Conferentieverslag ‘Reservist en Werkgever Rijk’ 14 april 2014
Inhoudsopgave Inleiding
3
Verloop van de dag
4
Welkomstwoord
5
Wat heeft Defensie nodig?
6
Reservist en Werkgever Rijk
7
Workshops en werkwijze
8
Uitkomsten en hoofdlijnen
9
SG roemt betrokkenheid
10
Slotwoord 11
Conferentieverslag ‘Reservist en Werkgever Rijk’ | 1
Inleiding De mini-conferentie ‘Reservist en werkgever Rijk’, die plaatsvond op maandag 14 april op het Marine Etablissement in Amsterdam, was de eerste discussiebijeenkomst over het reservistenbeleid van de toekomst in 2014. In het najaar van 2013 werd op veertien bijeenkomsten al uitgebreid gesproken over dit onderwerp, maar op 14 april spraken ruim 50 reservisten-rijksambtenaren met een en dezelfde werkgever: de Rijksoverheid. Het doel van de mini-conferentie, een coproductie van het Bureau Reservisten en Samenleving (BRES) van Defensie en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, was het verzamelen van input om te komen tot een aanpak waardoor meer Rijksambtenaren in staat zijn zich als reservist in te zetten voor Defensie. Het was een zeer geslaagde bijeenkomst. Beleid bedenken met hen die het aangaat, dat werkt goed! Dankzij de opgedane suggesties en ideeën krijgt de samenwerking met Defensie steeds meer vorm. De stap die nu genomen is, en de stappen die gaan volgen, moeten zichtbaar op de agenda blijven. BRES organiseert later dit jaar ook soortgelijke bijeenkomsten voor andere (overheids)organisaties, waarbij de ervaringen van 14 april zeker worden meegenomen. Hieronder staat een korte impressie van het verloop van de mini-conferentie voor de vele belangstellenden die er niet bij konden zijn.
Programma Bijeenkomst Reservist en Werkgever Rijk Locatie: Marine Etablissement Amsterdam Datum: Maandag 14 april 2014 Tijd: 15:00 - 20:00 uur
15:30 Videoboodschap minister van Defensie
IK DIEN
15:35 Welkomstwoord Kolonel (R) drs. Dick Scherjon, Hoofd Bureau Reservisten en Samenleving (BRES) 15:40 Wat heeft Defensie nodig? Generaal-majoor Bart Hoitink, Inspecteur Reservepersoneel Krijgsmacht en Directeur Aansturing Operationele Gereedstelling 15:50 Reservist en Werkgever Rijk Drs. Olav Welling. Directeur Organisatie- en Personeelsbeleid Rijk 16:00 Uitleg werkwijze workshops en doelstelling 16:05 Start workshops
‘Op de bres voor de Krijgsmacht van morgen’
17:45 Presentatie voornaamste uitkomsten van de verschillende workshops 18:15 Afsluiting Drs. Erik Akerboom, Secretaris-Generaal ministerie van Defensie 18:25 Borrel en lopend buffet 20:00 Einde bijeenkomst
Conferentieverslag ‘Reservist en Werkgever Rijk’ | 3
Verloop van de dag
Welkomstwoord
Het programma begon met een videoboodschap van minister van Defensie, Janine Hennis-Plasschaert, waarin zij de deelnemers aan de bijeenkomst opriep om hun ervaringen als reservist of met reservisten te delen. Ook vroeg de minister de aanwezigen om suggesties en ideeën voor het reservistenbeleid en om actief mee te denken over de plaats van de reservist in de krijgsmacht van morgen.
Na de videoboodschap van de minister sprak kolonel (R) Dick Scherjon, hoofd van het Bureau Reservisten en Samenleving en dagvoorzitter, de aanwezigen toe. In zijn verhaal benadrukte de kolonel dat Defensie werkt aan de intensivering van het reservistenbeleid met als doel een flexibele en adaptieve krijgsmacht. Het Bureau Reservisten en Samenleving, afgekort BRES, is opgericht om op hoog ambtelijk niveau bij te dragen aan een modern reservistenbeleid en om pilotprojecten voor de inzet van reservisten te organiseren. Door op de bres te klimmen en waar nodig een bres te slaan, levert BRES een bijdrage aan een efficiënte en effectieve Krijgsmacht die steeds kan voldoen aan haar nationale en internationale taken.
Doel van de dag Scherjon vertelde dat de mini-conferentie het gevolg was van goede samenwerking tussen BRES en BZK. Het doel van de bijeenkomst was het verzamelen van informatie en ervaringen van reservisten die werken voor de Rijksoverheid. Deze input is onmisbaar voor het Rijk als werkgever en Defensie om samen te kunnen beoordelen wat er nodig is om de inzet van reservisten bij de Rijksoverheid te bevorderen.
Videoboodschap van de minister van Defensie.
4 | Conferentieverslag ‘Reservist en Werkgever Rijk’
Kolonel (R) Scherjon spreekt over de aanleiding voor de bijeenkomst.
Conferentieverslag ‘Reservist en Werkgever Rijk’ | 5
Wat heeft defensie nodig?
