crisissituatie? hoe bereid je je voor?
crisissituatie? hoe bereid je je voor?
crisishandboek
noodzakelijkplan
inleiding Als zelfstandige onthaalouder maak je elke dag werk van een veilige opvang. Toch kan ook jij geconfronteerd worden met een crisis in je opvang: een baby sterft in zijn slaap, een kind loopt weg, er breekt brand uit, … Een crisis komt altijd onverwacht. Het brengt chaos en stress met zich mee. Je kan niet voorspellen hoe je zal reageren. Misschien hou je het hoofd koel en ga je onmiddellijk tot actie over. Het kan ook zijn dat je in paniek geraakt en niet weet wat je moet doen, of dat je stil valt en geen hulp meer kan bieden. Al deze reacties zijn menselijk. Het is absoluut noodzakelijk om je voor te bereiden op mogelijke crisissituaties. Dat doe je op verschillende manieren, die op de volgende bladzijden opgesomd worden.
1
2
crisishandboek
noodzakelijkplan
1. Volg een basisopleiding reanimatie ρρ Als een kind in levensgevaar verkeert, moet je onmiddellijk de juiste levensreddende technieken toepassen, in afwachting van gespecialiseerde hulp. Je kan dat pas doen als je een basisopleiding reanimatie gevolgd hebt. ρρ Als zelfstandige onthaalouder moet je dat verplicht doen bij een organisatie die door Kind en Gezin bevoegd bevonden is. Tijdens de opleiding, die minimaal drie uur duurt, oefen je de levensreddende technieken op een pop. Na afloop van de basisopleiding krijg je een attest. Dat attest is drie jaar geldig. Je moet de basisopleiding reanimatie dus om de drie jaar opnieuw volgen. ρρ Als bijlage bij dit Crisishandboek vind je een affiche waarop de technieken visueel worden voorgesteld. Hang deze affiche duidelijk zichtbaar in je opvang. Op die manier kan ze als geheugensteun dienen.
2. Maak afspraken over hulp in je onmiddellijke buurt ρρ Als zelfstandige onthaalouder is het belangrijk dat je (minstens één) iemand in je onmiddellijke buurt hebt, waar je in geval van nood kunt op rekenen. Dit kan een buur zijn, een vriend(in) of een familielid. Zorg dat je deze persoon gemakkelijk kunt bereiken. Hij of zij moet bij voorkeur onmiddellijk ter plaatse kunnen komen wanneer zich een crisis voordoet. ρρ Praat vooraf met deze persoon over mogelijke crisissituaties en de manier waarop jullie hiermee kunnen omgaan. Alle informatie in dit document is ook nuttig voor de persoon die je zal bijstaan.
3. Maak een evacuatieplan op ρρ Bij een crisis zoals brand of explosiegevaar moet je je huis onmiddellijk kunnen ontruimen. Denk erover na langs welke wegen en op welke manieren je de kinderen kan evacueren. Maak een evacuatieplan op. Hou daarbij rekening met verschillende scenario’s: bv. wat doe je als de trap in brand staat? Vraag eventueel advies aan de lokale brandweer.
crisishandboek
noodzakelijkplan
ρρ Ga na waar je de kinderen veilig kan onderbrengen, bv. bij een onthaalouder of in een opvangvoorziening in je buurt, bij de overburen, in een school, in de gemeentelijke feestzaal, … Maak daar vooraf duidelijke afspraken over met de betrokken personen. In het Crisishandboek vind je een formulier voor naamafroeping op deze verzamelplaats.
4. Werk crisisprocedures uit ρρ Als zelfstandige onthaalouder ben je verplicht om over crisisprocedures te beschikken. ρρ In een crisisprocedure leg je de opeenvolgende stappen vast die je moet nemen bij een crisis. Het is een houvast. Het biedt je de zekerheid dat je geen belangrijke dingen over het hoofd ziet. ρρ Om je op weg te helpen heeft Kind en Gezin vijf modelprocedures uitgewerkt voor mogelijke crisissen in de opvang. Je vindt deze modelprocedures als onderdeel van het Crisishandboek: 1) algemeen 2) levensbedreigende situatie 3) kind zoek of verdwenen 4) overmacht 5) vermoeden van kindermishandeling door iemand in je eigen onthaalgezin
ρρ Je kan deze modellen van crisisprocedures gebruiken in je opvang. Stel je de procedures liever zelf op, dan kan dat ook. De modellen kunnen je daarbij inspireren. ρρ Lees alle crisisprocedures regelmatig na, ook als je ze (nog) niet in de praktijk hebt moeten brengen. Vraag ook aan de persoon die je bijstaat in geval van nood om dat te doen. Als je vindt dat een wijziging in de procedure nodig is, werk ze dan bij.
