Concept Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Agendapunt:
Sliedrecht, 28 september 2010
Onderwerp: Beheersverordening begraafplaats Sliedrecht 2011 en de Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten 2011. Voorgesteld besluit: De Beheersverordening begraafplaats Sliedrecht 2011 en de Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten 2011 vaststellen.
Advies opiniërende bijeenkomst:
Overwegingen en alternatieven: Inleiding De beheersverordening begraafplaats bevat verschillende regels die worden gehandteerd voor de instandhouding van en dienstverlening op de gemeentelijke begraafplaats. De inwoners verwachten van de gemeente dat de lijkbezorging op de gemeentelijke begraafplaats op een goede wijze is geregeld. De verantwoordelijkheid voor de begraafplaatsen kan worden vergeleken met de verantwoordelijkheid voor de zorg voor andere collectieve voorzieningen. De burgers hebben vaak een emotionele betrokkenheid met de begraafplaatsen en alles wat zich daarop afspeelt. Daarbij stelt de dienstverlening hen voor financiële lasten. Dit maakt het nodig om de rechten en verplichtingen duidelijk vast te leggen. In 2009 is de Wet op de lijkbezorging op een aantal punten gewijzigd. Het betreft hier onder andere de termijn waarbinnen de begraving of verbranding moet plaatsvinden, het onderscheid tussen algemene en particuliere graven en het doen van mededeling aan belanghebbenden over het verstrijken van de termijn van algemene graven. In de praktijk is gebleken dat er behoefte bestaat aan een scherpere omschrijving van de rechten en plichten van zowel de beheerder van de begraafplaats als van de belanghebbenden. In verband met de wijzigingen in de Wet op de lijkbezorging die per 1 januari 2010 in werking is getreden, dient onze Verordening op het beheer en gebruik van de begraafplaatsen te worden aangepast. Bovendien is de huidige verordening gedateerd (1993 inclusief eerste wijziging in 2005). Gelet op de wijzigingen in de Wet op de lijkbezorging heeft de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) eerder dit jaar een modelverordening verspreid. Hiervan is gebruik gemaakt. Daarnaast wordt voorgesteld van de gelegenheid gebruik maken een aantal zaken op basis van de modelverordening op te nemen of aan te passen in de nieuwe verordening, te weten: • de mogelijkheid tot het uitgeven van een particuliere gedenkplaats. De regels voor een particuliere gedenkplaats zijn vergelijkbaar met de regels voor particuliere graven;
•
• •
•
•
de mogelijkheid tot het uitgeven van een particulier urnengraf. De regels voor een particulier urnengraf zijn vergelijkbaar met de regels voor de particuliere urnennis (uitsluitend recht voor een termijn 20 jaar en verlengingsmogelijkheid van 10 jaar). Particuliere urnengraven zijn, gelet op de toekomstige capaciteit van de urnenmuur, een passend alternatief voor de urnennis en er blijkt vraag naar te zijn; de mogelijkheid tot het verstrooien van as op een (algemene) verstrooiingsplaats; particuliere graven (afhankelijk van de mogelijkheden) uit te geven voor het begraven van 1, 2 of 3 stoffelijke resten en hier afzonderlijke tarieven voor op te nemen in de Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten 2011. Op een aantal velden is het niet mogelijk meer om meer dan 1 stoffelijk overschot te begraven. Op het nieuwste gedeelte, waar op dit moment particuliere graven worden uitgegeven, kan door de hoogte de mogelijkheid worden geboden in een graf 3 stoffelijke overschotten te begraven. Door het aanbieden van een uitsluitend recht met variatie in regelgeving wordt met het oog op rechtvaardigheid voorgesteld hier afzonderlijke tarieven voor te hanteren; voorgesteld wordt bij algemene kindergraven de termijn voor het mogen plaatsen van een gedenkteken vast te stellen op 40 zodat de gedenksteen gedurende deze termijn niet verwijderd zal worden. De termijn voor het mogen plaatsen van een gedenkteken op een kindergraf is op dit moment maximaal 20 jaar en kan tweemaal op schriftelijk verzoek van de houder van de vergunning voor de tijd van telkens 10 achtereenvolgende jaren worden verlengd. Deze wijziging is doorgevoerd in 2005. voorgesteld wordt bij algemene graven de termijn voor het mogen plaatsen van een gedenkteken vast te stellen op 20. Het ruimen van algemene graven kan plaats vinden na de wettelijke grafrusttermijn van 10 jaar. Op deze graven worden geen grafrechten uitgegeven. Vandaar dat na de termijn van 10 jaar die in de Wet op de Lijkbezorging is gesteld, deze graven kunnen worden geruimd. Echter kan het onderhoud van algemene graven op dit moment na afloop van de grafrusttermijn nog met een termijn van 10 jaar verlengd worden. Dit gebeurt in de meeste gevallen ook.