Reservist en Werkgever Rijk
Generaal-majoor Bart Hoitink, Inspecteur Reservepersoneel Krijgsmacht en Directeur Aansturing Operationele Gereedstelling (D-DAOG), onderstreepte in zijn toespraak dat reservisten een middel zijn om de krijgsmacht flexibel en adaptief te maken. Bovendien kunnen reservisten het voortzettingsvermogen van Defensie aanzienlijk vergroten, aldus de generaal. Hoitink benadrukte dat Defensie bij het formuleren van het reservistenbeleid heeft gekozen voor de dialoog met alle betrokken partijen.
Drs. Olav Welling, directeur Organisatie- en Personeelsbeleid Rijk, benadrukte in zijn toespraak dat het Rijk bereid is om mee te werken aan de ambitie van Defensie om de Krijgsmacht met behulp van reservisten meer flexibel en adaptief te maken. De bijeenkomst van 14 april was een eerste stap richting een concrete aanpak, aldus Welling.
Volgens de generaal wierp deze nieuwe benadering vorig jaar al haar vruchten af. In het najaar van 2013 werden dertien regionale discussiebijeenkomsten georganiseerd en een groot landelijk symposium. Hierbij werden meer dan 4000 suggesties verzameld voor het nieuwe reservistenbeleid, aldus Hoitink. De generaal benadrukte dat op de mini-conferentie van 14 april alle aanwezigen dezelfde werkgever deelden en sprak de hoop uit dat het vertalen van vergelijkbare ervaringen en ideeën naar praktische afspraken niet lang op zich zou laten wachten.
Generaal-majoor Bart Hoitink vertelt waar Defensie behoefte aan heeft.
6 | Conferentieverslag ‘Reservist en Werkgever Rijk’
Volgens de directeur beschikken reservisten over unieke kennis en expertise. . Bovendien ontwikkelen reservisten hun kennis en competenties voortdurend. Niet in de laatste plaats inspireert hun flexibiliteit. Daar moet het Rijk beter gebruik van maken om in te kunnen spelen op veranderende omstandigheden, benadrukte Welling. “Ik zou graag de laatste resten van het oude ‘life-time employment’ zien verdwijnen: medewerkers die blijven zitten waar ze zitten en uitgaan van een baan voor het leven. Die tijd is voorbij. Een presterende rijksoverheid weet zichzelf steeds passend te maken aan wat er nodig is. Dat kan alleen met medewerkers die hun kennis en competenties ook steeds passend weten te houden. Reservisten weten als geen ander hoe dat moet.”
Drs Olav Welling spreekt over de benadering van het Rijk.
Conferentieverslag ‘Reservist en Werkgever Rijk’ | 7
Workshops en werkwijze
Uitkomsten en hoofdlijnen
De dagvoorzitter legde de aanwezigen uit dat zij in zes werkgroepjes onder leiding van ervaren begeleiders met elkaar in gesprek zouden gaan aan de hand van de volgende vier stellingen:
Bij de presentatie van de uitkomsten werd duidelijk dat leidinggevenden vaak niet weten wat een reservist is en wat hij of zij doet. Ook is er geen duidelijke wijze waarop, bijvoorbeeld bij uitzendingen, wordt omgegaan met pensioenen, arbeidsongeschiktheid et cetera. Veel reservisten gaven te kennen dat zij dit als lastig ervaren.
1. Welke ervaringen hebben reservisten bij de Rijksoverheid en tegen welke problemen lopen zij momenteel aan? 2. Voor welke uitdagingen staat de Rijksoverheid met een reservist als werknemer? 3. Welke meerwaarde heeft een reservist voor het Rijk als werkgever? 4. Waar liggen quick wins voor verbeteringen en wat zou moeten gebeuren op middellange termijn? Kolonel Scherjon vroeg de aanwezigen zich vrij uit te spreken en benadrukte dat alle ervaringen relevant waren voor het doel van de dag.
