Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007 - 2011
Openbare daltonbasisschool i.o. Jan Nieuwenhuyzen Maetsuykerstraat 1A - 3531 HR – Utrecht Tel. : 030 -2930274 E-mail :
[email protected] Website : www.jan-nieuwenhuyzenschool.nl
Inhoudsopgave Inleiding
2
Waarom daltononderwijs
3
De doorgaande lijn
4
Daltononderwijs en De Vreedzame School
8
Daltononderwijs en onderwijsachterstandenbeleid
9
Daltononderwijs in de praktijk
10
● De dagkleuren
10
● Dagritme
11
● Symbolen
12
● Geluidsniveaukaarten
14
● Taakwerk
15
● Takenbord en takenbrief
16
● Het huishoudelijk takenbord
18
● Handelingswijzers
19
● Materialen
20
● Instructie en de instructietafel
21
● Correctie en de correctietafel
22
● Keuzewerk en de keuzewerkkast
23
● Zelfstandig werken en werken met uitgestelde aandacht
25
● De vragenboog
27
● Samenwerken
28
● Werkplekken
29
● Evaluatie en reflectie
31
Informatie en rapportage
31
Daltonontwikkelingsplan
33
Bijlagen ● Takenbrieven groep 3 t/m 8
39
-1Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
Inleiding Hoewel er in verschillende documenten zoals de schoolgids en het schoolplan staat beschreven wat wij met daltononderwijs willen bereiken, is er ook de behoefte ontstaan om alles eens duidelijk op een rijtje te zetten. Wat doen we nu allemaal, wat hebben we tot nu toe gerealiseerd? Daardoor ontstaat een handzaam stuk, een daltonwerkplan. Dit stuk geeft aan hoe wij op de Jan Nieuwenhuyzenschool werken. Tevens wordt erin uiteengezet hoe we de komende jaren het daltononderwijs verder vorm willen gaan geven. De koers die we willen gaan varen. Een daltonontwikkelingsplan dus. Dit beleidsstuk is geschreven voor de volgende groepen: het personeel van de school; vervangers; ouders met kind(eren) op onze school; nieuwe belangstellende ouders; het schoolbestuur; schoolbegeleiders; andere belangstellende (dalton)scholen; visiteurs van de Nederlandse Dalton Vereniging de inspectie van het onderwijs In het stuk proberen we bij elk item uit 'daltononderwijs in de praktijk' steeds een koppeling met de drie pijlers van het daltononderwijs te maken: - Verantwoordelijkheid (vrijheid in gebondenheid) - Zelfstandigheid - Samenwerken Daardoor wordt duidelijk waarom deze principes zo belangrijk zijn. In het algemeen en dus ook in het bijzonder. Het is de bedoeling dat dit daltonwerk- en ontwikkelingsplan een werkbaar en levend document blijft, geschreven op de dagelijkse praktijk. Daarom zal het stuk daar waar nodig is jaarlijks worden aangepast. Het meest recente stuk is ook terug te vinden op onze website: www.jan-nieuwenhuyzenschool.nl Frank Nafzger Directeur Jan Nieuwenhuyzenschool (schooljaar 2007-2008)
-2Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
Waarom daltononderwijs Op onze school willen we daltononderwijs geven, omdat de leerkrachten en de schoolleiding een bepaalde visie hebben op de maatschappij, op hoe je als (volwassen) mens in die maatschappij zou moeten staan en functioneren. Daarop is een visie gebaseerd, op de opvoeding van en het onderwijs aan kinderen. Die visie is terug te vinden in de algemene uitgangspunten van het daltononderwijs. Daltononderwijs kan worden samengevat in de volgende drie kenmerken(uitgangspunten): Verantwoordelijkheid (vrijheid in gebondenheid) leerlingen bepalen zelf de volgorde bij het werken aan de taak leerlingen houden zelf: werk/materiaal/taakbrief bij leerlingen kunnen regelmatig kiezen met wie ze werken en waar Het daltononderwijs ziet een mens/kind als een persoon die zelf mag en kan kiezen, maar die voor de gevolgen van zijn keuzes zelf de verantwoordelijkheid draagt. zelfstandigheid leerlingen hebben hun taak af op het afgesproken tijdstip leerlingen pakken wat ze nodig hebben en ruimen zelf op leerlingen bepalen zelf of zij medeleerlingen, de leerkracht, naslagwerk of ander materiaal raadplegen Zelfstandigheid kan slechts succesvol groeien als de kinderen voldoende vrijheid en verantwoordelijkheid krijgen. samenwerken leerlingen helpen elkaar en er is veel communicatie onderling leerlingen organiseren en regelen veel met elkaar leerlingen maken onderling afspraken over het werk leerlingen leren samenwerken met elkaar, ook als het niet je vriend is, moet je met elkaar kunnen werken. Overal in het leven zal blijken dat een mens ondanks zijn vrijheid en zelfstandigheid niet zonder zijn medemens kan. Een medemens om steun aan te geven en om steun van te krijgen. Een medemens kan ook de grens van de persoonlijke vrijheid mede bepalen. De grens van de individuele vrijheid wordt altijd gevormd door de vrijheid van een ander. Daarom is het kunnen samenwerken een belangrijke vaardigheid voor het goed kunnen functioneren als mens. Met deze uitgangspunten menen wij de kinderen een duidelijke meerwaarde te verschaffen, waardoor ze met een goed gevulde gereedschapskist de wereld in kunnen -3Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
trekken. Een wereld waarin vervolgonderwijs een rol speelt, niet alleen het traditionele huiswerk maken, maar ook de grotere verantwoordelijkheid voor studieopdrachten. Een wereld waarin we een plek krijgen als beroepsbeoefenaar, waar mensen worden gewaardeerd om hun initiatief, verantwoordelijkheidsgevoel en creativiteit. Overlegsituaties met collega‟s, opdrachtgevers en instanties. Een wereld waarin je medeburger bent en waarin je je betrokken voelt en waarbij je je actief in wilt zetten voor de samenleving en de mensen die het nodig hebben. Onze school is een plaats om te leren, te spelen en te leven. De daltonprincipes worden ook duidelijk vormgegeven in de volgende afbeelding: Er zijn aan alle begrippen twee kanten: * vertrouwen kun je schenken aan, maar ook krijgen van de ander. * verantwoordelijkheid kun je op je nemen, maar ook overdragen, geven aan de ander. * verantwoording over je handelen dien je af te leggen aan de ander, maar men kan dat ook van de ander vragen. De driehoek die om de basisprincipes van het daltononderwijs is getekend, heeft als basis het woord "vertrouwen". Een leerkracht die handelt volgens de daltonprincipes begeleidt de leerlingen bij het komen tot oplossingen door vrijheid te bieden binnen duidelijke kaders (verantwoordelijkheid en zelfstandigheid), open vragen te stellen, wederzijdse afhankelijkheid, wederzijds vertrouwen en respect (samenwerking, we hebben elkaar nodig en kunnen daadwerkelijk op elkaar rekenen), gaat uit van de mogelijkheden van een kind en probeert daar zo goed mogelijk op in te spelen.
De doorgaande lijn Er zullen niet meer zo veel scholen zijn waar nog overwegend klassikaal wordt gewerkt. De huidige maatschappelijke ontwikkelingen en dus ook de onderwijsontwikkelingen zijn steeds meer competentiegericht. Waar zijn we goed in en kunnen we nog meer perfectioneren? Waar zijn we minder goed in, wat kunnen we daarin verbeteren of wat hoeven we juist daarom minder of geen extra aandacht te besteden? Termen als "onderwijs op maat", "adaptief onderwijs" en "passend onderwijs" zijn daar het concrete bewijs van. -4Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
Om meer gerichte individuele hulp te kunnen bieden, is het van belang dat kinderen zelfstandig (= zonder directe hulp van de leerkracht) met hun werk bezig kunnen zijn. Daarom wordt er op veel scholen aandacht besteed aan zelfstandig werken en samenwerken. Waarin onderscheidt een daltonschool zich dan van een reguliere basisschool? Wij vinden dat dat vooral te maken heeft met het beschrijven van en het werken aan doorgaande (ontwikkelings) lijnen en het gezamenlijk (uit)dragen van een pedagogische (dalton)visie. Daarom hebben we per bouw aan de hand van doelstellingen/vaardigheden de doorgaande lijnen beschreven voor zelfstandigheid en samenwerking op onze school. We kunnen er daardoor meer gericht mee bezig zijn.
