Cura
Jaargang 1 - oktober 2004
1
Cura is een uitgave van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Dit magazine verschijnt vier keer per jaar.
Zorg in laatste levensfase | 5 Rombouts’ uitdaging | 8 Nieuwe intensieve hematologische zorg | 12
Van de redactie Cura is de opvolger van JBGaZet, het blad voor de relaties van het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ). Waarom een nieuw blad, zult u zich afvragen, er zijn van JBGaZet toch maar veertien nummers verschenen? Dat heeft een aantal redenen. Ten eerste willen wij u uitgebreider informeren over het Jeroen Bosch Ziekenhuis als zijnde een opleidingsziekenhuis. Het themadeel Kennis en Wetenschap geeft daar invulling aan. Ook Revalidatiecentrum Tolburg heeft een eigen plaats in het blad gekregen. De directie van het centrum wil zich aldus duidelijker presenteren aan personen en organisaties in de regio. Eind 2003 hebben verschillende lezers van JBGaZet hun mening gegeven over dit blad. Ze gaven aan tevreden te zijn over het informatieve gehalte en de zakelijk toon. Dat alles zetten we in Cura voort. Het ziekenhuis wil u in dit blad laten zien wat er binnen zijn muren gebeurt. Dit streven naar openheid moet in het blad naar voren komen. En dat het ziekenhuis geen eiland is, moet ook in Cura tot uitdrukking komen. De redactie wil dit bereiken door ook (zorg)partners aan het woord te laten. Zoals in het artikel ‘zorg in de laatste levensfase’ en ‘Focsani-’s-Hertogenbosch’. Ook heeft het blad een rubriek ‘Ingezonden Brief’ waarin wij graag uw brief plaatsen. De bezuinigingen is de laatste reden om een nieuw blad uit te brengen. Cura biedt plaats aan adverteerders. Door de advertentie-inkomsten bekostigen wij een deel van de bladen van het ziekenhuis. Wij hopen dat u dit blad met genoegen zult lezen. Saskia Byvanck, eindredacteur Sylvie Maas, hoofdredacteur
[w.v.t.t.k.]
Jaarverslag JBZ digitaal
Eind juli is het jaarverslag 2003 verschenen. Voor de eerste keer is het jaarverslag enkel in digitale versie uitgebracht. Het is te vinden op de website van het ziekenhuis: www.jeroenboschziekenhuis.nl/jaarverslag. Frans Croonen, voorzitter van de Raad van Bestuur, licht de keuze voor een digitaal jaarverslag toe: “Het is zeker niet alleen een bezuinigingskwestie. Elk jaar zie ik hele stapels glossy jaarverslagen langskomen, van allerlei organisaties. En ik lees ze niet of nauwelijks, uitzonderingen daargelaten. En internet is een geweldig medium. Het is snel en efficiënt. In de toekomst zullen we meer de technische mogelijkheden van het internet benutten. Dus: interactiever en meer hyperlinks erin.”
Coverfoto: Baby’s op de trolley in Focsani (artikel op blz. 7)
2 | Cura, jaargang 1, nummer 1
Inhoudsopgave 2 | Van de redactie 3 | De ramen open Voorwoord van Frans Croonen, voorzitter Raad van Bestuur 5 | Zorg in de laatste levensfase “De opmerking ‘ik kan niets meer voor u doen’, zouden ze moeten verbieden.” 7 | ’s-Hertogenbosch-Focsani Overdracht van kennis en deskundigheid 8 | Uitdaging Column van burgemeester Rombouts 8 | Multidisciplinair Vasculair centrum Ruim helft van mensen met hart- en vaatziekten onderbehandeld Kennis & Wetenschap 9 | Laparoscopische radicale prostatectomie Minimaal invasieve ingrepen genieten toenemende populariteit 11 | Leerling en meester aan het woord Opleiding Pathologie erkend 12 | Verpleegkundige wordt verloskundige Verloskundigen in dienst van het ziekenhuis
De ramen open Iedere dag krijgen we via de media een grote hoeveelheid informatie over ons uitgestort. Zaken worden vluchtig besproken en de meest intieme details passeren kortstondig de revue. Het publiek moet worden geïnformeerd, toch? Maar willen we wel alles weten? Worden we daar wijzer of gelukkiger van? Wat is het alternatief? Terug naar de oude tijd? De tijd dat alles binnenskamers werd geregeld en een ziekenhuis een zwarte doos was, zonder afdeling Communicatie, zonder bijvoorbeeld een internetsite op het worldwide web. Welke en hoeveel informatie de patiënt kreeg, werd door de zorgverlener bepaald. Hij bepaalde wat goed en begrijpelijk voor hem was. Wat de patiënt mankeerde, was voor hem een vraag en voor de dokter een weet. En dat moest vooral zo blijven. De patiënt zou van die informatie alleen maar ongerust worden. Aan die oude tijd hoeven we niet met weemoed terug te denken, lijkt mij. Het leven is voor de meesten van ons in de afgelopen eeuw veel beter en ook langer geworden. Er is dus ook meer te verliezen. De patiënt wil, terecht, op basis van uitvoe-
rige informatie eigen besluiten nemen over zijn behandeling. Het Jeroen Bosch Ziekenhuis is een maatschappelijke onderneming, die transparant wil zijn. Dat wil zeggen: open en bereikbaar voor de mensen in de omgeving, die voor een belangrijk deel van de ziekenhuiszorg zijn aangewezen op dat ene grote ziekenhuis in de buurt. Open ook naar collega’s in de zorg en relaties die op een andere manier bij het ziekenhuis betrokken zijn. Door het regelmatig uitbrengen van dit nieuwe medium Cura zet het Jeroen Bosch Ziekenhuis zijn ramen verder open. Ik hoop dat het zicht naar binnen bij u in de smaak valt. Frans Croonen, voorzitter Raad van Bestuur
13 | U zegt Patiënt over no-show boete 13 | “Men is positief, maar kritisch” Elektronisch Patienten Dossier
Hoera, het is een … site
15 | Warme kleuren en zeetaferelen Kinderafdeling opgeknapt Revalidatiecentrum Tolbrug 16 | Steunfonds voor Revalidatiecentrum Tolbrug 17 | Revalidatiearts wint Forchheimer prijs Onderzoek naar toepassing preventieve maatregelen bij Diabetes Mellitus 18 | Afscheid van een cardioloog “Ik ben geen prefect van een kostschool” 19 | Agenda 20 | Nieuwe intensieve hematologische zorg "Je bouwt een hechte band op met mensen omdat het contact heel intensief is"
Met trots geven de afdelingen Gynaecologie en Verloskunde kennis van de geboorte van hun website.
Gynaecoloog Carl Hamilton glimt als een trotse vader. Hij is met recht trots op de geboorte van de afdelingswebsite van het specialisme Verloskunde en Gynaecologie; de eerste afdelingssite van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. “Het meest bijzondere voor patiënten is dat ze via de website kunnen aangeven dat ze een afspraak willen op onze polikliniek. Als ze hiervoor het digitale formulier invullen, belt één van onze medewerkers terug om de afspraak te plannen. Vooralsnog werkt dit systeem alleen op de locaties Groot Ziekengasthuis en Willem-Alexander maar naar verwachting zullen ook de andere locaties hiermee gaan werken.” Het webadres is www.jeroenboschziekenhuis.nl/gynaecologie.
Cura, jaargang 1, nummer 1 | 3
advertentie
Gouwe ouwe
IT works!
IT Products heeft maatschappelijk ondernemen hoog in het vaandel staan. Toen Peet Hofmans hoorde over het ziekenhuis Lady Willington in India, kreeg hij “een gouden idee”. Het ziekenhuis beschikt over een opleidingshuis en ligt naast een basisschool en kan giften en vrijwilligerswerk goed gebruiken. IT Products vatte het plan op om het opleidingscentrum duurzaam te ondersteunen. Hij kocht hiertoe verouderde computers van haar klant het Jeroen Bosch Ziekenhuis. “De pc’s voldoen hier niet meer, maar zijn daar als ‘gouwe ouwe’ een uitkomst,” aldus Peet. IT Products renoveert niet alleen de 3 tot 4 jaar oude pc’s maar gaat tevens een netwerk aanleggen waarin uiteindelijk zo’n 30-tal pc’s een nieuwe bestemming zullen vinden. Hierna wordt het geheel vervoerd en ter plekke geïnstalleerd. Waardoor de benodigde infrastructuur aanwezig is voor opleidingsplaatsen voor verpleegkundigen en artsen.
Door de snelle ontwikkelingen in de IT markt is het een kunst om op de hoogte te blijven van de meest actuele prijs en productinformatie. IT Products ziet zichzelf als verlengstuk van een inkoopafdeling of systeembeheerder, en neemt vragen en problemen uit handen. “Mijn doel is een langdurige klantrelatie op te bouwen waarbij we een betrouwbare partner zijn die meedenkt. Een doos kan iedereen verkopen, het gaat om de persoon erachter. IT works!” aldus Peet Hofmans van het Bossche IT Products. Het is niet voor niets dat Hewlett Packard het bedrijf als bewijs van kwaliteit heeft benoemd tot businesspartner. IT Products onderscheid zich volgens Peet van andere bedrijven door de persoonlijke benadering en betrokkenheid. “We komen onze afspraken na: offreren binnen de afgesproken termijn, de offerte is conform de aanvraag en de klant staat centraal. Het lijkt een open deur, maar is het niet,” zo weet Peet uit reactie van zijn klanten. Sleutelwoorden zijn snelheid, efficiency en betrouwbaarheid. En dat op de ‘Bossche manier van zaken doen’, kortom persoonlijk en gemoedelijk. Ongetwijfeld een van de redenen waarom het Jeroen Bosch Ziekenhuis een jarenlange relatie heeft met IT Products.