De nadere uitvoeringsvoorschriften voor grafbedekking, en de uitvoeringsvoorschriften voor graven, asbezorging en gedenkplaatsen zijn een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders. Deze uitvoeringsvoorschriften zijn voor de gemeente Sliedrecht nieuw. Na vaststelling van de Beheersverordening begraafplaats Sliedrecht 2011 door de gemeenteraad zullen de uitvoeringsbesluiten aan het college van burgemeester en wethouders ter vaststelling worden aangeboden Aanwijzen graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft De modelverordening biedt in hoofdstuk 8 ook de mogelijkheid tot het in stand houden van historische graven en opvallende grafbedekkingen. Na afweging van de voor- en nadelen en in overleg met de monumentencommissie wordt geadviseerd te werken op basis van criteria van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft. Op basis van deze criteria kunnen de graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft op een lijst worden vastgelegd. De inventarisatie en het opstellen van de lijst kan in samenwerking met de monumentencommissie en de historische vereniging uitgevoerd worden en in 2011 aan het college van burgemeester en wethouders worden aangeboden. De lijst kan actueel blijven door de monumentencommissie de gelegenheid te bieden toevoegingen van graven die voldoen aan de gestelde criteria aan het college van burgemeester en wethouders kenbaar te maken. Tarieven
-2-
Jaarlijks worden de tarieven in de Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten 2011 aangepast. Naast enkele kleine tekstuele aanpassingen zijn voor de nieuw geboden voorzieningen
tarieven opgenomen. Voorgesteld wordt het onderhoud éénmalig en direct bij uitgifte te laten afkopen. Het éénmalig afkopen van het onderhoud heeft grote voordelen zoals administratieve lastenverlichting, zekerstelling van de inkomsten (zoeken naar nabestaanden wordt overbodig) en dat het voordeliger is voor de rechthebbende op of de gebruiker van een graf over de gehele termijn bekeken. Daarnaast wordt voorgesteld om bij de uitgifte van een urnennis, net als bij elke andere voorziening, onderhoudskosten in rekening brengen. Ook de urnenmuur vergt onderhoud waardoor het redelijk is hier ook een onderhoudstarief voor te heffen. Bovendien is het met het oog op de mogelijkheid tot het bieden van urnengraven (waarbij het eigenlijk vanzelfsprekend is dat er een onderhoudstarief wordt geheven) aan te bevelen de tarieven gelijk te stellen. Door gelijke tarieven zal de keuze voor een urnennis of urnengraf niet door tariefstelling bepaald worden. Voorgesteld wordt de tarieven alleen met een prijscompensatie van 1,5 procent, conform de kadernota 2010, te verhogen. De exploitatie van de begraafplaats is met de voorgestelde tarieven kostendekkend. De tarieven liggen over het algemeen per onderdeel lager dan de gemiddelde tarieven van de gemeenten in de regio. Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in: •
Financiële kaders N.v.t.
•
Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders Wet op de lijkbezorging
•
Tijdspad, monitoring en evaluatie De verordeningen treden in werking op 1 januari 2011.
