Concept Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Sliedrecht, Zaaknummer:
Onderwerp: Visie Zorg voor Jeugdigen: "Jeugdigen en Gezinnen Versterken" Dichtbij kind en gezin, meer samenhang en kwaliteit Beslispunten Vaststellen van de Visie Zorg voor Jeugdigen: "Jeugdigen en Gezinnen Versterken" Dichtbij kind en gezin, meer samenhang en kwaliteit Inleiding Met dit raadsvoorstel bieden wij u aan de concept-visie ‘Jeugdigen en Gezinnen Versterken’ in het kader van de transitie en transformatie van de zorg voor jeugdigen in Zuid-Holland Zuid (ZHZ). Wij stellen u voor deze visie vast te stellen. Op 10 april 2012 heeft het college de bestuursopdracht Transformatie jeugdzorg Zuid-Holland Zuid vastgesteld. Uw gemeenteraad is hierover geïnformeerd via een collegeinformatiebrief. Deze bestuursopdracht is het gevolg van de voorgenomen decentralisatie van de zorg voor jeugdigen per 1 januari 2015. Deze voorgenomen decentralisatie is na de val van het kabinet Rutte niet controversieel verklaard. De 19 gemeenten in ZHZ continueren daarom de gezamenlijke voorbereidingen op de komst van onze nieuwe taken op het gebied van zorg voor jeugdigen. De bestuursopdracht moet leiden tot een gezamenlijke visie, ontwerp en transformatieplan voor de 19 gemeenten in ZHZ. Gemeenten worden verplicht jeugdbescherming en jeugdreclassering bovenlokaal te organiseren. Daarnaast worden zij geadviseerd specialistische zorg voor jeugdigen bovenlokaal te organiseren. De gezamenlijke visie, het ontwerp (gepland in de eerste helft van 2013) en transformatieplan (gepland medio 2013) vormen de basis waarop de 19 gemeenten elk lokaal besluiten welke taken zij lokaal willen uitvoeren en welke bovenlokaal. Vervolgens zullen gemeenten lokaal en bovenlokaal de uitvoering van de zorg voor jeugdigen moeten gaan voorbereiden, zodat zij hun nieuwe verantwoordelijkheid per 1 januari 2015 kunnen nemen. Pas op basis van het transformatieplan kan worden bepaald op welk schaalniveau en met welke gemeenten/partners bovenlokale taken uitgevoerd kunnen worden. Voordat aan het beantwoorden van deze vraag wordt toegekomen, zullen de 19 gemeenten op basis van de visie eerst gezamenlijk een ontwerp van inhoud en vorm van de zorg voor jeugdigen moeten maken. Bij het maken van keuzes over het schaalniveau voor de uitvoering van taken, is vervolgens het uitgangspunt dat wat lokaal kan, lokaal gebeurt en daar waar de uitvoering van taken het lokale vermogen overstijgt, bovenlokale samenwerking gezocht wordt. Daarbij wordt in ZHZ-verband ‘meerschalig’ gedacht. Lokaal kunnen gemeenten zorgen voor aansluiting met onder andere hun huidige Wmo-taken op het gebied van opvoed- en opgroeiondersteuning (zoals informatie, advies, signalering en lichte pedagogische hulp). Er zullen bovenlokale taken zijn die mogelijk op het niveau van de Drechtsteden uitgevoerd kunnen worden (bijvoorbeeld in samenhang met de decentralisatie van de Awbz-functie begeleiding). Voor de
-2uitvoering van specialistische zorg voor jeugdigen, de jeugdbescherming en jeugdreclassering moet wellicht aan samenwerking van de 19 gemeenten in ZHZ of een nog grotere schaal worden gedacht. Beoogd effect Gemeenten worden verplicht, respectievelijk geadviseerd, een deel van de zorg voor jeugdigen bovenlokaal te organiseren. Voor een goede bovenlokale samenwerking is allereerst een gezamenlijke visie nodig. Deze visie moet enerzijds het vertrekpunt vormen voor het maken van gezamenlijke afspraken over het ontwerp van de zorg voor jeugdigen en over de gewenste samenwerking. Anderzijds dient de visie nadrukkelijk ruimte te bieden voor lokale invulling van de uitvoering van de zorg voor jeugdigen. Hoe luidde de opdracht voor het formuleren van een gezamenlijke visie? In de bestuursopdracht is aangegeven dat er een gezamenlijke visie op de transformatie van de zorg voor jeugdigen moet worden geformuleerd, die voldoet aan de volgende eisen: 1. de visie gaat uit van het strategisch visiedocument van de G32 op de transitie van de jeugdzorg en daarmee van de volgende uitgangspunten: opvoeden versterken; ondersteuning van professionals; ondersteuning in de directe leefomgeving; en samenhangend aanbod; 2. de visie komt tot stand met behulp van inbreng van de 19 gemeenten, maatschappelijke partners (uit de jeugdzorg en aanpalende beleidsterreinen), provincie, zorgkantoor/zorgverzekeraars en vertegenwoordigers van de doelgroep (jeugdigen en gezinnen); 3. de visie is ‘meerschalig’ (buurt/wijk, gemeente, subregio, regio, bovenregionaal) te operationaliseren; 4. de visie maakt duidelijk welke samenhang er bestaat met aanpalende beleidsterreinen: decentralisatie Awbz-begeleiding; Wet werken naar vermogen (wanneer deze door het kabinet wordt doorgezet), Wmo-kanteling, Passend onderwijs en doorontwikkeling Veiligheidshuis. Ook sluit de visie naadloos aan op de visie op de Awbz-begeleiding die eerder naar gemeenten zou worden gedecentraliseerd (of dit laatste ook daadwerkelijk het geval zal zijn, is op dit moment nog onduidelijk). Argumenten Hoe is aan de opdracht voldaan? Bijgaand treft u aan de concept-visie op de transformatie van de zorg voor jeugdigen in Zuid-Holland Zuid. Deze concept-visie is voorbereid door de stuurgroep Transitie en transformatie zorg voor jeugdigen ZHZ. In deze stuurgroep zijn twee wethouders uit elke subregio in ZHZ vertegenwoordigd, om de verbinding met de subregionale situaties te waarborgen. Bij de totstandkoming van de concept-visie is als volgt voldaan aan de in de bestuursopdracht geformuleerde eisen: 1. Over de vier centrale thema’s uit de G32-visie zijn samen met onze maatschappelijke partners op het gebied van zorg voor jeugdigen (provinciale jeugdzorg, jeugd-GGZ en jeugd-LVG), kennisateliers georganiseerd om tot aanscherping van de visie te komen. Er zijn kennisateliers georganiseerd over de volgende thema’s: eigen kracht; generalist versus specialist; stroomopwaarts; en zorg nabij organiseren. Met behulp van de opbrengst van deze kennisateliers is de G32-visie aangescherpt. 2. Aan de kennisateliers hebben cliënten en hun ouders, professionals, bestuurders van instellingen, provincie en gemeenten deelgenomen. Naast een scherper inzicht hebben de kennisateliers bijgedragen aan een gedeeld beeld over de benodigde transformatie van de zorg voor jeugdigen. De aangescherpte visie is vervolgens getoetst in gesprekken met cliënten en ouders, professionals, bestuurders van instellingen en gemeenten. Daarnaast is contact gelegd met een zorgkantoor/zorgverzekeraar en is de visie op hoofdlijnen gedeeld. 3. De visie doet uitspraken over zowel taken die lokaal als bovenlokaal kunnen worden uitgevoerd; van ondersteuning die dichtbij het gezin geleverd kan worden tot ingrijpen wanneer de