Peet Hofmans
Gespot Voor degene die veel onderweg is, maar altijd en overal per e-mail bereikbaar wil zijn, is de Blackberry een uitkomst. Het in Amerika razend populaire, handheldformaat apparaatje heeft een volledig toetsenbord en weegt weinig. Een uitkomst is de volledige agenda synchronisatie met de pc. IT Products geeft met veel plezier een vrijblijvende demonstratie.
Voor bedrijven die slechts een bescheiden budget kunnen vrijmaken voor IT, is de Connectux een uitkomst. Met dit op Linux gebaseerde serverpakket worden de meest gebruikte serverapplicaties in een keer binnengehaald. Met als voordeel dat het eenvoudig te installeren en te onderhouden is. Bovendien is het vele malen voordeliger dan vergelijkbare Microsoft software zoals bijv. Small Business Server. Ook bij uitval van een server is de restore eenvoudig: de tape wordt op een andere server ingelezen en alle programma’s en instellingen zijn eigenhandig binnen een half uur hersteld. Dure Microsoft-serverlicenties behoren daarmee tot het verleden. “En,” zo benadrukt Peet: “je hoeft geen computerspecialist te zijn om hiermee te kunnen werken.
Blackberry
Hardware
4 | Cura, jaargang 1, nummer 1
Software
Supplies
IT Works! Informeer vrijblijvend naar de te behalen voordelen.
Tel. +31(0)73 6447293 Fax +31(0)73 6449145 E-mail
[email protected] Internet www.itproducts.nl
Installatie + onderhoud
Het mag niet uitmaken waar iemand wil overlijden. Of dat nu bijvoorbeeld thuis, in het verpleeghuis of in het ziekenhuis is. In iedere omgeving moet de zorg in de laatste levensfase er op gericht zijn het de patiënt zo aangenaam mogelijk te maken. De zorg die in de laatste levensfase wordt geboden, heet palliatieve terminale zorg.
“De opmerking ‘ik kan niets meer voor u doen’, zouden ze moeten verbieden.”
Zorg in de laatste levensfase Palliatieve terminale zorg is een hot item in Nederland. Overheid en zorgverzekeraars maken geld vrij om de kwaliteit van deze zorg op een hoger niveau te tillen. Vanuit de Integrale Kankercentra zijn diverse ziekenhuizen, verpleeghuizen en thuiszorgorganisaties betrokken bij de oprichting van consultatieteams. Voor de regio NoordoostBrabant start per 1 november een Palliatief Advies Team (PAT). Het team bestaat uit (verpleeg)huisartsen en verpleegkundigen die geschoold zijn in het geven van palliatieve terminale zorg en die er in hun dagelijks werk veel mee te maken hebben. Alle hulpverleners die betrokken zijn bij de begeleiding van een patiënt in de laatste levensfase, kunnen het team inschakelen. Het team neemt de zorg niet over, maar denkt met de hulpverlener mee. Spirituele vragen “Hoe eenvoudig de vraag ook is, iedereen moet zich welkom voelen om te bellen. De vragen hoeven niet alleen op het fysieke vlak te liggen. Ze mogen ook van psychische of spirituele aard zijn. We streven naar een zo laagdrempelig mogelijke voorziening,” aldus Helma van der Heijden, coördinator van het PAT. Zij schetst hoe het PAT in de praktijk te werk zal gaan: “Hulpverleners kunnen met een zorginhoudelijke vraag naar een speciaal telefoonnummer bellen (zie voor het nummer het kader op bladzijde 6). Zij krijgen dan een zorgcentralist aan de lijn die een aantal gegevens noteert. De centralist belt één van de dienstdoende leden van het team, die op zijn beurt de hulpverlener terugbelt.”
In iedere omgeving moet
“Voor de regio wordt er ook een Verpleegkundig Technologisch Team (VTT) actief. Dit team is via hetzelfde telefoonnummer bereikbaar als het PAT. Het VTT biedt uitkomst als de hulpverlener vragen van praktische aard heeft. Het team verricht alle zorgtechnische handelingen bij de cliënt thuis. Als de cliënt bijvoorbeeld een bloedtransfusie of sondevoeding nodig heeft, of als een toedieningspomp moet worden ingesteld.”
de zorg in de laatste levensfase er op gericht zijn het de patiënt zo aangenaam mogelijk te maken. Oók in het ziekenhuis.
Lees verder op pagina 6 >
Cura, jaargang 1, nummer 1 | 5
Achterstand inhalen Het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) is als één van de betrokken partijen niet alleen buitenshuis bezig met het onderwerp palliatieve terminale zorg. Er wordt ook nagedacht over hoe deze zorg in het ziekenhuis het beste kan worden vormgegeven. Verpleegkundig specialist Oncologie Sylvia Verhage (JBZ) wordt één van de leden van het PAT. “In het JBZ heeft een werkgroep een uitgebreide inventarisatie gehouden op alle afdelingen. Het bleek dat er al veel gebeurt op het gebied van palliatieve zorg maar dat iedere afdeling er zijn eigen invulling aan geeft. We willen streven naar meer uniformiteit. Om die reden worden alle protocollen digitaal gemaakt. Daarnaast willen we scholing gaan aanbieden. Op welke wijze is nog niet duidelijk. Waarschijnlijk op maat; iedere afdeling ziet tenslotte weer een andere patiëntengroep.” Moeilijk bespreekbaar Oncoloog Hans Pruijt: “Het doel van palliatieve zorg is de kwaliteit van leven van de patiënt in de laatste levensfase zo veel mogelijk te optimaliseren. Palliatieve zorg wordt nog wel eens in één adem genoemd
met euthanasie. Dat is onterecht, hoewel euthanasie voor sommige patiënten het eindresultaat kan zijn van palliatieve zorg. Ook bestaan er veel misverstanden over terminale sedatie. Soms lukt het in de terminale situatie niet om de vaak ernstige klachten van patiënten onder controle te krijgen. Patiënten voelen zich dan absoluut oncomfortabel. In een dergelijke situatie kan, in overleg met de patiënt en zijn familie, besloten worden tot terminale sedatie. Hierbij wordt de patiënt in slaap gebracht. Het doel hierbij is klachtenbestrijding. Het bespoedigt niet het overlijden. Het is absoluut geen verkapte vorm van euthanasie, zoals wel eens wordt gezegd.” Ook voor artsen in het JBZ is het vaak lastige materie. Niet zo zeer vanwege de
beladenheid die het onderwerp ten onrechte door de associatie met euthanasie meekrijgt. Maar omdat een ziekenhuis primair een instituut is, dat er op is gericht mensen te genezen. Hans Pruijt: “Dat maakt het onderwerp moeilijk bespreekbaar. Je wordt als arts geconfronteerd met het feit dat je iemand niet beter kunt maken. Vaak hoor je de opmerking: “Ik kan niets meer voor u doen.”. Die opmerking zouden ze moeten verbieden. Je kunt iemand misschien niet beter maken. Maar je kunt nog wel veel voor iemand doen. Dát is nu juist palliatieve terminale zorg.” SB
Met dank aan de heer Van Wanrooij en Jannie Blom van de afdeling Longziekten.
Het Palliatief Advies Team en het Verpleegkundig Technologisch Team zijn beide bereikbaar op nummer (0900) 515 25 35. Het telefoonnummer geldt voor de regio ’s-Hertogenbosch, Bommelerwaard, Oss, Uden enVeghel. Het nummer is 24 uur per dag bereikbaar. Het PAT werkt in eerste instantie binnen kantooruren. Het team bestaat uit de volgende deskundigen: verpleeghuisartsen, een huisarts met de kaderopleiding Pallatieve Zorg; verpleegkundig specialisten Oncologie; oncologisch verpleegkundigen en een SCEN-arts die tevens palliatief consulent is.
[w.v.t.t.k.] MRI locatie Carolus Deze zomer heeft de locatie Carolus een eigen vaste MRI gekregen. Deze is met een grote hijskraan door het dak van de speciaal gebouwde uitbouw getakeld. Door de vaste MRI kunnen veel meer patiënten worden geholpen. Het Jeroen Bosch ziekenhuis huurde tot voor kort een mobiele MRI. Blijven huren, bleek op termijn duurder dan de aanschaf van een vaste MRI. De MRI kan meeverhuizen naar de nieuwbouw. Het JBZ beschikt nu over drie MRI’s. In het nieuwe ziekenhuisgebouw wordt rekening gehouden met de plaatsing van vier.
De MRI wordt door het dak naar binnen getakeld.
6 | Cura, jaargang 1, nummer 1
De gemeente ’s-Hertogenbosch onderhoudt sinds 1997 een intensieve band met de Roemeense stad Focsani. In de stichting ’s-HertogenboschFocsani werken verschillende Bossche organisaties samen. Behalve het onderhouden van een vriendschapsband, ondersteunt de stichting projecten en activiteiten die tot doel hebben kennis en deskundigheid over te dragen. Hierdoor kan de Roemeense stad zich verder ontwikkelen.
