Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com |
[email protected] 3.0
2
Deel 1 Beïnvloeden van gedrag
-‐ ‘Zeg wat je doet en doe wat je zegt’ -‐
Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com |
[email protected] 3.0
3
Interactie Het gedrag van kinderen is grofweg in te delen in gewenst gedrag en ongewenst gedrag. Gewenst gedrag is gedrag dat we graag zien, zoals rustig in de bus zitten of met bestek eten. Ongewenst gedrag is gedrag dat als storend of vervelend gezien wordt. Het effect van gedrag, het gevolg ervan, bepaalt of een kind het gedrag zal herhalen of niet. Dit effect kan van alles zijn, zoals een prettig gevoel, aandacht, controle etc. De omgeving van het kind is hierbij een bepalende factor. Bijvoorbeeld de manier waarop ouders reageren op bepaald gedrag. Dit reageren gebeurt automatisch, het is onderdeel van de interactie die je hebt met je kind. Hier ben je je vaak niet eens van bewust. Een bekende uitspraak van de beroemde communicatiewetenschapper Paul Watzlawick is de volgende: ‘Je kunt niet niet communiceren’. Hiermee bedoelde hij dat je altijd communiceert door middel van gedrag. Dus zelfs als je iemand negeert, is dat een vorm van communicatie. Door middel van dat gedrag (het negeren) wil je de ander iets duidelijk maken, bijvoorbeeld: ‘Ik stel niet op prijs wat je doet’, of: ‘Ik ben boos op je’. Een aantal voorbeelden van communicatie waarmee het gedrag van een kind (al dan niet onbewust) beïnvloed wordt: Ryan (4) struikelt over zijn knuffel en valt op zijn billen. Het ziet er grappig uit en zijn ouders lachen erom, Ryan lacht zelf het hardst mee! Vervolgens doet hij drie keer achter elkaar net alsof hij weer over zijn knuffel struikelt… Anna (13) moet na 21.00 uur haar lampje uitdoen. Al drie avonden doet ze dit pas tegen 21.30. Haar vader heeft het wel door, maar zegt niets omdat hij hoopt dat ze zelf haar verantwoordelijkheid neemt. Anna denkt echter dat haar ouders het niet in de gaten hebben en maakt daar graag gebruik van. Petra (12) ratelt aan één stuk door over school. Petra vertelt elk detail, zoals dat de docent zijn veter ging strikken tijdens Engels. De ouders van Petra laten haar begaan, eigenlijk zijn ze blij dat Petra iets vertelt over school, want de meeste pubers doen dat niet. Doordat Petra weinig reactie van haar ouders krijgt, blijft ze praten, en herhaalt ze een aantal dingen. Ze heeft het idee dat haar ouders haar niet ontvangen.
Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com |
[email protected] 3.0
4
Stephan (10) vraagt een aantal keer aan zijn moeder of hij naar buiten mag. Zijn moeder is al een tijd aan het bellen en reageert er niet op. Uiteindelijk schreeuwt Stephan de vraag nogmaals, waarop moeder gebaart dat hij kan gaan. Stephan trekt de conclusie: ‘de volgende keer kan ik beter direct schreeuwen in plaats van zo lang te wachten..’
Gewenst gedrag voordoen Leren begint met imiteren. De eerste pogingen tot nadoen moeten beloond worden, ook al zijn ze niet helemaal goed gegaan. Vaak gaat dit vanzelf, want een kind dat gedrag of handelingen nadoet vinden we vaak aandoenlijk. Zoals een peuter zijn eerste woordjes uitspreekt, ook als deze nog niet ‘volmaakt’ zijn, belonen we deze vaak met een enthousiaste reactie. Dit is een aspect om je als ouder of opvoeder bewust van te zijn. Zo kun je een kind al vanaf jongs af aan betrekken bij dagelijkse zaken, zoals bijvoorbeeld de afwas. Als kinderen jong zijn vinden ze dit vaak nog leuk en interessant, een mooie basis om nieuwe vaardigheden aan te leren! Door te kijken hoe jij afwast en de ruimte te krijgen dit na te doen, zal een kind dit zelf ook leren. Het geldt andersom echter ook! Zo hoor ik wel eens ouders tegen hun kinderen schreeuwen, dat ze niet zo moeten schreeuwen!! Een dubbele boodschap eigenlijk; een ouder schreeuwt namelijk zelf en doet hiermee het ongewenst gedrag voor. De boodschap is echter dat een kind niet moet schreeuwen…
Belonen/Straffen Er zijn grofweg drie reacties die je een kind geeft op zijn gedrag. Dat zijn ‘Belonen, Straffen en Negeren’. Belonen werkt beter dan straffen. Dat betekent niet dat je een kind zou moeten overladen met cadeaus. Belonen kan op allerlei manieren. Gewenst gedrag van een kind wordt gestimuleerd door dat gedrag te belonen. Het komt vaak voor dat een kind een reactie krijgt op negatief gedrag. Dit is meestal een negatieve reactie en kan dan ook ‘straffen’ genoemd worden.
Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com |
[email protected] 3.0
5
Hier volgt een voorbeeld: Sam is met zijn auto’s aan het spelen. Hij zit op de grond, maar rijdt met het autootje over de glazen tafel heen. Zijn moeder vind dit niet goed en telkens als hij met de auto over de tafel rijdt, roept ze dat hij daarmee moet stoppen. Ze raakt geïrriteerd en reageert steeds bozer. Ook Sam raakt geïrriteerd; uiteindelijk gooit hij zijn auto weg en loopt hij de kamer uit.
In bovenstaand voorbeeld krijgt Sam uitsluitend aandacht als hij iets doet wat niet mag. Wellicht was deze situatie anders gelopen als moeder Sam complimenten had gegeven voor de dingen die hij wel goed deed. In dit voorbeeld had moeder Sam kunnen vertellen dat hij niet over de tafel mag rijden en hierbij ook waar hij wél met de auto mag rijden. Vlak hierna kan een complimentje gegeven worden als Sam speelt op de plek waar hij mag spelen. Door een compliment te geven op momenten dat een kind lief aan het spelen is, word dit gedrag beloond. Een kind voelt zich goed als het complimenten krijgt en zo word gewenst gedrag gestimuleerd. Het is echter niet alleen voordelig dat het gewenste gedrag toeneemt en ongewenst gedrag afneemt, ook het zelfvertrouwen van kinderen neemt toe. Kinderen die straf krijgen voelen zich afgewezen. Soms is straf geven echter nodig, bijvoorbeeld door het geven van een ‘timeout’, waarbij het kind even apart gezet wordt. Dit kan bijvoorbeeld als een kind iemand zeer doet, erg brutaal is of ander gedrag vertoont dat jij niet accepteert. Het is belangrijk dat duidelijk is voor het kind waarom het straf krijgt en dat het kind weet dat het zelf niet stout is, maar stout doet. Keur dus niet je kind als persoon af, maar het gedrag dat je kind op dat moment vertoont. Je doet dit door het ongewenste gedrag te benoemen, bijvoorbeeld ‘ik vind het onaardig dat je je speelgoed niet wilt delen’, in plaats van ‘jij bent onaardig. Door het gedrag af te keuren en niet je kind zelf, geef je de mogelijkheid om het gedrag te veranderen. Als je zegt dat een kind niet aardig is (en vooral als dit vaker gezegd word) dan zal een kind dit op een gegeven moment zo gaan ervaren. Gevolg is dat een kind minder gemotiveerd is om zich anders te gedragen. Onbewust kan een kind gaan denken dat het toch niets uitmaakt, want ‘ik ben nou eenmaal niet aardig’. Als een kind vaak gestraft wordt en weinig beloond, dan krijgt het kind een minderwaardig gevoel en neemt het zelfvertrouwen af. Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com |
[email protected] 3.0
6
Wordt een kind juist vaak beloond en minder vaak gestraft, dan zal het zelfvertrouwen toenemen. En een kind met vertrouwen in zichzelf zit lekker in zijn vel. Dat zorgt ervoor dat een kind prettiger in de omgang is, gemotiveerder om te luisteren en zich beter staande kan houden.