-3veiligheid van kinderen in het geding komt. Doordat de visie op hoofdlijnen is geformuleerd, biedt deze ruimte voor lokale en/of subregionale aanvulling. De aangescherpte visie is door gemeenten lokaal en in Drechtsteden / Alblasserwaard/Vijfheerenlanden / Hoeksche Waard verband getoetst aan lokale en subregionale behoeften. 4. Daarnaast is de aangescherpte visie in de Drechtsteden afgestemd op de andere decentralisaties (Awbz-begeleiding en Wet werken naar vermogen). Wij zijn van mening dat op basis van de concept-visie die wij u hierbij aanbieden, de zorg voor jeugdigen beter en efficiënter kan worden georganiseerd. In tegenstelling tot het huidige stelsel, kan op basis van de concept-visie eerder ondersteuning en zorg op maat worden geboden en een betere samenwerking rond jeugdigen en gezinnen worden gerealiseerd. Mits gemeenten daarvoor natuurlijk in de nieuwe Jeugdwet voldoende beleidsvrijheid krijgen van het Rijk. Tijdens alle gevoerde gesprekken bleek dat de visie wordt gedeeld door vertegenwoordigers van alle betrokken partijen (van cliënten tot ouders, professionals, bestuurders van instellingen en gemeenten). De opmerkingen die zijn gemaakt in de gesprekken zijn zo goed mogelijk verwerkt in de conceptvisie. Een ambtelijke versie van de visie is in een gemeenschappelijk bijeenkomst met de Wmo-adviesraden in de Drechtsteden besproken op juni 2012. In de vergadering van de Wmo-adviesraad Sliedrecht op 27 augustus 2012 is afgesproken dat de conceptvisie op 8 oktober 2012, of zo nodig eerder , aan de Wmo-adviesraad zal worden voorgelegd voor bespreking en vaststelling door de gemeenteraad. Ook heeft in het strategisch overleg jeugdbeleid een eerste bespreking plaats gehad van een ambtelijke versie van de conceptvisie in concept . Ook hier zal voorafgaand aan behandeling in de gemeenteraad de conceptvisie nogmaals wordend besproken. De reacties in deze besprekingen zullen aanvullend worden aangeboden aan de gemeenteraad. Kanttekeningen De concept jeugdwet ligt tot 18 oktober 2012 ter consultatie. Belanghebbenden kunnen tot deze datum hun reactie geven op dit concept. De conceptwet is stevig dichtgetimmerd is met richtlijnen, is sterk gericht op instituties, houdt naar het oordeel van de VNG de verkokering in de jeugdzorg in stand, en bevat een overdaad aan regelgeving. Het is van belang dat gemeenten voldoende ruimte krijgen om veranderingen in de zorg voor jeugdigen tot stand te brengen die de aanleiding vormden voor de transitie. Er wordt aansluiting gezocht met organisaties in de jeugdzorg en andere gemeenten om gezamenlijk een reactie te geven op dit concept. Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in: Financiële kaders Met de transitie van de jeugdzorg worden ook de daarbij behorende middelen van provincie, ziektekostenverzekeraars en zorgkantoren overgedragen naar de gemeenten. In het kader van landelijke bezuinigingen wordt daarop een efficiencykorting van 10 % ingehouden. De gemeenten ontvangen invoeringskosten waarvan een deel wordt benut voor de voorbereiding met de 19 gemeenten.
Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders Bestaande wetten, zoals de wet op de jeugdzorg en onderdelen van de Wet maatschappelijke ontwikkeling en de Wet publieke gezondheid, worden geïntegreerd in een nieuwe Jeugdwet.
Tijdspad, monitoring en evaluatie Naar verwachting zal aan het einde van het eerste kwartaal van 2013 het ontwerp zorg voor jeugdigen aan uw raad worden aangeboden en het transformatieplan in de tweede helft van 2013.
Communicatie: Persbericht na vaststelling door gemeenteraad. Publicatie op gemeentesite van vastgestelde visie.
-4Vervolg De stuurgroep transitie en transformatie zorg voor jeugdigen ZHZ wordt van het besluit van uw gemeenteraad in kennis gesteld.
Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de waarnemend burgemeester,
J.H. Koetsenruijter
A.G.M. van de Vondervoort
Bijlagen
1. Concept-visie Zorg voor Jeugdigen: "Jeugdigen en Gezinnen Versterken" Dichtbij kind en gezin, meer samenhang en kwaliteit
Concept Raadsbesluit
zaaknummer:
Onderwerp: Visie Zorg voor Jeugdigen: "Jeugdigen en Gezinnen Versterken" Dichtbij kind en gezin, meer samenhang en kwaliteit
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.
;
Besluit: Stelt de Visie Zorg voor Jeugdigen: "Jeugdigen en Gezinnen Versterken" Dichtbij kind en gezin, meer samenhang en kwaliteit vast
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op
De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
A.G.M. van de Vondervoort
Concept Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Sliedrecht, 2 oktober 2012 Zaaknummer: 872276 Onderwerp Contract buitenschools muziekonderwijs met muziekvereniging Crescendo Beslispunten Het huidige contract voor het buitenschools muziekonderwijs per 1-1-2014 met muziekvereniging Crescendo te beëindigen.
Inleiding Met de muziekvereniging Crescendo bestaat een overeenkomst voor het verzorgen van buitenschools muziekonderwijs. De overeenkomst geldt voor perioden van vijf jaar en wordt geacht te zijn verlengd met een periode van 5 jaar tenzij het college B&W ten minste 1 jaar voor het einde van de contractperiode een tot beëindiging van het contract strekkend gemeenteraadsbesluit heeft toegezonden. Geadviseerd wordt nu een besluit tot beëindiging te nemen om in overleg met Crescendo te treden over voortgang , al dan niet gewijzigd , van het buitenschoolse muziekonderwijs vanaf 2014. Beoogd effect Het besluit beoogt ruimte te scheppen voor overleg met Crescendo over het al dan niet voortzetten van het buitenschools muziekonderwijs en over de condities en voorwaarden waaronder. Argumenten Volgens het contract met muziekvereniging Crescendo wordt het contract geacht te zijn verlengd met telkens 5 jaren indien niet tijdig is opgezegd. Het contract is eerstens ingegaan per kalenderjaar 1999. Is vervolgens voortgezet in 2004 en 2009. In het jaar 2003 is wel besloten binnen het contract het maximum aantal leerlingen uit te breiden van 60 naar 80 leerlingen. Het is nodig na deze lange tijd het buitenschools muziekonderwijs met Crescendo te evalueren en te bezien of voortzetting wenselijk is en/of de vorm, inhoud en tijdsduur van de (verouderde) overeenkomst moet worden aangepast. Om deze afwegingen te kunnen maken dient wel de huidige overeenkomst die loopt tot 1 januari 2014 te beëindigen. Dit moet dan voor 31 december 2012 middels een raadsbesluit aan Crescendo te zijn toegezonden. Kanttekeningen Bij beëindiging van het contract treedt art. 4 lid 2 in werking waarin is gesteld dat er een afbouwperiode van 5 jaar zal gelden. In deze vijf jaar worden geen nieuwe leerlingen meer aangenomen en zullen de muzieklessen worden afgebroken als er minder dan 5 leerlingen voor een instrument zijn. Nuancering hierbij is wel dat de gemeenteraad volgens artikel 5 van de overeenkomst jaarlijks bij de begrotingsraad hiervoor de middelen beschikbaar stelt. De intentie van financiële ondersteuning is duidelijk maar een garantie hiervoor biedt de overeenkomst niet.
-2Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in: Financiële kaders N.v.t.
Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders N.v.t
Tijdspad, monitoring en evaluatie N.v.t
Communicatie Muziekvereniging Crescendo dient voor 31 december 2012 van uw raadsbesluit op de hoogte te zijn. Vervolg Met muziekvereniging Crescendo zullen gesprekken worden gevoerd met betrekking tot een eventuele overeenkomst voor het buitenschools muziekonderwijs vanaf het jaar 2014. Besluitvorming is vervolgens aan uw raad voorbehouden.
Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de waarnemend burgemeester,
J.H. Koetsenruijter
Bijlag(en): Concept Raadsbesluit
A.G.M. van de Vondervoort
Concept Raadsbesluit
zaaknummer:
Onderwerp: Contract buitenschools muziekonderwijs met muziekvereniging Crescendo
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.
