CROOSWIJK, ERF(T)GOED!
Lisette Tanis
CROOSWIJK, ERF(T)GOED! EEN ONDERZOEK NAAR BELEVENISSEN OP BASIS VAN HET DNA VAN CROOSWIJK
Eindexamenscriptie Lisette Tanis Studente aan NHTV internationale hogeschool Breda Opleiding HTRO - hoger toeristisch recreatief onderwijs Afstudeerrichting: Management Toerisme September 2006
Samenvatting Begin 2006 is het ‘Strategisch Bedrijfsplan 2006-2010. Vrije tijd is het waard’ verschenen binnen Sport en Recreatie, een dienst van de gemeente Rotterdam. Volgens dit Strategisch Bedrijfsplan zijn een aantal ontwikkelingen in de vrijetijdssector gaande die van invloed zijn op het productaanbod van Sport en Recreatie (in het navolgende: SenR). Eén van die ontwikkelingen waarop SenR wil inspelen is ‘meedoen aan belevenissen’. SenR wil ten aanzien hiervan onderzocht hebben hoe zij kan inspelen op de belevenismaatschappij. Zij wil daarom betekenissen van wijken vertalen naar activiteiten die de wijken recreatief en/of toeristisch op de kaart zetten. Deze vertaling moet onderscheidend zijn en daarom zo min mogelijk ‘meer van hetzelfde’ bevatten. In de eerste plaats gaat het om belevenissen voor de bewoners zelf. Het onderzoek is gericht op het ontwikkelen van onderscheidende activiteiten, die een memorabele belevenis vormen, en dus verrassend en eventueel identiteitsverfrissend zijn, voor de Rotterdamse wijk Crooswijk. Aan de hand van dit onderzoek kan SenR in de toekomst zelf werken aan het creëren van memorabele belevenissen voor andere wijken in Rotterdam. Voor het onderzoek is de volgende doelstelling geformuleerd: “Inzicht verkrijgen in het DNA (het eigene, de ziel) van Crooswijk en de daaruit voortvloeiende kernwaarden die karakteristiek zijn voor Crooswijk, teneinde een concept te ontwikkelen dat resulteert in memorabele belevenissen (onderscheidende activiteiten) voor de wijk, die in eerste instantie de bewoners aanspreekt en eventueel ook bezoekers van buitenaf trekt.” De probleemstelling hierbij luidt als volgt: “Wat is het DNA (het eigene, de ziel) van Crooswijk, welke kernwaarden, voortvloeiend uit dit DNA, kunnen hiertoe worden geformuleerd en hoe kunnen deze worden doorvertaald naar memorabele belevenissen (onderscheidende activiteiten)?” Bij dit onderzoek gaat het om een DNA-search. Er wordt op zoek gegaan naar de ziel van de wijk, welke het DNA vormt. Hieruit vloeien vervolgens een aantal kernwaarden voort, welke de basis vormen voor een te ontwikkelen concept. Met behulp van imagineering kunnen deze worden doorvertaald naar (memorabele) belevenissen. Gekozen is om dit onderzoek uit te voeren aan de hand van imagineering, omdat dit veelal verrassende en sterke concepten oplevert. Het DNA van Crooswijk is geformuleerd in een aantal kernwaarden, te weten: •
Authenticiteit
•
Eerlijkheid
•
Saamhorigheid
•
Betrokkenheid
•
Eigenzinnigheid
•
Trots
•
Dorps(gevoel)
•
Gemoedelijkheid
•
Vechtlust
Deze kernwaarden zijn gebaseerd op het karakteristieke van het vroegere Crooswijk. Het sleutelwoord voor het ontwikkelen van belevenissen authenticiteit is. Het feit dat de kernwaarden nu minder of bijna niet meer gelden voor Crooswijk speelt in deze geen rol, daar in deze scriptie wordt gekeken naar hoe deze kernwaarden het verleden, op een moderne en/of verfrissende manier, kunnen terugbrengen. Het gaat om het (her)beleven van de, in de historie van Crooswijk gewortelde, heartbeat door zowel de huidige als de nieuwe bewoners. De kernwaarden moeten daarom doorklinken in de belevenissen en moeten ervoor zorgen dat de bewoners geraakt worden door het eigene van de wijk. Als wordt gekeken naar bovenstaande kernwaarden, kan worden opgemerkt dat dorps(gevoel) niet geheel getypeerd kan worden als een kernwaarde. Het is in feite meer een samenvattend begrip van alles wat een dorp omvat. De keuze om dorps(gevoel) als kernwaarde zijnde toch op te nemen in deze scriptie, is omdat dit uit de diepte-interviews nadrukkelijk naar voren kwam. Volgens de Crooswijkers maakt namelijk juist het dorpse tot wat de wijk is. Dat naast huidige bewoners ook wordt gesproken over nieuwe bewoners, heeft te maken met het feit dat in Nieuw Crooswijk de aankomende jaren een grootschalige herstructurering zal plaatsvinden. Deze herstructurering brengt veel nieuwe bewoners met zich mee. De belevenissen moeten daarom zowel de huidige als de nieuwe bewoners aanspreken. De kernwaarden zijn geclusterd, waardoor sterke clusters van kernwaarden ontstaan. Die clusters zijn vervolgens geconcretiseerd in een aantal zogenaamde brands. De kernwaarde trots verbindt de kernwaarden en de brands onderling, omdat de Crooswijkers trots zijn op hun wijk en haar bewoners. •
Crooswijk, een solidaire wijk (uit: saamhorigheid, gemoedelijkheid en betrokkenheid)
•
Crooswijk, een vertrouwde en geborgen wijk (uit: authenticiteit en dorps(gevoel))
•
Crooswijk, een wijk met lef (uit: eerlijkheid, eigenzinnigheid en vechtlust)
Bovengenoemde brands komen tevens terug op de omslag van de scriptie. De drie afbeeldingen verwoorden Crooswijk. Het handen schudden staat voor ‘Crooswijk, een solidaire wijk’, het babyhandje in de hand van de moeder staat voor ‘Crooswijk, een vertrouwde en geborgen wijk’ en de vuist van Bep van Klaveren staat voor ‘Crooswijk, een wijk met lef’. De visie is als het volgt geformuleerd: “Vanuit de heartbeat van de wijk moeten onderscheidende activiteiten worden ontwikkeld die het karakteristieke van Crooswijk op een moderne en/of verfrissende manier naar boven haalt en hiermee zowel de huidige als de nieuwe bewoners aanspreekt.”
De creatieve vertaalslag van de visie wordt aangeduid met concept. Het concept voor Crooswijk luidt: Crooswijk, erf(T)goed! Dit concept heeft een ‘dubbele’ betekenis. Het slaat op het (culturele) erfgoed van Crooswijk. Dit houdt in dat het verleden van Crooswijk waardevol is en moet worden bewaard voor de toekomst. Tevens slaat dit concept op het feit dat de bewoners die in Crooswijk wonen (of gaan wonen) ‘goed erven’. Zij erven het bijzondere verleden van Crooswijk. En dat is iets om trots op te zijn. Uit dit concept zijn de volgende activiteiten ontwikkeld: •
“De schatten van Crooswijk” Verhalenroute “Het erfgoed van Crooswijk”: Een verhalenroute langs de historierijke plekken die een belangrijke rol hebben gespeeld in het verleden van Crooswijk. Slooppandentocht “Crooswijk vertelt”: Een tocht langs te slopen panden én huizen waar in het verleden bijzondere gebeurtenissen hebben plaatsgevonden. “Expeditie schatkist”: Een schatkist, gemaakt van het sloopmateriaal uit Crooswijk, waarin verhalen en herinneringen aan Crooswijk worden gedeponeerd, die vervolgens kan worden gebruikt voor verschillende doeleinden.
•
“Eigenzinnig Crooswijk” “Voetbal met lef”: Op basis van de brand ‘Crooswijk, een wijk met lef’ kan een panna-kooi en een panna-toernooi worden georganiseerd. Bij panna-voetbal draait het om de kernwaarden eigenzinnigheid, eerlijkheid en vechtlust: kernwaarden uit het oude Crooswijk. “De straatcultuur van Crooswijk”: Inspelend op de ‘urban lifestyle’ die overeenkomsten toont met een aantal kernwaarden uit het oude Crooswijk kan samen met het panna-voetbal (is ook urban) de straatcultuur van Crooswijk worden gecreëerd door middel van aspecten uit de ‘urban lifestyle’ zoals graffiti en muziek.
•
“Levende geschiedenis in Crooswijk” “Daar komen de schutters”: Met behulp van de term ‘levende geschiedenis’ wordt de schutterij ‘teruggebracht’ in Crooswijk.
•
“Crooswijkers laten zich niet slopen” “De vechtlust van The Dutch Windmill”: Een boksevenement die de vechtlust van Crooswijkers en de Crooswijkse bokser Bep van Klaveren weerspiegelt.
Voorwoord Voor u ligt mijn scriptie “Crooswijk, erf(T)goed! Een onderzoek naar belevenissen op basis van het DNA van Crooswijk” die geschreven is in het kader van de opleiding Management Toerisme aan de NHTV internationale hogeschool Breda. Na vier jaar aan deze hogeschool te hebben gestudeerd, is nu de tijd gekomen om af te sluiten. Naar aanleiding van de afstudeeropdracht van Sport en Recreatie, een dienst van de gemeente Rotterdam, ben ik de afgelopen maanden bezig geweest met een onderzoek in het kader van belevenissen voor de Rotterdamse wijk Crooswijk. Een interessant onderzoek in een leuke wijk waar ik met veel plezier aan heb gewerkt, ondanks de strubbelingen die er af en toe waren. Zo waren er in de loop der tijd diverse wijzigingen in de vooraf geformuleerde afstudeeropdracht, welke het schrijven van de scriptie meer tijd deden kosten dan in eerste instantie verwacht. Eén van die wijzigingen is echter gedeeltelijk te verwijten aan mezelf, omdat ik er (bewust) voor heb gekozen de afstudeeropdracht groter te maken dan deze in eerste instantie was. De afstudeeropdracht, zoals deze in het begin was geformuleerd, betrof een onderzoek naar de toepassing van belevenissen op vrijetijdsvoorzieningen in Rotterdam, uitgezocht voor het multifunctionele sportcentrum Schuttersveld (Crooswijk). Echter, toen ik de paper ‘Een bestemming als (toeristisch) merk? Concept- en productontwikkeling vanuit het DNA van een bestemming’ van mijn docentbegeleider onder ogen kreeg, was ik verkocht! Een dergelijke afstudeeropdracht leek mij een interessante opdracht die ik graag voor Sport en Recreatie zou willen uitvoeren. Na overleg met zowel mijn bedrijfs- als docentbegeleider werd mijn afstudeeropdracht gewijzigd in: Het ontwikkelen van belevenissen (onderscheidende activiteiten) voor Crooswijk op basis van het DNA van de wijk. Na een aantal maanden hard werken, is de scriptie dan eindelijk voltooid. Mede door de hulp van een aantal personen, die ik hier dan ook wil bedanken. Allereerst gaat mijn dank uit naar mijn bedrijfsbegeleider Gerard van der Linden. Niet alleen voor zijn begeleiding en adviezen, maar tevens voor de leuke gesprekken die we hebben gehad en bovendien de interesse die hij gedurende het gehele onderzoek heeft getoond. Ten tweede wil ik mijn docentbegeleider George de Vink bedanken voor zijn goede ideeën en begeleiding. De gesprekken en e-mailcontacten die ik met hem had, heb ik altijd als inspirerend en nuttig ervaren.
Tevens wil ik iedereen bedanken die mij tijdens mijn onderzoek op welke manier dan ook heeft geholpen: bewoners en professionals uit Crooswijk en personen binnen Sport en Recreatie, vanwege hun bereidwillige instelling met betrekking tot het doen van diepte-interviews, creatieve sessies of op welke manier dan ook. Tot slot wil ik mijn vriend Olivier bedanken die altijd achter mij heeft gestaan en waar mogelijk geholpen of moed ingepraat als ik het even niet meer zag zitten. Rotterdam, september 2006
Lisette Tanis
Inhoudsopgave Pagina
Samenvatting Voorwoord 1
Inleiding. Een introductie van het onderzoek.
11
2
Probleemverkenning. Een afbakening van het onderzoek.
12
§ 2.1
Achtergrond en aanleiding
12
§ 2.2
Probleemanalyse
13
§ 2.3
Doelstelling
14
§ 2.4
Probleemstelling
14
§ 2.5
Onderzoeksvragen
14
§ 2.6
Methode van onderzoek
15
2.6.1
Kwalitatief onderzoek
15
2.6.1.1
Diepte-interview
15
2.6.1.2
Groepsdiscussie
16
2.6.2
3
Methode van onderzoek per onderzoeksvraag
18
Theoretisch kader. De theorie nader toegelicht.
21
§ 3.1
De opkomst van de belevenismaatschappij
21
§ 3.2
Belevenis versus beleving
23
§ 3.3
Imagineering
24
3.3.1
Bestemmingsmarketing en merkontwikkeling
25
3.3.2
Visie, concept en belevenissen
26
3.3.3
Onderscheidende componenten
28
3.3.4
Belevenissen creëren
29
3.3.5
Kenmerken en criteria memorabele belevenis
30
§ 3.4
Waarden en waardeonderzoek
30
§ 3.5
Identiteit
31
§ 3.6
Verantwoording werkwijze
32
4
De wijk. Een wijkschets van Crooswijk.
33
§ 4.1
Introductie
33
§ 4.2
De historie van Crooswijk
34
4.2.1
Arbeiderswijk
36
Sporen uit het verleden
37
4.3.1
Groene plekken
37
4.3.2
Historische plekken
39
4.3.3
Bekende Crooswijkers
40
§ 4.3
§ 4.4 § 4.5 § 4.6
5
Bevolkingssamenstelling
42
4.4.1
42
Karakteristiek Crooswijk
43
4.5.1
46
Het Crooswijkgevoel
Tot slot
46
Externe factoren. Ontwikkelingen en trends.
48
§ 5.1
Ontwikkelingen in Crooswijk
48
5.1.1
Herstructurering Nieuw Crooswijk
48
5.1.1.1
50
5.1.2 § 5.2
6
Huidige bevolkingssamenstelling
Veranderende bevolkingssamenstelling Nieuw Crooswijk
Crooswijk, een wijk in verandering
52
Trends in de samenleving
54
5.2.1
Demografische trends
54
5.2.2
Sociaal-culturele trends
54
5.2.2.1
De consument en de maatschappij
55
5.2.2.2
De consument en zijn vrije tijd
57
5.2.2.3
De consument en belevenissen
57
5.2.2.4
(Lokale) identiteit
58
§ 5.3
Slotconclusie
60
§ 5.4
Tot slot
62
Kernwaarden. De gebiedsspecifieke waarden voor Crooswijk.
63
§ 6.1
Kernwaarden Crooswijk
63
§ 6.2
Keuzes kernwaarden Crooswijk
66
6.2.1
Clustering van kernwaarden
66
6.2.2
Brands voor Crooswijk
67
§ 6.3
Tot slot
69
7
8
Heartbeat. De basis voor de toekomst van Crooswijk.
70
§ 7.1
Naar een visie voor Crooswijk
70
§ 7.2
De visie voor Crooswijk
71
Concept. De paraplu voor de belevenissen.
72
§ 8.1
Naar een concept voor Crooswijk
72
8.1.1
Discrepanties
72
8.1.2
Cultureel erfgoed
73
§ 8.2
9
Het concept voor Crooswijk
74
Belevenissen. De uitwerkingen van het concept.
76
§ 9.1
Naar belevenissen voor Crooswijk
76
§ 9.2
De belevenissen voor Crooswijk
77
9.2.1
“De schatten van Crooswijk”
77
9.2.2
“Eigenzinnig Crooswijk”
81
9.2.3
“Levende geschiedenis in Crooswijk”
84
9.2.4
“Crooswijkers laten zich niet slopen”
86
§ 9.3
Ondersteunende middelen
88
§ 9.4
Organisatorische factoren
88
§ 9.5
Rotterdam Durft
89
Literatuuroverzicht Bijlagen
90
1
Inleiding Een introductie van het onderzoek
In dit hoofdstuk wordt een korte introductie gegeven van de opdrachtgever en het onderwerp van de scriptie. Tevens zal de opzet nader worden toegelicht. Sport en Recreatie (in het navolgende: SenR) is de gemeentelijke dienst voor sport, spel en vrije tijd, natuur- en milieueducatie, wijkvoorzieningen en evenementen. Begin 2006 is binnen SenR het ‘Strategisch Bedrijfsplan 2006-2010. Vrije tijd is het waard’ verschenen. Hierin komt naar voren dat SenR zich lange tijd behoudend heeft opgesteld. Het publieke vrijetijdsaanbod vindt zijn oorsprong voor een aanzienlijk deel in de jaren zestig en zeventig. Lange tijd heeft SenR zich aan de oorspronkelijke ideeën vastgehouden. Nu staat een vernieuwingsslag voor de deur. Het aanbod aan voorzieningen en activiteiten van SenR kan niet ontsnappen aan de moderne eisen van deze tijd. Van SenR wordt daarom een andere rol verwacht en de tijd is gekomen om alle ontwikkelingen te overzien en om opnieuw de prioriteiten voor de komende vier jaar vast te stellen. Eén van de ontwikkelingen die gaande is in de vrijetijdssector en die van invloed is op het productaanbod van SenR is ‘meedoen aan belevenissen’. Deze ontwikkeling vormt de basis voor het schrijven van de scriptie. Na dit inleidende hoofdstuk, volgt de Probleemverkenning. Dit hoofdstuk geeft inzicht in de situatie waarin dit onderzoek is ontstaan en welk probleem opgelost dient te worden. In Theoretisch kader worden de in de scriptie gebruikte theorieën en begrippen nader verklaard. Duidelijk wordt ook waarom op deze manier te werk wordt gegaan en wat daarvan het voordeel is voor de beoogde te ontwikkelen activiteiten1 in Crooswijk. Vervolgens wordt in De wijk een schets gegeven van Crooswijk, welke een belangrijk onderdeel van de scriptie vormt. Dit hoofdstuk heeft namelijk tot doel het achterhalen van de ziel van Crooswijk (de zogenaamde DNA-search). In Externe factoren wordt ingegaan op de ontwikkelingen en trends en welke effecten deze hebben op de te ontwikkelen activiteiten in Crooswijk. De gebiedsspecifieke kernwaarden voor Crooswijk die voortvloeien uit het DNA worden in Kernwaarden geformuleerd. Daarna volgt Heartbeat, welke de basis vormt voor de toekomst van Crooswijk. Hierin wordt namelijk de visie voor de beoogde te ontwikkelen activiteiten gevormd. In Concept wordt de vertaalslag van visie naar concept gemaakt. Tot slot volgen in Belevenissen de uitwerkingen van dit concept. De uitwerkingen vormen de onderscheidende activiteiten voor Crooswijk. Deze worden gevolgd door het literatuuroverzicht en de bijlagen. 1
In deze scriptie worden de begrippen ‘activiteiten’, ‘onderscheidende activiteiten’, ‘belevenissen’ en ‘memorabele
belevenissen’ voor Crooswijk door elkaar gebruikt. De betekenissen zijn echter alle hetzelfde.
2
Probleemverkenning Een afbakening van het onderzoek
Dit hoofdstuk geeft inzicht in de situatie waarin dit onderzoek is ontstaan. Duidelijk wordt wat de achtergrond en aanleiding van het onderzoek zijn. Daarna volgt de probleemanalyse. Vervolgens worden de doelstelling, probleemstelling en onderzoeksvragen geformuleerd. Tot slot volgt de methode van onderzoek.
§ 2.1
Achtergrond en aanleiding
Rotterdammers leven, wonen en werken aan het water. Hier stromen mensen uit de hele wereld samen. Jong van geest, vernieuwend en gedurfd. Altijd op zoek naar ruimte om te bewegen. Een gedreven stad, die meer verrast naarmate je haar beter leert kennen. Geen stad van woorden, maar van daden. Een stad die durft (Sport en Recreatie, 2006). In deze context biedt SenR Rotterdammers alle kansen om hun vrije tijd zo sportief en leuk mogelijk te besteden. SenR voert activiteiten uit voor de inwoners van Rotterdam, voorziet in accommodaties, stimuleert recreatieve programma’s van derden en maakt beleid. Met ruim 13 miljoen bezoeken per jaar voorziet SenR in een grote behoefte. SenR staat midden in de samenleving en daarmee midden in de ontwikkelingen van de stad Rotterdam. Rotterdam beweegt en dat slaat aan. De missie van SenR luidt: “Wij bieden Rotterdammers mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding en dragen zo bij aan de sociale samenhang en leefbaarheid van de stad, met als resultaat: Rotterdam attractieve stad!” De omgeving van SenR verandert echter. Trends en ontwikkelingen in de vrijetijdssector volgen elkaar steeds sneller op. De volgende ontwikkelingen in de vrijetijdssector zijn de komende vier jaar van grote invloed op het productaanbod van SenR (Sport en Recreatie, 2006): •
Blijvende druk op leefbaarheid in de achterstandswijken
•
Aandacht voor overgewicht
•
Meedoen aan belevenissen
•
Verdergaande individualisering
Deze scriptie is geschreven in het kader van de ontwikkeling ‘meedoen aan belevenissen’. Bij belevenissen wordt ingespeeld op de belevenismaatschappij2. Belevenissen vragen om een andere manier van werken. Het is een ander type vraagstuk, het is een maatschappelijke tendens waarop moet worden ingespeeld. Het gaat om aanpassen aan en inspelen op, in plaats van bestrijden van of oplossen van. Immateriële zaken, emoties en waarden bepalen steeds meer de keuze van de consument. Authenticiteit en oorspronkelijkheid zijn sleutelwoorden. De belevenismaatschappij is dan ook geen kwestie van een ander aanbod, maar van inspelen op deze aspecten.
§ 2.2
Probleemanalyse
Nu de belevenismaatschappij een tendens is die onomkeerbaar is, wil SenR hier dan ook graag op in spelen. Er is de afgelopen tijd veel gesproken en geschreven over beleving en belevenissen (o.a.: ‘De stad als belevenis, het voorprogramma. Een discussienotitie over vrijetijdsbesteding in Rotterdam’, 2001; ‘De stad als belevenis, het hoofdprogramma. Een kader voor een integraal Rotterdams vrijetijdsbeleid. Visie en advies’, 2001 en het ‘Strategisch Bedrijfsplan 2006-2010. Vrije tijd is het waard’, 2006). SenR heeft echter nog niet de vertaalslag van theorie naar praktijk kunnen maken. SenR wil ten aanzien hiervan onderzocht hebben hoe zij kan inspelen op de belevenismaatschappij. Zij wil daarom betekenissen van wijken vertalen naar activiteiten die de wijken recreatief en/of toeristisch op de kaart zetten. Deze vertaling moet onderscheidend zijn en daarom zo min mogelijk ‘meer van hetzelfde’ bevatten. Het gaat om inspirerende en onderscheidende activiteiten op basis van lokale identiteiten. In de eerste plaats gaat het om activiteiten voor de bewoners zelf. In een later stadium kan worden gekeken of hiermee ook bezoekers naar de wijken kunnen worden getrokken; allereerst bezoekers van elders uit de stad tot later wellicht bezoekers van buiten de stad. Dit afstudeeronderzoek is gericht op het ontwikkelen van onderscheidende activiteiten, die een memorabele belevenis vormen, en dus verrassend en eventueel identiteitsverfrissend zijn, voor de Rotterdamse wijk Crooswijk. Hiertoe is het allereerst noodzakelijk op zoek te gaan naar het DNA (het eigene, de ziel) van de wijk. Uit dit DNA vloeien een aantal kernwaarden voort, welke de basis vormen voor een te ontwikkelen concept. Het concept vormt de paraplu voor de belevenissen (de onderscheidende activiteiten). In overleg met SenR is gekozen voor de wijk Crooswijk, omdat hierover de meeste informatie beschikbaar was.
2
Veelal ook beleveniseconomie genoemd (o.a. door de grondleggers Pine en Gilmore). In deze scriptie wordt het begrip
belevenismaatschappij gehanteerd, omdat belevenissen in een maatschappelijke context moeten worden gezien.
Omdat SenR niet bekend is met het creëren van memorabele belevenissen, met behulp van imagineering, vormt dit onderzoek gelijktijdig een handleiding voor SenR. Aan de hand hiervan kan zij in de toekomst zelf werken aan het creëren van memorabele belevenissen voor andere wijken in Rotterdam.
§ 2.3
Doelstelling
De doelstelling van het onderzoek is als het volgt te formuleren: “Inzicht verkrijgen in het DNA (het eigene, de ziel) van Crooswijk en de daaruit voortvloeiende kernwaarden die karakteristiek zijn voor Crooswijk, teneinde een concept te ontwikkelen dat resulteert in memorabele belevenissen (onderscheidende activiteiten) voor de wijk, die in eerste instantie de bewoners aanspreekt en eventueel ook bezoekers van buitenaf trekt.”
§ 2.4
Probleemstelling
De probleemstelling kan nu worden geformuleerd. Deze luidt als volgt: “Wat is het DNA (het eigene, de ziel) van Crooswijk, welke kernwaarden, voortvloeiend uit dit DNA, kunnen hiertoe worden geformuleerd en hoe kunnen deze worden doorvertaald naar memorabele belevenissen (onderscheidende activiteiten)?”
§ 2.5
Onderzoeksvragen
De bovengenoemde probleemstelling valt uiteen in meerdere onderzoeksvragen, namelijk: 1. Wat is het DNA (het eigene, de ziel) van Crooswijk? 2. Welke kernwaarden, voortvloeiend uit het DNA, kunnen voor Crooswijk worden geformuleerd? 3. Wat zijn de visie en het concept die hieruit ontstaan? 4. Hoe worden visie en concept doorvertaald naar memorabele belevenissen (onderscheidende activiteiten) die verrassend en eventueel identiteitsverfrissend zijn? 3
3
SenR is de gemeentelijke organisatie voor sport, spel en vrije tijd, natuur- en milieueducatie, wijkvoorzieningen en
evenementen. De memorabele belevenissen die worden ontwikkeld, dienen hier dan ook op aan te sluiten.
§ 2.6
Methode van onderzoek
In het onderstaande wordt de methode van onderzoek nader toegelicht. Bij dit onderzoek gaat het om een DNA-search. Er wordt op zoek gegaan naar de ziel van de wijk, welke het DNA vormt. Hieruit vloeien vervolgens een aantal kernwaarden voort. Met behulp van imagineering kunnen deze worden doorvertaald naar (memorabele) belevenissen. Gekozen is om dit onderzoek uit te voeren aan de hand van imagineering, omdat dit veelal verrassende en sterke concepten oplevert. Tijdens het onderzoek is gebruik gemaakt van zowel deskresearch als fieldresearch. Met deskresearch wordt uitsluitend informatie verkregen uit bestaande bronnen. Fieldresearch bestaat uit het verzamelen van nieuwe gegevens. Fieldresearch bestaat uit twee methoden, namelijk kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Kwantitatief onderzoek biedt cijfermatig inzicht en geeft veelal antwoorden op vragen die in termen van hoeveelheid kunnen worden uitgedrukt. Deze methode wordt tijdens dit onderzoek niet gebruikt. Wel wordt de methode van kwalitatief onderzoek gebruikt. Daarom wordt op deze methode dieper ingegaan. 2.6.1
Kwalitatief onderzoek
Kwalitatief onderzoek is veelal kleinschalig en is gericht op het achterhalen van gedachten, gevoelens, associaties, motieven, wensen en voorkeuren. De meest gebruikte methoden van kwalitatief onderzoek zijn diepte-interviews en groepsdiscussies. In dit onderzoek is van beide methoden gebruik gemaakt. 2.6.1.1 Diepte-interview Een diepte-interview is een intensief één-op-één gesprek waarbij het doel is een diepgaand inzicht te verkrijgen, het hoe en waarom te weten te komen en de achterliggende visies, opvattingen en waarden te achterhalen. Bij een diepte-interview wordt gebruik gemaakt van een topiclijst (zie bijlage 1 voor de gebruikte topiclijst in dit onderzoek). De volgorde van de gespreksonderwerpen ligt niet vast. Het grote probleem van een goed diepte-interview is ‘de diepte vinden’. Alleen dat levert kwalitatief goed werk op. Diepte vinden is voornamelijk een kwestie van goed en effectief gebruik van vraagtechnieken. Dit varieert van woordkeuze, zinsgebruik en intonatie tot aan het toepassen van elicitatietechnieken (ontlokkingstechnieken) die een respondent ertoe aanzet om ‘de diepte in te gaan’. Laddering is een bruikbare techniek. Het gaat hierbij om doorvragen en het steeds maar stellen van ‘waarom’-vragen (Vereniging voor Statistiek en Onderzoek, 2004).
Om het DNA te achterhalen in het kader van dit onderzoek is het noodzakelijk om zowel diepteinterviews te doen met bewoners als met professionals die op verschillende vlakken actief zijn in Crooswijk. 2.6.1.2 Groepsdiscussie Een groepsdiscussie, ook wel rondetafeldiscussie genoemd, is een gesprek met maximaal acht personen onder leiding van een gespreksleider. Een groepsdiscussie is met name geschikt om een breed inzicht te geven in meningen en denkbeelden die bestaan ten aanzien van een bepaald onderwerp (Schulte & Van Gool, 2005, p. 17). Een bijzondere vorm van een groepsdiscussie is een creatieve sessie. Een creatieve sessie bestaat uit de toepassing van een combinatie van verschillende technieken. Walravens (1997, in Nijs & Peters, 2002, p. 203-205) onderscheidt een viertal randvoorwaarden voor het gebruik van creatieve technieken en een viertal grondregels voor een creatieve sessie. •
Randvoorwaarden voor het gebruik van creatieve technieken
-
Tijd: Neem voldoende tijd voor een creatieve sessie: een sessie die binnen een half uurtje moet worden afgewerkt, zal zelden tot resultaat leiden.
-
Houding: Een optimistische, open houding is een voorwaarde voor het welslagen van een creatieve sessie.
-
Kennis: Zorg dat er een gedegen kennis van zaken is voordat een creatieve sessie aanvangt.
-
Omgeving: De omgeving waarin men het best tot ideeën komt, is voor iedereen anders. In zijn algemeenheid kan wel worden gesteld: ongestoord, zonder invloeden van buitenaf en in een omgeving waar men zich prettig voelt.
•
Grondregels voor een creatieve sessie
-
Freewheelen: Hiermee wordt het vrijuit denken bedoeld, zonder bang te zijn dat hetgeen genoemd wordt als belachelijk wordt beoordeeld.
-
Kwantiteit boven kwaliteit: Het is belangrijk dat er zoveel mogelijk ideeën ontstaan en het beoordelen van de ideeën uitgesteld wordt tot later. Uit het ene idee kan namelijk ook weer een ander idee voortkomen.
-
Kruisbestuiven: De meerwaarde van een creatieve sessie ligt in het feit dat ingebrachte ideeën leiden tot nieuwe ideeën. Vanzelfsprekend is het daarom van belang dat iedereen goed luistert. Luisteren is dus minstens zo belangrijk als het spuien van ideeën. Tracht ervoor te zorgen dat een idee inspiratie levert voor een volgend idee.
-
Noteren: Het noteren van alle ideeën (bij voorkeur op een manier die zichtbaar is voor alle deelnemers aan een creatieve sessie) is belangrijk. Op de eerste plaats wordt hiermee voorkomen dat ideeën verloren gaan. Bovendien leiden ideeën tot nieuwe ideeën. Kruisbestuiving wordt gestimuleerd door het opschrijven.
De Bruyn (2000, in Nijs & Peters, 2002, p. 205) voegt hieraan toe: -
“One single target”: Een creatieve sessie dient te beginnen met een heldere (positief geformuleerde) probleemdefinitie.
•
Creatieve technieken
In de literatuur worden verschillende technieken aangereikt om creativiteit te stimuleren. In het onderstaande zullen er twee nader worden toegelicht, te weten: mindmapping en brainwriting 635. -
Mindmapping
Mindmapping is een techniek om zaken kort en krachtig te noteren. Het nodigt uit tot associëren en geeft een goed overzicht van alle bij het onderwerp betrokken aspecten. Het is tevens een middel om structuur aan te brengen en geeft de mogelijkheid verbanden te zien. Een mindmap is een tekening waarin vanuit een centraal punt, waar het onderwerp van de mindmap is genoteerd, allerlei vertakkingen worden aangebracht. De vertakkingen worden gebruikt om gedachten vast te leggen in de vorm van sleutelwoorden, tekeningen en kleuren. Door gebruik te maken van mindmapping wordt sneller informatie opgenomen, wordt de eigen creativiteit gestimuleerd en kan men beter onthouden (Nijs & Peters, 2002, p. 205).
Figuur 2.1
Voorbeeld van een mindmap.
-
Brainwriting 635
Er wordt een tafel voorbereid met evenveel formulieren als personen (doorgaans zes) in de groep. De formulieren zijn voorzien van drie kolommen met bovenaan het vel de probleemstelling. Iedere deelnemer begint met het opschrijven van drie ideeën. Na een aantal minuten (officieel vijf) worden de formulieren doorgegeven waarna op een tweede regel weer drie ideeën worden opgeschreven. Dit gaat door totdat iedereen elk formulier heeft ingevuld. De naam 635 slaat op het idee dat 6 deelnemers iedere 5 minuten 3 ideeën opschrijven (Tassoul, z.j.). Andere veelgebruikte creatieve technieken zijn bijvoorbeeld klassiek brainstormen, storyboarding en de zes denkhoeden van De Bono. 2.6.2
Methode van onderzoek per onderzoeksvraag
Nu de onderzoeksmethoden duidelijk zijn, kan per onderzoeksvraag worden aangegeven welke methode van onderzoek zal worden gebruikt. Voorafgaand aan het beantwoorden van de onderzoeksvragen, zal allereerst in hoofdstuk drie de theorie nader worden toegelicht. Hierbij komen begrippen en theorieën aan bod die essentieel zijn voor het onderzoek. Deze theorie zal als basis dienen voor de rest van het onderzoek. Voor dit hoofdstuk wordt gebruik gemaakt van deskresearch. Het boek ‘Imagineering. Het creëren van belevingswerelden’ (Nijs & Peters, 2002), welke het proces van imagineering beschrijft, dient voornamelijk als basis. Echter, omdat enkele ideeën uit dit boek zijn verouderd, wordt tevens gebruik gemaakt van nieuwe informatie uit papers en artikelen. In hoofdstuk vier wordt de onderzoeksvraag ‘Wat is het DNA (het eigene, de ziel) van Crooswijk?’ beantwoord. Het DNA van Crooswijk omvat onder andere de historie, de identiteit, de persoonlijkheid, het imago en het karakter van de wijk. Tevens wordt in dit hoofdstuk inzicht gegeven in de bevolkingssamenstelling en het karakteristieke van Crooswijk en de Crooswijkers. Deze onderzoeksvraag wordt beantwoord aan de hand van zowel deskresearch als fieldresearch. Bij fieldresearch wordt gebruik gemaakt van de methode van kwalitatief onderzoek, namelijk diepteinterviews. In bijlage 2 is een lijst opgenomen met de respondenten van de diepte-interviews. Hoofdstuk vijf beantwoordt, evenals hoofdstuk drie, geen onderzoeksvraag, maar is wel van belang in het kader van het onderzoek. In dit hoofdstuk wordt namelijk gekeken naar ontwikkelingen in Crooswijk en relevante trends in de samenleving. Hierbij is het van belang te kijken naar welke effecten deze ontwikkelingen en trends hebben op de te ontwikkelen activiteiten in Crooswijk. Voor dit hoofdstuk wordt gebruik gemaakt van deskresearch.
