Conceptvoorstel voor het realiseren van Burgerparticipatie in Boxmeer. Inleiding De Algemene Wet Bestuursrecht bepaalt dat inwoners altijd het recht hebben om een reactie te geven op een voorstel van het College van B&W. Dat geldt zowel als het een voorstel aan de Gemeenteraad betreft om een beleidsstuk of verordening vast te stellen, als wanneer het een voorgenomen besluit van het college van B&W zelf betreft. Het college moet op zijn beurt reageren op de reactie van de burger door óf het voorstel aan te passen óf door uit te leggen waarom niet aan het verzoek van de burger wordt voldaan. De Wmo heeft zulke grote gevolgen voor groepen burgers, dat de Tweede Kamer heeft bepaald dat de Wmo een aantal extra bepalingen kent over de inbreng van burgers. Deze komen boven op de rechten die de burgers sowieso hebben als de gemeente beleid maakt, verordeningen instelt of besluiten neemt. De wet bepaalt dat de gemeenteraad pas het beleidsplan Wmo en de Verordening Wmo mag vaststellen nadat daarover is geadviseerd door vertegenwoordigers van alle betrokken burgers en organisaties. Dat betekent in de praktijk vaak dat gemeenten een formele Wmo-adviesraad instellen. Het is overigens niet wettelijk verplicht dat gemeenten een adviesraad hebben. Wmo-adviesraad ∗ In de meeste gemeenten is gekozen voor lidmaatschap van de Wmo-adviesraad op persoonlijke titel. Dat wil zeggen dat iedereen zich kan melden voor een plek en dat mensen individueel worden benoemd. De leden spreken dan formeel niet namens een achterban. In veel gevallen onderhouden de leden wel informele contacten met een bepaalde doelgroep. Een andere vorm is dat de leden van de Wmo-adviesraad hun lidmaatschap te danken hebben aan het feit dat ze ergens anders een formele positie bekleden. Zo heeft een deel van de gemeenten bepaald dat de voorzitters van de samenwerkende bonden voor ouderen en het gehandicaptenplatform automatisch ook in de Wmo-adviesraad zitting hebben. Deze leden worden geacht namens hun achterban te spreken.
Huidige vormen van advisering in Boxmeer Voordat we beschrijven hoe we in Boxmeer de advisering over de Wmo willen regelen, volgt eerst een paragraaf over de huidige vormen van advisering in Boxmeer. Lokaal kent Boxmeer op het gebied van klantenparticipatie twee adviesraden : de Adviescommissie Sociale Zaken (= Cliëntenraad) en de Seniorenraad. Bovendien bestaat regionaal: de Klantsupportgroep Wmo Land van Cuijk. Deze drie adviesorganen zijn voldoende om in het overgangsjaar 2007 te adviseren over de invoering van de Wmo, het vaststellen van de Verordening Wmo en alle andere Wmo-zaken waarover in 2007 een besluit genomen moet worden. Cliëntenraad Sociale Zaken De Cliëntenraad Sociale Zaken adviseert het College van Burgemeester en Wethouders inzake kwesties van sociale zaken, onder andere Wet werk en bijstand (Wwb), Minimabeleid, Bijzonder Bijstand en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De leden van de commissie zijn gerekruteerd uit diverse groepen van burgers en professionals en worden benoemd door het college. ∗
Deze informatie is afkomstig uit: De Kleine Gids voor de Wmo, Kluwer, 2007
1
De vergoeding is als volgt: de voorzitter en de secretaris van de Cliëntenraad ontvangen 100 euro per maand en de overige leden ontvangen 70 euro per maand. De totale uitgaven t.b.v. de Cliëntenraad worden voor 2007 geraamd op € 9960,Seniorenraad De Seniorenraad is een onafhankelijk adviesorgaan , dat tot doel heeft het College en de Raad van de gemeente Boxmeer gevraagd en ongevraagd van advies te dienen over zaken die de voorbereiding en uitvoering van het gemeentelijk ouderenbeleid betreffen , alsmede over voor ouderen van belang zijnde aspecten op andere terreinen van het gemeentelijk beleid. Een en ander ter bevordering van de integratie en participatie van alle ouderen in de Boxmeerse samenleving. Vergoeding: 1. De leden van de seniorenraad ontvangen geen vacatiegelden. Wel kunnen ze aanspraak maken op vergoeding van werkelijk gemaakte kosten als reis- en verblijfkosten , porti- , telefoonkosten enz. 2. Deze kosten kunnen voortvloeien uit het bijwonen van vergaderingen , gefiatteerde congressen, symposia enz. 3. Declaraties van vorenbedoelde kosten moeten bij de penningmeester worden ingediend. 