;
Besluit: het huidige contract voor het buitenschools muziekonderwijs per 1-1-2014 met muziekvereniging Crescendo te beëindigen.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op
De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
A.G.M. van de Vondervoort
Concept Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Sliedrecht, 18 september 2012
Onderwerp: Ontwerp Structuurvisie Sliedrecht 2020 Voorgesteld besluit: Ontwerp Structuurvisie Sliedrecht 2020 vrij te geven voor inspraak en vooroverleg Overwegingen en alternatieven: Aanleiding De Structuurvisie ‘De wèreld tusse Wengerde en ’t waoter’ is door de raad vastgesteld in februari 2006. De bestaande structuurvisie is deels verouderd, is niet digitaal en beschikt niet over een uitvoeringsparagraaf. Voor de versterking van de ruimtelijke kwaliteit is het nodig dat de gemeente beschikt over een actuele structuurvisie met uitvoeringsparagraaf. In het Uitvoeringsprogramma 20102014 is voor de actualisering en digitalisering van de structuurvisie een prestatieafspraak opgenomen en met de raad overeengekomen. Op 24 mei 2011 is hieraan een informatieve bijeenkomst gewijd. Actualisering en digitalisering op basis van bestaande beleidsdocumenten Om bestuurlijke en budgettaire redenen is gekozen voor een ‘technische’ actualisering en digitalisering op basis van bestaande beleidsdocumenten. Een actualisering en digitalisering met als vertrekpunt de ‘Structuurvisie ‘De wereld tusse Wengerde en ‘t waoter’ en de notitie Sliedrecht 2010 en verder ‘ en de hierin gegeven missie “Sliedrecht: watergericht, innovatief en betrokken bij elkaar”. Een actualisering en digitalisering waar voorts optimaal gebruik gemaakt wordt van door het Onderzoekscentrum Drechtsteden uitgevoerde onderzoeken en bij haar beschikbare gegevens. Met dit doel is intern met medewerking van de diverse vakafdelingen de ‘Nota van uitgangspunten voor Structuurvisie 2010-2020’ gemaakt en een ‘Overzicht relevante beleidsnota’s en publicaties Onderzoekcentrum Drechtsteden’. Op basis hiervan is de opdracht voor de actualisering en digitalisering van de bestaande de structuurvisie om budgettaire en inhoudelijke redenen verstrekt aan BRO, gevestigd te Boxtel. Ontwerp Structuurvisie Sliedrecht 2020. Het is een integraal beleidsdocument dat tot stand is gekomen met medewerking van de diverse vakafdelingen. De Structuurvisie Sliedrecht 2020 is gemaakt in een internetomgeving en biedt zo een ieder de mogelijkheid om de structuurvisie op ieder moment digitaal te benaderen en te raadplegen. De structuurvisie is toegankelijk via de link http://www.broplan.nl/sliedrecht/structuurvisie/planmodule. De digitale Structuurvisie Sliedrecht 2020 met uitvoeringsparagraaf bevat de hoofdlijnen van ruimtelijk beleid, het toekomstplaatje voor de periode tot 2020. Het geeft een actueel kader voor te maken bestemmingsplannen en bijbehorende exploitatieplannen. Een recent en richtinggevend toetsingskader voor verdere gebiedsontwikkeling en/of nieuwe ruimtelijke initiatieven voor de periode 2010-2020. De Structuurvisie Sliedrecht 2020 met uitvoeringsparagraaf moet ons in staat stellen optimaal gebruik te maken van de kansen die de Wet ruimtelijke ordening (Wro) biedt.
-2Niet in de laatste plaats gaat het daarbij om het optimaal kunnen gebruiken van het in de Wro gegeven instrumentarium van de grondexploitatie. De Structuurvisie Sliedrecht 2020 met uitvoeringsparagraaf is Wro – en GREX-proof. Argumenten om ontwerp vrij te geven voor inspraak en vooroverleg 1.1 Ontwerp betreft een integraal stuk. Het bevat de voorgenomen ontwikkeling van het gehele grondgebied van de gemeente Sliedrecht voor de periode tot circa 2020; 1.2 Ontwerp betreft in hoofdzaak een ‘technische’ actualisering en digitalisering op basis van bestaande beleidsdocumenten; 1.3 Ontwerp bevat geen dan wel ondergeschikte wijzigingen ten opzichte van eerder vastgestelde beleidsvoornemens. Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in:
Financiële kaders Voor de actualisering en digitalisering van de structuurvisie is een krediet beschikbaar gesteld van € 25.000,--. De hiervoor door BRO tot heden gemaakte en nog te maken kosten komen ten laste van dit krediet.
Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders Op grond van artikel 2.1 Wro is de raad ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening gehouden en bevoegd tot het vaststellen van één of meerdere structuurvisies voor het gehele grondgebied van de gemeente Sliedrecht
Tijdspad, monitoring en evaluatie Het voornemen is het geheel, voorafgaand aan het besluit tot vrijgave, eerst te presenteren en te bespreken in achtereenvolgens een informatieve en opiniërende bijeenkomst van de raad. Externe communicatie: Op grond van artikel 2.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is de raad gehouden bij een structuurvisie aan te geven op welke wijze burgers en maatschappelijke organisaties zijn betrokken. Omdat de Ontwerp Structuurvisie in hoofdzaak gebaseerd is op bestaand beleid, wordt op grond van de gemeentelijke inspraakverordening volstaan met een tervisielegging van het ontwerp gedurende een periode van maximaal 6 weken. Om zo een ieder in de gelegenheid te stellen hierop te reageren. Gedurende deze periode zullen ook onze overlegpartners, zoals provincie, regio, buurgemeenten, wijkplatforms, Tablis Wonen, Vereniging Sliedrechtse Ondernemers en de Wmo-adviesraad, in de gelegenheid worden gesteld hiervan kennis te nemen en hierop te reageren
Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de waarnemend burgemeester,
J.H. Koetsenruijter
A.G.M. van de Vondervoort
Concept Raadsbesluit
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 september 2012;
besluit:
Ontwerp Structuurvisie Sliedrecht 2020 vrij te geven voor inspraak en vooroverleg
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
A.G.M. van de Vondervoort
GEWIJZIGD Concept Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Sliedrecht, Zaaknummer:
Onderwerp: Prioriteiten en doelstellingen Openbare Orde en Veiligheid 2013
Beslispunten Instemmen met de prioriteiten en doelstellingen Openbare Orde en veiligheid 2013 Inleiding Het is gebruikelijk dat de gemeenteraad tegen het einde van het jaar de lokale prioriteiten en doelstellingen op het gebied van openbare orde en veiligheid vaststelt. In de bijlage 1 is een notitie opgenomen waarin deze prioriteiten en doelstellingen zijn uitgewerkt. Beoogd effect Een veilige plek om te wonen, werken en recreëren, met respect voor elkaar en elkaars bezittingen. Argumenten De raad bepaalt jaarlijks de prioriteiten en doelstellingen Openbare orde en veiligheid Met de bijgevoegde notitie (bijlage 1) wordt de gemeenteraad een voorstel gedaan voor prioriteiten en (meetbare) doelstellingen. Veelal zijn de genoemde prioriteiten een voorzetting van bestaand (meerjaren) beleid. Kanttekeningen Alles doen is onmogelijk Met de in het bijgevoegde document uitgewerkte prioriteiten wordt inzet geleverd op de in Sliedrecht bekende en meest voorkomende problematieken. Dit betekent logischerwijs ook dat op andere vlakken minder nadruk ligt, tenzij tussentijds hiervoor (dringende) aanleiding bestaat. Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in: Financiële kaders Voor het realiseren van de in dit plan genoemde resultaten en maatregelen zijn financiële middelen opgenomen in de begroting 2013 onder het kopje “integrale veiligheid”. Voorbeelden van zaken die in 2013 uit dit budget kunnen worden bekostigd zijn onder andere: buurttoezicht, preventieteam zakkenrollen, Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC), Veiligheidshuis, Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO), handhavingsarrangement Merwede-Lingelijn, cameratoezicht in de horeca- en winkelgebieden, etc.
-2
Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders Niet van toepassing.
Tijdspad, monitoring en evaluatie Niet van toepassing.
Communicatie: niet van toepassing. Vervolg: niet van toepassing
Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de waarnemend burgemeester,
J.H. Koetsenruijter
A.G.M. van de Vondervoort
Bijlagen
Het document: “prioriteiten en doelstellingen voor openbare orde en veiligheid 2013”.
Concept Raadsbesluit
zaaknummer:
Onderwerp: Prioriteiten en doelstellingen Openbare Orde en Veiligheid 2013
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.