In hoofdstuk zes wordt ingegaan op de onderzoeksvraag ‘Welke kernwaarden, voortvloeiend uit het DNA, kunnen voor Crooswijk worden geformuleerd?’ Met behulp van de informatie uit hoofdstuk vier worden conclusies getrokken over welke kernwaarden voor Crooswijk kunnen worden geformuleerd. De kernwaarden geven een ontwikkelingsrichting aan en geven een aanzet tot verdere uitwerking van de activiteiten. Deze zullen de vastgestelde kernwaarden moeten weerspiegelen. De kernwaarden moeten doorklinken in de belevenissen en moeten ervoor zorgen dat de bewoners4 worden geraakt door het eigene van de wijk. Er kan hierbij worden gekeken naar een samenhang en mogelijke combinaties van kernwaarden. Bij deze onderzoeksvraag wordt gebruik gemaakt van zowel deskresearch als fieldresearch. De informatie uit hoofdstuk vier dient als basis voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag. Deze informatie was reeds gewonnen uit diepte-interviews met bewoners en professionals uit Crooswijk. Tevens is in een later stadium met de bewoners en professionals gesproken over de geformuleerde kernwaarden omtrent de vraag of deze juist waren geformuleerd. Hoofdstuk zeven beantwoordt het eerste gedeelte van de onderzoeksvraag ‘Wat zijn de visie en het concept die hieruit ontstaan?’. In dit hoofdstuk wordt namelijk de visie voor de beoogde te ontwikkelen activiteiten gevormd. De visie geeft vertaling aan de achterliggende kernwaarden. De visie geeft de ‘heartbeat’ van Crooswijk weer. Deze heartbeat is de vertaling van het DNA van de wijk en legt de basis voor het concept. De heartbeat is eigenlijk de passie die schuil gaat achter het DNA van Crooswijk. De heartbeat geeft de basis van Crooswijk weer: waar staat de wijk voor. In hoofdstuk acht wordt het tweede gedeelte van de onderzoeksvraag ‘Wat zijn de visie en het concept die hieruit ontstaan?’ beantwoord. In dit hoofdstuk wordt de vertaalslag van visie naar concept gemaakt. Het concept dient als paraplu voor de belevenissen (onderscheidende activiteiten). In hoofdstuk negen wordt de laatste onderzoeksvraag, ‘Hoe worden visie en concept doorvertaald naar memorabele belevenissen (onderscheidende activiteiten) die verrassend en eventueel identiteitsverfrissend zijn?’ beantwoord. Hierin worden de uitwerkingen van de belevenissen, die voortkomen uit het concept uit hoofdstuk acht, uiteengezet. Bij de laatste drie hoofdstukken wordt gebruik gemaakt van zowel deskresearch als fieldresearch. Bij deskresearch wordt wederom gebruik gemaakt van het boek ‘Imagineering. Het creëren van belevingswerelden’ (Nijs & Peters, 2002) en van nieuwe informatie uit papers en artikelen. De methode van fieldresearch uit zich in twee creatieve sessies, waarvan één met professionals (medewerkers vanuit SenR en professionals uit het onderzoeksgebied) en één met bewoners. In eerste
4
In eerste instantie worden namelijk belevenissen gecreëerd voor de bewoners van de wijk. In een later stadium kan worden
gekeken of ook bezoekers kunnen worden geraakt door het eigene van de wijk.
instantie was het de intentie om één of meerdere sessies te houden waarin zowel professionals als bewoners vertegenwoordigd zouden zijn. Op deze manier ontstaat immers diversiteit. Echter bleek dit wegens twee redenen niet mogelijk. Ten eerste wegens de drukke agenda’s van de professionals, maar ten tweede werd mij, vanuit de wijk, streng geadviseerd bewoners niet gezamenlijk met professionals in één sessie te laten plaatsnemen. Bewoners zijn op de één of andere manier wantrouwig tegenover overheid en alles wat daarmee te maken heeft. Op deze manier zouden bewoners niet deelnemen aan de creatieve sessie. Tegelijkertijd is een voorwaarde voor het welslagen van een creatieve sessie een optimistische en open houding van de deelnemers (zie ook paragraaf 2.6.1.2). Dit zou tijdens een gezamenlijke sessie niet kunnen worden behaald. Vanwege deze redenen is gekozen om twee aparte sessies te houden. Bij de creatieve sessies is gebruik gemaakt van de eerder genoemde creatieve techniek mindmapping. Wegens tijdgebrek is bij beide sessies geen gebruik gemaakt van de creatieve techniek brainwriting 635. Voor de creatieve sessie met professionals is gekozen voor een groep met veel verschillende invalshoeken, omdat op deze manier diversiteit ontstaat. Zie bijlage 3 voor de namenlijst van de deelnemers aan deze creatieve sessie. Voor de creatieve sessie met bewoners is geselecteerd op bewoners uit zowel Oud- als Nieuw Crooswijk.
3
Theoretisch kader De theorie nader toegelicht
In dit hoofdstuk worden de in de scriptie gebruikte theorieën en begrippen nader verklaard. Allereerst wordt de opkomst van de belevenismaatschappij, de overkoepelende ontwikkeling, uitgelegd. Vervolgens wordt een onderscheid gemaakt tussen de begrippen belevenis en beleving, omdat beide begrippen veelal door elkaar worden gebruikt. Daarna komt de imagineering-terminologie, en alles wat daarbij komt kijken, uitgebreid aan bod. Dit onderzoek is uitgevoerd aan de hand van imagineering, omdat dit veelal sterke en verrassende concepten oplevert. Het is daarom van belang de theorie betreffende imagineering op te nemen in deze scriptie. Tot slot volgt de verantwoording van de werkwijze.
§ 3.1
De opkomst van de belevenismaatschappij
Beleving speelt een steeds grotere rol in de maatschappij. Voordat de termen beleving en belevenis nader zullen worden toegelicht, zal allereerst de overkoepelende ontwikkeling van de belevenismaatschappij worden behandeld. Momenteel vinden grote veranderingen plaats in de westerse maatschappij. De informatiemaatschappij en diensteneconomie zijn nog niet goed en wel gevestigd of we worden al gestort in een belevenismaatschappij, ook wel droommaatschappij genoemd, waarin het gevoel, de emotie en de beleving centraal staan (Nijs & Peters, 2002, p. 5). De beleveniseconomie, zoals deze door de grondleggers wordt genoemd, werd gesignaleerd door Pine en Gilmore in hun boek ‘De beleveniseconomie’ (2000). Zij stellen dat belevenissen een steeds belangrijkere plaats innemen binnen de economie. Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van de goedereneconomie naar de diensteneconomie die op haar beurt langzaam maar zeker verschuift naar de beleveniseconomie. Waar goederen tastbaar en diensten immaterieel zijn, zijn belevenissen gedenkwaardig. Belevenissen maken gevoelens los en blijven hangen in het geheugen. En dat is precies waar consumenten volgens Pine en Gilmore tegenwoordig naar op zoek zijn. Men is steeds vaker bereid meer geld en tijd te besteden aan memorabele en daardoor hoger gewaardeerde belevenissen: gebeurtenissen die mensen op een persoonlijke manier aanspreken. Het gaat erom de consument in het hart te raken. In de belevenismaatschappij zijn de materiële behoeften bevredigd en de focus wordt verlegd naar de emotionele en psychologische behoeften. De opkomst van de belevenismaatschappij laat ook het marketingdenken niet onberoerd. Anders denkende consumenten vragen om anders denkende marketeers. De ‘oude’ marketingtheorieën zijn nog steeds bruikbaar, maar om de markt te leiden is meer nodig (Nijs & Peters, 2002, p. 5).
Piët (2004, in Boswijk, Thijssen & Peelen, 2005, p. 4) ziet de beleveniseconomie als de productie en dienstverlening die gericht is op de leniging van emotionele behoeften van mensen als groep of als individu. Zij behandelt de vooronderstelling van de maakbaarheid van het geluk. Emotionele behoeften vertalen zich in markten van veiligheid, romantiek, identiteit, betekenis en authenticiteit. Pine en Gilmore beschrijven in hun boek het ‘beleven’ vanuit de economische hoek. De ontwikkelingen die zij beschrijven kunnen echter ook worden gezien als maatschappelijke ontwikkelingen en kunnen zo inzicht geven in de manier waarop het ‘beleven’ tot stand is gekomen in de maatschappij en welke invloed het daarop heeft.5 Pine en Gilmore beschrijven in hun boek dat belevenissen vaak spectaculair zijn, dat het om vermaak, pret en fun gaat. Zo worden belevenissen dan ook vaak in de maatschappij gezien. Het volgende fragment uit ‘De Stad als Belevenis’6 geeft dit tevens weer. “De opkomst van de belevenismaatschappij is een belangrijke trend in de sfeer van de vrije tijd. Neem een avondje in het nieuwe Luxor Theater in Rotterdam als voorbeeld. Het theater is al een ervaring. Een prachtig gebouw, ruime foyers met een adembenemend uitzicht. U wordt er in alle opzichten als gast behandeld. Combineer de voorstelling met een perfecte maaltijd in restaurant Leipzig. Wordt getrakteerd op variété van de bovenste plank. Keer ’s avonds huiswaarts over de Erasmusbrug met een warm Rotterdamgevoel of overnacht in hotel New York.
Wat is de belevenis: het theater, de entourage, de ontvangst, de maaltijd, de voorstelling, de sky-line? Nee, het totaal dat meer is dan de som der delen. De belevenis overstijgt het product of de dienst. Maar ook het omgekeerde telt: één deel kan het geheel tenietdoen. Als één onderdeel niet klopt, heeft men wellicht een slechte avond gehad. Wat voor Luxor geldt, gaat op voor Blijdorp, het museumkwartier, Ahoy’, het subtropisch zwembad, de Woonmall en de Koopgoot om een paar voorbeelden te noemen.” (Werkgroep De stad als belevenis, 2001, p. 3).
5
Tot dusver zijn de termen beleveniseconomie en belevenismaatschappij door elkaar gebruikt. In het vervolg van de scriptie
zal gesproken worden over de belevenismaatschappij. 6
Dit advies is opgesteld onder regie van de Werkgroep De stad als belevenis. In die werkgroep namen vertegenwoordigers
deel van het OntwikkelingsBedrijf Rotterdam, de Dienst Stedebouw en Volkshuisvesting, de dienst Sport en Recreatie en de Kunst- en Cultuursector. Het is een voorstel voor een geïntegreerde aanpak van het vrijetijdsbeleid van de Gemeente Rotterdam.
Uiteraard zijn dit ook belevenissen, maar het zou een misvatting zijn om het begrip belevenissen alleen te koppelen aan de meer spectaculaire zaken. Bij belevenissen gaat het niet om de grootste, heftigste en snelste belevenis, maar om de meest betekenisvolle. De consument zoekt naar merken, producten en diensten die de eigen identiteit kunnen versterken. Eens was het sprookjesbos van de Efteling één van de weinige plekken in Nederland waar men een ware experience kon beleven. Nu, in de 21e eeuw, worden veel consumptie-ervaringen omgetoverd tot belevenissen en is ‘experience’ het toverwoord (Buschman, 2004, p. 3). De ontwikkelingen die zorgen voor de opkomst van de belevenismaatschappij, blijven onverminderd van invloed op de vrijetijdssector. Oude grenzen tussen sectoren vervagen en de commercialisering gaat voort. Consumeren als levenswijze wordt ingehaald door het zoeken naar belevenissen. Immateriële aspecten als authenticiteit, identiteit, uitstraling en variatie worden in het aanbod steeds belangrijker voor de kwaliteit. De belevenismaatschappij is dan ook geen kwestie van een ander aanbod, maar van inspelen op authenticiteit en identiteit. Beelden en symbolen spelen hierbij een steeds belangrijkere rol.
§ 3.2
Belevenis versus beleving
De termen belevenis en beleving worden in de literatuur veelvuldig door elkaar gebruikt. Het is daarom belangrijk onderscheid te maken tussen beide begrippen. Van Gool en van Wijngaarden (2005) definiëren belevenis als de stimulus die door een aanbieder kan worden gestuurd of geregisseerd vanuit een overkoepelend concept en via de inzet van belevenisinstrumenten (o.a.: thematiseren, storytelling, co-creatie en personeel). Maar hiermee is de beleving nog niet gegarandeerd. De beleving voltrekt zich binnen het individu dat de belevenis ondergaat. Het is de persoonlijke, innerlijke reactie op een belevenis. In het belevenisproces is, naast de sociale context, het persoonlijke referentiekader van het individu van groot belang: de persoonlijke waarden, ervaringen, verwachtingen, motieven, stemming en de betrokkenheid bij het thema of de activiteit. Maar ook de persoonlijkheid van het individu, bijvoorbeeld ‘open mindedness’ of fantasie, is van belang (Van Gool & Van Wijngaarden, 2005).
Van Gool en van Wijngaarden (2005) onderscheiden verschillende niveaus van beleving: •
De basale beleving valt samen met de stimulus. Er is weliswaar sprake van een emotionele reactie, maar de beleving heeft onvoldoende impact om lang te blijven hangen.
•
De memorabele beleving is van een hoger niveau en levert herinneringswaarde op. Het gaat dan niet alleen om herinneringen op cognitief niveau, maar vooral om het achteraf kunnen ‘terughalen’ van de emotie.
•
De transformerende beleving brengt duurzame verandering teweeg in het individu op gedrags- of attitudeniveau.
§ 3.3
Imagineering
De term ‘imagineering’ is niet nieuw. Lange tijd werd gedacht dat imagineering uitgevonden was in de Verenigde Staten, binnen het Disney-concern. De term is echter veel ouder. Al in 1850 werd het begrip door directeur Hall van de Amerikaanse aluminiumfabriek ALCOA (Aluminum Company of America) geïntroduceerd. Hij wilde door imagineering ideeën opdoen om het door ontwikkelde goedkope aluminium toe te passen in allerlei apparaten en machines. Disney heeft het begrip verder ontwikkeld en groot gemaakt. Imagineering is een samenvoeging van de woorden imagination (verbeeldingskracht) en engineering (het ontwikkelen van producten). Imagineering is het met verbeeldingskracht ontwikkelen van concepten en producten die inspelen op de verwachte beleving van consumenten. Imagineering is geen exacte wetenschap, maar meer een filosofie, een visie, een benadering van de conceptontwikkeling. Imagineering is het vormgeven van de ervaringen of ‘memorabele experiences’ van de consument. Het creëren van belevingswerelden die blijven boeien staat centraal bij imagineering. Het doel hiervan is het realiseren van een positieve stemming bij de gebruiker en als gevolg daarvan een positieve beoordeling van het product, de dienst of het merk. Hierdoor wordt een reactie gerealiseerd die leidt tot bijvoorbeeld herhalingsaankoop of herhalingsgebruik. Belevenissen zijn gedenkwaardig en hebben invloed op de gemoedstoestand, de emoties van consumenten (Nijs & Peters, 2002, p. 101). De toepassing van imagineering heeft altijd een aanleiding. De aanleiding voor het toepassen van imagineering in dit onderzoek is het creëren van (memorabele) belevenissen voor de Rotterdamse wijk Crooswijk door middel van onderscheidende activiteiten. De belevenissen voor Crooswijk dienen uniek te zijn en niet te worden gestandaardiseerd. Zowel de belevenismaatschappij als de term imagineering hebben hun oorsprong in de Verenigde Staten. Boeken als ‘De Beleveniseconomie’ (Pine & Gilmore, 2000), ‘The Entertainment Economy’ (Wolf, 1999) en ‘Experiential Marketing’ (Schmitt, 1999) zijn vanuit die context geschreven. Nijs en Peters (2002) denken dat deze aanpak niet te vertalen is naar een Europese situatie, en zeker niet naar Nederland. Hun boek ‘Imagineering. Het creëren van belevingswerelden’ presenteert het Europese antwoord: authentieke belevingsconcepten in plaats van thematiseren en toevoegen van theater.
3.3.1
Bestemmingsmarketing en merkontwikkeling
Al sinds langere tijd wordt imagineering toegepast voor wat betreft merken en bedrijven. In Nederland is het een relatief nieuw begrip dat voornamelijk door internationale bedrijven wordt toegepast. Steeds vaker wordt echter duidelijk dat imagineering ook toepasbaar is op regio’s, steden en plaatsen. Veelal is dit gericht op een bestemming toeristisch te ontwikkelen. Dit wordt ook wel bestemmingsmarketing (destination marketing) genoemd. Het gaat hierbij om het (toeristisch) ‘op de kaart zetten’ van een regio, stad of plaats met als doel de aantrekkingskracht van de bestemming voor zowel bewoners als bezoekers (inclusief toeristen) te vergroten. Soms wordt zelfs een stap verder gegaan en probeert men een bestemming als toeristisch merk te ontwikkelen. Dit wordt ook wel merkontwikkeling (branding) genoemd. Hierbij gaat het om het ‘op de kaart zetten’ van een toeristische bestemming als merk. Het gaat er dan om het DNA (het eigene, de ziel) van een bestemming te vangen en als concept te communiceren (De Vink, 2005). Naast regio’s, steden en plaatsen, worden bestemmingsmarketing en merkontwikkeling tegenwoordig ook steeds vaker toegepast op wijken en zelfs buurten. Bij imagineering gaat het om het creëren van belevingswerelden die blijven boeien. Wanneer de belevenis aansluit bij de waarden en opvattingen van een consument ontstaan er sterkere emoties en gevoelens, die kunnen zorgen voor een hechtere band met een bestemming. Steeds vaker komt men er achter dat de consument geïnteresseerd is in het verhaal achter een merk, product of bestemming. Authentieke verhalen leveren memorabele belevenissen op. Het is dan ook één van de belangrijkste bronnen voor conceptontwikkeling voor belevenissen. De kracht ervan schuilt in het feit dat verhalen die bijvoorbeeld zijn gebaseerd op de historie of unieke locatiekenmerken van een bestemming, onkopieerbaar en derhalve uniek zijn. Het persoonlijke, authentieke verhaal van de wijnboer uit Toscane geeft het product immers een hogere emotionele beleving. De merkidentiteit geeft aan wat het DNA, ofwel de basis is van het merk: wat zijn de visie, het gedachtegoed en de persoonlijkheid van het merk? Wat zijn de achterliggende kernwaarden? Bij imagineering vormt het DNA het uitgangspunt. Uit dit DNA vloeien een aantal kernwaarden voort, die vervolgens worden doorvertaald naar producten en diensten, naar de beleving die met het merk moet worden gecreëerd en naar de interne en externe communicatie. De eerste stap bij concept- en productontwikkeling is dus het achterhalen van het DNA van een bestemming, welke vervolgens wordt geformuleerd in een aantal kernwaarden. Dit zijn de gebiedsspecifieke waarden van een bestemming, welke later in nieuwe belevenissen moeten doorklinken en die moeten zorgen dat bewoners en/of bezoekers het eigene van de bestemming kunnen beleven en uiteindelijk meenemen naar huis. In imagineering-terminologie: dat er een emotionele band met de bestemming ontstaat (De Vink, 2005).
In deze scriptie wordt gekeken naar het creëren van belevenissen voor Crooswijk. Het zal hierbij in eerste instantie gaan om de wijk recreatief op de kaart te zetten voor de bewoners van de wijk. Eventueel kan dit in een later stadium ook leiden tot het toeristisch op de kaart zetten van de wijk. Uit het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat de theorie aangaande van bestemmingsmarketing en merkontwikkeling kan worden gebruikt in dit onderzoek. 3.3.2
Visie, concept en belevenissen
Belevenissen komen tot stand vanuit een visie en worden aangestuurd door een concept. Dit wordt duidelijk in de onderstaande figuur.
VISIE
CONCEPT DEELCONCEPTEN
BELEVENISSEN Figuur 3.1
•
Visie, concept en belevenissen (De Vink, 2005).
Visie
Een visie (ook wel gedachtegoed genoemd) is een persoonlijke of gedeelde opvatting, een mening over wat moet worden bereikt. Een sterke visie spreekt tot de verbeelding, ze geeft betekenis en herkenning. De visie geeft de zogenaamde ‘heartbeat’ weer. Deze heartbeat is de vertaling van het DNA en legt de basis voor het concept. De heartbeat is eigenlijk de passie die schuil gaat achter het DNA.
Imagineering volgt niet de traditionele marketingstrategieën gericht op zelf bedachte en in kaders gevormde doelgroepen, maar wil een dusdanige belevingswereld scheppen dat er volggroepen ontstaan. Tot een volggroep behoort iedereen die zich aangesproken voelt tot de visie van merk X. In het geval van deze scriptie is merk X een concept of product (activiteit) voor Crooswijk. De volggroep is als het ware een fanclub die de visie uitdraagt naar de buitenwereld. In imagineering-terminologie worden concepten ontwikkeld op basis van de waarden van de volggroep. •
Concept
Een concept is een sturend beginsel. Het komt voort uit de heartbeat en vormt als het ware een paraplubegrip waaronder verschillende producten en diensten kunnen worden ontwikkeld (belevenissen). Het concept vertegenwoordigt de kernwaarden. Overige omschrijvingen zijn: -
Een strategische benadering van een oplossing.
-
Een voorlopige formulering van een regeling, een wet, een geschrift of een ontwerp.
-
Een subjectieve tussenstap tussen droom en daad (Nijs & Peters, 2002, p. 79-81).
•
Kenmerken van sterke belevingsconcepten
-
Belevingsconcepten onderscheiden zich van ideeën en thema’s door de aanwezigheid van een sterke, subjectieve en onderscheidende visie.
-
Sterke concepten zijn betekenisvol, onderscheidend, hebben uithoudingsverhogen en zijn communiceerbaar.
-
Sterke concepten zijn op meerdere niveaus interpreteerbaar.
-
Sterke concepten kenmerken zich door actualiteit, ambivalentie en bevrijding.
-
Aan authenticiteit kan op materieel, conceptueel, contextueel en functioneel niveau invulling worden gegeven.
-
Belevingsconcepten ontlenen hun authenticiteit aan de aanwezigheid van een authentieke (niet bedachte) visie.
-
Belevingsconcepten ontstaan door de geïntegreerde inzet van de belevenisbouwstenen, gebaseerd op een diepgaande analyse van de geïntegreerde waarden van de doelgroep (Nijs & Peters, 2002, p. 97).
Visie en concept liggen in elkaars verlengde: een visie is een bundel van opvattingen en een concept is een specifiek daaruit gekozen betekenisveld, meestal het belangrijkste, de essentie, het verschilpunt met de concurrentie (Nijs & Peters, 2002, p. 82).
•
Belevenissen
Onder belevenissen worden de concrete uitwerkingen verstaan die kunnen worden ontwikkeld vanuit het concept. Uit één concept kunnen meerdere belevenissen worden ontwikkeld. Belevenissen zelf bestaan uit een combinatie van producten en/of diensten. Belevenissen onderscheiden zich van enkelvoudige producten of diensten doordat ze altijd twee componenten bevatten, namelijk die van de fysieke beleving en die van de mentale beleving. In een unieke belevenis zijn beide belevingsaspecten uitgewerkt. Figuur 3.2 licht dit nader toe.
BELEVENIS Ervaring (fysiek)
Beleving (mentaal)
Alle zintuigen moeten worden geprikkeld: voelen, ruiken, horen, zien en proeven.
Zorg ervoor dat de persoon emotioneel geraakt wordt; inspireer.
Maak een memorabele belevenis.
Figuur 3.3
3.3.3
Belevenissen (De Vink, 2005).
Onderscheidende componenten
In de concept- en productontwikkeling worden belevenissen vaak aangeduid als landmarks, iconen, Unique Selling Points (USP’s) of Experiental Selling Propositions (ESP’s). Elke (toeristische) merkbestemming heeft één of meer van deze componenten nodig om zich te kunnen onderscheiden tot een memorabele belevenis (De Vink, 2005). In hoofdstuk vier wordt gekeken welk van onderstaande aspecten voor Crooswijk kunnen gelden. •
Landmark
Onder een landmark wordt meestal een opvallend, bijzonder of beroemd fenomeen verstaan dat een toeristische bestemming bekendheid geeft. Landmarks hebben uniciteit, er zijn er maar weinig van en het staat juist op die plek. Landmarks zijn of (historische) gebouwen of unieke natuurverschijnselen. Voorbeelden zijn: de Niagara watervallen, de kathedraal van Gaudi in Barcelona, de grachten van Amsterdam, de grotten van Lasceaux, Tate Modern in Londen, het Colosseum in Rome, et cetera.
•
Icoon
De icoon is de persoonlijkheidsvariant van de landmark. Het gaat hierbij niet om een gebouw of een natuurverschijnsel, maar om een persoon(lijkheid) die een bestemming ‘smoel’ geeft en aantrekkelijk maakt om te bezoeken. Voorbeelden zijn: Gaudi (Barcelona), Rembrandt (Amsterdam), Anne Frank (Amsterdam), et cetera. •
Unique Selling Point (USP)
Een USP is een voorziening (landmark, icoon, et cetera) waaraan een bestemming zijn unieke identiteit ontleent. Iedereen gaat naar Barcelona voor Gaudi en Amsterdam wordt bezocht om zijn grachten. •
Experiental Selling Proposition (ESP)
Een ESP is de belevingstegenhanger van de USP. Sommige bestemmingen zijn in staat een gevoel of beleving zodanig uit te stralen, dat ze alleen daarmee al bezoekers van verre trekken. Voorbeelden zijn: het Dolce Vita gevoel van Toscane en de Ierse muziek in Dublin. 3.3.4
Belevenissen creëren
Concept- en productontwikkeling is de motor van de ontwikkeling van een (toeristische) bestemming. En het gaat niet om zomaar producten of diensten, maar om onderscheidende, inspirerende, kortom memorabele, belevenissen. Het creëren van memorabele belevenissen verloopt volgens de ABCDEmethode van imagineering (De Vink, 2005): •
Analyse en Aandacht: In deze fase is het van belang dat het DNA van de bestemming of plek, via kernwaarden en gebaseerd op verhalen, cultuurhistorie en cultureel erfgoed wordt geïnventariseerd.
•
Broeden en Beleven: In deze fase is het noodzakelijk te begrijpen hoe het DNA van een bestemming tot leven kan worden gebracht (visievorming).
•
Creëren van een Concept: In deze fase wordt vormgegeven aan het DNA door middel van sturende beginsels (concepten).
•
Design: In deze fase worden landmarks, iconen, USP’s en ESP’s vormgegeven.
•
Experience platform: In de laatste fase is het noodzakelijk binding (emotionele betrokkenheid, loyaliteit) te creëren, al dan niet door co-creatie7.
7
Co-creatie: Een gezamenlijk creatieproces. Een proces waarbij de organisatie samen met de deelnemer(s) iets gaat creëren
(Dekkers, 2004).
3.3.5
Kenmerken en criteria memorabele belevenis
Om een belevenis te creëren of een ervaring uniek te maken, is het nodig de volgende kenmerken te verwerken in het aanbod: •
Betrek alle zintuigen erbij (horen, zien, ruiken, voelen, ervaren, proeven).
•
De ‘verhalen van de streek’ geven identiteit.
•
Cultuur, historie, cultureel erfgoed en natuur zijn de belangrijkste bronnen.
•
Zorg voor U N I E K E - ervaringen (Uitdagend, Nieuwsgierig, Inspirerend, Emotioneel, Kwaliteit en Educatief).
•
Creëer emotionele betrokkenheid, het moet mensen raken.
•
Streef naar zingeving, het moet het leven van mensen verrijken.
•
Stel omgeving, organisatie en personeel geheel in dienst van de belevenis (De Vink, 2005).
§ 3.4
Waarden en waardeonderzoek
Voor het ontwikkelen van belevingsconcepten zijn de traditionele, analytische marketing(onderzoeks)methoden niet geschikt. Het in de marketing gehanteerde begrip ‘behoeften’ blijkt geen geschikt denkkader te zijn: de materiële behoeften van consumenten zijn bevredigd en ook kennen consumenten hun toekomstige behoeften niet (Nijs & Peters, 2002, p. 28-29). Een techniek om het consumentengedrag te achterhalen is waardeonderzoek. Onder een waarde wordt een opvatting van een individu omtrent wat wenselijk of goed is verstaan. De (koop)activiteiten van consumenten worden bepaald door de waarden die zij nastreven, ofwel gewenste einddoelen te bereiken. Iemand die gelijkheid op aarde nastreeft, koopt Max Havelaar koffie en is lid van Amnesty International. Waarden hebben dus gevolgen voor het gedrag van de consument (Nijs & Peters, 2002, p. 116-117). Waardeonderzoek is tevens een techniek om kernwaarden van een regio, stad, plaats, dorp, wijk of buurt te achterhalen. Deze kernwaarden geven weer waar de bestemming voor staat en wat de meerwaarde van de bestemming is. Om kernwaarden te achterhalen, is het doen van diepte-interviews noodzakelijk. Over het doen van diepte-interviews staat meer vermeld in paragraaf 2.6.1.1. Voor Crooswijk zal op zoek moeten worden gegaan naar de kernwaarden voor de wijk, die voortvloeien uit het DNA van de wijk. Op basis hiervan wordt een visie geformuleerd. De visie geeft dus vertaling aan de achterliggende kernwaarden. De visie geeft de heartbeat van Crooswijk weer. Deze heartbeat is de vertaling van het DNA van de wijk en legt de basis voor het concept.
§ 3.5
Identiteit
In de literatuur is veel geschreven over het begrip identiteit. Het gaat hierbij dan veelal om de identiteit van een organisatie. Maar ook regio’s, steden, plaatsen, dorpen, wijken en buurten beschikken over een identiteit. Op de website van Identiteit & Branding (www.identiteitenbranding.nl) wordt dit ook wel gebiedsidentiteit genoemd. Dit houdt het volgende in: “Gebiedsidentiteit ligt besloten in zowel sociaalmaatschappelijke, culturele als fysiekruimtelijke condities en wordt gevormd door de onderlinge relaties en wisselwerking hiertussen. Het is dé verbindende factor tussen verschillende kenmerken van een gebied. De ligging, de ruimtelijke vorm van een gebied, het gebruik hiervan door bewoners, hun eigenschappen en waardeoriëntaties, hun manier van omgaan met elkaar en de sfeer bepalen tezamen de identiteit van een gebied.” Noordman (2004, p. 119-127) onderscheidt in zijn boek ‘Cultuur in de citymarketing’ een achttal aspecten die bij het bepalen van de identiteit van belang kunnen zijn.8 In het onderstaande worden deze acht aspecten kort toegelicht. •
De ligging kan unieke mogelijkheden bieden. Het kan hierbij gaan om de wijze waarop de wijk geografisch gesitueerd is. Het gaat hierbij ook om de natuurlijke verbindingen die de wijk heeft met haar omgeving.
•
Tevens kan de historie van de wijk een rol spelen bij de identiteit. Het gaat hierbij om gebeurtenissen en personen uit het verleden. Maar ook kan het gaan om verhalen, geruchten en legenden en de geboorteplaats van een held of een beroemdheid uit de geschiedenis.
•
Het uiterlijk van de wijk geeft de kwalitatieve aspecten van de identiteit vorm. Dit zijn de uiterlijke kenmerken van de wijk (straten, gebouwen, architectuur). Tevens bepalen de verhouding groen, water en bebouwing van de wijk het uiterlijk.
•
Bij innerlijk gaat het allereerst om trots. De bewoners moeten trots zijn op hun wijk. Verder behoren hiertoe gedeelde waarden en normen.
•
Onder symboliek vallen historische attributen, een kenmerkende ligging of de aanwezigheid van een beroemdheid. Hierdoor krijgt de wijk een hoge symbolische waarde wat aan de naamsbekendheid van de wijk bijdraagt.
•
Onder gedragingen vallen allerlei wijkeigen kenmerken en gebruiken, zoals kenmerkende uitdrukkingen, typische activiteiten en kenmerkende rituele gebeurtenissen.
•
8
Het laatste element is communicatie. Hiertoe behoren beeldmateriaal, woordvoerders, et cetera.
Noordman onderscheidt in dit boek een achttal aspecten die bij het bepalen van de identiteit van een gemeente van belang
kunnen zijn. Uiteraard kan dit ook worden doorvertaald naar wijkniveau.
Identiteit wordt meestal niet scherp gedefinieerd. Bovendien wordt het begrip nogal eens verward met andere, verwante begrippen als imago, leefstijlen of woonmilieus. Reinders (2004, p. 85-86) onderscheidt vier, elkaar deels overlappende, invalshoeken. •
Een fysiek-ruimtelijk identiteitsbegrip (referenties zijn de stedenbouwkundige structuur, de architectonische kwaliteiten en de geografische locatie).
•
Een sociaal-ruimtelijk perspectief (op basis van sociaal-culturele kenmerken van de wijk).
•
Een historiserend perspectief (traceert identiteit in de geschiedenis van de wijk).
•
Een conceptueel identiteitsbegrip waarin identiteit wordt opgevat als een marketingconcept waarbij zowel ruimtelijke, sociale als historische factoren worden meegenomen.
In deze scriptie wordt de identiteit van Crooswijk bepaald door de unieke combinatie van fysieke (gebouwen, architectuur), sociale (sociale, culturele en demografische aspecten) en immateriële, symbolische (verhalen, geschiedenis, beleving) kenmerken of kwaliteiten.
§ 3.6
Verantwoording werkwijze
Deze paragraaf geeft duidelijkheid over de werkwijze en wat hiervan het voordeel is voor de beoogde te ontwikkelen activiteiten in Crooswijk. In het bovenstaande is ingegaan op de belevenismaatschappij die een steeds grotere rol speelt in de maatschappij. Ook SenR wil hierop inspelen, maar zij heeft tot nu toe die stap nog niet kunnen maken. Temeer omdat zij niet bekend is met bijvoorbeeld imagineering. Imagineering is het met verbeeldingskracht ontwikkelen van concepten en producten die inspelen op de verwachte beleving van consumenten. Het gaat om het vormgeven van de ervaringen of ‘memorabele experiences’ van de consument. Het creëren van belevingswerelden die blijven boeien staat centraal bij imagineering. Omdat imagineering veelal sterke en verrassende concepten oplevert, is gekozen om het onderzoek uit te voeren aan de hand van deze theorie. Deze theorie heeft namelijk de meeste kans van slagen als het gaat om het creëren van belevenissen. In dit hoofdstuk is daarom uitgebreid ingegaan op de theorie van imagineering waardoor duidelijk werd hoe belevenissen worden gecreëerd. Met behulp van het DNA (o.a. de identiteit) en de kernwaarden wordt een basis gelegd voor de te ontwikkelen activiteiten. Waardeonderzoek is hierbij een zeer bruikbare techniek. Door middel van het doen van diepteinterviews moet het DNA van Crooswijk worden achterhaald op basis waarvan de belevenissen worden ontwikkeld. In het volgende hoofdstuk wordt het DNA van Crooswijk uiteengezet.
4
De wijk Een wijkschets van Crooswijk
In dit hoofdstuk wordt een wijkschets van Crooswijk gegeven. Na een korte introductie komt de historie van Crooswijk aan de orde, welke tot op de dag van vandaag het huidige Crooswijk bepaalt. Daarna volgt een paragraaf over sporen uit het verleden van de wijk. Vervolgens worden de bevolkingssamenstelling en het karakteristieke van Crooswijk geëxpliciteerd. Het karakteristieke van Crooswijk, zoals dat in dit hoofdstuk wordt omschreven, is (voornamelijk) gebaseerd op het vroegere Crooswijk. Het sleutelwoord voor het ontwikkelen van belevenissen is namelijk niet originaliteit, maar vooral authenticiteit en oorspronkelijkheid. Deze authentieke en oorspronkelijke beschrijving vormt daarom een goed uitgangspunt voor het ontwikkelen van belevenissen voor het huidige Crooswijk. Het is als het ware teruggaan in de tijd en het Crooswijk van vroeger weer naar boven halen. Kanttekening hierbij is dat het zoals vroeger nooit meer zal kunnen worden en dat de insteek voor de te ontwikkelen activiteiten, die de kernwaarden moeten weerspiegelen, een moderne en/of verfrissende manier moet zijn. Identiteitsverfrissend kan hierbij een cruciaal begrip zijn. Identiteitsverfrissend kan betekenen ‘terughalen’ of ‘opnieuw laten beleven’, maar het kan ook betekenen ‘vernieuwen’ of ‘in een nieuw jasje steken’. In het kader van dit onderzoek gaat het om het (her)beleven van de, in de historie van Crooswijk gewortelde, heartbeat. Tot slot volgt een korte conclusie van het hoofdstuk. Dit hoofdstuk vormt een belangrijk onderdeel van de scriptie, het omvat namelijk het DNA van Crooswijk.
