Cultuur in de Bve-sector Verslag studiemiddag 7 december 2001
Cultuurnetwerk Nederland/Kunstbende, Utrecht 2002
Inhoud
Cultuur in de sector Beroeps- en Volwasseneneducatie 4 Inleidingen 5 ‘De motor is goed op gang gekomen’ door Martin Berendse 5 ‘Dichtgespijkerd voor kunst en cultuur’ door Willem Houtkoop 6 ‘Meer plaats rond het podium dan op het podium’ door Arthur le Cosquino de Bussy 8 Discussie 10 Presentaties 12 ‘Niet wachten op Den Haag’ door Anneke Holwerda 12 Bijna een negatief studieadvies door Bas Epke 13 Door de grenzen van de opleidingen heen door Peter van den Nieuwendijk 13 Analyse en aanbevelingen 15 Reacties en meningen 16 Informatie en adressen 19 Bijlagen: Programma 20 Deelnemers 22
Cultuur in de sector Beroeps- en Volwasseneneducatie
In de meeste onder wijsvormen worden kunst en cultuur in toenemende mate van belang. Zo heeft de invoering van het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming belangrijke gevolgen voor de onder wijsloopbaan van elke leerling van vwo, havo en vmbo. Ook in de sector Beroeps- en Volwasseneneducatie (Bve) is een toename waar te nemen van inspanningen op het gebied van kunst en cultuur. De meeste projecten die hier van het resultaat zijn, zijn echter nog incidenteel en niet ingebed in een duidelijke beleidsmatige structuur van de Bve-instellingen. Cultuurnetwerk Nederland en de Kunstbende willen de beleidsmatige aandacht voor cultuur in Bve-instellingen stimuleren en de kwaliteit van cultuureducatie en cultuurprojecten bevorderen. Daarom besloten zij gezamenlijk een studiedag te organiseren. Een geschikte aanleiding daar voor was volgens beide organisaties het feit dat met het begin van het schooljaar 2001-2002 de planning en uitvoering startte van een aantal nieuwe kunst- en cultuurprojecten op Regionale Opleidingen Centra (ROC’s), in het kader van de Regeling Cultuur en School voor de Bve-sector 2001–2002. Deze regeling wordt door Cultuurnetwerk Nederland gecoördineerd en uitgevoerd en zal eventueel in de toekomst (mogelijk in een andere vorm) door het departement van OCenW gecontinueerd worden (zie ook p. 19). Een andere aanleiding voor de studiemiddag vormt de er varing van de Kunstbende, die vanaf 1999 een aantal kunstprojecten op verschillende ROC’s heeft uitgevoerd. Tijdens de studiemiddag stond beleidsvorming vanuit verschillende perspectieven centraal. Wat zijn op basis van de er varingen van drie jaar culturele projecten in de Bve de mogelijkheden, de belemmeringen en de redenen om structureel beleid op dit gebied te ontwikkelen?
Structurele plaats Dagvoorzitter Hans Onno van den Berg, voorzitter van de Vereniging van Schouwburgdirecteuren zei in zijn openingswoord: ‘In de jaren ’80 ontstond de vrees dat cultuureducatie uit het reguliere onderwijs zou verdwijnen. Daarna heeft echter een omslag plaatsgevonden. Cultuur heeft juist een steeds grotere plek gekregen in het onder wijs. Eerst als het vak CKV in het voortgezet onder wijs, daarna in het basisonder wijs en sinds kort in het middelbaar beroepsonder wijs. In het mbo is inmiddels een aantal projecten gestart. De vraag is echter hoe cultuureducatie een meer structurele plaats in kan nemen binnen deze vorm van onder wijs. Moeten er aparte vakken komen binnen het curriculum van een beroepsopleiding of moeten bestaande vakken elementen van de cultuureducatie opnemen? Daarover zullen wij straks discussiëren. Ik weet als voorzitter van de Vereniging van Schouwburgdirecteuren dat er vanuit de culturele sector weinig belangstelling bestaat voor cultuureducatie. Als de theaterzaal vol zit, denkt de directeur: het loopt lekker, waar zal ik me druk om maken? Als de zaal niet vol zit, denkt hij: ach, we krijgen toch subsidie. Maar ik denk dat met de groei van de belangstelling voor kunst en cultuur de culturele sector zich deze houding niet lang meer zal kunnen permitteren.’
4
C U LT U U R I N D E B V E - S E C T O R
Inleidingen
‘De motor is goed op gang gekomen’ Samenvatting inleiding ‘Cultuur en School en de Bve’ door Martin Berendse, plaatsvervangend directeur Kunsten/projectleider Cultuur en School ministerie van OCenW De cultuureducatie bevond zich de afgelopen jaren in een verkennende fase. Maar de laatste tijd hebben we de aanval geopend op weg naar de definitieve verovering. Dat cultuureducatie een steeds belangrijker plek heeft gekregen binnen het reguliere onder wijs is voor een groot deel toe te schrijven aan staatssecretaris Aad Nuis. Hij heeft er voor gezorgd dat de ‘c’ van cultuur werd toegevoegd aan onder wijs en wetenschappen. Nuis was er van overtuigd dat cultuur en onder wijs veel voor elkaar konden betekenen. Uit een onderzoek dat enkele jaren geleden werd gehouden, kwam naar voren dat educatie belangrijk was voor cultuur vanwege de ‘toekomstige klantenbinding’. Dat leek mij persoonlijk een erg dun lijntje en bovendien een typisch geval van eenrichtingsverkeer. Want cultuur kan veel meer betekenen. Als nevendoel van onder wijs wordt bijvoorbeeld vaak gewezen op het versterken van de sociale cohesie in de maatschappij. Dit geldt met name voor cultuuronder wijs, waar leerlingen vaak in groepen samenwerken aan projecten. We hebben de laatste jaren het begrip ‘kunst’ steeds meer losgelaten en ver vangen door ‘cultuur’. De kunsten maken een belangrijk deel uit van cultuur, maar cultuur is veel breder.
Nieuw publiek Ook kijken we de laatste tijd anders naar cultuureducatie. Stel dat van de bewering van Hans Onno van den Berg - dat de culturele sector zich weinig aantrekt van het publiek - een kwart waar is, dan is dat onder het huidige beleid toch echt verleden tijd. Want de sector ziet zich nu voor een nieuwe uitdaging geplaatst: het aantrekken van nieuw publiek. Dit is een van de belangrijkste doelstellingen van het Actieplan Cultuurbereik van staatssecretaris Rick van der Ploeg. De cultuursector is nu gedwongen hierover na te denken. Wie zitten er bij ons in de zaal en hoe kunnen we die nieuwe doelgroepen aantrekken? Deze nieuwe doelstellingen vragen een nieuwe categorie mensen voor en ook achter de schermen. Mensen die over deze nieuwe ideeën willen en kunnen communiceren. Een van de manieren om nieuwe doelgroepen te bereiken is via het onder wijs. Na het voortgezet onder wijs en het basisonder wijs, wordt nu de cultuureducatie in het middelbaar beroepsonder wijs bevorderd. In 1999 stelde het ministerie van OCenW voor het eerst een bedrag beschikbaar voor het beroepsonder wijs om een stimulans te geven aan samenwerking tussen ROC’s en culturele instellingen. Het ministerie stelde een miljoen gulden beschikbaar, waar van dertien kunst- en cultuurprojecten zijn gesubsidieerd. Begin 2001 ontwikkelde het ministerie van OCenW (de directie Bve en de projectgroep Cultuur en School) de regeling Cultuur en School voor de Bve-sector 2001–2002. Alle bekostigde Bve-instellingen konden een aanvraag voor aanvullende bekostiging voor cultuureducatieprojecten indienen van ten hoogste 100.000 gulden. Het doel van de regeling is om via het onder wijs deelnemers in aanraking te brengen met cultuur. Bovendien is het de bedoeling beleid en inhoud van cultuureducatie in de Bve-sector een meer structurele plaats te geven.
Twee sporen De aanvragen zijn half juli beoordeeld door een onafhankelijke adviescommissie. We hebben een tiental projecten geselecteerd, die inmiddels allemaal van start zijn gegaan. Nu zoeken we naar een
5
C U LT U U R I N D E B V E - S E C T O R
manier om cultuureducatie in het onder wijs te verankeren. Daarbij kunnen we twee sporen volgen. Het eerste spoor zou kunnen zijn dat we op de cultuureducatie gerichte opleidingen opzetten. Het tweede spoor is dat bestaande opleidingen elementen van de cultuureducatie in hun programma opnemen. Collega’s van mij noemen dit ‘cultuur als leeromgeving’. Wij hebben als ministerie een eerste aanzet willen geven tot verankering. Het idee was om een aantal projecten te starten, waarna er meer structuur zou ontstaan. Ik beschouw onze regeling als een sleepkabel. Het heeft echter niet veel zin om een sleepkabel te gebruiken als de motor niet aanslaat. Maar inmiddels is de motor in de Bve-sector heel goed op gang gekomen. En enorm snel. Ik denk dat er een mooi huwelijk tot stand kan komen tussen het middelbaar beroepsonder wijs en de cultuursector.