“We brengen mensen die iets van elkaar kunnen leren met elkaar in contact.”
Focsani - ’s-Hertogenbosch Uitgangspunt van de stichting is een vraaggerichte, gelijkwaardige en structurele aanpak. Er worden niet ‘zomaar’ goederen of geld naar Focsani gestuurd. Mensen van Bossche bedrijven en organisaties dragen hun kennis en deskundigheid over op de Focsanen. Makelaar Chiel van Beek, bestuurslid van de stichting ’s-Hertogenbosch-Focsani, moest erg wennen aan de afwachtende houding van de Focsanen: “De dictatuur die lang in Roemenië heeft geheerst, drukte het eigen initiatief van mensen de kop in. Vandaar dat ze ook nu nog een heel afwachtende houding aannemen.” Hij omschrijft de rol van de stichting als die van een makelaar. “We brengen mensen uit beide steden die iets van elkaar kunnen leren in contact met elkaar. Inmiddels zijn we aardig bekend in Focsani en bereiken ons hele concrete vragen. Zo kregen we vorig jaar een vraag van de gevangenisdirecteur. Hij wilde graag
Baby’s worden op trolley’s naar hun moeders gebracht
in contact komen met mensen uit het gevangeniswezen in Nederland, om te kijken hoe zij bepaalde zaken aanpakken. Wij zijn hier de contacten aan het leggen. Een ander voorbeeld is de ambulancedienst in Focsani. De directeur daar gaat voortvarend te werk. Hij is een paar keer in ’sHertogenbosch bij de ambulancedienst gaan kijken. Naar aanleiding van die bezoeken heeft hij de hele dienstroosterplanning geautomatiseerd.” Rooming in Het Jeroen Bosch Ziekenhuis is één van de deelnemende organisaties. Ingrid Everaars, unithoofd van de kinderafdeling Vlinders van de locatie Groot Ziekengasthuis heeft meer dan eens een bezoek gebracht aan het ziekenhuis in Focsani. Vorig jaar is er een start gemaakt met een rooming-in project op de kraamafdeling. Ingrid: “De kraamafdeling daar is te vergelijken met een kraamafdeling in Nederland in 1970. Alle vrouwen in Roemenië bevallen in het ziekenhuis en de pasgeboren baby’s worden op een aparte afdeling verzorgd. Op trolley’s worden de baby’s naar hun moeders gebracht die in een aparte kamer hun kinderen moeten voeden. Bij rooming-in is het de bedoeling dat
De wasserij moet nodig worden vernieuwd.
moeders hun baby bij zich op de kamer hebben. Zij kunnen op die manier hun kind voeden wanneer dat nodig is. Bovendien is het goed voor het contact tussen de kersverse moeder en het kind.” De eerste stappen in het project zijn gezet door het voeren van gesprekken met verpleegkundigen. SBR
Voorbeelden van andere projecten in Focsani: - De wasserij van het ziekenhuis moet worden vernieuwd (foto). Naast kennis en deskundigheid zal hier ook in materiële zin ondersteuning worden geboden. - De GGz ’s-Hertogenbosch biedt ondersteuning aan de psychiatrische instelling in Focsani bij de introductie van dagactiviteiten. - De Groenschool uit ’s-Hertogenbosch heeft contacten met de agrarische school in Focsani. Op eigen initiatief heeft de Groenschool besloten om in Focsani een parkje aan te leggen.
Cura, jaargang 1, nummer 1 | 7
wissel column
Uitdaging Wat was de oude hertogstad ’s-Hertogenbosch in de loop van de geschiedenis niet allemaal? Vesting- en soldatenstad, bestuursstad, verzorgende en bedelende stad, handels- en ambachtsstad, stad van cultuur, plezier en uitbundigheid, katholieke hoofdstad en waterstad. Al die hoedanigheden zijn nog volop aanwezig. Voor zover ze verleden tijd zijn en alleen nog in monumentale ‘overblijfselen’ tot uiting komen, staan ze de toekomst niet in de weg. De Brabantse hoofdstad anno 2004 bouwt voor haar toekomst. Dat leidt tot nieuwe gebouwen, herstel van oude, nieuw groen, andere kleuren en tot steeds weer nieuwe eigenschappen. Er is een en al beweging. Een stad is nooit af. Een belangrijke vernieuwing is enkele jaren geleden in gang gezet achter het station, het huidige Paleiskwartier. Maar er gebeurt meer. Voor het gebied Willemspoort worden plannen uitgewerkt voor de nieuwbouw van het Jeroen Bosch Ziekenhuis en in de directe nabijheid, de mogelijke komst van een onderwijsdorp door het Koning Willem I College. Zo kan op termijn het gebied Willemspoort uitgroeien tot Zorgboulevard en Onderwijsboulevard. Een hoogwaardig vernieuwt stedelijk gebied voor medische zorg, onderwijs en wonen. Een ontwikkeling die ik van harte ondersteun. Planontwikkeling, nieuwe samenwerkingsvormen met diverse partners en de financiering en realisatie van alle ambities vragen veel tijd, overleg en soms inspanning. De geschiedenis van de stad leert dat ’s-Hertogenbosch de vernieuwing opzoekt en realiseert. Ik kijk uit naar de start van de bouw van het nieuwe Jeroen Bosch Ziekenhuis in 2006.
Ruim helft van mensen met harten vaatziekten onderbehandeld Mensen die behandeld worden voor aandoeningen aan de vaten van hart, hoofd en benen of mensen met Diabetes Mellitus hebben extra aandacht nodig. De kans is namelijk groot dat zich (opnieuw) een hart- of vaatziekte voordoet. Hoe goed hun eigen specialist zijn of haar werk ook doet om dit te voorkomen, de kans is ruim vijftig procent dat ze worden onderbehandeld.
In augustus meldde zich de 250ste patiënt bij het Multidisciplinair Vasculair Centrum (MultiVasC). Het centrum is in mei vorig jaar in het ziekenhuis opgericht om iets te doen aan de onderbehandeling van patiënten met een verhoogde kans op hartof vaatziekten. Volledige screening In het centrum hebben internisten, cardiologen, (vaat)chirurgen en neurologen hun krachten in één polikliniek gebundeld. Daardoor kunnen patiënten met een verhoogde kans op hart- of vaatziekten nu een volledige screening krijgen. Een dergelijk centrum is op zich niet uniek voor Nederland. Uniek is wel dat er op het MultiVasC momenteel internisten én cardiologen polikliniek houden. In de toekomst voegen zich daar de neurologen en vaatchirurgen bij. Bovendien is uniek dat allen werken volgens een multidisciplinair onderzoeks- en behandelprotocol. Risicoprofiel Op het MultiVasC wordt er een zogenaamd risicoprofiel gemaakt. Bij iedere patiënt wordt in kaart gebracht wat er kan worden gedaan om het risico van een hart-
of vaatziekte te verkleinen. Het doel van het MultiVasC is mensen te stimuleren om andere leefgewoonten er op na te gaan houden. Zonodig krijgen patiënten medicijnen ter behandeling van hoge bloeddruk, cholesterol, hyperhomocysteïne en diabetes. Voor de patiënten door de specialist worden gezien, hebben ze al een uitgebreid gesprek en onderzoek gehad met één van de twee MultiVasC-verpleegkundigen. Enthousiast De verpleegkundigen hebben een belangrijke taak. Zij zien de patiënten als eerste, doen het benodigde lichamelijk onderzoek. Daarnaast geven zij voorlichting over wat hart- en vaatziekten zijn en wat mensen zelf kunnen doen om de kans erop te verminderen. Zo geven zij tips over stoppen met roken of het kwijtraken van overtollig gewicht. Bij een deel van de patiënten controleren zij ook of de behandeling het beoogde effect heeft gehad. De patiënten zijn enthousiast, te meer omdat zij merken dat de tips die ze meekrijgen vruchten afwerpen. Toekomst Het streven is dat huisartsen straks hun patiënten rechtstreeks naar het MultiVasC kunnen verwijzen. Zij zien mensen met bijvoorbeeld een hoge bloeddruk nog voor ze serieuze klachten hebben. En primaire preventie is uiteraard nog altijd beter dan secundaire. Ook heeft het MultiVasc als doelstelling om alle patiënten met hart- en vaatziekten te screenen op de aanwezigheid van een eventuele tweede vaatziekte. SB
De verpleegkundigen
Mr. dr. A. Rombouts
zien de patiënt het eerst
Burgemeester van ’s-Hertogenbosch
en doen het benodigde lichamelijke onderzoek
8 | Cura, jaargang 1, nummer 1
K E N N I S
&
W E T E N S C H A P
De laparoscopische radicale prostatectomie is in het Jeroen Bosch Ziekenhuis inmiddels een gestandaardiseerde ingreep die succesvol wordt uitgevoerd. Het ziekenhuis is in Nederland koploper. Vanwege het grote succes van de laparoscopie hebben de Vereniging Medische Staf en de Raad van Bestuur het tot een speerpunt van het medisch beleid gemaakt. In de nieuwbouw zullen er dan ook verscheidene laparoscopische operatiekamers voor diverse disciplines worden gerealiseerd.