§ 4.1
Introductie
Crooswijk ligt ingeklemd tussen Kralingen (oosten), Oude Noorden (westen), Hillegersberg (noorden) en Centrum (zuiden) en behoort tot de deelgemeente Kralingen-Crooswijk. Crooswijk ligt in het noordoosten van Rotterdam en ligt op een toplocatie: de wijk grenst aan de Rotte, ligt vlakbij het Kralingse Bos en heeft een uitstekende ligging ten opzichte van het centrum. Vaak worden de wijken Kralingen en Crooswijk in één adem genoemd (mede omdat zij een deelgemeente vormen), terwijl de wijken echter enorm van elkaar verschillen. Kralingen wordt vooral gezien als de ‘rijkere wijk’, terwijl Crooswijk wordt getypeerd als een echte ‘volkswijk’. Crooswijk kan worden verdeeld in drie subwijken, die door de historie en cultuur in de wijk uiteindelijk in zes buurten te verdelen zijn. De indeling is als volgt: Oud Crooswijk bestaat uit de buurten Oud Crooswijk en West Crooswijk; Nieuw Crooswijk bestaat uit de buurten Nieuw Crooswijk en het voormalig slachthuisterrein en Rubroek (vroeger: Goudsewijk) bestaat uit de buurten Rubroek en Centrum (in de volksmond).
In dit onderzoek zullen enkel de subwijken Oud- en Nieuw Crooswijk worden betrokken. De drie subwijken verschillen alle van elkaar, waardoor het moeilijk zal zijn één DNA en een aantal kernwaarden voor de gehele wijk te formuleren. Echter, omdat de bewoners uit Rubroek zichzelf veelal liever indelen bij ‘Centrum’ en zij zich minder ‘Crooswijks’ voelen, is gekozen om Rubroek buiten het onderzoek te laten. Oud- en Nieuw Crooswijk verschillen in dit opzicht minder van elkaar en zullen daarom beide in dit onderzoek worden betrokken. Wanneer in het navolgende wordt gesproken over Crooswijk, wordt hiermee Oud- en Nieuw Crooswijk bedoeld, tenzij anders vermeld (paragraaf 4.2 is hierbij uitgesloten).
§ 4.2
De historie van Crooswijk9
Om een beeld te krijgen van Crooswijk heden ten dage is het noodzakelijk kennis te hebben van de historie van de wijk. Deze bepaalt namelijk tot op de dag van vandaag hoe de wijk nu is. Bovendien kan de historie van belang zijn bij het vaststellen van de kernwaarden voor Crooswijk. Daarom zal in deze paragraaf allereerst de historie van Crooswijk worden weergegeven. De historie van de Rotterdamse wijk Crooswijk voert eeuwen terug. Waar nu de Algemene Begraafplaats Crooswijk ligt, was al in de zestiende eeuw een kasteelachtige buitenplaats gelegen met de naam Huys te Krooswyk. Naar deze buitenplaats is de wijk later vernoemd. In eerste instantie was Crooswijk een gebied waar rijke Rotterdammers hun buitenverblijven hadden. Later werd Crooswijk echter meer en meer een dichtbevolkte volkswijk met veel arbeiders, mede door de bevolking vanuit Noord-Brabant en Zeeland die naar Rotterdam kwam om in de fabrieken en havens te werken. De Crooswijkers brachten het grootste gedeelte van hun tijd door in de omliggende fabrieken, zoals de fabriek in suikerwerken van C. Jamin aan de Hugo de Grootstraat, de brouwerij van Heineken op de hoek van de Crooswijksesingel en de Linker Rottekade of bij het abattoir (slachthuis). Daarnaast vestigden zich er talloze fabriekjes en bedrijfjes, die dikwijls elders in de stad vanwege de overlast die zij omwonenden bezorgden, werden geweerd. In de nabije omgeving ontstonden de arbeiderswoninkjes, die er achteloos werden neergezet. Pas later ontstonden te midden van die huizenrijen de straten. De buurt groeide zeer snel en op de kwaliteit van de huizen werd toen nog niet zo gelet. De bewoners vormden een hechte gemeenschap: samen delen en hulp bieden waar nodig.
9
Deze paragraaf omvat de gehele wijk Crooswijk, inclusief Rubroek. In het verleden voelden de bewoners uit Rubroek zich
namelijk meer verbonden met Crooswijk dan tegenwoordig het geval is.
In 1885 veranderde Crooswijk langzaam maar zeker van een propere volksbuurt tot een achterbuurt. De straten verpauperden in sloppen en stegen. Crooswijk werd voor de buitenstaander vooral de begraafplaats, de vuilnisbelt, de plek waar in 1885 bij het Schuttersveld de barak voor besmettelijke ziekten in gebruik werd genomen, het abattoir en de plek waar in de Crooswijksebocht de hondenbewaarplaats was gevestigd. Vaak ook hing er in en rond Crooswijk een ondraaglijke stank, veroorzaakt door de slechte staat van de rioleringen. Crooswijk was een achterbuurt geworden. Onder de arbeidersbevolking bestond een sterke band, die zowel bij het feesten als bij het opkomen tegen sociale onrechtvaardigheden tot uiting kwam. Feesten vonden vooral op het Schuttersveld plaats, waar tevens sport werd beoefend. Voorts waren er stakingen, was er bedrijvigheid (onder andere de jaarlijks gehouden vee- en landbouwtentoonstelling) en de kermis die tweemaal per jaar werd gehouden. Het waren allemaal gebeurtenissen waarbij de wijkbewoners sterk betrokken waren. De tijd loopt door en in Crooswijk verandert niet veel. Dan breekt de Tweede Wereldoorlog uit en terwijl rondom de wijk grote stadsdelen in puin veranderden, bleef Crooswijk tijdens de Tweede Wereldoorlog als door een wonder gespaard voor vernielingen door (brand na) bombardementen. Mede door het geringe aantal vernielingen, kreeg Crooswijk in de jaren 1940 - 1945 te maken met een grote toeloop van de door de bombardementen gedupeerde Rotterdammers. Meer dan tweeduizend mensen moesten in korte tijd worden ondergebracht bij Crooswijkse familieleden en kennissen. Vlak na de Tweede Wereldoorlog verbeterden de omstandigheden in de wijk niet. De levensomstandigheden in de buurt waren schrijnend geworden. Terwijl elders in Rotterdam met inzet van alle krachten werd gewerkt aan de wederopbouw en overal huizen uit de grond werden gestampt, verpauperde Crooswijk verder tot een achterbuurt. De woningnood in Rotterdam had door de bombardementen ontstellende vormen aangenomen en het saneren van het uitgeleefde Crooswijk zou betekenen dat het aantal woningzoekenden alleen maar groter zou worden. Bovendien hadden de Crooswijkers altijd nog méér dan de duizenden andere Rotterdammers: een eigen dak boven het hoofd; zo werd geconcludeerd en dus werd Crooswijk maar even vergeten. In 1950 klonk een noodkreet vanuit de wijk voor het saneren van de huizen. Er waren in die tijd in Rotterdam veel naargeestige buurten en daar omheen weer ruimere wijken met veel groen. In Crooswijk ontbrak veel groen en recreatieruimte, er was hinder van stank, stof en overlast van de fabrieken. In de wijk ontbrak zonlicht dat door de ligging van de straten en de omliggende bebouwing werd veroorzaakt. In 1956 was er nog steeds niets gebeurd. De krant kwam destijds tot de conclusie dat in Crooswijk toch al veel ten goede was veranderd. Doordat in Crooswijk geen bombardementen hadden plaatsgevonden, stonden de oude krotten nog overeind en had de gemeente Rotterdam haar geld uitgegeven aan het heropbouwen van andere wijken die soms totaal vernield waren. Eind jaren zestig worden plannen gemaakt die voor het stervende Crooswijk de genadeslag zouden betekenen.
Het eerste plan betreft het Rottetracé, waarbij de Rotte moest worden gedempt voor de aanleg van een vierbaans-invalsweg van de noordelijke randweg naar de binnenstad. Het tweede plan beoogt de algehele afbraak van Crooswijk ten behoeve van de uitbreiding van de stad. De Crooswijkse bevolking keert zich vooral tegen de voorgenomen bouw van kantoren en eist sociale woningbouw: “Een Crooswijk voor de Crooswijkers.” Er worden nieuwe plannen gemaakt, maar het zou nog tot 1973 duren voordat alle partijen zich daarin kunnen vinden. Crooswijk zal in eerste instantie een functie als woonwijk, waarin geen plaats is voor overlast bezorgende bedrijven, krijgen. In het kader van deze plannen wordt een begin gemaakt met de sloop- en nieuwbouwactiviteiten. Heineken, Jamin en het abattoir verdwijnen. Moderne woonblokken verschijnen, straat voor straat verdwijnt om voor nieuwe huizen, winkels, pleintjes en groenvoorzieningen plaats te maken. Een nieuwe periode is in de oude wijk aangebroken (Soeters, z.j.). 4.2.1
Arbeiderswijk
In het bovenstaande is duidelijk geworden dat Crooswijk een arbeiderswijk was, die ontstaan is toen de industrie zich in de wijk vestigde. De wijk staat in de eerste helft van de vorige eeuw op drie peilers: vlees, bier en zoetwaren. De mannen werkten bij het abattoir of de Heinekenbrouwerij en de vrouwen bij de snoepfabriek van de familie Jamin. In deze subparagraaf zal kort worden ingegaan op deze drie belangrijke fabrieken, die een grote bijdrage hebben geleverd aan Crooswijk. •
Abattoir
Het abattoir aan de Boezemstraat dateert van 1883. Alles draaide in de wijk om vlees, want in de buurt waren tevens de Slagersvakschool en de Rotterdamse Vethandel en Smelterij van de Gebroeders Smilde gevestigd. Op 1 mei 1979 werd het bedrijf gesloten. Wat nog rest is de ingang van het abattoir, waar nu restaurant Brazzo is gevestigd. Het gehele terrein van het abattoir werd geruimd en er werd een complete nieuwe woonwijk gebouwd, met toepasselijke nieuwe straatnamen als: Schapendreef, Ooienpad, Ossenstraat en Koeweide. •
Heinekenbrouwerij
In 1873 vestigde de Heinekenbrouwerij zich op de hoek van de Crooswijksesingel en de Linker Rottekade. De bekende E. Pincoff had G.A. Heineken, die in 1863 in Amsterdam was begonnen, overgehaald zich ook in Rotterdam te vestigen. Van oudsher waren veel brouwerijen in de stad gevestigd. De locatie was gekozen vanwege de aanwezigheid van een groot aantal bronnen. In 1968 verhuisde Heineken zijn brouwactiviteiten, wegens ruimtegebrek, naar Zoeterwoude en maakten de fabrieksgebouwen plaats voor woningbouw. Wat nog rest is het monumentale kantoorpand, de enige herinnering aan het grote bedrijf dat in Crooswijk was gevestigd. In de schaduw van dit gebouw werd een nieuwe woonwijk gebouwd. Heineken bleef tot 1998 nog wel eigenaar van dit pand.
•
Snoepfabriek Jamin
Cornelis Jamin kwam eind negentiende eeuw vanuit Brabant naar Rotterdam en liet daar een enorm fabrieksgebouw in de wijk Crooswijk bouwen: de Zuid-Hollandsche Stoomfabriek van Banket-, Koeken Suikerwerken. Jamin kwam met een voor die tijd unieke formule. Hij maakte zijn zoetwaren in zijn eigen fabriek en verkocht het in zijn eigen winkels. Met groot succes, want het bedrijf groeide, vanuit Rotterdam, uit tot een grote keten. Voor de wijk was de fabriek, die midden in de wijk stond, erg belangrijk. De winkels van Jamin waren volkswinkels, ondanks de krullerige gouden letters ‘C. Jamin’ op de winkelruiten en de met kroonluchters en spiegels getooide interieurs. Een snoeppaleis voor Jan met de Pet, goedkope vervanging van de banketbakker voor de middengroepen. Dat was de kracht van de keten. Van de snoepfabriek is nu niets meer over. Het enige wat nog getuigd aan de familie Jamin is het mausoleum van de familie op de Rooms-katholieke Begraafplaats Sint Laurentius, maar Jamin en Crooswijk zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Bijna zeventig jaar had de Zuid-Hollandsche Stoomfabriek van Banket-, Koek- en Suikerwerken C. Jamin in Crooswijk haar domicilie. Met het verdwijnen van de industrie uit de wijk, gingen veel arbeidsplaatsen verloren en ontstond een grote werkloosheid en een hoog uitkeringspercentage. Het vertrek van de industrie zorgde voor een verbetering van het woningbestand, maar ook voor armoede vanwege het verlies van de vele arbeidsplaatsen. De industrie maakte plaats voor sociale woningbouw. Meer dan 95 procent van de woningen is momenteel huurwoning in het goedkope segment.
§ 4.3
Sporen uit het verleden
De rijke historie van Crooswijk heeft haar sporen achtergelaten in de wijk. Hiervan zijn er nog maar weinig terug te vinden, maar de sporen die er nog zijn, zijn erg duidelijk. Bijvoorbeeld de twee begraafplaatsen in (Nieuw) Crooswijk. In deze paragraaf wordt ingegaan op bijzondere sporen uit de historie van Crooswijk, waaronder groene en historische plekken in de wijk. Ook wordt ingegaan op bekende personen die verbonden zijn met Crooswijk. 4.3.1
Groene plekken
Crooswijk kent een aantal kenmerkende groene plekken in de wijk. Naast enkele lanen met waardevolle bomen, zijn ook de twee begraafplaatsen en een aantal singels kenmerkend voor de wijk. Deze plekken ondersteunen het groene karakter van de wijk.
•
Begraafplaatsen
Bekend werd Crooswijk vooral door de Algemene Begraafplaats Crooswijk aan de Kerkhoflaan. De geschiedenis van dit kerkhof voert terug naar juli 1832. Rotterdam werd in dat jaar geteisterd door de zoveelste cholera-epidemie en om zo snel mogelijk de vele doden te kunnen afvoeren, werd in Crooswijk een kerkhof aangelegd. De Algemene Begraafplaats werd in 1996 tot Nationaal Monument verklaard en zou zelfs als een Unique Selling Point (USP) kunnen worden getypeerd (zie ook paragraaf 3.3.3). De begraafplaats is namelijk uitgegroeid tot een waar begraafpark met bijzondere bomen, planten en bloemen. De begraafplaats kent nog steeds een groeiende populariteit. Van ver buiten Rotterdam komt men naar deze begraafplaats, niet alleen voor begrafenissen, maar ook voor een wandeling om te genieten van de mooie omgeving. De Rooms-katholieke begraafplaats Sint Laurentius (1875) ligt midden in Nieuw Crooswijk en heeft het karakter van een besloten tuin. Beide begraafplaatsen zijn erg mooi; veel ruimte, rust en een diversiteit aan groen rondom water. Het zijn karakteristieke groene gebieden met historische betekenis voor Rotterdam en spelen tot op heden nog een zeer belangrijke rol in Crooswijk. Ze zijn daarom beide beeldbepalend voor de wijk. •
Water in Crooswijk
Crooswijk kent een aantal waterrijke plekken. De Rotte is daarvan de bekendste. De Rotte, waarnaar Rotterdam is vernoemd, was in het begin van de vorige eeuw een drukke aanvoerroute voor handelswaar en grondstoffen. Toen de fabrieken en pakhuizen langs de kades langzaam verdwenen, verdween ook de plaats van de Rotte steeds meer naar de achtergrond. Momenteel zijn er nog rondvaarten op de Croosboot en kanoverhuur bij het Noorderplein (Oude Noorden). Bewoners waarderen de rust aan de Rotte en het is een uitstekende wandelroute, maar toch lijkt het water niet meer dan de natte grens tussen het Oude Noorden en Crooswijk. Toch zou de Rotte een levensader voor de wijk kunnen zijn, waarmee de wijk zich op een unieke manier zou kunnen profileren. Naast de Rotte bezit Crooswijk een aantal mooie singels, als de Crooswijksesingel, de Boezemsingel, de Exercitiesingel, de singels rondom beide begraafplaatsen en tot slot de Boezem. In de singels zijn verschillende bijzondere (culturele) elementen geplaatst. De waterrijke plekken dragen bij aan het groene karakter van de wijk en zouden een belangrijke rol kunnen spelen in Crooswijk. •
Kralingse Bos
Midden in de hectiek van de grote stad ligt het Kralingse Bos dat samen met de Kralingse Plas een mooi groengebied vormt aan de rand van Crooswijk. Rondom het Kralingse Bos zijn veel sporten te beoefenen, zowel individueel als in verenigingsverband. In het bos zijn fiets- en wandelpaden, uitgestrekte grasvelden, een strandje, een kinderboerderij, een manege, een golfbaan en zeilscholen. Hoewel het Kralingse Bos niet tot Crooswijk behoort, maken veel bewoners uit Crooswijk gebruik van dit groene recreatiegebied.
4.3.2
Historische plekken
De rijke historie van Crooswijk heeft een aantal historische plekken voortgebracht waarvan er nog enkele bewaard zijn gebleven. Naast het monumentale kantorenpand van Heineken zijn dit ook het Schuttersveld en Stoomwasserij de Rijzende Zon. •
Het Schuttersveld
Het Exercitie- of Schuttersveld werd in 1864 aangelegd ten behoeve van de schuttersvereniging. De schutterij of het schuttersgilde was een soort burgerwacht of militie die werd opgericht om de stad te beschermen bij een aanval en de orde te handhaven bij oproer of brand. Voor meer algemene informatie omtrent de schutterij, zie bijlage 4. Op het Schuttersveld werden vaak oefeningen en parades van de Rotterdamse schutterij gehouden. De schutterij met haar (eigen) muziek, is een fel stuk jeugdleven voor vele Rotterdammers geweest. Veel straatnamen in Crooswijk getuigen nog van het verleden van de schutterij: Tamboerstraat, Pijperstraat, Schuttersstraat, Excercitiestraat en Vaandrigstraat. Het Schuttersveld hangt ook samen met het lied van de populaire Rotterdamse schrijver Koos Speenhoff ‘Daar komen de schutters’, welke de schutters heeft vereeuwigd. Hieronder is het refrein weergegeven. Zie bijlage 5 voor het gehele lied. Daar komen de schutters, zij lopen zich lam. De mannetjesputters, van Rotterdam. O wat een geschitter, wat maken ze lef. Dat komt van de bitter, en ’t plichtsbesef. Na de opheffing van de schutterij oefenden tot 1940 het Korps Mariniers van de marinierskazerne aan het Oostplein (Kralingen) op het terrein. Verder kent het Schuttersveld een sporthistorie. De voetbalvereniging Sparta Rotterdam speelde tot 1907 op het Schuttersveld. Onder andere oudvoetbalinternational Bok de Korver heeft jaren op het Schuttersveld gespeeld. Zijn glorietijd lag tussen 1905 en 1920 en hij kwam tussen 1905 en 1913 eenendertig keer uit voor het Nederlands elftal. Van 1902 tot 1923 speelde hij voor Sparta Rotterdam als spelbepaler. Volgens de overlevering maakte Bok de Korver tijdens zijn gehele carrière nooit een overtreding. Bok de Korver was een voorloper van het idee ‘stervoetballer’. Een ander opmerkelijk feit uit de historie van het Schuttersveld is dat de eerste interland Nederland - België, georganiseerd door Sparta Rotterdam, op Nederlandse bodem op 14 mei 1905 voor 30.000 toeschouwers op het Schuttersveld werd gespeeld. Ook Bok de Korver speelde tijdens deze interland.
Tegenwoordig is het Schuttersveld een multifunctionele sportaccommodatie dat ligt op de grens tussen Oud- en Nieuw Crooswijk. Het is een kristallisatiepunt van recreatieve voorzieningen, activiteiten en ontmoetingen. Niet alleen voor bewoners uit Crooswijk, ook bewoners uit het Oude Noorden en Kralingen bezoeken het Schuttersveld. Deze historische plekken, gebeurtenissen en personen spelen een rol bij het bepalen van de identiteit van de wijk (Noordman, 2004, p. 120). •
Stoomwasserij De Rijzende Zon
Stoomwasserij De Rijzende Zon aan de Paradijslaan vormt een tweede historische plek in Crooswijk. Over de stoomwasserij is echter weinig bekend. Het schijnt zo te zijn dat deze stoomwasserij werkte voor de Holland Amerika Lijn. Het gebouw van De Rijzende Zon staat nog steeds aan de Paradijslaan en is één van de te handhaven gebouwen tijdens de herstructurering in Nieuw Crooswijk. Voor meer informatie omtrent deze herstructurering, zie paragraaf 5.1.1. 4.3.3
Bekende Crooswijkers
Crooswijk kent een aantal bekende personen die verbonden zijn met de wijk. Naast de reeds genoemde Koos Speenhoff en zijn bekende lied over de schutterij, zijn ook artiesten als The Three Jacksons, Corrie van Gorp (dochter van Piet van Gorp, die deel uitmaakte van het legendarische accordeontrio The Three Jacksons) en Rita Reys (sinds 1960 officieel ‘Europe’s first lady of jazz’) verbonden met de wijk. Ook Chris van Abcoude, schrijver van bekende boeken als Kruimeltje en Pietje Bell, is in Crooswijk geboren. Deze boeken zijn deels gebaseerd op zijn jeugdjaren in Crooswijk. Verder heeft de wijk een aantal bekende sporters voortgebracht. Naast de reeds genoemde voetballer Bok de Korver, is Crooswijk vooral bekend om de bokser Bep van Klaveren. “Je laat je niet slopen”, zegt zijn moeder, bijna dwingend, bijna bezwerend. Hij knikt. “Dat is Crooswijk, jongen”, legt ze uit. “Als je Crooswijker bent, dan laat je je niet slopen. Je gaat niet zomaar leggen. Je gaat vechten voor wat je waard bent. Je hebt twee knuisten en je kan slaan. Dus laat die ander maar gaan leggen, want die is niet uit Crooswijk. Die komt uit Argentinië, daar leggen ze de hele dag door. Als je uit Crooswijk komt, dan laat je je niet slopen.” Hij knikt, hij zegt dat ze gelijk heeft. Ze heeft ook gelijk.” (Van Den Heuvel, 2004-2005).
“In de ring veert een licht in elkaar gedoken gestalte rond op snelle voeten. Hij heeft zijn armen bijna gestrekt langs het lichaam hangen, slechts even opwaarts gebogen. Hij kijkt haast gedesinteresseerd; af en toe bewegen zijn lippen. Hij staat zachtjes voor zich uit te vloeken. Zijn tegenstander draait rond hem, laat nu en dan een vuist uitschieten en kijkt verrast als hij niet zelden een gat in de lucht slaat en in dezelfde seconde een vinnige hoek tegen zijn flank voelt: Bep van Klaveren is weggeslipt en valt in dezelfde vloeiende beweging aan.” (http://www.rotterdammers.nl/sport/bep.htm). Als ‘The Dutch Windmill’, een bijnaam die hij dankte aan zijn beweeglijkheid, speelde Bep van Klaveren als professional bijna 150 wedstrijden, waarvan hij er minder dan twintig verloor. Hij werd tijdens de Olympische Spelen in Amsterdam in 1928 kampioen in het vedergewicht. In 1931 werd hij Europees kampioen lichtgewicht en in 1938 Europees kampioen middengewicht. Hij was de held van heel Nederland, maar in het bijzonder die van Rotterdam met een ongekende populariteit in Crooswijk. En nog steeds is de bokser populair. Hij staat op nummer drie in de top tien van Rotterdamse sporthelden (Noordman & De Graauw, 2006).10 Bep van Klaveren trainde in boksclub Crooswijk. En daar sparren (met een tegenstander oefenen, trainen) er zelfs nog steeds: The Dutch Windmills, generatiegenoten van Bep van Klaveren. De legendarische boksclub Crooswijk ademt sportgeschiedenis met op alle muren wedstrijdposters, van de jaren dertig tot de glimmende kickboks-plakkaten van nu. Volksbuurten waren vaak buurten waar veel boksers uit voortkwamen. In deze buurten had men vaak geen cent te makken en had men de tijd om heel de dag te trainen (3voor12, VPRO). Na de dood van Bep van Klaveren in 1992 beloofde de Rotterdamse zakenman Aad Veerman de enige Nederlandse Olympisch kampioen boksen te zullen eren met een bronzen standbeeld in Crooswijk, een gedenkboek en tien boksavonden, de zogenaamde ‘Bep van Klaveren Memorial’. Het beloofde standbeeld staat sinds september 1992 voor het verzorgingstehuis Hoppensteyn op de grens van de Rotterdamse wijken Crooswijk en Kralingen. Het beeld staat op de plaats waar Bep van Klaveren dagelijks langs fietste op weg naar de boksclub. In 1992 kwam ook in een gelimiteerde oplage het gedenkboek ‘Hollands Greatest’ uit.
10
Nummer 1: Leontien van Moorsel & nummer 2: Nelli Cooman.
De Bep van Klaveren Memorial werd een jaarlijks terugkerend gratis toegankelijk boksgala ter nagedachtenis aan de legendarische Crooswijkse Bep van Klaveren. Het motto van het evenement luidt: “De bokser Van Klaveren is gestorven, maar de legende leeft voort.” Het evenement werd zo’n groot succes dat het in het begin gestelde aantal van tien boksavonden inmiddels is overschreden. Dit jaar (2006) bereikt het evenement namelijk de dertiende editie. Het evenement is uitgegroeid tot het grootste boksevenement van Nederland. Geconcludeerd kan worden dat Bep van Klaveren als een icoon, waarover in paragraaf 3.3.3 is gesproken, voor Crooswijk kan worden getypeerd. Bep van Klaveren, de Crooswijkse volksjongen, heeft de wijk als het ware ‘smoel’ gegeven. Daarnaast staat hij symbool voor de vechtlust die kenmerkend is voor Crooswijkers (zie ook paragraaf 4.5).
§ 4.4
Bevolkingssamenstelling
De bevolkingssamenstelling in Crooswijk is in de loop der jaren veranderd. De vestiging van de industrie zorgde dat veel arbeiders in de wijk kwamen wonen. Een andere factor is de bombardementen in de Tweede Wereldoorlog waarbij Crooswijk ongedeerd bleef, maar waarbij veel andere Rotterdammers onderkomen zochten in Crooswijk. Tot slot was de komst van gastarbeiders in de jaren zestig en zeventig een factor die de bevolkingssamenstelling deed veranderen. Deze factoren bepalen tot op de dag van vandaag de bevolkingssamenstelling in Crooswijk. In paragraaf 5.1.2 wordt verder ingegaan op veranderingen in Crooswijk in de afgelopen jaren. 4.4.1
Huidige bevolkingssamenstelling
Gegevens uit 2005 (COS, Buurtinformatie Rotterdam Digitaal) laten zien dat in Crooswijk11 bijna 13.000 mensen wonen. Hierbij ligt het percentage mannen in Nieuw Crooswijk hoger (53 procent), terwijl in Oud Crooswijk het percentage vrouwen hoger ligt (51,5 procent). Deze ruim 13.000 bewoners leven verspreid over bijna 6.000 huishoudens. Onder de bewoners bevinden zich verhoudingsgewijs veel alleenstaanden (53,7 procent). Tevens wonen er redelijk veel gezinnen: meer dan een derde van de bewoners bestaat uit gezinnen met kinderen. In bijna de helft van de gevallen staat slechts één ouder aan het hoofd. Gezinnen met meer dan drie kinderen, komen maar weinig voor.
11
NB: Hier omvat Crooswijk enkel de subwijken Oud- en Nieuw Crooswijk.
Crooswijk is een wijk met veel verschillende nationaliteiten. Meer dan de helft (60,3 procent) is van allochtone afkomst. Dit percentage ligt een stuk hoger dan het stedelijk gemiddelde. Van de allochtonen vormen Marokkanen de grootste groep. Daarna volgen Turken en Surinamers in vrijwel gelijke aantallen. Van een hechte band tussen allochtonen en autochtonen is geen sprake, maar de groepen met verschillende achtergronden leven vreedzaam samen. Ruim de helft valt in de leeftijd van twintig tot 55 jaar. Ruim een kwart is jonger dan negentien jaar. Crooswijk is een wijk met een grote middenklasse. Bijna zestig procent van de bewoners heeft een midden inkomen12. De groep met een hoog inkomen13 is bescheiden, slechts acht procent. Ruim een derde van de huishoudens heeft een laag inkomen14. Tevens is er een hoog percentage aan uitkeringsontvangers. Voor Oud- en Nieuw Crooswijk is dit respectievelijk dertien en twaalf procent; stedelijk is dit zeven procent (Programmabureau Veilig, 2005). Verder kent de wijk een hoog werkloosheidspercentage en een relatief laag opleidingsniveau.
§ 4.5
Karakteristiek Crooswijk15
Crooswijk is van oudsher een echte volkswijk. Eigenlijk een authentiek dorp binnen de stad. “Rustig wonen, terwijl je toch midden in de stad zit.”16 De industrie die eind negentiende eeuw voor werkgelegenheid en bevolkingsgroei zorgde, bepaalde de sociale samenstelling van de wijk. Door de jaren heen is Crooswijk altijd een echte volkswijk gebleven. De Crooswijkers17 zijn een slag apart. Ze hebben het hart op de tong en zeggen elkaar recht op de man af wat ze vinden. “Ze praten niet onnodig, maar zeggen gewoon waar het op staat.” Vrijgevochten, met beide benen in het volle leven en angst voor niemand. Eerlijke en eigenzinnige mensen, dat is waar Crooswijkers om bekend staan. Crooswijkers staan tevens bekend als harde werkers. Hun motto is dan ook “Niet zeiken, maar doen.” De wijk kent een grote sociale cohesie: “Op elkaar letten, voor elkaar zorgen, tegen elkaar lullen” is wat Crooswijkers belangrijk vinden en dat ook doen. De Crooswijkers kennen elkaar en er woont veel 12
Huishoudens met een jaarinkomen tussen € 9.435 en € 35.900.
13
Huishoudens met een jaarinkomen hoger dan € 35.900.
14
Huishoudens met een jaarinkomen lager dan € 9.435.
15
Deze paragraaf geeft voornamelijk het karakteristieke van het vroegere Crooswijk weer. In de loop der jaren is de wijk
veranderd (zie ook paragraaf 5.1.2). Het sleutelwoord voor het ontwikkelen van belevenissen is echter authenticiteit en oorspronkelijkheid. Deze authentieke en oorspronkelijke beschrijving vormt daarom een goed uitgangspunt voor het ontwikkelen van belevenissen voor het huidige Crooswijk. 16
De cursieve teksten met aanhalingstekens zijn uitspraken van bewoners, verkregen uit de diepte-interviews.
17
Met de Crooswijkers worden de bewoners bedoeld die de karakteristieke volkswijkmentaliteit in zich hebben. Dit zijn niet
alleen de oudere bewoners, maar dit kunnen ook jongeren en nieuwkomers (bijvoorbeeld allochtonen) zijn. Waar het om gaat, is dat ze zich in hart en nieren Crooswijks voelen en dit in hun dagelijkse leven ook uiten. Wanneer in deze scriptie wordt gesproken over Crooswijkers, dan gaat het om deze bewoners, tenzij anders vermeld.
familie van hen in de directe omgeving. De sociale cohesie is een sterk punt van de wijk en dat willen de Crooswijkers niet kwijt. Crooswijk is fysiek een vrij gesloten wijk. De wijk ligt ingeklemd tussen de Rotte, de Boezem en de Crooswijkse- en Boezemsingel. Maar ook zijn de Crooswijkers zelf vrij gesloten, het is een hechte gemeenschap. “De mensen kennen elkaar, omdat ze de wijk als het ware samen hebben opgebouwd.” Men komt voor elkaar op, zoals familie onder elkaar. Het is moeilijk om er binnen te komen, maar niet onmogelijk als je je gewoon als één van hen gedraagt. Ook vechtlust is kenmerkend voor de Crooswijkers. Crooswijkers hebben altijd moeten ‘vechten’. Was het in de jaren dertig de bokser Bep van Klaveren die letterlijk moest vechten (zie paragraaf 4.3.3), later hebben de Crooswijkers figuurlijk moeten vechten. Onder andere voor het behoud van hun wijk in de jaren zeventig, later in de jaren tachtig tegen de huurverhogingen en nu tegen de herstructurering in Nieuw Crooswijk (zie ook paragraaf 5.1.1). De sloopplannen in Nieuw Crooswijk stuiten momenteel op fel verzet bij een deel van de bewoners, vooral bij de echte Crooswijkers. Een voorbeeld: De laatste tien bewoners weigeren hun huurwoning in het woonblok Klein Trapezium in Nieuw Crooswijk te verlaten. ”Je laat je niet slopen en je knokt tot je erbij neervalt.” Dat is karakteristiek ‘Crooswijks gedrag’. Dat Crooswijk een echte volkswijk is gebleven, blijkt ook uit de leefstijlen. Crooswijkers zijn zeer begaan met wat er in hun wijk gebeurt en ze vinden het belangrijk om in harmonie te leven. De leefstijl ‘betrokkenheid en harmonie’ vormt dan ook bijna 40 procent van het totaal (Com.wonen, 2005). Voorts kenmerken Crooswijkers zich door hun gastvrijheid. Deze gastvrijheid is deels afkomstig uit de Tweede Wereldoorlog. Na de bombardementen op Rotterdam was er veel opvang in Crooswijk voor de mensen die dakloos waren geworden. Maar nog steeds zijn Crooswijkers hartelijk en open naar een ieder. Dit lijkt in strijd te zijn met de eerdere opmerking dat Crooswijk een vrij gesloten gemeenschap is, maar waar het om gaat is dat ze niet zomaar iemand opnemen in of toelaten tot hun (hechte) gemeenschap. Veel bewoners wonen al jaren in de wijk en zijn daarom enorm gebonden aan hun wijk. De woonduur is gemiddeld vrij lang. Meer dan 40 procent woont langer dan tien jaar in de wijk, waarvan bijna een kwart zelfs vijftien jaar of langer in de wijk woont. Veelal wonen ook families al verschillende generaties lang in de wijk. Over het algemeen ervaren de Crooswijkers het samenleven in de wijk als goed. “Iedereen leeft wel zijn eigen leven, maar men groet elkaar en maakt een praatje.” De tevredenheid met de wijk is over het algemeen positief, 64 tot 70 procent is tevreden met de wijk (COS, Buurtinformatie Rotterdam Digitaal, 2004). Er is sprake van saamhorigheid, veel onderlinge contacten, gezelligheid en vertrouwen tussen de Crooswijkers. Er heerst een gemoedelijke, ongedwongen sfeer in de wijk en “elkaar niet verlullen” is een belangrijk item voor de Crooswijkers. De Crooswijkers zijn zeer betrokken bij hun wijk en de activiteiten die worden georganiseerd. Ze willen ook overal bij worden betrokken. Wanneer dit niet gebeurt, krijg men dat ook te horen. Crooswijk is een levendige wijk die bruist van activiteit. Er wordt gewoond, geleefd, gewerkt, gewinkeld, gesport, gespeeld en naar school gegaan door mensen van alle mogelijke leeftijden,
achtergronden en culturen. En ze hebben één gemeenschappelijk kenmerk: ze noemen zichzelf veelal ‘echte Crooswijkers’. De Crooswijkers hebben, mede dankzij vrienden, familie en goede kennissen, een grote binding met de wijk en met elkaar. Hoe langer men in Crooswijk woont, des te meer is men gehecht aan de wijk. Men heeft hart voor de wijk en voor de bewoners in de wijk. Er heerst een echt ‘Crooswijkgevoel’. Dit gevoel heerst niet alleen bij de van origine afkomstige Crooswijkers, maar ook bewoners die later in de wijk zijn komen wonen of allochtonen kunnen dit Crooswijkgevoel bezitten. “Crooswijkers herken je” volgens de Crooswijkers en voor hen geldt “Eens een Crooswijker, altijd een Crooswijker.” Crooswijk had in het verleden een slechte naam. In paragraaf 4.2 is reeds toegelicht hoe deze slechte naam is ontstaan. Wanneer men vroeger in Crooswijk ging wonen, werd men al snel ‘asociaal’ genoemd. Mede door de media is dit destijds zo aangedikt dat Crooswijk eigenlijk nooit van dit slechte imago is afgekomen. Momenteel heeft Crooswijk nog steeds geen positief imago. Onveilig, crimineel en smerig: zo wordt Crooswijk vaak door buitenstaanders gezien. Dit wordt tegenwoordig veroorzaakt door een aantal problemen die gelijktijdig voorkomen. De reeds genoemde hoge werkloosheid, lage inkomens en het lage opleidingsniveau dragen hieraan bij, maar ook kent de wijk een hoge mate van onveiligheid en (jongeren)overlast. De scores op de Veiligheidsindex18 zijn laag, voor Oud- en Nieuw Crooswijk respectievelijk 5,5 en 4,7. Oud Crooswijk valt hiermee in de categorie ‘bedreigde wijk’ en Nieuw Crooswijk valt hiermee in de categorie ‘probleemwijk’. Het gaat voornamelijk om de aspecten drugsoverlast, schoon en heel, inbraak, diefstal en vandalisme die moeten worden aangepakt. De Crooswijkers daarentegen vinden dat dit alles veelal wordt aangepraat en voelen zich niet dermate onveilig. Bovendien zijn de Crooswijkers uitermate trots op hun wijk en beschouwen zij de wijk, ondanks deze ‘problemen’, toch als hún ‘dorp’. Dit geeft wederom aan dat er een sterke sociale cohesie is. “Het is echt een wijk die van de wijk houdt.” Het zijn voornamelijk de (echte) Crooswijkers die het karakteristieke van Crooswijk willen behouden en dit ook proberen te doen. Juist omdat in de laatste jaren het karakteristieke van Crooswijk reeds is verminderd en de laatste tijd meer en meer verloren dreigt te gaan wegens een veranderende wijk door een aantal (negatieve) factoren. In paragraaf 5.1.2 wordt verder ingegaan op deze factoren.