‘Dichtgespijkerd voor kunst en cultuur’ Samenvatting inleiding ‘Cultuur en beroepsonderwijs, kleine stappen in een grote sector’ door Willem Houtkoop, directeur Max Goote Kenniscentrum voor Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie Het beroepsonder wijs is een stille reus. Het is de grootste onder wijssector in onze samenleving, maar toch horen of lezen we er weinig over. Politici, journalisten en onderzoekers hebben allemaal een hogere beroepsopleiding of een universitaire opleiding achter de rug en ook hun kinderen volgen meestal hoger onder wijs. We zouden daarom bijna vergeten dat zestig procent van de leerlingen naar het vmbo gaat en dat bijna zestig procent van de Nederlandse beroepsbevolking een (eind-)diploma heeft op mbo-niveau. De groei van het hoger onder wijs kan vooral op het conto van het beroepsonderwijs worden geschreven. Volgens de nieuwe speerpunten in het onder wijsbeleid zal de ‘beroepskolom’ als een gelijkwaardige weg naar een diploma in het hoger onder wijs moeten leiden, naast de traditionele weg via havo/vwo. Dat betekent dat de doorstroom en aansluiting tussen het vmbo en het mbo en van het mbo naar het hbo versterkt moeten worden. Om dit te bereiken moet er meer aandacht komen voor niet-traditionele deelnemers, voor verbetering van het rendement en de onder wijskwaliteit en moet een eigen didactiek voor het beroepsonder wijs worden ontwikkeld.
Amusements- en belevingsindustrie Inmiddels heeft de kunst- en cultuureducatie in havo/vwo een vaste plek gekregen en ook in het vmbo is het kunstonder wijs sinds kort van de grond gekomen. De vouchers die het ministerie van onder wijs uitreikte, hebben het kunst- en cultuuronder wijs een grote impuls gegeven. Nu er ook in het middelbaar beroepsonder wijs langzamerhand meer aandacht komt voor kunst en cultuur, blijkt dat er eerst nog een aantal obstakels uit de weg moet worden geruimd. Het mbo is momenteel voor kunst en cultuur nog erg dichtgespijkerd. Het omvat sectoren met duidelijke beroepsprofielen die vanuit de industrie en het werkveld worden gedefinieerd. Dat maakt het moeilijk om een koppeling te maken naar een - voor het mbo - nog vrij onbekende en veel minder gestructureerde sector als de kunstensector. Waarbij kunstensector wellicht nog een te beperkte benaming is; ook de snel groeiende amusements- en belevingsindustrie rekenen we hierbij. In het mbo-onder wijs ligt de nadruk op praktijkleren. De organisatie van de praktijkcomponent past niet altijd bij de vaak snelle en flexibele manier van werken in de kunst- en amusementsector. Wel zijn er duidelijke aanzetten om het leren in het beroepsonder wijs te flexibiliseren. Deze aanzetten komen onder andere tot uitdrukking in een verschuiving naar competentiegericht leren en het individualiseren van leertrajecten. Traditioneel bestond er in het mbo weinig aandacht voor kunst en cultuur. Als er al aandacht aan werd gegeven, was dit vaker incidenteel dan structureel. Het idee leefde dat mbo’ers niet creatief zijn. Toch bestaan er ook redelijk wat mbo-opleidingen waar de nadruk op beeldend wordt gelegd of die raak-
6
C U LT U U R I N D E B V E - S E C T O R
vlakken hebben met kunst, zoals audiovisuele techniek, sociaal-cultureel werk, grafische vormgeving, fotografie, tentoonstellingsbouw, de verzorgende opleidingen en mode. De leerlingen krijgen daarbij vakken als tekenen, ontwerpen, drama, muziek, handvaardigheid en fotograferen. Ook zijn er al mbo’s die kunstzinnige opleidingen verzorgen. ROC Amsterdam verzorgt bijvoorbeeld, als onderdeel van de opleiding sociaal-cultureel werk, de richting kunst, cultuur & amusement. Bij het Friesland College kunnen leerlingen de opleiding theatertechniek en de experimentele opleiding pop en media volgen. Inmiddels is het Landelijk Platform Mbo-kunstonder wijs opgericht en heeft er systematisch onderzoek plaatsgevonden naar de mogelijkheden op de culturele arbeidsmarkt voor mbo’ers en naar de kwalificaties die beroepen in deze sector vereisen. Daarnaast hebben er al enkele experimentele pilots met nieuwe opleidingen plaatsgevonden. Ook verzorgen instellingen een veelheid van projecten op het terrein van kunst en cultuur, die meestal door het ministerie van OCenW worden gefinancierd in het kader van Cultuur en School. Zo heeft ROC de Amerlanden een grote musicalproductie uitgevoerd en werd in Rotterdam de ‘Week van het Witte Doek’ georganiseerd.
Meubelontwerper Ondanks het feit dat er op steeds meer mbo-scholen kunst- en cultuurprojecten van de grond komen, wil ik toch nog enkele kanttekeningen plaatsen. Het integreren van kunst- en cultuur in de curricula moet meer inhouden dan alleen een naamsverandering van de opleiding. Als de opleiding meubelbouwer omgedoopt wordt in meubelontwerper moet dit duidelijk in het curriculum naar voren komen. Daarnaast wordt oriëntatie op kunst en cultuur voornamelijk toegevoegd aan opleidingen op niveau 4 en wordt er weinig aan kunstonder wijs gedaan in de lagere opleidingsniveaus. Bovendien heeft het kunstonder wijs vaak weinig relatie met het reguliere onder wijs. Verder moeten we ons de vraag stellen of opleidingen met een kunstzinnige component zich juist sterk moeten oriënteren op doorstroom naar het hbo-kunstvakonder wijs of op zelfstandige beroepsbeoefening in het kunst- en amusementsveld. Beide oriëntaties komen voor, maar de gevolgen voor de inrichting van de programma’s kunnen sterk verschillen. Dit jaar is een nieuwe regeling voor Cultuur en School in de Bve-sector van start gegaan. In deze regeling werden meerdere doelstellingen geformuleerd: cultuurparticipatie, beroepsvoorbereiding en sociale cohesie. Er werd een miljoen gulden beschikbaar gesteld, met ten hoogste 100.000 gulden per project. Dat is een vrij klein bedrag als je beseft dat veel ROC’s de beschikking hebben over een budget van 45 miljoen euro per jaar. De adviescommissie Cultuur en School Bve, waar van ik deel uitmaakte, heeft een selectie gemaakt uit zeventien aanvragen. Inmiddels zijn op tien ROC’s nieuwe projecten van start gegaan. Tussen de deelnemende scholen zit een aantal ‘oude bekenden’, duidelijke koplopers zoals het Friesland College en Dario Fo. Uit een evaluatie van eerdere projecten bleek dat culturele instellingen vaak de motor zijn achter deze ontwikkelingen. Tegelijkertijd bleek dat de activiteiten die geïntegreerd werden binnen het onder wijs minder spectaculair waren dan activiteiten die voor de gehele school bedoeld waren, zoals een musicaluitvoering. De geïntegreerde activiteiten garanderen echter wel meer continuïteit. Ook lijkt het erop dat kunst en cultuur daadwerkelijk bijdragen aan sociale cohesie binnen de school. Wat ook opvalt, is dat ROC’s hun regionale functie vooral economisch opvatten en veel minder sociaal-cultureel. De band tussen de culturele instellingen en de ROC’s zou versterkt kunnen worden als onderdeel van de poging om ROC’s veel sterker de rol van community college te geven.
‘Theezakjesver watering’ Daarnaast heb ik nog een aantal vragen. Als je als ROC serieus met kunst en cultuur aan de slag wilt, op wie richt je je dan? Op de overheid of de grote culturele instellingen? Moeten we de discussie voeren of we CKV opnemen in het basispakket? Bestaat er het gevaar van een hype, zeker in het licht
7
C U LT U U R I N D E B V E - S E C T O R
van onduidelijke arbeidsmarktperspectieven? De kunstopleidingen blijken heel aantrekkelijk voor leerlingen, maar levert dat niet veel teleurstellingen op? Moeten we kunst en cultuur integreren in bestaande opleidingen of moeten we aparte mbo-kunstopleidingen oprichten? Of leidt dit tot ‘theezakjesver watering’? Moeten de mbo-opleidingen zich richten op doorstroom naar het hbo of is de beroepskolomgedachte lastig bij kunstzinnige/creatieve vakken? Zijn aparte regelingen zoals Cultuur en School niet gedateerd in een tijd van autonome instellingen die zelfstandig een groot budget beheren? En wil deze regeling niet te veel? Wellicht kunnen we over deze punten na de pauze verder discussiëren.