Laparoscopische radicale prostatectomie Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw mag de laparoscopie zich verheugen in een toenemende populariteit. Indertijd werd deze techniek voornamelijk gebruikt voor diagnostiek en voor het verrichten van kleine ingrepen. De enorme technologische vooruitgang die is geboekt in de laatste decennia maakt het echter mogelijk om ook complexe operaties uit te voeren. Dit is met name te danken aan de ontwikkeling van micro-elektronica voor de zogenaamde ‘chip’-camera’s en de enorme verbetering op het gebied van videosystemen. De populariteit van de laparoscopie is niet verwonderlijk gezien het aantal voordelen dat deze wijze van opereren heeft. MINDER PIJN, SNELLER HERSTEL
De meest in het oog springende voordelen van de laparoscopie hebben betrekking op de post-operatieve periode. De pijn
na een operatie is aanzienlijk verminderd dankzij de kleine incisies en de opnameduur is aanzienlijk bekort. Het is niet ongebruikelijk dat patiënten binnen 24 tot 48 uur na de ingreep worden ontslagen. Een ander groot voordeel is het feit dat de herstelperiode voor de patiënt veel korter is. Vaak kan werkhervatting binnen vier tot zes weken plaatsvinden. Natuurlijk zijn er ook enige nadelen. De operatieduur is met name tijdens de zogenaamde leercurve langer. Daarnaast zijn er enkele complicaties die kunnen optreden, die specifiek zijn voor de laparoscopische techniek. Door de juiste techniek adequaat te trainen, kan de kans hierop echter tot een zeer aanvaardbaar minimum worden gereduceerd. Een ander aspect is dat de kosten hoger zijn. Voor de meeste ingrepen zijn één of meer wegwerpinstrumenten nodig. Dat maakt een laparoscopische ingreep duurder dan een open operatie. Op macro-economisch
niveau is laparoscopie echter zeker kostenbesparend. Patiënten liggen korter in het ziekenhuis en kunnen veel sneller weer aan het werk. Binnen de Urologie is de laparoscopie sinds de jaren negentig van de grond gekomen. Clayman verrichtte al in 1990 een laparoscopische nefrectomie (verwijdering van een nier). De meeste urologen hebben echter lange tijd alleen varicocele operaties (spatader in balzak die vruchtbaarheid vermindert) en lymfklierdissecties (onderzoek op uitzaaïngen in de lymfeklieren) in het kleine bekken laparoscopisch gedaan. De verdere ontwikkeling van de laparoscopie vond slechts plaats in een beperkt aantal centra.
Lees verder op pagina 10 >
Cura, jaargang 1, nummer 1 | 9
K E N N I S
&
W E T E N S C H A P
Bron foto: Gorp M van. Extraperitoneale Endoscopische Radicale Prostectatomie. Operationeel 2004;28(4):5.
R A D I C A L E P R O S TAT E C T O M I E .
Bij patiënten met prostaatkanker beperkt tot de prostaat, die een levensverwachting van meer dan tien jaar hebben, is in principe de radicale prostatectomie (prostaatverwijdering (RRP)) de eerste keus van behandeling. De RRP is technisch gezien een zeer moeilijke ingreep die dertig jaar geleden een operatiesterfte had van 25 procent, tengevolge van zeer ernstig bloedverlies. Door beter inzicht in de anatomie is dit nu niet meer het geval. Bovendien is het mogelijk, in tegenstelling met vroeger, om vaker de continentie en de erectiele functie te behouden. Veel urologen waren verbaasd te vernemen dat een zo gecompliceerde ingreep als de RRP ook laparoscopisch kon worden verricht. D E S TA N D A A R D
Momenteel zijn er wereldwijd al duizenden van deze ingrepen verricht en de resultaten zijn veelbelovend. De ingreep blijft echter zeer lastig, de leercurve is ook bij ervaren laparoscopisten lang. Het wordt inmiddels duidelijk dat de oncologische resultaten vergelijkbaar zijn met open
10 | Cura, jaargang 1, nummer 1
chirurgie. De transfusieratio is veel lager (in de beste series 1,4 procent) en een stenose van de anastomose (vernauwing van de bloedvaten), bij open chirurgie in vijftien tot dertig procent voorkomend, komt vrijwel niet voor. Het aantal gevallen waarin de continentie en erectiele functie worden behouden, zijn zeer acceptabel. Het lijkt langzamerhand duidelijk dat de laparoscopische RRP de standaard wordt. MEESTE INGREPEN
Sinds juli 2001 wordt ook in het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) de laparoscopische radicale prostatectomie uitgevoerd. We hebben inmiddels 120 patiënten zo behandeld. Daarmee hebben wij de meeste ingrepen in Nederland gedaan. De operatieduur is teruggebracht van zeven uur in het begin naar ongeveer drie uur nu, hetgeen vergelijkbaar is met de open ingreep. In eerste instantie werd de ingreep transperitoneaal (via de buikholte) verricht, in navolging van onze Franse leermeesters.
op de extraperitoneale (buiten de buikholte om) techniek. Bij de eerste zestig ingrepen moest twaalf keer geconverteerd worden. Dit betekent dat de operatie omgezet moest worden van een laparoscopische naar een open ingreep. Er traden drie letsels aan de endeldarm op. Sindsdien is er niet meer geconverteerd en traden er ook geen ernstige complicaties meer op. Gemiddeld bloedverlies is ongeveer 500 milliliter en transfusies zijn slechts sporadisch nodig. Meestal kan de katheter na vijf dagen al worden verwijderd. Bij een open RRP is dat twee tot drie weken. Bij de meerderheid van de patiënten is de continentie goed (nul tot één verbandje per dag) en blijft ook de erectiele functie vaak behouden. Zeker bij patiënten bij wie beide zenuwbanen nadrukkelijk zijn gespaard. Dit is om oncologische redenen overigens lang niet altijd mogelijk. De oncologische resultaten lijken zeker vergelijkbaar met de open RRP, maar de follow-up is in onze serie nog te kort om dat met zekerheid te kunnen zeggen. Harrie Beerlage, uroloog
Sinds juli 2003, na een bezoek aan dr. Stolzenburg uit Leipzig, zijn we overgegaan
K E N N I S
Duthoi: “In de pathologie krijg je een mooi beeld van het hele ziekteproces.”
&
W E T E N S C H A P
Het Jeroen Bosch Ziekenhuis heeft negentien opleidingen in huis. Sinds april dit jaar biedt het ziekenhuis ook een officiële opleidingsplaats Pathologie voor zes maanden tot een jaar aan. Arts-assistent Kristof Duthoi en opleider Hans van der Linden aan het woord.
Leerling en meester aan het woord Kristof Duthoi studeerde geneeskunde in Gent en volgt nu als eerste arts-assistent de opleiding Pathologie Waarom word je patholoog? “Tijdens mijn studie merkte ik al waar mijn interesses lagen. Het hele proces van pathologisch onderzoek intrigeert mij. Je bekijkt op microscopisch niveau wat er op klinisch gebied met de patiënt mis is. Je krijgt als het ware het hele plaatje van het ziekteproces te zien. Op basis van mijn bevindingen kan een specialist een meer specifieke behandeling starten.” Wat doet een assistent-patholoog zoal? “Ik doe alles wat een patholoog doet, alleen blijven zij eindverantwoordelijk. Ik verricht obducties en snijd uit. Dat wil zeggen dat ik de weefselpreparaten gereed maak voor onderzoek. Bovendien verricht ik microscopisch
onderzoek en neem deel aan de besprekingen.” Hoe ziet de opleiding tot patholoog eruit? “De opleiding duurt vijf jaar. 3,5 jaar in een universitair ziekenhuis, in mijn geval het UMC St Radboud Nijmegen, en anderhalf jaar in een perifeer ziekenhuis (Den Bosch, Arnhem, Nijmegen of Eindhoven). In de perifere ziekenhuizen doe ik in feite wat een patholoog doet, alleen heeft hij de eindverantwoordelijkheid. Daarna volgt zes maanden wetenschappelijke stage; 2,5 jaar uitsnijddienst en microscopie en een apart blok obducties (onderzoek na overlijden, red.). De laatste 6 maanden zijn bedoeld voor herhaling en specialisatie in een bepaald domein.” Vind je het vervelend om nooit met patiënten in contact te komen? “Dat is jammer maar het
hoort bij de baan; dat weet je van tevoren. Je hebt gelukkig wel contact met collega’s en andere medewerkers om je heen.” Hans van der Linden is patholoog en tevens opleider. Hij begeleidt Kristof Duthoi al vanaf 1 oktober 2003 bij zijn specialisatie. Waarom is het zo bijzonder dat het JBZ deze opleiding in huis heeft? “Het JBZ heeft 27 specialismen in huis. Daarvan hebben er al negentien een opleidingsplaats. Je moet weten dat het heel moeilijk is om zo’n opleiding in huis te krijgen, zowel voor de opleider als voor het ziekenhuis. Als aankomend opleider is het noodzakelijk dat je aan een heleboel eisen voldoet. Zo moet je Lees verder op pagina 12 >
Cura, jaargang 1, nummer 1 | 11
K E N N I S
&
W E T E N S C H A P
Steeds meer ziekenhuizen nemen verloskundigen in dienst om de gynaecologen te ontlasten. In het Jeroen Bosch Ziekenhuis zijn er inmiddels drie in dienst.
