ZUID-AFRIKA : TROTS v/d TAFELBERG (Anders Dan Anders)
2000/08/23 Ed.0
Inleiding : Zuid Afrika heeft een oppervlakte van 1,2 miljoen vierkante kilometer, zo’n 40x België De tegenwoordig ongeveer 45 miljoen inwoners zijn in antropologisch, etnisch en cultureel opzicht zeer verschillend. Buiten de 5 miljoen blanken, bestaat de bevolking over het algemeen (zo’n 77 %) uit zwarten, de rest bestaat uit kleurlingen en aziaten. Zuid Afrika is een fascinerend land om te bereizen. Er zijn weidse, golvende hoogvlakten en steile bergen, brede zandstanden en rotskusten vol inhammen, vruchtbare akkers en droge, woestijnachtige gebieden. De unieke fauna en flora worden in talrijke nationale-, prive- en wildparken beschermd. Vanuit Frankfurt is het zo’n dikke 10 uur vliegen om Johannesburg te bereiken, het startpunt van onze reis. We reisden er onmiddellijk door naar Pretoria. Na de nodige Safari’s in privé parken, belanden we in het Krugerpark, een wereld beroemd en enorm nationaal park. Swaziland liet een uitzonderlijke en positieve indruk na. Terwijl in Underberg in de Drakensbergen (of Kwa-Zulu Natal) fantastisch landschappen opduiken, grenzend aan Losotho. Met een tussenvluchtje bereiken we Port Elizabeth en belanden in een geheel ander Afrika. Via de veel besproken tuinroute en de kleine Karoo komt Oudshoorn in het visier met de nodige Volstruisjes of struisvogels. Via Stellenbosch bereiken we dan uiteindelijk het Kaapse schiereiland en Kaapstad zelf. Afrika in de winter. Ijskoude temperaturen s’nachts en hitte overdag. Dag 1 : PRETORIA Buiten Johannesburg valt het meteen op. Alle huizen die groter zijn dan een paar vierkante meter zijn ommuurd en op die muur staat nog een sprikkeldraad. In 1999 werden in Zuid-Afrika 180 blanke boeren vermoord. Zuid Afrika heeft qua (on)veiligheid, een kwalijke reputatie. Al zijn er de laatste jaren enorme inspanningen gedaan om de toerist niet weg te jagen. Via de R7 bereiken we eerst het voortrekkers Monument in Pretoria. Het is van overal zichtbaar in de omgeving en geld als “nationale heiligdom” van de Boeren Het werd als een bucht gebouwd op een heuvel in 1937. Het monument is omgeven door een muur van 64 stenen ossenwagens, een wagenburcht, die de voortrekkers met de wagens vormden als ze een aanval verwachten. Met de grote trek in 1835 hadden veel boeren de Kaapregio verlaten om de Britse overheersing te ontvluchten en verder naar het noorden nieuw land te veroveren. Daar streden ze tegen de zwarte bevolking en bezegelden hun overwicht. De 17 marmeren friezen vertellen er de geschiedenis van de grote trek. Vanop het dak heeft men een weids panorama over Pretoria. (the Jacaranda city). We rijden voorbij het bescheiden woonhuis van Paul Kruger, waar hij tijdens zijn presidentschap van 1883-1900 woonde In het centrum van de stad ligt Church Square, het oude kerkplein. Deze historische plek met het Paul-Krugermonument vormt een eilandje tussen de drukke straten, omgeven door de oude gevels van het justitiepaleis, het postkantoor, de nationale bank en de Old Raadsaal ( de regerings zetel) Op zondag echter minder druk. Wat verderop in het noord oosten van Pretoria vind je de Uniegebouwen wat het landschap aldaar domineerd. Aan een met zuilen versierd halfrond, dat aan beide zijden door torens met koepeldak wordt geflankeerd, zijn 2 identieke vleugels gebouwd Nelson Mandela hield hier op 10 mei 1994 zijn rede bij zijn aanstelling als staatspresident. Vanuit het 275m lange gebouw met zijn lichte, oranje zandsteen en rood pannendak heeft men een prachtig uitzicht over de stad. Van hier tot aan Church Street liggen bloemrijke terrastuinen en grote gazons. Op de Heia Safari Ranch ongeveer zo’n 20 km in noordwestelijke richting in Gauteng. Bewegen zich giraffen, zebra’s en springbokken vrij over het terrein, dat de Duitse eigenaar Franz Xaver Richter al bijna 30 jaar geleden heeft ingericht. We verblijven er in een van de 45 rondavels. Typische wooneenheden in cilindervorm met kegelvormig dak. S’middags schuiven we aan, aan de Braai of de Zuid-Afrikaanse barbecue, rond het zwembad. En alleen s’zondags tonen de Mzumba African Dancers hun tradionele dansen. In de nagebouwde kraal Phumangena Umuzi leven nu nog de leden van het zoeloevolk. Eerst wordt het verhaal opgevoerd van een cereminieel regenoffer.Voor de meesten is het verhaal echter, van minder belang. Verder is er een voorstelling van verscheidene traditionele liederen, dansen en klederdracht. O.a.: werden opgevoerd : Emabomvini (een strijdlied), Amacamu (een meisjesdans), een Clicksong, Bona Noga (een sprinkhanen waarschuwingslied) …en Shosholoza (het vredeslied) Tegen de avond aan nemen we plaats in open landrovers. En houden we een game drive op zoek naar de 22 soorten dieren die in dit 1000 hectaren telende nog ongerepte natuurreservaat rondlopen. Een Witte neushoorn, een uitgesloten nijlpaard met koe als vriend. Soms naderen de dieren tot zeer dichtbij en is er ook een gespannen sfeer. Vergeet niet dat een neushoorn 2 tot 3 x zo zwaar is als een auto Naalpaarden : nu zien we hem, nu niet meer
Seekoei : slymkliere skei ‘n olierige rooi vloeistof af om die dun, haarlose vel teen sonbrand te beskerm Bontkwagga (sebra) geen twee bontkwaggas se strepe lyk eners nie. Daar word gemeen dat die sterpe roodiere verwar wanneer die trop aan die vulg is. Dominante hingste het in die paartyd harems van tot 7 merries Koedoe : maak staat op kamoeflering in digte bos om aan roofdiere te ontkom. Bulle loop in bultroppe buite die paarseisoen. Kameelperd : kan blare bykom wat te hoog vir ander blaarvreters is, verkies akasiabome Dag 2 : PRETORIA - PELGRIM’s REST Het ANC beloofde voor iedere Z-Afrikaan een huis, dit zou 5 miljoen woningen beteken nu al, slecht 1,5 miljoen zijn gerealiseerd door de veel koruptie. De Smog die te zien is , duid op de grote luchtvervuiling. In Witbank wordt kolen gewonnen van daar ook de grote luchtvervuiling. Er voor was er mijnbouw voor goud en was er eveneens vervuiling (smog) Middelberg gesticht in 1864, ligt halfweg tussen Lydenberg en Pretoria. Vandaar middel… In het heuvelachtige landschap van de hoogvelden rond Dullstroom vinden hengelaars hun stek. De talrijke rivieren en beken bezitten een rijke schat aan vis, met name aanzienlijk grote forellen. Wat we uiteraard ook gingen proeven in de Ramble Rose We bezoeken de Ndebele, ze behoren net als de Zoeloes en de Xhosa’s tot de Nguni-taalgroep. Anders dan de Ndebele in het Matabeleland van Zimbabwe, een vroegere Zoeloestam, zijn de Ndebele in Transvaal hier al eeuwenlang gevestigd. Sinds de 16de eeuw zijn ze in 2 groepen verdeeld. De noordelijke Ndebele, in het voormalige