18
De jaarlijkse Veiligheidsindex is een uniek instrument waarin vanuit diverse gegevensbronnen tot één
veiligheidsindexcijfer wordt gekomen voor heel Rotterdam en voor alle wijken afzonderlijk.
4.5.1
Het Crooswijkgevoel
Het Crooswijkgevoel is het gevoel dat alleen bij de (echte) Crooswijkers heerst. In de diepteinterviews is gevraagd naar wat dit gevoel precies inhoudt. Het Crooswijkgevoel is volgens hen bewoners ‘van de wijk en van de mensen in de wijk houden’, het ‘saamhorigheidsgevoel’ en het ‘trots zijn op de wijk’. Maar ook de ‘recht voor zijn raap-mentaliteit’ en de ‘vechtlust’ behoren tot dit Crooswijkgevoel. Tot slot behoort hiertoe het gevoel van ‘thuis zijn’. Wanneer bewoners de wijk ‘binnenkomen’, voelen ze meteen de ‘warmte van de wijk’. De wijk geeft hen een bepaald thuisgevoel, de wijk voelt vertrouwd en geborgen aan. De Crooswijkers zien hun wijk als ‘uniek in Rotterdam’, een wijk die ze niet kwijt willen. “Het is een plek om trots op te zijn, want het is Crooswijk. Als ze zeggen; kom jij uit Rotterdam, zeg jij “Crooswijk”. Rotterdam is van alles, maar Crooswijk is speciaal.” (Van Den Heuvel, 2004-2005).
§ 4.6
Tot slot
In dit hoofdstuk is een schets gegeven van Crooswijk. Er is begonnen met een paragraaf over de historie van de wijk om het één en ander te verduidelijken. Crooswijk kent een roerige historie met veel ups en downs, welke de wijk hebben gemaakt tot wat zij nu is. Daarna kwamen een aantal sporen uit het verleden van Crooswijk aan bod. Hieruit bleek dat beeldbepalende elementen in Crooswijk de waterrijke plekken als de Rotte, de Boezem en de singels zijn, maar ook de begraafplaatsen zijn uitermate kenmerkend voor Crooswijk. Vooral de Algemene Begraafplaats, die als een Unique Selling Point voor Crooswijk zou kunnen worden getypeerd, is karakteristiek. Het Schuttersveld met zijn rijke historie is tevens een kenmerkende plek in Crooswijk. Ook zijn bekende Crooswijkers toegelicht. Hiervan is Bep van Klaveren de bekendste. Hij was de held van heel Nederland, maar in het bijzonder die van Rotterdam met een ongekende populariteit in Crooswijk. Hij kan daarom als een icoon voor Crooswijk worden getypeerd. Tot slot gaven de bevolkingssamenstelling en het karakteristieke van Crooswijk inzicht in de Crooswijkers en de wijk. Crooswijk bestaat uit subwijken, buurten en straten: elk met een eigen karakter. Samen met de bewoners vormen zij een bijzondere Rotterdamse wijk waar men het gevoel heeft in een dorp te zijn. Waar het lijkt of bijna iedereen familie van elkaar is. Er wonen al generaties Crooswijkers in de wijk en wanneer je bij de diepte-interviews even doorvraagt, komt de historie van decennia weer tot leven. Deze historie laat als een onderliggend weefsel nog steeds zijn invloed gelden en kan worden gebruikt bij het creëren van belevenissen voor Crooswijk.
Er zijn Crooswijkers vertrokken en nieuwe bewoners bijgekomen. En zo is langzamerhand een andere vorm van Crooswijk ontstaan. Toch blijven een aantal kernwaarden verbonden met de wijk. Op basis van deze (authentieke) kernwaarden zullen activiteiten worden ontwikkeld, die een belevenis gaan vormen voor Crooswijk en haar bewoners. In hoofdstuk zes wordt ingegaan op deze kernwaarden, maar allereerst zal in hoofdstuk vijf worden gekeken naar een aantal externe factoren en de effecten die deze kunnen hebben op de te ontwikkelen activiteiten.
5
Externe factoren Ontwikkelingen en trends
Eén van de meest onveranderlijke eigenschappen van samenlevingen is veranderlijkheid. Als iets samenlevingen typeert, is het wel dat er voortdurend beweging is. Deze veranderingen houden verband met tal van zaken. Dit hoofdstuk omvat de ontwikkelingen in Crooswijk en de trends in de samenleving en welk effect deze kunnen hebben op de te ontwikkelen activiteiten voor Crooswijk.
§ 5.1
Ontwikkelingen in Crooswijk
In deze paragraaf wordt ingegaan op de ontwikkelingen in Crooswijk. Het doel hiervan is inzicht verkrijgen in de wijk: wat leeft er en wat speelt er. 5.1.1
Herstructurering Nieuw Crooswijk
In Crooswijk is de afgelopen jaren veel gaande. Met name de herstructurering in Nieuw Crooswijk is een veel besproken fenomeen. Deze herstructurering is een ontwikkeling in de wijk waarmee rekening dient te worden gehouden tijdens het ontwikkelen van de activiteiten. De subwijken binnen Crooswijk hebben zo hun problemen. Ze ondergaan daarom een renovatie, waarvan die in Nieuw Crooswijk het meest ingrijpend is. Voor Nieuw Crooswijk is gekozen voor strategische wijkaanpak. De wijk is landelijk één van de 56 aandachtswijken van het Ministerie van VROM19 in de zogenaamde 56-wijkenaanpak, een onderdeel van actieprogramma ‘Herstructurering’. De herstructurering in Nieuw Crooswijk heeft meerdere doelen. Eén van de doelstellingen van het herstructureringsbeleid in Rotterdam is het creëren van gemengde woonwijken. De insteek is om meer mensen uit hogere inkomenscategorieën van buitenaf te trekken en om sociaal mobiele bewoners binnen de wijk de mogelijkheid te bieden om een wooncarrière te maken (Van Kempen & Bolt, 2003, p. 14). In ruim tien jaar tijd worden in Nieuw Crooswijk ongeveer 1800 van de 2100 woningen gesloopt (vrijwel alle sociale huurwoningen) en vervangen door nieuwbouw. De aanleiding voor deze herstructurering is de zorgwekkende ontwikkeling op economisch, sociaal en fysiek terrein: een relatief hoge werkloosheid, groeiende klachten over onveiligheid en overlast en kwalitatief slechte 19
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
woningen en bedrijfsruimten. De fysieke staat van de buurt is er mede de oorzaak van dat de buurt een eenzijdige bevolkingsopbouw heeft, met veel laaggeschoolden en kansarmen en als gevolg daarvan ook meer sociale problemen en een leefbaarheid die onder druk staat. Ook Oud Crooswijk staat op het punt van stadsvernieuwing. Hier zal geen grootschalige herstructurering plaatsvinden, maar er zullen in de toekomst wel kleinschalige, fysieke investeringen plaatsvinden (sloop- en nieuwbouwactiviteiten). Daarnaast zullen de woningen in enkele straten worden gesloopt en komen in die straten nieuwe woningen. Nieuw Crooswijk heeft volgens het Masterplan Nieuw Crooswijk20 een eenzijdig woonmilieu dat weinig aantrekkelijk is voor de mensen die wat meer te besteden hebben. Een wooncarrière binnen de wijk is niet goed mogelijk, zodat mensen die het beter krijgen vaak wegtrekken. Door middel van herstructurering komt in de wijk een meer gedifferentieerd woningaanbod en worden winkels, pleinen, straten en groenvoorzieningen vernieuwd of verbeterd volgens de OCNC21. Daarmee wordt niet alleen voorkomen dat de midden- en hoge inkomensgroepen elders gaan wonen, maar zal mogelijk ook de leefbaarheid verbeteren wanneer huishoudens met verschillende inkomens bij elkaar wonen. Nieuw Crooswijk is in de toekomst primair een woonwijk voor de midden- en hogere klasse. Wel krijgt de wijk naast woningen in diverse categorieën en groottes ook een mix van functies die goed passen bij het karakter van de nieuwe stadswijk. Het gaat hierbij om functies als een brede school, kleinschalige kantoren en bedrijvigheid, ateliers en niet-commerciële voorzieningen. De herstructurering zal een grote druk zetten op de wijk: zowel in sociale (het verminderen van de sociale cohesie) als in fysieke zin (de overlast door sloop- en bouwactiviteiten). Bij de Crooswijkers roept deze herstructurering dan ook enorm veel emoties op: woede, verdriet en onmacht. Zelden hebben herstructureringsplannen voor zoveel emotie en verwarring gezorgd als nu het geval is in Nieuw Crooswijk. De Crooswijkers keren zich tegen de beleidsmakers die denken een herstructurering van bovenaf te kunnen sturen, die menen dat ze weten wie iedereen is en wat goed voor ze is, die een bevolkingssamenstelling te eenzijdig vinden en daarom willen differentiëren. ”Dat Crooswijk een eenzijdige bevolkingssamenstelling heeft, hoeft toch geen probleem te zijn?” vinden de Crooswijkers. Met de herstructurering worden immers niet alleen de huizen en straten gesloopt, maar gaat tegelijkertijd de gehele ziel van de wijk op de schop. Er gaat hiermee een groot gedeelte van de karakteristieke wijk verloren. 20
Masterplan Nieuw Crooswijk (Ontwikkelingscombinatie Nieuw Crooswijk, 2005). Dit Masterplan werd op 3 februari 2005
vastgesteld door de gemeenteraad van Rotterdam. 21
De Ontwikkelingscombinatie Nieuw Crooswijk (OCNC) bestaat uit het Woningbedrijf Rotterdam, projectontwikkelaar
Proper-Stok Woningen en bouwer/ontwikkelaar ERA Bouw. De OCNC voert de regie over de herstructurering en werkt daarbij nauw samen met de gemeente Rotterdam. Zeer uitzonderlijk daarbij is dat de OCNC ook de verantwoordelijkheid draagt voor het opzetten van de gehele infrastructuur van de wijk.
5.1.1.1 Veranderende bevolkingssamenstelling Nieuw Crooswijk22 Het nieuwe Nieuw Crooswijk kent volop variatie, in het woningaanbod, in het straatbeeld en in de bevolkingssamenstelling. In deze levendige, kindvriendelijke wijk, met allerlei voorzieningen binnen loopafstand, vinden zowel huidige Nieuw Crooswijkers als nieuwe bewoners een woning die past bij hun woonwensen, gezinssituatie en inkomen (OCNC, 2005). Door middel van de herstructurering wordt gestreefd naar het beeld van een typische midden- en hogere klasse stadswijk. Dit betekent onder andere een gevarieerde samenstelling qua bevolking: gezinnen met kinderen, eenpersoonshuishoudens, starters, ouderen, jongeren, autochtonen en allochtonen met uiteenlopende levensstijlen en voornamelijk midden- en hoge inkomens. Tevens zullen veel anderhalf- en tweeverdienershuishoudens in de wijk komen wonen. Nieuw Crooswijk moet volgens de plannen minimaal een volwaardig nieuwbouw-alternatief worden voor de VINEX-wijken. Nieuw Crooswijk is echter van oudsher een wijk voor huishoudens met een laag inkomen. Meer dan 95 procent van de woningen in Nieuw Crooswijk is nu sociale huurwoning en de gemiddelde huur is 330 euro per maand (prijspeil 1 juli 2005, Woningbedrijf Rotterdam). Na de herstructurering zullen slechts 700 sociale huurwoningen (één op de drie) terugkomen. Dit zijn 428 nieuwbouwwoningen en 272 bestaande woningen. Deze 700 sociale huurwoningen zijn in de eerste plaats bestemd voor de bewoners die willen terugkeren in Nieuw Crooswijk. De andere woningen worden (middel)dure huuren koopwoningen. De nieuwe huurprijzen liggen na de herstructurering tussen de 470 - 900 euro per maand. De nieuwe huur- en koopwoningen zullen daarom voor de huidige bewoners bijna niet te betalen zijn. Dit leidt ertoe dat deze huishoudens worden verdreven naar elders. “Met de herstructurering zal Nieuw Crooswijk qua bevolkingssamenstelling een metamorfose krijgen.” De echte Crooswijkers denken dat maar weinig Crooswijkers zullen terugkeren in het nieuwe Nieuw Crooswijk. Niet alleen vanwege de duurdere woningen, maar men zal hoogstwaarschijnlijk ook niet twee keer willen verhuizen (eerst naar een tijdelijke woning (wisselwoning) en later naar een nieuwe woning in het nieuwe Nieuw Crooswijk). Crooswijk zal na de herstructurering niet meer de arbeiderswijk worden die zij was. In 2003 is het rapport ‘Woonwensen van WBR-huurders in Nieuw Crooswijk’ (Van Der Zanden & De Vries, 2003) verschenen. Hierin komt naar voren dat na een verhuizing, gedwongen als gevolg van de herstructurering of volgens eigen plan, het overgrote deel redelijk dicht in de buurt van Nieuw Crooswijk wil blijven wonen. Nu de eerste verhuizingen (vanaf 1 april 2004) zijn gestart, blijkt dat de meeste bewoners het inderdaad dichtbij hun oude wijk zoeken, 48 procent van de bewoners verhuist 22
De veranderende bevolkingssamenstelling voor Nieuw Crooswijk is gebaseerd op gegevens van de OCNC.
naar Oud Crooswijk, 31 procent verhuist naar het Oude Noorden (deelgemeente Noord, tegen Crooswijk gelegen) en 27 procent verhuist naar Kralingen. Daarnaast maakt (slechts) tien procent van de bewoners gebruik van de terugkeergarantie23 (OCNC/WBR24, 2006). Toch denkt de OCNC dat dit voornamelijk ligt aan het feit dat de bewoners niet weten hoe de wijk eruit zal gaan zien. Nu is dit nog onduidelijk, maar naar mate de tijd vordert en er nieuwe woningen worden gebouwd, zullen volgens de OCNC meer bewoners gebruik gaan maken van de terugkeergarantie. Veel bewoners die pas op later termijn moeten verhuizen, geven aan dat ze willen terugkeren: “Ik gaat m’n wijkie niet uit.” Nieuw Crooswijk zal in fases worden geherstructureerd, wat betekent dat men te maken krijgt met verschillende groepen bewoners. Er zijn bewoners die blijven; bewoners die binnen afzienbare tijd gaan vertrekken; bewoners die over een aantal jaar de wijk zullen verlaten; bewoners die weer terug zullen komen en als laatste de nieuwkomers. Daarnaast is er een groep tijdelijke bewoners. Tijdelijk is hier relatief, voor sommigen is dat maar even, maar anderen blijven gerust een aantal jaar in de wijk wonen. Tijdelijke bewoning is ter bescherming van leegstaand vastgoed en om verpaupering zoveel mogelijk tegen te gaan (Tudjman & De Jong, 2006). Uit het bovenstaande valt te concluderen dat de wijk enorm zal gaan veranderen. Veel (huidige) bewoners zullen niet meer terugkeren in het nieuwe Nieuw Crooswijk. Dit zijn voornamelijk de bewoners die in de eerste fases zullen verhuizen. Zij hebben nu geen idee hoe de wijk zal worden en willen ook niet twee keer verhuizen. Met het verdwijnen van de Crooswijkers zal ook, een groot gedeelte van, de identiteit van de wijk verdwijnen. Wat blijft immers over van de oude wijk, of beter gezegd van de ziel van de wijk, als een dergelijke herstructurering zal plaatsvinden? In fysieke zin weinig als het aan de plannen van de OCNC ligt. Echter moet de ziel ontdekt en bewaard worden. Vanuit dat oogpunt kunnen belevenissen worden gecreëerd. Dit geldt uiteraard niet alleen voor Nieuw Crooswijk, maar tevens voor Oud Crooswijk. De activiteiten zullen worden ontwikkeld op basis van het DNA en de daaruit voortvloeiende kernwaarden voor beide subwijken. In bijlage 6 is een gedeelte opgenomen over de stedelijke bevolkingsgroepen in Rotterdam. Dit kan inzicht geven om te weten te komen welke groepen in het nieuwe Nieuw Crooswijk zullen komen wonen.
23
De garantie die bewoners krijgen dat ze terug kunnen keren in een passende woning in Nieuw Crooswijk. Een passende
woning is een sociale huurwoning indien de huurder op het moment van terugkeren nog een inkomen heeft onder de sociale huurgrens. 24
WBR: Woningbedrijf Rotterdam.
5.1.2
Crooswijk, een wijk in verandering
In hoofdstuk vier is het karakteristieke van Crooswijk en de Crooswijkers nader toegelicht (paragraaf 4.5). In de loop der jaren is dit karakteristieke van Crooswijk aangetast. Vanzelfsprekend is dit de oorzaak van een veranderende samenleving. In geheel Nederland is de samenleving immers de afgelopen decennia veranderd. Toch zijn er een aantal factoren die geleid hebben tot een specifiek veranderende samenleving in Crooswijk. Momenteel is de herstructurering de grootste ‘schuldige’ van een meer en meer veranderende samenleving in Crooswijk. Echter het karakteristieke van Crooswijk is niet alleen verloren gegaan als gevolg van de plannen omtrent de herstructurering. Volgens de Crooswijkers zijn er namelijk een aantal specifieke factoren die ertoe hebben geleid dat de wijk in de loop der jaren is veranderd. De eerste factor was de sluiting van het abattoir in 1979. Bij het abattoir werkte het merendeel van de mannelijke bewoners uit de wijk. Doordat verder weinig tot geen werk in de wijk overbleef na de sluiting van het abattoir (Jamin en Heineken waren reeds uit de wijk verdwenen), verhuisden veel Crooswijkers naar andere plaatsen. De Crooswijkers die wat meer te besteden hadden trokken hierdoor uit de wijk. Hiermee verdween tevens het kapitaal uit de wijk en kwamen er ‘armen’ voor terug. Hierdoor veranderde de bevolkingssamenstelling in de wijk. De tweede factor was de komst van verschillende nationaliteiten naar de wijk. Verschillende nationaliteiten hebben verschillende normen, waarden en gewoonten en bovendien “leven die vaak hun eigen leventje” volgens de Crooswijkers. Deze ‘nieuwe’ bewoners deelden niet de Crooswijkse historie en ze deelden ook niet het voor de Crooswijkers zo kenmerkende Crooswijkgevoel. Tevens lijkt etnische diversiteit een grote rol te spelen bij het gebrek aan communicatie tussen bewoners. Hoewel sommige allochtonen integreerden als ware Crooswijkers, tastte de komst van andere nationaliteiten naar de wijk toch de zo kenmerkende sociale cohesie van Crooswijk aan. Een derde factor is de in hoofdstuk vier genoemde hoge werkloosheid, de lage inkomens, het lage opleidingsniveau en de hoge mate van onveiligheid en (jongeren)overlast. Deze aspecten hebben tot gevolg dat de goede, ongedwongen sfeer in de wijk werd aangetast en de wijk (van buitenaf) steeds meer werd gezien als een probleemwijk. Tot slot zijn er in de laatste tien jaar meer bewoners, veelal echte Crooswijkers, verhuisd naar plaatsen buiten Crooswijk. De laatste jaren zagen zij de wijk (in negatieve zin) meer en meer veranderen en mede door de aankomende plannen omtrent de herstructurering namen zij het zekere voor het onzekere door alvast te verhuizen. En wat gebeurt er als iemand verhuist? “Dan verdwijnt de saamhorigheid en gaan onderlinge contacten verloren”, verduidelijkt een bewoonster. Het verhuizen, vertrekken, soms nooit meer terugkomen en de wijk straks gesloopt zien worden zijn daarom emotionele gebeurtenissen voor de Crooswijkers.
Door bovenstaande factoren groeide, en groeit nog steeds, een negatief gevoel over de eigen wijk. Er heerst een gevoel dat de saamhorigheid en de gevoelens van verbondenheid en betrokkenheid sterk zijn afgenomen. De Crooswijkers voelen zich eigenlijk de laatste der Mohikanen. Ze vinden het dermate betreurenswaardig dat de wijk door deze factoren zo is aangetast. Ze zouden het graag anders zien en hebben “heimwee naar het verleden”, naar het vroegere Crooswijk. Toen de saamhorigheid nog goed was, toen men nog gezellig een praatje met elkaar maakte op straat en toen men nog altijd voor elkaar klaar stond. Het ontglipt de Crooswijkers nu allemaal uit handen. “Het voelt alsof we de wijk verliezen”, verklaart een bewoonster. Ondanks deze veranderingen in Crooswijk voelen zij zich ‘van binnen’ nog echte Crooswijkers. “Eens een Crooswijker, altijd een Crooswijker” zeggen ze en “een Crooswijker blijft altijd vechten, voor zichzelf, de wijk en haar bewoners.” Ze hebben dat Crooswijkgevoel, van de wijk en van de mensen in de wijk houden, elkaar helpen en gedag zeggen op straat en het saamhorigheidsgevoel, et cetera, nog steeds in zich. De echte Crooswijkers proberen dat Crooswijkgevoel ook te behouden. “Dat zit in je en dat raak je niet meer kwijt.” Echter, geven enkele Crooswijkers aan dat ze toch weer een toenemende behoefte aan saamhorigheid zien bij de bewoners. “Eigenlijk is het saamhorigheidsgevoel er altijd geweest, alleen is het verscholen geweest”, verklaart een Crooswijkse zelfs, “men verlangt er weer naar.” De Crooswijkers geven aan dat het karakteristieke van Crooswijk er deels nog wel is, maar dat het in de loop der jaren enorm is verminderd. “Veelal zie je het niet, maar als je met de echte Crooswijkers praat, komt het karakteristieke van Crooswijk wel weer naar boven”, verklaart een andere Crooswijkse. Het gaat hierbij alleen om de echte Crooswijkers, want die hebben dat in zich. Echter, er blijven steeds minder echte Crooswijkers over en dat doet de wijk juist zo enorm veranderen. Zoals eerder in deze scriptie vermeld, vormen authentieke en oorspronkelijke verhalen één van de belangrijkste bronnen voor conceptontwikkeling voor belevenissen. Bij het ontwikkelen van de onderscheidende activiteiten voor Crooswijk kan daarom het best worden ingespeeld op het karakteristieke van Crooswijk. Gekeken dient te worden naar hoe het vroegere Crooswijk op een moderne en/of verfrissende manier weer naar boven kan worden gehaald. Met andere woorden hoe kunnen de bewoners de, in de historie van Crooswijk gewortelde, heartbeat (her)beleven. Voor de huidige Crooswijkers betekent dit namelijk een herbeleving van het oude Crooswijk. Tevens dient rekening te worden gehouden met het feit dat enorm veel nieuwe bewoners (jonge gezinnen, anderhalf- en tweeverdienershuishoudens, hogere inkomens, et cetera) in de wijk zullen komen wonen die dit oude, karakteristieke Crooswijk niet hebben gekend. Voor de nieuwe bewoners kan bijvoorbeeld worden gedacht aan verhalen of thema’s over het karakteristieke van het oude Crooswijk. Het kan voor hen bijvoorbeeld interessant zijn te weten hoe de wijk waar zij straks wonen, ooit is geweest en wat daar zo bijzonder aan was. Op deze manier kunnen ook nieuwe bewoners de, in de historie van Crooswijk gewortelde, heartbeat beleven.
§ 5.2
Trends in de samenleving
Trends zijn ontwikkelingen die een lange doorlooptijd kennen. In deze paragraaf zal worden gekeken naar relevante trends aan de hand van een aantal thema’s en wat de effecten kunnen zijn van deze trends voor de te ontwikkelen activiteiten in Crooswijk. Per trend wordt een onderbouwing gegeven waarom de trend een kans of een bedreiging vormt in het kader van dit onderzoek. 5.2.1
Demografische trends
Op nationaal niveau zijn er tal van demografische trends. Wijken maken onderdeel uit van de nationale samenleving. Dit betekent echter niet dat alle wijken te maken zullen krijgen met vergrijzing, bevolkingsgroei, een toenemend aantal allochtonen, et cetera. De onderstaande trends zullen de toekomst van wijken, en dus ook die van Crooswijk, tot op zekere hoogte beïnvloeden (Van Der Horst & Wassenberg, 2004, p. 7). Het is van belang deze trends (kort) te benoemen, omdat deze ook hun doorwerking op Crooswijk kunnen hebben. De trends op nationaal niveau (CBS, 2002, in Van Der Horst & Wassenberg, 2004): •
Het inwonertal van Nederland zal toenemen van de huidige 16,2 miljoen naar 17,7 miljoen rond 2040. Daarbij is sprake van een afnemend groeitempo.
•
De leeftijdsstructuur zal verder veranderen: de babyboomgeneratie zal in de komende jaren de pensioengerechtigde leeftijd bereiken; er vindt een daling in het aantal geboorten plaats; het aantal overledenen zal sterk stijgen en de levensverwachting neemt toe.
•
Het aantal niet-westerse allochtonen zal toenemen van 1,6 miljoen in 2002 tot bijna 2 miljoen in 2010.
•
Het migratiesaldo zal gaan dalen.
5.2.2
Sociaal-culturele trends
De meest relevante trends in het kader van dit onderzoek, zijn trends op sociaal-cultureel niveau. Om een goed overzicht te geven, worden deze onderverdeeld in een aantal thema’s, te weten: de consument en de maatschappij, de consument en zijn vrije tijd, de consument en belevenissen en (lokale) identiteit.
5.2.2.1 De consument en de maatschappij •
Angst voor verlies van sociale binding en respect
Deze trend bestaat uit een toenemend gevoel dat de gemeenschapszin onder druk staat. Mensen zijn te veel op zichzelf gericht en houden te weinig rekening met hun leefomgeving. Men meent in toenemende mate dat er in Nederland te weinig respect is voor elkaar en dat te weinig nadruk wordt gelegd op traditionele waarden en normen. In brede lagen van de bevolking leeft het gevoel dat de maatschappij ten onder dreigt te gaan aan de voortschrijdende individualisering. Er bestaat een toenemende roep om autoriteit, strengere wetten en regelgeving en er is sprake van een afname van geweldsfascinatie. Met name in de burgerij is sprake van een toename van het maatschappelijk engagement. Deze trend duidt op een groeiende maatschappelijke bezorgdheid (Motivaction, 2001). Kans: Crooswijk heeft altijd een erg sterke sociale cohesie gekend: men helpt elkaar, men let op elkaar en men zorgt voor elkaar. Deze sociale cohesie is volgens de Crooswijkers in de loop der jaren minder geworden, maar zij is nog deels aanwezig (voornamelijk onder de echte Crooswijkers). Mede door de veranderingen in de wijk, inclusief de herstructurering, zijn de Crooswijkers echter bang dat de sociale cohesie geheel zal verdwijnen. Door middel van het inspelen op deze trend met behulp van de te ontwikkelen activiteiten, kan de sociale cohesie wellicht weer worden versterkt, wat tevens de binding met de wijk kan versterken. •
Toenemende tijdstress
Toenemende tijdstress door de komst van het anderhalfverdienershuishouden in combinatie met het ontbreken van een passende sociale infrastructuur, die de tijdstress kan verlichten. Dit leidt tot afstemmingsproblemen tussen arbeid, zorg en vrije tijd. De tijdstress zet het privé-leven onder druk, leidt er toe dat men zich minder inzet voor een leefbare samenleving en dat men dergelijke verantwoordelijkheden afschuift naar anderen en naar de overheid (Motivaction, 2001). Bedreiging: Deze trend is vooral van belang in het kader van de herstructurering in Nieuw Crooswijk, welke de bevolkingssamenstelling enorm zal doen veranderen. In de toekomst zullen in Nieuw Crooswijk veel anderhalf- en tweeverdienershuishoudens komen wonen. Deze bewoners zullen minder vrije tijd hebben in verband met hun drukke leven (werk, zorgtaken, andere verplichte tijd) en daarom wellicht minder tijd kunnen besteden aan activiteiten in het kader van sport en recreatie en de inzet voor een leefbare wijk. Tevens nemen de vrijetijdsuitgaven toe door de stijging van het besteedbare inkomen, met name in anderhalf- en tweeverdienershuishoudens, en met de enorme uitbreiding van het repertoire aan vrijetijdsactiviteiten waaraan men geld kan uitgeven. Ter informatie: de vrijetijdsuitgaven in 2000 waren ten opzichte van 1975 met 80 procent gestegen. Een groeiend deel van de vrije tijd wordt buiten de deur doorgebracht met sportbeoefening, uitgaan en verplaatsingen (Breedveld & Van Den Broek, 2001; Mommaas, 2000 & 2003 in Galle et al., 2004). De vrijetijdsambities zijn hooggespannen en men wil dan ook in het vrijetijdsdomein excelleren. Men
verdeelt de beperkte vrije tijd dus over steeds meer activiteiten. Met een hoger besteedbaar inkomen kan men ook aan meerdere en meer spectaculaire activiteiten deelnemen (Ester, Vinken & Van Dun, 2002, p. 6). Ook in dit opzicht kan deze trend dus ook een bedreiging zijn voor de te ontwikkelen activiteiten. •
Sterk toegenomen aanbod en keuzevrijheid
We leven in een complexe maatschappij waarin het consumentengedrag steeds individueler, meer gefragmenteerd en grilliger wordt. Consumenten kunnen kiezen uit een steeds omvangrijker productaanbod en verwachten dat dit aanbod op hun vraag en behoeften is afgestemd. Het product moet aan alle eisen en verwachtingen van de kritische consument voldoen. Omdat het aanbod en het aantal productvarianten binnen het assortiment toenemen, wordt de consument gedwongen continu keuzes te maken. De keuzevrijheid beperkt zich echter niet tot de sfeer van consumptie en vrije tijd. Ook bij zaken als hypotheken, verzekeringen en in de sociale zekerheid kan de consument uit een gevarieerd aanbod een keuze maken. Bij de consument levert dit enerzijds een voldaan gevoel op, maar anderzijds een gevoel van twijfel en onzekerheid (TNO, 2005, p. 25-26). Bedreiging: Bij de te ontwikkelen activiteiten moet rekening worden gehouden met het feit dat de bewoners steeds een ruime keuze hebben uit een groot aanbod van activiteiten waar zij aan kunnen deelnemen. De te ontwikkelen activiteiten moeten daarom dermate bijzonder en verrassend zijn dat de bewoners zich hierdoor aangesproken voelen, dat zij ook daadwerkelijk zullen deelnemen aan de activiteiten en dat deze een bijzondere belevenis voor hen vormen. •
Afnemend geduld en consumentloyaliteit
Het wordt steeds moeilijker om de aandacht van de consument vast te houden en met hem in contact te blijven. De consument is, mede als gevolg van de zapcultuur, ongeduldig en wil niet meer wachten. Ook zijn veel consumenten steeds minder merktrouw en loyaal aan een bedrijf of merk (TNO, 2005, p. 26). Bedreiging: Deze trend kan een bedreiging vormen voor de te ontwikkelen activiteiten. Wanneer het moeilijk is de aandacht van de consument vast te houden, zullen de activiteiten dusdanig bijzonder en verrassend moeten zijn dat zij een memorabele belevenis zijn en dus herinneringswaarde opleveren voor de bewoners.