Verpleegkundige wordt verloskundige Vervolg van pagina 11 >
gepromoveerd zijn en minstens vijf jaar ervaring in het vak hebben. Ook van het ziekenhuis wordt het nodige verwacht. Het is bijvoorbeeld essentieel dat het ook de chirurgenopleiding aanbiedt, om de opleiding tot patholoog in huis te krijgen.” Wat is het belang van deze opleiding? “Een assistent geneeskundige in opleiding, ofwel agio, dwingt de specialist tot nadenken. De arts-assistenten, zoals ze op de werkvloer worden genoemd, hebben er natuurlijk al een artsopleiding van minimaal zes jaar opzitten, voordat ze hier komen. Dat wil zeggen dat ze behoorlijk zelfstandig kunnen werken en, afhankelijk van de ervaring, de specialisten dus ook heel wat uit handen kunnen nemen. Door de aanwezigheid van arts-assistenten, blijft de afdeling vooraan lopen op haar vakgebied. Dat komt uiteraard ook ten goede aan de patiënt, want er wordt zelfs twee keer een diagnose gesteld. Eén keer door de assistent en één keer door de patholoog.” MJ
12 | Cura, jaargang 1, nummer 1
Het was geen roeping voor Petra Jacobs maar toch schoolde zij zich om van verpleegkundige tot vroedvrouw: “Ik was al twintig jaar verpleegkundige en twijfelde eraan of ik dat nog eens twintig jaar wilde doen. Toen kreeg ik een brief onder ogen van de Katholieke Hogeschool Kempen in België. Zij riepen ervaren obstetrieverpleegkundigen op om de verkorte opleiding tot vroedvrouw te gaan volgen. Dat ben ik op eigen initiatief gaan doen.” De beslissing van gynaecologen om een verloskundige in dienst te nemen, is door Petra’s opleiding versneld. “Ik was al elders aan het solliciteren naar een baan als vroedvrouw. Toen hoorde ik dat ik in het Jeroen Bosch Ziekenhuis mocht blijven. Er komen er bovendien twee bij. Carola Mosmuller is bezig met dezelfde opleiding voor de locatie Carolus en in september start op deze locatie de tweede verpleegkundige.” Z E L F S TA N D I G
Petra ervaart een groot verschil tussen het werken als verpleegkundige en als vroedvrouw. “Als verpleegkundige draag je
zorg voor moeder en kind, je bewaakt alle controles en assisteert artsen en verloskundigen. Als vroedvrouw doe ik zelfstandig alle bevallingen, behalve de kunstverlossingen, onder verantwoording van een gynaecoloog. Dat wil zeggen dat ik ook alle ziekenhuisgeïndiceerde bevallingen doe, zoals vrouwen die over tijd zijn, diabeet zijn of een hoge bloeddruk hebben. Maar ook bevallingen waarbij er sprake is van een groeiachterstand bij de baby.” WENNEN
De omschakeling tussen de beroepen, die ook overeenkomsten hebben, speelde Petra in het begin parten. “Ik deed zowel het werk van de verloskundige als dat van de verpleegkundige. Als de bevalling voorbij was, haalde ik voor iedereen kopjes koffie. Dat heb ik af moeten leren; ik liep mezelf voorbij. Ik vind het beroep van verloskundige machtig mooi. Je staat erg dichtbij mensen, op één van de belangrijkste en indrukwekkendste momenten uit hun leven.” JB
U ZEGT
Elektronisch patiënten dossier
“Men is positief, maar kritisch” In het hele land vinden experimenten plaats met elektronische patiëntendossiers. Het gaat hier om ‘deel-EPD’s’, bestemd voor één of een aantal specialismen. In het Jeroen Bosch Ziekenhuis wordt gewerkt aan een EPD voor alle disciplines.
No-show Ziekenhuizen mogen zelf beslissen of ze een no-show boete gaan heffen. De boete van € 20,- geldt voor patiënten die niet komen opdagen voor een afspraak. Wat vindt u daarvan? Egbert van der Ley (31) uit Hedel ligt een week op de afdeling Orthopaedie omdat zijn kruisbanden zijn verwijderd. Hij heeft over het no-show beleid een duidelijke mening. “Ik vind dat een hele goeie zaak. Het is een slechte kwestie dat mensen zomaar niet komen opdagen. Dat mag van mij meteen bestaft worden.” Egbert is tegelijkertijd van mening dat patiënten niet urenlang op een specialist hoeven te wachten. “We hebben allemaal een druk bestaan. Dat door een spoedgeval het spreekuur een uur opschuift, daar kan ik inkomen. Soms duurt het echter uren en dat vind ik echt niet kunnen.” Het Jeroen Bosch Ziekenhuis is van plan om de no-show boete te gaan invoeren. Wanneer is nog niet bekend.
“Een EPD is een centraal dossier dat uit alle systemen van het ziekenhuis zijn informatie haalt. Zijn tentakels zitten overal”, aldus Fred Kelfkens. Hij is verpleegkundig informaticus en voorzitter van de werkgroep EPD, die zich momenteel bezighoudt met de keuze van een EPD-systeem voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Het ziekenhuis streeft ernaar om in 2005 te starten met een proef. Positief maar kritisch De werkgroep EPD heeft een enquête gehouden in het ziekenhuis om de wensen en eisen die men aan een EPD stelt in kaart te brengen. Voorzitter van de werkgroep Arie Ketelaars: “De belangrijkste conclusie uit het onderzoek? Dat we niet snel genoeg een EPD kunnen hebben.” Hij beschrijft de algemene houding in het Jeroen Bosch Ziekenhuis tegenover de invoering van het EPD als positief maar kritisch: “Ze stellen, logisch ook, voorwaarden aan de invoering. Goede scholing, beveiliging van de gegevens en een goede back up zijn voorwaarden die worden genoemd.” Eilandjes Fred Kelfkens: “In eerste instantie zetten we een EPD op voor intern gebruik, enkel in het ziekenhuis. Maar het wordt wel zo opgebouwd dat in een later stadium ook andere zorgverleners toegang kunnen krijgen tot de gegevens.” Hij beaamt dat het niet voor iedereen even makkelijk zal zijn om over te schakelen naar een nieuw systeem. “Sommigen moeten afscheid nemen van een goed werkend systeem. En dat is niet prettig wanneer je niet precies
weet wat je ervoor terugkrijgt. Maar ze werken met de huidige systemen wel op eilandjes. Straks hebben we één systeem voor het hele ziekenhuis; van een hoop kleine eilandjes gaan we naar één groot continent.” Halvering fouten in medicijngebruik Ziekenhuisapotheek Noordoost Brabant (Zanob) denkt mee over het EPD-systeem dat in het Jeroen Bosch Ziekenhuis wordt gekozen. Directeur Fons Duchateau: “De overheid wil dat eind 2006 het elektronisch medicatiedossier landelijk wordt ingevoerd. Daarin wordt, het woord zegt het al, het medicijngebruik van een patiënt vastgelegd. Het elektronisch medicatiedossier gaat in een later stadium deel uitmaken van het elektronisch patiëntendossier. Het werken met een elektronisch medicatiesysteem zou mijns inziens wel eens tot een halvering van het aantal fouten in het medicijngebruik kunnen leiden. Bij een opname wordt nu doorgaans aan de patiënt gevraagd welke medicijnen hij gebruikt. De patiënt komt dan meestal met een stapel geneesmiddelen, die de verpleegkundige vervolgens registreert. De kans op fouten is dan natuurlijk veel groter dan wanneer het medicijngebruik al in de computer is vastgelegd. Ook het elektronisch voorschrijven van medicijnen verkleint de kans op fouten. Je bent dan namelijk verplicht om de dosering en sterkte van een medicijn in te voeren. Dat soort dingen kunnen dus ook niet meer vergeten of verkeerd begrepen worden.” SBR
- Het Jeroen Bosch Ziekenhuis hanteert de volgende definitie voor het EPD: een elektronisch dossier dat ontstaat door het behandelen van een patiënt. Het omvat alle relevante gegevens over de patiënt en ondersteunt de zorgverlener in het primaire proces. De elektronische toegang is gebaseerd op autorisatieafspraken. Deze toegang is onafhankelijk van plaats en tijd. - Naast de werkgroep EPD zijn er nog twee werkgroepen. Zij houden zich bezig met de zorglogistiek klinisch en poliklinisch. Ze adviseren over het aan te schaffen systeem voor het zorglogistieke proces in het ziekenhuis, zoals een afsprakensysteem).
Cura, jaargang 1, nummer 1 | 13
Stichting Voorzieningen Lichamelijk Gehandicapten (VLG)
“Mijn leven, mijn keuze” Heeft u te maken met een Niet Aangeboren Hersenletsel of een lichamelijke-, meervoudige handicap en heeft u vragen op het gebied van vrijetijdsbesteding, werk of wonen? Stichting VLG bekijkt samen met u wat uw wensen en mogelijkheden zijn en samen komen wij tot een vorm van ondersteuning die zo goed mogelijk bij uw vraag aansluit. Ondersteuning wordt in vele variaties geboden. Bij u thuis of op één van de locaties verspreid in de regio Noordoost-Brabant.
