Cornelis van Eesteren en Nunspeet Mothoek 2015-3, met een naschrift uit oktober 2015 Ad Sulman, Kees de Kovel, Peter Kwant Onlangs was er een dubbeltentoonstelling in het Van Eesteren museum in Amsterdam en in het Huis van Zessen in Alblasserdam over het werk van Cornelis van Eesteren. Omdat deze architect en stedenbouwkundige ook in Nunspeet heeft gewerkt, kwamen er vragen deze kant uit. Antwoorden waren niet uit voorraad leverbaar, maar het leverde een leuk onderzoekje op. Daarvan doen we hierbij verslag. Niet alle vragen zijn beantwoord, maar daar komen we vanzelf op en misschien is er een lezer die meer weet. Cornelis van Eesteren werd geboren in Alblasserdam op 4 juli 1897 en hij is ook in Alblasserdam overleden, op 21 februari 1988. Hij was de oudste zoon van de aannemer Balten van Eesteren, directeur van het aannemersbedrijf Boele & Van Eesteren. Cornelis van Eesteren was als oudste zoon voorbestemd om ook aannemer te worden en leerde het vak van onderaf. Hij begon zijn loopbaan als timmerman, bouwopzichter en tekenaar in het bouw-‐ en timmerbedrijf van zijn vader. In 1914 begon hij een opleiding aan de Academie van Beeldende kunsten en Technische Wetenschappen in Rotterdam, niet om architect te worden, maar om architecten, zijn toekomstige klanten, te leren kennen en vertrouwd te raken met het ontwerpproces. In 1917 voltooide hij zijn opleiding. Hij was werkzaam bij Willem Kromhout, die zijn interesse wekte in de architectuur. Daarom koos Cornelis van Eesteren ervoor om architect te worden in plaats van aannemer. Hij werkte in de architectenmaatschap van Albert Otten en W.F. Overeynder onder Jan Wils. Cornelis van Eesteren werd later vooral bekend als stedenbouwkundige. Maatschappelijke problemen wilde hij ruimtelijk oplossen. Hij liet de vorm ontstaan naar aanleiding van het probleem, functionalisme in de stedenbouw. Cornelis van Eesteren paste het later toe als stedenbouwkundige in de Westelijke Tuinsteden, het huidige Amsterdam Nieuw-‐West. Terug naar de jonge van Eesteren. Het Huis van Zessen aan de Kinderdijk in Alblasserdam ontwierp hij in 1923, hij was toen 26 jaar, samen met Theo van Doesburg. Ze hadden elkaar ontmoet tijdens Van Eesterens reis door Europa nadat hij de Prix de Rome gewonnen had. Tijdens deze reis leerde Cornelis van Eesteren de kopstukken van de Europese avant-‐garde en De Stijl kennen. De Stijl was een beweging van kunstenaars en architecten die streefde naar eenvoud van vorm en kleurgebruik. In de schilderkunst komen we De Stijl tegen bij Piet Mondriaan. Het Huis van Zessen in Alblasserdam is een voorbeeld van De Stijl in de architectuur. Cornelis van Eesteren ontwierp in 1926 een huis in Nunspeet voor het echtpaar Schnepper. Na de pensionering van de heer Schnepper als hoofd van het Parket bij de Hoge Raad in Den Haag, ging het echtpaar in Nunspeet wonen. Zij kochten een stuk grond aan de Eperweg van Maatschappij De Veluwe en Cornelis van Eesteren ontwierp daarop een huis voor hen. Van Eesteren kon niet zo vaak naar Nunspeet komen om toezicht te houden en dus werd als eis gesteld om er bij de keuze van materialen rekening mee te houden dat lokale bouwers zonder veel toezicht zouden werken. De aanvraag van de bouwvergunning, voorzien van de
bestektekening uit 1926, is aanwezig in het Streekarchivariaat Noordwest-‐Veluwe in het gemeentehuis in Nunspeet. Kennelijk was Van Eesteren best tevreden over het bereikte resultaat, want over het project verscheen na voltooiing een artikel in de Internationale Revue en zo kwamen we aan de bijgaande foto.