‘Meer plaats rond het podium dan op het podium’ Samenvatting inleiding ‘Culturele arbeidsmarkt en beroepsprofielen mbo’ door Arthur le Cosquino de Bussy, interimmanager en beleidsonderzoeker in de culturele sector en als adviseur betrokken bij het Landelijk Platform Mbo-kunstonderwijs In de podiumkunsten spelen diploma’s geen rol van betekenis. Je moet elke keer je kwaliteiten laten zien in audities, screentests en met proefspelen. Het grootste deel van de professionele beoefenaars bestaat uit hbo’ers of is zonder opleiding op de planken gekomen. Maar zou je ook met een mboachtergrond de kwalificaties kunnen ver wer ven om je in die wereld te bewegen? De culturele sector is een van de weinige sectoren zonder een mbo-segment. De opleidingen zijn merendeels in het hbo georganiseerd. Een getalenteerde mbo’er moet zijn talenten dus veelal in de vrije tijd ontwikkelen, zonder een opleidingsinstituut. En dan is het moeizaam opboksen tegen de hbo’ers. De vraag rijst dus of er ruimte is voor mbo-kunstvakopleidingen en hoe die opleidingen er dan uit zouden moeten zien. Dat maakt de vraag interessant wat hbo-kunstbeoefening precies inhoudt. Moet al het werk in de kunstsector worden beoefend door hbo’ers? Het is duidelijk dat dirigent zijn van een symfonieorkest bij die beoefening hoort, maar hoe zit dat met derde viool spelen in een salonorkest? En hoort acteren in soaps of in het Land van Ooit daarbij? Is het presenteren van een spelprogramma een vorm van hbo-acteren of meer mbo? Maar ook: kan een mbo’er de publiciteit van een voorstelling verzorgen of taken in de productie ver vullen? Het is niet ondenkbaar dat veel (allochtoon) talent verloren gaat omdat er in de kunsten geen route via het mbo naar de hbo-opleidingen bestaat. Daarbij worden de hbo-opleidingen voor steeds minder leerlingen bereikbaar doordat havo en vwo steeds zwaarder zullen worden en er daardoor minder leerlingen in het hbo instromen. Een alternatieve route via het mbo ligt dan voor de hand. Het zou daarom goed zijn als er op het mbo meer aandacht komt voor het kunstonder wijs. En dan denk ik niet alleen aan opleidingen voor de podiumkunsten, maar aan brede opleidingen, die ook bedoeld zijn voor mensen die achter de schermen werken. Wij zijn daarom op zoek gegaan naar beroepen waar voor het hbo niet opleidt, maar die wel nuttig kunnen zijn voor de kunstensector. Daarmee was een eerste, voorlopig idee geboren: mboopleidingen waarin kunstdisciplines, techniek en organisatie bij elkaar komen en die opleiden voor de toegepaste kunsten en de ondersteunende beroepen in de kunstensector.
Beroepsprofielen Dit werd het uitgangspunt voor het project Culture Clinics, dat inmiddels geleid heeft tot de oprichting van het Landelijk Platform Mbo-kunstonder wijs. Het doel van het Platform is het realiseren van een formele kwalificatiestructuur, erkend en gefinancierd door het ministerie. Op basis van zo’n kwalificatiestructuur kunnen ROC’s kunstvakopleidingen inrichten. Een oriëntatie op de arbeidsmarkt en overleg met het werkveld over onder meer de beroepsprofielen zijn belangrijke voor waarden voor een ministeriële erkenning. Het Platform heeft inmiddels een kwalitatief onderzoek laten verrichten naar de vraag
8
C U LT U U R I N D E B V E - S E C T O R
of in de kunsten functies bestaan waar voor de Bve-sector opleidingen zou kunnen verzorgen en welke beroepen dan het beste perspectief bieden. We hebben ons in het onderzoek beperkt tot de podiumkunsten, waarbij we podium hebben gedefinieerd als ‘een fysieke plek waar tegen betaling vormen van kunst aan een publiek gepresenteerd worden’. Daarmee vielen bijvoorbeeld de (nieuwe) media buiten het bestek van het onderzoek. Wel besloten we te kijken naar de complete art world, dus niet alleen de podiumvakken, zoals acteren, musiceren en dansen, maar ook naar de ondersteunende vakken die erbij betrokken zijn, zoals licht-, beeld-, geluid-, theater- en attractietechniek. En naar organisatorisch/logistieke beroepen zoals bijvoorbeeld productieassistent, festivalmedewerker, tourmanager of publiciteitsmedewerker. Uit het onderzoek bleek dat er meer plaats is voor mbo’ers rond het podium dan op het podium. Er zal bijvoorbeeld weinig plek zijn voor mbo-dansers, acteurs en musici op de professionele podia, behalve in sommige commerciële circuits zoals bijvoorbeeld musicalgezelschappen. Wel ontstaat er naar ver wachting een bescheiden arbeidsmarkt voor mbo’ers in de cultuureducatie, het onder wijs of in het sociaal-cultureel werk als (assistent)-docenten. Het mbo zal dus niet zozeer sterren voortbrengen. Studenten moeten er niet op rekenen dat ze in groten getale zullen schitteren op de televisie of de grote podia. Maar er bestaat wel veel vraag naar mbo’ers die licht, geluid en theatertechniek kunnen verzorgen. En ook onderdelen van de organisatie, publieksvoorlichting en publiciteit kunnen heel goed door mbo’ers worden verricht. We hebben deze laatstgenoemde gebieden samengevat onder de begrippen ‘culturele logistiek’ en ‘culturele publiciteit’. Het project is met enthousiasme ontvangen op de ROC’s. Op veel scholen zijn al pilotprojecten gestart. Toch wil ik een paar kanttekeningen plaatsen bij de bijna euforische stemming die er heerst op de scholen. De arbeidsmarkt in de culturele sector is klein. Er is dus geen ruimte voor veel kunstopleidingen. Daarnaast hebben de meeste ROC’s nog niet de expertise in huis om het curriculum van een drietot vierjarige kunstopleiding te ontwikkelen. Het is bovendien een kostbare aangelegenheid om een mbo-kunstvakopleiding te starten. Het vereist flinke investeringen in de gebouwen en in de aanschaf van bijvoorbeeld audiovisuele apparatuur. En al heeft een ROC de zaak goed op de rails: de kunstwereld is snoeihard en biedt geen ruimte voor minder goede medewerkers. Scholen en een groot deel van de toekomstige kunstvakstudenten moeten zich realiseren dat ze een werkkring buiten de grote podia zullen vinden. Er moeten dus geen overspannen ver wachtingen ontstaan bij studenten en docenten. En daar zit mijn persoonlijke zorg. Als het mbo in pakweg 2007 de eerste studenten aflevert en zij mislukken op de culturele arbeidsmarkt, dan duurt het al gauw een aantal jaren voordat de reputatie van het mbo weer hersteld is. Ik pleit daarom voor het met beleid opzetten van opleidingen. Bezint eer gij begint.
Kunstclusters Een mogelijkheid om het kunstonder wijs goed neer te zetten in bestaande mbo-opleidingen is bijvoorbeeld om de aanwezige expertise binnen de school te clusteren. Door kunstclusters kan het kunstonder wijs een bredere basis krijgen binnen de school, waardoor het later eenvoudiger opgetuigd kan worden met een vorm van kunstvakonder wijs. Dat kunstonder wijs toegevoegde waarde heeft, is inmiddels gebleken. Het is vooral belangrijk om de sociale cohesie in een school te versterken. En daarnaast kunnen met kunstonder wijs de reguliere opleidingsprogramma’s aantrekkelijker gemaakt worden. Het is toch veel leuker om een zelf ontworpen decorstuk te lassen dan een stoelpoot. Je leert er echt niet slechter door lassen. Kunst in het mbo helpt kansen te scheppen en dat is nodig, want in ons onder wijssysteem zijn de kansen voor de (v)mbo’er niet zo groot. Het kunstonder wijs op mbo-niveau biedt dus kansen voor de danser en de lasser. Voor de danser op een betaalde baan en voor de lasser op een leukere schooltijd waarin ook andere competenties dan de vakmatige ontwikkeld worden.