Waar willen wij u mee van dienst zijn? Pensioen advies/consultancy Praktijk- en woningfinancieringen Praktijkbemiddeling Beroepsverzekeringen: Arbeidsongeschiktheid Beroepsaansprakelijkheid Overige zakelijke verzekeringen Inkomensbegrotingen: Bij overlijden Pensioen Arbeidsongeschiktheid
Raadgevend buro
Geïnteresseerd ? Belt u drs. Maurice Berkhout of Ronald van Oort
Stichting VLG Berlicumseweg 8 5248 NT Rosmalen tel: 073 691 09 80
[email protected] www.stichting-vlg.nl
Buro Merks een middelgroot objectiefobjectief en onafhanBurois Merks is een middelgroot en onafhankelijk raadgevend buro voorburo vrijevoor beroepsbeoefenakelijk raadgevend vrije beroepsbeoefenaren opgericht in 1973.in 1973. ren opgericht Met een Met hecht team vanteam 11 enthousiaste collega’scollega’s een hecht van 11 enthousiaste
Correspondentie-adres: Postbus 1135 5200 BD ’s-Hertogenbosch Telefoon: 073 - 69 25 777 Telefax: 073 - 69 25 778 E-mail:
[email protected] Internet: www.buromerks.nl
HED I K HUI ZERW EG 9
WW W.L IVIT.NL
heeft Buro Merks specialismen, uitgebreide heeft Burohaar Merks haar specialismen, uitgebreide vakkennis en jarenlange ervaring ervaring afgestemd op vakkennis en jarenlange afgestemd op de specifieke segmenten voor het voor medische beroep. beroep. de specifieke segmenten het medische Buro Merks lid vanisde bij Burois Merks lidNVA van en de aangesloten NVA en aangesloten bij de Nederlandse Orde vanOrde Pensioendeskundigen en de Nederlandse van Pensioendeskundigen en FederatieFederatie van Financiële Planners.Planners. van Financiële
D EN BOSCH
T EL (073 ) 6 2 7 9 2 0 0
Blijven genieten. L I V I T P RO -& O RT HE S E N
TO O R N E N D S C HOENEN
VOLANTE KOUSEN
LIVIT Orthopedie is met 36
zoals pro- & orthesen, ortho-
voor de juiste oplossing voor
voor al uw orthopedische
vestigingen landelijk actief in
pedische maatschoenen en
iedere functiebeperking; zowel
hulpmiddelen.
het aanmeten en leveren van
therapeutische elastische kou-
confectie als maatwerk.
orthopedische hulpmiddelen,
sen. Onze vakmensen zorgen
LIVIT Orthopedie: hét adres
STREVEN NAAR GOED LEVEN.
14 | Cura, jaargang 1, nummer 1
Nieuwe specialisten Naam: Dhr. D. Pattyn (David) Specialisme: Anesthesioloog-intensivist. Studie: Geneeskunde te Gent in België (1987 - 1994). Specialisatie: Mijn specialisatie Anesthesiologie heb ik gedaan in Gent (1994 - 1998) en in het UMC St Radboud Nijmegen (1998 - 1999). Mijn specialisatie Intensive Care heb ik ook in Nijmegen gedaan (1999 - 2000). Wetenschappelijk onderzoek: Onderzoek naar de levenskwaliteit van patiënten na cardiochirurgie. Ik heb dit onderzoek uitgevoerd in Gent (1997 - 1998).
Bijzonder aandachtsgebied: Intensive Care. Waarom het Jeroen Bosch Ziekenhuis: Omdat het een middelgroot ziekenhuis is waarin ik in een goede maatschap zowel Anesthesiologie als Intensive Care kan uitoefenen. Werkzaam op locaties: Groot Ziekengasthuis en Willem-Alexander.
David Pattyn
Warme kleuren en zeetaferelen De polikliniek Kindergeneeskunde en de Kinderdagbehandeling op de locatie Groot Ziekengasthuis zijn de afgelopen maanden voorzien van een kindvriendelijke aankleding. De wanden zijn niet langer spierwit, maar crèmekleurig. Het houtwerk is warm blauw en op de spreekkamerdeuren staan plaatjes die verwijzen naar de zee. De opknapbeurt, waarvoor het Jeroen Bosch
Ziekenhuis zelf geen budget had gekregen, is grotendeels betaald door Les Amis de Croix le Duc en Rabobank ’s-Hertogenbosch en Omstreken. Waarom richt je een afdeling kindvriendelijk in? Kinderverpleegkundige Yvonne Pulles: “Het belangrijkste is dat deze kleuren en afbeeldingen kinderen afleiden. Als ze bij ons komen moeten ze het gevoel
hebben: ‘Dit past bij mij.’. Op een afdeling voor volwassenen overheerst vaak de kleur wit. Ook staan er dikwijls allerlei dingen in de gang, zoals een spuitkar, die het onrustig maken. Dat geeft kinderen geen veilig gevoel. Een afdeling die rust uitstraalt wel.” SM
Cura, jaargang 1, nummer 1 | 15
Revalidatiecentrum Tolbrug heeft een status aparte binnen de organisatie van het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ). Het centrum heeft een eigen begroting, het voert zelf onderhandelingen met de verzekeraars en het heeft een eigen directeur, die verantwoording aflegt aan de Raad van Bestuur van het JBZ.
Steunfonds voor Revalidatiecentrum Tolbrug Revalidatiecentrum Tolbrug is klein in vergelijking tot andere revalidatiecentra. Daardoor kan er maar een beperkt aantal mensen worden behandeld. Degenen die niet behandeld kunnen worden, wijken uit naar andere centra buiten de regio of blijven verstoken van hulp. Daar komt verandering in. In 2009 betrekt het revalidatiecentrum gelijktijdig met het Jeroen Bosch Ziekenhuis de nieuwbouw. Tegen die tijd moet het revalidatieaanbod met zo’n veertig procent zijn gegroeid om aan de vraag uit de regio te kunnen blijven voldoen. Daarnaast wil het in 2005 een nieuwe dependance in Oss openen, waardoor patiënten minder ver hoeven te reizen. De financiering hiervan zal het centrum grotendeels zelf moeten ophoesten. Daarom is er een speciaal Steunfonds opgericht. Directeur Jan Verbaal: "Om patiënten goed te kunnen helpen, zijn naast de therapeut, ook hulpmiddelen en oefenmateriaal nodig. Het genezingsproces van een patiënt hangt voor een groot deel af van de ondersteunende zaken die de therapeut tot zijn beschikking heeft. In de loop der jaren is veel nieuws ontwikkeld, maar alles heeft zijn prijskaartje. Den Haag levert ons de middelen om extra medewerkers aan te trekken. Het budget dat wij hebben voor apparatuur, accommodatie en inrichting is onvoldoende. Dus zijn wij op zoek naar
Jan Verbaal (links) en Chiel van Beek houden trots het logo vast.
16 | Cura, jaargang 1, nummer 1
middelen voor essentiële zaken als fitnessapparatuur, rolstoelen en de inrichting van een sportzaal. We richten ons daarbij eerst op onze nieuwe locatie in Oss op het terrein van Ziekenhuis Bernhoven”, aldus Verbaal. “De verhuizing naar de nieuwbouw van het JBZ speelt later."
vonden het een uitdaging om zich aan het steunfonds te verbinden. In het najaar starten we met presentatieavonden voor potentiële sponsoren en donateurs. Daarbij kun je denken aan onze leveranciers, het regionale bedrijfsleven, maar ook particulieren en oud-patiënten."
Een mooi team Voormalig JBZ-manager Chiel van Beek was bereid om voorzitter te worden van het Steunfonds Revalidatiecentrum Tolbrug. Van Beek: " Ik ben in oktober 2003 begonnen. Vanaf deze maand is het steunfonds een feit. Inmiddels hebben we een mooi team dat is aangevuld met directeur Uitzend- en detacheringsbureau Sellform, Sjef van Erp en financieel specialist Jeroen Lijdsman, werkzaam bij Deloitte & Touche. Beide hebben hun wortels in de zorg. Ze
In Amerika bestaan veel instellingen bij de gratie van het bedrijfsleven en particuliere donateurs. Verbaal: "In Nederland gaan wij ook een beetje die richting uit. Daar zal de patiënt uiteindelijk profijt van hebben. Zorginstellingen moeten inventief zijn. Een positieve tendens is dat mensen steeds meer geneigd zijn om te geven aan organisaties bij hen in de buurt. Aan organisaties die dicht bij hen staan en waarbij de resultaten direct merkbaar zijn.” GB
Het aantal voetcomplicaties bij Diabetes Mellitus kan worden
verminderd door een goede preventie. Dat preventieve maatregelen echter niet altijd worden toegepast, blijkt uit een onderzoek dat onder patiënten van de Diabetespolikliniek van het Academisch Ziekenhuis Groningen is gedaan. Jan Willem Meijer, revalidatiearts en lid van het onderzoeksteam, schreef een artikel hierover en ontving daarvoor onlangs de Forchheimer Prijs 2001-2004. Meijer is verbonden aan Revalidatiecentrum Tolbrug.