5.2.2.2 De consument en zijn vrije tijd •
Recreatie dichtbij huis
Er is steeds meer behoefte aan recreatiemogelijkheden dichtbij huis. Recreatie dichtbij huis wordt (weer) belangrijker voor de consument. Recreatie in de woonomgeving biedt bij uitstek mogelijkheden om te ontspannen, mensen te ontmoeten of juist rust te vinden. Recreatie dichtbij huis is tevens erg gewild, omdat de recreant hierin flexibel zijn tijd kan indelen (Sport en Recreatie, 2002, p. 2). Kans: Het voordeel dat mensen (weer) dichtbij huis gaan recreëren, is een positieve trend in het kader van dit onderzoek. De kans dat de activiteiten zullen slagen in de wijk, wordt hierdoor namelijk vergroot. •
Kwaliteit en diversiteit
Kwaliteit speelt een steeds belangrijkere rol in het keuzeproces van sport en recreatie voor de consument. Mede hierdoor, maar ook door het grote aanbod aan mogelijkheden, wenst de consument een diversiteit aan activiteiten te ontplooien bij voorkeur in de directe woonomgeving en in de soms korte tijdsperiodes die hem ter beschikking staan (http://www.funconcepts.nl/leisuretrends.html, z.j.). Bedreiging: De consument wil kwaliteit en diversiteit. Er moet daarom rekening worden gehouden met deze aspecten bij het ontwikkelen van de activiteiten. 5.2.2.3 De consument en belevenissen •
Ervaring vervangt product
Als gevolg van de gestegen welvaart en het gevoel van tijdsdruk is de consument steeds meer op zoek naar nieuwe ontdekkingen. Als tegenhanger van het ‘druk-druk-druk regime’ gaan mensen voortdurend op zoek naar een vakantiegevoel en willen graag meegetrokken worden in haast film- of romanachtige gebeurtenissen waarin ze zich kunnen uiten. We leven in een consumptiecultuur, waarin het behoeftenpatroon van individuen is veranderd van stabiel naar dynamisch; het is (bijna) onverzadigbaar en onvoorspelbaar geworden. Een product moet meer bieden dan puur de functionaliteit. Het gaat niet meer alleen om het product, maar om de belevenis die dat product biedt, de ervaring met het product. Men wil het verhaal achter een product. Dit geldt niet alleen voor producten, maar tevens voor diensten. (TNO, 2005, p. 38). Kans: Deze trend is waar het in dit gehele onderzoek om draait en waar dit onderzoek dan ook op inspeelt. Belangrijk hierbij is het verhaal achter het product of de dienst. Deze zorgt voor de bijzondere ervaring. Authentieke en oorspronkelijke verhalen leveren veelal de bronnen voor conceptontwikkeling voor belevenissen
•
Zoektocht naar een andere werkelijkheid
De consument is in toenemende mate op zoek naar een andere werkelijkheid. Hiertoe worden aspecten als authenticiteit, lokale identiteit en de omgeving als kernwaarden voor beleving steeds belangrijker (Trendslator, 2001). Kans: Deze trend is relevant in het kader van dit onderzoek, omdat bij het ontwikkelen van de activiteiten, als zijnde een belevenis, wordt ingespeeld op deze aspecten. 5.2.2.4 (Lokale) identiteit •
Identiteit wordt belangrijker
Enkele decennia geleden was imago een kernbegrip. Nu is niet imago, maar identiteit het sleutelwoord. Niet wie we lijken maar wie we zijn, daar gaat het om. Projectontwikkelaars zoeken naar de identiteit van een gebied, marketeers naar de identiteit van een merk of een formule, Friezen en Limburgers naar een streekgebonden identiteit. Hoe sneller grenzen vervagen, hoe lastiger het wordt om de identiteit van mensen en dingen, landen en streken te benoemen. Want voor al die identiteiten geldt: eenduidig zijn ze allerminst (Trendslator, 2001). Kans: Identiteit is een belangrijk begrip in het kader van dit onderzoek. Er moet op zoek worden gegaan naar het DNA (o.a. de identiteit) van Crooswijk om van daaruit de activiteiten te ontwikkelen die een belevenis vormen voor de bewoners. Deze trend is daarom een kans in het kader van dit onderzoek. •
Globalisering versus lokalisering
Het kleinschalige wint ineens aan belang en wordt zelfs cruciaal. Het landelijke, het regionale, het lokale, het stedelijke; aspecten die voorheen werden weggehoond, blijken steeds prettiger te zijn. En dichterbij: hoe belangrijk zijn je wijk, je straat, je werkomgeving, je vrienden, je familie, je thuis. Ze staan allemaal weer boven aan de lijst. Zo merken we dat we na alle wereldse leefgewoonten nu weer buitengewoon genieten van allerlei knulligheid. De globalisering heeft dus een soort tegenbeweging, genaamd lokalisering, veroorzaakt waardoor veel mensen weer meer belangstelling krijgen voor hun eigen omgeving (lokale identiteit) (Nieborg, 2004). De herontdekking van het eigene kan als reactie worden gezien op het globaliseringsproces, waardoor de mondiale cultuur een uniform karakter heeft gekregen (Bargeman, 2001). Kans: Het herontdekken van het eigene is een kans voor Crooswijk. Het eigene kan worden gezocht in de rijke historie, de beeldbepalende locatiekenmerken en het karakteristieke van Crooswijk. Dit zou kunnen leiden tot een ‘wijkeigen’ en bijzonder aanbod van activiteiten voor Crooswijk. De te formuleren kernwaarden moeten daarom doorklinken in de belevenissen en moeten ervoor zorgen dat de bewoners worden geraakt door het eigene van de wijk.
•
Nostalgie
Nostalgie is een manier om te schuilen en te vluchten in een tijd die wel duidelijk, helder en overzichtelijk was. Het verleden is zo duidelijk omdat het niet meer kan veranderen. Het is de overzichtelijke wereld van je opa en oma op de boerderij, van je moeder in een hippiejurk of van je eigen jeugd, toen er nog kleuterscholen en pick-ups waren. Het verleden is ook niet ver weg, het is voor een groot deel de eigen geschiedenis van mensen, hun eigen verleden en biografie (Trendslator, 2005). Kans: In paragraaf 5.1.2 werd duidelijk dat de Crooswijkers weer behoefte hebben aan hoe het vroeger in hun wijk was. Ze willen de aspecten van vroeger, zoals het saamhorigheidsgevoel, de gezelligheid en de goede sfeer van vroeger weer terug. Wellicht kunnen de te ontwikkelen activiteiten hieraan bijdragen. Ook kan het interessant zijn voor de nieuwe bewoners om te weten wat zo bijzonder was aan het ‘oude’ Crooswijk. •
Authenticiteit
Mensen gaan weer op zoek naar authenticiteit en oorspronkelijkheid. Men verlangt terug te grijpen naar oude, bestaande normen en waarden. Men probeert meer grip te krijgen op de eigen specifieke identiteit (Lieshout, Vissers & Bevolo, 2004). Met betrekking tot recreatie en toerisme wordt dit vertaald in drie stromingen: ‘terug naar de natuur’, ‘terug in de tijd’ en het ‘streekgevoel’. Voorbeelden hiervan zijn agritoerisme en erfgoedlogies (benutten van karakteristieke panden voor verblijfsrecreatie). Dit alles past ook binnen de globalisering; door het steeds kleiner worden van de wereld wordt de lokale of regionale identiteit steeds belangrijker. Het verhaal achter het product wordt daarom belangrijker. Authentieke verhalen leveren memorabele belevenissen op. Het is dan ook één van de belangrijkste bronnen voor conceptontwikkeling voor belevenissen. De kracht ervan schuilt in het feit dat verhalen die bijvoorbeeld zijn gebaseerd op de historie of unieke locatiekenmerken van een bestemming, onkopieerbaar en derhalve uniek zijn. Kans: Crooswijk is een karakteristieke wijk in Rotterdam met haar rijke historie, beeldbepalende locatiekenmerken en typische Crooswijkers, zoals naar voren is gekomen in hoofdstuk vier. De locatiekenmerken zijn deels verbonden met het verleden van de wijk. Er kan worden gekeken of iets van de historie of het karakteristieke van de wijk terug kan worden gebracht in het huidige Crooswijk, zij het op een moderne en/of verfrissende manier. De genoemde stromingen ‘terug in de tijd’ en ‘streekgevoel’ (kan ook worden getypeerd als ‘wijkgevoel’) bieden kansen voor de te ontwikkelen activiteiten.
§ 5.3
Slotconclusie
In dit hoofdstuk is gekeken naar ontwikkelingen in Crooswijk en trends in de samenleving en welke effecten deze kunnen hebben op de te ontwikkelen activiteiten in Crooswijk. Deze paragraaf vormt een slotconclusie op het hoofdstuk. Bij het ontwikkelen van de activiteiten moet rekening worden gehouden met het feit dat samenlevingen, en dus ook wijken, veranderingen ondergaan die niet terug te draaien zijn. Voor Crooswijk geldt hetzelfde. Veel veranderingen in de wijk zijn immers niet terug te draaien en Crooswijk weer maken zoals vroeger zal dan ook niet lukken, hoe graag de echte Crooswijkers dit misschien ook zouden willen. De herstructurering in Nieuw Crooswijk is een ontwikkeling die momenteel een groot effect heeft op de te ontwikkelen activiteiten. Rekening moet vooral worden gehouden met het feit dat Nieuw Crooswijk een vernieuwde bevolkingssamenstelling zal krijgen: naast het aantal bewoners dat blijft wonen, zal ook een groot aantal nieuwe bewoners in Nieuw Crooswijk gaan wonen. Op deze manier krijgt Nieuw Crooswijk te maken met meerdere ‘soorten’ bewoners. De huidige Crooswijkers, die het karakteristieke van het oude Crooswijk zoals zij dat kennen of hebben gekend, niet willen vergeten en/of opgeven. Daarnaast zijn er de nieuwe bewoners (in voornamelijk het nieuwe Nieuw Crooswijk), die het karakteristieke van het oude Crooswijk niet kennen en zich daar wellicht niet in kunnen vinden. In deze scriptie worden de volgende omschrijvingen gehanteerd: De huidige bewoners omvatten de Crooswijkers die blijven wonen (dit zijn ook de Crooswijkers uit Oud Crooswijk), of die na de herstructurering weer zullen terugkeren in het nieuwe Nieuw Crooswijk. De nieuwe bewoners omvatten zowel de bewoners die in het nieuwe Nieuw Crooswijk komen wonen, als de bewoners die, eventueel al jaren, in Crooswijk wonen, maar zich niet ‘echte’ Crooswijkers voelen. Ook zij moeten als het ware overtuigd worden van het bijzondere van (het vroegere) Crooswijk. Het is zaak om genoemde ‘soorten’ bewoners aan te spreken met de te ontwikkelen activiteiten. Daarnaast moet rekening worden gehouden met het feit dat in Oud Crooswijk geen grootschalige herstructurering plaatsvindt. Ook al wordt hier wel het één en ander gerenoveerd, het is lang niet zo ingrijpend als dat in Nieuw Crooswijk het geval is. Toch is ook in Oud Crooswijk de afgelopen jaren verandering, in negatieve zin, opgetreden. Voor beide subwijken moet bij het formuleren van de kernwaarden daarom worden gekeken naar hoe het karakteristieke van Crooswijk verfrist kan worden, oftewel in een nieuw jasje kan worden gestoken.
De eerder genoemde trends kunnen essentieel zijn bij het ontwikkelen van de activiteiten. Op sommige trends kan worden ingespeeld bij het ontwikkelen van de activiteiten (zij vormen dus een kans), terwijl andere trends juist een bedreiging vormen. In het bovengenoemde is reeds ingegaan op het feit of de trends een kans of bedreiging vormen voor de te ontwikkelen activiteiten. In het onderstaande zullen hieruit conclusies worden getrokken. Deze conclusies geven de ontwikkelingsrichting aan voor de te ontwikkelen activiteiten. •
Grillige consument
De consument blijkt tegenwoordig erg grillig in zijn doen en laten. Consumenten hebben steeds minder vrije tijd en in de beschikbare vrije tijd die ze hebben, willen ze dan ook iets bijzonders doen. Het voordeel daarbij is dat het besteedbare inkomen is gestegen en men dus meer geld kan besteden aan vrijetijdsactiviteiten. Echter wil de consument zijn geld aan steeds meer bijzondere vrijetijdsactiviteiten besteden. De te ontwikkelen activiteiten voor Crooswijk dienen daarom dermate verrassend en bijzonder te zijn, wil de consument (in dit geval de bewoner) hieraan deelnemen. Verder blijkt de consument uit een steeds omvangrijker productaanbod te kunnen kiezen en daarbij is de consument erg kritisch. Kwaliteit en diversiteit spelen een steeds belangrijkere rol in het keuzeproces van de consument. Des te moeilijker wordt het wanneer de consument ook niet meer wil ‘wachten’. Mede als gevolg van de zapcultuur wordt het steeds moeilijker de aandacht van de consument vast te houden. Al deze factoren leiden ertoe dat goed nagedacht moet worden over de te ontwikkelen activiteiten. Deze moeten dermate verrassend, bijzonder en betekenisvol zijn en bovendien een belevenis vormen voor zowel de huidige als de nieuwe bewoners in Crooswijk. •
Authenticiteit
De begrippen authenticiteit, (lokale) identiteit en lokalisering worden als kernwaarden voor beleving steeds belangrijker. Met name om het begrip authenticiteit kan men eigenlijk niet meer heen. De interesse in het verleden groeit; het verhaal achter een plek wordt belangrijk. Ook de herontdekking van het eigene is actueel. Crooswijk is zichzelf in de loop der jaren als het ware kwijtgeraakt. Door diverse problemen is de wijk achteruitgegaan. Nu is het tijd om te kijken naar wat Crooswijk vroeger was en naar wat Crooswijk nu is. Er liggen veel kansen voor Crooswijk als op de trend authenticiteit wordt ingehaakt. Authenticiteit is van wezenlijk belang en daarbij moet worden gekeken naar hoe het vroeger was. De historie en het karakteristieke van de wijk zouden meer kenbaar kunnen worden gemaakt aan de bewoners door verhalen of thema’s. Het verhaal achter het product of de dienst wordt immers belangrijker. Dit kan zowel aan de huidige als de nieuwe bewoners kenbaar worden gemaakt. De in de historie gewortelde heartbeat, vormt daarom het uitgangspunt voor de belevenissen.
•
Belevenissen
Als gevolg van de gestegen welvaart en het gevoel van tijdsdruk is de consument steeds meer op zoek naar ervaringen in plaats van producten of diensten. Het gaat om de belevenis die een product of dienst biedt, de ervaring van het product of de dienst wordt belangrijker. Men wil het verhaal achter een product of dienst. Dit kan worden gekoppeld aan authenticiteit. Authentieke verhalen zijn één van de belangrijkste bronnen voor conceptontwikkeling voor belevenissen. De kracht ervan schuilt in het feit dat verhalen die bijvoorbeeld zijn gebaseerd op de historie of unieke locatiekenmerken van een bestemming, onkopieerbaar en derhalve uniek zijn. De consument is immers in toenemend mate op zoek naar een andere werkelijkheid, waarbij authenticiteit, de lokale identiteit en de omgeving als kernwaarden voor beleving steeds belangrijker worden. Karakteristiek Crooswijk met haar rijke historie en de beeldbepalende locatiekenmerken kunnen een uitgangspunt vormen voor belevenissen op basis van authenticiteit. Het eigene van Crooswijk moet daarvoor weer tot leven worden geroepen, zij het op een moderne en/of verfrissende manier. Het gaat om het (her)beleven van de, in de historie van Crooswijk gewortelde, heartbeat.
§ 5.4
Tot slot
Naast demografische en sociaal-culturele trends zijn er tevens trends op economisch, politiek of technologisch niveau. Deze trends zijn echter niet relevant in het kader van dit onderzoek en zijn daarom niet opgenomen in de scriptie. Het is zaak rekening te houden met de in dit hoofdstuk genoemde externe factoren bij het ontwikkelen van de activiteiten. In het volgende hoofdstuk zullen de kernwaarden voor Crooswijk worden geformuleerd, welke het DNA van de wijk verwoorden. Bij het formuleren van de kernwaarden, en tevens in het verdere onderzoek, dient rekening te worden gehouden met de in dit hoofdstuk genoemde externe factoren.
6
Kernwaarden De gebiedsspecifieke waarden voor Crooswijk
In hoofdstuk vier is ingegaan op het karakteristieke van Crooswijk. Voortvloeiend uit dat hoofdstuk kan in hoofdstuk zes verder worden gegaan met het formuleren van de kernwaarden voor Crooswijk. Dit zijn de gebiedsspecifieke waarden die kenmerkend zijn voor Crooswijk en die gezamenlijk de wijk typeren. De kernwaarden geven aan waar Crooswijk voor staat en wat de meerwaarde van de wijk is. De kernwaarden zijn wederom gebaseerd op het karakteristieke van het oude Crooswijk. Hiervoor is gekozen, omdat in de scriptie het authentieke Crooswijk het uitgangspunt vormt voor de te ontwikkelen belevenissen in het huidige Crooswijk.
§ 6.1
Kernwaarden Crooswijk
De onderstaande negen kernwaarden zijn achterhaald door middel van het doen van diepte-interviews met zowel bewoners als professionals die op verschillende vlakken actief zijn in Crooswijk. Uit de diepte-interviews kwamen onderstaande kernwaarden veel voorkomend naar voren. Deze kernwaarden zijn gebaseerd op het karakteristieke van Crooswijk, zoals dat is beschreven in paragraaf 4.5. Het feit dat deze kernwaarden nu minder of bijna niet meer gelden voor Crooswijk speelt in deze geen rol, daar hier wordt gekeken naar hoe deze kernwaarden het verleden, op een moderne en/of verfrissende manier, kunnen terugbrengen in het huidige Crooswijk. De kernwaarden moeten daarom doorklinken in de belevenissen en moeten ervoor zorgen dat de bewoners worden geraakt door het eigene van de (vroegere) wijk. Op deze manier zullen de activiteiten een belevenis vormen voor zowel de huidige als de nieuwe bewoners. Authentieke verhalen, geïntegreerd in geïntegreerde kernwaarden, leveren immers de meest succesvolle belevenissen (Nijs & Peters, 2002, p. 34). De geformuleerde kernwaarden voor Crooswijk zijn (in alfabetische volgorde): •
Authenticiteit
•
Eerlijkheid
•
Saamhorigheid
•
Betrokkenheid
•
Eigenzinnigheid
•
Trots
•
Dorps(gevoel)
•
Gemoedelijkheid
•
Vechtlust
In het onderstaande zal allereerst een toelichting worden gegeven op de bovenstaande kernwaarden:25 •
Authenticiteit
Hiermee wordt bedoeld dat Crooswijk ‘echt en oorspronkelijk’ is. Volgens de Crooswijkers is de wijk een karakteristieke volkswijk (geweest). De historie van Crooswijk heeft de wijk gemaakt tot wat zij nu is. De Crooswijkers voelen zich hierdoor erg verbonden met de wijk en met de bewoners in de wijk. Crooswijk is een karakteristieke wijk in Rotterdam en daarmee volgens de Crooswijkers “uniek in Rotterdam”. •
Betrokkenheid
De Crooswijkers zijn erg betrokken bij hun wijk en bij de activiteiten die worden georganiseerd. Ze hebben, mede dankzij vrienden, familie en goede kennissen, een grote binding met de wijk en met elkaar. Men heeft hart voor de wijk en voor de bewoners in de wijk. Bovendien wonen veel Crooswijkers al jaren in de wijk. Dit geeft wederom aan dat er een grote betrokkenheid met de wijk is. Ze zijn gebonden aan hun wijk. “Het is echt een wijk die van de wijk houdt.” •
Dorps(gevoel)
Crooswijk is een vrij gesloten wijk binnen Rotterdam. De Crooswijkers ervaren het wonen in Crooswijk als het wonen in een dorp binnen de (grote) stad. Ze kennen elkaar, net als in een dorp, mede omdat veel families en bekenden al verschillende jaren in de wijk wonen. Het ‘ons-kent-onsgevoel’ is duidelijk aanwezig in Crooswijk. Men maakt een praatje en men is over het algemeen tolerant naar elkaar toe. “Rustig wonen, terwijl je toch midden in de stad zit” is een veelgehoorde uitspraak van de Crooswijkers. •
Eerlijkheid
Crooswijkers zijn een slag apart. Ze hebben het hart op de tong en zeggen elkaar recht op de man af wat ze vinden. “Ze praten niet onnodig, maar zeggen gewoon waar het op staat.” Ze kunnen ook enorm tekeer gaan als ze het ergens niet mee eens zijn. Die eerlijkheid is kenmerkend voor de Crooswijkers. •
Eigenzinnigheid
Crooswijkers zijn vrijgevochten mensen, ze staan met beide benen in het volle leven en hebben angst voor niemand. Ze zijn behoorlijk eigenwijs en dat laten ze zo nu en dan merken ook. Ze laten zich absoluut niet de les lezen en ze bepalen zelf wel wat goed en fout is.
25
NB: In een later stadium is met de Crooswijkers gesproken omtrent het feit of deze ‘oude’ kernwaarden goed zijn
geformuleerd.
•
Gemoedelijkheid
De gemoedelijkheid uit zich in de gezellige en ongedwongen sfeer in de wijk. Contacten worden snel gelegd, men maakt tijd voor een praatje en wanneer iemand de weg vraagt, wordt diegene vriendelijk geholpen. Men heeft interesse in elkaar en men wil graag weten waar iedereen mee bezig is. •
Saamhorigheid
Het saamhorigheidsgevoel is iets waar Crooswijk om bekend staat en de Crooswijkers zien dit dan ook als een belangrijk punt van de wijk. Er is sprake van onderlinge contacten, gezelligheid en vertrouwen tussen de Crooswijkers. Mede dankzij dit saamhorigheidsgevoel ervaren zij het leven en wonen in de wijk als goed. •
Trots
Crooswijkers zijn enorm trots op hun wijk. Ze beschouwen de wijk, ondanks problemen, toch als hún ‘dorp’. Ze hebben de wijk als het ware samen opgebouwd en daar zijn ze trots op. De Crooswijkers houden van hun wijk, ondanks dat Crooswijk van buitenaf wordt gezien als een ‘probleemwijk’. Of het nu de unieke locatiekenmerken of de bewoners zijn, de Crooswijkers praten altijd vol lof over hun wijk. Wanneer er iets over Crooswijk wordt gezegd, voelt de Crooswijker zich direct aangesproken. Ze zijn er trots op een Crooswijker te zijn: “Eens een Crooswijker, altijd een Crooswijker.” •
Vechtlust
Crooswijkers hebben eigenlijk altijd moeten vechten. Was het in de jaren dertig de bokser Bep van Klaveren die letterlijk moest vechten, later hebben de Crooswijkers figuurlijk moeten vechten. Onder andere voor het behoud van hun wijk in de jaren zeventig, later in de jaren tachtig tegen de huurverhogingen en nu tegen de herstructurering in Nieuw Crooswijk. “Je laat je niet slopen en je knokt tot je erbij neervalt” is dan ook hun motto. Als wordt gekeken naar bovenstaande kernwaarden, kan worden opgemerkt dat dorps(gevoel) niet geheel getypeerd kan worden als een kernwaarde. Het is in feite meer een samenvattend begrip van alles wat een dorp omvat, zoals saamhorigheid, gemoedelijkheid, betrokkenheid, et cetera. De keuze om dorps(gevoel) als kernwaarde zijnde toch op te nemen in deze scriptie, is omdat dit uit de diepteinterviews duidelijk naar voren kwam. Bewoners gaven dit uitermate nadrukkelijk aan. Volgens hen maakt namelijk juist het dorpse tot wat de wijk is. Juist omdat de bewoners dit nadrukkelijk aangaven, is gekozen om dorps(gevoel) toch als een kernwaarde te formuleren, ondanks dat het in feite een overkoepelend begrip betreft.
§ 6.2
Keuzes kernwaarden Crooswijk
Nu de kernwaarden voor Crooswijk zijn verduidelijkt, moeten keuzes worden gemaakt omtrent welke kernwaarden de, in de historie van Crooswijk gewortelde, heartbeat gaan verwoorden. Dit zal zowel de huidige als de nieuwe bewoners moeten aanspreken. De kernwaarden zullen de te ontwikkelen activiteiten moeten weerspiegelen, zij het op een moderne en/of verfrissende manier. 6.2.1
Clustering van kernwaarden
Uit de voorgaande hoofdstukken kan worden geconcludeerd dat Crooswijk een unieke wijk is. Niet alleen vanwege haar toplocatie, maar tevens vanwege haar rijke historie, de beeldbepalende locatiekenmerken (deels afkomstig uit het verleden) en de typische Crooswijkers. De in de historie gewortelde heartbeat, vormt daarom een goed uitgangspunt voor de belevenissen waardoor zowel huidige als nieuwe bewoners het oude Crooswijk kunnen (her)beleven. Zaak is dus om te kijken in hoeverre de geformuleerde (oude) kernwaarden in een nieuw jasje kunnen worden gestoken. Omdat genoemde kernwaarden feitelijk alle behoren tot het oude Crooswijk, en dus de bron vormen voor de belevenissen voor het huidige Crooswijk, is gekozen om de kernwaarden te clusteren. Op deze manier ontstaan sterke clusters, welke aan de basis staan van de belevenissen. •
Cluster 1: Saamhorigheid, gemoedelijkheid en betrokkenheid
Saamhorigheid is eigenlijk het cement van de samenleving. De directe woonomgeving is voor bewoners van groot belang voor het dagelijks levensgevoel. In een buurt waar je je thuis voelt, de weg weet, mensen kent, en tegelijk ruimte vindt om individueel vorm te geven aan de manier waarop jij wilt leven, ontstaat een besef van saamhorigheid. Die saamhorigheid is hard nodig om zo’n buurt ook met elkaar leefbaar te houden, er met anderen verantwoordelijkheid voor te dragen en zo het leven in de stad méé te ontwikkelen (SP Rotterdam, 2004). Uit de voorgaande hoofdstukken kan worden geconcludeerd dat saamhorigheid kenmerkend was voor Crooswijk. De sterke band tussen de Crooswijkers kwam in de tijden van het industriële verleden van Crooswijk tot uiting in het samen feesten en het samen in opstand komen tegen sociale onrechtvaardigheden. De tijden van het industriële verleden van Crooswijk zijn inmiddels voorbij, maar ook de tijd van de zo kenmerkende saamhorigheid in Crooswijk lijkt vergane glorie. Bovendien staat de saamhorigheid die er nog is onder druk. Dat de saamhorigheid onder druk staat is onder andere het resultaat van factoren als de komst van andere nationaliteiten naar de wijk en het verhuizen van veel (echte) Crooswijkers naar plaatsen buiten de wijk. Toch blijft de kernwaarde saamhorigheid kenmerkend voor het vroegere Crooswijk samen met de kernwaarden gemoedelijkheid en
betrokkenheid. Immers, saamhorigheid draagt bij aan gemoedelijkheid en betrokkenheid in de wijk en omgekeerd. Gemoedelijkheid uit zich in de gezellige en ongedwongen sfeer in de wijk en de contacten tussen de Crooswijkers. Verder zijn de Crooswijkers altijd erg betrokken bij hun wijk en bij de bewoners uit de wijk. Er is een grote binding met de wijk en die willen de Crooswijkers eigenlijk niet kwijt. Men heeft hart voor de wijk en voor de bewoners. De kernwaarden saamhorigheid, gemoedelijkheid en betrokkenheid zijn daarom eigenlijk met elkaar verbonden. •
Cluster 2: Authenticiteit en dorps(gevoel)
Authenticiteit staat voor ‘echt en oorspronkelijk’; en dat is wat Crooswijk is. Een karakteristieke volkswijk op een unieke locatie. Dit echte en oorspronkelijke uit zich in diverse beeldbepalende locatiekenmerken in de wijk, maar tevens maken de Crooswijkers tot wat de wijk is. Het dorpse van Crooswijk draagt bij aan deze authenticiteit. Juist het feit dat Crooswijk een dorps karakter heeft, maakt dat Crooswijk een bijzondere wijk is in Rotterdam. Het dorpsgevoel geeft tevens aan dat de Crooswijkers zich thuis voelen in hun wijk. •
Cluster 3: Eerlijkheid, eigenzinnigheid en vechtlust
Vrijgevochten, met beide benen in het volle leven en angst voor niemand. Daarnaast het hart op de tong en elkaar recht op de man zeggen wat ze vinden. Dat zijn Crooswijkers: eerlijke en eigenzinnige mensen met een flinke dosis vechtlust. Crooswijkers zijn moedig en dat hebben ze in het verleden genoeg laten zien. Wanneer er iets gebeurt wat in hun ogen oneerlijk is, komen Crooswijkers voor elkaar op. Ze gaan dan met z’n allen de straat op om tegen onrechtvaardigheden te ‘vechten’ en ze doen dit alles op hun eigen manier. De vechtlust is dan ook onlosmakelijk verbonden met de kernwaarden eerlijkheid en eigenzinnigheid. Bovenstaande drie clusters zijn op een bepaalde manier ook weer met elkaar verbonden. Ze omschrijven immers alle het Crooswijkgevoel en hier zijn de Crooswijkers ook maar wat trots op. De kernwaarde trots kan dus eigenlijk aan alledrie de clusters (en in paragraaf 6.2.2 aan de brands) worden toegevoegd. De Crooswijkers zijn trots op hun verleden, op wie ze zijn en wat ze doen en hoe ze het doen. 6.2.2
Brands voor Crooswijk
De in paragraaf 6.2.1 genoemde clusters kunnen vervolgens worden geconcretiseerd in een aantal ‘brands’. Een ‘brand’ betekent letterlijk een ‘merknaam, soort of type’. Een brand is een naam, symbool, ontwerp of combinatie van deze elementen waarmee een product in de markt wordt gezet. Het concept van branding is gericht op het identificeren, formuleren en communiceren van de unieke
eigenschappen van een dienst of product. Een geschikte merknaam draagt bij aan het bewustzijn van product en consument en leidt uiteindelijk tot een grotere afzet (Reinders, 2004, p. 38). Naast producten en diensten kan branding ook worden gebruikt voor bestemmingen. Voor Crooswijk zijn naar aanleiding van bovengenoemde clusters, drie brands geformuleerd, namelijk: ‘Crooswijk, een solidaire wijk’, ‘Crooswijk, een vertrouwde en geborgen wijk’ en ‘Crooswijk, een wijk met lef’. In het onderstaande zullen deze brands worden geëxpliceerd. •
Brand 1: Crooswijk, een solidaire wijk
Deze brand is ontstaan uit de kernwaarden: saamhorigheid, gemoedelijkheid en betrokkenheid. Crooswijkers zijn gemoedelijke mensen die zich betrokken voelen bij hun wijk, wat tegelijkertijd de saamhorigheid bevordert. Crooswijkers zijn gemoedelijk door hun open karakter, ze hebben interesse in elkaar en helpen elkaar. Ze voelen zich verbonden met hun wijk en met de bewoners in de wijk. Dit alles kan worden omschreven als solidair. En dat zijn Crooswijkers, solidair met de wijk en haar bewoners. •
Brand 2: Crooswijk, een vertrouwde en geborgen wijk
Deze brand is ontstaan uit de kernwaarden: authenticiteit en dorps(gevoel). Crooswijk is een authentieke wijk waar een dorpsgevoel heerst. De wijk is voor de Crooswijkers een thuis, niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk. De Crooswijkers geven aan dat wanneer ze de wijk binnenkomen, ze meteen een ‘thuisgevoel’ krijgen. Ze laten dan de drukke stad achter zich en wanen zich weer in hun eigen omgeving. De wijk voelt voor de Crooswijkers vertrouwd en geborgen aan. •
Brand 3: Crooswijk, een wijk met lef
Deze brand is ontstaan uit de kernwaarden: eerlijkheid, eigenzinnigheid en vechtlust. Crooswijkers hebben altijd de naam ‘niet bang’ gehad. Het zijn mensen die voor zichzelf en andere wijkbewoners opkomen wanneer hun onrecht wordt aangedaan, die recht door zee zijn en die doen wat hun goeddunkt. Ze hebben zich in het verleden, en nog steeds, genoeg moedig getoond en er kan daarom met zekerheid worden gezegd dat Crooswijkers lef hebben. Bovengenoemde brands komen tevens duidelijk naar voren op de omslag van de scriptie. De drie afbeeldingen verwoorden in feite de drie brands. Bijzonder hierbij is dat de ze alle kunnen worden afgebeeld met de handen. Twee mensen die handen schudden staat voor de brand ‘Crooswijk, een solidaire wijk’, het babyhandje in de hand van de moeder staat voor de brand ‘Crooswijk, een vertrouwde en geborgen wijk’ en tot slot de vuist van Bep van Klaveren, welke staat voor de brand ‘Crooswijk, een wijk met lef’.
§ 6.3
Tot slot
In dit hoofdstuk zijn de kernwaarden voor Crooswijk aan bod gekomen. Duidelijk werd welke kernwaarden uit de diepte-interviews naar voren kwamen. Daarna werden een aantal kernwaarden aan elkaar gekoppeld zodat sterke clusters ontstonden. Uit deze clusters ontstonden vervolgens een aantal brands die, samen met de visie, de basis leggen voor het concept. Voordat in hoofdstuk acht verder wordt gegaan met het concept, zal daarom in hoofdstuk zeven eerst de visie worden geformuleerd.
7
Heartbeat De basis voor de toekomst van Crooswijk
In dit hoofdstuk wordt de visie voor de beoogde te ontwikkelen activiteiten gevormd. De visie geeft vertaling aan de achterliggende kernwaarden. De visie geeft de heartbeat van Crooswijk weer. Deze heartbeat is de vertaling van het DNA van de wijk en legt de basis voor het concept. De heartbeat is eigenlijk de passie die schuil gaat achter het DNA van Crooswijk. De heartbeat geeft de basis van Crooswijk weer: waar staat de wijk voor.26 De heartbeat is de basis voor de toekomst waarop de te ontwikkelen activiteiten voor Crooswijk zullen worden gebaseerd. De heartbeat is uniek, verrassend en betekenisvol en zal de te ontwikkelen activiteiten moeten overkoepelen. Het doel van de heartbeat is dat men erin gaat geloven; dat de bewoners zich sterk maken binnen de wijk. Crooswijk is een wijk binnen Rotterdam, maar heeft een eigen identiteit.
§ 7.1
Naar een visie voor Crooswijk
Voordat in het volgende hoofdstuk het concept zal worden ontwikkeld, moet eerst een (sterke) visie worden gecreëerd. De visie onderscheidt het concept van een idee of een thema. Conceptontwikkeling start dan ook altijd vanuit het ontwikkelen van de visie. Crooswijk is een unieke wijk in Rotterdam die op een toplocatie ligt: de wijk grenst aan de Rotte, ligt vlakbij het Kralingse Bos en heeft een uitstekende ligging ten opzichte van het centrum. Daarnaast bezit de wijk een aantal karakteristieke aspecten: de rijke historie, een aantal beeldbepalende locatiekenmerken en de typische Crooswijkers. Uit de DNA-search en de geformuleerde kernwaarden is naar voren gekomen dat Crooswijk in vroegere tijden een buitenplaats voor de rijken was, maar sinds de industrie zich er vestigde een echte volkswijk werd. Door de jaren heen is de bevolkingssamenstelling aan een aantal factoren onderhevig geweest. Het industriële verleden van Crooswijk, de bombardementen in Rotterdam in de Tweede Wereldoorlog en de komst van gastarbeiders in de jaren zestig en zeventig bepalen tot op de dag van vandaag de huidige bevolkingssamenstelling.
26
Gebaseerd op het vroegere Crooswijk.
De echte Crooswijkers zijn gemoedelijke, maar tegelijk eerlijke en eigenzinnige mensen met een flinke dosis vechtlust. Ze zijn trots op hun wijk en de bewoners, er is een bepaalde binding met de wijk. Ze voelen zich door dit alles ook enorm betrokken bij hun wijk. Men kent elkaar, met maakt een praatje met elkaar, men zorgt voor elkaar: het is net authentiek dorp binnen Rotterdam. Men is solidair met elkaar: de saamhorigheid is kenmerkend voor Crooswijk.27 Geconcludeerd kan worden dat Crooswijk een unieke wijk is met karakteristieke aspecten, maar die door een aantal negatieve aspecten is veranderd. Hierdoor is het karakteristieke van Crooswijk aangetast, wat de Crooswijkers enorm betreuren. Doel is om met behulp van dit onderzoek iets van het karakteristieke van Crooswijk weer naar boven te halen. Omdat het zoals vroeger nooit meer zal kunnen worden, moet de insteek voor de te ontwikkelen activiteiten een moderne en/of verfrissende manier zijn. Authentieke verhalen zijn immers één van de belangrijkste bronnen voor conceptontwikkeling voor belevenissen. De kracht ervan schuilt in het feit dat verhalen die zijn gebaseerd op de historie of unieke locatiekenmerken van een bestemming, onkopieerbaar en derhalve uniek zijn. Doel is daarom om zowel de huidige als de nieuwe bewoners de, in de historie van Crooswijk gewortelde, heartbeat te laten (her)beleven.
§ 7.2
De visie voor Crooswijk
De visie die hieruit ontstaat, kan als het volgt worden geformuleerd: “Vanuit de heartbeat van de wijk moeten onderscheidende activiteiten worden ontwikkeld die het karakteristieke van Crooswijk op een moderne en/of verfrissende manier naar boven haalt en hiermee zowel de huidige als de nieuwe bewoners aanspreekt.” Op basis van deze visie zal in hoofdstuk acht een vertaalslag worden gemaakt naar het concept.