;
Besluit: In te stemmen met de prioriteiten en doelstellingen Openbare Orde en veiligheid 2013 zoals opgenomen in bijlage 1.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op
De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
A.G.M. van de Vondervoort
Concept Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Sliedrecht, 2 oktober 2012
Zaaknummer: 872446
Onderwerp: 7e wijziging Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden
Voorgesteld besluit: Vaststellen van de 7e wijziging Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden
Overwegingen en alternatieven: De GR Drechtsteden (GRD) is op 8 maart 2006 in werking getreden. Wijziging van de gemeenschappelijke regeling is noodzakelijk om de volgende redenen: 1. Op het werkterrein van de SDD zijn wijzigingen opgetreden in de uit te voeren wetgeving. Zo is de Wet investeren in jongeren vervallen en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking getreden. Deze wijzigingen moeten in de tekst van de GR worden verwerkt. 2. Daarnaast worden de taken die het SCD uitvoert op het gebied van de geografische informatie nu beter beschreven. Het gaat niet om nieuwe taken. 3. Ook worden de taken die het Bureau Drechtsteden uitvoert geactualiseerd in artikel 6. De taken van het bureau zijn in 2007 voor het eerst in de tekst van de GRD opgenomen en daarna niet meer geactualiseerd. De tekst sloot daardoor niet meer aan op het huidige takenpakket. 4. Tot slot is het belangrijk te vermelden dat de besluitvorming in de Drechtraad wordt gewijzigd in artikel 14, vijfde lid. Nu alle raden daarmee hebben ingestemd wordt deze tekst in overeenstemming gebracht met de tekst over de besluitvorming in het Reglement van Orde van de Drechtraad (artikel 26, l l e lid RvO) . Artikel I a) Redactionele wijziging. b) Redactionele wijziging c) In artikel 6 staat een aantal wetten genoemd waarvan de uitvoering aan de GRD is gedelegeerd. Wetten kennen vaak uitvoeringsbesluiten (Amvb's) die bij de uitvoering horen. Alleen bij onderdeel b van artikel 6, tweede lid, stonden de uitvoeringsbesluiten genoemd, bij de andere onderdelen werd volstaan met het benoemen van de wet zelf, er van uitgaande dat daarmee ook de uitvoeringsbesluiten werden bedoeld. Daarom wordt nu ook ten aanzien van de Wet Werk en
-2Bijstand volstaan met het benoemen van de wet, met dien verstande dat wel expliciet benoemd blijft dat ook de bijzondere bijstand hieronder valt, om misverstanden daarover te voorkomen. d) De Wet investeren in jongeren is met ingang van 1 januari 2012 vervallen. e) Op 1 juli 2012 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking getreden. Schuldhulpverlening was als taak al overgedragen aan de GRD maar nu is daar een specifieke wettelijke grondslag voor. f) Door het SCD wordt een aantal taken uitgevoerd op het gebied van de geografische informatie. Deze taken worden hier benoemd. g) In de Drechtraad is de wijze van besluitvorming aan de orde gekomen. In het Reglement van Orde van de Drechtraad is naar aanleiding daarvan een andere bepaling opgenomen dan in de tekst van de GRD stond. Aan gezien de GRD een regeling van hogere orde is, bleef die bepaling van kracht voor de besluitvorming is de Drechtraad. In het afgelopen jaar hebben alle gemeentebesturen ingestemd met de besluitvormingswijze zoals vastgelegd in het Reglement van orde. Om die reden wordt deze bepaling nu ook opgenomen in de tekst van de GRD, zodat er op dat punt geen discrepantie meer is. Op grond van artikel 55 van de tekst van de GR Drechtsteden stellen wij u voor om het wijzigingsbesluit conform en zonder amendering vast te stellen. Slechts indien alle besturen van alle deelnemers het wijzigingsbesluit gelijkluidend vaststellen, wordt het besluit van kracht.
Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in:
Financiële kaders -
Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders -
Tijdspad, monitoring en evaluatie -
Externe communicatie: Bekendmaking in het Kompas Dordrecht via Evert Jaquet op de hoogte stellen van de vaststelling.
Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de waarnemend burgemeester,
J.H. Koetsenruijter
A.G.M. van de Vondervoort
Concept Raadsbesluit De raad van de gemeente Sliedrecht, voor zover het zijn bevoegdheden betreft; gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 24 september 2012 ; overwegende, dat op 8 maart 2006 de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden (GRD) in werking is getreden; dat met ingang van 1 juli 2012 de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking is getreden; dat de uitvoering van de schuldhulpverlening is gedelegeerd aan de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden; dat de Wet investeren in Jongeren met ingang van 1 januari 2012 is ingetrokken; dat op basis van besluiten van de bestuursorganen van de Drechtsteden de bepalingen omtrent de besluitvorming in de Drechtraad in overeenstemming moeten worden gebracht met de bepalingen daaromtrent in het Reglement van orde van de Drechtraad; dat wijziging van de tekst van de GRD om bovenstaande redenen noodzakelijk is; gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet, de Kieswet en de Algemene wet bestuursrecht; BESLUIT : de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden, versie 7.0 als volgt te wijzigen: Artikel I A. B. C. D. E. F.
G.
In artikel 6, eerste lid wordt het kopje Bestuurlijke ontwikkeling en grotestedenbeleid gewijzigd in Bestuurlijke ontwikkeling. In artikel 6, eerste lid, onder het kopje Bestuurlijke ontwikkeling, wordt Ontwikkelingsprogramma gewijzigd in Programma. Artikel 6, tweede lid, onder het kopje Sociaal onder b komt te luiden: De Wet Werk en Bijstand (WWB), inclusief bijzondere bijstand. In artikel 6, tweede lid onder het kopje Sociaal, vervalt de Wet investeren in jongeren (WD), onder vernummering van de onderdelen h en i in g en h. In artikel 6, tweede lid onder het kopje Sociaal komt onderdeel h (nieuw) te luiden: De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. In artikel 7,eerste lid wordt na onderdeel j toegevoegd een onderdeel k, luidende: k. Het uitvoeren van werkzaamheden op het gebied van geografische informatie, waaronder: i. Het uitvoeren van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen (WKPB). ii. Het uitvoeren van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen (BAG), iii. Cartografie. Artikel 14, vijfde lid komt te luiden: Voor het tot stand komen van een beslissing is vereist dat meer dan 50,0% van de aanwezige stemmen vóór de beslissing stemt.
