeld het adresboek van de gebruiker wilt terugzetten, typt u “#GetAddressTo User”. 5 Kopieer de adressen naar de inhoud van het e-mailbericht met elk adres op een afzonderlijke regel.
U kunt ook bijnamen opslaan. Als een bijnaam of een adres echter langer is dan één regel, moet u het verkorten tot het op de regel past. 6 Verzend het bericht. 7 Controleer in het e-mailbericht dat u als antwoord hebt ontvangen, of de adressen correct zijn teruggezet.
BEHEER
44
Beheerdersopdrachten voor het beheren van adresboeken U kunt een e-mailclient gebruiken om de adresboeken te beheren die zijn opgeslagen op de EX Print Server. Taak
Onderwerpveld beheerder
Een specifiek #GetAddressBook adresboek ophalen adresboeknaam
Bijvoorbeeld: #GetAddressBook Admin Een adres toevoegen aan een adresboek
Een adresboek wissen
#AddAddressTo adresboeknaam
Berichtveld beheerder
Onderwerpveld e-mailantwoord
Berichtveld e-mailantwoord
Address Book adresboeknaam
Lijst met adressen in het opgegeven adresboek
Bijvoorbeeld: Address Book Admin naam@domein Added to Address Book Lijst met aan het of adresboeknaam adresboek toegevoegde “weergavenaam”
adressen
Bijvoorbeeld: #AddAddressTo Print
Bijvoorbeeld: Added to Address Book Print
#ClearAddressBook adresboeknaam
Address Book adresboeknaam cleared of
Bijvoorbeeld: #ClearAddressBook User
De EX Print Server toont ook adressen die niet toegevoegd kunnen worden, met vermelding van de reden. Als het adresboek niet is gewist, wordt de reden opgegeven.
Address Book adresboeknaam not cleared
Bijvoorbeeld: Address Book User cleared Een adres #DeleteAddressFrom verwijderen uit een adresboeknaam adresboek Bijvoorbeeld: #DeleteAddressFrom User
Help opvragen #Help voor e-mailservices
naam@domein Removed from Address of Book adresboeknaam “weergavenaam” Bijvoorbeeld: Removed from Address Book User RE: Help
Adres 1 verwijderd Adres 2 verwijderd De EX Print Server toont ook adressen die niet verwijderd kunnen worden, met vermelding van de reden. Syntaxis van e-mail voor probleemoplossing
BEHEER
45
Afdrukken vanaf mobiele apparaten Met Rechtstreeks mobiel afdrukken kunt u rechtstreeks draadloos afdrukken naar de EX Print Server vanaf ondersteunde mobiele apparaten. Ondersteunde mobiele apparaten moeten worden aangesloten op hetzelfde draadloze netwerksubnet als de EX Print Server om te kunnen afdrukken via Rechtstreeks mobiel afdrukken.
De EX Print Server instellen voor Rechtstreeks mobiel afdrukken Voor het gebruik van Rechtstreeks mobiel afdrukken moet u de volgende instellingen configureren in Configure: • Netwerk > Protocol > TCP/IP > Beveiliging: Geef de in te schakelen poorten op of selecteer Poortfilter inschakelen Beschikbare poorten > 5353 (Multicast DNS): geselecteerd Beschikbare poorten > 80 (HTTP): geselecteerd Beschikbare poorten > 631 (IPP): geselecteerd • Netwerk > Services > Web: Web Services inschakelen: geselecteerd IPP inschakelen: geselecteerd • Netwerk > Services > Bonjour: Bonjour inschakelen: geselecteerd Rechtstreeks mobiel afdrukken inschakelen: geselecteerd • Printer > Algemeen: Afdrukwachtrij publiceren: geselecteerd Zorg dat de instellingen van de EX Print Server zijn geconfigureerd zoals aangegeven. Rechtstreeks mobiel afdrukken werkt niet als deze instellingen worden gewijzigd. Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie over deze instellingen.