Externe communicatie: Na vaststelling door de gemeenteraad van de Beheersverordening begraafplaats Sliedrecht 2011 en de Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten 2011 en het uitvoeringsbesluit voor de Grafbedekkingen en het uitvoeringsbesluit graven, asbezorging en gedenkplaatsen, door het college van burgemeester en wethouders, zal tot publicatie worden overgegaan. Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de burgemeester,
M.J. Verhoef
M.C. Boevée
-3-
Concept Raadsbesluit
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 september 2010;
besluit:
Overeenkomstig het bij dit raadsbesluit behorende raadsvoorstel Beheersverordening begraafplaats Sliedrecht 2011 en de Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten 2011 vast te stellen.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op 22 november 2010/6 december 2010. De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
Versie geldig vanaf 1 januari 2011
Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats gemeente Sliedrecht 2011
Verantwoordelijke afdeling
Plantsoenen en Reiniging. telefoon (0184) 495927 De getoonde verordeningen zijn een weergave van de actuele situatie. Voor historische informatie hiervan kunt u contact opnemen met het Servicecentrum Drechtsteden, onderdeel Documentaire Informatievoorziening, e-mail:
[email protected].
De raad van de gemeente Sliedrecht; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 september 2010; gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats voor de gemeente Sliedrecht 2011. HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. begraafplaats: de algemene begraafplaats te Sliedrecht; b. graf: een zandgraf of keldergraf; c. grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand; d. asbus: een bus ter berging van as van een overledene; e. urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen; f. particulier graf (voorheen in Beheersverordening Algemene Begraafplaats Sliedrecht, zoals vastgesteld op 30 mei 1994 en gewijzigd op 12 december 2005 geheten familiegraf): een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: 1. het doen begraven en begraven houden van lijken; 2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; 3. het doen verstrooien van as. g. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken; h. particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: 1. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; 2. het doen verstrooien van as.
i.
j. k. l. m. n.
o.
p.
particuliere urnennis (voorheen in Beheersverordening Algemene Begraafplaats Sliedrecht, zoals vastgesteld op 30 mei 1994 en gewijzigd op 12 december 2005 geheten urnengraf): een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het gebruiksrecht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken; verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid; grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats; beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt; rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf of een particuliere gedenkplaats, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden; gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden; college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sliedrecht.
Artikel 2. Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'particulier graf' mede verstaan: particulier graf op Rooms-Katholieke gedeelte, particulier urnengraf, particuliere urnennis en particuliere gedenkplaats. 2. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'algemeen graf' mede verstaan: kindergraf, algemeen graf op Rooms-Katholieke gedeelte.
HOOFDSTUK 2. OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS Artikel 3. Openstelling begraafplaats 1. De begraafplaats is voor eenieder dagelijks toegankelijk van 9.00 uur tot zonsondergang doch niet later dan 21.00 uur. 2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten. 3. Kinderen beneden de leeftijd van 14 jaar hebben zonder geleide geen toegang tot de begraafplaats. 4. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as. Artikel 4. Ordemaatregelen 1. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder. 2. De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen. 3. Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats te rijden: a. elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen; motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen; b. sneller dan 10 km per uur. 4. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het derde lid.
-2-
Artikel 5. Plechtigheden 1. Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld. 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder. Artikel 6. Opgravingen en ruimen Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.
HOOFDSTUK 3. VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING Artikel 7. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf 1. Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan. 2. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen. Artikel 8. Over te leggen stukken 1. Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder. 2. Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet. 3. Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende. 4. De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren. 5. De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn. Artikel 9. Tijden van begraven en asbezorging 1. De tijd van begraven en het bezorgen van as is: op werkdagen van 9.00 tot 16.00 uur; op zaterdag van 9.00 tot 12.00 uur; 2. Op hetzelfde tijdstip mag niet meer dan één begraving of bijzetting plaatsvinden; 3. Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.