Doorgaande lijn vaardigheden zelfstandigheid Eind groep 2 beheersen de kinderen de volgende vaardigheden m.b.t. zelfstandigheid: Leerling kan materiaal verzorgen. Leerling kan gedifferentieerde instructie aan. Leerling kan eigen plek verzorgen. Leerling kan materiaal controleren. Leerling kent gebruik van materialen. Leerling kan in wisselende groepsgrootte werken. Leerling komt afspraken na. Leerling kan hulp geven. Leerling maakt afgesproken taak af. Leerling durft hulp te vragen. Leerling kan hulp aanvaarden. Leerling kan aanwijzingen opvolgen. Eind groep 5 beheersen de kinderen de volgende vaardigheden m.b.t. zelfstandigheid: Leerling kan materiaal verzamelen. Leerling kan individueel werken. Leerling kan taakgericht werken. Leerling kan meepraten over de opdracht. Leerling kan initiatief nemen. Leerling kan open organisatie aan. -5Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
Leerling kan eigen werk administreren. Leerling kan tijd goed gebruiken. Leerling kan afleiding weerstaan. Leerling kan op positieve wijze kritiek leveren. Leerling is zelf verantwoordelijk voor het zich houden aan afspraken/regels Eind groep 8 beheersen de kinderen de volgende vaardigheden m.b.t. zelfstandigheid: Leerling kan eigen tijd indelen. Leerling kan eigen werk controleren. Leerling kan eigen werk indelen. Leerling kan andere leerling bevragen. Leerling kan zelf onderwerpen bedenken. Leerling kan zelf experimentjes uitvoeren. Leerling kent eigen leerstijl. Leerling kan zelf kiezen uit diverse verwerkingstechnieken. Leerling kan coachen door en aan andere leerling aan. Leerling kan zelf activiteiten organiseren. Leerling kan eigen functioneren evalueren. Leerling kan kritiek verdragen. Leerling kan zelfstandig conflicten oplossen
Doorgaande lijn vaardigheden samenwerking Eind groep 2 beheersen de kinderen de volgende vaardigheden: Elkaars naam gebruiken. Elkaar aankijken tijdens het praten. Vriendelijk op elkaar reageren. Een inbreng durven hebben. Zo duidelijk praten dat anderen je kunnen verstaan. Meewerken aan de groepsopdracht. Luisteren naar elkaar. Elkaar uit laten praten. -6Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
De inbreng van een ander accepteren. Bij je groepje blijven. Rustig praten en werken. Materiaal met elkaar delen. Om de beurt praten. Aan de taak werken tot deze af is. Hulp vragen aan een ander. Reageren op wat een ander zegt. Elkaar een complimentje geven. Eind groep 5 beheersen de kinderen de volgende vaardigheden: Vragen stellen aan elkaar. Af en toe herhalen wat iemand zegt. Elkaar vragen hardop te denken. Elkaar aanmoedigen mee te doen. Elkaar aanbieden iets uit te leggen. Elkaar helpen zonder voor te zeggen. Het werk plannen. Elkaar herinneren aan de opdracht. Verschil van mening accepteren. Elkaar gelegenheid geven mee te doen. Richting geven aan de uitvoering van de taak. Eind groep 8 beheersen de kinderen de volgende vaardigheden: Je in het standpunt van een ander verplaatsen. Ook op langere termijn een goede relatie behouden. Overeenstemming met elkaar bereiken. Kritiek formuleren op ideeën, niet op personen. Met elkaar problemen oplossen. Op een vriendelijke manier zeggen dat je het ergens niet mee eens bent. Verschillende ideeën integreren. Ideeën verder uitbouwen. -7Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
De groep stimuleren, motiveren. Ondersteunende opmerkingen maken. Met alle groepsleden samenwerken. Af en toe de voortgang samenvatten. Wekelijks wordt een van de vaardigheden/doelstellingen centraal gesteld op de takenbrief of op het bord om extra aandacht aan (het oefenen van) de betreffende vaardigheid te besteden. Daarbij worden dan passende opdrachten gezocht. Er vindt op dit punt vervolgens ook concrete reflectie plaats.
Daltononderwijs en De Vreedzame School Sinds 2000 zijn we als school een "Vreedzame School". Het programma van De Vreedzame School is eind jaren '90 ontwikkeld door het School Advies Centrum Utrecht, tegenwoordig Eduniek genaamd. Zij omschrijft het programma als volgt: De Vreedzame School is een programma dat streeft naar een verandering in de cultuur. Een Vreedzame School is een gemeenschap, waarin iedereen (leerlingen, personeel, ouders, ondersteunend personeel) zich betrokken en verantwoordelijk voelt, en op een positieve manier met elkaar omgaat. Het is een school waar leerlingen een stem hebben, waar leerlingen invloed kunnen uitoefenen op en verantwoordelijk zijn voor het klimaat in de klas en school, op hun eigen leeromgeving en hun eigen ontwikkeling. De Vreedzame School is een integraal programma voor de basisschool. Het programma is inmiddels al op zo'n 270 basisscholen in Nederland met succes ingevoerd. De Vreedzame School geeft scholen een goede handreiking om invulling te geven aan hun pedagogische opdracht, en met name aan het bevorderen van actief burgerschap.
In de hal hangen de foto's van de mediatoren van de week
De schuin gedrukte tekst geeft aan dat het Vreedzame Schoolprogramma prima past binnen de principes van het daltononderwijs. Vooral de principes verantwoordelijkheid en samenwerking spelen een belangrijke rol. Binnen het programma van De Vreedzame school worden veel werkvormen gebruikt/geoefend die samenwerking en verantwoordelijkheidsgevoel bevorderen. -8Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
De lessen Vreedzame School worden in alle groepen tenminste een keer per twee weken gedaan. Daarbij wordt zo mogelijk gerefereerd aan de principes van het daltononderwijs. De Vreedzame School legt de nadruk op conflicthantering. Het leert kinderen om zelf(standig) oplossingen te bedenken en winwin-situaties te creëren. Kinderen uit groep 7/8 volgen aan het begin van het schooljaar een training om mediator te worden. De mediatoren helpen de kinderen van de groepen 3 t/m 8 om tot oplossingen te komen. Ze geven dus geen oplossingen maar hebben een bemiddelende rol. Op onze school is er mede door dit programma een bijzonder prettig en veilig klimaat voelbaar. De mediatoren zijn merendeels werkeloos…
Daltononderwijs en onderwijsachterstandenbeleid Onze school is al sinds jaar en dag een school die werkt met vooral kinderen uit een achterstandssituatie en in het bijzonder met kinderen met een taalachterstand. Om achterstanden te bestrijden, worden door de landelijke en lokale overheid jaarlijks extra gelden verstrekt. Deze gelden zijn nodig om het onderwijs te verbeteren en de kinderen op die manier betere kansen te bieden in hun verdere loopbaan(ontwikkeling). Het besteden van deze extra gelden moet dus terecht worden verantwoord. Deze gelden worden door ons ingezet op klassenverkleining in de onderbouw, voor- en vroegschoolse educatie (VVE), verlengde schooldagactiviteiten (VSD) en niet in de laatste plaats op taalbeleid, het werken met een taalbeleidsplan. Belangrijk onderdeel van het taalbeleid is het woordenschatonderwijs. Omdat de school klein is qua leerlingenaantal (de laatste 8 jaar gemiddeld 115 leerlingen) werken we al enige jaren met overwegend heterogene groepen (combinatiegroepen). De laatste jaren is de wijk Lombok (een van de bekendste multiculturele wijken van Nederland) waarin de school staat snel van populatie veranderd. Sinds de jaren '60 woonden er met name Turkse "gastarbeiders". Sinds de eeuwwisseling is het vooral een populaire wijk geworden voor yuppen en jonge "hoger opgeleide ouders". De wijk heeft nu een gemengde samenstelling. Die gemengde populatie is nog niet echt terug te vinden in de school. Met medewerking van een ouderinitiatief begint daar nu verandering in te komen, die vooral is terug te zien in de onderbouw. Om de kinderen beter op niveau te kunnen helpen en om ons in de wijk meer te profileren, ontstond het idee om te gaan werken met "dalton-ingrediënten". Omdat er qua populatie weinig vergelijkbare daltonscholen in Nederland te vinden zijn, zou het idee kunnen bestaan dat dit onderwijsconcept slecht voor een elitaire groep is weggelegd. Gaandeweg zijn wij er van overtuigd geraakt dat de principes gelden voor alle leerlingen. Het ene onderwijs past beter bij de een dan bij de ander maar ook hierin kan worden gedifferentieerd. Wellicht dat kinderen met een taalachterstand in eerste instantie meer directe hulp van een leerkracht nodig hebben maar ook zij zullen uiteindelijk meer gebaat zijn bij het zichzelf kunnen redden in een democratische maatschappij waarin verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en samenwerken een belangrijke rol spelen. -9Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
Daltononderwijs in de praktijk In dit stuk proberen we bij elk item steeds een koppeling met de drie daltonprincipes (de pijlers) van het daltononderwijs te maken: Verantwoordelijkheid (vrijheid in gebondenheid) Zelfstandigheid Samenwerken Daardoor wordt duidelijk waarom deze principes zo belangrijk zijn. In het algemeen en dus ook in het bijzonder.
Dagkleuren Iedere dag van de week wordt in de hele school aangegeven met een vaste kleur. Deze kleuren structureren de week voor de kinderen. Dit helpt hen om een planning te kunnen maken. De kleuren hangen in iedere groep aan de muur, zodat het kind steeds kan zien "waar we in de week zijn". Daarnaast worden de dagkleuren gebruikt bij de dagelijkse administratie. Kleutergroepen In de kleutergroepen wordt de dag van de week aangegeven door middel van een knijper aan het betreffende dagbordje. In de ochtendkring wordt dit besproken. De kinderen zetten een magneetje met de kleur van de dag achter hun naam onder het werkje van hun keuze op het takenbord. Groepen 3 t/m 8 Op hun takenbrief geven de kinderen met de dagkleur aan dat ze een bepaalde opdracht af hebben gekregen. Vooral als de taak meerdere dagen beslaat, geeft dit de leerkracht informatie over de leer- en werkstijl van het kind en biedt het hem de mogelijkheid om het kind hierbij te begeleiden. Een kind dat in het begin van de week weinig productief is en vervolgens alles op het laatste moment moet maken, moet geleerd worden dit beter te spreiden. Kinderen die duidelijk te snel van start gaan en daarbij veel fouten maken, moet worden geleerd dat de kwaliteit van het werk belangrijker is dan dat het snel af is. In de groepen 4 t/m 8 worden de dagkleuren ook gebruikt om een planning op de takenbrief te maken.
