Van oefendefect naar oefeneffect! Logopedie in het SBO.
Maaike Nagelhout
Conclusies uit de enquêtes voor logopedisten op SBO’s Ten behoeve van het project ‘Van oefendefect naar oefeneffect! Logopedie in het SBO.’ is een enquête verspreid over 29 SBO’s. Achtereenvolgens worden beschreven: Aanleiding Enquête Conclusies Samenvatting enquêtes
Aanleiding Bij de logopedie op de Trimaran is het gebruikelijk om na elke individuele behandeling van een kind huiswerk mee te geven naar huis. De oefening wordt in een schriftje geplakt en/of geschreven. Het is de bedoeling dat de ouder(s)/verzorger(s) dit huiswerk regelmatig oefenen met het kind. Het probleem is dat dit naar schatting in ruim 50% van de gevallen niet gebeurt. Het schrift komt terug zonder dat er geoefend is of het schrift komt niet meer terug.
Enquête Naar aanleiding van het beschreven probleem is per mail een enquête verstuurd naar logopedisten van 29 scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO). Door het invoeren van de zoekopdracht ‘SBO+basisonderwijs’ op www.google.nl zijn deze 29 SBO’s geselecteerd. Het zijn de eerste 29 SBO’s die genoemd worden. De respons bedroeg 45% (logopedisten van 13 van de 29 scholen). De respondenten zijn allen vrouw. Dit is representatief voor de beroepsgroep, aangezien 96% van de logopedisten van het vrouwelijke geslacht is1. Zij werken op SBO’s verspreid over heel Nederland. De verdeling over Nederland is redelijk, alleen het noordoosten (Groningen, Drenthe) en zuidwesten (Zuid-Holland, Zeeland) zijn niet vertegenwoordigd. De antwoorden die gegeven zijn, komen in grote lijnen met elkaar overeen. Bovenstaande feiten in overweging genomen is de respons voldoende om betrouwbare uitspraken te kunnen doen. De enquêtes zijn allemaal volledig ingevuld. Eén respondent was een paar vragen vergeten, maar heeft deze alsnog beantwoord. Eén respondent had vragen beantwoord die overgeslagen mochten worden; deze antwoorden zijn niet meegenomen in de uitwerking. Eén respondent heeft twee percentages aangevinkt bij vraag 2. Bij de berekening van het percentage respondenten die dat antwoord heeft gegeven is voor elk percentage ½ stem gerekend. Vraag drie bleek onduidelijk te zijn. Hij is niet door alle respondenten volledig ingevuld en sommige respondenten hebben alleen afgevinkt en geen volgorde aangegeven. Besloten is om de volgorde te laten vervallen en alleen te berekenen welk percentage van de respondenten de betreffende reden heeft aangevinkt. 1
Leemrijse, C., Plas, M. e.a. (2006). Overzicht stand van zaken en effectonderzoek in de logopedie. NIVELonderzoek naar effectiviteit en doelmatigheid van logopedie, Logopedie en Foniatrie, 2006 (10), 290-299.
Van oefendefect naar oefeneffect! Logopedie in het SBO.
Maaike Nagelhout
Drie respondenten waren te laat met het inleveren van de enquête. De gegevens konden niet meer verwerkt worden. In de bijlagen zijn alle ingevulde enquêtes terug te vinden, inclusief de niet verwerkte enquêtes.