Negeren Zoals hierboven te lezen is, kan gewenst gedrag toenemen door dit te belonen. Dat kan dus gedurende de dag in allerlei situaties. Bij ongewenst kun je ervoor kiezen dit te negeren. Dit kan een goede reactie zijn als een kind je probeert uit te dagen en als het niet nodig is direct straf te geven. Immers kan te vaak straffen een negatief effect hebben (ook op de lange termijn). Met bepaald gedrag wil een kind een reactie bij je uitlokken. Het is handig te bedenken waarom een kind dit doet, is er bijvoorbeeld eigenlijk iets anders aan de hand? Voelt het kind zich niet prettig? Heeft het kind moeite zich te uiten? Als je dit weet, kunt je beter reageren. Het wil echter niet zeggen dat je het ongewenste gedrag hoeft te accepteren; zo leert een kind immers geen ander gedrag aan. Een voorbeeld van een situatie waarin negeren gepast is, is van Nancy en haar moeder.
Nancy (12) heeft de badkamer met veel rommel achtergelaten nadat ze klaar was met douchen. Van haar moeder moet ze de badkamer weer netjes maken. Nancy wil echter televisie kijken en zegt dat ze het later wel doet. Moeder vind dit niet goed en vraagt Nancy het nogmaals direct te gaan doen. Nancy staat op en zegt boos dat ze het ‘al gaat doen hoor!’ Onderweg naar de badkamer moppert ze dat ze nooit eens televisie mag kijken en dat haar moeder de stomste moeder van de wereld is. Moeder loopt direct op Nancy af en zegt dat ze gisteren nog heel lang televisie heeft gekeken en dat ze niet zulke rare dingen hoeft te zeggen etc. Het loopt uit op een felle discussie, waarbij Nancy naar haar kamer gaat. Uiteindelijk duurt het twee uur voor het weer rustig is in huis.
In bovenstaand voorbeeld wilde Nancy in eerste instantie doen wat moeder zei. Ze deed het echter wel met tegenzin en liet dat merken. Moeder gaf Nancy weinig ruimte en ging overal op in. Hoewel het begrijpelijk is dat moeder het niet leuk vind als haar dochter zo reageert, was het waarschijnlijk voor beide prettiger geweest als moeder het gemopper van Nancy had genegeerd. In het voorbeeld is de situatie uit hand gelopen en hebben zowel moeder als Nancy
Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com |
[email protected] 3.0
7
veel energie gestoken in ruzie maken, elkaar veel verwijten gemaakt en zich beide boos en verdrietig gevoeld. Door het gemopper te negeren had Nancy de badkamer opgeruimd en kon ze daarna televisie kijken. Moeder had haar daarvoor kunnen belonen, bijvoorbeeld door een compliment te geven. Eventueel had ze nog kunnen benoemen dat ze Nancy’s reactie niet leuk vond. Het is handiger om dit op een rustig moment te bespreken dan op het moment dat een kind al geïrriteerd is. Wanneer je gedrag wel of niet negeert hangt samen met jouw eigen normen en waarden en met je opvoedingsstijl. Trek hier duidelijke grenzen in en houd je hier ook aan. Als jij ‘stomme moeder’ nog wel door de vingers kan zien, kun je ervoor kiezen dit te negeren. Als dit over jouw grens gaat, kun je hier wél op reageren en eventueel een consequentie geven. Waar jouw grens ligt kan alleen jijzelf bepalen! Wat hierbij belangrijk is, is dat je hier bewust mee omgaat. Wat is je doel? In bovenstaand voorbeeld kan moeder het doel hebben ‘Nancy moet de badkamer opruimen’ en het gemopper negeren. Het doel kan ook zijn ‘Nancy mag niet brutaal zijn’ en ingaan op het feit dat Nancy haar moeder stom noemt.
Alternatief geven voor ongewenst gedrag Als je een kind vertelt dat het iets niet mag (doen), is het handig erbij te vertellen wat het kind wél mag (doen). Op die manier geef je een alternatief voor het ongewenste gedrag, namelijk het gewenste gedrag. Daar hebben kinderen behoefte aan. Een kind wil graag weten
>> Het complete E-book kun je downloaden na betaling <<
Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com |
[email protected] 3.0
8