- 10 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
De dagkleuren zijn:
Achter de begin- en eindkleuren zit de volgende filosofie: Groen: groen licht, je kunt van start gaan. Oranje: oranje licht, let op het rode licht nadert. Rood: rood licht, deze dag stoppen we, de taak moet klaar zijn. Daltonprincipes Verantwoordelijkheid: De kinderen nemen verantwoordelijkheid voor de eigen planning. Zelfstandigheid: De kinderen kunnen zelfstandig administreren. Samenwerking: M.b.v. de dagkleuren kunnen kinderen ook elkaar steunen met plannen van en afspraken maken voor samenwerkingsopdrachten.
Dagritme De dagkleuren zorgen door de hele school heen voor een ordening van de week. Daarnaast hanteren we in de groepen aanvullende materialen om de kinderen steun te bieden bij het ordenen van tijd en hun bezigheden. Kleuters De dagritmekaarten zijn een hulpmiddel om de dag voor de jongste kinderen te ordenen. Op de kaarten staan afbeeldingen van verschillende activiteiten die op een dag kunnen worden gedaan.
- 11 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
Deze activiteiten worden aan het begin van de dag op volgorde gehangen. Het gebruik van de dagritmekaarten brengt ordening en structuur en geeft de kleuters een gevoel van veiligheid en rust. Groep 3 t/m 8 Dagritmepakket In groep 3 vindt er een overgang plaats van de dagritmekaarten van de kleuters naar een "dagrooster" op het bord. In groep 3 wordt het programma aanvankelijk nog aangegeven met symbolen. In de hogere groepen, als de kinderen kunnen lezen, wordt het dagprogramma op het bord of een whiteboard geschreven. Daltonprincipes Verantwoordelijkheid: De kinderen voelen zich medeverantwoordelijk voor het verloop van de dag. Het stimuleert hun taakbesef. Zelfstandigheid: De dagritmekaarten en het gebruik van het programma op het bord zijn een voorstadium van of ondersteuning bij het zelfstandig leren plannen. Samenwerking: Bij het plannen van samenwerkingsopdrachten is het dagritme een welkom hulpmiddel.
dagritmekaarten groep 1/2
Symbolen Door de school heen wordt met een aantal symbolen gewerkt. Deze symbolen zijn voor iedereen waarneembaar en duidelijk. Het symbool voor uitgestelde aandacht: Tijdens het taakwerken wordt gewerkt met een rood en een groen signaal. Als het rode signaal wordt gebruikt, weten de kinderen dat zij de leerkracht niet mogen "storen" en dat zij dus naar een andere oplossing moeten zoeken. Bij gebruik van het - 12 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
groene signaal (of geen signaal bij de kleuters) mag de leerkracht wel worden benaderd.
Een "stoplicht" in groep 5
Een "stopstoeltje" in groep 1/2
Het symbool voor geluidsniveau: Om aan te geven welk geluidsniveau op een bepaald moment of voor een bepaalde opdracht wordt gehanteerd, wordt er gebruik gemaakt van geluidsniveaukaarten. Zie ook het hoofdstuk "Geluidsniveaukaarten" hierna. Het symbool voor de toiletten: In de kleutergroepen wordt gewerkt met een kralenketting. Als je naar het toilet gaat, moet je die omdoen zodat de anderen kunnen zien dat het toilet bezet is.
de kralenketting
Het symbool voor taakjes:
In de groepen 1 t/m 3 worden verschillende symbolen gebruikt voor verschillende taakjes op het takenbord zodat de kinderen kunnen zien wat er gedaan kan en mag - 13 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
worden. Ook voor huishoudelijke taakjes worden symbolen gebruikt op het huishoudelijke takenbord. (Zie ook het hoofdstuk "het huishoudelijke takenbord".
Taaksymbolen groep ½
Daltonprincipes Verantwoordelijkheid: Symbolen verschaffen duidelijkheid, zodat het kind verantwoordelijkheid kan nemen voor de eigen keuzes. Daarnaast geven ze ook de mate van vrijheid aan. Zelfstandigheid: Door het lezen van een symbool kan het kind zelfstandig beslissingen nemen, zonder dat iets aan de leerkracht hoeft te worden gevraagd. Samenwerking: Door symbolen te respecteren, houden we rekening met elkaar.
Geluidsniveaukaarten In alle groepen en op verschillende werkplekken worden geluidsniveaukaarten gebruikt. Een kaart kan dienen voor een werkplek in zijn totaal of tevens om duidelijk te maken of een opdracht individueel, in tweetallen of groepjes mag worden gemaakt.
Je werkt voor jezelf. Het is stil.
We werken in tweetallen. We fluisteren.
We werken met een groepje. We praten zacht.
Kringgesprek of grotere groep We praten gewoon.
Daltonprincipes Verantwoordelijkheid: De kaarten verschaffen duidelijkheid, zodat het kind zelf verantwoordelijkheid kan nemen. Daarnaast geven ze ook de mate van vrijheid aan. Zelfstandigheid: Door het lezen van de kaarten is er geen interventie van de leerkracht nodig Samenwerking: Door symbolen te respecteren, houden we rekening met elkaar. - 14 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
Taakwerk De taak is een van de bekendste onderdelen van het daltononderwijs. De taak is een middel. Een middel om leerstof te ordenen en om pedagogische doelen te bereiken. Tijdens het taakwerken wordt er zelfstandig gewerkt aan de taak. De taak is een hoeveelheid leerstof die het kind in een bepaalde periode moet maken: de dagtaak/weektaak. Tijdens het werken aan de taak mogen de kinderen samenwerken en genieten zij een zekere vrijheid. (Zie ook samenwerken) Deze vrijheid is begrensd, de taak moet na de gestelde periode wel af zijn. Binnen de school zijn afspraken gemaakt over: De tijd die aan de taak wordt besteed. De periode die de taak omvat. De omvang en de inhoud van de taak. Vrijwel alle vakken zijn geschikt om in de taak op te nemen. Omdat we op school te maken hebben met veel kinderen die een taalachterstand hebben, is er voor gekozen om de instructie van woordenschatlessen, begrijpend lezen, projecttaken van rekenen en zaakvaklessen klassikaal en interactief aan te bieden. De verschillende verwerkingsvormen kunnen vaak wel weer in de taak worden opgenomen. Naast deze gebieden is het de bedoeling om de kinderen zo veel mogelijk met taakwerken bezig te laten zijn. Toetsen worden klassikaal afgenomen en dus niet in het taakwerk opgenomen. In alle groepen is keuzewerk een vast onderdeel van de taak. (Zie ook keuzewerk) Op de taakbrieven is voor alle leerlingen dezelfde basistaak aangegeven. Leerlingen met een individuele leerlijn krijgen een aparte taak. Basistaken worden als dat nodig is door de leerkrachten op maat gemaakt (gedifferentieerd). Differentiatie vindt plaats binnen de jaargroepblokken. Een kind kan dus niet heel ver vooruit werken waardoor er allemaal verschillende individuele niveaus ontstaan die de leerkracht dan niet meer kan behappen. In groep 1 en 2 wordt er gewerkt met een dagtaak m.b.v. een taken(plan)bord. Door met een taak te werken leert een kleuter taakbewust handelen; dat een taak een afgerond geheel is; naar een doel toe te werken; (zelf)verantwoordelijkheid dragen; plannen maken; rekening te houden met anderen. Groep 3 is een hoofdstuk apart. Nu wordt er immers voor de meeste kinderen begonnen met het aanvankelijk lezen, rekenen en schrijven. Er wordt de eerste maanden veel klassikaal aangeboden en begeleid. Daarnaast is er ook tijd voor taakwerk. Dat wordt tot aan de kerstvakantie gedaan m.b.v. een takenbord (zoals bij de kleutergroepen). Na de kerstvakantie wordt er gewerkt met een takenbrief. Er wordt gewerkt met een dagtaak. - 15 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
In groep 4 en 5 wordt gewerkt met een dagtaak waarop verschillende vakgebieden behalve de zaakvakken staan aangegeven. In groep 6 wordt er tot aan de kerstvakantie gewerkt met een halve weektaak. Vanaf de kerstvakantie gaat die over in een volledige weektaak. In groep 7 en 8 wordt vanaf het begin gewerkt met een weektaak. Op maandag krijgen de kinderen het werk voor de hele week op dat zij zelf voor die week moeten plannen. Bij het plannen en aftekenen wordt in alle groepen gebruik gemaakt van de dagkleuren. De leerkrachten houden de vorderingen bij op een aftekenlijst. Verder is er in de groepen 4 t/m 8 behalve de takenbrief een notatiebord waarop de leerlingen met een magneet in de betreffende dagkleur aangeven wat zij af hebben. Dit biedt overzicht en houvast. Tijdens en na het taakwerken wordt er telkens kort met de kinderen gereflecteerd. Aan het eind van de week wordt er vaak met de hele groep geëvalueerd en gereflecteerd. (Zie ook reflecteren) De taak loopt voor alle groepen van maandag t/m vrijdag. Daltonprincipes Voor taakwerken zijn veel mogelijkheden te noemen. We beperken ons tot de volgende: Verantwoordelijkheid: De kinderen zijn verantwoordelijk voor de keuzes die zij maken en de uitvoering daarvan. Hierbij kan specifiek worden gedacht aan het plannen en het wel of niet volgen van instructies. Zelfstandigheid: De kinderen werken zelfstandig aan hun taak en kunnen die ook zelfstandig administreren. Samenwerking: Het meeste taakwerk mag samen worden gemaakt en er zijn ook gerichte samenwerkingsopdrachten.