thuisland Lebowa en het oosten van de provincie Mpumalanga, hebben zich gedeeltelijk aangepast aan de omwonende Tswana’s en Sotho’s. De zuidelijke Ndebele is het beter gelukt hun cultuur en taal te bewaren. Het Open Air Museum in Botshabelo Village, vlakbij Middelburg, Mpumalanga, toont de ontwikkeling van de bouwkunst, maar ook andere zaken van dit in kunstzinnig opzicht zo getalenteerde volk. Hun huizen, oorspronkelijk ronde, bijenkorfvormige, met gras bedekte hutten, stonden rondom de veekraal gegroepeerd en waren omgeven met een muur. Sinds 1900 maakte het gebruik van leem het mogelijk om diverse soorten deuren, muren en af en toe ook versieringen te maken. Pas sinds kort worden ook rechthoekige huizen gebouwd. Zoals bij vele afrikaanse stammen, doen de vrouwen het werk, zorgen voor de nodige klederdracht en het decoreren. De beschildering van de muren met abstracte vormen en motieven is uitsluitend vrouwenwerk. De versieringen zijn vrolijk van kleur en vorm. Getrouwde vrouwen dragen naar gelang hun rijkdom, één of meer metalen ringen om hun hals, voeten en benen (de valei is begroeid met tabak, zonnebloemen, mais, groenten & boomgaarden van pechen) Via Lydenburg bereiken we tegen de avond Pelgrim’s Rest, een legendarisch goudzoekersstadje. Dat tot natoniaal monument en openluchtmuseum is uitgeroepen. In 1873 had een goudzoeker iets gevonden in het beekje Pelgrim’s Creek. Vanaf dan kwamen de fortuinzoekers aangestoken door de goudkoorts met honderden toegestroomd en groeide de nederzetting uit tot een sociaal gouddelverscentrum. Met een piek in 1874. In de hoofdstraat is er precies nog niets veranderd sinds de tijd van de goudzoekers. Wij overnachten in het prachtige gerestaureerde historische Royal Hotel, gebouwd in 1884. Volledig ingericht in Victoriaanse stijl met koninklijke kamers. Voor de avonturiers is er nog steeds goud te vinden in Pelgrim’s Rest. De grootste klomp ooit : ééntje van 6 kg. Dag 3 : PELGRIM’s REST-HOEDSPRUIT De panorama route brengt ons bij de 92m hoge Lisbon Falls (zo’n 6,5 km van Graskop) en slechts enkele minuten verwijderd van de hoofdweg. Door de vele regenval (met overstomingen in Mozambique tot gevolg begin 2000) is er nog voldoende om watervallen te genereren. Aan de samenvloeiing van de Treur en de Blyde River (24km van de Graskop) lag vroeger een kleine goudmijn : Bourke’s Luck. Gruis-en zandmassa’s die door het water meegevoerd werden, hebben in de rotswanden van de diep ingesleten rivierbeddingen; bizarre kolkgaten (in het Engels Potholes) veroorzaakt na miljoenen jaren van erosie. Weggetjes en bruggetjes leiden naar uitkijkpunten van Bourke’s Luck Potholes, met zijn vele vormen en kleurschakeringen. Men kan duidelijk de vrijgekomen chromietlagen bewonderen in de kalkveldspaat, een unicum voor geologen. Op zijn weg naar het noorden, naar de olifantsrivier, heeft de Blyde River over 26km een 800m diepe ravijn geslepen in het Grote Randgebergte : de Blyde River Canyon. De hoogste punten van de canyon zijn 3 als rondavels gevormde rotsen. En de grote plate top van Mariepskop (1944 m).De canyon is het middelpunt van het 22 667 ha grote Blyde River Canyon Nature Reserve. De bloemen lierfhebber treft hier 7 erica- en 6 proteasoorten aan. De laatste worden in het Zuid-Afrikaans “suikerbossie” genoemd. Maar zelfs nu in de winter lichten hier de koraal rode bloemsems van de bergaloë op. Verder zitten we hier ook al aan het begin van de drakensbergen. We rijden verder voorbij de olifantenrivier waar normaal veel minder water zou moeten in staan. Even stopen we aan een Baobab of Apenbroodboom. Hij groeit niet hoger dan 10 tot 15 meter hoog, maar zijn stam kan wel tot 28 meter omtrek halen. Een boom met een stamdoorsnede van 5m is ruim 1000 jaar oud. Bladerloos lijkt hij op zijn kop te groeien, wortels opwaarts. Het hout kan tot 400% vocht opslaan. Daarom boren olifanten in tijden van droogte gaten in de stammen om het vochtige hout te eten. In Zuid Afrika is de boom beschermd.
Uiteindelijk komen we aan in Hoedspruit. En aan de Mohlabetsi Safari Lodge (Van Tony & Alma). Slechts 80km verwijderd van de ingangen Orpen & Phalaborwa van Kruger. We verblijven er exclusief met de groep alleen, zonder sleutels op de deuren. Ze zijn gelegen in “Balule Nature Reserve”, in de onmiddelijke omgeving van het Kruger Park . De Lodge bezit 2 kampen, met hun eigen karakter. De Safari Lodge is het hoofdkamp, met 7 rondavels. Gedecoreerd in Afrikaanse stijl, in de schaduw van bomen, maar zonder afrastering. S’avonds mag je de kamer niet verlaten omwille van de wilde dieren. Het zicht uit de lodge is op de open valktes van de Mohlabetsi valley, met de Drakensbergen in de achtergrond. De Bush Lodge (ook bush camp genoemd), waar de helft van de groep (en ook wij) verblijven is normaal ingericht voor doe-het zelvers. De rit ernaar toe is al een kleine safari. (wij waren bij de gelukkigen) (Tom was onze chaufeur en gids) Bush Camp dus. Er is een keukentje, een open lucht eetplaats, maar ook een zwembad en 4 dubbele woonvertrekken met rietendak. Een overdekte opservatie plaats geeft uit op een kunstmatig aangelegde waterdrinkplaats. Die dagelijks wordt aangevuld. En als iedereen dan stil en onbeweeglijk heeft plaatsgenomen, is het wachten geblazen… Ssst, absolute stilte is nodig…. Onze eerste echte 4x4 safari start om 16u. Even houden we halt voor de zon’s ondergang en een apperitief. En vervolgens een nacht safari : Int’AFRIKAANS : Kardinaalspeg : klein houtkapper; kap saggies en vinnig, dikwels in kleiner bome, skurwe tong gebruik om insekte onder bas te kry Paradys-vlieëvanger : somertrekvoël, jag van dwarstakke, baie aktief, “chif-cheer” roep word dikwels gehoor Gewone tarentaal : rooibruin “helm” op kop is van been; sien hulle dikwels in enkele gelid op pad water toe. Baie groepsgebonde Blouaap : sosiaal, troppe tot 20 Kolhaas : Nagapie : veral doringbome Kaapse bobbejaan : vorm troppe tot 50 Buffel : oop savanne Blouwildebees : baie sosiaal, kan groot troppe vorm Bontkwagga (sebra) : in familiegroepe Olifant : familiegroepe met koei as leier; volvwasse bulle loop apart Kameelperd : hoef nie elke dag water te drink nie Seekoei : rus bedags in poele of op sandbanke Vlakvark : familiegroepe Witrenoster : grasvreter, voorliefde vir gewone buffelgras. Daar is geen kleurverskil tussen swart en witrenosters nie Swartrenoster : blaarvreter, takkies, kruide Rooibok (impala’s), Rietbok, Njala, Boskob, Koedoe, Klipspringer, Waterbok, Rooijakkals, Leeu , Wilde beest (gnoe) zeebra’s, jakhals & bushbaby. Het avondeten is buiten, rond het kampvuur. Onder een sterrenhemel met duizende en nog eens duizenden sterren wordt nog maar eens een braai, zeg maar barbecue klaar gestoomd. Terwijl je de nachtelijke geluiden kan horen van jackhalzen en zelfs leeuwen. Een “enige” Afrikaanse ervaring. Er is een leeuw met 2 welpjes, die s’nacht langs de kamer passerde : Lekker slaap