BEHEER
46
Aanvullende vereisten voor Rechtstreeks mobiel afdrukken Voor Rechtstreeks mobiel afdrukken is configuratie van netwerk en beveiliging nodig om taken af te drukken die vanaf mobiele apparaten zijn verzonden. Volg de volgende configuratievereisten: • U kunt documenten met een beveiligd wachtwoord afdrukken via Fierygebruikersauthenticatie (raadpleeg pagina 12). • Als Rechtstreeks mobiel afdrukken op meer dan één EX Print Server wordt uitgevoerd, moet u aan elke EX Print Server een aparte Bonjour-naam toewijzen. Als u aan meerdere EX Print Servers dezelfde naam hebt toegewezen, leidt dit tot problemen met de gebruikersauthenticatie. • Controleer of de EX Print Server is aangesloten op een draadloos toegangspunt op het netwerk. • Controleer of de ondersteunde mobiele apparaten zijn aangesloten op hetzelfde draadloze netwerk als de EX Print Server. Raadpleeg Afdrukken voor meer informatie over Rechtstreeks mobiel afdrukken.
BEHEER
47
VDP-zoekpad Met de EX Print Server kunt u op meerdere locaties op zowel netwerkcomputers als op de EX Print Server zoeken naar VDP-bronnen (bronnen voor Variabele gegevens afdrukken, bijvoorbeeld PostScript-afbeeldingen en -lettertypen). Met Configure kunt u een locatie om te zoeken opgeven door het instellen van een “bestandszoekpad” (soms ook een “courant algemeen zoekpad” genoemd). Breng gebruikers op de hoogte van de paden die u opgeeft, zodat hun taken toegang krijgen tot de bronnen. De EX Print Server zoekt naar een VDP-bron in de onderstaande volgorde: • Pad dat de gebruiker heeft opgegeven in de taak • Paden die zijn opgegeven in Configure • Pad dat de toepassing opgeeft voor VPS- of PPML-bronnen wanneer het de gegevensstroom genereert Voor elk van deze paden doorzoekt de EX Print Server de map en vervolgens de submappen binnen die map. LOCATIES OPGEVEN OM TE ZOEKEN NAAR VDP-BRONNEN 1 Klik in Configure in PDL > VDP op de knop Toevoegen.
Raadpleeg “Configure” op pagina 24 voor meer informatie. 2 Voer in het dialoogvenster Pad toevoegen een pad in.
Als u de padnaam typt, gebruikt u de notatie van een toegewezen station (bijvoorbeeld Z:\map) of een UNC (bijvoorbeeld \\computernaam\\map). 3 Als het pad zich bevindt op een computer die verificatie vereist, selecteert u Authenticatie via externe server, voert u vervolgens een gebruikersnaam en wachtwoord in en klikt u op OK. 4 Herhaal desgewenst stap 2 en 3 om aanvullende paden toe te voegen. 5 Klik op Toepassen.
BEHEER
48
Door gebruiker gedefinieerde zoekpaden voor één taak Een gebruiker kan één zoekpad invoeren wanneer de gebruiker de taak verzendt vanuit een Windows-printerstuurprogramma of wanneer iemand achteraf de taak overschrijft om een zoekpad op te nemen. Het pad moet uit minder dan 256 tekens bestaan en de notatie hebben van een toegewezen station (bijvoorbeeld Z:\map) of een UNC (bijvoorbeeld \\computernaam\map). Om een toegewezen station te gebruiken, moet het worden herkend door de EX Print Server. Als de gebruiker bijvoorbeeld een pad opgeeft op de computer van de gebruiker (bijvoorbeeld C:\Mijn documenten\VDP), de EX Print Server, wordt er verondersteld dat dit het station C:\ is op de EX Print Server. Als, in een ander voorbeeld, Z: een netwerkstation is dat toegankelijk is voor gebruikers op hun netwerk, kent de EX Print Server niet de locatie waarnaar Z: verwijst. Daarom moet u een station toewijzen, zodat de EX Print Server ook de locatie waar de bronnen zijn opgeslagen, kan herkennen.
Stations toewijzen Als u een station wilt toewijzen aan de EX Print Server, moet u toegang tot Windows krijgen via de Fiery Advanced Controller Interface of via Extern bureaublad. EEN NETWERKSTATION TOEWIJZEN 1 Kies in het venster Verkenner het menu Extra > Netwerkverbinding maken.
Eén methode om een Verkenner-venster te openen is het kiezen van Start > Documenten > Mijn documenten. 2 Voer in het veld Station een letter in die nog niet is toegewezen. 3 Typ in het veld Pad de UNC van de netwerkcomputer die de gedeelde bronnen bevat of klik op Bladeren en zoek de computer op het netwerk. 4 Klik op Voltooien. 5 Als u wordt gevraagd een netwerkwachtwoord in te voeren, typt u Beheerder in het veld Verbinden als en typt u het wachtwoord in het veld Wachtwoord. Klik vervolgens op OK. 6 Laat de gebruiker weten welke stationsletter moet worden gebruikt in het VDP-zoekpad wanneer de gebruiker de taak naar de EX Print Server verzendt.