Takenbord en takenbrief Het takenbord in groep 1/2 is een magnetisch bord met belijning. In de meest linkse kolom hangen de naamkaartjes van de kinderen. De tweede en derde kolom zijn bedekt met een gekleurde strook en geven de verplichte weektaakwerkjes aan. In de bovenste horizontale rij staan afbeeldingen van de verschillende keuzewerkjes. Als de kinderen plannen, plaatsen zij een magneetje in de betreffende dagkleur achter hun naam onder het gekozen werkje. De volgorde wisselt door dagelijks met een andere (volgende) naam te starten. - 16 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
Het (magnetisch) takenbord in groep 1/2
Als er bijvoorbeeld niet meer dan 3 kinderen in een hoek bezig kunnen zijn, draait het derde kind de afbeelding van het werkje een kwartslag om zodat de anderen weten dat ze op dat moment een andere keuze moeten maken.
In groep 3 wordt tot aan de kerstvakantie verder gewerkt met het takenbord met daarop afbeeldingen van aangepaste keuzewerkjes. Na de kerstvakantie wordt er begonnen met een eenvoudige takenbrief (zie bijlage takenbrief groep 3) waarop taal, lees, schrijf en rekenopdrachtjes staan vermeld. Deze brief is al wel op eenvoudige wijze in 5 dagen verdeeld. Met cijfers wordt de keuzevolgorde aangegeven en met de betreffende dagkleur wordt het werkje afgetekend. In groep 4 en 5 wordt gewerkt met een uitgebreidere takenbrief (zie bijlage takenbrief groep 4 en 5). Daarop staan nu ook keuzewerk, de afspraak van de week en reflectieruimte. Ook hier wordt met cijfers de keuzevolgorde ingevuld en met de betreffende dagkleur afgetekend. In groep 6 wordt voor de herfstvakantie gewerkt met halve weektaken. Na de herfstvakantie wordt overgegaan op een volledige weektaak. Op de takenbrief van groep 6, 7 en 8 (zie bijlage takenbrief groep 6, 7 en 8) is er geen sprake meer van een dagindeling. De weektaken worden opgegeven per vakgebied. Bij de planning wordt gebruik gemaakt van de dagkleuren. Er zijn twee hokjes. Het eerste hokje wordt gekleurd met de dagkleur waarop met het betreffende werk wordt gestart, het tweede hokje met de dagkleur waarop het werk af is. De reflectieruimte is nu uitgebreid . De kinderen geven aan, aan welk (verbeter)punt ze de volgende week extra aandacht zullen besteden. Op de weektakenbrief staan de namen van en aanwijzingen voor de kinderen met een aangepaste weektaak. - 17 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
Daltonprincipes Verantwoordelijkheid: De kinderen zijn verantwoordelijk voor de keuzes die zij maken en de uitvoering daarvan. Hierbij kan specifiek worden gedacht aan het plannen en het wel of niet volgen van instructies. Zelfstandigheid: De kinderen maken zelfstandig keuzes en kunnen die ook zelfstandig administreren. Samenwerking: Het meeste taakwerk mag samen worden gemaakt en er zijn ook gerichte samenwerkingsopdrachten.
Het huishoudelijk takenbord
Het huishoudelijke takenbord
In iedere groep hangt een huishoudelijk takenbord. Op het huishoudelijk takenbord staat aangegeven welke taken door de klassendienst worden uitgevoerd. In de onderbouw gebeurt dat met symbolen/pictogrammen. In de bovenbouw vooral met woorden en soms ook met pictogrammen. - 18 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
In de onderbouw (groep 1 t/m 3) wordt er gewerkt met daghulpjes. In de bovenbouw (groep 4 t/m 8) wordt er gewerkt met een weekdienst. Voorbeelden van taken zijn: Kasten netjes houden Tassen uitdelen Planten water geven Het bord schoonmaken Kwasten uitspoelen Hoeken controleren Gang controleren Vloer vegen Daltonprincipes Verantwoordelijkheid: Als gebruikers van een lokaal (omgeving) zijn we ook medeverantwoordelijk voor het verzorgen van die leef-, leer- en werkomgeving Zelfstandigheid: De kinderen kunnen de huishoudelijke taken zelfstandig uitvoeren
Samenwerking: De taken worden tenminste in tweetallen uitgevoerd. Daardoor zal er sprake zijn van werkoverleg. Er wordt gewerkt met wisselende tweetallen
Handelingswijzers De handelingswijzer is een instrument, dat kinderen met pictogrammen, foto ‟s en/of tekst duidelijk maakt wat er wordt gevraagd of verlangd. Een soort handleiding, stappenplan om tot een bepaald resultaat te komen. Nu nog wordt een handelingswijzer zichtbaar getoond. Het ligt in de bedoeling om per groep een map met handelingswijzers samen te stellen waarnaar kan worden verwezen. Dit proces is in ontwikkeling.
Handelingswijzer reflecteren groep 6
- 19 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
Daltonprincipes Verantwoordelijkheid: De kinderen zijn zelf verantwoordelijk voor het feit of zij wel of niet een handelingswijzer willen raadplegen. Zelfstandigheid: Met een handelingswijzer kunnen leerlingen zonder hulp van de
leerkracht een handeling uitvoeren. Samenwerking: Handelingswijzers kunnen ook aangeven of een opdracht samen gemaakt kan worden, wie of wat je kunt raadplegen.
Materialen De inrichting van de klassen, het klassenmanagement moet zo zijn dat de kinderen alle materialen die zij nodig hebben, zelfstandig kunnen pakken, schoonmaken en opruimen. In de kleutergroepen wordt al met deze vorm van zelfstandigheid begonnen. In de daarop volgende groepen wordt dit voortgezet. Als een kind bijvoorbeeld een nieuw schrift nodig heeft, dan hoeft het dat niet eerst aan de leerkracht te vragen. De materialen als potloden, papier, boeken en scharen hebben een duidelijke plek in de klas. Bij het zelf pakken van wat je nodig hebt, geldt een uitzondering voor zaken die mogelijk gevaar opleveren (bijv. snijmachine), die relatief duur zijn (bijv. bepaalde creatieve materialen) of waarvan er maar weinig beschikbaar zijn (bijv. computers). Kinderen mogen niet zelf materialen uit het magazijn pakken. Voor het inleveren van het gemaakte werk zijn in elke klas inleverplekken, zoals laatjes, mandjes etc. Deze plekken zijn duidelijk zichtbaar in de klas. De kinderen hebben zelf de verantwoordelijkheid om hun werk in te leveren, zodat de leerkracht dit kan nakijken en aftekenen.
Materialenkast groep 1/2
Daltonprincipes Verantwoordelijkheid: De vrijheid, verantwoordelijkheid om zonder te vragen
materialen te gebruiken die nodig zijn en weer op te ruimen. Als gebruikers zijn we ook medeverantwoordelijk voor het verzorgen van die materialen. Zelfstandigheid: Zelf bepalen wat nodig is en dat zelf halen.
Samenwerking: Overleggen over het gebruik van (schaarse) spullen. - 20 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
Instructie en de instructietafel Instructie Alle leerlingen volgen de basisinstructie, behalve: Wanneer het kind op een geheel ander niveau( leerjaar voor of leerjaar achter) van dat vakgebied werkt. Er is dan sprake van een individuele leerlijn. Deze leerlingen krijgen op een ander moment een individuele of groepsinstructie. Als de leerkracht van mening is dat, het kind dat op basisniveau werkt, op dat moment geen basisinstructie nodig heeft. Het kind kan dan zelfstandig aan het werk. Er is dus sprake van een gelaagde instructie: basisinstructie, extra instructie, verlengde instructie Instructietafel In elke groep wordt gebruik gemaakt van een instructietafel. Als er geen ruimte is voor een instructietafel, dan zorgt de leerkracht ervoor dat door wisseling van plek een instructietafel gecreëerd wordt. Leerlingen die op een ander niveau dan het basisniveau werken, krijgen extra of verlengde instructie op hun niveau. Dit gebeurt aan de instructietafel. Extra instructie: is voor kinderen die de basisinstructie nog even niet voldoende begrijpen of voor leerlingen die verder zijn en een extra "zetje" nodig hebben. Verlengde instructie: is voor kinderen die de stof niet of nauwelijks zelfstandig kunnen maken.
Instructietafel groep 4
- 21 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
Daltonprincipes Verantwoordelijkheid: De kinderen leren zelf (deels) verantwoordelijk te zijn voor hun keuze om wel of niet aan een extra instructie deel te nemen Zelfstandigheid: De kinderen die geen (extra) instructie nodig hebben, kunnen zelfstandig aan het werk. Samenwerking: De leerlingen die geen extra instructie nodig hebben, helpen elkaar om tot oplossingen te komen.