Dag 4 : HOEDSPRUIT S’morgens moeten we vroeg uit de veren, 6:30u (?) tis nog goe fris, en zelfs donker. K’verstaan eigenlijk niet waarom we zo voreg moesten opstaan de voetsafari vertrekt slechts om 8u. Je blijft best achter de gids, die heeft immers het geweer bij. Hier zijn “verse voet afdrukken te zien van een leeuw”, ziet get’ni, dan moet ge dringend ne bril kopen. En eentje van een luipaard. Allé ja, da zije’de gids toch (?) Een impala mannetje heeft hier zijn terrein afgebakend. Hij maakt daarvoor steeds gebruik van hetzelfde toilet op steeds dezelfde plaats. Pazoep, stinke doe da ni, maar ge moet wel zien dager ni intrapt. Voor de rest zijn we nog veel stront tegengekomen en moesten daarom veel naar de grond kijken. Wellicht heben we de dieren daardoor niet gezien. Buiten enkele zenuwachtige bospatrijsjes & veelvuldig voorkomende neushoornvogels (rooibekneushoringvoël) is er alleen het gebrul van de leeuw dat op zo’n 2 km werd geschat. Rooibekneushoringvoël : soos by alle neushoringvoëls bly vrouw verseël in nes, en verloor al haar vere terwyl sy eiers lè en broei; in die tyd voer man haar deur ‘n klein opening Na een ontbijt om 9u is er nog een voormiddag safari. Aan Buschcamp zat echter nog een familie mongouste. Dwergmuishonden : oop savanne met termitaria en ander skuilplekke. Sosiaal, groepe van 20 of meer. Mohlabetsi zou zo’n 30 000 hectaren groot zijn (?) eigenlijk is het al een beetje Kruger (wat opzich danweer zo’n 2 miljoen hectaren zou bedragen of 2/3 van België.) De roofvogel die we zagen is een Pateleur,
De vogel met kuif een Hoephoep (opvallende kam wat soos ‘n waaier lyk wanneer gelig word; roep bekende ‘hoephoep’ van bo uit boom. Dag 5 : HOEDSPRUIT-KRUGERPARK-WITRIVIER Na ontbijt vertrekken we richting Krugerpark. De belangrijkste fauna van Zuid-Afrika’s laagland. De negers (die hier zwarten worden genoemd) leven er op tradionele grond. Meer dan 100 jaar geleden eist een ongebreidelde jacht een enorme tol. Er was een visie nodig die daar een einde aan maakte Paul Kruger ooit President van Zuid Afrika pleite jaren voor faunabescherming. Een bosgebied tussen de rivieren de Crocodille en de Sabie werd tot het Sabie Game Reserve verklaart. Het is de pioniersstijd van één van de beroemste wildparken ter wereld. Het Kruger National park. De eerste bezoeker arriveerde in 1927 bij de toen nog enige ingang. Nu zijn er 8 ingangen van Pafuri in het noorden tot Malelane en Crocodile Bridge in het Zuiden. We betreden het Krugerpark via de Ingang “Paul Kruger” in de buurt van Sabi Sabi wel erg zuidwaards. Het Kruger National park strekt zich zo’n 300 km uit van Noord naar Zuid en is gemiddeld 60 km breed Ruim 2 miljoen ha ongerepte Natuur, in grootte 2/3 van België, een van de grootste natuurreservaten ter wereld. Het park telt 16 ecosystemen, bergen, savannen, rivieroevers en Rotsgebieden. In het park komen minder dieren voor dan elders in Afrika maar de verschijdenheid is veel groter. 147 soorten zoogdieren, meer dan 500 soorten vogels, 114 soorten reptielen, 50 soorten vis, 40 soorten kikkers, 336 soorten bomen en 112 soorten heesters. In juni tot augustus, de winter, regent het over het algemeen niet. Dus de gunstigste tijd, ook omdat de dieren dan minst door de begroeiing worden belemmerd. Jaarlijks komen er zo’n miljoen mensen kijken naar het park en zijn bewoners. Er ligt zo’n 2350 km weg (waarvan 700 km geasfalteerd). De impala is het meest voorkomende zoogdier. Er leven 150 000 van deze gracieuze impala’s in het park. Eén mannetje neemt gewoonlijk een harem van 50 vrouwtjes. Die bewaakt hij een seizoen lang. Verder trekken er nog zo’n 30 000 zebra’s en 5000 giraffen door het park. Cheatas (jagluiperd) zijn er nog zo’n 1500 en worden nu gekweekt in prive parken omdat ze bijna zijn uitgeroeid. De wildehond zou met nog met zo’n 380 zijn en dus ten dode opgeschreven. Het is druk in de Lower Sabie, omdat er altijd iets te zien valt. Zoals leeuwen, die wil iedereen zien, maar wie kijkt naar wie? In het zuiden langs de Sabie biedt de begroeing langs de oevers veel dieren een schuilplaats. Hier leeft een van de gevaarlijkste rivierdieren van Afrika. Een groep nijlpaarden, kudde dieren die het liefst bij elkaar vertoeven en samen rondwentelen in de modder. Skukuza is het grootste kamp, hier is ook het adminstratief centrum. De roodschouder gransspreeuwen komen het meest voor zeker op picknick plaatsen.. Het lijkt of de dieren vrij rond lopen en de toerstist in een reservaat wordt ondergebracht. Het showteam van de bavianen is net aangekomen. Als de show voorbij is gaat iedereen weg. Bavianen lijken wel er geestig maar het zijn woeste vechters. Ze vallen zelfs luipaarden aan om hun troep te verdedigen. De wilde dieren mag je er niet voederen, anders beginnen ze er op te rekenen dat ze hun eten zomaar krijgen. Krijgen ze dan eens niets, dan zijn ze in staat om de mens aan te vallen. Wie in Kruger een dier voedert, krijgt meteen een boete van 18000 Bfr. Een bord met de tekst “ U voedt hen, wij schieten ze dood” is dan ook niet overbodig. Open wagens zijn eveneens verboden, en even uitstappen om de benen te strekken, is al evenmin toegelaten. Er zijn lange einders, afgeplatte wolken en schilderachtige zonsondergangen. Eerst verkennen we het centraal gedeeldte : Impala’s, Gnoe (of wilde beest), Bobie (baviaan), vrattenzwijnen, leeuwen, koedoe’s, Impala vijgezellen bij elkaar. Kleine glansspreeuwen, De bobies pikten eten van de toeristen tijdens de lunch. Verder nog een rotsbladhagedis (de kleurijke). Bloustertkoppieskink : jong skinke en volwasse wyfies het helderblou sterte Speergras, een bidsprinkhaan, hoornraven, (Ground Hornbill) (Bromvoël : bedreigde spesie: het ‘n luide diep bromgeluid wat dikwels vroegoggend gehoor word, bly meestal op grond, maar slaap in bome.) Njala (waar de vrouwtjes strepen hebben en lichter zijn van kleur). Een arend op de weg, Nijlgansen en krokedilen. (kleintjes worden in vrou se bek na water gedra, buitengewoon goeie ouersorg) Ondanks dat hier een nest is van de afrikaanse zeearend, zit er een aalscholver op de tak.. 100 jaar geleden had president Kruger een droom over een wildreservaat. Nu denkt men aan een veel groter beschermd gebied. Een gebied zonder hekken of kunstmatige grenzen, zodat dieren kunnnen migreren. De kuddes kunnen dan over het hele continent trekken. We verlaten het Krugerpark tegen val avond en overnachten in Witrivier.