27
Wederom gebaseerd op het vroegere Crooswijk.
8
Concept De paraplu voor de belevenissen
De creatieve vertaalslag van de visie wordt aangeduid met concept. Het concept vormt als het ware een paraplubegrip waaronder verschillende producten en diensten (belevenissen) kunnen worden ontwikkeld. De kernwaarden (verpakt in de brands) en de visie moeten uitdrukking krijgen in de te ontwikkelen activiteiten. Dit gebeurt door middel van het concept.
§ 8.1
Naar een concept voor Crooswijk
Het DNA van Crooswijk is geformuleerd in een aantal kernwaarden, te weten: •
Authenticiteit
•
Eerlijkheid
•
Saamhorigheid
•
Betrokkenheid
•
Eigenzinnigheid
•
Trots
•
Dorps(gevoel)
•
Gemoedelijkheid
•
Vechtlust
Na de clustering van een aantal kernwaarden ontstonden de volgende zogenaamde brands, te weten: •
Crooswijk, een solidaire wijk
•
Crooswijk, een vertrouwde en geborgen wijk
•
Crooswijk, een wijk met lef
De kernwaarden (verpakt in de brands) vormen, samen met de visie: “Vanuit de heartbeat van de wijk moeten onderscheidende activiteiten worden ontwikkeld die het karakteristieke van Crooswijk op een moderne en/of verfrissende manier naar boven haalt en hiermee zowel de huidige als de nieuwe bewoners aanspreekt.” de basis voor het te ontwikkelen concept voor Crooswijk. 8.1.1
Discrepanties
In het bovenstaande is een korte samenvatting gegeven van wat in de voorgaande hoofdstukken aan bod is gekomen. Het zijn als het ware de ‘benodigdheden’ om tot een concept voor Crooswijk te komen. De kernwaarden zijn voortgekomen uit de DNA-search. Zij geven de ontwikkelingsrichting aan en geven een aanzet tot verder uitwerking van de activiteiten. De kernwaarden zullen de activiteiten moeten weerspiegelen. Ze moeten doorklinken in de belevenissen en moeten ervoor zorgen dat de bewoners geraakt worden door het eigene van de wijk. De geformuleerde kernwaarden zijn gebaseerd op het karakteristieke van Crooswijk daar in deze scriptie wordt ingespeeld op
authenticiteit. Deze authentieke en oorspronkelijke beschrijving vormt immers het sleutelwoord voor het ontwikkelen van belevenissen. Echter, in de loop van het onderzoek werd meer en meer duidelijk dat deze kernwaarden niet zo gemakkelijk over te brengen zullen zijn in het huidige Crooswijk. Er zijn Crooswijkers vertrokken en nieuwe bewoners bijgekomen. En zo is langzamerhand een andere vorm van Crooswijk ontstaan. Ook moet worden gedacht aan de toekomst, wanneer nog meer nieuwe bewoners in de wijk komen wonen. De herstructurering brengt immers veel nieuwe bewoners met zich mee (zie ook paragraaf 5.1 in zijn geheel). De ‘oude’ kernwaarden zijn daarom niet zo gemakkelijk door te vertalen naar deze nieuwe situatie. Er zijn zogenaamde discrepanties, welke overbrugd dienen te worden. De ‘oude’ kernwaarden moeten als het ware vorm gaan krijgen in het heden en de toekomst van Crooswijk. Met behulp van het te ontwikkelen concept dienen deze discrepanties te worden overbrugd. Een bruikbaar begrip hierbij lijkt cultureel erfgoed. 8.1.2
Cultureel erfgoed
“Cultureel erfgoed omvat alles wat uit het verleden is overgeleverd en waardevol is om te bewaren voor de toekomst. In het cultureel erfgoed komt tot uitdrukking welke betekenis een cultuur toekent aan het verleden.” (http://www.volkcultuur.nl). Dit kan per tijdperk verschillen. Zo vond men vroeger de geschiedenis van belangrijke mensen en belangrijke daden de moeite van documenteren waard. Tegenwoordig heeft men ook interesse in de geschiedenis van gewone mensen en gewone alledaagse dingen. Cultureel erfgoed bestaat uit materieel en immaterieel erfgoed. Monumenten, musea of archieven die het Nederlands Centrum voor Volkscultuur waardevol genoeg vindt om te behouden, zijn voorbeelden van materieel cultureel erfgoed. Wanneer het gaat om het bewaren van gewoonten en gebruiken, tradities en rituelen en om alledaagse dingen uit het verleden, spreekt het Nederlands Centrum voor Volkscultuur van immaterieel erfgoed. Immaterieel erfgoed heeft alles te maken met de wortels en identiteit van een samenleving (http://www.volkscultuur.nl). Cultureel erfgoed is ook volkscultuur. Met volkscultuur heeft iedereen te maken, het gaat over onszelf. Volkscultuur is namelijk de cultuur van het dagelijks leven. Het is de levensstijl van een samenleving, een sociale klasse of een groep mensen in een bepaalde tijd en in een bepaalde regio. Volkscultuur gaat over het leven van gewone mensen, vroeger en nu. Over kleine alledaagse dingen, die meestal zo gewoon zijn dat je er normaal niet over denkt om ze op te schrijven. Kijk maar eens naar de gewoonten en gebruiken bij het eten. In Nederland drinken wij graag een kopje koffie met een koekje erbij en wij hebben de neiging om ons voedsel vaker te prakken dan in de rest van de wereld. Volkscultuur gaat ook over de hoogtepunten in het leven en de tradities en rituelen die daar bij horen: het wisselen van de ringen bij een huwelijk bijvoorbeeld, het uitblazen van kaarsjes als je jarig bent of
het eten van een beschuit met muisjes bij de geboorte van een baby. Volkscultuur is voor iedereen herkenbaar, want het gaat over alledaagse dingen, gewoonten en gebruiken, tradities en rituelen, normen en waarden en over roots en identiteit. Daarom zijn veel mensen geïnteresseerd in volkscultuur. Het betreft immers hun eigen leven en dat van hun omgeving (http://www.volkscultuur.nl). Cultureel erfgoed is dus alles wat uit het verleden is overgeleverd en wat waardevol is om te bewaren voor de toekomst. Cultureel erfgoed is van belang voor de identiteit van een samenleving. Het is immers de historische drager van de identiteit. Dit geldt ook voor Crooswijk. Het bijzondere verleden van Crooswijk moet bewaard blijven. Het moet vorm krijgen in heden en toekomst. Dit moet uitdrukking krijgen in het te ontwikkelen concept voor Crooswijk.
§ 8.2
Het concept voor Crooswijk
Wanneer gekeken wordt naar het woord cultureel erfgoed valt dit uiteen in twee woorden, namelijk cultuur en erven. Volgens Van Dale Hedendaags Nederlands (2006) betekent cultuur ‘geheel van voortbrengselen van een gemeenschap’. Erven wordt door dit woordenboek omschreven als ‘iets uit een nalatenschap; door erfenis verkrijgen’. De cultuur van Crooswijk bestaat dus uit het geheel van voortbrengselen van de Crooswijkers. Dit is geheel verwoord in de kernwaarden. Deze geven het bijzondere verleden van Crooswijk weer. In de drie brands wordt dit nog duidelijker. ‘Crooswijk, een solidaire wijk’, ‘Crooswijk, een vertrouwde en geborgen wijk’ en ‘Crooswijk, een wijk met lef’ geven in het kort weer wat Crooswijk in het verleden was. Een wijk waar men solidair was met elkaar, maar men zich thuis voelde en moed toonde wanneer dat nodig was. Deze brands geven de cultuur van Crooswijk weer die bewaard moet blijven voor de toekomst. In het woord erfgoed zitten de woorden: erfenis, erven, nalaten. Juist omdat het oude Crooswijk, oftewel de cultuur van Crooswijk, zo bijzonder was, dient dit bewaard te worden voor de toekomst. Het bijzondere van het ‘oude Crooswijk’ dient na te worden gelaten aan de nieuwe bewoners (bewoners van heden en toekomst).
Met bovenstaande gegevens kan het concept voor Crooswijk worden geformuleerd. Het concept voor Crooswijk luidt als het volgt:
“CROOSWIJK, ERF(T)GOED!” Het concept Crooswijk, erf(T)goed! heeft een ‘dubbele’ betekenis. Het slaat op het (culturele) erfgoed van Crooswijk. Dit houdt in dat het verleden van Crooswijk (verwoord in de kernwaarden) waardevol is en moet worden bewaard voor de toekomst. Tevens slaat dit concept op het feit dat de bewoners die in Crooswijk wonen (of gaan wonen) ‘goed erven’. Zij erven het bijzondere verleden van Crooswijk en dat is iets om trots op te zijn. De bewoners kunnen trots zijn op de plek waar zij wonen of gaan wonen. De wijk heeft een unieke combinatie van rijke historie, beeldbepalende locatiekenmerken en typische bewoners gekend en kent dat deels nog steeds. Dat maakt de wijk bijzonder en dat dient bewaard te worden voor de toekomst. De bewoners kunnen er trots op zijn dat ze in Crooswijk wonen. Ze wonen immers in een decennia-oude historie. Het concept weerspiegelt dynamiek in de tijd. Het weerspiegelt de geformuleerde kernwaarden en de brands. Het geeft tevens een aantal aangevers voor de te ontwikkelen activiteiten, zowel voor de huidige bewoners (“Dat herken ik!”) als voor de nieuwe bewoners (“O, zit dat zo!”). Het concept vormt de paraplu voor de belevenissen waardoor zowel huidige als nieuwe bewoners de, in de historie van Crooswijk gewortelde, heartbeat (her)beleven. Uit één concept kunnen meerdere belevenissen worden ontwikkeld. In hoofdstuk negen worden belevenissen uit het concept Crooswijk, erf(T)goed! uiteengezet.
9
Belevenissen De uitwerkingen van het concept
De laatste fase van het proces bestaat uit het daadwerkelijk vormgeven van de belevenissen. In dit hoofdstuk komen de uitwerkingen van het in hoofdstuk acht gecreëerde concept aan de orde. Doelstelling is het realiseren van een positieve stemming bij de bewoners en als gevolg daarvan een positieve beoordeling van de belevenis(sen).
§ 9.1
Naar belevenissen voor Crooswijk
Belevenissen komen tot stand vanuit een visie en worden aangestuurd door een concept. Onder belevenissen worden de concrete uitwerkingen verstaan die kunnen worden ontwikkeld vanuit het concept. Zoals eerder aangegeven is SenR niet bekend met het creëren van memorabele belevenissen. Aan het begin van de scriptie is gesteld dat dit onderzoek een handleiding vormt voor SenR zodat zij in de toekomst zelf kan werken aan het creëren van belevenissen. De belevenissen worden in dit hoofdstuk daarom niet volledig uitgewerkt, maar er worden aanbevelingen gegeven op welke manier belevenissen uit een concept tot stand kunnen komen en tevens worden aanwijzingen gegeven over hoe de belevenissen uitgewerkt kunnen worden. De belevenissen worden tevens minder technisch beargumenteerd, maar voornamelijk vanuit de heartbeat. De visie “Vanuit de heartbeat van de wijk moeten onderscheidende activiteiten worden ontwikkeld die het karakteristieke van Crooswijk op een moderne en/of verfrissende manier naar boven haalt en hiermee zowel de huidige als de nieuwe bewoners aanspreekt.” vormt samen met het concept “Crooswijk, erf(T)goed!” de basis voor de belevenissen voor Crooswijk. Zoals aangegeven in hoofdstuk acht zijn de (oude) kernwaarden niet zo gemakkelijk door te vertalen naar de nieuwe situatie in Crooswijk. De wijk is, evenals de rest van de samenleving, in de afgelopen decennia behoorlijk veranderd. Dit veroorzaakt discrepanties tussen het verleden en het heden en de toekomst. Deze discrepanties dienen overbrugd te worden met behulp van het concept. In de uitwerkingen van het concept, de belevenissen, dient dit duidelijk naar voren te komen. De activiteiten dienen te passen in de huidige en toekomstige samenleving van Crooswijk, maar dienen tegelijkertijd de (oude) kernwaarden te weerspiegelen.
§ 9.2
De belevenissen voor Crooswijk
In deze paragraaf worden de belevenissen voor Crooswijk uiteengezet. Zoals eerder aangegeven worden de belevenissen voornamelijk vanuit de heartbeat beargumenteerd. De belevenissen vormen een leidraad voor SenR waarop zij voort kan borduren. Belevenissen kunnen in een later stadium door SenR preciezer worden uitgewerkt en tevens is het mogelijk dat combinaties van belevenissen worden gecreëerd. Gekozen is om elke subparagraaf een titel te geven waaronder diverse activiteiten kunnen worden ontwikkeld. 9.2.1
De schatten van Crooswijk
In hoofdstuk vijf is aan de orde gekomen dat Crooswijk in de loop der jaren is veranderd (paragraaf 5.1.2). Naast de veranderende samenleving in geheel Nederland in de afgelopen decennia, is in deze paragraaf verduidelijkt welke factoren hebben geleid tot een specifiek veranderende samenleving in Crooswijk. Door deze veranderingen is het karakteristieke van de wijk (deels) verloren gegaan. Echter heeft Crooswijk een bijzonder verleden achtergelaten dat bewaard dient te blijven voor de toekomst. Dit is de zogenaamde erfenis van Crooswijk en omdat deze waardevol is, zou gesproken kunnen worden van de schatten van Crooswijk. Een schat is een verzameling van voorwerpen of stoffen die samen een grote waarde vertegenwoordigen of iets dat waardevol is voor iemand (Van Dale Hedendaags Nederlands, 2006). De schatten van Crooswijk bestaan uit de rijke historie, de beeldbepalende locatiekenmerken en de typische bewoners, het zogenaamde DNA van de wijk. Dit dient bewaard te blijven en als het ware te worden overgedragen vanuit het oude (het verleden) naar het nieuwe (het heden en de toekomst) Crooswijk. Enkele schatten van Crooswijk zijn de in hoofdstuk vier genoemde beeldbepalende locaties in de wijk, zoals de beide begraafplaatsen, het slachthuisterrein, de Heinekenbrouwerij, het Schuttersveld, et cetera. Deze historische plekken speelden een belangrijke rol in het verleden van Crooswijk. Om deze schatten te bewaren voor de toekomst kunnen een aantal activiteiten worden ontwikkeld onder de titel “De schatten van Crooswijk”. Deze activiteiten dienen dan wel een samenhangend geheel te vormen en op elkaar aan te sluiten. In het onderstaande worden een aantal activiteiten benoemd en toegelicht die onder deze titel kunnen worden ontwikkeld. Deze activiteiten weerspiegelen voornamelijk de brands ‘Crooswijk, een solidaire wijk’ en ‘Crooswijk, een vertrouwde en geborgen wijk’. Hierdoor ontstaat binding met de wijk en met de bewoners in de wijk en krijgt de wijk een thuisgevoel voor de bewoners.
•
Verhalenroute “Het erfgoed van Crooswijk”
Een eerste activiteit kan een zogenaamde verhalenroute zijn. Deze verhalenroute dient te gaan langs diverse unieke, historische plekken in Crooswijk. Hierbij kan worden gedacht aan beide begraafplaatsen, het slachthuisterrein, de plaatsen waar de Heinekenbrouwerij en de Zuid-Hollandsche Stoomfabriek van Banket-, Koek- en Suikerwerken van de familie Jamin waren gevestigd, Stoomwasserij De Rijzende Zon, boksclub Crooswijk waar Bep van Klaveren dagelijks trainde en het Schuttersveld waar in het verleden veel heeft plaatsgevonden. Denk aan de oefeningen en parades van de schutterij, de oefeningen van het Korps Mariniers, de voetbalvereniging Sparta Rotterdam die tot 1907 op het Schuttersveld speelde, de stervoetballer Bok de Korver die er voetbalde en de eerste interland Nederland - België in 1905. Deze historische plekken, gebeurtenissen en personen spelen een belangrijke rol in het verleden van Crooswijk en dienen dan ook bewaard te blijven voor de toekomst. De voornaamste toegang tot het verleden van Crooswijk zijn de verhalen en herinneringen van (oud)Crooswijkers. Een verhalenroute lijkt daarom een passende optie. Op basis van verhalen en herinneringen uit het verleden dient deze verhalenroute als het erfgoed van het oude Crooswijk te worden overgedragen aan het nieuwe Crooswijk. Bij voorkeur dienen (oud)Crooswijkers als gidsen de bewoners mee te nemen in de historie van Crooswijk. De gidsen kunnen huidige Crooswijkers zijn, maar ook Crooswijkers die sinds kort of al jaren uit Crooswijk zijn vertrokken, maar zich nog wel ‘Crooswijks’ voelen of zich op een bepaalde manier nog verbonden voelen met de wijk en de bewoners mee kunnen slepen in het verleden van Crooswijk. De gidsen moeten tevens vanuit hun eigen passie voor Crooswijk de verhalenroute leiden. Zij moeten het ‘be proud and show it’mentaliteit in zich hebben. Waar het eigenlijk om gaat is dat het Crooswijkse verhaal (de erfenis van Crooswijk) wordt overgedragen van het oude naar het nieuwe Crooswijk. De oude bewoners dragen hun erfenis als het ware over aan de nieuwe bewoners. Dit levert voor de huidige bewoners een gevoel van trots op. Zij zijn trots op de wijk waar zij een bijzondere tijd hebben meegemaakt en het feit dat deze bewaard blijft voor de toekomst. Voor de nieuwe bewoners is het interessant om te weten te komen hoe de wijk waar zij gaan wonen, of sinds kort wonen, ooit is geweest en wat daar zo bijzonder aan was. Het gaat om het verhaal achter de bestemming. Op deze manier beleven zowel de huidige als de nieuwe bewoners, de in de historie van Crooswijk gewortelde, heartbeat. Een titel voor deze verhalenroute zou “Het erfgoed van Crooswijk” kunnen zijn. Het erfgoed van Crooswijk wordt immers (her)beleefd tijdens de verhalenroute. De verhalenroute zal een saamhorigheidsgevoel creëren bij zowel huidige als nieuwe bewoners. De verhalenroute bindt de bewoners namelijk door middel van het (h)erkennen van de historie van de wijk. Huidige bewoners zullen denken “Dat herken ik!” en nieuwe bewoners zullen denken “O, zit dat zo!” Een saamhorigheidsgevoel creëert vervolgens al snel een gevoel van verbondenheid en elkaar kennen (‘ons-kent-ons-gevoel’), het zogenaamde dorpsgevoel.
Tevens weerspiegelt deze activiteit de kernwaarde trots. De verhalenroute roept namelijk een gevoel van trots op. Een gevoel dat Crooswijk hún wijk is, want…. “Dit is een plek om trots op te zijn, want het is Crooswijk. Als ze zeggen; kom jij uit Rotterdam, zeg jij “Crooswijk”. Rotterdam is van alles, maar Crooswijk is speciaal.” (Van Den Heuvel, 2004-2005). De verhalen weerspiegelen het authentieke van Crooswijk en doordat de verhalen een gevoel van verbondenheid zullen scheppen, wordt tegelijkertijd een gevoel van betrokkenheid en gemoedelijkheid gecreëerd tussen huidige en nieuwe bewoners. De kernwaarden weerspiegelen als het ware de belevenis, zij het op een verfrissende manier. Op deze manier kan een hechte band met de wijk ontstaan. Het verder uitwerken en de uitvoering van deze activiteit kan worden gerealiseerd door De Tamboer in Crooswijk. Naast wijkaccommodatie heeft de Tamboer ook een functie als Lokaal Cultuur Centrum. In de Tamboer zouden voor de gidsen eventueel trainingen ‘verhalen vertellen’ kunnen worden gegeven. Tot slot zou SenR voor deze activiteit eventueel een samenwerking kunnen aangaan met ‘Gilde Rotterdam’. Dit is een vrijwilligersorganisatie van vijftigplussers, die kennis en ervaring willen overdragen aan anderen. Ze bieden onder andere een breed aanbod van stadswandelingen, fietsroutes en rondleidingen onder leiding van een gids door Rotterdam aan. Echter worden deze nog niet aangeboden in Crooswijk. •
Slooppandentocht “Crooswijk vertelt”
Naast een (algemene) verhalenroute kan als onderdeel van de verhalenroute, of los hiervan, een tocht worden ontwikkeld die inspeelt op de herstructurering in Nieuw Crooswijk, waar ongeveer 1800 van de 2100 woningen zullen worden gesloopt. Gedurende deze herstructurering kan een zogenaamde ‘slooppandentocht’ worden ontwikkeld. Een dergelijke slooppandentocht speelt wederom in op het bijzondere verleden van Crooswijk, maar wordt op een andere manier ingevuld dan de verhalenroute. De slooppandentocht dient een tocht te zijn die langs te slopen panden én huizen gaat die al leeg staan of die al dan niet binnen korte tijd leeg komen te staan. Wederom dienen enkele echte (oud)Crooswijkers of Crooswijkers die sinds kort of al jaren uit Crooswijk zijn vertrokken, maar zich nog wel ‘Crooswijks’ voelen of zich op een bepaalde manier nog verbonden voelen met de wijk de gidsen te zijn die de bewoners meeslepen in het bijzondere verleden van Crooswijk. Zij dienen ook bij deze tocht de ‘be proud and show it’-mentaliteit uit te stralen. In de lege panden waar in het verleden bijzondere gebeurtenissen hebben plaatsgevonden, kunnen verhalen en herinneringen aan het oude Crooswijk door de gidsen zo worden gebracht dat de deelnemers (huidige en nieuwe bewoners) aan de slooppandentocht worden geraakt door het eigene van de (vroegere) wijk. Van belang is dat de slooppanden een bijzondere gebeurtenis, herinnering of verhaal met zich meedragen. Dit draagt bij aan de (totaal)belevenis. Juist het feit dat de gebeurtenis, herinnering of verhaal op dié locatie heeft plaatsgevonden, levert een extra dimensie op voor de belevenis. Bij de tocht langs de te slopen huizen dient een bezoek te worden gebracht bij (echte) Crooswijkers thuis. Deze bewoners kunnen op geheel
eigen wijze hun verhalen en herinneringen delen met de deelnemers (huidige en nieuwe bewoners). Juist het feit dat deze bewoners de gebeurtenissen die ze vertellen hebben meegemaakt, kunnen ertoe leiden dat de deelnemers worden geraakt door het eigene van de vroegere wijk. De slooppandentocht vertelt het verhaal van Crooswijk en zou daarom “Crooswijk vertelt” kunnen worden genoemd. Door middel van deze slooppandentocht worden zowel huidige als nieuwe bewoners aangesproken. Wederom geldt dat huidige bewoners het bijzondere verleden van Crooswijk herkennen en nieuwe bewoners dit erkennen. Het authentieke van Crooswijk wordt verduidelijkt tijdens de tocht en wederom geldt dat deze activiteit een saamhorigheidsgevoel zal creëren, bij zowel huidige als nieuwe bewoners. Het zal een gevoel van betrokkenheid en gemoedelijkheid teweegbrengen en een gevoel van trots: het is ónze (bijzondere) wijk. Er kan op deze manier een hechte band met de wijk ontstaan. Voor zowel de verhalenroute “De erfenis van Crooswijk” als de slooppandentocht “Crooswijk vertelt” geldt dat het oude Crooswijk (de erfenis) wordt overgedragen aan het nieuwe Crooswijk. De intentie is dat een hechte band met Crooswijk ontstaat. Het verder uitwerken en de uitvoering van deze activiteit kan ook worden gerealiseerd door De Tamboer in Crooswijk. In de Tamboer zouden de gidsen ook voor deze activiteit eventueel trainingen ‘verhalen vertellen’ kunnen krijgen. •
“Expeditie schatkist”
De sloop van de wijk Nieuw Crooswijk zet een grote druk op de wijk. Bij de Crooswijkers roept deze herstructurering veel emoties op: woede, verdriet en onmacht. Het verhuizen, vertrekken, soms nooit meer terugkomen en de wijk straks gesloopt zien worden zijn daarom emotionele gebeurtenissen voor de Crooswijkers. Zij willen het karakteristieke van het oude Crooswijk, zoals zij dat kennen of hebben gekend, niet vergeten en/of opgeven. Het voelt alsof ze de wijk verliezen, verliezen aan andere, nieuwe bewoners. De wijk zal inderdaad een vernieuwde bevolkingssamenstelling krijgen met veel nieuwe bewoners. Deze nieuwe bewoners zijn niet bekend met het karakteristieke van het oude Crooswijk, kennen de historie van de wijk niet en hebben geen herinneringen aan de wijk. Omdat het bijzondere verleden van Crooswijk niet verloren mag gaan, dient dit bewaard te worden. Het kan een idee zijn om een afscheidsritueel te starten. Eerder werd gesproken over ‘de schatten van Crooswijk’. Schatten horen uiteraard in een schatkist. Om de ziel van het oude Crooswijk veilig over te brengen naar het nieuwe Crooswijk kan een schatkist worden gemaakt. Deze kan (letterlijk) worden gemaakt van het sloopmateriaal uit Crooswijk. Dit geeft namelijk een extra dimensie aan de activiteit. Bewoners kunnen in deze schatkist hun verhalen en herinneringen (via documenten, beeld, geluid of op welke manier dan ook) aan Crooswijk deponeren. Daarna kunnen verschillende opties worden genomen:
1. De schatkist kan worden overgedragen van het oude Crooswijk aan het nieuwe Crooswijk om vervolgens te worden begraven op één van de begraafplaatsen in Crooswijk. Zo wordt het bijzondere verleden van Crooswijk bewaard in de ‘oude grond’ van Crooswijk. De begraafplaatsen worden immers gehandhaafd in het nieuwe Nieuw Crooswijk. 2. De schatkist kan worden leeggehaald en de verhalen en herinneringen, vermoedelijk een schat aan informatie, kunnen wereldkundig worden gemaakt in één of meerdere slooppanden. Het wordt op deze manier een expositie van verhalen en herinneringen aan het verleden van Crooswijk. 3. De informatie uit de schatkist, kan worden bestudeerd en wellicht kunnen elementen worden gebruikt gedurende de herstructurering en de inrichting van het nieuwe Nieuw Crooswijk. Bij optie één wordt in feite ‘direct’ afscheid genomen van het verleden van Crooswijk, zij het dat de schatkist in Crooswijkse grond bewaard blijft. Daarom lijkt optie twee of drie (of een combinatie van beide) de voorkeur te hebben. In een later stadium kan altijd nog worden besloten de schatkist te begraven, maar dan niet voordat er iets met het bijzondere verleden van Crooswijk, dat opgeborgen zit in de schatkist, is gebeurd. Tevens kan bij optie drie gekeken worden naar een samenwerking tussen SenR en de OCNC. De OCNC voert de regie over de herstructurering en werkt daarbij nauw samen met de gemeente Rotterdam. De OCNC geeft in het Masterplan Nieuw Crooswijk (OCNC, 2005) namelijk ook aan dat aspecten uit het oude Crooswijk worden teruggebracht in het nieuwe Crooswijk of aspecten uit het oude Crooswijk die worden gehandhaafd. Voorbeelden hiervan zijn: de brede lanen van vroeger terugbrengen, waardevolle bomen behouden, bijzondere gebouwen handhaven en aspecten uit het verleden in detail op eigentijdse wijze terugbrengen in het nieuwe Nieuw Crooswijk. Voor deze activiteit kan SenR wellicht samenwerken met de Stichting Nieuw Rotterdamse Cultuur (Stichting NRC). Deze houdt zich bezig met het ondersteunen van ontluikende culturele initiatieven en talenten in de wijken van Rotterdam. De intentie is hiermee de activering van Rotterdammers, het behoud van sociale verbanden en de leefbaarheid te bevorderen. Stichting NRC ontwikkelt daartoe, met per deelgemeente aangestelde cultuurscouts, een netwerk van personen en organisaties uit de sectoren kunst, cultuur en samenleven (http://www.stichtingnrc.nl).
9.2.2
Eigenzinnig Crooswijk
De activiteiten onder de titel “De schatten van Crooswijk” speelden voornamelijk in op de brands ‘Crooswijk, een solidaire wijk’ en ‘Crooswijk, een vertrouwde en geborgen wijk’. Het ging daarbij voornamelijk om het verkrijgen van een binding met de wijk en haar bewoners en het creëren van een thuisgevoel voor de bewoners. Deze aspecten waren immers ook in het oude Crooswijk belangrijk. In deze paragraaf wordt specifiek aan de jongeren gedacht en worden activiteiten ontwikkeld aan de hand van de brand ‘Crooswijk, een wijk met lef’. Onder de titel “Eigenzinnig Crooswijk” kunnen twee, deels overlappende, activiteiten worden ontwikkeld. •
“Voetbal met lef”
Vooral de jeugd dient niet vergeten te worden. Ook zij kunnen het eigene van de wijk beleven, zij het op een wijze die hen aanspreekt. Een activiteit in het kader van sport bijvoorbeeld. De sportactiviteit die dan ontwikkeld wordt, dient wel de (oude) kernwaarden van Crooswijk te weerspiegelen. Deze eerste activiteit onder “Eigenzinnig Crooswijk” speelt onder andere in op de voetbalhistorie van Crooswijk. Dit kan een aspect van de Crooswijkse historie zijn die jongeren aanspreekt. De Crooswijkse voetbalhistorie is immers aanmerkelijk. Hierbij valt te denken aan de voetbalvereniging Sparta Rotterdam die jaren op het Schuttersveld speelde, de eerste interland Nederland - België in 1905 en de stervoetballer Bok de Korver die jaren op het Schuttersveld speelde, met Sparta Rotterdam én het Nederlands Elftal (onder andere de eerste interland Nederland - België op het Schuttersveld). Inspelend op de voetbalhistorie van Crooswijk en de brand ‘Crooswijk, een wijk met lef’, kan gedacht worden aan panna-voetbal. Deze moderne vorm van voetbal is ontstaan uit de Surinaamse voetbalcultuur. Bij panna-voetbal staat het scoren van een doelpunt niet voorop, maar mooie acties, respect afdwingen en de tegenstander vernederen. De letterlijke vertaling voor het woord is ‘poortje’, wat in het voetbal staat voor het door de benen van de tegenstander spelen. Wanneer je een panna scoort bij je tegenstander, dan is het gelijk knock-out. Een korte voetbalvorm, waarbij de subtiele bewegingen meer waard zijn dan het scoren van een doelpunt. Eerlijk spelen en goed met elkaar omgaan, het ‘fairplay’, staat daarbij hoog in het vaandel. Omdat het bij panna-voetbal draait om mooie acties, respect afdwingen en om de tegenstander te vernederen is lef essentieel. Panna is een voetbalvorm waar eigenzinnigheid en vechtlust voor nodig zijn. Panna-voetbal sluit hiermee goed aan op de brand ‘Crooswijk, een wijk met lef’.
Het bovenstaande leidt ertoe dat bijvoorbeeld een zogenaamde panna-kooi of panna-arena kan worden ontwikkeld. Deze kan worden toegevoegd aan (het buitenterrein van) het Schuttersveld. Echter is dit een grote investering. Daarom zou gekeken kunnen worden naar de mogelijkheden die het Schuttersveld al biedt. Zo is er bijvoorbeeld een Cruyff Court dat wellicht gebruikt kan worden voor deze activiteit. De aspecten lef, vechtlust, eigenzinnigheid, eerlijkheid dienen dan wel duidelijk naar voren te komen. Panna-voetbal is anders, het is nieuw, het is eigenzinnig en het vereist lef, met andere woorden: “Voetbal met lef ”. Tevens kan een zogenaamd ‘Panna Knock-Out Toernooi’ worden georganiseerd (in de panna-kooi op het Schuttersveld). Dit is een toernooi tussen diverse spelers, waarbij verliezen direct uitgeschakeld betekent. Panna is onlosmakelijk verbonden met de ‘urban lifestyle’28. Onderdeel van deze lifestyle is een aanpak waarbij de MC (Master of Ceremony29) en DJ (Discjockey30) de juiste sfeer op de ‘fields’ weet te creëren. De MC en DJ dienen dan dié sfeer te creëren die aansluit bij de reeds genoemde aspecten lef, eigenzinnigheid, eerlijkheid en vechtlust met een link naar het verleden van Crooswijk. De MC dient dit te doen in zijn spreken tot het publiek en de DJ dient dit te doen door middel van de platen die hij draait (hiphop en rap en R&B). Vooral muziek heeft altijd veel impact op mensen en dit leidt ertoe dat de belevenis hierdoor wordt versterkt. Wanneer er beelden beschikbaar zijn (bijvoorbeeld via het Gemeentearchief) van bijvoorbeeld de wedstrijden van Sparta Rotterdam op het Schuttersveld, de eerste interland Nederland - België en/of Bok de Korver, kunnen deze wellicht worden geprojecteerd tijdens het toernooi. Deze beelden zullen, samen met de muziek, de belevenis versterken. Het gaat dus niet alleen om het panna-voetbal of het panna-toernooi, maar het gaat er ook om dat de kernwaarden erin terugkomen. De eigenzinnigheid, de eerlijkheid, de vechtlust (met andere woorden de lef) en de trots: een aantal kernwaarden uit het oude Crooswijk. Crooswijkers laten zich immers niet slopen. Deze aspecten dienen daarom duidelijk naar voren te komen in het panna-voetbal. Bovendien gaat het om de overwinning. “Niet voor de centen! Je mot het doen voor de overwinning! Je komt tenslotte uit Crooswijk en laat je niet slopen.” (Van Den Heuvel, 2004-2005).
28
Letterlijk wordt met urban lifestyle niets anders dan de straatcultuur bedoeld.
29
De MC kondigt optredens aan, spreekt tot het publiek en zorgt er over het algemeen voor dat de show voortgang blijft
houden. 30
De DJ is de persoon die de platen op de draaitafel of platendraaier legt.
Tevens kan opgemerkt worden dat deze activiteit aansluit bij een populaire lifestyle (‘urban’) onder jongeren en maakt daarmee deel uit van een jeugdcultuur. Panna-voetbal is daarmee tevens een perfect middel om sport en bewegen onder jongeren te stimuleren. Hiermee kan deze activiteit tevens worden gekoppeld aan doelstelling twee uit het ‘Strategisch Bedrijfsplan 2006-2010. Vrije tijd is het waard’. Deze luidt namelijk: aandacht voor overgewicht. De verdere uitwerking van deze activiteit kan worden uitgevoerd door de afdeling Sportstimulering (SenR). De organisatie van de activiteit kan worden gerealiseerd door sportcentrum het Schuttersveld. •
“De straatcultuur van Crooswijk”
In het bovenstaande is al aangegeven dat de ‘urban lifestyle’ erg populair is onder jongeren. Met urban wordt niets anders bedoeld dan de straatcultuur. Hier zou een link kunnen worden gelegd naar de “De straatcultuur van Crooswijk”. Deze straatcultuur bevat een aantal kernwaarden die ook kenmerkend waren voor het oude Crooswijk. Dit zijn onder andere: eerlijkheid, eigenzinnigheid, vechtlust, saamhorigheid en trots, voornamelijk kernwaarden uit de brand ‘Crooswijk, een wijk met lef’ dus. Deze brand sluit daarom goed aan bij de jongeren. De urban lifestyle kan worden gebruikt om de jongeren het eigene van Crooswijk te laten beleven, maar dan wel op een wijze die zij ‘cool’ vinden. Een aspect van de urban lifestyle is bijvoorbeeld graffiti. Graffiti is het op straat of in andere min of meer openbare plaatsen met verf of viltstift aanbrengen van mededelingen of tekeningen. Vaak wordt graffiti in verband gebracht met vandalisme, door graffitispuiters die eigendommen van anderen beschadigen en deze daarmee op kosten jagen om de graffiti te verwijderen. Graffiti bestaat echter ook als kunstvorm. Terugkomend op het panna-voetbal, panna is immers ook urban, kan gedacht worden aan een legale graffitiwand rondom de panna-kooi waarop door een aantal ervaren graffitikunstenaars een sfeer in het kader van ‘Crooswijk, een wijk met lef’ kan worden gecreëerd. De kernwaarden (eerlijkheid, eigenzinnigheid, vechtlust, (saamhorigheid en trots)) van het oude Crooswijk gelden in de huidige samenleving namelijk nog steeds voor deze urban jongeren, zij op het een hedendaagse wijze. Deze kernwaarden kunnen, als of in combinatie met, afbeeldingen op de legale wand worden gespoten. Hierdoor wordt een sfeer gecreëerd die aantrekkelijk is voor de jongeren en de belevenis versterkt. Naast sport (panna-voetbal) en muziek (hiphop en rap en R&B en bij het panna-toernooi met behulp van de MC en de DJ) kan ook kunst (graffitiwand met kernwaarden) bijdragen aan de totaalbelevenis. Door deze combinatie wordt de belevenis versterkt en voelen de jongeren zich meer aangetrokken. Tevens is het een wijze van communicatie. Jongeren beleven zo op eigentijdse wijze het oude Crooswijk.