Correctie en de correctietafel Wij hechten grote waarde aan het zelf corrigeren door de kinderen. Dit geldt zowel voor opdrachten binnen de taak als opdrachten daarbuiten. Zelfcorrectie heeft een aantal voordelen: Het kind krijgt meteen feedback op zijn werk. Het hoeft niet te wachten tot hij het werk pas later terugkrijgt van de leerkracht. Het heeft een duidelijk leereffect, omdat het kind, als het een fout ontdekt, zich meteen zal afvragen hoe deze fout kon ontstaan. Het geeft de kinderen hierdoor beter inzicht in wat ze zelf kunnen en bij welke zaken ze hulp moeten vragen van de leerkracht. Al vanaf groep 1 mogen de kinderen bepaalde opdrachten zelf corrigeren. Naarmate de kinderen ouder worden is er steeds meer mogelijk. Het streven is, om de kinderen zo veel als mogelijk is of ze aankunnen, zelf te laten corrigeren. De groepsleerkracht moet dat uiteraard voor de eigen groep steeds opnieuw inschatten. Hierbij gelden wel een aantal afspraken: Toetsen worden nagekeken door de leerkracht. Regelmatig neemt de leerkracht steekproeven of observeert de kinderen tijdens het werken. De leerkracht werkt “op maat”dat wil zeggen dat er per leerling gekeken wordt of zelfstandig nagekeken kan worden en of de leerling over de benodigde vaardigheden beschikt. Een kind dat liever de antwoorden overschrijft of erg onzorgvuldig is, kan blijkbaar minder vrijheid aan en moet meer ondersteund en gecontroleerd worden. Er kunnen verschillende correctievormen worden gebruikt, zoals nakijken in tweetallen, nakijken door maatjes, nakijken samen met leerkracht, klassikale correctie en nabespreking. Of nakijken in tweetallen zonder nakijkboek, zodat er sprake is van vergelijken en uitleggen aan elkaar hoe men tot een oplossing is gekomen.(heel effectieve manier van samenwerkend leren) Zelf nakijken vraagt een bepaalde houding van de kinderen. De kinderen moeten zich realiseren dat je je werk nakijkt om er iets van te leren. - 22 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
Als leerkracht moeten we de kinderen deze houding aanleren. We moeten ze ook leren dat ze hulp of uitleg moeten vragen zodra ze merken dat er sprake is van te veel fouten. In elke groep is een correctietafel waaraan de kinderen hun werk zelfstandig na kunnen kijken. Als er andere correctievormen worden gebruikt dan kan het nakijken volgens de groepsafspraken ook op (een) andere plek(ken) gebeuren. Op de takenkaart is een hokje beschikbaar, waarop de leerkracht de taak voor „gezien‟ kan aftekenen.
Correctietafel groep 4
Daltonprincipes Verantwoordelijkheid: De kinderen leren verantwoordelijkheid te nemen voor het corrigeren en om hulp/uitleg te vragen als er veel fouten zijn gemaakt. Zelfstandigheid: De kinderen kijken hun werk zelfstandig na. Samenwerking: in de vormen waarbij je elkaars werk corrigeert.
Keuzewerk en de keuzewerkkast Vrijheid betekent niet alleen dat het kind de volgorde binnen de taak mag bepalen, maar ook, dat het voor een deel zelf de inhoud van zijn /haar leren mag kiezen. Een keuzetaak behoort tot het normale taakpakket. Het is niet zo dat alleen de kinderen die klaar zijn met hun taak aan het keuzewerk toekomen. Een keuzetaak is voor alle kinderen bedoeld en is dus een onderdeel van de taak. Keuzewerk is bij ons niet "even iets voor jezelf doen", het is ook niet uitloopwerk voor de snelle werkers en het is ook niet "even een spelletje doen". Keuzewerk is: een niet-vrijblijvende, wisselend educatieve activiteit; de scheidslijn educatief - recreatief is niet altijd scherp te trekken. - 23 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
een vast onderdeel van de basistaak; bijvoorbeeld omschreven als "werk 30 min. aan je keuzewerk", (daarnaast heeft de leerkracht de mogelijkheid om binnen het uitgebreide deel van de taak ook keuzewerk op te nemen), een activiteit die de kinderen zelf mogen kiezen, afhankelijk van hun belangstelling, in groep 1-2 wordt keuzewerk bijgehouden op het takenbord met het betreffende kaartje; keuzewerk is in principe zelfcorrigerend, al zal de leerkracht ook hierbij volgen wat de leerlingen doen en welke kwaliteit ze leveren, ook binnen het keuzewerk zal ernaar gestreefd worden kinderen te laten samenwerken. Het keuzewerk wordt alleen geadministreerd op het takenbord of op de takenbrief. Momenteel wordt er voor gekozen om per klas een half uur keuzewerk te doen met alle kinderen op het zelfde tijdstip. De kinderen mogen uiteraard wel zelf een keuze maken in wat ze gaan doen. Tevens zijn we bezig om per bouw een half uur per week groepsdoorbroken bezig te zijn met keuzewerk. Het keuzewerk is terug te vinden in de daarvoor bestemde keuzewerkkasten.
Keuzewerkkast groep 6
Daltonprincipes Verantwoordelijkheid: De kinderen hebben de vrijheid om zelf te kiezen wat ze willen leren. Hun keuze moeten ze ook waarmaken. Ze zijn verantwoordelijk voor de uitvoering. Zelfstandigheid: De kinderen maken zelfstandig een keuze zonder dat de leerkracht zich daarin mengt. Ook de uitvoering gebeurt zelfstandig. Op verzoek van de leerling zal de leerkracht helpen en suggesties geven. Samenwerking: Sommige opdrachten kunnen alleen samen gedaan worden. Bij andere bestaat de mogelijkheid om ze alleen of samen te doen. - 24 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
Zelfstandig werken en werken met uitgestelde aandacht Op onze school is het zelfstandig werken met name gericht op de inhoud van de opdracht. Het aanleren van de kennis en/of vaardigheden heeft een hoofdaccent. Het zelfstandig werken wordt steeds meer gericht op het leerproces (meta-cognitie). Het geleerde moet ook toegepast worden in andere situaties/contexten dan waarin het is aangeleerd. Om zelfstandig werken goed te kunnen realiseren op onze school zijn een aantal zaken van belang De leerlingen: kennen de groepsafspraken kunnen elkaar helpen zonder voor te zeggen (tutorleren) weten wat zelfstandig werken is weten waar ze de materialen kunnen vinden kunnen zelfstandig problemen oplossen kunnen zelf hun werk plannen met behulp van takenbord en takenbrief kunnen goed met het materiaal omgaan zijn in staat te werken volgens het principe van de uitgestelde aandacht, weten hoe het stoplicht werkt weten wat ze kunnen doen als de dag- of weektaak af is kunnen het gemaakte werk zonodig zelf nakijken verbeteren zelfstandig gemaakte fouten zijn in staat te verwoorden wat hun problemen zijn kunnen samenwerken (maatjes werken) De leerkracht kan: lessituaties voorbereiden waarin zelfstandig werken van kinderen het uitgangspunt is het klaslokaal zodanig inrichten dat de mogelijkheid tot zelfstandig werken daardoor gestimuleerd wordt didactische stappenschema‟s uitwerken om de leerlingen de streefdoelen van zelfstandig werken te laten behalen gesprekken leiden waarin het belang van zelfstandig werken verhelderd en geëvalueerd wordt duidelijke en gedifferentieerde taakinstructie geven hulpmiddelen hanteren die het zelfstandig werken bevorderen: symbolen voor dagritme, takenbord, teken voor uitgestelde aandacht(stoplicht), (week)takenbrief, huishoudelijk takenbord, naamkaartjes, werken met maatjes Het materiaal is: overzichtelijk opgesteld - 25 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
goed bereikbaar voor de leerlingen geschikt voor zelfstandig werken in voldoende mate aanwezig stevig genoeg vanaf tweede helft groep 3 gekoppeld aan een administratiemodel op schriftelijke basis, daarvoor in de vorm van dagkleurregistratie op het takenbord De afspraken: zijn voor iedereen duidelijk worden door de leerlingen als vanzelfsprekend beschouwd geven de leerlingen voldoende ruimte voor eigen initiatieven geven de leerlingen voldoende ruimte om zelfoplossend bezig te zijn zorgen ervoor dat de leerlingen elkaars gedrag positief corrigeren stimuleren tot zelfverantwoordelijk gedrag de leerkracht is in staat om met pedagogisch inzicht de regels gedifferentieerd toe te passen
Zelfstandig werken in groep 8
De basis van al ons handelen moet gericht zijn op het creëren van een pedagogisch klimaat waarin de sociale en emotionele veiligheid voor het kind gewaarborgd worden. In de dagelijkse activiteiten loopt het ontwikkelen van waardenbesef en oordeelsvermogen als een rode draad door het proces heen. Leerlingen moeten elkaar respecteren en juist waardering op leren brengen voor alle verschillen onderling. Veiligheid is ons uitgangspunt. Tijdens het zelfstandig werken wordt er in alle groepen gewerkt met het principe van de uitgestelde aandacht. Dat gebeurt met behulp van een rood en een groen signaal. Als het rode signaal zichtbaar is, weten de kinderen dat de leerkracht niet gestoord mag worden. De leerkracht geeft dan bijvoorbeeld verlengde of extra instructie of is bezig met een observatie. De kinderen weten dan dat ze elkaar mogen en kunnen - 26 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
helpen (maatjeswerken)en dat zij zelf oplossingen moeten bedenken als ze ergens niet direct uitkomen. Als het signaal op groen staat, mogen de kinderen weer een beroep doen op de leerkracht. Die kan dan rondjes door de klas maken of kinderen (niet meer dan twee tegelijk) bij zich laten komen. De verschillende signalen voor uitgestelde aandacht zijn: Een rood stoeltje in groep 1/2. Een rode en een groene cirkel op het bord voor groep 3 t/m 6 Een verkeerslicht op het digitale schoolbord voor groep 7/8 Daltonprincipes Verantwoordelijkheid: De kinderen hebben de vrijheid om zelf oplossingen te bedenken voor gerezen problemen en dragen tevens de verantwoordelijkheid voor de gevolgen daarvan. De vrijheid om hulp te zoeken en te geven. Verantwoordelijkheid nemen voor de eigen planning. Zelfstandigheid: De hulp van de leerkracht wordt pas gegeven als niet het kind, maar de leerkracht daartoe het initiatief neemt. Samenwerking: Oplossingen door middel van samenwerken worden gestimuleerd.
