Concept Notulen Koninklijke Boskalis Westminster N.V. Postbus 43 3350 AA Papendrecht
van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van Koninklijke Boskalis Westminster N.V. (de “Vennootschap”), gehouden op dinsdag 12 mei 2015 (de “Vergadering”) aanvang 14:30 uur ten kantore van de Vennootschap te Papendrecht
Uit de presentielijst blijkt dat ter Vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn: a) 123 houders of vertegenwoordigers van houders van aandelen, welke 91.387.119 stemgerechtigde aandelen vertegenwoordigen. Dit betekent dat van het totaal geplaatste stemgerechtigd aandelenkapitaal 74,72 % is vertegenwoordigd. b) De Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur van de Vennootschap.
1.
Opening
De heer Hessels, voorzitter van de Raad van Commissarissen van de Vennootschap, zit deze Algemene Vergadering van Aandeelhouders voor. De voorzitter heet alle aandeelhouders, overige aanwezigen, de voorzitter van de Stichting Continuïteit KBW en de leden van de Ondernemingsraad van harte welkom op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van de Vennootschap in het hoofdkantoor te Papendrecht. De voorzitter introduceert de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Daarnaast geeft de voorzitter aan dat de heer Van der Veer aanwezig is. Zijn voorgestelde benoeming als lid van de Raad van Commissarissen staat als agendapunt 8d. op de agenda. Terwijl aan de ingang het aantal aanwezige aandeelhouders en vertegenwoordigde aandelen nog wordt geteld, meldt de voorzitter de volgende formaliteiten. De voorzitter stelt vast dat aan alle wettelijke en statutaire voorwaarden tot het houden van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders is voldaan. a) b)
c)
Pagina 1/23
De Algemene Vergadering van Aandeelhouders vindt plaats in Papendrecht in overeenstemming met artikel 23, lid 1 van de statuten van de Vennootschap. De oproeping voor de Vergadering heeft plaatsgevonden in overeenstemming met de wettelijke bepalingen ter zake de aankondiging van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders via plaatsing op de website van de Vennootschap vanaf dinsdag 31 maart 2015. Aandeelhouders op naam zijn per brief op dezelfde datum opgeroepen. In de oproepingen zijn de datum, tijd en plaats alsmede de agenda en de toelichting van de Vergadering en de wijze waarop men zich, al dan niet door middel van een gevolmachtigde, voor de Vergadering kon aanmelden, weergegeven.
d)
e)
f)
Tevens is via de website van de Vennootschap aan de aandeelhouders de mogelijkheid geboden om de Vennootschap langs elektronische weg van een volmacht en hun steminstructies in kennis te stellen. Voorts zijn de agenda en de toelichting bij de ingang van de Vergadering te verkrijgen. De volledige tekst van de agenda en de toelichting daarop hebben sinds dinsdag 31 maart 2015 ter inzage gelegen bij ABN AMRO Bank N.V. te Amsterdam en waren hier ten kantore gratis verkrijgbaar. Overeenkomstig de wettelijke verplichtingen, deelt de voorzitter de Vergadering mede dat het totaal geplaatste aandelenkapitaal van Koninklijke Boskalis Westminster N.V. 122.937.820 gewone aandelen bedraagt. Het totaal stemgerechtigde aandelen is 122.308.697. De voorzitter wijst mevrouw Buijs aan als secretaris.
Voordat wordt over gegaan tot het officiële deel van de Vergadering heeft de voorzitter nog enige aanwijzingen van huishoudelijke aard. De voorzitter verzoekt, indien dit nog niet is gebeurd, de mobiele telefoons uit te schakelen. De voorzitter attendeert de aanwezigen op de veiligheidsinstructie die bij de ingang is uitgereikt en verzoekt iedereen hier goed kennis van te nemen. Er zijn in de zaal bedrijfshulpverleners aanwezig die in geval van calamiteiten de aanwezigen zullen begeleiden en instrueren. Voor een goed verloop van de Vergadering verzoekt de voorzitter uitdrukkelijk slechts met behulp van de daartoe bestemde microfoons het woord te voeren. Met het oog op de verslaglegging, verzoekt de voorzitter de aanwezigen om bij elke vraag hun naam, woonplaats en de eventuele organisatie te vermelden. Toehoorders hebben, zoals reeds bij de ingang is aangegeven, geen spreek- en stemrecht. Indien men een exemplaar van de notulen van de Vergadering toegezonden wenst te krijgen, dan kan men dat op de intekenlijst op de tafel bij de uitgang aangeven. Met het oog op de tijd en een ordelijk verloop van de Vergadering zal de voorzitter in principe maximaal drie vragen per aandeelhouder per agendapunt toelaten. De voorzitter geeft aan dat de notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 13 mei 2014 in overeenstemming met de relevante bepalingen door de voorzitter en secretaris zijn vastgesteld, nadat er gedurende drie maanden de gelegenheid is geweest om op de concept notulen, die via de website ter beschikking zijn gesteld, te reageren. De notulen van de Vergadering zullen op dezelfde wijze worden vastgesteld. De voorzitter geeft aan dat in overeenstemming met de Corporate Governance Code de externe accountants van EY, de heer Prins en mevrouw Hengefeld, ter Vergadering aanwezig zijn. Vragen over de jaarrekening zullen in beginsel worden doorgeleid naar de Raad van Bestuur. Bij vragen over de controle van de jaarrekening bepaalt de voorzitter of deze ter beantwoording worden doorgeleid naar de accountant. Alvorens de voorzitter overgaat tot het behandelen van de agenda, zal een film worden vertoond over de mensen die samen Boskalis Nederland vormen. De voorzitter stelt de vertoning van de film uit vanwege een technisch mankement tot na de presentatie van de Raad van Bestuur. Pagina 2/23
2.