Pagina 1/2
Artikel II Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2013. Artikel III Dit besluit kan worden aangehaald als "wijzigingsbesluit gemeenschappelijke regeling Drechtsteden, zevende wijziging". Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
A.G.M. van de Vondervoort
Pagina 2/2
Concept Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Sliedrecht, Zaaknummer:
Onderwerp: Bestuursrapportage 2012
Beslispunten 1. de bestuursrapportage 2012 vast te stellen 2. de begroting 2012 op programmaniveau te wijzigen. Inleiding Voor u ligt de Bestuursrapportage nieuwe stijl. Deze rapportage is gebaseerd op de eerste zes maanden van het lopende begrotingsjaar. De nadruk ligt op het treffen van maatregelen (bijsturen en bijstellen) om eventuele vertraging en overschrijding in de begrotingsuitvoering te voorkomen. Beoogd effect Doel van de Bestuursrapportage is om tussentijds over de stand van zaken te informeren. Het gaat daarbij om de voortgang van de Programmabegroting. Argumenten 1.1. Met de bestuursrapportage wordt inzicht gegeven in de beleidsinhoudelijke en financiële afwijkingen en past in de sturingscyclus van de gemeente Sliedrecht. De bestuursrapportage is een enerzijds een afwijkingenrapportage gericht op bijsturing in geval van gesignaleerde achterblijvende realisatie op de uitvoering van de Programmabegroting. Daartoe wordt een (einde)jaarprognose van de begrotingsprogramma’s gegeven. Indien deze prognose een afwijkend beeld geeft van de geplande begrotingsuitvoering wordt hiervan melding gemaakt met een toelichting. Tevens wordt aangegeven welke maatregelen worden getroffen om de begrotingsuitvoering in lijn te krijgen met de door de raad beschikbaar gestelde middelen. Daarnaast is de bestuursrapportage een bijstellingenrapportage gericht op een zo goed mogelijke voorspelling van het jaarresultaat, waarbij onontkoombare en niet bijstuurbare afwijkingen worden verwerkt door middel van een begrotingswijziging. 1.2 Met de begrotingswijziging worden onontkoombare en niet bij te sturen afwijkingen vertaald naar de lopende begroting en meerjarenraming. Dit past in het financieel beleid van de gemeente Sliedrecht. Voor 2012 was aanvankelijk nog voorzien in een veegbesluit in de maand december, met als doel geen averij op te lopen met de begrotingsrechtmatigheid. De planning voorziet echter niet in een raadsvergadering in december 2012. Dit betekent dat er in de periode van november tot aan het vaststellen van de jaarrekening 2012 (in mei 2013) geen mogelijkheden zijn om op basis van een sturingsdocument de begroting bij te stellen. Om dit te ondervangen stellen wij voor om substantiële
-2afwijkingen ten opzichte van de begroting afzonderlijk aan uw raad voor te leggen middels een college informatiebrief. Overig We verwachten voor 2012 een voordeel op de exploitatie van € 93.500. In de oorspronkelijke programmabegroting 2012, vastgesteld in de raadsvergadering van 9 november 2011, was sprake van een voordelig saldo van € 108.000. De belangrijkste afwijkingen (> € 50.000) zijn: Programma Programma 1 Bestuur en Dienstverlening Programma 4 Openbare ruimte Programma 5 Cultuur, sport en recreatie Programma 6 Werk, inkomen, zorg en welzijn
Programma 10 Financiën en organisatie
Omschrijving Hoger aandeel GRD Lagere verwerkingskosten HH afval Teruggave BTW op sportaccommodaties Lagere kosten bijstand / SDD Hogere bijdrage Drechtwerk Lagere kosten WMO Opbrengst grondtransactie Versterking Planning & Controlfunctie Lagere Algemene Uitkering
-/- € € € € -/- € € € -/- € -/- €
Bedrag 66.000 175.000 116.000 316.000 183.000 154.000 22.000 120.000 84.000
Een -/- wil zeggen dat er sprake is van een nadeel ten opzichte van de begroting.
Kanttekeningen 1. de bestuursrapportage is in opbouw Deze rapportage is voor de eerste maal in deze vorm gemaakt. Er is sprake van een leerproces. Dit betekent dat nog niet over alle kostensoorten kon worden gerapporteerd. De budgetafwijkingen zoals die zijn opgenomen zijn vooral gericht op de directe kosten binnen de programma’s. Verder zijn de prognoses en daaraan gerelateerde bijstellingen gebaseerd op de meest recente informatie tot en met september 2012. Het risico is aanwezig dat het uiteindelijke resultaat afwijkt van de prognoses. Deze risico’s zijn beschreven in deze rapportage. Hieronder wordt kort toegelicht waar deze risico’s zich vooral voordoen:
Kapitaallasten (afschrijving en rente): deze zijn nog niet volledig in de administratie verwerkt. Salarissen en sociale lasten: hier dient nog onderzoek te worden gedaan naar de ramingen van de niet reguliere salariskosten (ambtsjubilea e.d.) Doorbelasting vanuit de Gemeenschappelijke Regelingen: de effecten van de tweede bestuursrapportage van de GRD nog niet meegenomen. Algemene Uitkering: er kunnen echter afrekeningen volgen van voorgaande jaren, die op basis van nacalculatie worden verrekend.
Mochten zich in de realisatie substantiële afwijkingen voordoen ten opzichte van de prognose van deze bestuursrapportage, worden deze middels college informatiebrief aan uw raad kenbaar gemaakt. Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in: Financiële kaders De financiële kaders voor deze bestuursrapportage worden gevormd door de programmabegroting 2012.
Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders De bestuursrapportage moet voldoen aan de eisen van de nieuwe sturingscyclus.
Tijdspad, monitoring en evaluatie De bestuursrapportage is het vierde document in de nieuwe opzet van de sturingscyclus (na programmabegroting 2012, Jaarrekening 2011 en Kadernota 2013). Na het doorlopen van de
-3volledige cyclus zal een eindevaluatie plaatsvinden. Dat zal plaatsvinden na vaststelling van de jaarrekening 2013 (in mei/juni 2014) Communicatie: Conform de geldende voorschriften op het gebied van communicatie wordt over de bestuursrapportage 2012 gecommuniceerd Vervolg Systematisch wordt gewerkt aan de verdere opbouw van het rapportagesysteem, waarin de nu ontbrekende elementen een plaats zullen krijgen en de kwaliteit van de prognoses op het gewenste niveau wordt gebracht.
Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de waarnemend burgemeester,
J.H. Koetsenruijter
Bijlagen
Bestuursrapportage 2012
A.G.M. van de Vondervoort
Concept Raadsbesluit
zaaknummer: Onderwerp: Bestuursrapportage 2012
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 oktober 2012;
Besluit: 1. De Bestuursrapportage 2012 vast te stellen 2. De begroting 2012 op programmaniveau te wijzigen.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op
De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
A.G.M. van de Vondervoort
Concept Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Sliedrecht, 16 oktober 2012 Zaaknummer: 883226
Onderwerp Aanbieding begroting 2013 Beslispunten 1. De programmabegroting 2013 vast te stellen, waarin begrepen: a. de routinematige / vervangingsinvesteringen; b. de subsidieplafonds 2013 (§ 5.2.); c. de exploitatieprognoses van de bouwgrondexploitaties (§ 5.3.). 2. De onontkoombare voorstellen voor nieuw beleid: a. vast te stellen; b. te dekken vanuit de Operatie STOER; c. middels een wijziging van de begroting 2013 te autoriseren. 3. De afweegbare voorstellen voor nieuw beleid: a. vast te stellen; b. te dekken vanuit de Operatie STOER; c. middels een wijziging van de begroting 2013 te autoriseren. 4. In te stemmen met het dekkingsplan 2013 Inleiding
1. Scenario Sliedrecht uit de Kadernota wordt werkelijkheid voor 2013 Het scenario Sliedrecht is opgenomen in de Kadernota 2013. Het scenario gaat uit van de verwachting dat gemeente de komende jaren, in lijn met de bezuinigingen op rijksniveau, wordt geconfronteerd met een korting op het gemeentefonds. In het scenario was de korting voor onze gemeente berekend op € 600.000. Ook voor de decentralisaties is € 600.000 opgenomen in het scenario. Dit omvat de te verwachten effecten van de decentralisaties Jeugdzorg en AWBZ, onderdeel begeleiding, alsmede de plannen voor de Wet Werken naar Vermogen. Ondanks het feit dat deze laatste controversieel is verklaard, is de verwachting dat deze, wellicht in iets aangepaste vorm, door zal gaan. Door deze ontwikkelingen zal landelijk ongeveer € 8 miljard worden overgeheveld. De gemeentebegroting stijgt daardoor met een kleine 25%; voor Sliedrecht komt dit grofweg neer op € 12 miljoen. Er wordt op voorhand rekening gehouden met een efficiencytaakstelling van 10%. Gemeenten, dus ook Sliedrecht, lopen een groot risico dat deze korting niet kan worden gerealiseerd. Voorts wil het college blijvend investeren in ons dorp. Daarvoor is financiële ruimte nodig in de exploitatierekening (kapitaallasten). Op dit moment worden veel investeringen bekostigd uit te algemene reserve (incidenteel geld). Op dit punt wenst het college de financiële strategie te heroverwegen: om ook toekomstbestendig te zijn, is het van belang dat huidige investeringen ook in de toekomst kunnen worden vervangen en dus met structurele middelen worden gedekt.