De verder uitwerking en uitvoering van deze activiteit kan worden gerealiseerd door de afdeling Speciale Taken en Projecten (STEP) en Evenementen. 9.2.3
“Levende geschiedenis in Crooswijk”
In het kader van volkscultuur en erfgoed is een begrip ontstaan dat ‘levende geschiedenis’ heet. Levende geschiedenis, of living history, is het naspelen van situaties of gebeurtenissen uit het verleden. Het kan in Nederland bijvoorbeeld gaan om gildenmanifestaties, boerenbruiloften, klederdrachtgroepen of het naspelen van oude sporten en spellen. Dat zijn traditionele vormen van levende geschiedenis. Daarnaast bestaan er meer moderne varianten, waarbij groepen hele veldslagen na gaan spelen, of andere grootscheepse historische situaties (http://www.volkscultuur.nl). In het kader van het erfgoed van Crooswijk dat bewaard dient te blijven voor de toekomst, kan op het begrip levende geschiedenis worden ingespeeld. Onder de titel “Levende geschiedenis in Crooswijk” kan bijvoorbeeld een activiteit worden ontwikkeld die inspeelt op de schutterij in Crooswijk. •
“Daar komen de schutters”
Een onderdeel van de Crooswijkse historie is de schutterij. Het Schuttersveld werd in 1864 aangelegd ten behoeve van de schuttersvereniging. De schutterij was een soort burgerwacht of militie die werd opgericht om de stad te beschermen bij een aanval en de orde te handhaven bij oproer of brand. Op het Schuttersveld werden vaak oefeningen en parades van de Rotterdamse schutterij gehouden. De schutterij met haar (eigen) muziek, is een fel stuk jeugdleven voor vele Rotterdammers geweest, wat inhoudt dat de schutterij een ‘happening’ was in het verleden. In Crooswijk getuigen veel straatnamen zelfs nog aan het verleden van de schutterij. Ook heeft het lied van Koos Speenhoff, “Daar komen de schutters” de schutters vereeuwigd. Hierdoor zou gekozen kunnen worden voor deze titel als naam voor de activiteit. In Crooswijk kan de schutterij weer tot leven worden gebracht: met de vaandrig, de tamboer, de kanonnen en niet te vergeten… het bier. Op geheel authentieke wijze kunnen bewoners de levende geschiedenis van de Crooswijkse schutterij beleven. Voordat men kan spreken van een vorm van levende geschiedenis, dient echter aan de volgende criteria te worden voldaan (Stichting voor de Nederlandse Archeologie, 1999). -
Informatieoverdracht over een historisch onderwerp.
-
Historische totaal-setting (decor en bijpassende voorwerpen).
-
Door mensen uitgevoerde en gespeelde methode (spelers).
-
De mogelijkheid tot interactie en participatie van bezoeker.
Als gekeken wordt naar de hierboven genoemde criteria wordt duidelijk dat het ontwikkelen van een dergelijke activiteit veel tijd in beslag neemt. Gekozen kan daarom worden voor een jaarlijks terugkerend evenement, dat totaal in het teken staat van de schutterij in Crooswijk. Dit evenement moet informatief zijn, maar tegelijkertijd entertainment bevatten (dus: edutainment). De omgeving zal moeten worden aangepast aan het verleden en er moet op zoek worden gegaan naar de juiste spelers. Hiertoe kan worden nagegaan of er in Crooswijk een bepaalde theatergroep is die deze taak op zich kan en wil nemen. Overigens is het ook een idee om bewoners zelf aan te stellen als spelers. Zo worden de bewoners immers betrokken bij de activiteit. Tot slot moet er interactie tussen, en participatie van, de spelers en de andere bewoners (‘toeschouwers’) zijn. Hierbij is het ook van belang dat er interactie is tussen, en participatie van, huidige en nieuwe bewoners. Eventueel kunnen de bewoners actief worden betrokken bij het maken van het decor, de kleding, de uitvoering, et cetera (is een vorm van co-creatie). Deze activiteit weerspiegelt het authentieke van Crooswijk. Het speelt in op het verleden van Crooswijk, op de lef van de schutters. Zij moesten immers de stad beschermen. Bewoners kunnen door middel van dit evenement de, in de historie van Crooswijk gewortelde, heartbeat beleven. Bovendien kan een dergelijke activiteit de saamhorigheid tussen huidige en nieuwe bewoners stimuleren of versterken door de interactie tussen, en participatie van bewoners. Een dergelijk evenement kan verder de betrokkenheid bij de wijk versterken, wat ertoe leidt dat ook de gemoedelijkheid in de wijk wordt versterkt. Bovendien kan dit evenement trots oproepen bij de bewoners. Men is trots op de wijk en haar verleden. Deze activiteit sluit eigenlijk aan op alledrie de brands. Het creëert saamhorigheid (‘Crooswijk, een solidaire wijk’), waardoor de binding met de wijk wordt versterkt (‘Crooswijk, een vertrouwde en geborgen wijk’). Verder gaat de activiteit in op de lef van de schutters, wat aansluit bij de brand ‘Crooswijk, een wijk met lef’. Het Gemeentearchief kan een bruikbare samenwerkingspartner zijn voor deze activiteit. Zij bezit immers veel gegevens uit het verleden van Rotterdam. De verdere uitwerking en uitvoering van deze activiteit kan wederom worden gerealiseerd door de Tamboer. Tot slot kan opgemerkt worden dat SenR voor deze activiteit eventueel een samenwerking aan kan gaan met het Nederlands Centrum voor Volkscultuur. Dit is het landelijk instituut voor de cultuur van het dagelijks leven en het immaterieel erfgoed. In een later stadium dient SenR te kijken naar de mogelijkheden hiervoor.
9.2.4
“Crooswijkers laten zich niet slopen”
In de scriptie is naar voren gekomen dat Crooswijkers zich niet laten slopen. Vechtlust is kenmerkend voor de Crooswijkers. Tevens staat de Crooswijkse bokser Bep van Klaveren symbool voor deze vechtlust. Onder de titel “Crooswijkers laten zich niet slopen” kan een activiteit worden ontwikkeld die inspeelt op de vechtlust van Bep van Klaveren. •
“De vechtlust van The Dutch Windmill”
Door de gehele scriptie heen is naar voren gekomen hoe belangrijk Bep van Klaveren voor Crooswijk is en was. In de jaren dertig was hij de held van heel Nederland, maar in het bijzonder die van Rotterdam met een ongekende populariteit in Crooswijk. En nog steeds is de bokser populair; hij staat op nummer drie in de top tien van Rotterdamse sporthelden (Noordman & De Graauw, 2006). Ook is al eerder geconcludeerd dat Bep van Klaveren als een icoon voor Crooswijk zou kunnen worden getypeerd. Bep van Klaveren, de Crooswijkse volksjongen, heeft de wijk als het ware ‘smoel’ gegeven en staat hij symbool voor de vechtlust die kenmerkend is voor de Crooswijkers. Gedacht kan worden aan een boksevenement waarbij de vechtlust van de Crooswijkers duidelijk naar voren komt door middel van de Crooswijkse held Bep van Klaveren. Met dit boksevenement wordt ingespeeld op de brand ‘Crooswijk, een wijk met lef’. Kernwaarden als eerlijkheid, eigenzinnigheid en vechtlust moeten nadrukkelijk naar voren komen. “Crooswijkers laten zich niet slopen en vechten voor wat ze waard zijn.”: dat moet de boodschap van het evenement zijn. Dit evenement kan worden gehouden in de boksclub Crooswijk, de plaats waar Bep van Klaveren dagelijks trainde. De legendarische boksclub Crooswijk ademt sportgeschiedenis met op alle muren wedstrijdposters, van de jaren dertig tot de glimmende kickboks-plakkaten van nu. De plaats waar het allemaal begon voor Bep van Klaveren. Door deze historierijke plek te gebruiken voor het evenement, wordt de belevenis versterkt. Het boksevenement kan op verschillende manieren worden ingevuld. De historie van Bep van Klaveren kan als het ware worden nagespeeld. Eventueel kan hierbij het begrip ‘levende geschiedenis’ weer een rol spelen. Hiervoor zijn een historische totaal-setting en spelers nodig. De boksclub Crooswijk zou een uitstekende locatie zijn. Dit is namelijk de plek waar Bep van Klaveren dagelijks trainde. Voor spelers kan gekozen worden voor een theatergroep, maar wellicht is het voor de bewoners interessanter wanneer zij er zelf actief bij worden betrokken. Daarom zouden de spelers wellicht beter bewoners kunnen zijn. Tevens dient het evenement informatief te zijn, zij het op een leuke manier (edutainment) en moet er de mogelijkheid zijn tot interactie en participatie. Wellicht
kunnen de generatiegenoten van Bep van Klaveren een rol spelen bij dit evenement. Zij hebben Bep van Klaveren immers gekend en enkelen van hen sparren zelfs nog steeds in boksclub Crooswijk. Ook kan ervoor worden gekozen om het evenement te laten bestaan uit wedstrijden, demonstraties en workshops. Wederom dient de vechtlust duidelijk naar voren te komen. Bij de demonstraties en de workshops kan ingespeeld worden op de beroemde houding en bewegingen van Bep van Klaveren worden. Voor de wedstrijden kunnen professionele boksers worden aangetrokken. Ook hier kunnen de generatiegenoten van Bep van Klaveren een rol spelen. Eventuele toevoeging voor dit evenement kan zijn dat gekeken wordt naar moderne varianten van boksen. Tegenwoordig zijn er velerlei soorten boksen, varianten op het gewone boksen. Kickboksen, Thai-Boksen, Muay-Thai boksen, Free Fight, et cetera zijn een aantal varianten. Wellicht spreken deze varianten de bewoners, vooral de jongeren, meer aan. Het evenement kan vernoemd worden naar de bijnaam van Bep van Klaveren: “De vechtlust van The Dutch Windmill”. Tot slot kan worden vermeld dat het niet alleen gaat om het boksevenement, maar ook om de kernwaarden die erin terugkomen: de eerlijkheid, de eigenzinnigheid en de vechtlust. Met andere woorden: ‘Crooswijk, een wijk met lef’.
§ 9.3
Ondersteunende middelen
Naast bovengenoemde belevenissen is het verstandig een aantal ondersteunende middelen te ontwikkelen die het concept ‘Crooswijk, erf(T)goed!’ ondersteunen. Ondersteunende middelen, zoals een website, een arrangement of flyers, dragen bij aan de totaalbeleving van het concept. Daar het er in eerste instantie om gaat de bewoners het eigene van de wijk te laten beleven, is het niet noodzakelijk meteen allerlei ondersteunende middelen te ontwikkelen. Echter een centraal communicatiekanaal is essentieel. Gedacht kan worden aan een website. Deze ‘Crooswijk, erf(T)goed!’-website dient bij te dragen aan de totaalbeleving van het concept. Op de website dient een compleet overzicht komen van alle mogelijkheden om het bijzondere Crooswijkse verleden te ontdekken en beleven. Uiteraard dient het concept te worden uitgelegd met de bijbehorende activiteiten. Onder andere: wanneer en waar vinden de activiteiten in het kader van ‘Crooswijk, erf(T)goed!’ plaats. Daarnaast is het nuttig om op de website een archief met foto’s, films, verhalen, herinneringen en andere (achtergrond)literatuur over het bijzondere van Crooswijk aan te maken. Bovendien is ook een discussie- en/of chatplatform nuttig. Bewoners kunnen zo online met elkaar discussiëren, communiceren en hun verhalen delen met medebewoners (zowel met huidige als met nieuwe bewoners). Bovendien kan op deze manier ook SenR communiceren met de bewoners. Verder moeten ook de links naar andere websites niet vergeten worden. De website dient vooral
interactief te zijn. Co-creatie is hierbij een belangrijk item. Co-creatie is het betrekken van de betrokkenen zelf in de producten van allerlei zaken. De bewoners uit Crooswijk dienen door SenR dus betrokken te worden in het gehele proces. Zo kan het bijvoorbeeld een mogelijkheid zijn dat bewoners zelf hun verhalen over Crooswijk op de website kunnen plaatsen. Andere ondersteunende middelen kunnen zijn: een Crooswijks arrangement, een boek of flyer, een film, et cetera. Dit is echter pas van belang in een later stadium. Allereerst dienen namelijk de bewoners geraakt te worden door het eigene van de wijk. Later kan dit ertoe leiden dat ook bezoekers geraakt worden door het eigene van de wijk en kunnen meer ondersteunende middelen worden ontwikkeld.
§ 9.4
Organisatorische factoren
Wanneer SenR bovengenoemde activiteiten wil uitvoeren, dient rekening te worden gehouden met een aantal organisatorische factoren. Hierbij valt te denken aan financiële middelen, locaties, samenwerkingsverbanden, initiatiefnemers et cetera. Zonder financiële middelen kunnen de activiteiten immers niet worden ontwikkeld. Gedacht kan worden aan sponsors en mogelijk ook aan subsidie. Wanneer op zoek wordt gegaan naar een sponsor, dient deze wel een bepaald raakvlak te hebben met de activiteiten, de kernwaarden en/of Crooswijk. Ook valt te denken aan samenwerkingsverbanden. In het bovenstaande is hierop reeds ingegaan. Ook kan gekeken worden naar aanknopingspunten voor het thema ‘Rotterdam Durft’ (zie ook paragraaf 9.5). Om de bovengenoemde activiteiten uit te voeren zijn initiatiefnemers, de zogenaamde ‘trekkers’ nodig. Een aantal bewoners zijn nodig om de activiteiten te ‘trekken’. Zij moeten dit echter wel vanuit eigen passie doen. Ze moeten de ‘be proud and show it’-mentaliteit in zich hebben. Dat wil zeggen: ze moeten trots zijn op hun wijk en dat ook uitstralen naar de andere bewoners. Zo wordt een hechte band met de bestemming gecreëerd.
§ 9.5
Rotterdam Durft
‘Rotterdam Durft’ is het thema van de nieuwe promotie-activiteiten van de stad, met als doel het imago van de stad op het gebied van wonen, werken, recreëren en studeren een positieve impuls te geven. ‘Rotterdam Durft’ gaat over een aanstekelijke menselijke mentaliteit, die kenmerkend is voor degenen die (samen) wonen, werken, ondernemen en recreëren in Rotterdam. ‘Rotterdam Durft’ vertelt op een vernieuwende manier over Rotterdammers. Rotterdammers Durven! Moed is een menselijke eigenschap en daar komen tal van dingen uit voort. ‘Rotterdam Durft’ is een ‘tribute to’ deze mensen en natuurlijk ook aan de stad waar zij zich bevinden of vandaan komen. De stad fungeert als het ware als het podium waar deze stadshelden in opereren (OntwikkelingsBedrijf Rotterdam, z.j.). Het concept ‘Crooswijk, erf(T)goed!’ en de bijbehorende activiteiten sluiten goed aan bij het Rotterdamse thema ‘Rotterdam Durft’. Vooral de brand ‘Crooswijk, een wijk met lef’ sluit hier goed bij aan. Het gaat hierbij om Crooswijk als onderdeel van de stad. Op den duur zou het concept een bijdrage kunnen gaan leveren aan de profilering van Rotterdam als geheel. Dan zou gekeken kunnen worden naar een samenwerking met bijvoorbeeld de Chief Marketing Officer (CMO) Rotterdam. Deze heeft als taak ervoor te zorgen dat Rotterdam nadrukkelijker op de kaart wordt gezet en dat het aantal bedrijven en de investeringen in de stad fors toenemen. Ook kan dan gekeken worden naar een samenwerking met de Economic Development Board Rotterdam (EDBR). Dit is een platform met ruim dertig opinieleiders uit het bedrijfsleven, onderwijs, wetenschap en cultuur. Deze Rotterdamse prominenten adviseren het College van B&W over de economische succesvolle sectoren, waarin de komende jaren moet worden geïnvesteerd. Tegelijk maken zij zich sterk voor een snelle uitvoering van kansrijke (economische) projecten. Door het inzetten van hun expertise en netwerk verschaffen zij extra kennis, informatie en geld, waardoor op korte termijn resultaten kunnen worden geboekt. Via verschillende taskforces willen de EDBR-leden zoveel mogelijk belanghebbenden bij dit proces betrekken. En daarom dus ‘de buitenboordmotor van de Rotterdamse economie’ (http://www.edbr.nl). Op deze manier kunnen bepaalde zaken interessant worden voor bezoekers van elders uit de stad en later wellicht ook van buiten de stad. Dat moet echter wel organisch groeien. Allereerst dient namelijk het concept onder de aandacht te worden gebracht bij de bewoners en dienen zij geraakt te worden door het eigene van de wijk.
Literatuuroverzicht •
Boeken, rapporten, et cetera
Bestuurlijk Overleg Bureau Herstructurering Nieuw Crooswijk (2003). Structuurvisie Nieuw Crooswijk “Nieuwe Kijk op Nieuw Crooswijk”. Rotterdam: interne publicatie (rapport). Boswijk, A., Thijssen, T. & Peelen, E. (2005). Een nieuwe kijk op de experience economy. Betekenisvolle belevenissen. Tweede druk. Amsterdam: Pearson Education Benelux. Breuker, H. (2005). Crooswijk 2005. Concept, fotografie en interviews. Rotterdam: interne publicatie. Deelgemeente Kralingen-Crooswijk (z.j.). De straten van het Heinekenterrein Crooswijk. Van brouwerij tot gezellige woonbuurt. Rotterdam: interne publicatie. Deelgemeente Kralingen-Crooswijk, Woningbedrijf Rotterdam & Ontwikkelingscombinatie Nieuw Crooswijk (2006). Leefbaarheidsprogramma 2006 en verder. Werken aan leefbaarheid in Nieuw Crooswijk. Rotterdam: interne publicatie (rapport). Deelgemeente Kralingen-Crooswijk & Woningstichting PWS Rotterdam (2006). Wijkvisie Oud Crooswijk en Rubroek 2006-2015. Rotterdam: interne publicatie (rapport). Dienst Stedebouw + Volkshuisvesting, Juridische Zaken, team Bestemmingsplannen (2005). Voorontwerp Bestemmingsplan Nieuw Crooswijk. Rotterdam: interne publicatie (rapport). Galle et al. (2004). Duizend dingen op een dag; een tijdsbeeld uitgedrukt in ruimte. Rotterdam: NAI Uitgevers. Heuvel, D. van den (2004-2005). Dwaallicht. Speurtocht door Nieuw Crooswijk naar de banden, verbindingen en de relaties binnen de wijk en haar bewoners. Rotterdam: interne publicatie. Kardol, H., Koning, N. de & Loon, J. van (2005). Verleden, heden en toekomst van het Digitale Erfgoed Nederland. Scorekaart voor toekomstvaste ontwikkeling van websites. Delft: TNO.
Kempen, R. van & Bolt, G. (2003). Tussen fysiek en sociaal. Een literatuuronderzoek naar de relatie tussen fysieke en sociale verschijnselen in de stad. Den Haag: NWO en het Kenniscentrum Grote Steden. Linden, G. van der (2006). Gebiedsanalyse 2006. Deelgemeente Kralingen-Crooswijk. Samenvatting en conclusies. Rotterdam: interne uitgave (rapport). NHTV (2005). Afstuderen. Management Toerisme. Breda: interne publicatie (syllabus). Nijs, D. & Peters, F. (2002). Imagineering. Het creëren van belevingswerelden. Amsterdam: Uitgeverij Boom. Noordman, T.B.J. (2004). Cultuur in citymarketing. ‘s-Gravenhage: Elsevier Overheid. Noordman, T.B.J. & Graauw, C.A.H. de (2006). Het imago van Rotterdam als sportstad. Tweede meting. Rotterdam: interne publicatie (concept rapport). OCNC (2005). Het nieuwe Nieuw Crooswijk krijgt vorm. Rotterdam: interne publicatie. OCNC et al. (2004). Masterplan Nieuw Crooswijk. Rotterdam: interne publicatie (rapport). Padmos, B. (1998). De scriptiesupporter. Een doeltreffende aanpak van je scriptie. Tweede druk. Leuven/Apeldoorn: Garant Uitgevers. Pine, B.J. II & Gilmore, J.H. (2000). De beleveniseconomie: Werk is theater en elke onderneming creëert zijn eigen podium. Den Haag: Academic Service. Programmabureau Veilig (2005). Wijkanalyses Kralingen-Crooswijk. Meting van de veiligheid in Rotterdam, 2005. Rotterdam: Gemeente Rotterdam. Reinders, L. (2004). Merkwaardige wijken. De rol van identiteit bij de transformatie naar stadswijken: een terreinverkenning. Delft: Onderzoeksinstituut OTB. Rijpma, S.G., Graaf, P.A. de, Vries, C. de (2006). Rotterdammers in hun vrije tijd 2005. Resultaten uit de Vrijetijdsomnibus 2005. Rotterdam: Centrum voor Onderzoek en Statistiek.
Schulte, M. & Gool, W. van (2005). P-OV: Onderzoeksvoorstel. Voor projectstudenten. Breda: interne publicatie (syllabus). Sport en Recreatie, gemeente Rotterdam (z.j.). Recreatie Dichtbij Huis - een lange termijn visie. Rotterdam: interne publicatie (samenvatting). Sport en Recreatie, gemeente Rotterdam (2002). Recreatie Dichtbij Huis in Noord. Rotterdam: interne publicatie (concept rapport). Sport en Recreatie, gemeente Rotterdam (2003). Recreatieve visie Nieuw-Crooswijk - Bijlagen. Rotterdam: interne publicatie (rapport). Sport en Recreatie, gemeente Rotterdam (2003). Recreatieve visie Nieuw-Crooswijk - Definitief concept. Rotterdam: interne publicatie (rapport). Sport en Recreatie, gemeente Rotterdam (2006). Strategisch Bedrijfsplan 2006-2010. Vrije tijd is het waard. Rotterdam: interne publicatie (rapport). Sport en Recreatie, gemeente Rotterdam (2006). Strategisch Bedrijfsplan 2006-2010. Vrije tijd is het waard. Rotterdam: interne publicatie (samenvatting). Steehouder et al. (1999). Leren communiceren. Handboek voor mondelinge en schriftelijke communicatie. Vierde, geheel herziene druk. Groningen: Wolters-Noordhoff bv. Steunpunt Wonen (1999). Zoeken naar de Crooswijkse mix. Bewonersvisie Nieuw-Crooswijk. Rotterdam: interne publicatie (rapport). The SmartAgent Company (2004). De Grote Woontest 2004. Feiten én beleving van het wonen in de regio Rotterdam. Rotterdam: interne publicatie (rapport). TNO (2005). Onderweg naar overmorgen - trends als bron voor vernieuwing. Delft: TNO. Tudjman, T. & Jong, W. de (2006). Sociaal Programma Nieuw Crooswijk 2006-2012. Rotterdam: interne publicatie (concept rapport). Werkgroep De stad als belevenis (2001). De stad als belevenis; het hoofdprogramma. Een kader voor een integraal Rotterdams vrijetijdsbeleid. Rotterdam: interne publicatie (rapport).
Werkgroep De stad als belevenis (2001). De stad als belevenis; het voorprogramma. Een discussienotitie over vrijetijdsbesteding in Rotterdam. Rotterdam: interne publicatie (rapport). Zanden, W. van der & Vries, C. de (2003). Woonwensen van WBR-huurders in Nieuw Crooswijk. Rotterdam: Centrum voor Onderzoek en Statistiek. •
Artikelen en papers
Buschman, D. (2004). Experience marketing anno 2004. Het creëren van merkbelevenissen met de inzet van entertainment en informatietechnologie (paper). Engwirda, I. & Ouwerkerk, R. (z.j.). All business is showbusiness. Een schets van de beleveniseconomie (paper). Ester, P., Vinken, H. & Dun, L. van (2002). Werken, zorgen en vrije tijd in de eenentwintigste eeuw: Het OSA Toekomst van de Arbeid Survey (paper). Gool, W. van (2005). Loyaliteit vol Passie. MMNieuws jaargang 2, nr. 3, p. 32-33. Gool, W. van & Wijngaarden, P. van (2005). Beleving op niveau. Clou, voor marketing, informatie en research jaargang 3, nr. 16, p. 16-18. Horst, H. van der & Wassenberg, F. (2004). Demografische en maatschappelijke ontwikkelingen. Inspiratiepapers Woonwijken van de Toekomst, deel 2. Rijswijk: Quantes (paper). Hover, M. (2006). De beleving van storytelling, thema en concept: A love story! MMNieuws jaargang 8, nr. 3, p. 16-17. Lieshout, C., Vissers, B. & Bevolo, M. (2004). Insite: Klompen of hoge hakken? eYe, februari 2004. Nieborg, M. (2004). Sociaal-cultureel: Tussen wereldburger en polderboer. eYe, februari 2004. Pama, G. (2005). Wijk Nieuw Crooswijk in Rotterdam gaat plat. NRC Handelsblad (datum onbekend). Soeters, H. (z.j.). Crooswijk zoals het was. Rotterdams Nieuwsblad (datum onbekend). SP Rotterdam (2004). Heel Rotterdam vooruit. Een visie op integratie (paper).
Stichting DOCK (2004/2005). Crant, van bewoner tot bewoner. Een serie nieuwsbrieven i.h.k.v. de herstructurering in Nieuw Crooswijk. Tassoul, M. (z.j.). Creatief probleem oplossen, hulpmiddelen voor het genereren van nieuwe ideeën. Vink, G. de (2005). Een bestemming als (toeristisch) merk? Concept- & productontwikkeling vanuit het DNA van een bestemming (paper). Vuik, D. (2004). Historische ziel dreigt verloren te gaan in de wijk Nieuw Crooswijk. Maasstad, 25 augustus 2004. Werkgroep Vrijetijdsbesteding Deltametropool (2004). Stadslandschappen. Vrijetijdsbesteding: een kans voor de Deltametropool! Delft: Vereniging Deltametropool (paper). •
Geraadpleegde websites
http://rotterdam.buurtmonitor.nl Buurtinformatie Rotterdam Digitaal.
http://www.boardingforbreda.nl Boarding for Breda… Op zoek naar de ziel van de stad Breda.
http://www.comwonen.nl Wijkinformatie.
http://www.cos.rotterdam.nl Centrum voor Onderzoek en Statistiek; gemeente Rotterdam.
http://www.crant.nl Crant, van bewoner tot bewoner.
http://www.crooswijk.com Federatie Bewonerscomités Nieuw Crooswijk.
http://www.degrotewoontest.nl Woonbelevingsonderzoek Rotterdam.
http://www.dsv.rotterdam.nl Dienst Stedebouw en Volkshuisvesting; gemeente Rotterdam.
http://www.dwaallicht.nl Speurtocht door Nieuw Crooswijk naar de banden, verbindingen en relaties binnen de wijk en haar bewoners.
http://www.edbr.nl Economic Development Board Rotterdam.
http://www.eye.nl Zicht op trends.
http://www.funconcepts.nl/leisuretrends.html Leisure trends in Nederland.
http://www.gilderotterdam.nl Gilde Rotterdam.
http://www.hansonexperience.com Weblog van Hans Mestrum.
http://www.herstructureringnieuwcrooswijk.nl Ontwikkelingscombinatie Nieuw Crooswijk.
http://www.identiteitenbranding.nl Identiteit & Branding. Gebiedsintegere ontwikkeling leidt tot succesvollere wijken.
http://www.imagineeringacademy.nl Research Centre for Strategy, Change and Innovation in the Experience Economy.
http://www.kc.rotterdam.nl Deelgemeente Kralingen-Crooswijk.
http://www.kei-centrum.nl/view.cfm?page_id=1934 KEI Kenniscentrum stedelijke vernieuwing; Dossier: Identiteit, leefstijlen en woonmilieus.
http://www.mmnieuws.nl Marketing en Management Nieuws voor Cultuur en Vrijetijd.
http://www.motivaction.nl/overig/media/knipsels/4&5mei_text3.htm Ontwikkelingen in het sociale klimaat.
http://www.obr.rotterdam.nl OntwikkelingsBedrijf Rotterdam; gemeente Rotterdam.
http://www.pws-rotterdam.nl Woningstichting PWS Rotterdam.
http://www.rijnmond.nl/homepage/rtv/tv_rijnmond/programma_info/vergeten_verhalen TV Rijnmond. Vergeten Verhalen: Crooswijk.
http://www.rivm.nl/vtv/object_document/o1171n16911.html Rijksinstituut voor Gezondheid en Milieu; Bevolking: Wat zijn de belangrijkste verwachtingen voor de toekomst?
http://www.rotterdam.nl Gemeente Rotterdam.
http://www.rotterdammers.nl/sport/bep.htm Bep van Klaveren.
http://www.rotterdamveilig.nl Bureau Rotterdam Veilig; gemeente Rotterdam.
http://www.senr.rotterdam.nl Sport en Recreatie; gemeente Rotterdam.
http://www.smartagent.nl Onderzoeks- en adviesbureau gespecialiseerd in kwalitatief en kwantitatief belevingsonderzoek.
http://www.sna.nl Stichting voor de Nederlandse Archeologie.
http://www.stadalsbelevenis.nl Rotterdam Attractieve Stad: De Stad Als Belevenis.
http://www.stichtingnrc.nl Stichting Nieuwe Rotterdamse Cultuur.
http://www.trendslator.nl Trends en ontwikkelingen.
http://www.volkscultuur.nl Nederlands Centrum voor Volkscultuur.
http://www.vsonet.nl Vereniging voor Statistiek en Onderzoek.
http://www.wbr.nl Woningbedrijf Rotterdam.
•
Scripties
Dekkers, M. (2000). Co-creatie. NHTV internationale hogeschool Breda. Galen, I. van (2004). Een verfrissende blik op de Veluwe. NHTV internationale hogeschool Breda. Rengers, L. (2004). De Koog in het hart. Een onderzoek naar kernwaarden en identiteit. NHTV internationale hogeschool Breda. •
Beeld- en geluidsmateriaal
IKON (2005, 2 augustus). ‘Wijken voor Rijken’. Serie: Vriend en Vijand. Hilversum: IKON de Interkerkelijke omroep Nederland. TweeVandaag. (2004, 25 april). ‘Crooswijk is boos’. Hilversum: TROS. 3voor12. (2005, 16 april). ‘De boksschool van Bep van Klaveren. Op bezoek bij de Dutch Windmills.’ Hilversum: VPRO. Allemaal Crooswijkers (nadere gegevens onbekend). Studio Crooswijk 2 (nadere gegevens onbekend).
Bijlagen Bijlage 1:
Topiclijst diepte-interview
Bijlage 2:
Respondenten diepte-interviews
Bijlage 3:
Namenlijst professionals creatieve sessie
Bijlage 4:
De schutterij
Bijlage 5:
“Daar komen de schutters” door Koos Speenhoff
Bijlage 6:
Stedelijke bevolkingsgroepen
Bijlage 7:
Mindmaps creatieve sessie
Bijlage 1
Topiclijst diepte-interview
Vragen vooraf (alleen bewoners) •
Bent u een geboren Crooswijker?
•
Zo niet, waar bent u dan geboren en hoelang woont u hier al?
•
Voelt u zich een ‘echte’ Crooswijker?
•
Identiteit van Crooswijk. Imago van Crooswijk. Beleving van de wijk door bewoners. Karakter van de wijk. Leefbaarheid van de wijk. Sfeer in de wijk. Verschillen Oud- en Nieuw Crooswijk. Als Crooswijk er morgen niet meer was, wat zou Rotterdam dan missen? Waarin onderscheidt Crooswijk zich van andere wijken in Rotterdam?
•
Kernwaarden en kenmerkend Crooswijk. Kenmerkend voor Crooswijkers. Kenmerkend voor Crooswijk. Kernwaarden van de wijk (en haar bewoners).
•
Unique Selling Points (USP’s) Crooswijk.
•
Bewoners. Karaktereigenschappen van Crooswijkers. Het Crooswijkgevoel. Mentaliteit van Crooswijkers.
•
Veranderingen en ontwikkelingen in de wijk.
•
Herstructurering Nieuw Crooswijk.
Bijlage 2
Respondenten diepte-interviews
Naam respondent
Type respondent
Geboren in Crooswijk
Anoniem 1
Buurtbewoner.
Ja.
Anoniem 2
Buurtbewoonster.
Ja.
Anoniem 3
Buurtbewoner.
Ja.
Anoniem 4
Buurtbewoonster
Nee, maar woont er sinds
Bewoners
haar trouwen. Voelt zich wel een echte Crooswijkse. Mevr. J. Bonte
Buurtbewoonster.
Nee, maar kwam al op zeer jonge leeftijd in Crooswijk. Na haar trouwen ging ze in Crooswijk wonen.
Mevr. M. van Hengel
Buurtbewoonster, medewerkster
Nee, maar woont al 47
tapijthandel, was deelraadslid voor
jaar in Crooswijk. Voelt
Leefbaar Kralingen-Crooswijk, zit in
zich ook een echte
veel commissies voor Crooswijk en
Crooswijkse.
doet vrijwilligerswerk. Mevr. R. Hoogstraten
Buurtbewoonster.
Ja en voelt zich ook een echte Crooswijkse.
Mevr. H.A. Koedam
Buurtbewoonster, activiste, FBNC31,
Nee, maar voelt zich een
eigenares tabakswinkel in Nieuw
echte Crooswijkse.
Crooswijk. Dhr. T. Krijgsman
Vroegere buurtbewoner.
Ja en voelt zich nog steeds een Crooswijker.
Mevr. S. Krijgsmam Mevr. Ophorst
31
Vroegere buurtbewoonster, raadslid
Nee, maar voelt zich nog
PVDA Kralingen-Crooswijk.
steeds een Crooswijkse.
Buurtbewoonster.
Nee.
De Federatie Bewonerscomités Nieuw Crooswijk (FBNC) is het in mei 2004 opgerichte samenwerkingsverband van zeven
bewonerscomités in Nieuw Crooswijk. Zij werd opgericht om het verzet te bundelen van de Nieuw Crooswijkers tegen de voorgenomen grootschalige reconstructie van de wijk.
Mevr. A. Paerel
Buurtbewoonster (was eigenares van
Nee, maar voelt zich wel
een café in Crooswijk,
verbonden met de wijk.
initiatiefneemster van de Snerttram). Mevr. Y. Regeer
Jarenlang buurtbewoonster geweest,
Nee.
sinds kort verhuist i.v.m. herstructurering. Mevr. T. van de Sluis
Buurtbewoonster.
Nee, maar woont al 25 jaar in Crooswijk en voelt zich ook een echte Crooswijkse.