BEHEER
49
Optimale prestaties van de EX Print Server onderhouden De EX Print Server vereist geen onderhoud. Naast service en onderhoud van de digitale pers en het bijvullen van verbruiksartikelen, kunt u de algehele prestaties van het systeem verbeteren door regelmatig de prestaties van de EX Print Server te controleren. • Gebruik uw netwerkverbindingen op een zo goed mogelijke manier.
Publiceer alleen verbindingen die gebruikt zullen worden. De EX Print Server controleert voortdurend alle gepubliceerde verbindingen, zelfs als deze niet actief zijn. Controleer de gepubliceerde verbindingen door een configuratiepagina af te drukken. Verwijder verbindingen die niet worden gebruikt. U kunt deze eenvoudig op elk gewenst moment weer instellen. • Stel het afdrukken van minder urgente taken uit totdat er minder netwerkverkeer is of er minder wordt afgedrukt.
U kunt terugkerende of minder urgente afdruktaken in de blokkeringswachtrij plaatsen. De beheerder of een gebruiker van de hulpmiddelen voor taakbeheer met operatorrechten kan dan bij minder verkeer alle taken van de blokkeringswachtrij verplaatsen (of kopiëren) naar de afdrukwachtrij. • Beperk onnodige netwerkcommunicatie.
Grote aantallen gebruikers die Fiery-hulpprogramma’s uitvoeren kunnen, met name als er regelmatig updates plaatsvinden, de prestaties van de EX Print Server sterk beïnvloeden. • Zorg ervoor dat u voldoende schijfruimte hebt op de EX Print Server.
Controleer regelmatig de lijst van afdruktaken in de blokkeringswachtrij en het aantal afdruktaken dat zich in de wachtrij Afgedrukt bevindt. Een beheerder kan taken in de wachtrij Afgedrukt en de blokkeringswachtrij afdrukken of verwijderen. U kunt overwegen niet-actieve taken af te drukken of te verwijderen. Als er vaak weinig schijfruimte op de EX Print Server is, kunt u de wachtrij Afgedrukt uitschakelen en ervoor kiezen de blokkeringswachtrij niet te publiceren in Printerinstellingen. Voor het verplaatsen of verwijderen van afdruktaken uit wachtrijen gebruikt u de hulpmiddelen voor taakbeheer. Als u schijfruimte vrijmaakt door niet-actieve taken te verwijderen, worden nieuwe taken sneller in wachtrijen geplaatst en afgedrukt.
PROBLEMEN
OPLOSSEN
50
PROBLEMEN OPLOSSEN De opstartdiagnose wordt beschreven in de documentatie voor onderhoudstechnici. Neem contact op met uw geautoriseerde Service/Support Center als u opstart-foutberichten krijgt op Command WorkStation of als de EX Print Server niet de stand Niet actief bereikt.
Foutenrapporten voor taken Als fouten optreden wanneer de EX Print Server taken verwerkt of afdrukt, kunt u een foutenrapport voor de taak verzenden naar de afdeling Technische ondersteuning. Het foutenrapport voor een taak bevat belangrijke informatie voor de afdeling Technische ondersteuning om problemen op te lossen zoals taakfouten, systeemstoringen of onverwachte afdrukresultaten. In foutenrapporten voor taken worden taakbestanden, logboeken en informatie over de EX Print Server verzameld. Wanneer u een foutenrapport voor een taak maakt, worden in Command WorkStation taakbestanden, logboeken en informatie over de EX Print Server verzameld en opgeslagen in een zipbestand. Voordat u het zipbestand naar de afdeling Technische ondersteuning verzendt, kunt u om veiligheidsredenen bepaalde bestanden uit het zipbestand verwijderen. O PMERKING : Afdruktaken hoeven geen foutstatus te hebben om foutenrapporten voor taken
te genereren. U kunt een foutenrapport maken voor alle taken in de wachtrij Geblokkeerd of Afgedrukt. EEN FOUTENRAPPORT VOOR EEN TAAK MAKEN 1 Selecteer in Command WorkStation een taak in de wachtrij Geblokkeerd of Afgedrukt. 2 Voor Windows houdt u Ctrl ingedrukt en klikt u met de rechtermuisknop op de taak. Voor Mac OS houdt u Command ingedrukt en klikt u met de rechtermuisknop op de taak. 3 Klik op Foutenrapport maken in het snelmenu. 4 Voer gegevens over de taakfout in.