9
C U LT U U R I N D E B V E - S E C T O R
Discussie
Aan de tafel nemen plaats Marjo van Hoorn (Cultuurnetwerk Nederland), Maarten Lammers (Kunstbende), Willem Houtkoop (Max Goote Instituut), Arthur le Cosquino de Bussy (interimmanager) en Martin Berendse (ministerie van OCenW). Voorzitter: ‘Waar moet kunst en cultuur nu haar plek krijgen binnen het mbo? Is er iets te zeggen over de manier waarop de projecten tot nog toe gefunctioneerd hebben? Is het enthousiasme inderdaad zo groot? Wemelt het echt van de plannen?’ Van Hoorn: ‘Er werden dit jaar 17 subsidieaanvragen ingediend. Dat betrof hele grote plannen. Er waren grote festivalachtige plannen bij, andere vertoonden een relatie met een opleiding.’ Houtkoop: ‘Er was duidelijk niveauverschil tussen de ingediende plannen. Scholen die al langer bezig zijn en veel geld en tijd in culturele projecten steken, zijn duidelijk koplopers. Ook het verschil in bereik tussen de projecten was opvallend. Bij de festivalprojecten zijn vaak heel veel mensen betrokken, zowel bij de uitvoering als bij de organisatie. Bij andere projecten draaide het alleen om een experiment met een kleine groep leerlingen. Je ziet vaak dat kunstprojecten worden gedragen door een of twee bevlogenen binnen de school. Dan is het moeilijk om de continuïteit te handhaven.’ Voorzitter: ‘Hebben jullie voorkeur voor projecten die minder spectaculair zijn, maar die bouwen aan duurzaamheid?’ Houtkoop: ‘Ik was het meest onder de indruk van de grote projecten. Ik moet bekennen dat ik bijna niet kon geloven dat de scholen zoiets waar zouden kunnen maken. Maar als je meer denkt aan de lange termijn, dan zijn projecten die wat meer ingebed zijn in het reguliere curriculum waarschijnlijk beter voor de continuïteit.’ Voorzitter: ‘Moeten we het kunstenaarschap helemaal vergeten bij de mbo-opleidingen en het spelen maar overlaten aan hbo-opgeleiden?’ Le Cosquino de Bussy: ‘Ja, in grote lijnen geldt dat zeker voor de professionele podia. Het is wat anders als je het hebt over de podiumkunsten in het onder wijs of het sociaal-cultureel werk. Daar kun je je heel goed mbo-functies voorstellen. Peer education is een actueel thema binnen de onder wijsinstellingen en daarbij kun je je wel degelijk voorstellen dat je op het podium staat in bijvoorbeeld clubhuizen. Maar ik zou zeggen: focus je nou niet op het creëren van sterren, want dat gaat geheid niet lukken, maar richt je op een reëel toekomstperspectief.’ Voorzitter: ‘Ik hoorde een docent op de video zeggen: “Ik ben geschrokken van de tijdsinvestering. De volgende keer zal ik eerder ho roepen, want ze moeten wel een vak leren.” Vormt deze houding van docenten een bedreiging voor de cultuureducatie op scholen?’ Lammers: ‘Met kunst en cultuur haal je een wat wezensvreemd geheel je opleiding binnen. Als je zo’n project wilt uitvoeren, zijn er allerlei dingen die niet binnen de normale gang van zaken passen. De lesduur loopt uit, bepaalde kennis is nog niet aanwezig, faciliteiten ontbreken. Het enthousiasme bij docenten voor de projecten overheerst, maar je kunt er niet omheen dat de projecten heel arbeidsintensief zijn. Het opzetten van een kunstkolom zou een oplossing kunnen zijn. Vaak weten mensen binnen een ROC niet van elkaar dat ze met dezelfde dingen bezig zijn.’
10
C U LT U U R I N D E B V E - S E C T O R
Voorzitter: ‘Waar zouden kunst en cultuur het beste een plek kunnen krijgen binnen het mbo-onderwijs?‘ Vanuit de zaal komen reacties. Er wordt gepleit om kunst- en culturele vakken in het basispakket en in de beroepsvoorbereidende vakken op te nemen. Voorzitter: ‘Is het een voordeel dat ROC’s zo groot zijn?‘ Reactie uit de zaal: ‘Dat zou een voordeel kunnen zijn, maar dat is het nog niet. Colleges van bestuur zijn vaak druk bezig met allerlei fusies. Ter wijl de integratie van kunst en cultuur juist duidelijke commitment vereist van her college.’ Voorzitter: ‘Moeten de culturele instellingen bij de integratie van kunst en cultuur in het onderwijs een leidende rol inspelen?’ Lammers: ‘Bij onze eerste projecten zag je dat de kunstenaars expertise op het artistieke vlak inbrachten. Tegelijkertijd schoten sommigen te kort in hun didactische kwaliteiten. Ik denk dat het best veel tijd kost voordat kunst en didactiek dicht bij elkaar komen. De meeste kunstinstellingen zijn gericht op hun eigen aanbod en niet op het actief worden met leerlingen. Daarom denk ik niet dat er een grote rol weggelegd zal zijn voor de culturele instellingen.’
11
C U LT U U R I N D E B V E - S E C T O R
Presentaties
‘Niet wachten op Den Haag’ Samenvatting presentatie Anneke Holwerda, directeur communicatie Friesland College ‘Mijn boodschap luidt: je moet gewoon doen en beginnen. Je hoeft niet alles in beleid te vertalen. Volgens mij gaat het vooral om afspraken maken. Zo zou de dagvoorzitter van vandaag vanuit zijn positie als directeur van de Vereniging van Schouwburgdirecteuren zijn collega’s kunnen vragen om de stadsschouwburg een keer per jaar gratis open te stellen voor leerlingen uit de Bve-sector. Want die komen daar bijna nooit. De directeur van stadsschouwburg de Harmonie in Leeuwarden beweerde bij hoog en laag dat onze mbo-leerlingen regelmatig de stadsschouwburg bezoeken. We hebben daar een feest georganiseerd en ik heb toen laten onderzoeken of zijn bewering klopt. Van de 3300 cursisten die op het feest waren, waren er negen ooit eerder naar de stadsschouwburg geweest. Wat doen wij als Friesland College aan kunst en cultuur? Wij zijn al een aantal jaren bezig, maar willen niet gezien worden als ‘oude rot’. We zijn nog aan het experimenteren, maar zoeken tegelijkertijd naar verankering. Het Friesland College vindt het leerproces van cursisten het belangrijkst en is bezig een nieuw onder wijsconcept te ontwikkelen: het praktijkgestuurd leren. De vakkenstructuur is afgeschaft, we werken nu met prestaties. We kijken achteraf of de leerling de verschillende competenties al aangeleerd heeft. We vinden het belangrijk dat de cursist ontdekt wat hij kan en dat hij leert reflecteren. Hetzelfde principe passen we toe bij het project FC Cult. De cursist wordt op verschillende manieren in contact gebracht met ‘de kunstenaar’. Daaronder verstaan we de beeldend kunstenaar, het theater of de film, dat maakt niet uit. Deze ontmoeting is niet vrijblijvend, maar met een duidelijke opdracht.
Niet iedereen is gelijk Vanuit het idee dat de leerling centraal staat in het onder wijsconcept, zeggen we ook: niet iedereen is gelijk. De een kijkt liever, de ander wil graag zelf iets doen, een derde houdt van organiseren. Daar is ons programma op afgestemd. De leerlingen maken voorstellingen en exposities. We hebben de gymzaal omgebouwd tot artistiek café en kunstenaars uitgenodigd te exposeren. Rondom de exposities maken wij lesbrieven. Ook hadden we dit jaar een project rond ‘het hoogste punt’. De nieuwbouw van ons nieuwe schoolgebouw had zijn hoogste punt bereikt. Om dat te vieren hebben we een regionaal bekend schilder gevraagd tien leerlingen te begeleiden die allen hun hoogste punt zouden vorm geven. Daar hebben we als school zelfs nog een schilderij van deze schilder aan overgehouden. De leerlingen krijgen tijdens de workshops korte doe-activiteiten als theatersport en video’s en cd-roms maken. Dat is heel belangrijk, want het zijn doe-mensen met een korte spanningsboog. Voor deze mensen kun je beter een hele week cultuur aanbieden in plaats van een heel kwartaal elke week een uurtje. Daarnaast reiken we als extra stimulans elk jaar de FC Award uit, die vorig jaar is gewonnen door Twarres. Afrondend wil ik nogmaals zeggen: ga gewoon aan de slag, ga niet zit wachten wat er uit Den Haag komt. Zoek waar de mogelijkheden liggen.’
12
C U LT U U R I N D E B V E - S E C T O R
Bijna een negatief studieadvies Samenvatting presentatie Bas Epker, beeldend kunstenaar ‘Dit jaar heb ik op het Friesland College een fotografieworkshop verzorgd voor jongens die de opleiding tot vrachtwagenchauffeur volgen. Vooraf heb ik met mensen van de opleiding gepraat over hoe zo’n workshop eruit zou moeten zien. Al filosoferend kwamen we uit bij een aantal idiote plannen, waar van eigenlijk de meest ludieke is uitgekozen. We hebben eerst bedacht van welke beelden deze jongens houden. Daarbij kwamen we uit bij pin-ups. Zo ontstond het idee om ‘de godin van ver voer en logistiek’ door leerlingen vorm te laten geven. De bedoeling was dat de jongens hierdoor zouden nadenken over de betekenis van hun vak en hun keuze voor het beroep van vrachtwagenchauffeur.