Dag 6 : WITRIVIER-SWAZILAND We rijden vanuit Witrivier, naar Nelspruit en nemen daar de N4. De trip brengt ons over Malelane, we verlaten er de N4 richting Swaziland. Swaziland zelf betreden we via de grensovergang in Jeppe’s Reef. Het is één van de kleinste koninkrijkjes in de wereld : 17 000 km². Zo’n 120 km breed en 180 km lang. Eigenlijk ontstaan door een volksverhuising in 1750 naar de Oost kust door een volk dat zich toen Nguni noemden. Met als stamhoofd Ngwana III Ngwana’s kleinzoon, Sobhuza werd ambiteus en bracht het hele zuidelijke gedeelte van Swaziland onder zijn gezag. Er volgden nog tal van oorlogen tegen de Zulu’s. In 1836 werd Sobhuza’s zoon opperhoofd : Mswazi. Vele europeese missionarisen & handeldrijvers hadden het land ook ontdekt en noemden het land naar het stamhoofd Swaziland. In Swaziland wonen ongeveer 1 000 000 mensen. Geografisch gezien bestaat Swaziland uit meerdere landschapszones en de meest uiteenlopende natuurlandschappen wisselen zich dan ook af. Met beboste bergen in het hoogveld (1200m) in het westen en bloedheet laagveld (op 250m hoogte) in het oosten. De typische Afrikaanse savanne staat in schril contrast met de dicht beboste bergen en kale heuvels langs dewelke we uiteindelijk Mbabane, de hoofdstad bereiken. Het laagveld is sub-tropisch, het is er warm en van september tot maart voorzien van hevige regenval. Ideaal voor tropische vruchten, maar wat vooral ook opvalt de paarsgetinte pluimpjes van eindeloze velden suikerriet. Het land werd slechts in 1967 onafhankelijk en sindsdien is het een absolute monarchie. De 32 jarige huidige koning Mswati III. Houd de poligamie nog steeds in stand, ondanks zijn Engelse schoolcarière. Begin augustus 2000 koos hij nog zijn 7de vrouw tijdens een jaarlijkse ceremonie waarvoor duizende meisjes uit alle hoeken van het land waren gekomen. De kerstroos bloeit hier in de winter en groeit uit tot echt bomen. Zeepsteen is hier de familieboom. Koning SOBHUZA II zorgde dus in 1967 voor de onafhankelijkheid .In Mbabana bezoeken we King Sobhuza’s memorial : Foto’s : 1907 : crownprince Nkhotfotjeri with his companions (1899-1910) 1917 : left ot right Lomawa, Subhuza II, Labotsbeni & presidint commissioners (1944-1918) 1941-1950 : princesses during incwala 1970-1982 : receiving a medal from princess margret of GB 196(7) officiele onafhankelijkheid In de namiddag bezoek we een kaarsen fabriek , waar kunstwerkjes met de hand worden vervaardigden. Verder nemen we een kijkje op een locaal marktje. In de apartheidsjaren bij de Zuid Afrikaanse buren, was Swaziland vooral gekend als lustoord, waar gokken en seks vrijelij op de agenda stonden. Zeker een kwart van de Swazi’s is vandaag besmet met het Aids virus. De gemiddelde levensverwachting is gekelderd naar 30 jaar. De maatregel van de regering om minirokken te verbieden bij schoolmeisjes omdat de leraren zich niet kunnen houden, zal daarniet veel verbetering in brengen. Men denkt er zelfs aan om isolatiekampen voor Aids slachtoffers op te zetten, maar in augustus 2000 wachte men nog op koninklijke goedkeuring. De (Little) Usutu rivier Dag 7 : SWAZILAND-PONGOLA Na een stevig ontbijt vertrekken we richting Kwa-Zulu Natal. Voor we Swaziland verlaten brengen we een bezoek aan een lokaal schooltje dat door onze toeroperator word gesponserd. De bevolking is er erg arm, en de staat zorgt voor geen enkele subsidie. Ons bezoek en de nodige gelden, worden met luid entousiasme onthaald. Zelfs op zaterdag, laten de kinderen en enkele schuchtere ouders zich van hun beste kant zien. Uit pure dankbaarheid. Uiteraard moeten we weer voorbij de douanen. Om opnieuw in Zuid-Afrika te belanden. Even buiten Swaziland, in Pongola bezoeken we een zwarte markt. Door onze gids vooraf als onveilig aangekondigd. En mischien valt alles nog mee, vermits we toch in groep zijn. Het moge duidelijk zijn : Wie kijkt naar wie. Een onbeschrijfelijk uniek gevoel. Alles kan, niks moet. Door het traditionele afrikaanse geloof kunnen sommigen communiceren met overleden familie leden. Medicijndoctors of sangoma’s gebruiken boven natuurlijke krachten, gooien met beentjes, werken met spiegels, dromen of trances. De Sangoma, meestal een vrouw heeft een grote kennis van alle natuurlijke kruiden. Fotograferen zou krachten weg nemen. Zelfs vele westerse dokters maken gebruik van deze traditionele genezers. Sommige hebben miraculeuze genezingen verricht op mentaal zieken en kanker patienten. Anderen berijkten dan weer het tegenovergestelde. In ons hotel, de Mvubu-Inyati Lodge in het Pongola natuurreservaat aan de Pongola rivier zijn we weer exclusief. Mvubu is Zulu’s voor nijlpaard. We bezitten er een rustiek ingerichte bungalow met overdekt terras gericht naar de zonsopgang & op de pongola rivier. En wederom geen sleutels. S’avonds is het tijd voor een nieuwe safari expierience. Avondmaal gebeurd rond het kampvuur . Impala als hoofdgerecht, baaie lekker
Dag 8 : PONGOLA RESERVE S’nachts was er nogal wat wind, sommige hadden de ramen laten openstaan en alles was omgevallen (in ons volgend hotel is het dak van een logde gegewaait, in kaapstad zijn de wegen dicht wegens overvloedige sneeuwval) Maar de weergoden waren ons wederom blijgezind. Om 7:30 wordt de volgende ochtend koffie geserveerd om wakker te worden. Om 8u wandelen we tot aan de rivier. Er is keuze om met kano’s op de pongola rivier het wild leven te exploreren. Een motorboot leek ons iets veiliger en wellicht meer kans om oeverbewoners te benaderen. Om 10u was er een brunch Maar een absolut hoogte punt was er om 13:15u .We werden er vergast op exclusieve traditionele Zuludansen , uiterst profesioneel gebracht. En in dat autootje konden de dansers allemaal in inclusief traditionele atributen. Ze hadden nog een terugrit voor de boeg van 90km. Vermits de meesten stillaan wat kilo’s overgewicht hadden te torsen. (vanwege de te goede Z-Afrikaanse keuken). Werd er om 14u tijd gemaakt voor een stevige wandeling (?) In de late namiddag was het tijd voor Safari nummer 2 : rietbokken, neushoorns 1x1,5 jaar oud en 1x2maanden oud) Ons bezoek aan het Pongola natuurreservaat sluiten we af met een avondmaal rond het kampvuur . Impala satés en vlakvark (vrattenzwijn) als hoofdgerecht, baai lekker. Dag 9 : PONGOLA-UNDERBERG Het was vroeg opstaan, 5 uur in de morgen. Er volgt vandaag een lang reis naar de Drakensbergen. Monica, on gids leide zo’n dag in met de woorden “ik zou zeggen GENIET DE RIT” De Drakensbergen, die zich 200km lang aan de westgrens van KwaZulu-Natal uitstrekken, maken deel uit van een veel langere keten van basalt, die van de kaap tot aan de Limpopo loopt. In het westen van KwaZulu-Natal bereikt het Grote Randgebergte langs de grens met Lesotho zijn grootste hoogte. Vanwege de steile toppen noemen de zoeloes het gebergte Quathlamba “muur van omhoog gerichte speren”. De eerste voortrekkers noemden ze Drakensbergen omdat de getande kam hen aan de rug van dat fabeldier herinnerde. Met talloze grillige toppen tot 3400 m hoog, vormt de drakensbergen de ruggegraat van Zuid-Afrika.In de wintermaanden april/mei tot september is het overdag meestal zonnig. De temperaturen kunnen tot boven de 20°C stijgen, maar dalen ‘s nachts snel tot onder het vriespunt. De lucht is dan fris en het regent