Mevr. S. Weijgertse
Buurtbewoonster en activiste. Doet
Nee, maar voelt zich een
heel veel voor de wijk en haar
echte Crooswijkse.
bewoners. Is in de wijk een aanspreekpunt voor velen. Professionals in de wijk Mevr. M. van Asseldonk
Cultuurscout Kralingen-Crooswijk.
n.v.t.
Dhr. R. de Brabander
Lectoraat Dynamiek van de stad (ook
n.v.t.
bezig met een onderzoek naar de identiteit van Crooswijk). Mevr. H. Breuker
Kunstenares (o.a. het project
n.v.t.
‘Crooswijk, aan tafel!’) Mevr. C. den Hartog
Locatiemanager wijktheater De
n.v.t.
Tamboer (wijkaccommodatie, Kralingen-Crooswijk) tot april 2006. Dhr. F. Hordijk
Medewerker wijktheater De Tamboer.
n.v.t.
Vanaf april 2006 locatiemanager. Mevr. A. van Otterloo
Kunstproject Dwaallicht32.
n.v.t.
Mevr. H. Oude Brunink
Communicatie OCNC.
n.v.t.
Mevr. W. Pot
Buurtwinkel33 (opbouwwerkster).
n.v.t.
32
Kunstproject Dwaallicht: Speurtocht door Nieuw Crooswijk naar de banden, verbindingen en de relaties binnen de wijk en
haar bewoners. 33
In het kader van het leefbaarheidsprogramma voor Nieuw Crooswijk is de Buurtwinkel opgericht. Hier kan een ieder
binnenlopen voor vragen, problemen of gewoon voor een gezellig praatje.
Mevr. M. Sandifort
Buurtwinkel (projectcoördinator van
n.v.t.
het leefbaarheidsprogramma). Dhr. K. Zoundri
Ambulant jongerenwerker verbonden
n.v.t.
34
aan Cascade . Overig Dhr. F. van Genne
Lector Vastgoed Hanzehogeschool
n.v.t.
Groningen (gastspreker aan de NHTV met als onderwerp “Wonen in een verhaal”. Een gastcollege over vastgoed en de identiteit van een gebied). Mevr. W. Lamoré
Belevenisbibliotheek (KralingenCrooswijk).
34
Cascade is een brede welzijnsorganisatie.
n.v.t.
Bijlage 3
Namenlijst professionals creatieve sessie
Naam
‘Werkgebied’
Mevr. M. van Asseldonk
Cultuurscout Kralingen-Crooswijk.
Dhr. E.A.H. Deckers
Rayonleider rayon Charlois, Hoogvliet en Pernis (rayon 4).
Dhr. J.L. van Herpen
Medewerker wijkrecreatie.
Dhr. G.A.M. van der Linden
Beleidsadviseur strategie.
Dhr. E.J. Niemeijer
Productspecialist wijkrecreatie.
Dhr. W.J. Onck
Projectleider natuur en milieu Feijenoord.
Dhr. S.M. Rovers
Rayonleider Noord, Overschie, Hillegersberg Schiebroek, Hoek van Holland (rayon 2) en oprichter van de belevenis-bibliotheek.
Dhr. G.J. de Vink
Docent imagineering, concept- en productontwikkeling, bestemmingsmarketing; groepslid van de Imagineering Academy.
Dhr. O.K. Willems
Projectleider sportstimulering KralingenCrooswijk.
Mevr. J.M.E. Wulffraat
Rayonleider natuur en milieu KralingenCrooswijk en Prins Alexander (rayon 1).
Bijlage 4
De schutterij
Het woord schutteren is afgeleid van het woord beschutteren oftewel beschermen. •
De schutters
De schutterij was een steun voor het lokale gezag, omdat de officieren werden benoemd door het stadsbestuur. Om toe te treden tot de schutterij moest men in staat zijn de uitrusting te bekostigen: de aanschaf van een wapen en uniform. De vaandrig was vaak een ongetrouwde jongeman; de kapitein was niet altijd afkomstig uit de wijk. Het uitdienen van die periode bleek vaak een opstapje te zijn tot andere, belangrijke posten. Bij toerbeurt (één keer in de maand) liep de schutter wacht onder leiding van een officier. Het streven was dat op elke honderd inwoners er drie tot de schutterij zouden behoren. Doopsgezinden waren in de 16e, 17e en 18e eeuw uitgesloten van een functie in de schutterij en betaalden daarvoor dubbele belasting. Katholieken werden toegelaten tot de lagere regionen. Personen in dienst van de stad, zoals de predikant, de stadsmedicus, de schoolmeester, de koster en de bier- en turfdragers behoefden niet te dienen. Ook van joodse inwoners van de stad werd geen gebruik gemaakt. •
Uitvoering schutterstaken
De kanonnen konden rond 1600 niet vaker dan twee of drie keer per tien minuten worden afgevuurd. Werden ze namelijk te snel herladen, dan was de loop nog te heet van het vorige schot en bestond de kans dat het wapen zou ontploffen. Na elk schot was er een pauze om de inwendige mens te versterken. De vechtjassen namen dan een slok bier, want het water was in die tijd te vies om te drinken. Voor het operationeel houden van een batterij (groep) kanonnen was een hele schare mensen nodig. De kern van het geheel werd gevormd door de bemanningen van de kanonnen. Deze bemanningen moesten in open veld worden beschermd tegen aanvallen van ruiters en voetsoldaten. Daarvoor waren er de piekeniers met hun lansen van 5,5 meter. Verder waren er de vaandeldrager, de tamboer en de batterijcommandant. Elk kanon stond op een onderstel, affuit genoemd. Belegeringsaffuiten hadden grote wielen waardoor ze gemakkelijk te verplaatsen waren. Dit soort geschut had twee wielen en een zogenaamde grondschop aan de achterzijde om de terugloop tegen te gaan tijdens het vuren. Een schutterij had ook soms een rolpaard. Dit affuit heeft een viertal kleinere wielen en was aanvankelijk vooral op schepen te vinden. De terugloop van dit wapen werd tegengegaan door het eenvoudig met een flink touw vast te binden, bijvoorbeeld aan een boom of aan ringen in de stadswal. Later werd ook dit type op vestingwerken ingezet.
Bijlage 5
“Daar komen de schutters” door Koos Speenhoff
Daar komt de schutterij, Met vaandels en met pluimen. Zij lopen in de rij, Zij kauwen op d' r pruimen. Wat zijn ze in hun sas, ' t Is of hun neuzen krullen. Zij lopen in de pas, Als lieve, zoete knullen. (refrein) Daar komen de schutters, Zij lopen zich lam. De mannetjesputters, Van Rotterdam. O wat een geschitter, Wat maken ze lef. Dat komt van de bitter, En ' t plichtsbesef. De generaal die gromt, En geeft de vent een lijpie. Die op de vlakte komt, Met ' n sigaar of pijpie. Maar schutters zijn zo gaar, Ga ze niet koejeneren. Ze stoppen d' r sigaar, In d' loop van hun geweren.
(refrein) Wanneer de generaal, De troep gebiedt te zwijgen. Dan roept er een brutaal, Kijk jij maar naar je eigen. Jij kan, wat mij aangaat, Wel naar de donder lopen. Als jij zo' n toon aanslaat, Kom ' k nooit jouw kaas weer kopen. (refrein) De schutter is ' t beeld, Der Nederlandse natie. Maar dat ' m dat verveelt, Dat merk je aan zijn facie. Nooit heeft ' ie bloed vermorst, Liefst staat hij naast zijn wapen, Voor vaderland en vorst, Een uur of drie te gapen. (refrein)
Bijlage 6
Stedelijke bevolkingsgroepen
In opdracht van SenR en de Bestuursdienst van de Gemeente Rotterdam heeft het Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) een onderzoek uitgevoerd naar Rotterdammers in hun vrije tijd (Rijpma, De Graaf & De Vries, 2006). In dit rapport wordt tevens een hoofdstuk gewijd aan diverse stedelijke groepen en hun vrijetijdsbesteding. Hierin wordt gekeken naar welke groepen voor de stad geworven dan wel behouden moeten blijven. Dit kan interessant zijn in het kader van het nieuwe Nieuw Crooswijk. Hier komt immers een groot aantal nieuwe bewoners te wonen. Het genoemde rapport kan een globaal inzicht geven om te weten te komen welke groepen in het nieuwe Nieuw Crooswijk zullen komen wonen. In het rapport worden een viertal groepen Rotterdammers genoemd die voor het beleid extra van belang worden geacht. Het gaat om young potentials (jonge, hoogopgeleiden), young urban families (jonge gezinnen), de zilveren golf (ouderen) en de creatieve klasse (mensen met een creatief beroep). De exacte definiëring van deze groepen is nog onderwerp van discussie. De definiëring van de creatieve klasse is vooralsnog erg beperkt; deze is namelijk gebaseerd op een zeer globale aanduiding van het soort werk dat men doet. Er is enige overlap, sommige mensen maken deel uit van meer dan één groep. De creatieve klasse is in vergelijking met de andere groepen het meest actief als het gaat om cultuurparticipatie; ook scoren ze hoog bij bewegingsactiviteiten (sport, wandel- en fietstochten maken, bezoek aan parken en recreatiegebieden). De young urban potentials onderscheiden zich als het gaat om uitgaan; de zilveren golf als het gaat om maatschappelijke participatie. De groepen hebben alle andere wensen, maar gezamenlijk hebben ze een voorliefde voor stedelijkheid gemeenschappelijk. Ook zien zij de wijk (of woonomgeving) minder als mogelijkheid voor vrijetijdsbesteding, maar veel meer als een soort decor waarin ze wonen. Verwacht wordt dat bovengenoemde groepen alle vertegenwoordigd zullen zijn in het nieuwe Nieuw Crooswijk.
Bijlage 7
Mindmaps creatieve sessie
In deze bijlage zijn de mindmaps uit de creatieve sessie met de professionals opgenomen. Het woord of de woorden in de blokpijl vormen steeds het uitgangspunt voor de in de creatieve sessie genoemde sleutelwoorden (in de tabel). De vetgedrukte woorden zijn gebruikt bij het ontwikkelen van de activiteiten of zijn op een bepaalde manier verbonden met de activiteiten.
Identiteit
Belevingswereld
Groei
Natuur
Traditie
Bezieling
Groepsgevoel
Oorlog
Trots
Bier
Huisstijl
Oorsprong
TV
Bij gebrek aan beter
Jamin
Oud
Twijfel
Communisme
Jong
Overleven
Uitdrukken
Cultuur
Kleur
Privacy
Uniek
Erbij horen
Kopen
Rage
Vaardigheden
Familie
Logo
Schutterij
Vooroordeel
Geld
Luxe
Speenhoff
Water
Geloof
Mode
Sport
Wij/zij
Geschiedenis
Modewoord
Taal
Zelfverzekerd
Geslacht
Muziek
Talenten
Zoeken
Saamhorigheid
Afwerkplekken
Gedeeld verleden
Rampen
Afzetten tegen
Gedeelde toekomst
Respect
Bankjes
Gelijkheid
Sociaal Tegen de
Binnen
Gemeenschappelijke vijand
herstructurering
Boodschappendienst
Gemeenschapstuinen
Toernooien
Buiten
Gezamenlijk doel
Trots
Burgerlijk
Gezelligheid
Uniciteit
Centrum
Grijs
Vaandel
Deelnemen
Held
Vakbond
Delen
Herkenbaarheid
Vechtlust
Dezelfde kapper
Identiteit
Vluchtgedrag
Dingen samendoen
Jeugdcultuur
Voor elkaar
Dorpsgevoel
Leus
Voorbeeldfunctie
Eenheid
Lief zijn voor elkaar
Vrienden
schrijven
Logo
Vriendschap
Familie
Muziek
Wij/zij gevoel
Feestdagen
Ontmoetingsplekken
Woongroepen
Feesten
Oranje
Elkaar sollicitatiebrieven
Vechtlust
Eerlijkheid
Eigenzinnigheid
Assertief
Geloof
Overleven
Spelletjes
Bloedbroeders
Geslotenheid
Overtuigen
Sport
Boksen
Gevonden voorwerp
Persvrijheid
Standvastig
Cricket
Jeugdbendes
Pimpen
Taalvaardigheid
Hollander
Jules Deelder
Politie
Tattoo' s
Delen
Koppig
Protesteren
Trots
Doelgericht
Leed
Rappen
Uitgesproken mening
Don Quichot
Marokkanen
Rechtvaardig
Verlies
Doorzettingsvermogen
Mode / kleding
Rennen
Waarden en normen
Eigen weg gaan
Neutraal
Ruzie
Weerstand
Eigenwijs
Onrechtvaardig
Schrijven
Wijktheater
Experimenteren
Open vizier
Scouting
Zeemanshart
De Vliegende
Sport en
Kernwaarden
Recreatie
Crooswijk Activiteiten / ideeën
Aandacht
Grafschennis
Overleven
Stimuleren
Anders
Groot
Partners
Survival op de Rotte
Horizontale Armoede
programmering
Passend
Tamboer
Behoudzucht
Informeren
Passie
Uitstraling
Beleven
Kansen
Plezier
Uitvoeren
Bezuinigen
Kennis
Politiek
Uniek
Boksen
Kinderen
Praktisch
Veranderen
Chaotisch
Kneuterig
Profileren
Verkenning
Clusteren
Knus
Publiciteit
Verknipt
Continuïteit
Kortlevig
Raak
Versnipperd
Croosbootrace
Laf
Rotte
Volks
Digitale snelweg
Lijf
Rottespringen
Voor de deur
Doen
Met lef
Samenwerken
Vernieuwend
Eenzijdig
Met z’n allen
Schuttersveld
Vrije tijd
Energie
Motivatie
Scouting
Water
Flexibiliteit
Nodig
Spannend
Wedstrijden
Gebrek
Ontmoeting
Speelplek
Wij-gevoel
Geld
Overbruggend
Sport
Zerkensjees
Onderwerp Titel Naam Opdrachtgever Jaartal
: Een onderzoek naar belevenissen op basis van het DNA van een wijk. : Crooswijk, erf(T)goed! Een onderzoek naar belevenissen op basis van het DNA van Crooswijk. : Lisette Tanis : Sport en Recreatie (gemeente Rotterdam) : 2006
Sport en Recreatie (in het navolgende: SenR) wil inspelen op de ontwikkeling ‘meedoen aan belevenissen’. SenR wil ten aanzien hiervan onderzocht hebben hoe zij kan inspelen op de belevenismaatschappij. Zij wil betekenissen van wijken vertalen naar activiteiten (belevenissen) die de betreffende wijken recreatief en/of toeristisch op de kaart zetten. Het afstudeeronderzoek is gericht op het ontwikkelen van onderscheidende activiteiten, die een memorabele belevenis vormen, en dus verrassend en eventueel identiteitsverfrissend zijn, voor de Rotterdamse wijk Crooswijk. Aan de hand van dit onderzoek kan SenR in de toekomst zelf werken aan het creëren van memorabele belevenissen voor andere wijken in Rotterdam. Voor het onderzoek is de volgende doelstelling geformuleerd: “Inzicht verkrijgen in het DNA (het eigene, de ziel) van Crooswijk en de daaruit voortvloeiende kernwaarden die karakteristiek zijn voor Crooswijk, teneinde een concept te ontwikkelen dat resulteert in memorabele belevenissen (onderscheidende activiteiten) voor de wijk, die in eerste instantie de bewoners aanspreekt en eventueel ook bezoekers van buitenaf trekt.” Bij dit onderzoek gaat het om een DNA-search. Er wordt op zoek gegaan naar de ziel van de wijk, welke het DNA vormt. Hieruit vloeien vervolgens een aantal kernwaarden voort, welke de basis vormen voor een te ontwikkelen concept. Het concept vormt de paraplu voor de belevenissen (onderscheidende activiteiten). Gekozen is om dit onderzoek uit te voeren aan de hand van imagineering, omdat dit veelal verrassende en sterke concepten oplevert. Het DNA van Crooswijk is geformuleerd in een aantal kernwaarden, te weten: Authenticiteit, betrokkenheid, dorps(gevoel), eigenzinnigheid, eerlijkheid, gemoedelijkheid, saamhorigheid, trots en vechtlust (allen gebaseerd op het karakteristieke van het vroegere Crooswijk, omdat authenticiteit het sleutelwoord is voor het ontwikkelen van belevenissen). Deze kernwaarden zijn geclusterd en zo ontstonden de brands: ‘Crooswijk, een solidaire wijk’, ‘Crooswijk, een vertrouwde en geborgen wijk’ en ‘Crooswijk, een wijk met lef’. De visie is als het volgt geformuleerd: “Vanuit de heartbeat van de wijk moeten onderscheidende activiteiten worden ontwikkeld die het karakteristieke van Crooswijk op een moderne en/of verfrissende manier naar boven haalt en hiermee zowel de huidige als de nieuwe bewoners aanspreekt.” Het concept voor Crooswijk luidt: ‘Crooswijk, erf(T)goed!’. Dit concept heeft een ‘dubbele’ betekenis. Het slaat op het (culturele) erfgoed van Crooswijk. Dit houdt in dat het verleden van Crooswijk waardevol is en moet worden bewaard voor de toekomst. Tevens slaat dit concept op het feit dat de bewoners die in Crooswijk wonen (of gaan wonen) ‘goed erven’. Zij erven het bijzondere verleden van Crooswijk en dat is iets om trots op te zijn. Uit het concept zijn de volgende belevenissen ontwikkeld: “De schatten van Crooswijk” Verhalenroute “Het erfgoed van Crooswijk”: een verhalenroute langs historierijke plekken. Slooppandentocht “Crooswijk vertelt”: een tocht langs slooppanden met een bijzonder verhaal. “Expeditie schatkist”: een schatkist met verhalen en herinneringen aan het oude Crooswijk.
•
•
•
•
“Eigenzinnig Crooswijk” “Voetbal met lef”: panna-voetbal en panna-voetbal-toernooi gebaseerd op de kernwaarden eerlijkheid, eigenzinnigheid en vechtlust. “De straatcultuur van Crooswijk”: de urban lifestyle van jongeren die aansluit op de kernwaarden van Crooswijk. “Levende geschiedenis in Crooswijk” “Daar komen de schutters”: met behulp van levende geschiedenis wordt de schutterij ‘teruggebracht’ in Crooswijk. “Crooswijkers laten zich niet slopen” “De vechtlust van The Dutch Windmill”: een boksevenement dat inspeelt op de vechtlust van Bep van Klaveren.
Bijlage 1
Topiclijst diepte-interview
Vragen vooraf (alleen bewoners) •
Bent u een geboren Crooswijker?
•
Zo niet, waar bent u dan geboren en hoelang woont u hier al?
•
Voelt u zich een ‘echte’ Crooswijker?
•
Identiteit van Crooswijk. Imago van Crooswijk. Beleving van de wijk door bewoners. Karakter van de wijk. Leefbaarheid van de wijk. Sfeer in de wijk. Verschillen Oud- en Nieuw Crooswijk. Als Crooswijk er morgen niet meer was, wat zou Rotterdam dan missen? Waarin onderscheidt Crooswijk zich van andere wijken in Rotterdam?
•
Kernwaarden en kenmerkend Crooswijk. Kenmerkend voor Crooswijkers. Kenmerkend voor Crooswijk. Kernwaarden van de wijk (en haar bewoners).
•
Unique Selling Points (USP’s) Crooswijk.
•
Bewoners. Karaktereigenschappen van Crooswijkers. Het Crooswijkgevoel. Mentaliteit van Crooswijkers.
•
Veranderingen en ontwikkelingen in de wijk.
•
Herstructurering Nieuw Crooswijk.
Bijlage 2
Respondenten diepte-interviews
Naam respondent
Type respondent
Geboren in Crooswijk
Anoniem 1
Buurtbewoner.
Ja.
Anoniem 2
Buurtbewoonster.
Ja.
Anoniem 3
Buurtbewoner.
Ja.
Anoniem 4
Buurtbewoonster
Nee, maar woont er sinds
Bewoners
haar trouwen. Voelt zich wel een echte Crooswijkse. Mevr. J. Bonte
Buurtbewoonster.
Nee, maar kwam al op zeer jonge leeftijd in Crooswijk. Na haar trouwen ging ze in Crooswijk wonen.
Mevr. M. van Hengel
Buurtbewoonster, medewerkster
Nee, maar woont al 47
tapijthandel, was deelraadslid voor
jaar in Crooswijk. Voelt
Leefbaar Kralingen-Crooswijk, zit in
zich ook een echte
veel commissies voor Crooswijk en
Crooswijkse.
doet vrijwilligerswerk. Mevr. R. Hoogstraten
Buurtbewoonster.
Ja en voelt zich ook een echte Crooswijkse.
Mevr. H.A. Koedam
Buurtbewoonster, activiste, FBNC1,
Nee, maar voelt zich een
eigenares tabakswinkel in Nieuw
echte Crooswijkse.
Crooswijk. Dhr. T. Krijgsman
Vroegere buurtbewoner.
Ja en voelt zich nog steeds een Crooswijker.
Mevr. S. Krijgsmam Mevr. Ophorst
1
Vroegere buurtbewoonster, raadslid
Nee, maar voelt zich nog
PVDA Kralingen-Crooswijk.
steeds een Crooswijkse.
Buurtbewoonster.
Nee.
De Federatie Bewonerscomités Nieuw Crooswijk (FBNC) is het in mei 2004 opgerichte samenwerkingsverband van zeven
bewonerscomités in Nieuw Crooswijk. Zij werd opgericht om het verzet te bundelen van de Nieuw Crooswijkers tegen de voorgenomen grootschalige reconstructie van de wijk.
Mevr. A. Paerel
Buurtbewoonster (was eigenares van
Nee, maar voelt zich wel
een café in Crooswijk,
verbonden met de wijk.
initiatiefneemster van de Snerttram). Mevr. Y. Regeer
Jarenlang buurtbewoonster geweest,
Nee.
sinds kort verhuist i.v.m. herstructurering. Mevr. T. van de Sluis
Buurtbewoonster.
Nee, maar woont al 25 jaar in Crooswijk en voelt zich ook een echte Crooswijkse.
Mevr. S. Weijgertse
Buurtbewoonster en activiste. Doet
Nee, maar voelt zich een
heel veel voor de wijk en haar
echte Crooswijkse.
bewoners. Is in de wijk een aanspreekpunt voor velen. Professionals in de wijk Mevr. M. van Asseldonk
Cultuurscout Kralingen-Crooswijk.
n.v.t.
Dhr. R. de Brabander
Lectoraat Dynamiek van de stad (ook
n.v.t.
bezig met een onderzoek naar de identiteit van Crooswijk). Mevr. H. Breuker
Kunstenares (o.a. het project
n.v.t.
‘Crooswijk, aan tafel!’) Mevr. C. den Hartog
Locatiemanager wijktheater De
n.v.t.
Tamboer (wijkaccommodatie, Kralingen-Crooswijk) tot april 2006. Dhr. F. Hordijk
Medewerker wijktheater De Tamboer.
n.v.t.
Vanaf april 2006 locatiemanager.
2
Mevr. A. van Otterloo
Kunstproject Dwaallicht2.
n.v.t.
Mevr. H. Oude Brunink
Communicatie OCNC.
n.v.t.
Mevr. W. Pot
Buurtwinkel3 (opbouwwerkster).
n.v.t.
Kunstproject Dwaallicht: Speurtocht door Nieuw Crooswijk naar de banden, verbindingen en de relaties binnen de wijk en
haar bewoners. 3
In het kader van het leefbaarheidsprogramma voor Nieuw Crooswijk is de Buurtwinkel opgericht. Hier kan een ieder
binnenlopen voor vragen, problemen of gewoon voor een gezellig praatje.
Mevr. M. Sandifort
Buurtwinkel (projectcoördinator van
n.v.t.
het leefbaarheidsprogramma). Dhr. K. Zoundri
Ambulant jongerenwerker verbonden
n.v.t.
4
aan Cascade . Overig Dhr. F. van Genne
Lector Vastgoed Hanzehogeschool
n.v.t.
Groningen (gastspreker aan de NHTV met als onderwerp “Wonen in een verhaal”. Een gastcollege over vastgoed en de identiteit van een gebied). Mevr. W. Lamoré
Belevenisbibliotheek (KralingenCrooswijk).
4
Cascade is een brede welzijnsorganisatie.
n.v.t.
Bijlage 3
Namenlijst professionals creatieve sessie
Naam
‘Werkgebied’
Mevr. M. van Asseldonk
Cultuurscout Kralingen-Crooswijk.
Dhr. E.A.H. Deckers
Rayonleider rayon Charlois, Hoogvliet en Pernis (rayon 4).
Dhr. J.L. van Herpen
Medewerker wijkrecreatie.
Dhr. G.A.M. van der Linden
Beleidsadviseur strategie.
Dhr. E.J. Niemeijer
Productspecialist wijkrecreatie.
Dhr. W.J. Onck
Projectleider natuur en milieu Feijenoord.
Dhr. S.M. Rovers
Rayonleider Noord, Overschie, Hillegersberg Schiebroek, Hoek van Holland (rayon 2) en oprichter van de belevenis-bibliotheek.
Dhr. G.J. de Vink
Docent imagineering, concept- en productontwikkeling, bestemmingsmarketing; groepslid van de Imagineering Academy.
Dhr. O.K. Willems
Projectleider sportstimulering KralingenCrooswijk.
Mevr. J.M.E. Wulffraat
Rayonleider natuur en milieu KralingenCrooswijk en Prins Alexander (rayon 1).
Bijlage 4
De schutterij
Het woord schutteren is afgeleid van het woord beschutteren oftewel beschermen. •
De schutters
De schutterij was een steun voor het lokale gezag, omdat de officieren werden benoemd door het stadsbestuur. Om toe te treden tot de schutterij moest men in staat zijn de uitrusting te bekostigen: de aanschaf van een wapen en uniform. De vaandrig was vaak een ongetrouwde jongeman; de kapitein was niet altijd afkomstig uit de wijk. Het uitdienen van die periode bleek vaak een opstapje te zijn tot andere, belangrijke posten. Bij toerbeurt (één keer in de maand) liep de schutter wacht onder leiding van een officier. Het streven was dat op elke honderd inwoners er drie tot de schutterij zouden behoren. Doopsgezinden waren in de 16e, 17e en 18e eeuw uitgesloten van een functie in de schutterij en betaalden daarvoor dubbele belasting. Katholieken werden toegelaten tot de lagere regionen. Personen in dienst van de stad, zoals de predikant, de stadsmedicus, de schoolmeester, de koster en de bier- en turfdragers behoefden niet te dienen. Ook van joodse inwoners van de stad werd geen gebruik gemaakt. •
Uitvoering schutterstaken
De kanonnen konden rond 1600 niet vaker dan twee of drie keer per tien minuten worden afgevuurd. Werden ze namelijk te snel herladen, dan was de loop nog te heet van het vorige schot en bestond de kans dat het wapen zou ontploffen. Na elk schot was er een pauze om de inwendige mens te versterken. De vechtjassen namen dan een slok bier, want het water was in die tijd te vies om te drinken. Voor het operationeel houden van een batterij (groep) kanonnen was een hele schare mensen nodig. De kern van het geheel werd gevormd door de bemanningen van de kanonnen. Deze bemanningen moesten in open veld worden beschermd tegen aanvallen van ruiters en voetsoldaten. Daarvoor waren er de piekeniers met hun lansen van 5,5 meter. Verder waren er de vaandeldrager, de tamboer en de batterijcommandant. Elk kanon stond op een onderstel, affuit genoemd. Belegeringsaffuiten hadden grote wielen waardoor ze gemakkelijk te verplaatsen waren. Dit soort geschut had twee wielen en een zogenaamde grondschop aan de achterzijde om de terugloop tegen te gaan tijdens het vuren. Een schutterij had ook soms een rolpaard. Dit affuit heeft een viertal kleinere wielen en was aanvankelijk vooral op schepen te vinden. De terugloop van dit wapen werd tegengegaan door het eenvoudig met een flink touw vast te binden, bijvoorbeeld aan een boom of aan ringen in de stadswal. Later werd ook dit type op vestingwerken ingezet.
Bijlage 5
“Daar komen de schutters” door Koos Speenhoff
Daar komt de schutterij, Met vaandels en met pluimen. Zij lopen in de rij, Zij kauwen op d' r pruimen. Wat zijn ze in hun sas, ' t Is of hun neuzen krullen. Zij lopen in de pas, Als lieve, zoete knullen. (refrein) Daar komen de schutters, Zij lopen zich lam. De mannetjesputters, Van Rotterdam. O wat een geschitter, Wat maken ze lef. Dat komt van de bitter, En ' t plichtsbesef. De generaal die gromt, En geeft de vent een lijpie. Die op de vlakte komt, Met ' n sigaar of pijpie. Maar schutters zijn zo gaar, Ga ze niet koejeneren. Ze stoppen d' r sigaar, In d' loop van hun geweren.
(refrein) Wanneer de generaal, De troep gebiedt te zwijgen. Dan roept er een brutaal, Kijk jij maar naar je eigen. Jij kan, wat mij aangaat, Wel naar de donder lopen. Als jij zo' n toon aanslaat, Kom ' k nooit jouw kaas weer kopen. (refrein) De schutter is ' t beeld, Der Nederlandse natie. Maar dat ' m dat verveelt, Dat merk je aan zijn facie. Nooit heeft ' ie bloed vermorst, Liefst staat hij naast zijn wapen, Voor vaderland en vorst, Een uur of drie te gapen. (refrein)
Bijlage 6
Stedelijke bevolkingsgroepen
In opdracht van SenR en de Bestuursdienst van de Gemeente Rotterdam heeft het Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) een onderzoek uitgevoerd naar Rotterdammers in hun vrije tijd (Rijpma, De Graaf & De Vries, 2006). In dit rapport wordt tevens een hoofdstuk gewijd aan diverse stedelijke groepen en hun vrijetijdsbesteding. Hierin wordt gekeken naar welke groepen voor de stad geworven dan wel behouden moeten blijven. Dit kan interessant zijn in het kader van het nieuwe Nieuw Crooswijk. Hier komt immers een groot aantal nieuwe bewoners te wonen. Het genoemde rapport kan een globaal inzicht geven om te weten te komen welke groepen in het nieuwe Nieuw Crooswijk zullen komen wonen. In het rapport worden een viertal groepen Rotterdammers genoemd die voor het beleid extra van belang worden geacht. Het gaat om young potentials (jonge, hoogopgeleiden), young urban families (jonge gezinnen), de zilveren golf (ouderen) en de creatieve klasse (mensen met een creatief beroep). De exacte definiëring van deze groepen is nog onderwerp van discussie. De definiëring van de creatieve klasse is vooralsnog erg beperkt; deze is namelijk gebaseerd op een zeer globale aanduiding van het soort werk dat men doet. Er is enige overlap, sommige mensen maken deel uit van meer dan één groep. De creatieve klasse is in vergelijking met de andere groepen het meest actief als het gaat om cultuurparticipatie; ook scoren ze hoog bij bewegingsactiviteiten (sport, wandel- en fietstochten maken, bezoek aan parken en recreatiegebieden). De young urban potentials onderscheiden zich als het gaat om uitgaan; de zilveren golf als het gaat om maatschappelijke participatie. De groepen hebben alle andere wensen, maar gezamenlijk hebben ze een voorliefde voor stedelijkheid gemeenschappelijk. Ook zien zij de wijk (of woonomgeving) minder als mogelijkheid voor vrijetijdsbesteding, maar veel meer als een soort decor waarin ze wonen. Verwacht wordt dat bovengenoemde groepen alle vertegenwoordigd zullen zijn in het nieuwe Nieuw Crooswijk.
Bijlage 7
Mindmaps creatieve sessie
In deze bijlage zijn de mindmaps uit de creatieve sessie met de professionals opgenomen. Het woord of de woorden in de blokpijl vormen steeds het uitgangspunt voor de in de creatieve sessie genoemde sleutelwoorden (in de tabel). De vetgedrukte woorden zijn gebruikt bij het ontwikkelen van de activiteiten of zijn op een bepaalde manier verbonden met de activiteiten.
Identiteit
Belevingswereld
Groei
Natuur
Traditie
Bezieling
Groepsgevoel
Oorlog
Trots
Bier
Huisstijl
Oorsprong
TV
Bij gebrek aan beter
Jamin
Oud
Twijfel
Communisme
Jong
Overleven
Uitdrukken
Cultuur
Kleur
Privacy
Uniek
Erbij horen
Kopen
Rage
Vaardigheden
Familie
Logo
Schutterij
Vooroordeel
Geld
Luxe
Speenhoff
Water
Geloof
Mode
Sport
Wij/zij
Geschiedenis
Modewoord
Taal
Zelfverzekerd
Geslacht
Muziek
Talenten
Zoeken
Saamhorigheid
Afwerkplekken
Gedeeld verleden
Rampen
Afzetten tegen
Gedeelde toekomst
Respect
Bankjes
Gelijkheid
Sociaal Tegen de
Binnen
Gemeenschappelijke vijand
herstructurering
Boodschappendienst
Gemeenschapstuinen
Toernooien
Buiten
Gezamenlijk doel
Trots
Burgerlijk
Gezelligheid
Uniciteit
Centrum
Grijs
Vaandel
Deelnemen
Held
Vakbond
Delen
Herkenbaarheid
Vechtlust
Dezelfde kapper
Identiteit
Vluchtgedrag
Dingen samendoen
Jeugdcultuur
Voor elkaar
Dorpsgevoel
Leus
Voorbeeldfunctie
Eenheid
Lief zijn voor elkaar
Vrienden
schrijven
Logo
Vriendschap
Familie
Muziek
Wij/zij gevoel
Feestdagen
Ontmoetingsplekken
Woongroepen
Feesten
Oranje
Elkaar sollicitatiebrieven
Vechtlust
Eerlijkheid
Eigenzinnigheid
Assertief
Geloof
Overleven
Spelletjes
Bloedbroeders
Geslotenheid
Overtuigen
Sport
Boksen
Gevonden voorwerp
Persvrijheid
Standvastig
Cricket
Jeugdbendes
Pimpen
Taalvaardigheid
Hollander
Jules Deelder
Politie
Tattoo' s
Delen
Koppig
Protesteren
Trots
Doelgericht
Leed
Rappen
Uitgesproken mening
Don Quichot
Marokkanen
Rechtvaardig
Verlies
Doorzettingsvermogen
Mode / kleding
Rennen
Waarden en normen
Eigen weg gaan
Neutraal
Ruzie
Weerstand
Eigenwijs
Onrechtvaardig
Schrijven
Wijktheater
Experimenteren
Open vizier
Scouting
Zeemanshart
De Vliegende
Sport en
Kernwaarden
Recreatie
Crooswijk Activiteiten / ideeën
Aandacht
Grafschennis
Overleven
Stimuleren
Anders
Groot
Partners
Survival op de Rotte
Horizontale Armoede
programmering
Passend
Tamboer
Behoudzucht
Informeren
Passie
Uitstraling
Beleven
Kansen
Plezier
Uitvoeren
Bezuinigen
Kennis
Politiek
Uniek
Boksen
Kinderen
Praktisch
Veranderen
Chaotisch
Kneuterig
Profileren
Verkenning
Clusteren
Knus
Publiciteit
Verknipt
Continuïteit
Kortlevig
Raak
Versnipperd
Croosbootrace
Laf
Rotte
Volks
Digitale snelweg
Lijf
Rottespringen
Voor de deur
Doen
Met lef
Samenwerken
Vernieuwend
Eenzijdig
Met z’n allen
Schuttersveld
Vrije tijd
Energie
Motivatie
Scouting
Water
Flexibiliteit
Nodig
Spannend
Wedstrijden
Gebrek
Ontmoeting
Speelplek
Wij-gevoel
Geld
Overbruggend
Sport
Zerkensjees