• Voer in het tekstveld opmerkingen en eventuele aanvullende details in, zoals stappen waarmee de afdeling Technische ondersteuning de fout kan reproduceren. • (Optioneel) Voeg bestanden bij het rapport als bijlage, bijvoorbeeld een PS-bestand. 5 Sla het foutenrapport voor de taak op in een opgegeven map.
PROBLEMEN
OPLOSSEN
51
Runtime-foutberichten Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor foutmeldingen in verband met het annuleren van taken en het afdrukken, met inbegrip van Schijf vol-meldingen en waarschuwingen over het laden van media. Gebruikers van Mac OS-toepassingen kunnen PostScript-foutrapportage inschakelen als een afdrukoptie.
Printer niet gevonden Als een printer niet kan worden gevonden in het netwerk, is de oorzaak meestal dat naam- of adresinstellingen voor de EX Print Server met elkaar in conflict zijn of ontbreken. U moet op bepaalde plaatsen bepaalde namen typen. De volgende namen zijn vereist: • TCP/IP-hostnaam (wordt ook de DNS-naam genoemd), die door uw organisatie wordt gedefinieerd. Typ de hostnaam als de servernaam in Instelling van de EX Print Server. • Externe printernaam (interne naam). Gebruik een van de volgende namen: – print – hold – direct O PMERKING : Als u de DNS-naam (TCP/IP-hostnaam) van de EX Print Server wijzigt, moet u
een van de hulpprogramma’s op elke computer opnieuw configureren.
PROBLEMEN
52
OPLOSSEN
Raadpleeg de onderstaande tabel voor de juiste naam. Op deze locatie
Voor dit item
TCP/IP-netwerken
Raadpleeg
Instelling
Servernaam, optie
Beheerder definieert naam
pagina 24
Hosts-bestand van Windows
hostnaam
DNS-naam
pagina 16
(TCP/IP-hostnaam)
Setup van Windows voor LPD-hostnaam TCP/IP
DNS-naam
pagina 16
(TCP/IP-hostnaam)
naam van printer op LPD-hostcomputer
print, hold of direct
UNIX /etc/printcapbestand (BSD)
rp-regel
print, hold of direct
Solaris
lpadmin-wachtrijnaam
print, hold of direct
Dialoogvenster Nieuwe server toevoegen, bij de configuratie van een hulpprogramma
servernaam
DNS-naam
pagina 17
Hulpprogramma’s
(TCP/IP-hostnaam)
Kan geen verbinding met de EX Print Server maken met hulpprogramma’s Controleer de volgende punten als gebruikers geen verbinding kunnen maken met de EX Print Server: Instelling van de EX Print Server: het juiste netwerkprotocol moet zijn ingeschakeld, met de
juiste parameters (voor TCP/IP is dit bijvoorbeeld het IP-adres). Verder moet u de afdrukwachtrij of blokkeringswachtrij publiceren. U kunt deze instellingen snel controleren door een configuratiepagina af te drukken. Op de clientcomputer: de juiste netwerkprotocollen moeten zijn geladen.
PROBLEMEN
OPLOSSEN
53
Kan geen verbinding met de EX Print Server maken met Command WorkStation Als er een probleem optreedt tijdens het maken van verbinding met de EX Print Server, wordt een foutbericht weergegeven. Het probleem kan in de volgende situaties optreden: • De EX Print Server wordt het eerst ingeschakeld. • De EX Print Server wordt opnieuw gestart. • Wanneer u instellingen hebt gewijzigd die van invloed zijn op het serveradres, maar u de verbinding met de server niet opnieuw hebt geconfigureerd. Als u dit probleem tegenkomt, probeer dan de volgende oplossingen, in deze volgorde: • Een externe computer die de hulpprogramma’s of WebTools gebruikt, kan storend werken door statusinformatie op te vragen. Sluit indien mogelijk de externe toepassing en probeer opnieuw verbinding te maken. • Start het programma Command WorkStation opnieuw en probeer opnieuw verbinding te maken. • Start de EX Print Server opnieuw.