Revalidatiearts wint Forchheimer prijs
Preventieve maatregelen Bij het onderzoek naar het verminderen van voetcomplicaties bij Diabetes Mellitus zijn dr. T.P. Links, endocrinoloog, dr. A.J. Smit, internist, prof. dr. J.W. Groothoff, socioloog en professor W.H. Eisma, revalidatiearts, betrokken. Zij zijn allen verbonden aan het Academisch Ziekenhuis Groningen. Uit het onderzoek komt naar voren dat zestig procent van de onderzochte patiënten een verhoogd risico heeft op het ontwikkelen van een diabetische voet ulcus. Preventieve maatregelen worden echter in de praktijk nauwelijks door deze patiënten toegepast. Zo kan worden gesteld dat het schoeisel van de onderzochte patiënten volstrekt niet voldoet en er te weinig gebruik wordt gemaakt van de beschikbare mogelijkheden. Dit komt mede omdat hun kennis over preventie onvoldoende is. Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat een groot aantal mensen met Diabetes Mellitus een verhoogd risico heeft op voetcomplicaties zonder dat zij of hun behandelend arts dit weten.
[w.v.t.t.k.]
Puzzelende revalidanten
Het is het streven van Revalidatiecentrum Tolbrug om revalidanten zo snel mogelijk zelfstandig te maken. Alles wat we met of voor de revalidanten doen, staat in dat teken; de therapieën en de leuke dingen. Twee keer per jaar organiseert het personeel van de klinische revalidatie een activiteit. Ditmaal was dat een puzzeltocht. Dus maakten in juli groepjes revalidanten de Bossche binnenstad onveilig. Samen brachten ze een aantal opdrachten tot een goed einde. Af en toe werden ze daarbij geholpen door introducés en personeel. Aan het einde van de tocht wachtte er een kleine versnapering. Op het terrein van het ziekenhuis was een frietkraam geregeld. Hier konden de revalidanten zelf hun frietje bestellen. Voor velen was het lang geleden dat ze dat hadden gedaan. Iedereen genoot van de gezelligheid en het eten. De revalidanten beschreven de dag als vermoeiend maar erg plezierig. Katinka van Boxtel
Eenvoudige instrumenten De resultaten van het onderzoek hebben geleid tot verbetering van zorg en verder wetenschappelijk onderzoek, onder meer op het gebied van de ontwikkeling van eenvoudige instrumenten om diabetespatiënten te screenen op aanwezigheid van polyneuropathie (afwijkingen aan de zenuwen). Daarover zijn door de onderzoeksgroep inmiddels verscheidene internationale publicaties geschreven. Het onderzoek wordt nog steeds voortgezet. Het wordt gefaciliteerd door Revalidatiecentrum Tolbrug en de vakgroep Revalidatiegeneeskunde. Jan Willem Meijer De ISPO stimuleert wereldwijd onderzoek en de overdracht van kennis op het vakgebied van prothesen en orthesen met het doel de behandeling en zorg van patiënten met stoornissen en beperkingen van het houdingsen bewegingsapparaat te uniformeren en verbeteren.
Slaapcomfort van topklasse bij Frans Groos De Jensen Supreme Vital biedt ligcomfort en design van topklasse. Deze oogstrelende, Scandinavische boxspring kunt u met de draadloze afstandsbediening traploos verstellen in elke gewenste stand. Met een druk op de knop geniet u van een heerlijke massage. De luxe bekleding van zuiver scheerwol is verkrijgbaar in diverse kleuren. Kortom, voor u alleen het beste.
www.jensenbed.nl
Den Bosch Frans Groos Slaapcomfort Hinthamerstraat 67 T 073-6142270 F 073-6145750
20880
De Forchheimer prijs wordt elke drie jaar toegekend aan de auteur van de ‘most outstanding paper on Objective Clinical Assessment, Clinical Evaluation or Clinical Measurement’ dat is gepubliceerd in het tijdschrift Prosthetics and Orthotics International, het tijdschrift van de International Society for Prosthetics and Orthotics (ISPO)*. Meijer heeft op 6 augustus jl. de prijs in ontvangst genomen tijdens het ISPO wereldcongres in Hongkong en daar een presentatie gehouden over het onderzoek.
Cura, jaargang 1, nummer 1 | 17
“Ik ben geen prefect van een kostschool.”
Afscheid van een cardioloog Hij begon in juni 1975 in het Groot Ziekengasthuis in een maatschap van vier cardiologen. De praktijk was toen net zo groot als nu, maar nu zijn er acht cardiologen en tien assistenten die het werk verdelen. “Je werkte toen van acht tot acht, dat was heel simpel”, aldus Claessens die na dertig jaar afscheid neemt van het ziekenhuis. “Vrij snel nadat ik voor de maatschap ging werken, kwam er een vijfde cardioloog bij en begonnen we met het opleiden van assistenten. Joop van der Pol heeft destijds het voortouw genomen. De sfeer in de maatschap is altijd goed geweest. Ik heb altijd maten gehad die loyaal hebben samengewerkt. Er gebeurde zelden iets waar iemand het niet mee eens was. Als je dat vergelijkt met een huwelijk - tussen maar twee mensen - dan mag je toch spreken over een hele prestatie.” Emotionerend “Wat voor dokter ik ben geweest voor mijn patiënten? Och, ik weet niet of je die vraag aan mij moet stellen. Wat ik daarover kan zeggen, is dat ik heb geleerd met de mensen te praten en hen vrij te laten in hun
keuze. Dat laatste is moeilijk en leidde in het begin zelfs tot veel onbegrip bij de patiënten. De meeste willen toch het liefst dat de dokter vertelt wat er moet gebeuren. Misschien dat ik hen wat heb bijgebracht in de zin van wat ze kunnen doen en laten. Het vroegere ‘moeten’ heb ik altijd onzin gevonden. Ik ben geen prefect van een kostschool.” “Van de patiënten die ik zag, wilde ik altijd weten wat de achtergrond was. Wie is de persoon die tegenover mij zit en wie zit er thuis? Dat maakt je meer betrokken. Daarnaast houd je de meeste patiënten heel lang en leer je ze een beetje kennen. Het verliezen van een patiënt is dan ook emotionerend. Dat brengt je een tijd lang uit het lood.”
Reizen “Ik ben blij om te stoppen. Ik heb altijd de overtuiging gehad dat het leven een bepaalde eindigheid heeft. Ik denk dat ik nu nog wat tijd heb om mijn hobby’s uit te oefenen en om te reizen. Ik zou graag nog naar Nieuw-Zeeland en Zuid-Amerika gaan. Verder golf ik, fotografeer ik en maak ik films. Of u van mij in de nabije toekomst een film kunt zien in één van de grote bioscopen? Absoluut!”, eindigt Claessens lachend. SB
[w.v.t.t.k.] Geen Spoedeisende Hulp Al bijna vijf jaar bevindt zich op de locatie Willem-Alexander van het Jeroen Bosch Ziekenhuis geen afdeling Spoedeisende Hulp meer. Helaas komt het nog regelmatig voor, dat mensen voor niets naar deze locatie komen voor spoedeisende hulp. Over een periode van dertien maanden meldden zich bij deze locatie 152 mensen. Voor spoedeisende hulp kunnen bewoners in de regio terecht op de locaties Groot Ziekengasthuis en Carolus.
18 | Cura, jaargang 1, nummer 1
Agenda
Voorlichtingsbijeenkomsten van het Bureau Patiëntenvoorlichting in 2004 door te bellen met het Bureau Patiëntenvoorlichting (073) 699 85 96.
In deze agenda worden bijeenkomsten opgenomen die voor de lezer van dit blad interessant zijn. Heeft u een bijdrage voor de agenda e-mail:
[email protected] 14/10 | Symposium ‘Samenwerking bij ADHD, een stap verder’ Provinciehuis, ’s-Hertogenbosch, Bois le Duc-zaal Aanvang: 15.30 tot 19.00 uur Opgeven bij: Medisch Coördinerend Centrum, tel.nr. (073) 699 80 60 Kosten: gratis Aantal deelnemers: 200 4/11 | ‘Vernieuwen is verbeteren’, vijfde regionale symposium van de Intensive Care van het JBZ Plaats: Aula, locatie Groot Ziekengasthuis Aanvang: 08.45 uur, sluiting 16.30 uur Opgeven voor 22 oktober via e-mail:
OKTOBER 5 oktober Thema-avond: Ondersteuningsmogelijkheden voor borstkankerpatiënten en hun naasten, van 20.00 tot 22.00 uur, aula, locatie WillemAlexander 6 oktober Voorlichtingsavond: Bevallen op locatie Carolus, 20.30-22.00 uur, aula locatie Carolus 6 oktober Voorlichtingsmiddag: Chronische vermoeidheid bij reuma, 14.0016.30, partycentrum De Kentering Rosmalen 12 oktober Informatieavond: Nieren, vaten en diabetes, 20.00 uur, stafkamer locatie Carolus 19 oktober Voorlichtingsavond: Algemene informatie dialyse 19.00-21.00 uur, aula locatie Groot Ziekengasthuis 21 oktober Informatiebijeenkomst: Whiplash, 14.00-17.00 uur, WillemAlexanderzaal locatie Willem-Alexander 25 oktober Voorlichtingsavond: Wat is dementie, 19.30-21.30 uur, aula locatie Willem-Alexander 26 oktober Voorlichtingsavond: Hemodialyse, 19.00-21.00 uur, aula locatie Groot Ziekengasthuis 27 oktober Voorlichtingsavond: Bevallen op locatie Groot Ziekengasthuis, 19.30-21.30 uur, aula locatie Groot Ziekengasthuis 27 oktober Voorlichtingsbijeenkomst over Migraine, 20.00-22.00 uur, aula locatie Willem-Alexander.