nauwelijks, maar op grote hoogte kan er wel sneeuw vallen. Het schitterende ongerepte stille landschap biedt mogelijkheden voor wandelingen en bergtochten in alle moeilijkheidsgraden. In de zomer lijkt het gebergte door het vele gras met een groen tapijt bedekt te zijn. Maar nu is het zoals ja kan zien : Winter” Langs de weg vinden regelmatig wegenwerken plaats. Deze zorgen meestal voor zo’n 10 minuten oponthoud. Maar vriendelijke fruit verkopers zorgen voor de nodige versnaperingen : 40 Bfr voor 20 bananen, 12 Bfr voor een Ananas (spot goedkoop dus) Na Durban (‘s voorstad), komen we in het Dal van de 1000 heuvels, zogenoemd wegens zijn ontelbare, zachtronde heuvels. Het land wordt door de sterk slingerende Umgeni Rivier en zijn zijrivieren in stukken verdeeld en heeft door erosie zijn huidige ronde vormen gekregen. Onze Lunch nemen we in Howick (Nelson Mandela werd hier gearresteerd) Gelegen in het zuidelijke gedeelte van het centrale Drankensbergenmassief ligt afgezonderd de PENWARN COUNTRY LODGE. Waar we 2 dagen overnachten. Met de bus moeilijk berijkbaar, dus dient een stuk van de weg te voet te worden afgelegd. De accommodatie licht verspreid over 3 verblijven temidden het 1300 hectaren groot private gebied. We werden opgewacht door NIMROD of NIMMY ; - een otter - , die enkele jaren terug door de mensen van de lodge verzorgd werd. Voor ons was hij uiteraard de attractie van het hotel. Hij is niet alleen een B-Z-A (bekende zuid-Afrikaan), had al enkele TV optredens achter de rug maar : … durft zelfs mee de kamer binnen wippen en nat in een bed kruipen. (Vraag het maar aan Jef en Maria) We hebben het hotel voor ons alleen, exclusief , maar met wel erg veel verschil in kamers. Wij logeerden in de “Fish”. Onze mond viel echter open van verbazing als we bij anderen van de groep een rondleiding kregen door hun nederig stulpje om de nacht door te brengen. Maar door tal van elektrische pannes zullen ze er niet veel meer dan wij hebben kunnen van genieten. Onlangs had het er nog gesneeuwd, de temperatuurs verwachting voor de volgende dag : tussen –7 en 14°C
Dag 10 : UNDERBERG
S’morgens is het er nog steefkoud, er lag zelfs ijs op de vijver. Maar dat was geen probleem voor Nimmy. De ganzen hadden minder geluk, zolang Nimmy in het water vertoeft, moeten ze verplicht vanop de oever toekijken. Als hij niet in iemand anders zijn bed ligt, vertoeft hij in zijn vijvertje en dult niemand in zijn gezelschap. Pech voor de waterminnende ganzen. Tijdens de ochtend wandeling met vertrek om 10u, was de temperatuur al aardig opgelopen. Niet te geloven, tis dus putke winter hé. De berg : Neushoornkop (dia getrokken) De wandeling leid naar een van de talrijke plaatsten in deze omgeving waar de mooie 10 000 jaar oude grottekeningen van de Bosjesmannen te bewonderen zijn. Talrijke grotten dienden als behuizing voor bosjesmannen, de vele rotstekeningen getuigen daar nog van. De grote tekening is een elandantilope, de kleinere licht bruin rechts ook een elandantilope en links een blesbok . Deze tekeningen zijn naar schatting zo’n 300 jaar oud Groepen van deze in Zuidwest-Afrika verspreid levende San hadden zich immers gevestigd langs de Drakensbergketen. Op deze bosjesmannen mocht echter worden gejaagd en zijn zo uitgeroeid door de boeren, de laatste werd doodgeschoten in 1876. Er is zelfs sneeuw te zien op sommige bergtoppen. Weer zo’n aangestoken vuurtje om weilanden te herbronnen, bleek achteraf wat uit de hand te zijn gelopen Actievelingen konden tijdens de vrije namiddag deel nemen aan verschillende activiteiten die de lodge bied. Wij kozen voor platte rust. Sommige dachten de forel van hun leven te vangen. Maar zij die voor een ritje te paard te hebben gekozen, bleken het bij het recht eind te hebben gehad. Dag 11 : UNDERBERG-DURBAN/PORT ELIZABETH-THE CRAGS S’nachts was er een hevige maar droge storm. Nog nooit hadden ze zo’n hevige storm meegemaakt in de drakensbergen. Zelfs van 3 kamers waren de daken afgerukt. Om 5u s’morgens zorgden enkele groep leden voor hun eigen evacutie. Vandaag nemen we een binnenlandse vlucht van Durban tot Port Elizabeth. In Port Elizabeth aangekomen, doen we al een stukje van de in de boeken veelbesproken tuinroute. Voor de meeste Zuid-Afrikanen is deze altijd overdadig groene landstreek in vergelijking met de dorheid van de naburige Grote Karoo en de seizoensdroogte in de rest van het land, een “Hof van Eden”. Met Port Elizabeth als vertrekpunt belanden we eveneens is de Oost-Kaap provincie (het is er veel groener doordat er veel meer regen valt. De tuinroute is niet zo genoemd om de kleuren maar omdat het er altijd groen is, omdat het zo veel regend. Ook kom je hier minder negers tegen maar meer kleurlingen. De N2 loopt over de 130m diepe kloof van de Storms Rivier via de Paul Sauer Bridge, die met één enkele, 192 m lange boog het dal overspant. In de omgeving : is er s’werelds grootste bengi. Er waren binnen de groep echter geen vrijwilligers om te springen. We rijden langs de Stormsriviercanyon, deze weg loopt langs de kust en biedt spectaculaire panorama’s. De kuststrook is gekenmerkt door een opeenvolging van baaien, stranden, klippen en kapen We verblijven in Hog Hollows Country Lodge nabij het Tsitsikama Nationaal Park. Bij Andy & Debbie Met regenwoud, niet gelijk aan andere regenwouden, maar kreeg de naam omdat er 1200mm regen per jaar valt. (vooal veel regen in mei en oktober, zeer weinig in juni en juli). Er is nog zo’n 10% over van het oorspronkelijk regenwoud. Het bos zelf is beroemd vanwege zijn tot wel 800 jaar oude, en tot 50m hoge yellowwoodbomen te midden van varens en bloemen. Dag 12 : TSITSIKAMMA & PLETTENBERG BAY S’nachts heerste er een wilde storm en s’morgens voor de eerste keer regen. Vanuit het hotel dat in de Westkaap is gelegen, vertrekken we richting Oost Kaap. Eigenlijk bevinden we ons op het grensgebied van de 2. Alle erika’s en heide soorten staan nu in bloei langs de bermen. In het Tsisikamma Forest National Park bewonderen we eerst de woeste golven van een woelige Indische Oceaan die neerslaat op de rotsen. Het park werd geopend in 1964 en is buitengewoon rijk aan ecosystemen, flora en fauna. Het bos achter de kust maakt deel uit van de grote Knysna Forest Gordel, waar de oude geelhoutbomen soms wel 50m hoog zijn en tot 800 jaar oud. Tijd ook om even de benen te strekken. We doen een stevige wandeling tot aan en over een hangbrug.. Gelukkig waren er nog wat uitlopers van de nachtelijke storm, voor de foto’s moet de zee hier zo ontstuimig mogelijk zijn. Even terug in het hotel voor de lunch en genieten van enkele zonnestralen. Het zwart of kleuring personeel wordt op gelijke voet behandeld, hebben ook verlof en worden meer betaald. Ze werken met een ongelooflijk enthousiame. Na de lunch : Vertrekken we voor een uitstapje naar Plettenberg Bay, ……tegenwoordig zeker het meest geliefde vakantieoord van de Tuinroute. Ligt aan een prachtige, brede ondiepe baai., met op de achtergrond hoge bergen. Door het oorspronkelijke, ongerepte landschap en de grote stilte is een bezoek aan dit gebied een bijzondere belevenis. Tussen juli en september komen walvissen uit Antartica naar de beschermde baai om er te jongen. De bedoeling was een ontspannende strandwandeling in plettenberg bay.