5. Hang een lijst met noodnummers op ρρ Hang bij elk telefoontoestel in je huis een lijst met noodnummers op.
6. Hou een aanwezigheidsregister bij ρρ Als zelfstandige onthaalouder moet je op elk moment van de dag weten wie aanwezig is in je opvang. Hou dit nauwgezet bij. In het Crisishandboek vind je een aanwezigheidsregister (onderdeel Modelfiches).
3
4
crisishandboek
noodzakelijkplan
7.
Hou de inlichtingenfiches 8. Wees zelf van de kinderen en eventuele vlot bereikbaar medewerkers binnen ρρ Zorg dat je altijd telefonisch bereikbaar bent handbereik
ρρ Als zelfstandige onthaalouder ben je verplicht om van elk kind dat je opvangt een inlichtingenfiche te hebben. Bewaar die fiche bij voorkeur in de buurt van je telefoontoestel. Zo heb je nuttige informatie - zoals het telefoonnummer van de ouders - onmiddellijk bij de hand. Heb je een medewerker die af en toe een handje toesteekt in je opvang, dan bewaar je best ook zijn/haar inlichtingenfiche. Je vindt een printbaar voorbeeld van de inlichtingenfiches op de website van Kind en Gezin. In het Crisishandboek is er ruimte opengelaten om de inlichtingenfiches te verzamelen (onderdeel Modelfiches).
tijdens de openingsuren van je opvang. Probeer ook maximaal telefonisch bereikbaar te zijn buiten de openingsuren. Zo kunnen ouders contact met jou opnemen wanneer zich een crisis voordoet.
ρρ Maak vooraf duidelijke afspraken om misbruik te voorkomen. Het is niet de bedoeling dat je ’s avonds wordt opgebeld omdat een kind zijn knuffel is vergeten. Maar als tijdens het weekend bv. een hersenvliesontsteking wordt vastgesteld bij een opvangkind, is het wél belangrijk dat jij onmiddellijk de nodige maatregelen kan treffen. ρρ Maken sommige ouders toch misbruik, deel dan duidelijk mee dat dit echt niet kan.
9. Hou een crisisboekje bij ρρ Noteer al je contacten tijdens een crisis. Schrijf op wanneer je met wie gebeld of overlegd hebt. Noteer in enkele zinnen de afspraken
crisishandboek
noodzakelijkplan
die je gemaakt hebt. Het crisisboekje is op die manier een handige geheugensteun voor jezelf. Ook beschik je dan na afloop over een ruwe versie van een verslag. Kind en Gezin zal deze informatie opvragen ter opvolging van het gevaarsdossier. In het Crisishandboek vind je een blanco crisisboekje.
10. Zorg tijdens en na de crisis voor jezelf en de anderen ρρ Een crisis is erg confronterend voor alle betrokkenen. Voor de verwerking is het belangrijk om er over te praten. Probeer een luisterend oor te bieden aan het slachtoffer, zijn ouders en de andere betrokkenen.
ρρ Ga vooraf na bij welke arts, welke psycholoog, … je terecht kan. Je kan ook Tele-Onthaal bellen voor een gesprek met een vrijwilliger. Dit kan anoniem, 24 u per dag. Verwijs de betrokkenen door als dat nodig is. ρρ Blijf aandacht hebben voor deze zorg, ook in de weken en maanden na de crisis. De betrokkenen stellen het meestal op prijs als je nog eens informeert naar hun gezondheidstoestand en naar hun emotionele beleving van de crisis.
Tot slot: het recht op blauwe plekken
ρρ Praat ook over je eigen emoties met personen die je vertrouwt.
ρρ Hoewel je als zelfstandige onthaalouder de veiligheid van de kinderen moet garanderen, kan een ongelukje tijdens het spelen nooit uitgesloten worden. Het is niet nodig om een crisisprocedure op te starten voor kleine letsels waarvoor een duidelijke verklaring kan worden gegeven. Voorbeelden: een schaafwonde, een buil, een snee, een blauwe plek, een verstuikte enkel, een gebroken arm, een geplette vinger.
ρρ Soms is dat echter niet genoeg en moeten jij, de ouders of andere betrokkenen een beroep doen op deskundige hulp, zoals bv. een psycholoog, een arts of een andere hulpverlener.
ρρ Je doet er wel goed aan een basisopleiding EHBO te volgen, zodat je hulp kan bieden aan de kinderen. Volg deze opleiding regelmatig opnieuw, minstens om de 3 jaar.
ρρ Als het slachtoffer overleden is, kan je bv. aan de ouders voorstellen om de rouwplechtigheid mee voor te bereiden. Doe dat alleen als je het zelf wil en als je er klaar voor bent.
5
crisishandboek
09/2009
www.kindengezin.be
ZOO
Kind en Gezin Hallepoortlaan 27 1060 BRUSSEL Kind en Gezin-Lijn: 078 150 100 (nationaal tarief)
Verantwoordelijke uitgever: Kind en Gezin, Katrien Verhegge, administrateur-generaal - Vlaams agentschap
noodzakelijkplan
D/2009/4112/9
6