Over de bewoners van het huis op de hoek van de Eperweg en het Berkenlaantje. hebben we kennis geput uit de digitale krantenverzameling van het Streekarchivariaat. De eerste bewoners, de heer en mevrouw Schnepper, komen we tegen in het culturele leven van de jaren dertig in Nunspeet. Zij gaf pianolessen en maakte muziek en hij schilderde en zat in besturen. Bij tentoonstellingen van plaatselijke schilders en beeldhouwers in De Roskam aan de Dorpsstraat komen we de naam Schnepper tegen naast bekende namen zoals Briet, Van Vuuren en Lussenburg. Helaas is er nog geen afbeelding van een schilderij van Schnepper boven water gekomen. In 1938 werden in Nunspeet de huisnummers ingevoerd en kreeg het huis op de hoek van het Berkenlaantje en de Eperweg het adres Eperweg 33 toegewezen. Nummer 35 bleef voorlopig vacant. Na het overlijden van de heer Schnepper bleef mevrouw Schnepper nog tot 1948 in het huis wonen. Na het vertrek van mevrouw Schnepper uit het dorp -‐ per advertentie zegt zij de lopende donaties op en zo weten we ook dat weer -‐ gaat de familie Scholten wonen op Eperweg 33. De naam Scholten in combinatie met Eperweg 33 komt voor in de kranten in verschillende jaren tot mevrouw Scholten kort na het overlijden van haar man naar de Boterdijk verhuisde. Dat was in 1977. Twee jaar later komt in de kranten voor het eerst de het adres Eperweg 35 voor. Dan zijn er op de plek van het huis nieuwe percelen. Het huis is dus verdwenen tussen 1977 en 1979.
Dat is voorlopig het laatste nieuws over Cornelis van Eesteren en Nunspeet. We zouden best willen weten waarom het huis is verdwenen en of er nog schilderijen van Schnepper bekend zijn. Misschien zijn er nog nazaten, buren of gewoon Nunspeters met een goed geheugen die dat weten. Hopelijk komt ooit de ontknoping in De Mothoek. Naschrift, oktober 2015 Het artikel over Cornelis van Eesteren en Nunspeet in De Mothoek 2015-‐3 eindigde met de hoop dat er een vervolg zou komen met antwoord op openstaande vragen. Bij dezen. Over de vraag of er nog schilderijen bekend zijn van de heer Schnepper is het antwoord vooralsnog een kort en goed: nee. Geheel anders ligt het met de vraag naar het verdere lot van het huis dat Cornelis van Eesteren ontwierp. Die vraag heeft velen in beweging gebracht.
Allereerst het Streekarchivariaat Noordwest-‐Veluwe, waar onze plaatselijke adjunct-‐ archivaris deze foto van het huis te voorschijn bracht uit 1977, vlak voor de sloop. De sloopdossiers van de gemeente uit die periode zijn volgens plan vernietigd, maar iemand met historisch besef heeft daaruit foto’s gered voor de beeldbank. Voor belangstellenden:
in de beeldbank van het Streekarchivariaat Noordwest-‐Veluwe staan er nog twee, zoeken op Eperweg 33. Waarom het huis is afgebroken is onderwerp geweest van diverse gesprekken, waarbij de Mothoek redactie een grote rol heeft gespeeld. Het beeld dat daaruit oprijst is als volgt. Nadat mevrouw Schnepper in 1948 Nunspeet had verlaten, werd het huis gekocht door de firma Jan Kuipers als bedrijfswoning. De boekhouder van de firma, de heer H. Scholten, kwam er te wonen. De firma kwam in de jaren 70 in zwaar weer en de bewoner verloor zijn baan, maar kocht het huis. Niet lang daarna kwam hij te overlijden. Het huis werd afgebroken en de grond werd in drie percelen verkaveld en als bouwterrein verkocht. Daarop verrezen twee nieuwe huizen. Een belangrijk detail in de verhalen van mensen die zich het huis uit die tijd herinnerden was het platte dak, dat werd vrij algemeen gezien als een minpunt en de staat van onderhoud was ook niet je dat. De conclusie is onontkoombaar: een ontwerp van Cornelis van Eesteren uit de jaren 20 legde anno 1977 niet zoveel gewicht in de schaal dat het opwoog tegen de mogelijkheid om op dat plekje twee nieuwe huizen te bouwen. Hoe dan ook, wat zijn invloed op de architectuur in Nunspeet betreft, is Cornelis van Eesteren definitief geschiedenis.