De Rijksoverheid is gebonden aan allerlei regelingen en voorschriften voor de inhuur en inzet van personeel en is daarom soms minder flexibel dan het bedrijfsleven. In de huidige situatie moeten reservisten vakantiedagen opnemen voor oefeningen en trainingen. Dit vraagt veel van de individuele reservist. Een regeling waarbij inzet niet ten koste gaat van vakantiedagen zou veel obstakels wegnemen. Reservisten bieden een meerwaarde voor het Rijk omdat zij zeer gewilde competenties en vaardigheden hebben: reservisten zijn aantoonbaar flexibel, zij kunnen goed samenwerken, zijn stressbestendig en zijn gedisciplineerd. Bovendien hebben zij vakspecifieke kennis en een groot netwerk. Een bijkomend voordeel voor de leidinggevende is dat reservisten binnen Defensie opleidingen kunnen volgen en kennis kunnen opdoen die ook bij hun reguliere werkzaamheden van pas komen. Er zijn meerdere quick wins mogelijk. Wellicht de belangrijkste suggestie is het verbeteren van communicatie met en over reservisten. Bij personeelsafdelingen en ook op andere plekken binnen de overheid heerst onbekendheid met reservisten. Reservisten moeten op individueel niveau afspraken maken met hun leidinggevenden waardoor zij geen zekerheden hebben om op terug te vallen. Door de maatschappelijke bekendheid van reservisten te vergroten, bijvoorbeeld door regelgeving met betrekking tot het dragen van het uniform, worden reservisten beter zichtbaar en ontstaat meer begrip voor hun positie. Inzet als reservist zou onderdeel uit moeten maken van loopbaanmanagement bij de Rijksoverheid. Een ander idee is het voorkomen van dubbelwerk, bijvoorbeeld door screening van AIVD en MIVD gelijk te stellen. Ook kan meer en beter gebruik gemaakt worden van bestaande kennis en ervaring van reservisten, bijvoorbeeld op het gebied van Bedrijfshulpverleners (BHV). Reservisten beschikken vaak wel over de benodigde kennis om als BHV-er op te treden, maar hebben het papiertje niet en zij mogen deze rol daarom niet op zich nemen. Een convenant waarin dit soort zaken worden vastgelegd zou een stap in de goede richting zijn. Op middellange termijn zou er een aanspreekpunt moeten komen voor werkgevers en leidinggevenden die vragen/ suggesties hebben met betrekking tot de inzet van reservisten. Op de middellange termijn moet meer worden gedaan om draagvlak voor reservisten te vergroten. De aanwezigen concludeerden dat er voor rijksambtenaren grote behoefte bestaat aan uniformiteit in beleid voor de inzet van reservisten, zodat alle betrokken partijen weten wat hun rechten en plichten zijn.
Reacties van D-DAOG en directeur Organisatie- en Personeelsbeleid Rijk Na de plenaire terugkoppeling reageerden de twee sprekers die het programma openden op de eerste resultaten. Beiden waren zeer content over het verloop van de conferentie en spraken van een geslaagd experiment. De samenwerking tussen Defensie en het Rijk krijgt zo meer vaste vorm. Later dit jaar zal er nog een mini-conferentie volgen waarin nieuwe stappen worden gezet
Productieve workshops.
8 | Conferentieverslag ‘Reservist en Werkgever Rijk’
Conferentieverslag ‘Reservist en Werkgever Rijk’ | 9
Secretaris-generaal Akerboom benadrukt belang reservisten voor de Krijgsmacht.
SG roemt betrokkenheid
Slotwoord
Aan het einde van de dag nam drs Erik Akerboom, de SG van Defensie namens alle andere SG’s de resultaten in ontvangst. Hij bedankte de aanwezigen voor hun betrokkenheid, ideeën en suggesties. Akerboom was onder de indruk van alle input en putte daar hoop voor de toekomst uit. Hij benadrukte echter dat veranderen moeilijk is. “Defensie zal zich duidelijker moeten uitspreken over het waarom van haar optreden.”, aldus Akerboom. Reservisten kunnen de krijgsmacht helpen om zich steeds aan te kunnen passen aan veranderende omstandigheden. Hiervoor is draagvlak in de maatschappij onmisbaar. De SG hield de deelnemers voor dat zij hier een rol in kunnen spelen. Door het delen van hun mooie momenten als reservist en door leidinggevenden mee te nemen naar open dagen en andere events van Defensie worden bruggen gelegd stelde Akerboom.
De dagvoorzitter bedankte de aanwezigen voor hun inzet en vertelde dat de bijeenkomst het begin van een nieuwe reeks was. Later dit jaar worden soortgelijke mini-conferenties georganiseerd bij een aantal (middel) grote organisaties waar Defensie eveneens wil proberen om tot duidelijke afspraken te komen over de inzet van reservisten. Zo wordt stapsgewijs het draagvlak voor reservisten binnen Nederland vergroot, aldus kolonel Scherjon.
De SG sloot af met de woorden dat hij zich er voor zal hardmaken dat de Rijksoverheid goede regelingen treft voor reservisten zodat het Rijk als werkgever over een paar jaar een goede kanshebber is voor de prijs voor de meest reservistvriendelijke werkgever.
Doelstelling BRES Een modern reservistenbeleid draagt bij aan een toekomstbestendige krijgsmacht. Hierbij staat het vergroten van de flexibiliteit en aanpassingsvermogen centraal. Door de inzet van méér reservisten willen we de capaciteit van de Krijgsmacht uitbreiden en de kwaliteit verhogen (specialistische functies). BRES zal de komende jaren een groot aantal vernieuwende pilotprojecten lanceren voor de inrichting van een flexibele en toekomstgerichte Krijgsmacht. Zonder steun van de Nederlandse samenleving is een grotere inzet van reservisten niet mogelijk. BRES zal zich in haar werkzaamheden daarom ook richten op het vergroten van draagvlak voor Defensie en voor reservisten in ons land.
10 | Conferentieverslag ‘Reservist en Werkgever Rijk’
Conferentieverslag ‘Reservist en Werkgever Rijk’ | 11
Samenstelling en redactie: Majoor ( R ) dr. Jeroen Saat Majoor ( R ) Nico de Bruijne