4. De gemeente stelt jaarlijks een budget ter beschikking waaruit deze onkosten en alle overige kosten kunnen worden betaald, zoals organisatiekosten, documentatie, deskundigheidsbevordering, enz. 5. De raad kan zelf over deze middelen beschikken en legt hiervoor jaarlijks verantwoording af aan de gemeente. 6. De hoogte van het budget t.b.v. de Seniorenraad is in 2007: € 6070,Regionale Klantsupportgroep Wmo Land van Cuijk In de Klantsupportgroep Wmo LvC zijn vertegenwoordigd: het Steunpunt Mantelzorg, de Centrale Cliëntenraad Pantein V&V , Stichting “Door en Voor” , de KBO Land van Cuijk, het Rode Kruis, afdeling Land van Cuijk , de V.O.G.G. Oost Brabant en Nrd. Limburg, het Platform gehandicapten Sint Anthonis, de Cliëntenraad Soza Boxmeer, het Platform voor mensen een functiebeperking , de Participatieraad Cuijk, de Participatieraad Mill, de Praktische Thuishulp BNO en Noordelijk Noord Limburg, de Senioren KBO Grave, Radius (vertegenwoordiger Jeugdzorg). De Regionale Klantsupportgroep wordt professioneel ondersteund door een vertegenwoordiger van het RPCP∗ Het aandeel Boxmeer in de kosten van de Regionale Klantsupportgroep voor 2007 is ongeveer: € 5000,Project Ouderenproof Bij het ontwerp voor een nieuwe vorm van burgerparticipatie moet zeker ook gekeken worden naar wat het Project Ouderenproof heeft opgeleverd. In het eindrapport van dit project zijn 12 aanbevelingen opgenomen, die worden aangeboden aan de betrokken instanties met het verzoek hiermee in hun huidige en toekomstige beleid rekening te houden. De projectgroep Ouderenproof wil een zogenaamde verankeringsgroep instellen, die de naleving kritisch blijft volgen. Het lijkt ons zinnig als deze verankeringsgroep op enigerlei wijze wordt betrokken bij de burgerparticipatieraad.
∗
RPCP Noordoost-Brabant heet m.i.v. december 2006: Zorgbelang Brabant
2
Voorgestelde nieuwe vorm: Een Brede Burgerparticipatieraad Uitgangspunten: a) In deze raad moeten de prestatievelden van de Wmo terug te vinden zijn. b) De structuur van de burgerparticipatieraad is afgeleid van het doel c) De raad kent een gelaagdheid, dat wil zeggen dat onder de BBPR diverse overlegvormen “hangen” d) De huidige klantenadviesorganen maken onderdeel uit van deze onderliggende laag. e) Leden van de burgerparticipatieraad nemen deel op persoonlijke titel f) In principe geen professionals g) Een van de deelnemers is een zogenaamde “verankeringsfunctionaris”. Uitwerking a) In deze raad moeten de prestatievelden van de Wmo terug te vinden zijn. Deze prestatievelden zijn:. • Leefbaarheid en sociale samenhang • Jeugd • Informatie, advies en ondersteuning • Vrijwilligerswerk en mantelzorg • Bevorderen deelname aan de samenleving • Verlenen van voorzieningen voor behoud zelfstandig functioneren of deelname maatschappelijk verkeer • Maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang, daklozen etc. • Openbare geestelijke gezondheidszorg • Verslavingsbeleid b) De structuur van de burgerparticipatieraad is afgeleid van het doel Het doel van de burgerparticipatie is dat de burgers advies kunnen geven over het gemeentebeleid in het kader van de Wmo. Er wordt gekozen voor een structuur waarin dat op de best denkbare wijze wordt gerealiseerd. In de opzet van de structuur wordt niet uitgegaan van de vraag hoe alle huidige actieve raden/personen hun positie kunnen behouden of versterken. We stellen 2 modellen voor waartussen een keuze gemaakt kan worden: een grotere en een kleinere raad. Beide modellen hebben voordelen, maar ook nadelen. Er zal een keuze gemaakt moeten worden voor een van beide modellen. Het is ook denkbaar dat breed gestart wordt (A) en toegroeit naar B. De burgerparticipatieraad kan in beide gevallen rekenen op ambtelijke ondersteuning. Het werven van leden voor de BBPG vindt plaats middels een oproep vanuit de gemeente. De leden worden benoemd door het college, dat zich hierbij zal baseren op adviezen vanuit de diverse prestatievelden. De leden zijn geen vertegenwoordigers, maar moeten uiteraard wel draagvlak hebben binnen de doelgroep namens welke zij deelnemeen aan de BBPR. (zie onder c,d,en e.)
