Concept raadsvoorstel t.b.v. rondetafelgesprek 31 mei 2012 Vergadering gemeenteraad d.d. 14 juni 2012 Agenda nummer Portefeuillehouder: wethouder M. Joostens Onderwerp: Beleidsnota schuldhulpverlening Korte inhoud: In dit voorstel wordt u voorgesteld het beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015 vast te stellen. In de overwegingen en in de bijlage vindt u de keuzes die in het plan zijn gemaakt. Met name de drempelloze toegang wordt u als keuze nog eens expliciet voorgelegd. Delfzijl, 15 mei 2012 Aan de raad Aanleiding Effectieve schuldhulpverlening was één van de doelstellingen van het demissionaire kabinet Rutte. Daarom is een voorstel voor een Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) ingediend. Dit voorstel is in februari 2012 door de Eerste Kamer aangenomen en de Wgs zal op 1 juli 2012 in werking treden. Hiermee worden gemeenten wettelijk verantwoordelijk voor schuldhulpverlening. Dit beleidsplan is voorafgegaan door een startnotitie die uw raad in januari 2012 heeft vastgesteld. Beide documenten zijn opgesteld door een vertegenwoordiging van beleidsambtenaren van de acht deelnemende gemeenten aangevuld met de beleidsmedewerker van de Volkskredietbank. Hieronder volgen enkele belangrijke onderdelen van het beleidsplan. In de argumenten en in de bijlage (raadsmap) wordt aangegeven waar keuzes zijn gemaakt die u al of niet kunt bevestigen. Naar aanleiding van de reacties van de raden zal het algemeen bestuur van de Volkskredietbank NoordOost Groningen (verder VKB) eventueel besluiten aanpassen. Ondernemers Ondernemers zijn uitgesloten van schuldhulpverlening op grond van bijgaand beleidsplan Integrale schuldhulpverlening 2012-2015. De VKB is niet ingesteld op de dienstverlening aan ondernemers. Dit houdt niet in dat ondernemers geen hulp krijgen aangeboden op het moment dat er financiële problemen zijn. Het besluit bijstandsverlening zelfstandigen (BBZ) biedt voor deze groep een mogelijkheid tot het verlenen van een lening of tijdelijke bijstand voor levensonderhoud. Indien een exondernemer zich meldt voor schuldhulpverlening zal wel een aanbod tot dienstverlening door de VKB kunnen volgen. Een voorwaarde hiervoor is dat een uitschrijvingsbewijs van de Kamer van Koophandel kan worden overlegd. Afstemming met ketenpartners In het kader van de integrale dienstverlening vinden we het van belang dat er een goede afstemming plaatsvindt met de ketenpartners. In het beleidsplan wordt hier slechts summier op ingegaan omdat in iedere gemeente de ontwikkeling van integrale dienstverlening op een andere manier verloopt. In de DAL gemeenten wordt integrale dienstverlening sowieso meegenomen in de trajecten van de drie decentralisaties (WWNV, AWBZ en Jeugdzorg). Daarnaast wordt op dit moment onderzocht of het nodig is om op het terrein van schuldhulpverlening specifieke afspraken te maken, zodat werkprocessen van organisaties beter op elkaar afgestemd worden. Organisaties in onze gemeenten van wie het werkveld raakt aan die van de schuldhulpverlening zijn o.a.: het maatschappelijke werk en de formulierenbrigade van de SW&D, de ISD, de voedselbank, Humanitas thuisadministratie, Stichting Leergeld, Si! en uiteraard de VKB Beleidsregels Schuldhulpverlening In het beleidsplan wordt verwezen naar de beleidsregels Schuldhulpverlening. In deze beleidsregels wordt nader invulling gegeven aan diverse onderdelen: de weigeringsgronden voor een aanbod op schuldhulpverlening, de verplichtingen van de verzoeker, wanneer schuldhulpverlening wordt geweigerd en beëindigd, wat te doen bij recidive en de hardheidsclausule. De beleidsregels moeten nog verder worden uitgewerkt en zullen na vaststelling door ons college ter informatie worden verstrekt aan de raad. Dit zal nog voor 1 juli 2012 plaats gaan vinden.
