erkdocument 1985-97 Bco Rijpert
datum: mei. 1985 Consurnentenbestedingen b i j s e d e n t a i r e en ambulante d e t a i l h a n d e l
INHOUD
Blz.
1. SAMENVATTING 2. INLEIDING
3. BESTEDINGENINDEX VAN HET E.I.M.
4. DOEL EN BRUIKBAARHEID 5. CONCLUSIES EN AANBEVELING
'\ 8632
i m j
Werkdocurnenten z i j n a l s r e g e l e e r s t e v e r s i e s van t e s c h r i j v e n r a p p o r t e n ( u i t t y p e n geschreven t e k s t ) en daardoor u i t s l u i t e n d bestemd voor i n t e r n gebruik. De verantwoordelijkheid voor de t e k s t b e r u s t b i j de a u t e u r .
~!,3~
Teneinde de vraag te kunnen beantwoorden of en zo ja in hoeverre de omzetten van ambulante detailhandelaren (markt, venters, rijdende winkels) de omzetten van de sedentaire detailhandel (de winkels) belnvloeden, is het nodig cijfermatig inzicht in de hoogte van dit omzetten te verkrijgen. Tot voor kort was die informatie over omzetten van ambulante handel niet of nauwelijks aanwezig. Sinds 1984 echter doet het Economisch Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf door middel van zgn. dagboekenqustes zeer gedetailleerd onderzoek naar de bestedingen van de Nederlandse consurnent. Bij dit onderzoek komen ook exacte bestedingscijfers bij sedentaire en ambulante detailhandel beschikbaar. De resultaten van het onderzoek over 1984 zijn door de R.1J.P. aangeschaft Het belangrijkste gegeven uit deze Bestedingenindex is dat van de totale detailhandelsomzet in Nederland 82,2% terecht komt bij de sedentaire detailhandel 2,0% bij de markten, 1,4% bij de rijdende winkels en 0,2% bij de venters die met produkten langs de deuren gaan. Bij die laatste categorie vormen bloemen/planten, aardappelen/groenten/fruit en zuivel de belangrijkste produkten.
.
De algemene conclusie luidt dat, hoewel plaatselijk verschillen kunnen optreden, de ambulante handel geen bedreiging vormt voor de sedentaire handel en dat het niet noodzakelijk is uit economische motieven regulerend op te treden bij het uitgeven van ventvergunningen c.q. marktstandplaatsen.
.-..
-
,I
2. INLEIDING
Bij het bestuderen van de relatie tussen sedentaire detailhandel en de ambulante detailhandel is een van de grootste problemen het ontbreken van gegevens betreffende de ambulante handel. Door rniddel van distributie-planologisch onderzoek is veel bekend over de bestedingenstructuur en omzetten bij de vast gevestigde winkelvoorzieningen. Echter gegevens over de ambulante detailhandel zijn slechts in zeer beperkte mate beschikbaar. Incidenteel is we1 onderzoek gedaan naar warenmarkten, maar in die onderzoeken zijn nauwelijks cijfers te vinden over de bestedingen en omzetten. Ten aanzien van,deurverkoop (venters, rijdende winkels) zijn evenmin bruikbaregegevens beschikbaar. Het ontbreken van gegevens met betrekking tot de diverse consumentenbedienende distributiekanalen rnaakt het moeilijk om een met cijfers onderbouwd beleid te forrnuleren. Het laat zich aanzien dat sinds 1984 een oplossing voor deze problematiek in zicht is gekomen waar het gaat om beschikbaarheid van cijfermateriaal.
3. BESTEDINGENINDEX VAN HET E.I.M.
Het ontbreken van betrouwbaar en gedetailleerd cijfermateriaal inzake bestedingen die consumenten verrichten en de kanalen langs welke de bestedingen worden geleid is een algemeen probleem waarmee instanties die zich met distributie-planologisch onderzoek bezighouden, worden geconfronteerd. De enige rnanier om dit cijfermateriaal te verkrijgen is via het doen van dagboekonderzoek onder consumenten. Bij dit type onderzoek registreert de consument nauwkeurig ieder uitgave die wordt gedaan naar omvang, aard en plaats. Daarnaast worden door middelvan enquetes gegevens verzameld met betrekking tot inkomen, sociaal-economische kenmerken, geografische criteria en attitude kenmerken. Deze onderzoeksmethodiek vereist intensieve begeleiding, is zeer bewerkelijk en derhalve uiterst kostbaar. Het Economisch Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf heeft mede met behulp van subsidiegelden van het Ministerie van Economische Zaken en andere instanties en in samenwerking met Intomart B.V., een dergelijk longitudinaal panelonderzoek opgestart. Over het jaar 1984 is gewerkt met een landelijke steekproef (representatief) van 1000 huishoudens, waarvan alle leden van 15 jaar en ouder medewerking hebben verleend.
.-.
,.
4.