Mooie meisjes De jongens van de opleiding bleken weinig affiniteit te hebben met beeldende kunst, maar zij zijn daarentegen bezeten van hun vak. Dat ben ik ook en dat schiep in zekere zin een band. We kochten ver volgens een zak vol wegwerpcamera’s en ronselden mooie meisjes van de unit handel en administratie die ambities hadden voor fotomodel. De fotografie vond plaats in een Daf-garage. Voor de ene helft van de klas was dat een walhalla, voor de andere helft een crime. Want een Scania is geen Daf en andersom. Die wagens hebben verschillende zielen. Dat begrijp ik als kunstenaar heel goed! De jongens namen tijdens de workshop allerlei rekwisieten mee, lakens, maskers, kroontjes. Dat had ik helemaal niet ver wacht. Het was een experiment en we dachten zelf: het kan vriezen of het kan dooien. Er zat ook een competitie-element in de workshop. De opleiding beschikt over een nieuw gebouw met grote, kale wanden. Op die wanden moest iets komen waardoor de leerlingen zich zouden kunnen identificeren met de opleiding. De foto van de winnaar zou daarom geweldig groot opgeblazen worden. Als straks die grote foto er hangt, is het echt hun gebouw. Op die manier bevordert zo’n project ook de sociale cohesie. Ik heb gemerkt dat het project, dat natuurlijk uit triviale zaken bestond, ook weerstanden opriep onder docenten. Maar ik werd gekoppeld aan docenten die bijna nog enthousiaster waren dan ik. En dat was een belangrijke motivatie. Het zogenaamde 1 + 1 = 3 - effect. Voor de rest heb ik gemerkt dat de leerlingen anders naar kunst zijn gaan kijken. Volgens mij moet je deze mensen niet confronteren met kunst, maar er samen met hen mee bezig zijn. De leerlingen ontwikkelden bovendien een andere visie op het beroep. Ze leerden onder woorden brengen wat ze belangrijk vinden en waarom ze dit vak willen uitoefenen. Sommige jongens waren zo goed, die had ik bijna een negatief studieadvies gegeven. Zij zijn zo creatief, dat het eigenlijk zonde is dat ze straks vrachtwagenchauffeur worden. Grappig was dat ik met allerlei fotoboeken aankwam, en zij met bladen als Truckstar en andere vakbladen. Maar ook die bladen moeten vormgegeven worden. Wellicht zijn die creatieve leerlingen daar perfect op hun plaats.’
Door de grenzen van de opleidingen heen Samenvatting presentatie Peter van den Nieuwendijk, docent Da Vinci College in Dordrecht ‘Ik zal even kort introduceren wat het filmproject ‘Wat nou! Next generation!’ inhoudt. We hebben voor dit project een ton subsidie ontvangen, hoewel we daar nog flink wat extra geld bij hebben moeten stoppen om er echt iets van te maken. Twee jaar geleden is het idee ontstaan in de kroeg na een theater voorstelling die ik had bezocht met de directeur van de Stichting Culturele Educatie. We hadden het erover dat niemand eigenlijk precies weet wat een ROC is en wat voor leerlingen op zo’n
13
C U LT U U R I N D E B V E - S E C T O R
school zitten. We bedachten dat het misschien leuk zou zijn als de leerlingen zelf zouden kunnen laten zien wie ze zijn. Toen kwam het idee om hen een film te laten maken. We hebben dat idee uitgewerkt en zijn ver volgens aan de slag gegaan. We hebben een kort filmfestival georganiseerd, waar leerlingen lieten zien waar ze mee bezig zijn en wie ze zijn. Twaalf groepjes leerlingen hebben elk een filmpje gemaakt. De leerlingen moesten alles zelf doen: het script schrijven, filmen en monteren. We hebben ze alleen laten zien waar de aan- en uitknop zit van de camera en verder niets. Ze hebben alle vrijheid gekregen. De enige beperkingen waren dat de film over hen zelf moest gaan en niet langer dan vijf minuten mocht duren. Tijdens het festival kreeg de beste film een prijs van duizend gulden. Op dit moment zijn we met een groot filmproject bezig. De audities daar voor zijn net achter de rug. Binnenkort beginnen tien zware draaidagen.’ Hoofdrolspeelster Eline (opleiding interieurstyling): ‘Aan de auditie deden wel vijftig mensen mee, maar er waren maar dertien hoofdrollen te vergeven. Je moest thuis een stukje van een minuut voorbereiden.’ Van den Nieuwendijk: ‘Bij ons op school werken we met prestaties. De film is ook een prestatie en gaat voor een deel over de manier van leren binnen Da Vinci. Hierin zijn allemaal verhaallijnen ver weven. We hebben de film ondergebracht in een eigen productiebedrijf. Een heleboel leerlingen helpen bij de productie en de PR. Uit alle sectoren doen leerlingen mee; ze krijgen hier voor studiepunten. We willen het project verbreden naar de gehele school, waarbij we door de grenzen van de opleidingen heen willen breken.’ Eline: ‘Ik vind het een heel bijzonder project. En veel leuker dan gewoon in een bankje zitten en iets uit een boekje leren.’ Van den Nieuwendijk: ‘Een van onze leerlingen heeft vorig jaar de kans gekregen om als vrijwilliger bij de regionale omroep in Dordrecht te gaan werken. Hij is nu assistent-regisseur bij ID-TV. Het is echt zijn vak geworden.’
Vragen uit de zaal Kosten dit soort projecten veel extra tijd? Holwerda: ‘Ik denk wel dat als je er voor gaat, het je veel tijd kost. Maar het levert ook veel op. Het is hartstikke inspirerend. Het is belangrijk dat je gebruik maakt van de kwaliteiten die je als school in huis hebt.’ Van den Nieuwendijk: ‘Wij krijgen er uren voor. Maar ook voor de leerlingen gaat er veel extra tijd in zitten.’ Is steun van het College van Bestuur belangrijk? Holwerda: ‘Het college moet er absoluut achter staan. Maar natuurlijk kan het college andere prioriteiten hebben dan een kunstproject.’ Van den Nieuwendijk: ‘Het college wil wel dat zo’n kunstproject iets toevoegt aan het onder wijs. En dat moet je aantonen.’
14
C U LT U U R I N D E B V E - S E C T O R
Analyse en aanbevelingen
Voorzitter: Deze dag was opgezet om te kijken hoe het staat met kunst en cultuur in de Bve-sector en welke kant we opmoeten. We kunnen vaststellen dat er een groot enthousiasme is voor kunst en cultuur. Het wemelt van de projecten, die zeer uiteenlopen. Het ministerie heeft hiervoor de zwiep gegeven, die vervolgens stevig is beet gepakt door het onderwijsveld en verschillende culturele instellingen. Hoe gaan we nu verder? Wij hoorden uit de zaal dat ook de ROC’s graag CKV-bonnen zouden ontvangen. Wat vindt het ministerie daarvan? Berends: ‘Ik ben daar vooralsnog geen voorstander van. En wel hierom: de bon is ontstaan als een didactisch middel en hoort bij het vak CKV. Bij deze lessen hoort een bezoek aan culturele instellingen. In het mbo bestaat dit vak niet. Tegelijkertijd wil ik daarbij opmerken dat wij waarschijnlijk hopeloos ouder wets zijn door constant over ‘vakken’ te praten. Het mbo-onder wijs wordt juist steeds meer projectmatig gestuurd. Dat is de kern van het moderne onder wijs en daarbij kunnen kunst en cultuur eenvoudig worden ingepast. Daarnaast ben ik erachter gekomen dat de cultuursector hopeloos verdeeld is en dat hij geen goede gesprekspartner is bij de integratie van kunst en cultuur in het onder wijs. Dat is natuurlijk een beetje beschamend. Daar moet de cultuursector zelf iets aan doen. Dat komt ook op mijn actielijstje. Dat kan zo niet langer.’ Voorzitter: Zijn ROC’s in staat om kunst en cultuurprojecten zelf overeind te houden of zijn zij afhankelijk van gelden uit Den Haag? Uit de antwoorden uit de zaal blijkt dat nog veel projecten gesubsidieerd worden. De slotconclusie van de dagvoorzitter luidt: cultuur in de Bve-sector is een wedstrijd die alle spelers graag willen spelen. Toch moet er nog een aantal zaken verbeterd worden: -
Voor de culturele sector geldt dat hij zich moet opwerpen als gesprekspartner van ROC’s. Tegelijkertijd moet deze sector meer samenwerken met de ROC’s en daartoe zelf initiatieven nemen.
-
Voor het ministerie geldt dat de regeling Cultuur en School Bve beter moet worden opgetuigd, waarbij verdere aansluiting bij het nieuwe leren noodzakelijk is. Ook moet het ministerie meehelpen te definiëren hoe de culturele vakken eruit zouden moeten zien. Daarnaast moet het ministerie er voor zorgen dat de samenwerking tussen de cultuursector en de Bve-sector wordt bevorderd.
-
De ROC’s kunnen door in te zetten op het nieuwe leren ontvankelijkheid creëren voor kunst en cultuur. Ook moeten zij samen met de culturele instellingen gezamenlijke initiatieven ontplooien.