Maar door de walvissen, en anderzijds de nodige regen was het meer een zoeken naar een vaste standplaats. Enkele uren later hadden we de ondergaande zon en moesten de hongere magen worden gevuld. Avondmalen gebeurde in een restaurant aan het strand : de “Moby Dick”. Dag 13 : TSISTIKAMMA-KNYSNA-OUDSHOORN Eerst een bezoekje aan Knysna, op soevenier jacht. Het dateert van 1804 en is een geliefd vakantie oord. Fraai gelegen tussen dichte bossen en de blauwe zee aan een grote lagune. Men vind er ook veel homo’s. We vervolgen onze weg over de Outeniqua bergen die de scheiding maakt met de Indische oceaan. Zo belanden we in de kleine Karoo. Het is er fris en zonnig in de winter, heet met gering vochtige vochtigheidsgraad in de zomer. De geringe neerslag (230mm) valt verspreid over het jaar. Een toereikende bevloeiing van de vruchtbare bodem wordt gewaarborgd door de vele, uit de bergen komende riviertjes, waarin het hele jaar door water staat. In de winter kan het tot op 1200 m sneeuwen. De plantenwereld kent vertegenwoordigers van het Kaapse Fynbos met protea’s, strobloemen en heidesoorten, maar ook begroeiing met doornstruiken, de aloë en worfsmelk. Er worden granen, tabak, fruit en wijndruiven verbouwd. Maar vooral rupsklaver. Het voedsel voor de struisvogels die Oudshoorn wereldberoemd hebben gemaakt en nog altijd een economische factor van betekenis zijn. Tevens de hoofstad van de keine karoo. Een zeer vruchtbare streek dus Op de Safari Ostrich Farm een struisvogelfokkerij (aan de Mossel bay Road, op 5km van Oudshoorn.) …… krijgen we eerst een aangepaste lunch met struisvogelsteak, en ei als voorgerecht (waarbij 1 ei volstond voor gans de groep). Tijdens de rondleiding nadien kom je er van alles te weten over de struisvogels en de met hen verbonden industrie. U ziet hoe ze uit het ei komen, en hoe ze worden opgekweekt. Normaal in het wild legt een struisvogel 16 eieren, maar men slaagt er hier in om dit te verhogen tot 70. In 1880 beleefde de struisvogel industrie zijn bloeitijd, met maar liefst 750 000 volstruisjes; met struisvogelbaronnen, de nieuwe rijken van toen. Na een drastische teruggang blijven er nu nog zo’n 250 000 volstruisjes over en is het weer een perfect georganiseerde industrie geworden. Behalve de veren worden tegenwoordig ook het vlees, de eieren, de beenderen en de huid (leer) benut en weredldwijd op de markt gebracht. Verder kan je nog op een volwassen dier rijden als je minder dan 80 kg weegt. En een wedstrijd bijwonen met ‘professionele jockeys’. In de buurt, 28km van Oudshoorn bevinden zich de Cango Grotten. Van het grottensysteem in een kalksteenlaag aan de voet van Swartberge is ongeveer 800m van de 5,27 km toegankelijk. Een van de grootste van de wereld. De ruimten en gangen met fantastische druipsteenpilaren in allerlei vormen en kleurschakeringen zijn met lichteffecten nog fantasticher gemaakt. De grootste ruimte ‘Grand Hall’ heeft een doorsnede van 107m en is 16m hoog. Het is overal ongeveer 18°C. Alhoewel door de vochtigheid het veel warmer lijkt. Er worden 3 verschillende rondleidingen gegeven : Een gemakkelijke wandeling van een half uur door 2 grotten. Een rondleiding van 1 uur door acht grotten (waarop wij hadden ingetekend). En een avontuurlijke tocht, waarbij u door smalle doorgangen kruipt en steile hellingen beklimt. 1.Zyl’s hall (98m lang, 49m breedt en 15m hoog) 2.Throne Room (made of gold) 3.Botha’s Hall Vestry 4.Rainbow Room Crypt, Temple, Catacombs 5.Bridal Chamber 6.Fairy Palace 7.Drum Room 8. Grand Hall 9. Lot’s Chamber De hoogte druipsteen formatie is in Botha’s hall : een colom van 12,5m De laatste kamer diekan bezocht worden is ‘Devil’s Workshop’ In de tweede grot is er “Glass-blowers’ fantasy, The Bridal Couple, The Coral Chamber Sommige stalagmieten kregen namen als : goed en kwaad, hemelbed & victoria watervallen In Oudshoorn zelf logeren we bij Vlaamse landgenoten (Stefaan & Ellen Verlinde) in de HLANGANA LODGE In de glorie tijd van de struisvogel veren tussen 1880 & begin 1900 woonden er al vele miljonairs in het toen nog kleine Oudtshoorn, …en veranderde als een snelgroeinede stad met spectaculaire landhuizen. Deze reusachtige en weerderige versierde ‘verenpaleizen’ waren veelal van zandsteen in art nouveaustijl gebouwd … ..en voorzien van ronde torentjes, ijzeren traliewerk en – opmerkelijk genoeg – daken van golfplaat. De plafonds en lijsten waren versierd met papiér maché, en de muren en ramen met geglazuurde tegels en gebrandschilderd glas. Tijdens de Eerste Wereldoorlog zakte de markt ineen en een tijdlang was Oudtshoorn straatarm. Eind jaren dertig brachten de struisvogels opnieuw uitkomst : de eerste toeristische fokkerij werd geopend.
Dag 14 : OUDSHOORN-CALITZDORP-PAARL-STELLENBOSCH De volgende ochten rijden we verder door de kleine Karoo gekenmerkt door een semi-aride klimaat, …...aanzienlijk vruchtbaar door aanvoer van water via de talrijke bergriviertjes die hun oorsprong vinden in de 3 omliggende indrukwekkende bergketens (de Rooiberg, de Grote en kleine Swartberge) Van de 7 passen in het gebied is de 24km lange Swartbergpas het indrukwekkendst. De zuidelijke hellingen bieden een fantastisch uitzicht. De noordkant gaat over in een spectaculair ravijn dat eindigd bij het mooie dorpje Prince Albert. Met twee wijngaarden en een wijnbouwcoörperatie speelt Calitzdorp een grote rol, vooral dankzij de portwijnen, ……waarvoor het plaatsje veel onderschijdingen gekregen heeft. Tevens de woonplaats van onze Gids “Monica” Even nog een pisstop in Barrydale (in the pumpkin). Maar zelfs bij het haardvuur blijft het erg koud. In de bergen kan je nog duidelijk sporen zien van de 3 weken durende brand die door een bliksem inslag werd veroorzaakt. Normaal gezien zou het hier enorm groen moeten zijn, de brand waarover juist sprake, besliste daar anders over. En is het nu echter droog en steenbruin. Nog voor de lunch de Hanepoot tafel druiven Alsof we nog niet genoeg hebben gegeten, nemen de lunch in Bonnievale bij een wijnboer. Een van de oudste wijngaarden van de streek. Met Opa en oma wijnen. De brouwersgast geeft wat uitleg. En we krijgen een degelijke rondleiding. Na de rondleiding is er uiteraard nog de degustatie. Alleen de Opa wijn, bleek een beetje mee te vallen. Verder vervolgen we de panoramische route, via Montagu en Worcester (woester) Achter deze besneeuwde bergen is er ‘DE KAAP’ Van op de bergen zie je dan PAARL liggen en zelfs al een zicht op de tafelberg,……. erg uitzonderlijk dat je dit zo helder te zien krijgt. PAARL zelf is met zijn 90 000 inwoners en belangrijke industriën de tweede stad van provincie West-Kaap. Maar ook het centrum van de Paarl-wijnroute, die met 17 aangesloten bedrijven de grootste van het land is. De stad ligt in een breed, vruchtbaar dal aan beide zijden van de Berg River en wordt gedomineerd door de Paarl Mountain,… Een bergmassief dat zich met zijn 3 granieten toppen (tot 729m) duidelijk onderscheidt van de roodachtige, sterk geplooide zandsteenlagen in de omgeving. Onder bepaalde omstandigheden doet de glinstering van het graniet aan parels denken, vandaar de naam van de in 1720 gestichte stad. PAARL was heel vroeger ergens tussen 17 & 1800 het centrum waar de ossewagens werden verbouwd. Nu is er vooral veel fruit met de daaraan verbonden industrië. Onze eindbestemming voor deze dag : Stellenbosch. De 2de oudste stad van Z-A en de kaapkolonie. Met de oudste bestaande herberg van 1802 : ons hotel “DE OUDE WERF”. Ze bezitten 25 individueel gedecoreerde slaapkamers. Dag 15 : STELLENBOSCH Stellenbosch is nu een belangrijke universiteitsstad en een centrum van de wijnindustrie.Er staan witgekalkte huisjes (in de kaaps-holandse stijl en zelfs victoriaans). Verder nog stijlvolle herenhuizen en sommige straten zijn omzoomd met statige eiken. Na 3 grote branden is een groot gedeelte zorgvuldig gerestaureerd. Alleen in de buiten wijken vindt je lelijke parkeergarages en supermarkten. De mooiste gebouwen dateren uit de periode tussen 1775 & 1820. Veel ervan vallen onder monumentenzorg. We