Conclusies Grootte van het probleem Het beschreven probleem is een veelvoorkomend probleem. Bij 85% van de respondenten doet dit probleem zich ook voor op school. Naar schatting wordt het huiswerk niet geoefend in meer dan 50% van de gevallen waarbij de ouder(s)/verzorger(s) dit met de kinderen horen te doen. (Vermoedelijke) reden van het probleem De drie belangrijkste redenen (percentage die deze reden heeft aangevinkt): Problematische thuissituatie (82%) Motivatie ouder(s)/verzorger(s) (73%) Cognitieve vermogens ouder(s)/verzorger(s) (64%) Oplossingen Alle respondenten hebben al eens iets geprobeerd om het probleem op te lossen. Vaak worden er verschillende methodes gebruikt of zijn er al verschillende methodes geprobeerd. De twee logopedisten (15%) van de scholen waar dit probleem zich niet voordoet geven geen oefeningen mee naar huis. Het oefenen wordt op school gedaan. Bij de ene school worden de oefeningen gedaan door een klassenassistent of een stagiaire SPW. Bij de andere school worden de oefeningen toegevoegd aan het weekcontract van de kinderen; dit zijn taken/opdrachten die ze die week moeten doen. Genoemde oplossingen die niet tot volledige oplossing van het probleem leiden: (Regelmatig) telefonisch contact ouders; stimuleren. Ouders individueel aanspreken. Brief schrijven naar ouders. Individuele gesprekken met ouders; belang logopedie, meer betrekken bij behandeling, motiveren om te oefenen. Ouders (regelmatig) bij behandeling uitnodigen; mee laten doen. Ouders betrekken bij logopedie; oudergesprekken, telefonisch contact, schriftelijk. Ouders betrekken bij school in het algemeen. Punt op ouderavond. Punt op ouderspreekuur. Informatiebijeenkomsten. Handleiding oefenschrift voorin het schrift. Huiswerkkaart; moet thuis ingevuld en ondertekend worden. Beloningssysteem voor het oefenen thuis en/of schrift meenemen. Bij vergeten schrift briefje mee naar huis. Meerdere keren vergeten uitgebreidere brief met belang oefenen Kopie huiswerk meegeven.
Van oefendefect naar oefeneffect! Logopedie in het SBO.
-
Maaike Nagelhout
Oefenen in de klas, met de leerkracht of stagiaire. Logopedie meer klassikaal en in groepen geven.
Samenvatting enquêtes 1.
2.
3.
a. Doet dit probleem zich ook voor op jullie school? Ja (85%) Nee (15%) A: (Ja) ‘Wij geven alleen huiswerk mee als ouders daarom gevraagd hebben of kinderen zelf willen oefenen.’ b. Kun je verklaren waarom dit probleem zich bij jullie niet voordoet? B: ‘Omdat dit probleem eerst wel bij ons op school speelde hebben we besloten om de plakboeken niet meer mee naar huis te geven. Het oefenen voor de logopedie is nu toegevoegd in het weekcontract. Het weekcontract is voor elke leerling of groep aangepast. Zij krijgen dit aan het begin van de week en moeten hier de hele week aan werken. Op dit contract staan de zogenaamde moetjes en magjes. De moetjes zijn bijvoorbeeld taken/opdrachten zoals: 2 blz spellling, 1 blz klokrekenen, etc. Bij de magjes staan bijvoorbeeld oefenen op de computer met educatieve software (b.v. bas gaat digitaal) Ook staat op dit contract logopedie. Hoe vaak en wat ze moeten oefenen/maken is per individu verschillend. Dit weten de leerlingen zelf want dit wordt duidelijk bij de logopedie in het plakboek geschreven en uitgelegd. Leerkrachten zien ook meer van wat je doet bij de logopedie dus het werkt ook erg profilerend!’ C: ‘Dit probleem doet zich bij ons niet voor, omdat leerlingen bewust geen huiswerk meekrijgen. Logopedische oefeningen worden vaak geoefend met een klassenassistent of SPW stagiaire. Alleen als ouders heel erg gemotiveerd zijn, geef ik oefeningen mee naar huis. Ik maak overigens wel voor iedere leerling een oefenmap.’ In hoeveel procent van de gevallen gebeurt dit naar schatting? Aangevinkt percentage (percentage die dit percentage heeft aangevinkt): - minder dan 25% (0%) - 25% (14%) - ruim 25% (23%) - 50% (9%) - ruim 50% (45%) - 75% (9%) - meer dan 75% (0%) A: (50%) ‘van de kinderen die huiswerk meekrijgen’ Wat is (vermoedelijk) de reden van dit probleem? Aangevinkte redenen (percentage die deze reden heeft aangevinkt): Problematische thuissituatie (82%) Motivatie ouder(s)/verzorger(s) (73%) Cognitieve vermogens (64%) ouder(s)/verzorger(s) Motivatie kinderen (45%) Meertaligheid (36%) Ouder(s)/verzorger(s) zijn al (27%)
Van oefendefect naar oefeneffect! Logopedie in het SBO.