INDEX
55
INDEX 1000BaseT 19 100BaseTX 19 10BaseT 19
A Afbeeldingsmodus Digital Press, optie 28 afdrukken omslagpagina voor elke taak 29 opnieuw afdrukken van eerder afgedrukte taken 14 verbindingen 14 Afdrukken tot PS-fout, optie 28 afdrukwachtrij, beschrijving 14 Afgedrukt, wachtrij 14
B Begin, WebTool 22 beheerdersrechten 13 blokkeringswachtrij, beschrijving 14
C client instellen, overzicht 9 Collationering, optie 28, 31 Command WorkStation configuratiepagina 38 problemen bij verbinding met server 53 Configuratiepagina problemen met verbindingen oplossen 52 configuratiepagina afdrukken 38 Configure, WebTool 23 configureren van proxyserver, System Updates 39 Courier-lettertype, automatisch gebruiken 28 Courier-vervanging toestaan, optie 28 CR toevoegen aan LF, optie 31
D DFA, optie 28 Directe verbinding beschrijving 14 vereist voor downloaden van lettertypen 14 DNS (Domain Name Server) implicaties van een wijziging 51 naam van de lijstserver 17 Documenten, WebTool 23 downloaden van lettertypen, directe verbinding vereist 14 Downloads, WebTool 22
E ethernet connector 19 extern bureaublad inschakelen voor System Updates 39
F Formulierlengte, optie 31 foutberichten runtime 51 FreeForm-master 29
H hostnaam of DNS-naam wijzigen 51 hostnaam, registreren bij netwerk 17, 51 hulpmiddelen voor taakbeheer, taken verwijderen met 40
I Instelling vanaf een netwerkcomputer 24 internet, server benaderen met WebTools 22
INDEX
J
56
Lettertypebron, optie 31 lettertypen tekenbreedte 31 tekengrootte 32 vervanging 28 Lettertypenummer, optie 31 LPR (TCP/IP), UNIX 17
problemen oplossen Command WorkStation, problemen met verbinding 53 Printer niet gevonden in de selectielijst met hulpprogramma’s 52 Printer niet gevonden op TCP/IP- of IPXnetwerken 51 verbinden met printer mislukt 51 protocollen, netwerk 16 proxyserver 39 publiceren van verbindingen, overzicht 14
M
R
Master afdrukken, optie 29 Mediagewicht, optie 29 Microsoft Active Directory 17
regelterugloop, PCL-taken 31 RJ-45-connector 19
Java-ondersteuning internetbrowser 27
L
S N naam geven aan server 51 netwerkkabel aansluiten 18
O Omslagpagina, optie 29 onderhouden van serverprestaties 49 ondersteunde netwerkprotocollen 16 operatorwachtwoord, rechten 13 opnieuw afdrukken van taken 14 Opvangbak, optie 29, 31
P Papierformaat voor systeempagina’s, optie 31 Papierformaten converteren, optie 29 Passend schalen, optie 29 PDF- en PS-objecten opslaan in cache, optie 29 PDF-bestanden, lettertypevervanging in 28 PostScript-fout 28 printer fout bij verbinden 51 niet gevonden 51 niet in Kiezer 51
schijfruimte 49 server prestaties onderhouden en verbeteren 49 Server wissen, opdracht 40 Standaard afdrukstand, optie 31 standaard gebruikt papierformaat 30 Standaardpapierformaten, optie 30 Symbolenset, optie 31 systeemsoftware bijwerken 39 systeemsoftware bijwerken 39 System Updates extern bureaublad inschakelen 39 proxyserver inschakelen 39
T Takenlogboek taken wissen uit 40 TCP/IP hostnaam 51 met UNIX-werkstations 17 Tekenbreedte, optie 31 Tekengrootte, optie 32 tekens per inch 31 terminologie, algemeen 8 Twisted Pair-kabel 19
INDEX
U Uitvoermethode, optie 30, 32 UNIX externe printernaam 52 in TCP/IP-netwerk 17 printcap-bestand 52
V verbeteren van serverprestaties 49
W wachtrijen, alles wissen 40 wachtwoorden beheerdersrechten 13 instellen 12 operatorrechten 13 WebTools Begin 22 Configure 23 Documenten 23 Downloads 22 Windows-afdrukken domeinkwesties 17
57