-3-
HOOFDSTUK 4. INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN Artikel 10. Indeling graven en asbezorging 1. Op de begraafplaats(en) kunnen worden uitgegeven: a. algemene graven; b. algemene graven op het Rooms-Katholieke gedeelte c. kindergraven d. particuliere graven; e. particuliere graven op het Rooms-Katholieke gedeelte; f. particuliere urnengraven; g. particuliere urnennissen; h. particuliere gedenkplaatsen; i. grafkelders. 2. Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en hoeveel verstrooiingen van as er op de particuliere graven kunnen plaatshebben. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging. Artikel 11. Aantal overledenen in graven In de algemene graven kunnen niet meer dan de stoffelijke resten van drie personen worden begraven. Artikel 12. Volgorde van uitgifte 1. De particuliere graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven. 2. Het college kan een particulier graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is. Artikel 13. Termijnen particulier graf, particuliere gedenkplaats, particulier urnengraf en particuliere urnennis 1. Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van dertig jaar recht op een particulier graf of een particuliere gedenkplaats. De termijn begint te lopen op de datum waarop het graf is uitgegeven. 2. Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig jaar recht op een particulier urnengraf of een particuliere urnennis. De termijn begint te lopen op de datum waarop het urnengraf of de urnennis is uitgegeven. 3. Het in het eerste en tweede lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende of gebruiker verlengd telkens met een termijn van tien jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend. Artikel 14. Grafkelder Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen voorwaarden. Artikel 15. Onderhoudsrechten Bij het verlenen van een recht tot gebruik van een algemeen graf of een uitsluitend recht op een particulier graf is de verplichting tot het betalen van onderhoudsrechten verbonden.
-4-
Artikel 16. Overschrijving van verleende rechten 1. Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon. 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan. 3. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van zes maanden, is het college bevoegd het recht op het particuliere graf te doen vervallen. 4. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van zes maanden kan het college het particuliere graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd. Artikel 17. Afstand doen van graven Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende. HOOFDSTUK 5. GRAFBEDEKKINGEN Artikel 18. Vergunning grafbedekking 1. Het is verboden om zonder schriftelijke vergunning van het college een grafbedekking aanwezig te hebben. 2. De rechthebbende of gebruiker vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan. 3. Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen. 4. De vergunning kan in ieder geval worden geweigerd indien naar het oordeel van het college: a. niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het derde lid; b. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats; c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is; d. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is. Artikel 19. Onderhoud door de gemeente Het college voorziet in het één maal per jaar schoonmaken van het gedenkteken en in de zorg voor de winterharde beplantingen met uitzondering van hagen. Artikel 20. Schade en onderhoud grafbedekkingen 1. Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de gebruiker. 2. De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen. 3. Indien de rechthebbende of de gebruiker naar het oordeel van het college nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
-5-
4. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht. 5. Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden. 6. Schade aan grafbedekking als gevolg van brand, vorst, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van grafbedekking of andere gedenktekens of van heesters of andere beplanting, is voor rekening van de rechthebbende of de gebruiker. 7. Indien de toegebrachte schade, naar het oordeel van het college, het aanzien van de begraafplaats schaadt is de rechthebbende of de gebruiker verplicht deze te herstellen op eerste aanschrijving zulks. 8. Indien naar het oordeel van de beheerder een gevaarlijke situatie is ontstaan omtrent het inzakken of omvallen van de grafbedekking, kan het college direct maatregelen nemen. 9. Indien binnen drie maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de grafbedekking over te gaan. 10. De rechthebbende of de gebruiker moet gedogen, dat een gedenkteken tijdelijk wordt weggenomen of verplaatst, indien dit ter begraving van stoffelijke resten in de nabijheid van het graf, (groot) onderhoud of om andere redenen noodzakelijk is. Artikel 21. Niet-blijvende grafbeplanting Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, van de gebruiker indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder. Artikel 22. Verwijdering grafbedekking 1. De vergunning, zoals bedoeld in artikel 18, wordt verleend; a. voor wat de particuliere graven betreft, voor de tijd gedurende welke het recht op het graf bestaat; b. voor wat de algemene graven betreft, niet zijnde kindergraven, voor de duur van twintig jaar; c. voor wat de algemene graven betreft, zijnde kindergraven, voor de duur van veertig jaar. 2. De grafbedekking kan na het verstrijken van de in het eerste lid van dit artikel genoemde termijn door het college worden verwijderd. 3. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de gebruiker bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of gebruiker niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats bekend. 4. Indien de grafbedekking niet binnen dertien weken na de verwijdering is afgehaald, vervalt deze in eigendom aan de gemeente, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.