-2Wat er de komende jaren nog meer aan bezuinigingen op de gemeenten afkomt, is op dit moment onzeker. Naast landelijke ontwikkelingen zal Sliedrecht, ter behoud van de stabiele financiële positie, op een andere manier moeten omgaan met het realiseren van grote investeringen, bij voorkeur niet meer middels dekking uit reserves. Door achterblijvende grondverkopen blijft de voeding in de reserve infrastructurele werken en de reserve egalisatie grondkosten woningbouw achter en zal ruimte in de exploitatie moeten worden gecreëerd om fondsen voor bovenwijkse voorzieningen en de onderhoudsniveaus van bijvoorbeeld wegen te kunnen handhaven. Ook op dit punt zullen fundamentele keuzen moeten worden gemaakt. Samenvattend houdt het college rekening met een scenario dat opbouwt naar een taakstelling van in totaal € 2,0 miljoen in 2015, bestaande uit de volgende componenten: 1. Gevolgen Lenteakkoord € 600.000 2. Gevolgen decentralisaties € 600.000 3. Marge € 800.000 bedoeld voor: a. Onzekerheden in de punten 1 en 2 b. Toekomstbestendig financieel beleid (ruimte kapitaallasten in plaats van incidentele financiering uit de algemene reserve) c. Handhaven niveau bovenwijkse voorzieningen en onderhoudsniveaus Op grond van dit scenario is in de Kadernota een geactualiseerd financieel perspectief geschetst, een perspectief dat één op één benoemd is als de opgave voor Operatie STOER. Met de vaststelling van de Kadernota is de Brede Doorlichting afgesloten (voor 2012 is € 1,40 miljoen van de oorspronkelijke taakstelling van € 1,54 miljoen gerealiseerd); de resterende financiële opgave vanuit de Brede Doorlichting en de nog lopende initiatieven zijn opgenomen in de operatie STOER. Deze lopende initiatieven zijn in de Kadernota nogmaals concreet benoemd: 1. Procesmanagement (herontwerp processen); 2. Doordecentralisatie huisvesting onderwijs; 3. Inkomsten verhogen; 4. Financiële strategie; 5. Organisatiekosten; 6. Vastgoedbeleid. Het financieel perspectief uit de Kadernota 2013 luidde als volgt. Omschrijving Stand perspectief Kadernota Stelpost landelijke ontwikkelingen - scenario Sliedrecht FINANCIËLE OPGAVE OPERATIE STOER
2013 -110.272 -600.000 -710.272
2014 130.079 -1.000.000 -869.921
2015 -301.708 -2.000.000 -2.301.708
2016 -290.236 -2.000.000 -2.290.236
Dit was de voorspelling op basis van een scenario. Inmiddels zijn we enkele maanden verder en wordt stap voor stap duidelijker hoe de maatregelen op rijksniveau uitwerken voor onze gemeente. De belangrijkste conclusie is dat voor 2013 het scenario de werkelijkheid zeer dicht benadert. In hoofdstuk 1 van de begroting is de ontwikkeling van de algemene uitkering opgenomen. De teruggang in de algemene uitkering uit het gemeentefonds van 2012 naar 2013 is circa € 654.000. In het scenario werd al rekening gehouden met € 600.000. De ontwikkeling is echter negatiever: Omschrijving Algemene uitkering Mutatie t.o.v. 2012 In scenario is rekening gehouden met Verschil (negatiever)
2012 23.354.132
2013 22.700.000 -654.132 600.000 -54.132
2014 22.710.000 -644.132 600.000 -44.132
2015 21.780.000 -1.574.132 600.000 -974.132
2016 22.130.000 -1.224.132 600.000 -624.132
-3-
2. Meerjarenperspectief is niet sluitend Het college hecht eraan een realistische begroting neer te leggen. In de nu voorliggende begroting is de zogenaamde junicirculaire voor de algemene uitkering verwerkt. Zoals we reeds hadden voorspeld, werkt deze met een bedrag van ruim € 600.000 negatief uit op het begrotingssaldo 2013. Maar ook voor de komende jaren heeft de junicirculaire een forse impact. Omschrijving Saldo begroting 2013
2013 -724.924
2014 -762.887
2015 -1.663.601
2016 -1.011.013
Vanuit het scenario is in deze reeks dus nog geen rekening gehouden met de decentralisaties (inschatting € 600.000 vanaf 2015) en de veiligheidsmarge voor onzekerheden en herschikking in de financiële huishouding. Wanneer daarmee rekening wordt gehouden, zou het tekort in 2016 oplopen naar –€ 2,5 mln. Omschrijving Saldo begroting 2013 Scenario: Decentralisaties Scenario: Marge Perspectief inclusief resterende onderdelen scenario
2013 -724.924 -724.924
2014 -762.887 -150.000 -250.000 -1.162.887
2015 -1.663.601 -450.000 -500.000 -2.613.601
2016 -1.011.013 -600.000 -800.000 -2.411.013
Overigens laat de septembercirculaire geen wezenlijk ander beeld zien dan de junicirculaire. Nogmaals benadrukken we dat er sprake is van een scenario voor de jaren na 2013. Na de vorming van een nieuw kabinet zal rondom de Kadernota 2014 meer duidelijkheid ontstaan. De operatie STOER is nu gebaseerd op het voorliggende scenario. Op basis van voortschrijdend inzicht kan bijstelling plaatsvinden van het scenario. Daardoor kan het vanuit de operatie STOER ook noodzakelijk worden dat een herafweging moet plaatsvinden voor voorgenomen investeringen. Consequentie van dit perspectief is dat de toezichthouder, de Provincie Zuid-Holland, een verscherpt toezichtsregime, zogenaamd preventief toezicht kan gaan toepassen. Dit beperkt de gemeente in zijn mogelijkheden om budgetaanpassingen door te voeren. Hierover worden sinds enkele maanden op ambtelijk niveau gesprekken gevoerd met de provincie. Overigens zijn in de begroting 2013 de structurele voordelen die bleken bij de jaarrekening 2011 zoveel mogelijk verwerkt. In de jaarrekening waren de volgende zaken vermeld. Omschrijving Vrijval ISV-subsidie (Veegbesluit) Vergoedingen politieke ambtsdragers (Veegbesluit) Aanvulling budget SDD (Veegbesluit) Pensioenverplichtingen wethouders (college-info januari 2012) Nabetaling algemene uitkering (college-info januari 2012) Voorziening exploitatietekort grondexploitatie Benedenveer (zonder omvang aangekondigd in college-informatie januari 2012 Afschrijvingslasten Opbrengst leges bouwvergunningen Voordeel renteomslag Aanslagen OZB en containerrechten over de jaren 2009 en 2010 Voorziening t.b.v. verliezen GGD-ZHZ Saldo overige verschillen Totaal
Bedrag 896.000 -106.000 -170.000 -146.000 609.000 -900.000 459.000 270.000 215.000 330.000 -100.000 -46.000 1.311.000
I S I I I I I/S I I/S I/S I I/S
De structurele afwijkingen zijn dus beperkt en op sommige onderdelen ook nog niet scherp. In de jaarrekening hebben we de volgende zaken benoemd waarop scherper moet worden geacteerd. 1. Subsidiabele (exploitatie)kosten worden pas laat in het jaar budgettair geneutraliseerd: de kosten drukken gedurende het jaar de exploitatie, de subsidieopbrengst wordt pas aan het einde van het jaar verantwoord;
-42. De investeringsplanningen zijn over het algemeen optimistisch waardoor de werkelijke kapitaallasten achterblijven bij de begrote; 3. De ramingen van gemeentelijke heffingen zijn voorzichtig; jaarlijks worden met name over afgelopen jaren alsnog belastingopbrengsten gerealiseerd. Het derde punt is inmiddels in de begroting 2013 verwerkt; in de paragraaf lokale heffingen is zichtbaar dat de raming voor de lokale lasten is verhoogd. Punt 1 wordt in de doorontwikkeling van de sturingscyclus ondervangen. Het tweede punt is momenteel in onderzoek; de restantkredieten worden opgeschoond. Eventuele budgettaire effecten worden in de operatie STOER meegenomen.
3. Wet Hof (Houdbare Overheidsfinanciën) De Wet Hof gaat regelen dat het EMU-tekort (de zogenaamde “Zalmnorm” van 3%) op basis van de begroting voor 2012 en 2013 van het collectief van gemeenten, provincies en waterschappen samen in totaal onder de 0,5% van het bruto binnenlands product (bbp) blijft. Dit kan grote gevolgen hebben voor de vrijheden van lokale overheden, met name op het gebied van investeringen. Wanneer lokale overheden deze norm overschrijden, krijgt het rijk te vrijheid in te grijpen in het gemeentefonds. Voor een uitgebreidere toelichting verwijzen we u naar het begrotingsboekwerk, paragraaf 3.4.2. (Financieringsparagraaf, subparagraaf “Ontwikkelingen”).