15
C U LT U U R I N D E B V E - S E C T O R
Reacties en meningen
‘Werkgelegenheid voor mbo’ers in culturele sector groeit’ Bernadette Kievits, docent en onderzoeker bij ROC De Amerlanden doet onderzoek naar de mogelijkheden voor een opleiding sociaal-cultureel werk met de differentiatie kunst en cultuur. ‘De culturele en creatieve vakken waren op onze school steeds meer aan het verdwijnen. Veel docenten met een kunstzinnige achtergrond zoals de filmacademie of de lerarenopleiding tekenen geven nu vakken als kwaliteitszorg of arbeidsomstandigheden. Zij vinden het erg leuk om weer wat met kunst en cultuur te gaan doen.’ Kievits kreeg het plan om deze nieuwe opleiding te starten toen ze hoorde dat er in het werkveld steeds meer behoefte komt aan mensen die wat breder geschoold zijn en ook op kunstzinnig gebied wat bagage meebrengen. Ze wijst op de groei van grote festivals, themaparken en musea als het Nemo. ‘Mensen willen in hun vrije tijd vermaakt worden. Maar ook bij de educatieve instellingen zit groei: er ontstaat steeds meer vraag naar korte cursussen.’ Kievits heeft vooraf een klein onderzoek gedaan naar de arbeidsmogelijkheden van afgestudeerden. ‘Ik heb grote theaters als de stadsschouwburg in Utrecht aangeschreven, maar ook kleine, plaatselijke podia. Van ongeveer de helft kreeg ik antwoord. De theaters waren, op één na, allemaal positief.’ Volgens haar bestaat er ook onder scholieren voldoende belangstelling voor de nieuwe studierichting. ‘Ik heb een aantal decanen gebeld en zij dachten dat er van hun school ieder jaar zo’n drie à vier studenten voor deze richting zouden kiezen. Ook heb ik in de wandelgangen onze huidige studenten gevraagd of ze zo’n studie leuk zouden vinden. Ik ken bijvoorbeeld een jongen die nu sociaal-pedagogische hulpverlening studeert, maar die erg muzikaal is en in z’n vrije tijd veel met muziek bezig is. Hij was direct enthousiast.’ Hoeveel leerlingen op de opleiding afkomen, heeft volgens Kievits veel te maken met de omvang van de wer ving. ‘Ik denk er aan affiches op te hangen bij vmbo-scholen en een artikel te plaatsen in de krant. Ik hoop in september 2003 te starten met ongeveer zestig leerlingen. Maar ik zit niet te wachten op enorme aantallen, hoor.’ Zij is van plan om de jongeren vooraf auditie te laten doen. ‘Ik wil weten of ze echt gemotiveerd zijn. Dat is belangrijk, want deze opleiding zal de leerlingen wat meer tijd kosten dan een reguliere opleiding, bijvoorbeeld wanneer ze een productie moeten voorbereiden. En af en toe zullen ze ’s avonds of in het weekend op pad moeten om een voorstelling te bekijken.’ De nadruk zal in het curriculum komen te liggen op audiovisuele techniek, denkt Kievits. ‘Daar is vanuit het werkveld de meeste vraag naar. Daarnaast zullen de nieuwe media aan bod komen.’ Kievits was zeer tevreden over de studiemiddag. ‘Dit was een van de weinige studiedagen waar van ik dacht: hè, dat sluit precies aan bij waar ik mee bezig ben. Ik had best nog wel in groepjes verder willen praten. Mijn collega’s en ik hebben in ieder geval aardig wat nieuwe ideeën opgedaan.’
‘Kunst niet van bovenaf over leerlingen uitstorten’ Maarten Lammers, directeur Kunstbende: ‘Enkele jaren geleden zijn wij als een van de eersten gestart met de organisatie van kunstprojecten bij ROC’s. Voor ons als Kunstbende was dat belangrijk omdat wij ons als doel hebben gesteld zoveel mogelijk jongeren in Nederland te bereiken, met name jongeren die niet zo snel met cultuur in aanraking komen. En die zijn op ROC’s volop te vinden en tevens via deze instellingen goed te bereiken.’ Kunstbende wilde graag kunstenaars bij de onder wijsprojecten betrekken. ‘Over die keuze zijn we
16
C U LT U U R I N D E B V E - S E C T O R
achteraf zeer tevreden. Het werkt geweldig als zo’n kunstenaar de school binnenkomt en de gelegenheid krijgt om zijn eigen plannen uit te voeren. Dan gebeurt er wat binnen zo’n opleiding. Soms stond de hele boel op z’n kop.’ Docenten reageerden nogal wisselend op de projecten, zegt Lammers. ‘Sommige docenten waren van het begin af aan enthousiast. Andere, vooral vakdocenten, zijn er op gericht zoveel mogelijk leerlingen de eindstreep te laten halen en hen gereed te maken voor de arbeidsmarkt. En daar voor moeten de leerlingen een vast programma doorlopen. Zo’n kunstproject kan het onder wijsschema dan enigszins in de war schoppen. Maar we praten inmiddels wel over een situatie van twee jaar geleden. Inmiddels zijn er al heel wat ROC’s die deze manier van onder wijs geven loslaten en meer projectmatig gaan werken. Dan kunnen kunst en cultuur veel eenvoudiger een plek krijgen.’ Lammers benadrukt dat het belangrijk is om projecten te ontwikkelen die dicht bij de leefwereld staan van de mbo-leerlingen. ‘Mensen hebben snel de neiging om op een intellectuele manier over kunst te praten. Dan hebben zij het over betekenissen en waarom iets wel of niet mooi is. Maar hoe moet je zoiets vertalen naar de belevingswereld van iemand die elke dag met koken bezig is? Het werkt niet wanneer er van bovenaf kunst over de jongeren wordt uitgestort waar ze simpelweg geen boodschap aan hebben.’ Hij adviseert ROC’s om de kunstprojecten vanuit een centraal punt in de school te coördineren. ‘Wij waren natuurlijk een partij van buitenaf en dan is het extra moeilijk om allerlei dingen voor elkaar te krijgen. Het lijkt me daarom het handigst als ROC’s zelf hun projecten opzetten. Maar ook dan moet de interne communicatie een belangrijk aandachtspunt zijn. Het aanstellen van een kunstcoördinator lijkt mij een uitstekend idee. Op deze studiedag waren van een mbo-instelling verschillende mensen aanwezig, die niet van elkaar wisten dat ze met kunstzinnig onder wijs bezig zijn. Meer coördinatie kan dus een ongelofelijke meer waarde opleveren.’ Volgens Lammers moeten ROC’s zich bij de opzet van kunstprojecten niet per definitie richten op culturele instellingen in de regio. ‘Bij het mbo-onder wijs gaat het om het overbrengen van begrip voor cultuur door leerlingen zelf actief te laten zijn. De culturele instellingen zijn daarentegen veel meer bezig zijn met hun eigen aanbod.’ Wat wel belangrijk is bij het opzetten van kunstzinnig onder wijs is commitment van de directie. ‘En dat betekent natuurlijk ook dat de directie bereid moet zijn om daar geld voor uit te trekken. Want het ministerie deelt natuurlijk subsidies uit, maar dat zijn eigenlijk niet meer dan speldenprikjes. Maar misschien zouden mbo-instellingen bedrijven kunnen benaderen voor sponsoring van projecten. Je moet als ROC gewoon het lef hebben om eraan te beginnen.’
‘Ook meer kansen voor kunstenaars’ Carla van Hoven, beeldend kunstenaar: ‘Naast mijn praktijk als beeldend kunstenaar volg ik momenteel de opleiding sociaal-pedagogische dienstverlening. Ik loop stage als begeleider en docente bij een galerie/atelier voor verstandelijk gehandicapten en psychiatrische patiënten. Zij krijgen van ons een alternatieve kunstopleiding. Omdat deze mensen niet in staat zijn een reguliere kunstopleiding te volgen - omdat zij het tempo niet kunnen bijhouden en het theoretisch niveau vaak te hoog ligt krijgen zij hier een opleiding op maat. Er wordt kunstgeschiedenis gegeven, kunstbeschouwing en alle praktische technieken worden aangereikt. Op deze manier ontwikkelen de cursisten hun eigen beeldtaal. Sommige kunnen heel zelfstandig werken, andere hebben een zetje nodig. Een aantal zou zeker als zelfstandig kunstenaar kunnen bestaan. Het is een vrij toonaangevend project in Nederland. Er komen steeds vaker instellingen voor verstandelijk gehandicapten bij ons kijken hoe wij het aangepakt hebben. Zelf houd ik mij bezig met toegepaste vormgeving. Mijn specialiteit is stof bedrukken. De afgelopen jaren heb ik kunstlessen verzorgd voor de volksuniversiteit en CKV-lessen gegeven op middelbare scholen. Mijn drijfveer is om mensen te leren kijken naar kunst. Volgend jaar wil ik les gaan geven op een ROC. Mijn voorkeur gaat uit naar het geven en ontwikkelen van kunstzinnig onder-
17
C U LT U U R I N D E B V E - S E C T O R
wijs. Dat is natuurlijk weer een heel andere doelgroep, die nog weinig afweet van kunst. Dat lijkt mij echt een uitdaging. Ik ben mij nu aan het oriënteren op de mogelijkheden en dat is ook de reden waarom ik de studiemiddag heb bezocht. De dag bevestigde mij in het idee dat er steeds meer vraag komt naar docenten met een kunstzinnige achtergrond.’