Behandeling van het jaarverslag van de Raad van Bestuur over de zaken van de Vennootschap en het gevoerde bestuur over 2014.
Allereerst geeft de voorzitter het woord aan de heer Berdowski, voorzitter van de Raad van Bestuur van de Vennootschap, voor een presentatie betreffende dit agendapunt. De heer Berdowski heet iedereen namens de Raad van Bestuur welkom en geeft aan de hand van een korte presentatie een overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen in het financiële jaar 2014. Boskalis heeft 2014 als een geweldig jaar afgesloten met een nettowinst van EUR 490 miljoen. Dit is het hoogste resultaat dat de Vennootschap in haar bestaan heeft behaald. De omzet is ten opzichte van 2013 stabiel en het orderboek is over de gehele linie van het bedrijf op peil gebleven. De behaalde EBITDA bedraagt bijna EUR 1 miljard. In de verdeling van de omzet dragen de Dredging en de Inland Infra activiteiten daar meer dan 50 procent aan bij. Offshore Energy vormt bijna 40 procent van de totale omzet en sleepactiviteiten 9 procent. De sleepactiviteiten zijn wat lager ten opzichte van 2013 vanwege de deconsolidatie-effecten van onder andere het aangaan van de joint venture SMIT SAAM. De omzet is naast de verdeling over de divisies ook goed gespreid over de verschillende regio’s waarin het bedrijf actief is. De balans van Boskalis is in de afgelopen jaren fors toegenomen. De totale activapositie bedraagt EUR 5,9 miljard met ongeveer EUR 4,3 miljard aan vaste activa. Aan de passivazijde is de solvabiliteit van het bedrijf, zo kort na de acquisitie van Dockwise, gestegen naar 53,4 procent. De netto-schuld is van EUR 674 miljoen eind 2013 naar EUR 518 miljoen teruggelopen. De netto-schuld over EBITDA ratio is daarmee ver onder de 1 gezakt, ruim binnen de convenanten met de banken. De conclusie is dat de balans sterk is met een beperkte schuldpositie. De kasstromen zijn gezond en het investeringsniveau ligt in 2014 in lijn met vorige jaren op EUR 313 miljoen. Daarnaast is een opbrengst gegenereerd uit desinvesteringen van ongeveer EUR 12 miljoen, hetgeen een voortvloeisel is van een gedisciplineerde focus op de passende activiteiten binnen de groep. Als het orderboek bezien wordt per segment, wordt duidelijk dat ook per segment de orderportefeuille stabiel is gebleven en een goede verdeling kent over de divisies qua omzet en projecten. De baggerdivisie heeft onder andere als bijzonder groot project de aanleg van een parallel kanaal aan het huidige Suezkanaal als opdracht verworven. Het nieuwe kanaal wordt 37 kilometer lang. Op het project werken momenteel 20 cutterzuigers. Op 1 augustus 2015 dient dit project te worden opgeleverd. Daarnaast legt het bedrijf voor het project Pluit City nieuw land aan in de baai van Jakarta in Indonesië. Dit land dient voor vastgoedontwikkeling en kustbescherming tegen overstromingsgevaar. Andere projecten zijn het aanleggen van het project Finger Pier 1 in Singapore en het werk IJsseldelta in het kader van het project Ruimte voor de Rivier in Nederland. Ook de divisie Offshore Energy kent een aantal nieuwe werken in de orderportefeuille, zoals het Shah Deniz aanlandingsproject en het windenergieproject Wikinger.