Aardig was ook de vraag of er nog meer geschiedenis bekend is, van voordat Maatschappij De Veluwe in de jaren 20 het bouwterrein aan de heer Schnepper verkocht. En dat is er. Op de oudst bekende luchtfoto van Nunspeet is het terrein helemaal kaal. Die luchtfoto werd omstreeks 1910 door militaire verkenners vanuit een ballon gemaakt en bevindt zich in de beeldbank van het Streekarchivariaat Noordwest-‐Veluwe. Bijgevoegd is een uitsnede uit die
luchtfoto met linksboven ter oriëntatie de Dorpskerk, rechtsboven de Veluvine verffabriek van de heer Molijn, dwars over de foto de slinger van de Groote Weg (de latere F.A. Molijnlaan) en aan de Eperweg een volledig kaal perceel Eperweg 33 te midden van begroeid terrein. De tegenwoordige begroeiing op het terrein dateert dus van na 1910. We volgen het terrein terug in de tijd. Maatschappij De Veluwe had het terrein van de heer F.A. Molijn. Bij de oprichting van de Maatschappij De Veluwe bracht deze het terrein in en kreeg er aandelen voor terug. F.A. Molijn had het terrein in 1894 gekocht na het overlijden van notaris E.J. Vitringa. Diens huis de Groote Bunte werd geveild, met veel grond erbij. In de notulen van de gemeenteraad uit oktober 1894 valt te lezen dat ook de gemeente een oogje had op het zuidelijk deel van het landgoed De Groote Bunte. Overweging was dat het terrein geschikt was om de bomen te kappen. Als een ander het terrein zou kopen, de bomen zou kappen en het terrein niet opnieuw zou beplanten, dan zou er wellicht een huttenkolonie op gevestigd worden en daar moest de gemeenteraad niet aan denken. Bovendien was de plaatselijke bank bereid het benodigde geld voor de aankoop aan de gemeente op gunstige condities uit te lenen. In het gemeenteverslag over dat jaar werd achteraf vermeld dat dit besluit niet is uitgevoerd, omdat het terrein van De Groote Bunte in eene groote massa werd verkocht. Dat was aan de heer Molijn, die er de Veluvine verffabriek stichtte en nog veel meer. Dat de dennen in 1894 economisch gezien kaprijp waren laat zich goed denken. Anno 1832 zien we in het kadaster vermeld dat het perceel toen al dennenbos was, eigendom van de heer C.L. Vitringa. Hoe die er weer aan kwam, dat weten we niet, dat komt misschien nog eens boven water als de bronnen van voor 1832 beter ontsloten zijn. Dat is geen pure theorie, aan die bronnen wordt hard gewerkt door de werkgroep oud schrift van de heemkundige vereniging Nuwenspete. Als klap op de vuurpijl kwamen uit de collectie van een vroegere bewoonster foto's van Eperweg 33, familiefoto's uit de jaren vijftig en een paar latere in kleur, te voorschijn. Die zijn voor de volledigheid allemaal in deze versie van dit overzicht hieronder opgenomen.
Rest ons te vermelden dat de vraag hoe het verder ging met het huis in Nunspeet dat door Cornelis van Eesteren was ontworpen, heeft geleid tot dit naschrift, met inbreng van een vroegere bewoonster, mensen uit de buurt, Wijtze Mollema, Els van Nieuwenhuizen, de heer W. Siewertsen, Sietse Kingma, Ad Sulman, Tim Stam, Kees de Kovel en Peter Kwant.