-6-
HOOFDSTUK 6. RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN Artikel 23. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as 1. Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of gebruiker bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of gebruiker niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. 2. De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd. 3. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven en de as wordt verstrooid op een daartoe bestemd gedeelte van de begraafplaats. 4. Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders. 5. De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De gebruiker van een particuliere urnennis of de rechthebbende op een particulier urnengraf kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
HOOFDSTUK 7. GEDEELTE VOOR KERKGENOOTSCHAP Artikel 24. Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven 1. Het college kan na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 3, eerste lid, 10, tweede lid, 14 en 18, derde lid, van deze verordening. 2. Het college stelt het bestuur van het kerkgenootschap schriftelijk ervan in kennis dat de grafbedekking van een of meer graven onderhoud en herstel behoeft, wanneer het kerkgenootschap schriftelijk om een dergelijke kennisgeving heeft verzocht.
HOOFDSTUK 8. IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING Artikel 25. Lijst 1. Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft. 2. Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven. 3. De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.
-7-
HOOFDSTUK 9. SLOTBEPALINGEN Artikel 26. Intrekking oude regeling De Beheersverordening Algemene Begraafplaats Sliedrecht, zoals vastgesteld op 30 mei 1994 en gewijzigd op 12 december 2005, wordt ingetrokken. Artikel 27. Overgangsbepaling 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de (oude) Beheersverordening Algemene Begraafplaats Sliedrecht, zoals vastgesteld op 30 mei 1994 en gewijzigd op 12 december 2005, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening. 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de (oude) Beheersverordening Algemene Begraafplaats Sliedrecht, zoals vastgesteld op 30 mei 1994 en gewijzigd op 12 december 2005, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast. Artikel 28. Strafbepaling 1. Hij die handelt in strijd met de artikelen 3 tot en met 5 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie. 2. Overtreding van artikel 3 tot en met 5 van de verordening kan worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak. Artikel 29. Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011. Artikel 30. Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats gemeente Sliedrecht 2011.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Sliedrecht op 22 november 2010/6 december 2010. De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C.Boevée
-8-
Versie geldig vanaf 1 januari 2011
Verordening begrafenisrechten 2011
Verantwoordelijke afdeling
Plantsoenen en Reiniging. telefoon (0184) 495927 De getoonde verordeningen zijn een weergave van de actuele situatie. Voor historische informatie hiervan kunt u contact opnemen met het Servicecentrum Drechtsteden, onderdeel Documentaire Informatievoorziening, e-mail:
[email protected].
De raad van de gemeente Sliedrecht; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 september 2010; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet; besluit: vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten 2011. Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. begraafplaats: de algemene begraafplaats te Sliedrecht; b. graf: een zandgraf of keldergraf; c. grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand; d. asbus: een bus ter berging van as van een overledene; e. urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen; f. particulier graf (voorheen in Beheersverordening Algemene Begraafplaats Sliedrecht, zoals vastgesteld op 30 mei 1994 en gewijzigd op 12 december 2005 geheten familiegraf): een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: 1. het doen begraven en begraven houden van lijken; 2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; 3. het doen verstrooien van as. g. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken; h. particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: 1. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; 2. het doen verstrooien van as.
i.
j. k. l. m.
n.
o.
particuliere urnennis (voorheen in Beheersverordening Algemene Begraafplaats Sliedrecht, zoals vastgesteld op 30 mei 1994 en gewijzigd op 12 december 2005 geheten urnengraf): een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het gebruiksrecht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken; verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid; grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats; rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf of een particuliere gedenkplaats, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden; gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden; college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sliedrecht.