vertrekken op onze wandeling in de Kerk straat met op het einde de NederDuitse Gereformeerde kerk (moederkerk) uit 1863. Hoewel al in 1679 gesticht, zijn er nu nog veel historische gebouwen uit een het verleden. Maar in de dorpstraat ondekt u de meeste. In het centrum : het dorpsplein dat De Braak wordt genoemd. De Braak zelf diende oorspronkelijk voor militaire parades en andere festiviteiten en is omringd door indrukwekkende bouwwerken : - Aan de noordkant : St.Mary’s on the Braak een kleine anglicaanse kerk met strodak uit 1885 - Westelijk is er het Burgerhuis uit 1797 een mooi voorbeeld van Kaap-Holkandse architectuur - Verder naar het zuiden staat het Kruithuis uit 1777 - Aan de zuidzijde de kerk van de Rheinischen Mission een duitse zendingskerk die in 1823 vooral voor slaven en kleurlingen gebouwd werd. (Bloemstraat) Nog even lopen we binnen bij de ouderwertse “Oom Samie se Winkel” een ware reis terug in de tijd. Inrichting en assoritment van deze glorieuze victoriaanse winkel lijkt de laatste honderd jaar niet te zijn veranderd. Alleen de prijzen zijn er ondanks dat fel gestegen. Genoeg stenen gezien, tijd voor de vier passen route in de omgeving van Stellenbosch. Eerst rijden we door “Strand” ten zuiden van Stellenbosch en aan de oostkust gelegen,…… aan de voet van de Hottentot Holland Mountains, en een eerste pass : de “Sir Lowry’s”. Strand, oorsponkelijk een voorstadje van Somerset West. Is een erg populaire plaats – tijdens het zomer seizoen en op zondag – overvol. Even verder Gordon’s Bay met zijn jachthaven (en voortreffelijke restaurants),…. Allé, dastond toch in de boekskes gelezen False Bay, een ongeveer 30km brede baai aan de Indische Oceaan die zich tussen de beide zuidelijke punten Cape Point en Cape Hangklip over ongeveer 30km naar het noorden uitstrekt, …… de baai zou zijn naam te danken hebben aan vroegere zeevaarders die, uit het oosten komend, bij het zien van Cape Hangklip dachten dat ze Kaap de Goede Hoop voor zich hadden. Bij het binnen varen van de ondiepe baai liepen dan veel schepen aan de grond. Op zondag de plaats om te BBQen
Verder langs de kustweg belanden we in een volgende vakantie plaatsje : Betty’s Bay…… dat geheel uit particuliere vakantie huizen bestaat (maar geen accommodatie voor de toerist bied). Hier zicht op de tuinen van Elgin & Grabouw, de week voordien lag er nog 0,5m sneeuw. Graanvelden strekken zich uit tot zo’n 120km zuidwaards. Aan de Groenlandberg krijgen we de Houhoek Pass voorgeschoteld. Aan de Franschhoekberge, u raad het al is er de Franschhoek Pass. Een blits bezoek aan Franschhoek zelf. Sinds 1688 vestigden zich in dit vruchtbare dal naast Nederlanders en Duitsers ook uit Frankrijk geëmigreerde Hugenoten.. Ter herinnering aan de komst van de eerste kolonisten werd in 1938 het Hugenoten Memorial opgericht tegen het imposante decor van de Franschhoek Mountains. De meeste bedrijven van de 15 wijnbouwers kunnen ook bezichtigd worden. Wij waren er echter voor de lunch, … wéral eten Bij het pannekoekenhuis was het aanschuiven op zo’n zonnige zondag in de winter. Bij de “Grapevine” hadden we wel meer geluk, alhoewel na ons ook al direct volzet. Na de brug over de Berg River stuiten we links aan de voet van Groot Drakenstein op de wijgaard Boschendal. Behorend nog tot de Franschhoek wijnroute. Eén van de oudste wijngaarden (vanaf 1685) van het gebied en een producent van zeer goede rode wijnen. Een lange, door palmen omringde oprit leidt naar het hoofdgebouw in Kaap-Holandse stijl uit 1812. Gebouwd door de hier sinds 1715 gevestigde hugenoten familie De Villiers. Voor een tafel in het restaurant of wijn proef sessies dient te worden gereserveerd. Het oude slavenkwartier is omgedoopt tot “Le Café” voor een goedkoophapje, koffie met taart of een ander dessertje. Als we dan de Helhooghte Pass (366m) passeren, daalt verder de weg af in het dal van de Eerste Rivier…….. terug naar Stellenbosch. Nog even nagenieten dan, van een wel gevulde dag op het gezellige terras in de Oude Werf. (ons hotel op dat moment) S’avonds waren er wel wat verassingen bij het eten. De biltongpaté zag er niet erg smakelijk uit. Dag 16 : STELLENBOSCH-KAAPSTAD De reis verloopt verder richting Kaapstad, het einpunt van ons eerste Afrika avontuur. De vele townschips en krottenwijken zijn zeer dicht tegen de stad terug te vinden. Deze enorme sloppenwijken tonen overduidelijk aan, dat woning bouw noodzakelijk is. In Kaapstad zelf met een tafelkleed op de tafelberg is er dan tijd voor een Stads wandeling …… niet zonder gevaar volgens onze gids. Wij zijn op onze hoede, … voor eventuele gouwdieven. Het oude stadscentrum bestaat, voor zover het bewaard is gebleven, voornamelijk uit nauwe, regelmatig aangelegde straten. Een van de belangrijkste oriënteringspunten is Adderley street waardoor je dan in de Company’s & Governement Avenue Gardens terechtkomt. The Gardens of tuinen dan zelf : een groene oase met meer dan 8000 exotische bomen en planten uit de hele wereld. Deze Company’s Garden begon eigenlijk als een groententuin voor zeelui, in 1652 door Jan van Riebeeck, ……een 18ha grote tuin waarvan nog 3,2 ha over is overgebleven. Herbert Baker veranderde de tuin in een weelderig park met gazons, bomen, fraaie wandelpaden en goed onderhouden bloemenperken. Er is de South African National Gallery. Het South African Museum (met belangrijke natuurkundige en archeologische verzamelingen. Heel intressant is een tentoonstelling over het leven van de bosjesmannen. Governement Avenue met The Houses of Parliament. En aangrenzend het Tuynhuys dat in 1751 als residentie voor de gouverneur werd gebouwd, maar is tegenwoordig de residentie van het staatshoofd gedurende de zittingsperiode van het parlement. St George’s Cathedral in Wale street. Met “gratis” toegang. Deze eerste anglicaanse kathedraal werd in 1834 ingezegend. Het gebouw leek op een gewone Engelse parochiekerk en werd niet indrukwekkend genoeg bevonden voor de Moederstad. In 1901 ging architect sir Herbert Baker aan het werk en maakte de kathedraal groter en luisterrijker. Ook verving hij de neoklassieke ingang door een neogotisch ontwerp van grijze stenen. De kathedraal is nu weliswaar groter, maar lijkt toch op een uit zijn krachten gegroeide parochiekerk in Wales. De gewelfde binnenkant is mooier dan de buitenkant. Het hoogtepunt wordt gevormd door een serie moderne gebrandschilderde ramen van Gabriel Loire. De kathedraal was de zetel van Desmond Tutu, de kleurrijke aartsbischop van Kaapstad. Hier werd de herdenkingsdienst gehouden voor Joe Slovo, communist, atheïst en minister van Huisvesting in de regering van nationale eenheid, die stierf in december 1994. Tutu zette zich in voor geweldloze hervormingen maar werd nooit gevangengezet. In 1996 trad hij af als aartsbisschop. We vervolgen ons stadsbezoek in St George street, een voetgangersgebied met veel winkels. Op het Greenmarker Square, de oude markt in het stadscentrum, bouwen handelaren iedere dag hun stand op met verschillende kunstvoorwerpen, sierraden, muziekinstrumenten en leuke kleding. (Het South African Cultural History Museum. 130 jaar lang werd dit lage gebouw uit 1685 gebruikt om slaven in onder te brengen die werkten in de kompanjiestuin. Na de 2de Britse bezetting in 1811 maakte Louise Thibault er een regeringsgebouw van .Tegenwoordig is het een van de mooiste musea van het land, met op schitterende wijze tentoongestelde voorwerpen, van Griekse en Romeinse kruiken tot angstaajagende werpmessen uit Sudan. De helft van het museum is gewijd aan Zuid-Afrika, met munten, wapens, keramiek, postzegels, textiel, een uitstekende verzameling meubels en objects d’art (vooral zilver) van