3
Model A: 12 deelnemers 10 deelnemers die de prestatievelden vertegenwoordigen (zie schema op p. 7) 1 deelnemer die als speciale taak heeft de verankering van het beleid te waarborgen 1 onafhankelijke voorzitter
Model B: 5 à 6 deelnemers, waaronder (roulerend) voorzitter Alle deelnemers staan voor alle prestatievelden, met onderling afgesproken accenten per persoon.
Voordeel: Burger zal zich meer vertegenwoordigd voelen Leden kunnen werk onderling verdelen
Voordeel: Werkbare groep Deelnemers staan meer boven de partijen
Nadeel: Kans op onwerkbare groep (“Poolse landdag”) Kans dat deelnemers puur het eigen belang behartigen
Nadeel: Kans dat burger zich niet vertegenwoordigd voelt Kans dat het téveel werk is voor die 5 à 6 mensen
c) De raad kent een gelaagdheid, dat wil zeggen dat achter de BBPR diverse overlegvormen schuilgaan We stellen ons voor dat iedere deelnemer aan de raad gesprekspartner is voor één prestatieveld (model A) of een aantal prestatievelden (model B). De deelnemers aan de raad krijgen hun input doordat zij: • vergaderingen bijwonen / verslagen lezen van bestaande overlegvormen zoals onder andere: de seniorenraad, clientenraad, gehandicaptenplatform, ouderenbond, wijk- en dorpsraden. • klankbordbijeenkomsten bijwonen, die 4 a 5 maal per jaar door de gemeente zullen worden georganiseerd • deelnemen aan de periodieke bezoeken die het college brengt aan de dorpskernen. d) De huidige klantenadviesorganen maken onderdeel uit van de achterban van de BBPR. De gemeente kiest er niet voor naast de bestaande klantenadviesorganen nóg een adviesraad te creëren. Liever heeft de gemeente één gesprekspartner als formeel adviesorgaan. De kunst is om de bestaande raden een goede plaats te geven in een nieuwe structuur. Door te werken met een model waarbij de bestaande adviesraden als achterban fungeren, hopen we dat de deskundigheid van alle betrokkenen blijvend ingezet kan worden. Zo zal de Seniorenraad als platform dienst kunnen doen voor diegenen in de BBPR die de belangen van de ouderen willen verdedigen. Deze perso(n)on(en) zal/zullen zich daarnaast óók door andere ouderengroeperingen kunnen laten voeden. Zo zal ook de Cliëntenraad voortaan een platform zijn dat dienst doet als vraagbaak en discussiepartner voor diegenen in de BBPR die voor de mensen met een minimuminkomen opkomen.