Artikel 2 Belastbaar feit Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats. Artikel 3 Belastingplicht De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt. Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemde eenheid voor een volle eenheid gerekend. Artikel 5 Belastingjaar 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar. 2. Met betrekking tot de rechten genoemd onder I, lid 3 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht. Artikel 6 Wijze van heffing De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld 1. De onderhoudsrechten, als genoemd onder I van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak. 2. De overige rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvraag van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
-2-
Artikel 8 Termijn van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving. 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn. Artikel 9 Kwijtschelding Bij de invordering van de begrafenisrechten wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van begrafenisrechten. Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De 'Verordening begrafenisrechten 2010' van 7 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011. 4. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening begrafenisrechten 2011.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Sliedrecht op 22 november 2010/6 december 2010. De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C.Boevée
-3-
Tarieventabel behorende bij de Verordening begrafenisrechten 2011 De in artikel 4 genoemde rechten bedragen: A. Algemeen graf begraven 1. Het recht voor het begraven van een stoffelijk overschot in een algemeen graf bedraagt € 644,00 onderhoud 2. Voor het van gemeentewege onderhouden van de algemene begraafplaats, een algemeen graf met of zonder grafbedekking, wordt over de uitgiftetermijn van 20 jaar een éénmalig recht geheven van € 895,00 administratieve kosten/ vergunningen 3. Voor een vergunning tot het plaatsen van een gedenkteken € 80,00 B. Kindergraf (algemeen graf) begraven 1. Het recht voor het begraven van een stoffelijk overschot van een persoon in de leeftijd van 1 tot en met 11 jaar in een kindergraf bedraagt 2. Het recht voor het begraven van een stoffelijk overschot van een persoon in de leeftijd van 0 jaar in een kindergraf bedraagt onderhoud 3. Voor het van gemeentewege onderhouden van de algemene begraafplaats, een algemeen kindergraf, wordt over de uitgiftetermijn van 40 jaar een éénmalig recht geheven van administratieve kosten/ vergunningen 3. Voor een vergunning tot het plaatsen van een gedenkteken
€ 322,00 € 161,00
€ 895,00 € 80,00
C. Particulier graf, grafkelder of particuliere gedenkplaats verkrijgen van rechten 1. Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een particulier graf of particuliere gedenkplaats op het oudste deel en nieuwste deel (zie plattegrond) voor een periode van 30 jaar waarin bij nieuwe uitgifte niet meer dan de stoffelijke resten van één persoon kunnen worden begraven wordt een éénmalig recht geheven van € 1.398,00 2. Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een particulier graf of particuliere gedenkplaats voor een periode van 30 jaar waarin niet meer dan de stoffelijke resten van twee personen kunnen worden begraven wordt een éénmalig recht geheven van € 1.598,00 Het begraven van stoffelijke resten van twee personen op het oudste deel en nieuwste deel (zie plattegrond) is bij nieuwe uitgifte niet mogelijk. 3. Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een particulier graf of particuliere gedenkplaats op het nieuwste gedeelte (zie plattegrond) voor een periode van 30 jaar waarin niet meer dan de stoffelijke resten van drie personen kunnen worden begraven wordt een éénmalig recht geheven van € 1.798,00 Het begraven van stoffelijke resten van drie personen op het oudste deel en niet opgehoogde nieuwste deel is niet mogelijk. 4. Voor het stichten van een grafkelder in een particulier graf, bovenop de onder lid 1 tot en met 3 genoemde rechten € 1.598,00 5. Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld onder C, leden 1, 2 en 3 met 10 jaar wordt een recht geheven van € 533,00