De vragenboog De vragenboog is een middel dat gebruikt wordt in de groepen 3 t/m 8 tijdens het werken met uitgestelde aandacht. Als kinderen een probleem niet zelf of met een ander kunnen oplossen, kunnen zij hun naamkaartje in de vragenboog plaatsen en vervolgens verder gaan met hun (andere) werk. De leerkracht ziet dan welke kinderen een probleem niet zelfstandig hebben kunnen oplossen en kan dan als hij weer beschikbaar is de betreffende leerlingen helpen. Er is op die manier dus sprake van uitgestelde aandacht van de leerkracht.
Vragenboog groep 1
Vragenstrook groep 6
- 27 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
Daltonprincipes Verantwoordelijkheid: De kinderen leren de verantwoordelijkheid te nemen om verder te gaan met hun andere werk omdat zij er op kunnen vertrouwen dat er uitgestelde aandacht van de leerkracht zal plaatsvinden. Zelfstandigheid: De kinderen krijgen tijdens het werken met uitgestelde aandacht geen hulp of uitleg van de leerkracht. Samenwerking: De kinderen worden in eerste instantie gestimuleerd om met elkaar oplossingen te bedenken. Een kaartje kan pas worden geplaatst als je er echt samen niet meer uitkomt.
Samenwerken Er is voor ons een verschil tussen samenwerken en samen werken. Onder samenwerken verstaan we samen aan een opdracht werken, waarbij van iedere deelnemer een zelfde mate van betrokkenheid, verantwoordelijkheid en inzet wordt verwacht, aangezien de samenwerking tot één resultaat moet leiden. Onder samen werken verstaan we dat kinderen weliswaar individueel aan een opdracht werken, maar dat ze wel rekening met elkaar houden en elkaar helpen. Kort gezegd: Ze zitten bij elkaar en werken samen en ieder dient zelf met een resultaat te komen. Rekening houden met elkaar houdt in, dat je elkaar niet stoort of afleidt tijdens het werk, maar ook, dat je je verantwoordelijk voelt voor het welzijn van je medeleerlingen en dat je je verantwoordelijk voelt voor de sfeer in de groep en de school als geheel. Pestgedrag hoort daar bijvoorbeeld niet bij, maar belangstelling voor een zieke klasgenoot en zorg voor een nette schoolomgeving wel. Kinderen moeten het normaal vinden dat je elkaar helpt. Het is ook heel normaal dat je af en toe eens hulp vraagt. Niet alle kinderen kunnen dit uit zichzelf. Dus moeten we het hen leren. Om aan de specifieke vaardigheden van het samenwerken binnen de doorgaande lijn te werken, maken we gebruik van de lessuggesties uit het programma van de Vreedzame School. In de lessen van De Vreedzame School wordt geregeld gebruik gemaakt van werkvormen waarbij samenwerken centraal staat. Daarnaast is er door Esther Biesheuvel, een oud stagiaire, een boek samengesteld waarin voor alle samenwerkingsvaardigheden binnen de doorgaande lijn een aantal oefensuggesties wordt aangegeven. Tijdens het zelfstandig werken stelt de leerkracht zich terughoudend op t.o.v. de gebeurtenissen in de groep. Ook probleempjes in de sociale sfeer moeten de kinderen in eerste instantie proberen zelfstandig op te lossen of door hulp bij elkaar te zoeken. Wij vinden het van grote pedagogische waarde dat kinderen sociale vaardigheden opdoen. Het samenwerken is daarom van grote betekenis. Tijdens het (taak)werken mogen de kinderen vrijwel altijd samen werken, behalve als van te voren duidelijk wordt aangegeven dat een opdracht individueel moet worden uitgevoerd. Het samen werken gebeurt in de groepen 1 t/m 3 met een maatje dat van - 28 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
tijd tot tijd wisselt. In de groepen 4 t/m 8 wordt regelmatig met maatjes gewerkt maar het kiezen van een maatje is vrijer. Meestal kiezen de kinderen voor iemand die bij hen in het groepje zit. Een belangrijk aandachtspunt bij het samen werken is dat kinderen elkaar helpen om tot een oplossing te komen en dus niet door voor te zeggen! Wat samenwerken betreft, is er de afspraak om te proberen tenminste een keer per week een samenwerkingsopdracht in de taak te zetten. Bij deze samenwerkingsopdrachten en maatjeswerk kan worden gekeken naar de infokaart "Structureel Coöperatief Leren" met daarop 8 didactische structuren en de infokaart Denk-Twee-Doe Mee (uitgaven van Bazalt). Hierbij worden gerichte oefenvormen aangeboden. We vinden het wat samenwerken ook belangrijk dat er met enige regelmaat groepsdoorbroken gewerkt wordt. Voorbeelden zijn: Tutorlezen groep 4 en 7. De leerlingen van groep 7 zijn getrainde tutoren die de kinderen van groep 4 twee keer per week helpen bij het leren lezen. Podiumkunsten (creatieve uiting n.a.v. thema's)waarbij de kinderen naast eigen presentaties per groep ook een paar onderdelen samen voorbereiden en uitvoeren. Groep 1,2 en 3 werken tenminste een keer per week groepsdoorbroken aan keuzewerk. Groep 4 t/m 8 proberen dat nu nog incidenteel uit. Sportdag of andere activiteiten waarbij groepsdoorbroken wordt gewerkt. Bij al deze werkvormen zal de leerkracht regelmatig een korte evaluatie/reflectie houden over het samenwerkingsproces. In het hoofdstuk "de doorgaande lijn" staan op bladzijde 6, 7 en 8 de doelstellingen genoemd die we per bouw willen bereiken. Daltonprincipes Verantwoordelijkheid: Verantwoordelijkheid nemen voor de fysieke en sociale omgeving. De verantwoordelijkheid om hulp te zoeken en te verlenen. Zelfstandigheid: Zelfstandig hulp zoeken en hulp verlenen. Samenwerking: Duidelijk
Werkplekken De kinderen hebben een zekere vrijheid in het kiezen van een werkplek in de school. Doordat er met een taak wordt gewerkt, zijn kinderen in het klaslokaal vaak gelijktijdig bezig met verschillende opdrachten.
- 29 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
Hier zitten kinderen samen te werken, daar krijgt een groepje extra uitleg van de leerkracht en weer ergens anders maakt iemand een creatieve opdracht in het kader van keuzewerk. In een daltonschool zal een kind (moeten) wennen aan een zeker "werkgeruis", maar het kan er ook voor kiezen een rustige werkplek op te zoeken. Voorbereiding in groep 1-2 In groep 1-2 is het werken in steeds verschillende hoeken vanzelfsprekend. Sommige hoeken bevinden zich in maar andere ook buiten het lokaal. Door kinderen er aan te wennen ook in de gang te werken, waar ook anderen langs komen en zitten te werken, worden de kinderen voorbereid op het latere zelfstandig werken in ruimtes waar de leerkracht niet steeds aanwezig is. De hal en andere lokalen Tijdens het taakwerk kunnen de kinderen van verschillende werkplekken gebruik maken. Omdat het aantal werkplekken in de hallen en in andere lokalen (nog) beperkt is, worden er nu nog afspraken gemaakt over het aantal kinderen dat buiten het lokaal mag werken. Op die manier behouden we tevens het overzicht over wie zich waar bevindt. In de hallen en in de groepslokalen hangen duidelijke afspraken die samen met de kinderen zijn opgesteld. Deze afspraken geven aan hoe we het graag willen hebben, hoe we het best rekening met elkaar kunnen houden.
Werkplekken boven in de hal
Daltonprincipes Verantwoordelijkheid: De verantwoordelijkheid om zijn werk te maken en dus om een gunstige werkplek te kiezen, ligt in principe bij het kind. Zelfstandigheid: Bij het maken van deze keuze moet het kind aanvankelijk met de leerkracht overleggen, maar uiteindelijk maakt het deze keuze zelfstandig. Samenwerking: Een goede samenwerking is nodig om de met elkaar de gemaakte afspraken na te komen.