18
C U LT U U R I N D E B V E - S E C T O R
Informatie en adressen
Regeling Cultuur en School voor de Bve-sector 2001 – 2002 Deze regeling wordt uitgevoerd door Cultuurnetwerk Nederland. Dat wil zeggen dat Cultuurnetwerk Nederland zorg draagt voor de behandeling van de aanvragen; het secretariaat voert van de adviescommissie; tussentijdse voortgangsgesprekken voert met de Bve-instellingen en de eindrapportage produceert. Cultuurnetwerk Nederland houdt het toezicht op de uitvoering van de projecten en zorgt voor algemene dienstverlening cultuureducatie voor de Bve-instellingen (helpdesk). Zie ook: www.cultuurnetwerk.nl onder optie Zoeken: bve.
Max Goote Kenniscentrum Het Max Goote Kenniscentrum voor Beroepsonder wijs en Volwasseneneducatie (MGK bve) stimuleert en bundelt kennis over het beroepsonder wijs en de volwasseneneducatie. Deze kennis gaat over de externe omgeving van het beroepsonder wijs en de volwasseneneducatie en de wijze waarop het landelijk bve-beleid, de bve-sector en de bve-instellingen in wisselwerking treden met de externe omgeving. Zie ook: www.educ.uva.nl/MGK.
De Bussy Consult De Bussy Consult richt zich op projectmanagement, interimmanagement en onderzoek voor onder andere de culturele sector. De Bussy Consult werkt voor overheden, nationale en internationale instellingen en voert innovatieve projecten uit. Het bedrijf functioneert zelfstandig en in een netwerk van bedrijven onder de naam QRA, Onderzoek & Advies b.v. In 1999 nam De Bussy Consult het initiatief om kunstvakonder wijs op mbo-niveau op de agenda’s te plaatsen van culturele instellingen, instellingen voor kunsteducatie, artiesten en ROC’s.
Landelijk Platform MBO-kunstonder wijs Voor informatie en gratis abonnement op de elektronische nieuwsbrief: Internet www.mbokunstonder wijs.nl E-mail info@mbokunstonder wijs.nl Telefoon 033-450 46 78
19
C U LT U U R I N D E B V E - S E C T O R
Programma studiemiddag Bve en cultuur - 7 december 2001 12.30
lunch
13.30 - 13.40 opening door Hans Onno van den Berg, Marjo van Hoorn en Maarten Lammers 13.40 - 14.00 Martin Berendse 14.00 - 14.25 Video " 't is weer eens wat anders". 14.25 - 14.45 Willem Houtkoop 14.45 - 15.25 Arthur le Cosquino de Bussy 15.25 - 15.45 Theepauze 15.45 - 16.15 Discussie 16.15 - 17.10 Anneke Holwerda, Bas Epker, Nicolette Groenhart en Peter van Nieuwendijk 17.10 - 17.30 Hans Onno van den Berg en Martin Berendse 17.30
borrel
Toelichting programma studiemiddag Bve en cultuur - 7 december 2001 13.30 uur – 13.40 uur Welkomstwoord en introductie door Maarten Lammers en Marjo van Hoorn, respectievelijk werkzaam als directeur Kunstbende en medewerker Beleid en Onderzoek bij Cultuurnetwerk Nederland en de middagvoorzitter Hans Onno van den Berg. Hans Onno van den Berg is directeur van de Vereniging voor Schouwburgdirecteuren/ Promotie Theater- en Concertbezoek (VSCD). 13.40 uur – 14.00 uur Inleiding over beleid Cultuur en School en de Bve, door Martin Berendse Martin Berendse, werkzaam bij het ministerie van OCenW, is plaatsvervangend directeur Algemeen Cultuurbeleid / projectleider Cultuurnota 2001-2004 (tot augustus 2000). Bovendien is hij plaatsvervangend directeur Kunsten / projectleider Cultuur & School (vanaf augustus 2000). 14.00 -14.25 Video: 't is weer eens wat anders, kunstprojecten op Roc's. (Kunstbende 1999) 14.25 uur – 14.45 uur Cultuur en beroepsonderwijs; kleine stappen in een grote sector, door Willem Houtkoop Beroepsonderwijs is de grootste sector in het Nederlandse onderwijsbestel. Zeker op secundair niveau is de aandacht en de ruimte voor kunst en cultuur beperkt. Geen vaste plek in het curriculum, bescheiden participatie in projectactiviteiten en traditioneel weinig doorstroom naar kunstvakonderwijs of kunstberoepen. Maar op beide laatste punten is duidelijk sprake van beweging. Waar meer beweging zou moeten komen is in de regionale functie van het beroepsonderwijs, ook op cultureel gebied (de gedachte van de community college). Willem Houtkoop is directeur van het Max Goote Kenniscentrum voor Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie. Dit Kennniscentrum stimuleert en bundelt kennis over het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie. 14.45-15.25 uur Culturele arbeidsmarkt en beroepsprofielen MBO, door Arthur le Cosquino de Bussy In augustus 2001 deed Arthur le Cosquino de Bussy een kwalitatief onderzoek naar de vraag of in de kunsten functies bestaan waarvoor de bve-sector opleidingen zou kunnen verzorgen. En zo ja – welke beroepen dan het beste perspectief bieden.
20
C U LT U U R I N D E B V E - S E C T O R
Samengevat: in welke domeinen kunnen MBO-opleidingen hun leerlingen met succes naar een betaalde baan zien uitstromen? Dat was in een notendop samengevat de portee van het onderzoek. Arthur le Cosquino de Bussy is interim-manager en beleidsonderzoeker in de culturele sector. Hij werkt o.a. voor verschillende nationale en internationale instellingen en overheden en is als adviseur betrokken bij het Landelijk Platform Mbokunstonderwijs. 15.25 uur – 15.45 uur Theepauze 15.45 uur – 16.15 uur Discussie aan de hand van inleidingen onder leiding van de middagvoorzitter. 16.15 uur – 17.10 uur Presentaties van het Friesland College (een oude rot) door Anneke Holwerda en Bas Epker en opkomende star da Vinci College. Hoe heeft de oudere rot het project na het eerste initiatief voortgezet? Welke problemen is de oude rot hierbij tegengekomen en hoe zijn die opgelost? Met wie wordt samengewerkt? Hoe heeft de star het project opgezet, wie zijn betrokken? Wat maakt het project succesvol? Hoe is star van plan dit project voort te zetten? •
Inleiding van beide projecten door betrokkenen. Het Friesland College presenteert zich met het project FC-Cult. Het project FC-Cult richt zich op de culturele ontwikkeling van cursisten en medewerkers met als doel klimaatsverbetering en een oriëntatie op de culturele omgeving. Het project richt zich op een drietal trajecten: leren kijken, leren doen, leren presenteren. De gekozen activiteiten zijn praktijkgericht en sluiten dicht aan bij de belevingswereld van de cursist. Om de expertise op het gebied van kunt en cultuur te vergroten wordt er op diverse terreinen nauw samengewerkt met Keunstwurk, de Kunstbende, regionale uitvoeringsinstellingen en met kunstenaars.
Anneke Holwerda is stafdirecteur Bureau Communicatie van het Friesland College en een van de initiatiefnemers van het FCCult project. Bas Epker is beeldend kunstenaar, docent en adviseur. In 2001 heeft hij samen met MBO Vervoer en Logistiek (een van de units van het Friesland College) het project ‘mythische pin-ups’ uitgevoerd. Het da Vinci College presenteert zich met het filmproject ‘Wat nou! Next generation?’ Dit filmproject is om verschillende redenen bijzonder. Het betreft een directe samenwerking tussen het ROC en de Stichting voor Culturele Educatie De Berckepoort, Dordrecht; het project wordt direct gekoppeld aan een onderwijskundige implementatie en het project heeft een bijzonder promotioneel effect voor het beroepsonderwijs. Nicolette Groenhart en Peter van den Nieuwendijk zijn beiden projectleider kunst en cultuur van het Da Vinci College. •
Vraaggesprek tussen oude rot en star, geleid door middagvoorzitter.