-4-
begraven en bijzetten stoffelijke overschotten van een persoon in de leeftijd 12 jaar en ouder 6. Het recht voor het begraven of bijzetten van een stoffelijk overschot in een particulier graf, grafkelder of een particuliere gedenkplaats bedraagt € 644,00 begraven en bijzetten stoffelijke overschotten van een persoon in de leeftijd van 1 tot en met 11 jaar 7. Het recht voor het begraven of bijzetten van een stoffelijk overschot in een particulier graf, grafkelder of een particuliere gedenkplaats bedraagt € 322,00 begraven en bijzetten stoffelijke overschotten van een persoon in de leeftijd van 0 jaar 8. Het recht voor het begraven of bijzetten van een stoffelijk overschot in een particulier graf, grafkelder of een particuliere gedenkplaats bedraagt € 161,00 plaatsen of bijzetten van een asbus met of zonder urn 9. Het recht voor het plaatsen of bijzetten van een asbus met of zonder urn van een stoffelijk overschot in een particulier graf, grafkelder of een particuliere gedenkplaats bedraagt € 399,00 onderhoud 10. Voor het van gemeentewege onderhouden van de algemene begraafplaats, een particulier graf, grafkelder of particuliere gedenkplaats, wordt over de uitgiftetermijn van 30 jaar een éénmalig recht geheven van € 1.555,00 11. Voor het van gemeentewege onderhouden van de algemene begraafplaats, een particulier graf, grafkelder of particuliere gedenkplaats, wordt over de verlengingstermijn van 10 jaar (zoals bedoeld onder C, lid 5) een éénmalig recht geheven van € 691,00 administratieve kosten/ vergunningen 14. Voor een vergunning tot het plaatsen van een gedenkteken € 260,00 15. Voor het verwijderen en het herplaatsen van een gedenkteken indien een begraving plaatsvindt in een graf waarop reeds een gedenkteken is aangebracht € 80,00 16. Voor een vergunning tot het plaatsen van een grafkelder € 260,00 17. Wijziging tenaamstelling uitsluitend recht € 25,00
D. Particuliere urnennis (enkel of dubbel in de urnenmuur) verkrijgen van rechten 1. Voor het verlenen van een gebruiksrecht op een particuliere urnennis voor een periode van 20 jaar wordt een éénmalig recht geheven van 2. Voor het verlengen van het gebruiksrecht als bedoeld onder D, lid 1 met 10 jaar wordt een recht geheven van plaatsen en bijzetten 3. Het recht voor het plaatsen of bijzetten van een asbus met of zonder urn in een particuliere urnennis bedraagt onderhoud 4. Voor het van gemeentewege onderhouden van de algemene begraafplaats, een particuliere urnennis, wordt over de uitgiftetermijn van 20 jaar een éénmalig recht geheven van 5. Voor het van gemeentewege onderhouden van de algemene begraafplaats, een particuliere urnennis, wordt over de verlengingstermijn van 10 jaar (zoals bedoeld onder D, lid 2) een éénmalig recht geheven van administratieve kosten 6. Wijziging tenaamstelling gebruiksrecht
-5-
€ 533,00 € 266,00
€ 399,00
€ 895,00
€ 448,00 € 25,00
