Toespraak door Commissaris van de Koningin drs. Ank Bijleveld-Schouten bij het afscheid en onderscheiding van Statenlid Jan Evering op woensdag 12 december.
Dames en heren, Geachte heer Evering, Beste Jan, Van de overal in het pak en van het pluche in de Statenzaal weer in de trekker. Ik begreep van jouw zoon Gert-Jan dat je het al die jaren moeiteloos hebt weten af te wisselen. Ik vind dat bijzonder. Aan de ene kant ben je erin geslaagd om een mooi melkveebedrijf op te zetten. Tegelijkertijd heb je een stevige en waardevolle positie weten op te bouwen binnen Provinciale Staten van Overijssel. Het zegt wat mij betreft veel over wie jij als persoon bent en hoe je te werk gaat. Ik wil je vandaag drie etiketten opplakken. 1. Als eerste als teamspeler zonder tunnelvisie Jouw manier van werken kenmerkt zich door een open houding. Een klein voorbeeldje: Zowel in je bedrijf als hier in de Staten heb je weinig moeite om mee te gaan in technologische
ontwikkelingen. Of het nu gaat om een iPad of een boordcomputer in een trekker, je staat er voor open om de mogelijkheden te verkennen en er van te leren. ‘Mot je eens kieken wat ‘ie allemaal kan’, zou je zeggen. Die open houding heb je ook altijd gehad in het politieke bedrijf. Nieuwe inzichten zijn voor jou geen bedreiging, maar een kans! Het is niet verwonderlijk dat je belangstelling vooral uitging naar de beleidsterreinen natuur en landschap en ook Ruimtelijke Ordening. Het zou voor de hand liggen om deze onderwerpen vooral als melkveehouder te benaderen. Niets is minder waar, want je hebt geen last van tunnelvisies. Sterker nog, je heb bijzonder veel oog voor de belangen van andere partijen en organisatie. Zonder daarbij je eigen doelen uit het oog te verliezen, maar wel met de insteek om samen verder te komen.
Ik heb je zelf maar anderhalf jaar mogen meemaken, maar in die tijd is wat dat betreft het kaderstellend debat landelijk gebied wel een hoogtepunt. De manier waarop je dit debat hebt voorbereid en daarbij allerlei deskundigen en betrokkenen een plek hebt gegeven, verdient waardering.
2. Als tweede zou ik je willen benoemen als een deskundige ‘debater’ Je genoot zichtbaar van het voeren van het politieke debat. Daarin wist je slim en accuraat te opereren en was je er alert op wanneer het wel of niet goed was om iets in te brengen. Het debat voerde je met veel kennis van zaken op een oplossingsgerichte en creatieve manier. Als voorzitter heb ik dat met plezier mogen meemaken. Ook was je nooit te beroerd om een collega-Statenlid te wijzen op eerder stemgedrag in discussies of het discussiëren op basis van de juiste feiten. In de politiek is het makkelijk om mee te gaan in de
waan van de dag. Ik waardeer het dat er mensen dan mensen als Jan opstaan, die de politieke lijnen weten te benoemen, voor een stuk continuïteit zorgen en optreden als het ‘geweten van de Staten’.
3. Tenslotte zou ik je willen omschrijven als een verbindende voorzitter Als overheid nemen we steeds meer een faciliterende rol in. Daarbij komt het steeds meer aan op het stimuleren van samenwerking en het verbinden van organisaties en inwoners. Die kwaliteit heb jij in de Staten bij uitstek laten zien. Vooral ook als commissievoorzitter. Je zag er nauwlettend op toe dat iedereen in voldoende mate het woord kreeg. Waar nodig sprong je op de bres voor de belangen van de commissie. Je schroomde er als voorzitter ook niet voor om nieuwe statenleden te wijzen op ontwikkelingen, recent en uit het verleden, waarvan zij nog geen weet konden
hebben. Niet zozeer om je kennis te etaleren maar meer om hen op weg te helpen in de lastige dossiers die in jouw commissies werden behandeld. Daarbij was je onvermoeibaar om de activiteiten die bij het ambt van voorzitter horen op te pakken: werkbezoeken, gesprekken met GS-leden, ambtenaren. Het lukte je moeiteloos om het allemaal in te plannen en daar waar mogelijk aanwezig te zijn.
Ik spreek waarschijnlijk namens ons allen dat jouw afscheid een gemis is voor zowel de fractie als de Staten. Je bent nu thuis nodig en ik waardeer het dat je die keuze maakt. Ik wil je er alle sterkte bij toewensen.
Dames en heren, beste Jan, Ik heb je dan wel drie etiketten opgeplakt, maar ik denk dat er nog wel meer te bedenken zijn. Ik wil die etiketten nu even denkbeeldig van je jasje afhalen en vervangen door iets wat je waarschijnlijk
heel goed zal staan. De afgelopen 9,5 jaar heb je als Statenlid jezelf met veel plezier, motivatie en visie ingezet voor de Overijsselse maatschappij. Je deed dit met deskundigheid, met oog voor ieders belangen en met kordaatheid en doorzettingsvermogen. Daarom heeft het Hare Majesteit de Koningin behaagt om jou, Johannes Gerhardus Hermanus Evering, te benoemen tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau. Mag ik je naar voren vragen zodat ik je de bijbehorende versierselen kan overhandigen. (opspelden onderscheiding)