4. Urgentie Operatie STOER is toegenomen Door het bovenstaande perspectief en de toegenomen druk vanuit Europa op houdbare overheidsfinanciën die ook afstraalt op gemeenten, is de urgentie om tot stappen te komen met de Operatie STOER toegenomen. Om ook samen met de toezichthouder tot werkbare afspraken te komen, is het van belang dat in het eerste kwartaal van 2013 een structurele oplossing ter tafel is om het meerjarenperspectief sluitend te krijgen. Dit zal, zoals we ook al eerder hebben aangegeven, niet anders kunnen dan via ingrijpen in het niveau van taakuitvoering door de gemeente. Daarbij zal ook de raad aan zet zijn.
5. Uiterste terughoudend bij de afweging van nieuw beleid Gelet op het hiervoor geschetste beeld heeft het college besloten zeer terughoudend te zijn met voorstellen voor nieuw beleid. Bij dit raadsvoorstel is het complete overzicht gevoegd dat het college heeft gehanteerd bij de inventarisatie van voorstellen voor nieuw beleid. Daarbij heeft het college het volgende afwegingskader gehanteerd. 1. Project / activiteit is noodzakelijk ter invulling van de wettelijke taak (onontkoombaar); 2. Project / activiteit is noodzakelijk omdat er anders sprake is van een onaanvaardbaar risico; 3. Project / activiteit is een investering die zich minimaal terugverdient, (mede)gefinancierd wordt door derden; 4. Project / activiteit heeft reeds aantoonbaar bijgedragen aan het bereiken van resultaat; 5. Project past binnen het raadsprogramma “Sliedrecht meer waard”. Voorstellen die onontkoombaar zijn, bijvoorbeeld omdat er sprake is van een wettelijke grondslag of reeds gedane toezeggingen, zullen moeten worden doorgevoerd. Voor 2013 en verder is er sprake van de volgende onontkoombare beleidswijzigingen. Nr.
Progr.
E03
8
E05 E15 E18
1 2 2
Omschrijving Herziening bestemmingsplannen (m.n. plankosten; actualisering voor 10 jaar) Budget verkiezingen (verhoging) Regionalisering brandweer Budget RADAR (evaluatie vindt op Rijksniveau plaats, mogelijke wettelijke taak) TOTALEN
2013 -90.000
Effect exploitatie 2014 2015 -
0 -70.700 -9.197
-80.000 P.M. -9.197
-40.000 P.M. -9.197
P.M. -9.197
-169.897
-89.197
-49.197
-9.197
Verder is sprake van een aantal zaken waarop het college u voorstelt een keuze te maken. Deze voorstellen zijn afweegbaar.
2016 -
-5Nr.
Progr.
E01 E02
5 6
E13 E16 E17
2 1 6
Omschrijving Exploitatiebijdrage VVV Network Business Event Merwestroom (verbinding overheid en bedrijfsleven) Buurttoezicht Handhavingsambities Lokale initiatieven/incentives arbeidsmarkt/leer-werkbedrijven TOTALEN
2013 -6.200 -3.000
Effect exploitatie 2014 2015 -6.200 -6.200 -3.000 -3.000
2016 -6.200 -3.000
-6.500 P.M. -20.000
-2.500 P.M. -20.000
-2.500 P.M. -20.000
-2.500 P.M. -20.000
-35.700
-31.700
-31.700
-31.700
E01 Exploitatiebijdrage VVV In de regio is het VVV actief. Behalve de gemeente Sliedrecht dragen alle Drechtstedengemeenten hieraan bij. Om de gemeente Sliedrecht met onder meer haar musea e.d. beter op de kaart te zetten, stelt het college voor deel te gaan nemen in het regionaal VVV. E02 Network Business Event Merwestroom (verbinding overheid en bedrijfsleven) Dit evenement biedt een podium aan ondernemers en bedrijven die zich onderscheiden op basis van groei, innovatie, duurzaamheid of maatschappelijke betrokkenheid. Het zet deze ondernemers in de schijnwerpers. Waardering voor ondernemerszin in onze gemeente past bij de ambitie die wij als college hebben. E13 Buurttoezicht Het buurttoezicht in wijk Oost is een nieuw initiatief. Uit de evaluatie (behandeld door de raad op 16 oktober 2012) blijkt dat het succesvol is. Zoals uit de evaluatie blijkt, is het aantal woninginbraken in de pilotperiode met 36% afgenomen ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. Het aantal auto-inbraken is zelfs verminderd met 65%. De veiligheid is hierdoor aantoonbaar verhoogd. De vrijwilligers willen graag doorgaan met hun werk. Ook de politie is bereid om de nodige ondersteuning te blijven geven. De kosten voor continuering van € 2.750 per jaar minus een bijdrage van Tablis van € 750 kunnen binnen de budgetten van Programma 2 worden opgevangen. Door in de wijk Sliedrecht West dezelfde werkwijze te hanteren als in Sliedrecht Oost reeds het geval is, wordt verwacht ook een vergelijkbaar effect te kunnen behalen. Op basis van de inbraakcijfers van de politie is het logisch om voor de start van een tweede buurttoezicht-project te kiezen voor de wijk West. Het aantal woninginbraken ligt in deze wijk in de pilot-periode, bijna 5 keer zo hoog als in de wijk centrum. Om in Sliedrecht-West te kunnen starten met het project, hoeft in financiële zin alleen geïnvesteerd te worden in de aanschaf van herkenbare kleding en drukwerk, zoals waarschuwingskaarten en een introductiefolder. De structurele kosten zijn na de start, net zoals in de wijk Oost, beperkt tot drukwerk, onkostenvergoedingen, incidentele vervanging van tenues en een jaarlijks uitje. De incidentele kosten bedragen € 4.000 en de structurele kosten bedragen € 2.750; Tablis heeft een bijdrage toegezegd van € 250 waardoor de structurele kosten voor de gemeente € 2.500 bedragen. Binnen de begroting is hiervoor geen dekking aanwezig. E16 Handhavingsambities In 2013 wordt een integrale handhavingsnota opgeleverd met daarin de uitgangspunten, prioriteiten en het ambitieniveau van de handhaving. Op dit moment is nog niet duidelijk wat de financiële consequenties zijn van dit beleid. Deze worden inzichtelijk bij het opstellen en implementeren hiervan. Derhalve is deze post op P.M. gezet. E17 Lokale initiatieven/incentives arbeidsmarkt/leer-werkbedrijven Met de intentie van de ontwerp Wet Werken naar vermogen in ogenschouw, willen we met onder andere Drechtwerk zogenaamde leer-werkbedrijven initiëren om Wsw-geïndiceerden naar een reguliere werkplek te bemiddelen. Om armslag te hebben deze initiatieven te faciliteren, is het gewenst over middelen te beschikken. Deze zaken werken als volgt uit op het financieel perspectief.