E. Particulier urnengraf verkrijgen van rechten 1. Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een particuliere urnengraf voor een periode van 20 jaar wordt een éénmalig recht geheven van 2. Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld onder E, lid 1 met 10 jaar wordt een recht geheven van plaatsen en bijzetten 3. Het recht voor het plaatsen of bijzetten van een asbus met of zonder urn in een particuliere urnengraf bedraagt onderhoud 4. Voor het van gemeentewege onderhouden van de algemene begraafplaats, een particuliere urnengraf, wordt over de uitgiftetermijn van 20 jaar een éénmalig recht geheven van 5. Voor het van gemeentewege onderhouden van de algemene begraafplaats, een particuliere urnengraf, wordt over de verlengingstermijn van 10 jaar (zoals bedoeld onder E, lid 2) een éénmalig recht geheven van administratieve kosten 6. Wijziging tenaamstelling uitsluitend recht
€ 533,00 € 266,00
€ 399,00
€ 895,00
€ 448,00 € 25,00
F. Verstrooiingsplaats verstrooiien 1. Het recht voor het verstrooien van as op een algemene verstrooiingsplaats op de begraafplaats bedraagt € 80,00 naamplaatje op algemeen gedenkteken 2. Recht plaatsing naamplaatje op algemeen gedenkteken strooiveld (20 jaar) en beschikbaar stellen naamplaatje op algemeen gedenkteken strooiveld, inclusief de eerste 40 lettertekens € 220,00 G. Opgraven en ruimen 1. Het recht voor het opgraven, ruimen, plaatsen van stoffelijke overschotten in dezelfde grafruimte (schudden) of verwijderen van een stoffelijk overschot, anders dan na beëindiging van de uitgiftetermijn, bedraagt € 644,00 2. Het recht voor het opgraven, ruimen of verwijderen van een asbus of urn, anders dan na beëindiging van de uitgiftetermijn, bedraagt € 399,00 3. In de rechten zoals bedoeld onder G, lid 1 en 2 is het eventueel herbegraven of plaatsen in een andere grafruimte of in een particuliere urnennis niet inbegrepen. 4. Voor herbegraven of opnieuw bijzetten of plaatsen in dezelfde grafruimte of in een urnennis worden niet opnieuw rechten geheven. H. Overige 1. Het recht bij een begraving of bijzetting voor het overschrijden van de tijdsduur van 1 uur, voor elk half uur overschrijding of gedeelte daarvan een recht van € 105,00 2. Het recht voor het op verzoek van de rechthebbende of gebruiker begraven of bijzetten buiten de genoemde tijden in de beheersverordening begraafplaats Sliedrecht 2011, artikel 9, lid 1 genoemde tijden bedraagt € 322,00
-6-
I. Onderhoudsrecht en afkoop van vóór 1 januari 2011 uitgegeven graven 1. Particulier graf (voorheen familiegraf), per kalenderjaar 2. Algemeen graf, per kalenderjaar 3. Deze rechten kunnen als volgt worden afgekocht door betaling ineens: - voor 1 jaar, 1 maal het jaarlijks recht; - voor 2 jaar, 2 maal het jaarlijks recht; - voor 3 jaar, 3 maal het jaarlijks recht; - voor 4 jaar, 4 maal het jaarlijks recht; - voor 5 jaar, 5 maal het jaarlijks recht; - voor 6 jaar, 6 maal het jaarlijks recht; - voor 7 jaar, 7 maal het jaarlijks recht; - voor 8 jaar, 7 maal het jaarlijks recht; - voor 9 jaar, 8 maal het jaarlijks recht; - voor 10 jaar, 8 maal het jaarlijks recht; - voor 11 jaar, 9 maal het jaarlijks recht; - voor 12 jaar, 10 maal het jaarlijks recht; - voor 13 jaar, 11 maal het jaarlijks recht; - voor 14 jaar, 11 maal het jaarlijks recht; - voor 15 jaar, 12 maal het jaarlijks recht; - voor 16 jaar, 12 maal het jaarlijks recht; - voor 17 jaar, 13 maal het jaarlijks recht; - voor 18 jaar, 13 maal het jaarlijks recht; - voor 19 jaar, 14 maal het jaarlijks recht; - voor 20 jaar, 14 maal het jaarlijks recht; - voor 21 jaar, 15 maal het jaarlijks recht; - voor 22 jaar, 15 maal het jaarlijks recht; - voor 23 jaar, 15 maal het jaarlijks recht; - voor 24 jaar, 16 maal het jaarlijks recht; - voor 25 jaar, 16 maal het jaarlijks recht; - voor 26 jaar, 16 maal het jaarlijks recht; - voor 27 jaar, 17 maal het jaarlijks recht; - voor 28 jaar, 17 maal het jaarlijks recht; - voor 29 jaar, 17 maal het jaarlijks recht, met dien verstande, dat de rechten over het lopende jaar verschuldigd blijven.
Behoort bij raadsbesluit van 22 november 2010/6 december 2010. De griffier,
A. Overbeek
-7-
€ 86,00 € 56,00