4
De Seniorenraad en de Cliëntenraad zullen met ingang van het ontstaan van de BBPR niet meer een orgaan zijn dat rechtstreeks aan het college adviseert. Ook zullen zij geen ambtelijke ondersteuning meer genieten. Zij fungeren als eigenstandig overlegorgaan en "voeden" als zodanig de BBPR. e) Leden van de burgerparticipatieraad nemen deel op persoonlijke titel De leden nemen deel aan de BBPR op persoonlijke titel. Zij hebben geen verplichte last- of ruggenspraak met één bepaalde organisatie. Tegelijk is het zo dat zij wel deel uitmaken van bepaalde doelgroepen en dat zij hierbinnen draagvlak moeten hebben. Daarnaast worden de leden van de BBPR geacht de competentie te hebben om het algemeen belang te kunnen laten prevaleren boven het eigen- of achterbanbelang. De leden zullen op enigerlei wijze contact moeten hebben met hun doelgroep en hieruit input vandaan halen. Dat kan door gebruik te maken van de achterban zodat we dat hierboven (onder punt c.) geschetst hebben. Overigens zijn er nog meer manieren te verzinnen waarop de leden zich kunnen laten inspireren. Bijvoorbeeld: een denktank oprichten met voor henzelf inspirerende mensen, een digitaal forum opzetten, platformbijeenkomsten over een bepaald thema te organiseren. Dit laten we graag aan de creatief van de leden van de BBPR over. f) In principe geen professionals De leden van de Brede Burgerparticipatieraad zijn in principe geen professionals; het zijn burgers die een bepaalde groep representeren; ervaringsdeskundigen. In sommige gevallen echter, is het wellicht moeilijk ervaringsdeskundigen te vinden die willen of kunnen deelnemen in de burgerparticipatieraad (daklozen, verslaafden, vrouwen die in opvang zitten) en is het een oplossing een professional namens hen te laten praten. Ook is het voorstelbaar dat het voor sommige vertegenwoordigers moeilijk zal zijn een groep te vertegenwoordigen (jeugd, allochtonen, ggz-cliënten). Ook hier zou gekozen kunnen worden voor een professional. Beter lijkt het om te zorgen voor professionele begeleiding van degene die als vertegenwoordiger in de participatieraad deelneemt. Radius en Door en Voor hebben beiden een projectplan geschreven over hoe respectievelijk de jeugd, allochtonen en ggz-cliënten betrokken zouden kunnen worden bij de burgerparticipatie. g) Een van de deelnemers is een zogenaamde “verankeringsfunctionaris”. Middels de verankeringsfunctionaris wordt gewaarborgd dat beleidsvoornemens en aanbevelingen daadwerkelijk verankerd worden. De verankeringsgroep zoals die opgezet gaat worden vanuit het project ouderenproof, wordt op deze wijze gelieerd aan de BBPR, als een werkgroep of klankbord zoals ook de Seniorenraad en de Adviescommissie Sociale Zaken.
5
Financiën De inrichting van de lokale burgerparticipatie zal budgetneutraal verlopen, dat wil zeggen dat de middelen die momenteel worden ingezet voor de lokale adviesraden (€ 9960,- voor adviescommissie en € 6.070,- voor Seniorenraad) hiervoor worden aangewend. Als volgt: • Budget is in beheer van de Gemeente Boxmeer • Maandelijkse vergoeding voor de leden van de BBPR • Onkostenvergoeding voor de leden van de BBPR op basis van declaraties • Budget voor de door de gemeente te organiseren klankbordbijeenkomsten • Budget voor de werkgroepen, op basis van declaraties. Het budget dat in 2007 wordt uitgeven voor de regionale klantsupportgroep (€ 5000,-) vervalt per 1 januari 2008, aangezien deze regionale adviesgroep een tijdelijke is. Overigens kan er best een regionale vorm van advisering blijven plaatsvinden als de lokale participatieraden daaraan behoefte zouden blijken te hebben.
6
Brede Burgerparticipatieraad = orgaan met formeel (gevraagd en ongevraagd) adviesrecht en verankeringsfunctie.
Jeugd
Mensen met minimum inkomen
Senioren
Mensen met lichamelijke beperking (chronisch gehandicapten en ouderen) Jeugdhuizen Cliëntenraad Seniorenraad MEE SWOGB Platform GB WMO OngeorganiKBO's seerde Ongeorgani Gehandicapjongeren seerde oude- ten Org. ren Jongerenwer -kers van Radius
Mensen met Allochtonen Verstandelijke beperking
Vrijwilligers Mantelzorgers
Kwetsbaren (daklozen, vrouwen, verslaafden
Wijk- en dorpsraden
Verankeringsfunctionaris
Dichterbij GGZ MEE WMO
Steunpunt Steunpunt Vrijwilligers Mantelzorg Vrijw. bij instellingen als: Pantein, SWOGB, KBO, Zonnebloem, Vrijwillige thuishulp en ouderenoppas
NovadicKentron GGZ Verdihuis
Wijk- en dorpsraden
Verankeringsgroep Ouderenproof
Zelforganisaties
7
Geraadpleegde stukken (niet als bijlagen bijgevoegd): - Raadsvoorstel Verordening Adviescommissie Sociale Zaken - Raadsbesluit Verordening Adviescommissie Sociale Zaken - Huishoudelijk Reglement behorend bij de Verordening Adviescommissie Sociale Zaken - Reglement Seniorenraad - Intentieverklaring Seniorenraad - Radius: Bevordering burgerparticipatie WMO voor jeugdige en allochtone burgers LvC 2007 - Door enVoor: Extra impuls voor de ondersteuning van cliënten met psychische- en verslavingsproblemen in het kader van de WMO in de regio LvC.
8