blanke Zuid-Afrika. Ook zijn er kunst en gebruiksvoorwerpen van de inheemse bevolking te zien. Let op de ruw bekraste postal stones die bij de Versse River zijn gevonden) Terwijl anderen rondkijken op de markt bezoeken wij met zen tweetjes : ……Het South African Museum and Planetarium. Een statig gebouw en het oudste museum van Zuid-Afrika uit 1825. Op da afdeling antropologie, gespecialiseerd in de Zuidafrikaanse stammen, zijn rotsschilderingen te zien en een aantal gedetailleerde diorama’s over het leven vande San en de Khoikhoi. Andere afdelingen zijn : zuid-afrikaans meubilair, zilver en objects d’art, fossielen, geologie (met nagamaakte dinosauriërs) en het leven in zee ……(met een 20,5m lang skelet van een blauwe vinvis) Bij gebrek aan open weer houden we geen kabeltrip tot de tafelberg . We nemen genoegen met een uitzicht vanop Signal hill. Signal Hill vormt een van de landtongen van de Tafelbaai en is veel kleiner dan de Tafelberg. De berg is echter gemakkelijk te bereiken, er staan geen rijen mensen die allemaal naar boven willen en u hebt er eveneens zicht op de baai en de stad. Robben Island (waar Nelson Mandela 7 jaar van zijn 27 jaren gevangenschap verbleef) is ook van hieruit te zien. De tafelberg is slecht 3 op 10 keer toegankelijk. Meestal is er te veel wind, komt er plots mist op of is hij gehuld met zijn tafelkleed. Alfred de 2de zoon van koningin Victoria deponeerde in 1860 de eerste rots in het water voor de aanleg van het Victoria Basin. Een eeuw later lag de oude haven van Kaapstad er vrijwel verlaten bij. Door de opkomst van het containervervoer en een nieuw containerhaven. Dankzij een succesvol stedelijk herstelproject is de oude haven nu het kloppende hart van het Kaapsstadse uitgangsleven. U kunt er tot s’avonds laat winkelen, uitgaan of vanuit een van de vele restaurants, bistro’s, pubs of cafés de drukte bekijken. Victoria & Alfred Waterfront bezit een grote Male, ongeveer de grote van Wijnigems Chopping center.Genoeg om een ganse middag …….te choppen. We nemen het avondmaal ,… in een belgisch restaurant : …den Anker : konijn op vlaamse wijze, baaie lekker. Voor de vlamingen was het op de menu vermeld : als de kat van de geburen, in een lekker souseke De Waterfront lijkt nog redelijk, de rest van kaapstad lijkt maar een bouwwerf. Dag 17 : KAAPSTAD-KAAPSCHIEREILAND-KAAPPUNT Een zeer indrukwekkende belevenis is een tocht rond het Kaapse Schiereiland. Wij trekken er een ganse dag voor uit. Het is een bezoek aan een volledig land in miniatuurvorm. Naast de drukken voorsteden is er eerst de Tafelbaai en de vele vissersdorpjes. Camps bay met op de achtergrond bergen, genoemd : “de 12 apostellen”. Het strand is er breed met een grote gazon. Het zeewater is koud en er staat meestal een sterke stroming. Hout Bay genoemd naar het hout dat er gekapt werd voor de scheepsbouw is van oudsher een vissersplaats. Bonte visserschepen brengen dagelijks hun vangsten aan land. Wij kwamen er voor een boottocht naar de nabijgelegen zeehondenkolonie en het zeevogelreservaat. Op Duiker Eiland.kan je er de Zuid-Afrikaanse pelsrobben zien evenals de zeldzame kustaalscholver die alleen aan de kust van Zuid-Afrika en Namibië voorkomt. De kaapse pelsrobben waren bijna uitgeroeid, …… nu is er dan weer een overpopulatie, eten ze te veel vis en pinguins op. Vandaar dat er terug ,alhoewel in beperkte mate, op gejaagd mag worden. Maar 80 hollanders op de boot is iets te veel van het goede. Excusief, hadden we hier meer op prijs gesteld. Nog meer naar het zuiden houden we halt in het kustplaatsje Simon’s Town. Simon’s Town bezit een historisch stukje weg met 20 victoriaanse gebouwen. In St.George Street. We namen er niet alleen de lunch ( ……dus weral eten.) Bij “The Boulders bay”, net buiten de stad, leeft een kolonie Jackpass-pinguïns, die normaliter, eilanden voor hun verblijf uitkiezen. Deze kleine pinguïns zijn volkomen ongevaarlijk. Inmiddels is wel een hek rond hun teritorium gezet om te voorkomen dat ze niet in de nabijgelegen huizen trekken. Een boardwalk (aangelegd sinds september 1999) leidt naar de waarnemings plaatsen, waar je ze kan zien duiken en zwemmen en waar ze ongestoord hun ding kunnen doen. Langs de rotsachtige kust, waarin de sterke branding spleten en kloven heeft geslagen, ……loop de weg naar de ingang van de Cape of Good Hope Nature Reserve. De zuidpunt van het Kaapse Schiereiland (7750 ha) werd al in 1939 tot natuurbeschermingsgebied verklaard om de faina en flora te beschermen. Er groeien maar liefst meer den 1500 plantensoorten. Protea’s en heideplanten veranderen het gebied in het voorjaar in een bloementapijt. De hoofdweg leidt direct naar Cape Point. Kaap punt is de rotsige punt, waar een bergtreintje je tot bij het uiterste puntje van het schiereiland brengt, ……ten oosten van Kaap de goede hoop. De vuurtoren, die in 1860 op het hoogste punt werd gebouwd werkt niet meer. Bij Cape point komen de Atlantische en de Indische oceaan samen. Als je goed kijkt kan je het zelfs zien… (graptje) Het uitzicht en de geschiedenis van de plek is indrukwekkend. Het is een vreemd idee om te bedenken dat er in zuidelijke richting tot aan de Zuid-pool alleen nog maar water en ijs is. In 1497 zeilde Vasco da Gama rond de kaap, in de hoop de zeeweg naar Indië te vinden. En meer dan 500 jaar later zijn wij hier dan ook. Even verder is er dan Kaap de Goede hoop met unieke typische fijnbos, struisvogels, vele vogelsoorten…
Normaal zou de wind hier ,je om de oren moeten blazen. Wij mochten dat geluk niet meemaken. Het was er windstil. Er leven hier op kaap de goede hoop ook een familie brutale bavianen…… die zich heeft aangepast aan de omgeving en leeft van zeevruchten, fijnbosplanten en wat de toerist hem geeft. Uiteindelijk zullen zij worden afgeschoten omdat de toerist hen voedert, wat tegen de natuur is. Op de terugweg langs de kust valt nog een lang zandstrand op in Muizenberg. Van 1900 al een vakantie plaats voor de rijken. Het weer is volledig gewijzigd ten opzichte van s’morgens en de tafelberg is vrij van wolken een kabellift ritje is dan een must. De Tafelberg 1087m rijst hoog op boven Kaapstad. Aan de rechterkant liggen Lion’s Head en Signal Hill en links ligt de Devil’s Peak. De meesten en ook wij overwinnen de berg met de nieuwe kabelbaan die in enkele minuten naar het 3 kilometer brede plateau zweeft. De oude baan werd reeds in 1929 in gebruik genomen. Zo’n 65 passagiers worden in 5 minuten over de 1244m lange kabel vervoert en de kabine draait daarbij zelfs rond. Het zicht op Kaapstad en het schiereiland is enorm: de door bergen omgeven stad aan de zee, het blauw van de Tafelbaai en de witte zandstranden, ……het oog kan er niet lang genoeg naar kijken. In het westen steken de 12 Apostelen genoemde uitlopers boven de badplaats aan de Atlantische Oceaan. Er groeien op de Tafelberg ten minste 1500 plantensoorten, waaronder 100 heideplanten. De meeste planten komen zelfs alleen hier voor. Grappige klipdassen – ze lijken op reuzeactige cavia’s – duiken tussen de rotsspleten op het plateau op. De aanhoudende bezoekersstroom heeft echter ook haar sporen nagelaten. Veel planten zijn reeds verdwenen. De berg zelf is samengesteld uit lagen zand en leisteen met een granieten ondergrond. De meestal onbeweeklijke wolk die als een tafelkleed over de top hangt is geheel verdwenen. Het panoramisch uitzicht is overweldigend. Dag 18 : KAAPSTAD : KIRCHTENBOSCH Na het ontbijt genieten we nog van een kleurijke wandeling in de ontzettend mooie nationale botanische tuin van Kirchtenbosch. Niet ver van Kaapstad ligt de Kirstenbosch Botanical Garden met heerlijke fynbostuinen die in de lente met bonte kleurpracht bloeien. Maar zelfs nu in de winter laat het op ons een onvergetelijke indruk na. 10 000 verschillende bloemplanten en Protea’s in verschillende soorten in volle bloei. Het is gelegen op de oostelijke flank van het Tafelbergmassief. Van het heuvelachtige 528 ha grote gebied zijn 60ha in cultuur gebracht. Er zijn hier 22 000 soorten planten bijeengebracht. Waarvan zo’n 6000 met Zuid-afrikaans oorsprong. Het hele jaar door bloeit er wel iets. Er is een rijke verzameling aan bloemen en bomen, een geurtuin, een speciaal pad voor blinden, een vijver een kruidentuin. Gespecialiseerde collecties van pelargoniums, palmvarens, heide en protea’s. 11:30 lunch, 15u vertrek naar de luchthaven (met slecht 4 gates/uitgangen) wel erg klein!
***** THE END *****