Maaike Nagelhout
druk met ander huiswerk voor fysiotherapie, school, etc. Anders, namelijk… (27%) Eénoudergezinnen waarbij ouder geen tijd heeft te oefenen Te weinig betrokken bij de logopedie op school Moeite organiseren van oefenen in druk ‘dagprogramma’ 4. Is er al eens iets geprobeerd om dit probleem op te lossen? Ja (100%) Nee (0%) 5&6. Wat hield deze oplossing in en wat was hiervan het effect? Genoemde oplossing (bijbehorend antwoord op vraag 2; effect): A: ‘Gesprekken met ouders om ze meer uitleg te geven over het belang van logopedie, om ze meer te betrekken bij de behandeling en ze te motiveren thuis ook te oefenen.’ (50%; combinatie geen/kortdurend/langdurig effect) D: ‘ouders bellen, stimuleren om in het schriftje te schrijven’ (ruim 50%; kortdurend effect) E: ‘Informatiebijeenkomsten. Individuele gesprekken met ouders. Ouders bij de behandeling aanwezig laten zijn en actief laten deelnemen hieraan.’ (ruim 50%; kortdurend effect) F: ‘We hebben voor de leerlingen een huiswerkkaart gemaakt, die thuis ingevuld en ondertekend dient te worden. Ook werken we met een beloning van stickers, indien het schrift meekomt en geoefend is. De leerlingen mogen het schrift nog de volgende dag meebrengen en 10 stickers betekent een kleinigheidje uitkiezen. Dit heeft duidelijk tot een motivatieverbetering geleid.’ (ruim 25%; langdurig effect) G: ‘Als het schriftje vergeten wordt komt er een briefje mee naar huis. Bij meerdere keren vergeten een uitgebreidere brief met daarin ook weer het belang van thuis oefenen.’ (25% - ruim 25%; kortdurend en langdurig effect) H: ‘Ik kijk altijd naar individuele oplossingen. Soms bijvoorbeeld vier stickers mee, zodat er 4x geoefend word. Soms oefenen in de klas (vooral bij de kleuters), soms telefonisch contact met ouders opnemen. Verder zorg ik er voor dat ouders betrokken zijn bij logopedie op school, door goed contact te onderhouden (oudergesprekken, telefonisch contact, schriftelijk etc.)’ (ruim 25%; verschillend effect) I: ‘Ouders die in de omgeving wonen regelmatig uitnodigen bij logopedie. (bijvoorbeeld 1x per 2 weken.) De jaarlijkse ouderavond over logopedie, waarbij we ouders wijzen op contactmogelijkheden en het oefenen.’ (ruim 50%; effect moeilijk te meten) J: ‘Ouders individueel aanspreken en regelmatig bellen. Een beloningssysteem opzetten waarbij het huiswerk dat thuis gemaakt wordt bij mij weer beloond wordt.’
Van oefendefect naar oefeneffect! Logopedie in het SBO.
7.
8.
9.