- 30 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
Evaluatie en reflectie Evaluatie en reflectie zijn nauw met elkaar verbonden. Evaluatie is beoordelen, reflectie is nadenken en dan ook over de eigen rol. In alle groepen wordt het taakwerk in ieder geval aan het einde van de week geëvalueerd: wat ging goed, wat minder goed, waar had dat mee te maken, wat vonden de kinderen moeilijk/ makkelijk, etc. Dit gebeurt op verschillende manieren: individueel, met de hele groep, aan het eind en/of tussentijds. Er is sprake van zowel product- als procesevaluatie. Productevaluatie gaat vooral over het product: het resultaat en de verzorging ervan. Bij procesevaluatie wordt gekeken naar de totstandkoming van het product. Het verloop van zelfstandig werken en samenwerken(en dus de vaardigheden) spelen hierbij een belangrijke rol. Was de taak goed gepland? Waren er problemen? Ben je met elkaar tot goede oplossingen gekomen? Regelmatig vindt er ook kleine reflectie plaats met individuele leerlingen. Kinderen moeten leren reflectief te zijn naar eigen en andermans handelen. Ze moeten leren dat het niet alleen gaat om het uiteindelijke product, maar vooral om hoe het product tot stand gekomen is en met wie. Ook op de takenbrief is ruimte ingelast voor een korte evaluatie. Op de takenbrief kunnen de kinderen aangeven wat ze van het werk vonden en hoe het is gegaan. Tenslotte wordt aangegeven waar een kind de volgende week extra aandacht aan wil besteden. Ook het team oefent met reflecteren. Aan het eind van elke teamvergadering wordt deze door het team geëvalueerd en is er reflectie over hoe processen eventueel beter hadden kunnen verlopen. Wat was de invloed van de eigen rol? Daltonprincipes Verantwoordelijkheid: Het kind leert verantwoordelijkheid te dragen voor de ontwikkeling van zijn leerstijl en leerproces Zelfstandigheid: Het evalueren en reflecteren is iets wat de kinderen uiteindelijk zelfstandig moeten kunnen. Samenwerking: Om tot een goede samenwerking te komen is een evaluatie/reflectie over het proces onmisbaar.
Informatie en rapportage We willen ons daltononderwijs graag uitdragen: naar ouders, belangstellende nieuwe ouders, leerkrachten, vervangers, stagiaires,leerlingen, bezoekers. Dat doen we voor ouders en belangstellende nieuwe ouders onder andere met de volgende middelen: algemene en bijzondere informatieavonden - 31 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
wekelijkse inloopochtend (op maandag) bij de kleutergroepen maandelijkse inloopochtenden voor belangstellende nieuwe ouders 4 informatieavonden per jaar voor belangstellende nieuwe ouders voorlichten en inzetten van de ouderinitiatiefgroep koffiebijeenkomsten groepsbezoeken van ouders tijdens taakwerken MR-vergaderingen maandelijkse nieuwsbrief aan de ouders website schoolgids en schoolplan daltonwerk- en –ontwikkelingsplan Voor leerkrachten (ook vervangers en stagiaires) met: schoolgids schoolplan daltonwerk- en –ontwikkelingsplan website maandelijkse dalton-teamvergadering studie(mid)dagen notulen Het is ook belangrijk om de kinderen regelmatig te herinneren aan het hoe en het waarom van de werkwijze op onze school. Daarom brengen de leerkrachten gedurende het hele schooljaar de daltonprincipes onder de aandacht van de kinderen. Omdat er het hele schooljaar door instroom plaatsvindt in groep 1 is het ook in de kleutergroepen belangrijk om de regels en afspraken gestructureerd en consequent te herhalen. De kinderen krijgen drie keer per jaar een rapport mee naar huis. Bij het eerste en tweede rapport zijn er 10-minutenbesprekingen met de ouders. De bespreking bij het derde rapport is facultatief. Tijdens deze besprekingen worden de vorderingen van de kinderen met de ouders doorgenomen. Bij bijzonderheden worden ook tussentijdse besprekingen met ouders gevoerd. De ouders van de leerlingen van groep 8 hebben in verband met de schoolkeuze adviesgesprekken naar aanleiding van de uitslag van de Cito-entreetoets groep 7 en de Cito-eindtoets groep 8. We moeten nog een vorm ontwikkelen waarbij ook de "daltonvaardigheden" aan de ouders op een effectieve wijze worden gerapporteerd. Daarvoor zullen de doelstellingen uit de doorgaande lijn zelfstandigheid en samenwerken worden gebruikt. Het bestuur wordt jaarlijks op de hoogte gehouden in het jaarverslag en tijdens gesprekken met de directie.
- 32 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
Ontwikkelingsplan Zoals beschreven op bladzijde 9 in het hoofdstuk "daltononderwijs en onderwijsachterstandenbeleid" zijn we in het schooljaar 2003-2004 begonnen met een oriëntatie op daltononderwijs. Er hebben toen gesprekken plaats gevonden met collega's van andere daltonscholen binnen ons bestuur: Roel Röhner van daltonschool "de Twijn" en Marijke Geutjes van basisschool "Apollo 11". Vervolgens hebben we contact opgenomen met Hans Wenke van "Wenke Adviesbureau Onderwijs". Na een intakegesprek in het voorjaar van 2004 wisten we zeker dat we ons richting daltononderwijs wilden ontwikkelen. Er werd een plan opgesteld dat onder Elo Andringa (ingehuurd bij Wenke) als schoolbegeleider zou worden uitgevoerd. Elo had ook ervaring met het onderwijs aan allochtone kinderen. Er werd gekozen voor een organisatorische insteek De didactische en pedagogische aspecten zouden dan gaandeweg aan de orde komen. In het schooljaar 2004-2005 hebben we vooral aandacht besteed aan het principe zelfstandigheid. Er werd tevens specifieke scholing gevolgd voor de onderdelen "taken maken", keuzewerk en handelingswijzers. In april 2005 heeft het team ook een bezoek gebracht aan andere volgens Wenke "vergelijkbare" daltonscholen in Nederland. Hier werden leerzame ervaringen opgedaan. Van een vergelijkbare situatie/populatie was nauwelijks echt sprake. In het schooljaar 2005-2006 is het principe zelfstandigheid onder begeleiding van Elo verder uitgebouwd. Er werd specifieke scholing gevolgd voor de onderdelen differentiatie. In augustus 2006 kregen de toen zittende leerkrachten hun daltoncertificaat uitgereikt. In het begin van schooljaar 2006-2007 besloten we unaniem om te gaan werken aan het verkrijgen van een officiële daltonlicentie. Dit jaar werden alle groepen ook bezocht door Elo Andringa en volgden uitvoerige nabesprekingen. Er was specifieke scholing voor het onderwerp samenwerkend leren. Tevens werden de doorgaande lijnen voor zelfstandigheid en samenwerken gezamenlijk uitgewerkt. In het schooljaar 2007-2008 hebben we naast een duidelijk voortgang binnen de groepen ook vooral onszelf onder de loep genomen en had de directie een aantal intervisiebijeenkomsten met Elo Andringa. De meeste onderdelen staan wat ons betreft goed op de rit. Zoals er verschillen zijn tussen leerlingen, zo zijn er vanzelfsprekend ook verschillen tussen leerkrachten. De een probeert wat meer uit dan de ander. Voor sommigen is het nog moeilijk om de kinderen wat meer ruimte te geven en daardoor zelf het gevoel te krijgen de touwtjes uit handen te verliezen. Iedereen heeft echter de goede intentie en er is een brede basis gelegd voor verdere ontwikkeling. Sinds dit schooljaar hebben we ook enige ruimte in kunnen voeren om een daltoncoördinator aan te stellen. Zij volgt de coördinatorenbijeenkomsten en helpt het team mede aan te sturen. - 33 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
Door de Saxion Hogeschool IJsselland in Deventer is het volgende model "ontwikkelingslijnen binnen dalton" ontworpen.
zelfsturend leren
zelfverantwoordelijk leren zelfstandig leren
antropologie van Dalton
leer- en ontwikkelingspsychologische uitgangspunten
zelfstandig werken
Van
leerkrachtgestuurd
vrijheid/ verantwoordelijkheid via
gedeelde sturing
naar
leerlinggestuurd
samenwerken samen leren
coöperatief leren
interactief afhankelijk leren
Dit dynamische model brengt duidelijk in beeld hoe de basisprincipes op verschillende niveaus uitgewerkt kunnen worden. Hieronder worden de fasen van de ontwikkelingslijnen globaal beschreven
A. Ontwikkelingslijn Verantwoordelijkheid Docent gestuurd Het gaat hierbij nog sterk om leerkracht gestuurd werken. Kinderen dragen slechts weinig verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces. Kinderen mogen de volgorde van taken kiezen. De leerkracht bepaalt de taak. Gedeelde sturing Hier is sprake van een vrij breed scala aan mogelijkheden. In een begin van gedeelde sturing gaat het bijvoorbeeld om werkvormen waarbij de leerkracht alternatieven aandraagt, waaruit gekozen kan worden. Er zijn verplichte en keuzeonderdelen. In een later stadium volgen dan activiteiten waarbij de leerling in sterke mate keuzemogelijkheden heeft in het bepalen waaraan, hoe en met wie er gewerkt wordt. - 34 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
Leerling gestuurd De leerling is „eigenaar‟ van het eigen leerproces. De leerling weet wat hij wil leren en neemt voor zijn eigen leerproces het initiatief. De leerkracht is op afstand, begeleider. De leerling vraagt verantwoording en legt ook zelf verantwoording af over zijn keuzes. Kortom, hij ontwikkelt zich tot „democratisch burger‟. Op langere termijn zullen we aan deze ontwikkeling ook een reflectielijn koppelen. Wie weet past daar dan ook een portfolio voor de basisschoolleerling in.