Bezwaar en beroep Met de inwerkingtreding van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening wordt de schuldhulpverlening een wettelijke taak van de gemeente. Hiermee valt die onder de Algemene wet bestuursrecht terwijl deze tot nu toe civielrechtelijk van aard was. Dit houdt in dat de besluiten die genomen worden voor bezwaar en beroep vatbaar zullen zijn. In ons gebied geldt dat de schuldhulpverlening is ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling. Daarmee is de VKB een bestuursorgaan. Tot op heden was er wel een mogelijkheid voor klanten van de VKB om hun ongenoegen kenbaar te maken door het indienen van een klacht. Na inwerkingtreding van de nieuwe wet en het beleidsplan zal de bezwaar-en beroepsprocedure worden ingericht. Er vinden op korte termijn gesprekken plaats met de gemeente waarin de VKB is gevestigd, te weten Appingedam. Het ligt dan voor de hand dat deze commissie zal worden uitgebreid met een schuldhulpverleningskamer. Overwegingen De visie in het beleidsdocument komt overeen met de paraplunotitie ‘Achter het stuur, achter de stuurman.’ In de paraplunotitie is de visie neergezet dat iedereen mee doet en dat de burger zelf regie voert over zijn eigen leven (burger is stuurman), waar dat niet lukt, wordt hij geholpen om dit zo snel mogelijk weer op te kunnen pakken, zonder dat hij last heeft van de dienstverlening van verschillende organisaties (burger staat centraal). De visie op de schuldhulpverlening heeft de volgende vier uitgangspunten: 1. Een brede doelgroep (Iedereen doet mee) 2. Maatwerk en vraaggerichte dienstverlening (Burger staat centraal) 3. Een integrale aanpak (Burger staat centraal) 4. Eigen verantwoordelijkheid cliënt (Burger is stuurman) De uitgangspunten zijn zoals aangegeven tussen haakjes één op één terug te voeren op de visie in de paraplunotitie. Het beleidsplan voldoet aan de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening Met de wet gemeentelijke schuldhulpverlening behouden gemeenten een aanzienlijke beleidsvrijheid. In de wet wordt alleen voorgeschreven dat gemeenten een beleidsplan moeten hebben waarin de volgende onderwerpen behandeld worden: a. welke resultaten de gemeente in de door het plan bestreken periode wenst te behalen; b. welke maatregelen de gemeenteraad en het college nemen om de kwaliteit te borgen van de wijze waarop de integrale schuldhulpverlening wordt uitgevoerd; c. het maximaal aantal weken dat de gemeente nastreeft tussen aanmelding en het eerste gesprek, en d. hoe schuldhulpverlening aan gezinnen met inwonende minderjarige kinderen wordt vormgegeven. In de wet wordt er alleen over de wachttijden gezegd dat deze maximaal vier weken tussen aanmelding en eerste gesprek mogen zijn. Voor alle andere onderwerpen zijn gemeenten volledig vrij in het maken van eigen beleid. In de bijlage wordt per onderwerp aangegeven welk beleid hierop voor de deelnemende gemeenten aan de VKB gemaakt is. Hiermee is op alle punten waar de Wgs aangeeft dat er beleid gemaakt moet worden, beleid gemaakt. Zowel ons college als uw raad kunnen het algemeen bestuur van de VKB laten weten wanneer op deze onderwerpen andere keuzes gemaakt moeten worden. Zoals eerder vermeld zal naar aanleiding van de reacties van de raden zal het algemeen bestuur eventueel andere besluiten nemen. De brede doelgroep kan een stijging van de kosten met zich meebrengen In de visie van de acht deelnemende gemeenten staat de toegang voor de schuldhulpverlening in principe open voor iedere inwoner vanaf 18 jaar met (dreigende) financiële problemen in de privésituatie. Dit betekent een drempelloze toegang tot de schuldhulpverlening. Achterliggende gedachte is dat hoe sneller ingegrepen kan worden in een schuldensituatie, hoe kleiner het risico op escalatie, waarmee grotere maatschappelijke kosten worden voorkomen. Het gevolg van deze visie is echter dat in economisch slechtere tijden, de toestroom tot de schuldhulpverlening groeit en daarmee de kosten voor de gemeenten groeien. Ter illustratie hieronder de cijfers tussen 2008 en 2011. In die periode:
• •
is het aantal cliënten in budgetbeheer gestegen van 357 in 2008 naar 459 in 2011. Een groei van 102 cliënten, zijn de lasten voor onze gemeente gegroeid van € 501.989 in 2008 naar € 695.608 in 2011. een toename van bijna € 194.000
Om de kosten beheersbaar te houden heeft het bestuur van de VKB in 2011 ingezet op efficiëntie maatregelen (zoals snellere uitstroom, lichtere en/of betaalde dienstverlening daar waar mogelijk). Deze zullen vanaf 2012 hun beslag krijgen. Daarnaast kan het ontwikkelen van integrale dienstverlening een efficiëntie winst opleveren. Echter bij een toename van het aantal aanmeldingen zullen de kosten ondanks deze kostenbesparingen zeer waarschijnlijk blijven stijgen. Ook hier kunt u het algemeen bestuur van de VKB laten weten als u een andere keus wilt maken. Aanpak/uitvoering/voortgang Uw besluit zal ter kennisgeving aan de directeur van de VKB worden gestuurd. Daarnaast zullen de inwoners van onze gemeente op de gebruikelijke wijze op de hoogte worden gebracht van de beleidsregels die vóór 1 juli 2012 op basis van dit plan worden opgesteld. Inpraak/overleg met externen Het beleidsplan Integrale schuldhulpverlening is door het bestuur van de Volkskredietbank aangeboden aan de verschillende colleges van de gemeenten. Het plan is tevens voorgelegd aan de cliëntenraden WWB. Financiële dekking In het beleidsdocument is een meerjarenraming van de VKB opgenomen waarbij uitgegaan is van gelijkblijvende instroom. De kosten voor de gemeenten blijven in dat scenario nagenoeg gelijk. Voorstel Uw raad wordt voorgesteld het beleidsplan 'Integrale Schuldhulpverlening' vast te stellen en de drempelloze toegang te bevestigen.