DOEL EN BRUIKBAARHEID
Zoals gezegd worden in de bestedingenindex alle consumptieve bestedingen naar omvang, aard en richting verzameld. Dit houdt in dat exact kan worden weergegeven welk deel van de bestedingen naar de sedentaire detailhandel toegaat en welk deel in de kanalen van de arnbulante handel verdwijnt. Hierdoor wordt inzicht geboden in de omvang van de verschillende bestedingsaandelen. Op langere terrnijn wordt het mogelijk de ontwikkelingen van de bestedingen te volgen en na te gaan of en zo ja in hoeverre de verhoudingen tussen de bestedingsaandelen zich wijzigen. Van het E.I.M. is een aantal gegevens over het jaar 1984 (het eerste volledige jaar van de Bestedingenindex) verkregen. Omdat het doe1 van het onderzoek is inzicht te verkrijgen in de verhouding sedentaire/ambulante detailhandel is door het E.I.M. het volgende onderscheid naar bestedingskanalen gemaakt: - gevestigde detailhandel rnarkt aan de deur - rijdende winkel (S.R.V. e.d.) - boer/teler postorder - overige bestedingsplaatsen (b.v. tuincentra, benzinestations, P.T.T.kantoren, Makro, garage e.d.1.
-
Wat betreft de branches of branchegroepen is gekeken naar die branches welke ook binnen de ambulante handel een qua omzet belangrijke plaats innernen: - aardappelen, groente en fruit - vis en visprodukten - snacks en afhaaleten - overige levensmiddelen (kaas, eieren e.d.) - kleding, textiel - bloernen en planten - overige goederen. Het beeld per bestedingskanaal over 1984 ziet er als volgt uit:
Bestedingskanaal
Bestedingsbedrag (in rnln. guldens)
Sedentaire detailhandel (winkels) Markt Aan de deur Rijdende winkel Boer/teler Postorderbedrijf Overige bestedingsplaatsen
60.643 1.465 116 1.033 269 1.161 8.597
Totaal
73.284
%
100,O
De algemene conclusie welke op grond van deze tabel kan worden getrokken is dat in vergelijking tot de jaarlijkse omzet van de sedentaire detailhandel de omzet van deurverkoop en rijdende winkels fractioneel
is 032,2% resp. 1,6% van de totale jaarlijkse bestedingen). Op grond van deze gegevens kan worden gesteld dat het venten c.q. verkopen aan de deur geen enkele bedreiging vormt'voor de gevestigde winkelvoorzieningen. Er is eveneens gekeken wat de betekenis van deurverkoop is binnen een aantal branches. Dit levert over het jaar 1984 het volgende beeld op. (zie tabel 2). In alle branches (branchegroepen) neemt de gevestigde detailhandel het overgrote deel van de omzetten voor zijn rekening behalve in de categorie afhaaleten (snacks, chinees eten e.d.1 en in de categorie bloemen en planten. Ten aanzien van de branche bloemen en planten geldt dat de omzetten welke op tuincentra worden behaald, zijn opgenomen in de categorie "overige bestedingsplaatsen". De ambulante handel heeft wat betreft de & enige betekenis in de branches vis, aardappelem, groente, fruit, zuivelprodukten en bloemen/ planten. Waar het gaat om de rijdende winkels is de zuivelsector van belang en in veel mindere mate de a.g.f. en (in geldswaarde uitgedrukt) de overige levensmiddelen. De verkoop aan de deur c.q. het venten kent een totaalomzet van f 116 miljoen waarvan a.g.f., overige levensmiddelen en zuivel 80% omvatten. '
Zelfs rekening houdend met het feit dat lokale verschillen op kunnen treden die ook nog per branche uiteen kunnen lopen kan op basis van bovenstaande gegevens niet worden geconcludeerd dat er een regulerend beleid ten aanzien van het verstrekken van ventvergunningen of een ventverordening moet worden opgesteld. De ontwikkeling van het verzorgingsniveau in Almere dan we1 het op niveau gehandhaafd blijven van de Almeerse winkelvoorzieningen zal over het algemeen niet kunnen worden geschaad, geremd of bedreigd door het toelaten van de ambulante handel binnen de Almeerse grenzen. Bovendien mag ervan worden uitgegaan dat deze voorzieningen zichzelf eveneens in hoge mate reguleren. En niet in de laatste plaats onder het motto: "Vele varkens maken de spoeling dun".
Branchegroep
Bestedingsbedrag per kanaal (in mln. guldens) c.q. relatieve aandelen (%) gev. det. handel markt aan de deur rijdende winkel overig
Aardappelen. groenten, fruit Vis en visprodukten Zuivel Overige levensmiddelen Kleding, textiel Bloemen, planten Overige goederen Afhaaleten Totaal
f 60.643
totaal
De gegevens d i e door h e t E.I.M. z i j n v e r s t r e k t met betrekking t o t de ornzetten van s e d e n t a i r e en arnbulante d e t a i l h a n d e l rechtvaardigen geen i n v o e r i n g van een regulerend b e l e i d inzake a f g i f t e van ventvergunningen. Hoewel h e t n i e t is u i t g e s l o t e n d a t t e n gevolge van de arnbulante handel b e d r i j f s s l u i t i n g kan p l a a t s v i n d e n i n de s e d e n t a i r e handel z a l d a t t o t i n c i d e n t e l e g e v a l l e n b e p e r k t b l i j v e n en bovendien rnoet d i t dan onder h e t h'oofdstuk ondernernersrisico worden geschaard.