B. Ontwikkelingslijn Zelfstandigheid Zelfstandig werken Het gaat hierbij om het creëren van situaties waarbij leerlingen leren omgaan met uitgestelde aandacht. Er wordt gewerkt met een teken van zelfstandig werken. De leerkracht hanteert planmatig de principes van zelfstandig leren. Het betreft hier vooral productietaken als het maken van een werkstuk, het afmaken van vooraf opgelegde opgaven. Zelfstandig leren De leerling draagt zelf verantwoordelijkheid voor de manier waarop hij kennis verwerft, zijn taken indeelt, hoe hij omgaat met zijn spanningsboog, etc. De taken zelf liggen nog vast. Zelfverantwoordelijk leren Het gaat hierbij om leersituaties waarin leerlingen zelfsturend bezig zijn. De leerling leert zichzelf al doelen te stellen ten aanzien van ambitieniveau, het gewenste eindresultaat. Hij maakt keuzes over hoe hij deze doelen wil bereiken. De leerstof wordt nog goeddeels door de docent aangereikt. Zelfsturend leren Het gaat hierbij om situaties waarbij de leerling zelf de inhoud en de werkwijze bepaalt en de vrijheid heeft om initiatieven te nemen, die noodzakelijk zijn voor het eigen leerproces.
C. Ontwikkelingslijn Samenwerken Samenwerken. Hierbij is het samenwerken nog vooral doel en nog geen middel. Er is nog geen sprake van taakdifferentiatie. De taak ligt vooraf vast. Sociale doelstellingen staan hierbij centraal. Samen leren. Het gaat hierbij om het creëren van situaties waarbij leerlingen van en met elkaar leren. De vorm wordt nog sterk gestructureerd door de taak of door de leerkracht. Een mooi voorbeeld is bijvoorbeeld de werkvorm „check in duo‟s‟.
- 35 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
Coöperatief leren. Het gaat hierbij om open leersituaties waarin leerlingen van en met elkaar leren en/of een bijdrage leveren aan elkaars leerproces. Een werkvorm als „expertgroepen‟ is een mooie illustratie van deze fase. Interactief afhankelijk leren Hier is sprake van interactief, wederzijds afhankelijk leren in groepen. De leerlingen nemen zelf het initiatief om samen te werken. Ze zijn op de hoogte van elkaars expertise en willen elkaars kwaliteiten inzetten om in een gezamenlijk leerproces tot een gemeenschappelijk leerproduct te komen. Ontwikkelingsprofiel Met bovenstaand model kan een school zo haar eigen Dalton-gehalte en haar ontwikkeling in beeld brengen. Een Daltonschool is dan na de eerste certificering niet klaar! Dalton staat voor dynamiek, voor gestaag verder werken aan ontwikkeling. Een Daltonschool is een school in beweging, een school in ontwikkeling. Een richting voor deze ontwikkeling wordt in het model helder aangegeven. Het is aan de school zelf de ambitieniveau en het bijbehorende invulling te bepalen. Immers: „Dalton is an influence, no Method! Elke school bepaalt derhalve zelf haar grenzen in de mate waarin principes van zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en samenwerken gestalte krijgen. Het is dan ook zeker niet zo dat het verder naar rechts schuiven in het schema voor elke school een optimale of realistische doelstelling is. Het is Dalton eigen, dat scholen daarbij keuzes maken en die keuzes ook kunnen verantwoorden en uitdragen. Ons daltongehalte en onze planning Op dit moment ligt onze ontwikkelingslijn m.b.t. zelfstandigheid tussen "zelfstandig leren" en "zelfverantwoordelijk leren". Als onze kinderen naar het voortgezet onderwijs gaan, streven we ernaar om in ieder geval alle leerlingen op het niveau van zelfverantwoordelijk leren te krijgen. Kinderen die zelfsturend kunnen leren, willen we daartoe zeker de ruimte bieden. Zelfsturend leren zien wij echter vooralsnog als een te hoog doel om na te streven voor al onze kinderen. Op dit moment ligt onze ontwikkelingslijn m.b.t. samenwerken op het niveau "samen leren". We willen ons de komende jaren meer gaan richten op coöperatief leren. Om onze doelen te realiseren ziet de planning voor de komende jaren er als volgt uit: 2008 - 2009: Algemeen Het borgen en bewaken van de tot nu toe ingeslagen weg. Dat zal gebeuren d.m.v. een maandelijkse daltonteamvergadering, groepsbezoeken door daltoncoördinator en directeur, collegiale visitatie en werkgesprekken.
- 36 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
Team start scholing "daltonleerkracht" bij Hoge School van Utrecht (ITT) voor niet gecertificeerde leerkrachten. oefent met verantwoordelijkheid. Kinderen meer verantwoordelijkheid geven bij het samenstellen van de taak. Hierbij wordt gedacht aan oriëntatie op een vorm van keuzewerk die de kinderen zelf aan kunnen geven. werkt zichtbare differentiatie uit op takenbrief met meer-, minder- en extra werk. oefent met samenwerkingsopdrachten coöperatief leren (tenminste 1 gerichte samenwerkingsopdrachten per week in de taak. Tijdens teambijeenkomsten wordt hier gezamenlijk expliciete aandacht aan besteed. Experimenteert met portfolio's en daaraan gekoppelde reflectie. Experimenteert met het beoordelen van aangeleerde daltonvaardigheden per leerjaar m.b.v. door de voorbereidingsgroep opgestelde instrumenten. Leerlingen werken (onder begeleiding van leerkracht) aan vaardigheden samenwerken. werken (onder begeleiding van leerkracht) aan vaardigheden zelfstandigheid. uit de groepen 6 t/m 8 kunnen tenminste 2 keer per jaar zelfstandig kiezen voor en werken aan een volledig eigen "keuzewerkgebied". kunnen aangeven waarom wij werken volgens de daltonprincipes. Ouders bezoeken tenminste een keer per jaar de groep van hun kind tijdens daltonactiviteiten. uit de oudergeleding van de MR wordt tijdens elke bijeenkomst geïnformeerd over de daltonontwikkelingen. spelen een rol tijdens inloopochtenden en informatieavonden voor nieuwe belangstellende ouders. Materialen Uitbreiden keuzewerkmateriaal Periode 2009 - 2011: Algemeen Het borgen en bewaken van de ingeslagen weg. Dat zal gebeuren d.m.v. een maandelijkse daltonteamvergadering, groepsbezoeken door daltoncoördinator en directeur, collegiale visitatie en werkgesprekken. Team start scholing "daltonleerkracht" bij Hoge School van Utrecht (ITT) voor niet gecertificeerde leerkrachten. oefent met verantwoordelijkheid. Kinderen krijgen meer verantwoordelijkheid bij het samenstellen van de taak en kunnen daaraan vorm geven tijdens keuzewerk. werkt zichtbare differentiatie uit op takenbrief met meer-, minder- en extra werk. past verschillende samenwerkingsopdrachten van coöperatief leren toe (meerdere samenwerkingsopdrachten per week in de taak). Tijdens teambijeenkomsten wordt hier gezamenlijk expliciete aandacht aan besteed.
- 37 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
stelt (digitale) portfolio's samen met kinderen en gebruikt deze ook voor reflectie. beoordeelt de aangeleerde daltonvaardigheden per leerjaar m.b.v. door de voorbereidingsgroep opgestelde instrumenten. oriënteert zich op meervoudige intelligentie bij leerlingen. hebben een map met handelingswijzers samengesteld. Leerlingen werken (onder begeleiding van leerkracht) aan vaardigheden samenwerken. werken (onder begeleiding van leerkracht) aan vaardigheden zelfstandigheid. werken gedurende tenminste een moment per week groepsdoorbroken. werken in alle groepen ook volgens het maatjessysteem. uit de groepen 6 t/m 8 kunnen tenminste 3 keer per jaar zelfstandig kiezen voor en werken aan een volledig eigen "keuzewerkgebied". kunnen aangeven waarom wij werken volgens de daltonprincipes. dragen meer verantwoordelijkheid bij de gezamenlijke zorg voor materialen. Ouders bezoeken tenminste een keer per jaar de groep van hun kind tijdens daltonactiviteiten. uit de oudergeleding van de MR wordt tijdens elke bijeenkomst geïnformeerd over de daltonontwikkelingen. geven informatie tijdens inloopochtenden en informatieavonden voor nieuwe belangstellende ouders. spelen een actieve rol bij het voorlichten van ouders met een NT2 achtergrond. Te denken valt aan hulpouders en een oudercontactpersoon per groep. Vullen in het kader van kwaliteitszorg 1 keer per 3 jaar een (tevredenheids)vragenlijst in waarin ook het onderdeel daltononderwijs een rol speelt. Materialen Uitbreiden keuzewerkmateriaal. Oriëntatie en aanschaf van methoden mede gebaseerd op daltongehalte. Voorbereidingen op teamvergaderingen vinden plaats in de voorbereidingswerkgroep. Processen worden begeleid door daltoncoördinator en directeur. Voor specifieke scholing/begeleiding wordt externe expertise ingehuurd.
Plan van aanpak m.b.t. uitwerking aanbevelingen uit het visitatieverslag
- 38 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool
Bijlagen Takenbrieven groep 3 t/m 8
- 39 Daltonwerk- en -ontwikkelingsplan 2007-2011 – Jan Nieuwenhuyzenschool