-6Omschrijving Perspectief inclusief resterende onderdelen scenario Onontkoombaar Afweegbaar Totaal perspectief
2013 -724.924 -169.897 -35.700 -930.521
2014 -1.162.887 -89.197 -31.700 -1.283.784
2015 -2.613.601 -49.197 -31.700 -2.694.498
2016 -2.411.013 -9.197 -31.700 -2.451.910
6. Dekkingsplan 2013 Hoewel de oplossing van bovenstaand perspectief moet worden gezocht in structurele maatregelen, heeft het college gemeend om voor 2013 een dekkingsplan te moeten neerleggen om een aanzet te hebben om 2013 sluitend te maken. Benadrukt moet worden dat dit dekkingsplan grotendeel slechts incidenteel kan worden toegepast! Met name de rentemaatregel holt onze algemene reserve uit. De noodzaak voor het nemen van structurele maatregelen is zeer noodzakelijk. a. Extra verhoging OZB In de Kadernota 2013 is besloten de OZB trendmatig (inflatie) te laten stijgen. Landelijk is de verhoging gemaximeerd op de zogenaamde macronorm; deze is voor 2013 bepaald op 3% (in 2012: 3,75%). Dit betekent dat gemeenten de tarieven bij gelijkblijvende WOZ-waarden gemiddeld met 3% mogen laten stijgen. Omdat er reeds een trendmatige verhoging is doorgevoerd van 1,7%, resteert binnen de macronorm nog een mogelijke verhoging van 1,3% van de tarieven. De afvalstoffenheffing daalt in 2013; de redenen daarvan zijn toegelicht in de begroting. De totale lokale lasten voor de burger dalen daardoor. Voor meerpersoonshuishoudens is de daling € 23 per jaar. Wanneer de hierboven aangegeven extra verhoging van de OZB zou worden doorgevoerd, blijven de lokale lasten 2013 per saldo beneden het niveau van 2012. Op grond van het voorgaande wordt voorgesteld de OZB in 2013 te verhogen met (extra) 1,3%. De extra (structurele) opbrengst voor de gemeente die hieruit voortvloeit bedraagt circa € 46.000 (1,3% van € 3.321.000). b. Rentetoevoeging c.a. aan de algemene reserve De gemeente Sliedrecht voegt als een van de weinige gemeenten in Nederland nog rente toe aan reserves. Voor een aantal reserves is dit ook goed verdedigbaar. Voor de algemene reserve (Algemene Reserve en Reserve Egalisatie Grondkosten Woningbouw), die het karakter hebben van risicobuffers, is dit discutabel. Toegezegd was om het rentebeleid binnen de operatie STOER te herzien. Vanwege de huidige financiële problematiek stellen we voor om de rentetoevoeging voor 2013 aan de Algemene Reserve achterwege te laten en deze (begrote) toevoeging te laten vrijvallen in de exploitatie. Hiermee wordt € 249.000 vrijgespeeld. Daarnaast wordt 2,5% van bespaarde rente over voorzieningen toegevoegd aan de algemene reserve. Ook voor dit onderdeel wordt voor 2013 voorgesteld het desbetreffende bedrag van € 287.000 te laten vrijvallen. Benadrukt moet worden dat het rentebeleid er op dit moment voor zorgt dat voor investeringen wordt gespaard. Deze wijze van financieren lijkt verstandig, maar kan op het moment dat de desbetreffende investering aan vervanging toe is voor problemen zorgen: als de algemene reserve op dat moment niet op niveau is, kan geen vervanging plaatsvinden. Om het financieel beleid op lange termijn gezond te houden, acht het college het verstandiger om voor investeringen structureel budget in de exploitatie beschikbaar te krijgen voor kapitaallasten. Zoals hiervoor al is aangegeven, maakt die omslag deel uit van de operatie STOER. De maatregel die nu wordt voorgesteld, kan dus niet anders dan een incidentele maatregel inhouden, temeer omdat door het achterwege laten van de rentetoevoegingen de ontwikkeling van het niveau van de algemene reserves aantast. c. Indexeringen budgetten terugdraaien Wanneer we de indexeringen op de prijsgevoelige budgetten zouden terugdraaien, levert dit een structureel voordeel op van ca. € 150.000. Het betreft een generieke (“kaasschaaf”) taakstelling.
-7d. Dekking uit de Algemene reserve Voor 2013 wordt het resterende negatieve saldo onttrokken aan de Algemene Reserve. Ook dit is een incidentele maatregel die overigens wel een (structureel) effect heeft op de ontwikkeling van het weerstandsvermogen.
7. Samenvattend Omschrijving Totaal perspectief Dekkingsplan 2013 a. Extra verhoging OZB b1. Rentetoevoeging AR achterwege b2. Bespaarde rente voorzieningen c. Indexeringen niet doorvoeren d. Dekking Algemene Reserve Totaal perspectief inclusief dekkingplan 2013
2013 -930.521
2014 -1.283.784
2015 -2.694.498
2016 -2.451.910
46.000 287.000 249.000 150.000 198.521 0
46.000 150.000 -1.087.784
46.000 150.000 -2.498.498
46.000 150.000 -2.255.910
Wanneer dit perspectief geheel binnen de algemene reserves zou worden opgevangen, is het effect daarvan als volgt cijfermatig weer te geven. Daarbij werken ook de onderdelen b1, b2 en d door in de algemene reserve (in 2013 € 734.521 negatief). Gecorrigeerde prognose standen algemene reserves Algemene reserve Reserve Egalisatie Grondkosten Woningbouw Geprognosticeerde standen
2013 4.786.696 -304.796 4.481.900
2014 4.242.639 -407.388 3.835.251
2015 2.410.515 547.977 2.958.493
2016 618.306 488.023 1.106.329
In onderstaande grafiek is een tweetal lijnen opgenomen: de bovenste lijn geeft aan hoe de algemene reserves zich zouden ontwikkelen wanneer we de exploitatie sluitend zouden hebben (beoogd effect van operatie STOER) en bij ongewijzigd beleid voor wat betreft rentetoevoeging aan reserves. De onderste lijn is de geprognosticeerde ontwikkeling zoals in bovenstaand cijfermatig overzicht is weergegeven. Daarin is het dekkingsplan dus meegenomen en ook geldt dat daarbij rekening is gehouden met ongewijzigd beleid voor wat betreft rentetoevoeging.
Prognose verloop algemene reserves 9.000.000 8.000.000 7.000.000 Stand in €
6.000.000 5.000.000 4.000.000 3.000.000 2.000.000 1.000.000 0 2013
2014
2015
2016
Ultimo boekjaar Bij sluitende exploitatie
Bij volledige opvang exploitatiesaldo, incl. dekkingsplan
-8Beoogd effect Het beoogd effect van de begroting is het ondersteunen van de raad in zijn kaderstellende rol. Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in: Financiële kaders De uitgangspunten voor de programmabegroting zijn vastgesteld bij de Kadernota 2013
Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders De programmabegroting moet voldoen aan het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV); de indieningstermijn van de begroting bij de toezichthouder (de Provincie Zuid-Holland) is wettelijk bepaald op 15 november voorafgaande aan het begrotingsjaar
Tijdspad, monitoring en evaluatie De voortgang van de begroting wordt tussentijds geëvalueerd via de Bestuursrapportage 2013 (najaar 2013) en (indien noodzakelijk) het veegbesluit (december 2013). De eindevaluatie vindt plaats bij de behandeling van de jaarrekening 2013 (juni 2014)
Communicatie Conform de daarvoor geldende voorschriften wordt over de begroting gecommuniceerd. Vervolg De begroting is, na de Kadernota, het tweede document in de sturingscyclus. Tezamen met de Kadernota vormt het de set sturingsdocumenten die de raad tot zijn beschikking heeft om de kaderstellende rol te vervullen. Het vervolg van de cyclus ligt in de tussentijdse evaluatie van het begrotingsjaar met de bestuursrapportage en de eindevaluatie met de jaarrekening. Deze beide documenten zijn bedoeld om de raad te ondersteunen in zijn controlerende rol.
Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de waarnemend burgemeester,
J.H. Koetsenruijter
A.G.M. van de Vondervoort
Bijlagen - Overzicht Inventarisatie nieuwe wensen 2013 - Begroting 2013
Concept Raadsbesluit
zaaknummer: 883226 Onderwerp: Begroting 2013
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 oktober 2012;
Besluit: 1.
2.
3.
4.
De programmabegroting 2013 vast te stellen, waarin begrepen: a. de routinematige / vervangingsinvesteringen; b. de subsidieplafonds 2013 (§ 5.2.); c. de exploitatieprognoses van de bouwgrondexploitaties (§ 5.3.). De onontkoombare voorstellen voor nieuw beleid: a. vast te stellen; b. te dekken vanuit de Operatie STOER; c. middels een wijziging van de begroting 2013 te autoriseren. De afweegbare voorstellen voor nieuw beleid: a. vast te stellen; b. te dekken vanuit de Operatie STOER; c. middels een wijziging van de begroting 2013 te autoriseren. In te stemmen met het dekkingsplan 2013
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op 14 november 2012
De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
A.G.M. van de Vondervoort