Burgemeester en wethouders van Delfzijl, burgemeester. (E.A. Groot) secretaris. (K.J. Havinga)
Behandeld door T. Hulsman, tel. (0596) 63 91 66
Bijlage bij raadsvoorstel beleidsplan 'Integrale schuldhulpverlening 2012-2015' Volgens de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening dienen gemeenten de volgende onderwerpen te behandelen in hun beleidsplan: a. welke resultaten de gemeente in de door het plan bestreken periode wenst te behalen; b. welke maatregelen de gemeenteraad en het college nemen om de kwaliteit te borgen van de wijze waarop de integrale schuldhulpverlening wordt uitgevoerd; c. het maximaal aantal weken dat de gemeente nastreeft tussen aanmelding en het eerste gesprek, en d. hoe schuldhulpverlening aan gezinnen met inwonende minderjarige kinderen wordt vormgegeven. Deze punten zijn in het beleidsplan als volgt uitgewerkt: a. resultaten: de volgende resultaten van schuldhulpverlening worden nagestreefd tussen 2012 en 2015: Het aantal deelnemers aan preventieve activiteiten (zoals een adviesgesprek) neemt in 2012, 2013, 2014 en 2015 toe met respectievelijk 10, 25, 40 en 50% ten opzichte van 2011. Het gemiddelde recidive (terugkeer) percentage over 2012-2015 blijft gelijk aan 2011 (7%), dan wel neemt maximaal toe tot 10%. Het aantal dossiers dat is gestabiliseerd en waarvoor betalingsregelingen of een schuldregeling is opgestart , neemt in 2012, 2013, 2014 en 2015 toe met respectievelijk 3, 5, 7 en 9% ten opzichte van 2011. Het aantal gezamenlijk bekende cliënten neemt in 2012, 2013, 2014 en 2015 toe met respectievelijk 5, 7, 9 en 11% ten opzichte van 2011. Onder gezamenlijk bekende cliënten wordt verstaan een cliënt die bij meerdere ketenpartners cliënt of bekend is en dat er inzake deze cliënt afstemming tussen deze partners heeft plaatsgevonden. Het percentage afgewende crisissituaties neemt in 2013, 2014 en 2015 toe met respectievelijk 5, 7 en 9% ten opzichte van 2012. Onder afgewende crisissituaties wordt verstaan een voorkomen woningontruiming, afsluiting energie / gas/ water of royering basisverzekering ziektekosten. b. maatregelen: de volgende maatregelen worden/zijn genomen ter borging van de kwaliteit van de schuldhulpverlening: De Volkskredietbank (VKB) is lid van de landelijke vereniging voor schuldhulpverlening (NVVK) en is daarmee gebonden aan gedragscodes die in Nederland als algemeen geaccepteerd gelden. De VKB is ISO gecertificeerd en wordt daardoor jaarlijks door een extern audit-bureau getoetst op de gebruikte werkprocessen. De VKB is lid van de Branchevereniging voor Professionele Bewindvoerders en Inkomensbeheerders (BPBI) en wordt daardoor elk jaar getoetst of de bewindvoering aan de eisen van deze vereniging voldoet. De VKB heeft een interne klachtenregeling en een klachtencommissie. Alle ingekomen klachten worden geregistreerd en gerapporteerd aan het bestuur. Vanaf 2013 zal een rapportage van de klachten ook opgenomen worden in de managementrapportage die ook de raad ieder kwartaal ontvangt. De managementrapportage van de VKB die het bestuur en de raad ieder kwartaal ontvangen zal vanaf 2013 de gegevens bevatten die nodig zijn om de voortgang op de doelstellingen en de resultaten te kunnen monitoren. Daarnaast zal de rapportage informatie bevatten die nodig is om meer inzicht in de oorzaken en oplossingen van schulden te kunnen krijgen. Op pagina 14 van het beleidsplan vindt u een opsomming van de indicatoren. Op basis van de kwartaalrapportage kan het bestuur indien nodig extra maatregelen treffen. De jaarstukken van de VKB worden ieder jaar door college en raad behandeld. Indien nodig kan een zienswijze of een bezwaar ingediend worden zodat het bestuur van de VKB haar beleid kan aanpassen.
c.
wachttijd: de maximale wachttijd tussen aanmelding en het eerste gesprek is 4 weken. In de uitvoering wordt gestreefd naar een kortere perioden dan 4 weken.
d. gezinnen met minderjarige kinderen: wanneer er sprake is van betrokkenheid van minderjarige kinderen wordt extra gekeken of doorverwijzing naar het Centrum voor Jeugd en Gezin of het jeugd maatschappelijk werk nodig is. Verder zal er voor deze doelgroep soepel worden omgegaan met uitsluitingsgronden. De regels hiervoor moeten nog worden opgesteld.