Maaike Nagelhout
(ruim 50%; effect zolang er ‘bovenop gezeten wordt’, anders verslapt het) K: ‘Meegeven van een kopie van het huiswerk. Huiswerk op school oefenen in samenwerking met leerkracht/ stagiaire van de leerkracht.’ (25%; combinatie geen/kortdurend/langdurig effect) L: ‘Standaard briefje voor in het schrift met een soort handleiding bedoeling van het schrift. Extra briefje mee naar huis. Punt op ouderspreekuur. Aankaarten op de eerste ouderavond.’ (75%; kortdurend effect) M: ‘Individueel: Contact met ouders opnemen, telefonisch of een afspraak op school of een behandeling bijwonen. Gehele cliëntengroep: ouderavond logopedie ( echter niet succesvol, juist de ouders die al oefenen komen op deze avond en niet de groep die je graag wilt bereiken).’ (ruim 50%; kortdurend effect) Heb je ideeën voor een mogelijke oplossing van dit probleem? A: ‘Logopedie meer klassikaal en in groepen geven zodat transfer makkelijker is en niet alleen via ouders hoeft.’ B: ‘Zie vraag 1.’ C: ‘Dit probleem speelt niet bij ons, omdat wij geen huiswerk meegeven!’ D: ‘zie boven’ E: ‘Niet.’ F: ‘Zie vraag 5.’ G: ‘Weet ik zo niet’ H: ‘Betrokkenheid van ouders is het belangrijkste. Daarnaast lijkt het mij lastig om naar 1 oplossing te zoeken omdat juist op een SBO school de kinderen en ouders zo divers zijn dat een individuele aanpak nodig is.’ I: ‘Het is naar mijn idee een groter probleem . Het heeft betrekking op de totale betrokkenheid van ouders bij het schoolgebeuren. Ook bij ouderavonden komen weinig ouders.’ J: ‘Ouders heel veel betrekken bij schoolse zaken in het algemeen en logopedie in het bijzonder. Bij ons zijn veel ouders niet op de hoogte van de meerwaarde van logopedie voor hun kind. Dus een flinke tijdsinvestering!’ K: ‘Intensievere oudercontacten onderhouden.’ L: ‘Ben benieuwd naar de uitslag van dit project en ideeën van collega’s.’ M: ‘We blijven proberen; brief naar de ouders schrijven en telefonisch contact etc.’ Wil je na afloop van dit project weten wat het heeft opgeleverd? Ja, op e-mailadres: … (100%) Nee (0%) Wil je verder nog wat kwijt? B: ‘Soms vragen ouders om huiswerk voor het kind. Wij zijn van mening dat kinderen als ze thuis zijn gewoon moeten kunnen spelen/sporten. Vaak hebben ze nog andere afspraken staan Bv. extra fysio of iets dergelijks.
Van oefendefect naar oefeneffect! Logopedie in het SBO.
Maaike Nagelhout
Wel geven we de ouders tips mee hoe ze de taalvaardigheid kunnen stimuleren en hoe ze spelenderwijs kunnen oefenen zodat het geen extra belasting voor het kind wordt.
D: F: J:
Soms ontkom je er niet aan dat ouders thuis moeten oefenen. Denk bijvoorbeeld aan het afleren van duimen. De motivatie (ook dus van de ouders) speelt een grote rol om te beslissen of dat kind ook daadwerkelijk logopedie krijgt. Als ouders niet gemotiveerd zijn houdt het op!’ ‘goed om hiermee bezig te zijn’ ‘Ik ben heeel benieuwd, wat er verder te melden is en succes ermee!!!!’ ‘Ik heb ooit een bibliotheek -project gedaan waarbij ouders van 2 klassen werden uitgenodigd om naar de bieb te komen en uiteindelijk met een (gratis) pas en boekje voor hun kind weer naar huis te gaan. Het heeft me heel veel tijd gekost in de voorbereiding, waarbij ik alle ouders enorm heb geactiveerd om te komen. De opkomst van de ouders was heel hoog, rond de 90%. En naderhand hoorde ik van kinderen terug dat ze weer naar de bieb waren geweest. Geweldig! Maar het heeft teveel tijd gekost en dat is niet altijd reëel!’