17.10 uur – 17.30 uur Analyse en aanbevelingen door Hans Onno van den Berg en Martin Berendse. 17.30 uur – Borrel
21
C U LT U U R I N D E B V E - S E C T O R
22
C U LT U U R I N D E B V E - S E C T O R
ROEPNAAM
G.H. Dia Harm Jos Eveline Marthe Hans Noortje Martin Hans Onno Mia Astrid Iris Ada Rinske Pieter Jan Anneke Arthur Gerdy Marleen Nelleke Wietske Anna Co Marjanne Peter Miran Frans Kees Nicolette Folkert L. Marieke Esther Marjo Willem Carla Christine Mayssa Arno
ACHTERNAAM
Aerts Aris Baaijens Baeder Baud Bauwens Bemmel Benne Berendse Berg Bink Bleys Boon Bosman Brand Broere Caspel Cosquino deBussy Deursen Dijkstra Douw Eijsden Elffers Engberts Evegroen Evers Fooij Frijns Gool Groenhart Haanstra Haas Heinsbroek Herberts Hoorn Houtkool Hoven Jetten Joni Kanters
Deelnemers
v.d.
van
de
van
van
van le van
v.d.
v.d.
van
Koning Willem I College Kunstbende Utrecht ROC Zadkine
EDU-ART Gelderland Kunstencentrum Groningen Koorenhuis Creativiteitscentrum de Cirkel Heerenveen Theater Lantaren/Venster OC&W ROC Zadkine Landstede Zwolle ROC Zadkine Stichting Muziekschool Kerkrade ROC De Amerlanden DaVinci College SCO Kohnstamm Instituut UvA Ministerie v. OC&W, directie BVE, afd. Boxtel ROC Utrecht Kennisnet Cultuurnetwerk Nederland
Baronie College Arion Muzikale Activiteiten Steunpunt Kunst & Cultuur Eemland ROC Groningen Cultuurnetwerk.nl Baronie College afd. Zorg ROC De Amerlanden
ROC v A ROC Zadkine Kunstbende Gelderland Rijn IJsselcollege ROC ROC Utrecht Cultuurnetwerk.nl SLO Gemeente Haarlem, Sector MO, afd. Cultuur OCW, directie Kunsten
BEDRIJF Naaldwijkstraat 45 Bellinistraat 60 Steijnstraat 12 Veluwestraat 120 Postbus 3065 Postbus 61 Postbus 2041 Postbus 3333 Postbus 25000 Lauriergracht 128 Terheijdenseweg 414 Hoendiepstraat 18 Postbus 1339 Postbus 281 Postbus 61 Nieuwe Inslag 46 Postbus 789 Lauriergracht 41 F Vosselmanstraat 2 Postbus 1633 Postbus 857 Groningerstraatweg 105 Postbus 25278 Postbus 25000 Bellinistraat 60 Ariohof 3 Bellinistraat 60 Postbus 76 Postbus 789 Postbus 1184 Postbus 94208 Europaweg 4 Cornelis Evertsenstraat 27 Postbus 778 Postbus 805 Nicolaas van der Laanstr 3 rood Westerzicht 317 Postbus 122 Postbus 1339 Bellinistraat 60
ADRES 1059 GJ 2901 KA 6814 AM 6813 EE 3502 GB 3500 AB 7500 CA 2001 DH 2700 LZ 1016RS 4826 AB 3522 GC 3800 BH 9700 AG 3500 AB 4817 GX 3800 AT 1016 RG 7311 CL 9701 BP 2501 CW 8922 GB 3001 HG 2700 LZ 2901 KA 8262 WL 2901 KA 6460 AB 3800 AT 3300 BD 1090 GE 2711 AH 3572 JR 2700 AT 3500 AV 2013 BL 4385 BB 5201 AC 3800 BH 2901 KA
POSTCODE
AMSTERDAM CAPELLE AAN DEN IJSSEL ARNHEM ARNHEM UTRECHT UTRECHT ENSCHEDE HAARLEM ZOETERMEER AMSTERDAM BREDA UTRECHT AMERSFOORT GRONINGEN UTRECHT BREDA AMERSFOORT AMSTERDAM APELDOORN GRONINGEN 'S-GRAVENHAGE LEEUWARDEN ROTTERDAM ZOETERMEER CAPELLE AAN DEN IJSSEL KAMPEN CAPELLE AAN DEN IJSSEL KERKRADE AMERSFOORT DORDRECHT AMSTERDAM ZOETERMEER UTRECHT ZOETERMEER UTRECHT HAARLEM VLISSINGEN 'S-HERTOGENBOSCH AMERSFOORT CAPELLE AAN DEN IJSSEL
WOONPLAATS
23
C U LT U U R I N D E B V E - S E C T O R
ROEPNAAM
Bernadette Mariëlle Ankie Maarten Ditte Henk Grietineke John Laurens Margot Mia Ad Louise Arda Elly Inge Martine C.M. Cora Jonaske Maaike Jan Jakop Andrea Patriek H. Gerrie Boukje M. Sanae Anita Xandra Riet Katelijn Hanneke Richard Marlon Agnes Ewald
ACHTERNAAM
Kievits Koster Krom Lammers Langenhorst Lebesque Lier Linnenbank Meulen Mombers Naaijkens Niekerk Noo Orzechowski Pastoor Pijnacker Hordijk Rasing Renders Rijn Ruiter Rundberg Schuringa Sickmann Sluys Snoeij Soede Spit Steeg Takeuchi Twaalfhoven Vegt Visker Vreede Wiersma Witte Wolfs Zanden Zimmerman
v/d
de
v.d.
v.d.
van
van de
van de
v.d.
Organisatie Mondriaan Onderwijsgroep Ministerie van OC & W Muziekschool N-Twente Rijn IJssel College Unit Algemene Educatie Bulletin Cultuur en School ROC ASA/Hoog Sticht Alfa-College Bureau Promotie Podiumkunsten Gemeente Eindhoven Gemeente Zaanstad Hogeschool Leeuwarden Baronie College I.d. college
ROC De Amerlanden Unit WZD Landstede Zwolle Provincie Gelderland Kunstbende ROC De Amerlanden Landstede Zwolle Alfa-College ROC Utrecht ROC Utrecht ROC De Amerlanden Kunstencentrum Helmond De Gruitpoort Raad voor Cultuur ROC Utrecht Alfa-College Centrum Beeldende Kunst Kennisnet Werkschuit Gouda Koning Willem I College Cultuurnetwerk Nederland Kunstencentrum Groningen Alfa-College ROC De Amerlanden Rijn IJsselcollege ROC
BEDRIJF Postbus 789 Ariohof 3 Postbus 9090 Leghornstraat 13 Postbus 789 Ariohof 3 Postbus 230 Postbus 3065 Postbus 3065 Postbus 789 Speelhuisplein 2 Postbus 225 Postbus 61234 Gerard Noodtstraat 13 Postbus 233 Postbus 775 Postbus 778 Bloemendaalseweg 48 Postbus 122 Postbus 805 Postbus 1633 Postbus 233 Postbus 789 Veluwestraat 120 Pilotenlaan 7 Brouwersgracht 50 Postbus 25000 Elisabethhof 2 De Houtmanstraat 25 Vrijheidslaan 38-2hoog Pagelaan 1 Zuringes 13 Johannes Vermeerstraat 55 Postbus 2358 Westzijde 148 Moesstraat 9c Nieuwe Inslag 46 Johan de Wittstraat 49
ADRES 3800 8262 6800 1109 3800 8262 9700 3502 3502 3800 5701 7000 2506 3515 9700 9700 2700 2804 5201 3500 9701 9700 3800 6813 8017 2512 2700 7607 6826 1078 3525 9407 1071 5600 1506 9717 4817 2334
AT WL GX BW AT WL AE GB GB AT RE AE AE VV AE AT AT AB AC AV BP AE AT EE GG ER LZ ZD PE PL GW CC DM CJ EK JT GX AN
POSTCODE AMERSFOORT KAMPEN ARNHEM AMSTERDAM ZUIDOOST AMERSFOORT KAMPEN GRONINGEN UTRECHT UTRECHT AMERSFOORT HELMOND DOETINCHEM 'S-GRAVENHAGE UTRECHT GRONINGEN GRONINGEN ZOETERMEER GOUDA 'S-HERTOGENBOSCH UTRECHT GRONINGEN GRONINGEN AMERSFOORT ARNHEM ZWOLLE 'S-GRAVENHAGE ZOETERMEER ALMELO ARNHEM AMSTERDAM UTRECHT ASSEN AMSTERDAM EINDHOVEN ZAANDAM GRONINGEN BREDA LEIDEN
WOONPLAATS
Colofon
Cultuur in de Bve-sector.Verslag studiemiddag 7 december 2001 is een gezamenlijke uitgave van Cultuurnetwerk Nederland en de Kunstbende.
Verslag Anja Geldermans Productie Cultuurnetwerk Nederland
Cultuurnetwerk Nederland Ganzenmarkt 6 Postbus 61 3500 AB Utrecht Telefoon 030-236 12 00 Fax 030-236 12 90 E-mail
[email protected] Internet www.cultuurnetwerk.nl
Kunstbende Postbus 15980 1001 NL Amsterdam Telefoon 020-521 99 22 Fax 020-521 99 20 E-mail
[email protected] Internet www.kunstbende.nl
2002.001