[email protected] Kosten: € 35,5/11 | Ziekenhuisomroep ORVA bestaat 45 jaar feestelijke activiteiten 10.00 tot 20.00 uur Plaats: bezoekershal locatie Groot Ziekengasthuis Aanvang: 10.00 tot 20.00 uur Iedereen is welkom
Colofon
De bijeenkomsten zijn gratis, iedereen is welkom. U kunt zich opgeven
NOVEMBER 2 november Voorlichtingsavond: Niertransplantatie 19.00-21.00 uur, aula locatie Groot Ziekengasthuis 8 november Informatieavond: Het oog en diabetes, 20.00 uur, locatie Liduina 8 november Voorlichtingsbijeenkomst over Migraine, 20.00-22.00 uur, aula locatie Carolus 10 november Voorlichtingsavond: Peritoneaal dialyse, 19.00-21.00, aula locatie Groot Ziekengasthuis 16 november Inloopavond: Jonge vrouwen met borstkanker, 20.00-22.00 uur, theehuis locatie Carolus. DECEMBER 8 december Informatieavond: Zelfcontrole bij diabetes, hoe en wat, 20.00 uur, aula locatie Groot Ziekengasthuis 8 december Voorlichtingsavond: Wat is dementie, 19.30-21.30 uur, aula, locatie Willem-Alexander 21 december Voorlichtingsavond: Bevallen op locatie Groot Ziekengasthuis, 19.30-21.30 uur, aula locatie Groot Ziekengasthuis.
In deze rubriek schrijven patiëntenvoorlichters van het ziekenhuis om de beurt een stukje over hun dagelijks werk.
Cura is een uitgave van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Oplage: 2.500 Tekstbijdrage Jolande Bastiaans (JB) Harrie Beerlage Geert Braam (GB) Suzanne Bruijstens (SBR) Katinka van Boxtel Saskia Byvanck (SB) Frans Croonen Marjolein Jacobs (MJ) Clarissa Kwaijtaal Sylvie Maas (SM) mr.dr. A. Rombouts Hoofdredacteur Sylvie Maas Eindredacteur Saskia Byvanck Foto’s Jolande Bastiaans Suzanne Bruijstens Saskia Byvanck Harrie Dirksen Ingrid Everaars Marjolein Jacobs Ruud van Genugten Henk Schuurmans Ronald Zaunbrecher Basisontwerp Waldo van Bokhoven BOWfor vormgeving Opmaak en drukwerk Drukkerij van Gerwen ’s-Hertogenbosch Redactieadres Jeroen Bosch Ziekenhuis locatie Willem-Alexander Afdeling Communicatie T: (073) 699 84 48/84 49 F: (073) 699 89 29 E:
[email protected] De redactie van Cura stelt zich niet verantwoordelijk voor de vakinhoudelijke informatie in dit blad.
CASE VAN EEN PATIËNTENVOORLICHTER Bijna botste ik tegen haar op, wanneer ik iets te gehaast de bocht neem vanuit de gang naar bureau Patiëntenvoorlichting. Een oude schoolvriendin staat te snuffelen in ons rek met ‘meeneem-folders’. Ze kijkt me opgetogen aan. “Dat is lang geleden!” We babbelen even bij over ons beider wel en wee en ze vraagt me naar mijn werk hier. “Dus jij vertelt patiënten die geopereerd moeten worden, wat er gaat gebeuren en zo?” Ik leg haar uit dat patiënten vooral door hun arts, de verpleegkundigen en al die andere hulpverleners in het ziekenhuis geïnformeerd worden over behandelingen, onderzoeken, enz. “Wij schrijven hier de patiëntenfolders die in dit ziekenhuis worden meegegeven. En iedereen kan hier binnenlopen met vragen over dit ziekenhuis, patiëntenverenigingen...” Ik kan nog wel even doorgaan, maar ze onderbreekt mijn opsomming: “Zeg, weet jij dan iets van een voorlichtingsavond over bevallen in het ziekenhuis?” Ongewild zakt mijn blik naar haar buik. “Ja, klopt!” zegt ze stralend. Na mijn gemeende felicitaties voorzie ik haar van de informatie waarnaar ze op zoek is. Mijn dag kan niet meer stuk. Clarissa Kwaijtaal, medewerkster bureau Patiëntenvoorlichting
Bij ingezonden stukken behoudt de redactie zich het recht voor om, zonder opgaaf van redenen, artikelen in te korten dan wel te weigeren. Ingezonden artikelen zonder naam worden niet geplaatst.
Cura, jaargang 1, nummer 1 | 19
“Je bouwt een hechte band op met mensen omdat het contact heel intensief is”
Nieuwe intensieve hematologische zorg De afdeling Hematologie/Oncologie van het Jeroen Bosch Ziekenhuis heeft sinds juni een Hematologische Intensive Care (HIC). Initiatiefnemer en internist Rob Fijnheer: “Dit behandelcentrum biedt veel voordelen voor oncologische patiënten uit de regio.” V.l.n.r. Rob Fijnheer,
De HIC is een behandelunit van zes isolatiekamers op de afdeling Hematologie/Oncologie op locatie Groot Ziekengasthuis. Patiënten die behandeld worden met chemotherapie zijn extreem bevattelijk voor infecties en worden verpleegd in isolatiekamers. Internisthematoloog Rob Fijnheer: “In het nieuwe centrum kunnen we intensieve chemotherapie toepassen op mensen met een agressieve vorm van kanker, zoals acute leukemie. Maar de HIC biedt ook patiënten die stamceltransplantatie moeten ondergaan profijt. Deze therapie, waarbij stamcellen bij een patiënt worden geoogst en daarna teruggegeven, wordt gegeven in het UMC St Radboud in Nijmegen. Voorheen moesten patiënten uit de regio daar drie weken blijven om in een isolatiekamer het beenmerg aan te laten sterken. Nu komen dezelfde patiënten een dag na de transplantatie al terug in het Jeroen Bosch Ziekenhuis.” Eisen De Gezondheidsraad stelt eisen aan een vergunning voor het bezit van een Hematologische Intensive Care. “Je dient te beschikken over minstens vier internisten, die daarnaast ook hematoloog of oncoloog zijn,” vervolgt Rob Fijnheer. “Die hebben we. Ik ga het behandelcentrum runnen met mijn collega’s Tineke Smilde, Harm Sinnige en Hans Pruijt. Maar de Gezondheidsraad heeft nog meer voorwaarden voor een HIC. Zo moet de apotheek gespecialiseerd zijn in de bereiding van cytostatica en antibiotica, moeten er gespecialiseerde verpleegkundigen werken en dient de afdeling te beschikken over beschermde isolatieverpleging. Daarnaast moet er ook nog gegarandeerde ondersteuning zijn van een microbioloog, een neuroloog en een diëtist.” Voor de toekomst denken de hematologen al aan uitbreiding. “Het aantal patiënten dat in aanmerking komt voor intensieve hematologische zorg neemt toe. Dat komt onder meer doordat we steeds oudere patiënten kunnen behandelen. Dat is mogelijk omdat we de beschikking hebben over veel betere medicijnen. Vroeger was een patiënt van zestig met acute leukemie moeilijk te behandelen. Tegenwoordig zijn er veel meer mogelijkheden en kunnen we zelfs mensen van vijfenzeventig met dezelfde ziekte een behandeling aanbieden. Een andere wens voor de toekomst is het binnenhalen van de opleiding tot hematoloog binnen de Interne Geneeskunde. In dit kader is het belangrijk om als ziekenhuis als HIC-centrum bekend te staan.” Psychosociaal Carolien Burghouts is één van de verpleegkundigen die de opleiding Hematologie/Oncologie gevolgd heeft. “Op de HIC verlenen we hoogcomplexe zorg. Het zijn meestal langdurige opnames, waardoor je een hechte band met de patiënt krijgt. Deze langdurige opnames hebben grote psychosociale gevolgen. Als een moeder met kinderen langdurig wordt opgenomen, veranderen de
20 | Cura, jaargang 1, nummer 1
Dhr. P. van Sonsbeek en Marleen van de Wetering op het HIC
rollen vaak in zo’n gezin. Dat vergt een goede begeleiding. Een ander positief aspect van de HIC is dat ik mijn werk beter kan afmaken. Wij bereiden patiënten in ons ziekenhuis voor op een stamceltransplantatie in Nijmegen. Door de aanwezigheid van de HIC komen mensen een dag na de behandeling bij ons terug. Dat betekent dat we samen het traject kunnen afmaken.” Bijzonder Het werken in isolatiekamers ervaart Carolien als intensief. “Je bouwt een hechte band op met de mensen omdat het contact heel intensief is. De patiënten vertrouwen je blindelings. Er zijn nu drie verpleegkundigen met de hematologie/oncologie-aantekening en twee in opleiding. Zij werken het meest op de HIC en zien de patiënten het meest. Het voelt goed om zoveel voor patiënten te kunnen doen.” JB
Verwersstraat 15C 5211 HS 's-Hertogenbosch t.073-6144777 f.073-6124185
w w w.v e n n i x i n t e r i e u r o n t w e r p . n l
BETER
HUIS
interieurontwerp