Pagina 3/23
Het bedrijf behaalt de laatste jaren een stabiele omzet uit dergelijke windenergieprojecten van EUR 150 miljoen tot EUR 200 miljoen per jaar. Daarnaast heeft Dockwise met het transport van het Clair Ridge platform een nieuwe goede opdracht verworven. Voor Salvage is de onderneming doende met de wrakopruiming van de car carrier Baltic Ace in de Noordzee. Dit schip moet geruimd worden omdat het een obstakel vormt in de aanvaarroute naar de haven van Rotterdam. Het schip wordt momenteel met de inzet van nieuwe technologie in acht delen gezaagd, waarvan vijf zaagsneden inmiddels succesvol zijn gemaakt. Daarna zullen de onderdelen van het schip uit het water worden gehesen. Voorts is Salvage voor de kust van Angola druk doende geweest met de berging van het platform Perro Negro. Na dit overzicht ten aanzien van de financiële prestaties van het bedrijf, staat de heer Berdowski stil bij de uitvoering van het Business Plan 2014-2016. In het afgelopen jaar zijn belangrijke stappen gezet op het gebied van de organisatie, verdere integratie en de systemen. Per 1 januari 2015 is een divisiestructuur binnen het bedrijf geïmplementeerd. De organisatiestructuur is op alle niveaus uitgewerkt. De twee hoofddivisies, Dredging en Inland Infra alsmede Offshore Energy, zijn qua middelen nu grotendeels zelfstandig, met eigen schepen, bemanning, staf, engineering en tendering. Daarbij is echter wel het systeem van de korte centralistische aansturing om risico’s te beheersen overeind gebleven. Daarnaast is ook de fysieke integratie nagenoeg afgerond. De baggerdivisie is verhuisd naar het nieuwe pand aan het begin van de Rosmolenweg. De medewerkers van Dockwise zijn nu samengevoegd met de divisie Offshore Energy in het hoofdgebouw. In totaal huisvest de locatie in Papendrecht ongeveer 1400 werknemers, waardoor de communicatie en samenwerking tussen de bedrijfsonderdelen optimaal kunnen worden georganiseerd. Het tweede onderdeel, waarbij in het kader van het Business Plan, vooruitgang is geboekt zijn de verschillende ondersteunende systemen, zoals de ERP-, inkoop- en financiële systemen. Deze systemen dienen na de diverse grote overnames van SMIT en Dockwise op termijn te worden geharmoniseerd. Op de agenda van het Business Plan 2014-2016 stond ook de omvorming van de sleepactiviteiten. De inzet was om een consolidatieslag in de industrie te bewerkstellingen middels partnerships met sterke regionale spelers. Inmiddels bestaat de divisie Towage nu grotendeels uit joint ventures. De laatste wijziging wordt momenteel doorgevoerd met de vorming van de joint venture met Kotug voor de havensleepactiviteiten in Nederland, België, Duitsland en London. De joint venture met SAAM, voor het uitvoeren van sleepactiviteiten in Noord-, Midden-, en ZuidAmerika, is in het midden van 2014 opgericht. De Vennootschap kent al een langdurig samenwerkingsverband met Smit Lamnalco voor terminal sleepdiensten en een joint venture met Keppel in Azië. Met deze samenwerkingsverbanden heeft het bedrijf op het gebied van sleepdiensten wereldwijd een dekking in de belangrijkste regio’s, hetgeen een goede basis vormt om deze activiteiten verder uit te bouwen. Een voorbeeld hiervan is de recente acquisitie van PB Towage in Australië door Smit Lamnalco. De verschillende Towage joint ventures bezitten in totaal 450 schepen in 35 landen.
Pagina 4/23
De omzet van de huidige joint ventures, met uitzondering van Kotug en PB Towage, bedraagt in 2014 EUR 641 miljoen met een EBITDA van EUR 256 miljoen en een orderboek van EUR 2,6 miljard. De meeste contracten in het orderboek staan op het conto van Smit Lamnalco, die in de regel langduriger contracten heeft met een looptijd van 5 tot 10 jaar. Met een netto-schuldpositie over EBITDA ratio van rond de 3 kent deze business een efficiënte balans om de concurrentiepositie te waarborgen. De heer Berdowski staat voorts in het kader van het Business Plan 2014-2016 stil bij het voornemen om de divisie Energy Offshore verder uit te bouwen. In deze markt is, zoals bekend, in het afgelopen jaar de olieprijs enorm gedaald en daarmee de directe vraag naar de uitvoering van nieuwe projecten. Deze ontwikkeling kent ook een neerwaarts prijseffect. In dat kader is derhalve besloten om in het kader van het Corporate Business Plan te bezien hoe de nieuwe situatie zich verder zal ontwikkelen en vooralsnog niet te investeren in nieuwe schepen, maar wel scherp te blijven om eventuele gerichte acquisities van kleinere bedrijven of assets te verrichten. Op grond hiervan is eveneens besloten om het aandelen inkoopprogramma zoals neergelegd in het Corporate Business Plan 2014-2016 met één jaar op te schorten. Voor 2015 zijn de vooruitzichten dat de baggermarkt stabiel is met zicht op interessante projecten. Datzelfde geldt voor de Towage markt. De markt voor Offshore is uitdagend, vooral voor de korte termijn activiteiten, zoals bijvoorbeeld de Subsea projecten op de Noordzee. Op het gebied van de langdurige contracten waarbij de investeringsbeslissing al door de opdrachtgever is genomen, zijn wel mogelijke projecten op de markt. De krimpende markt biedt daarnaast wellicht mogelijkheden om het marktaandeel uit te breiden. De investeringen voor de groep zullen in het komende jaar op het niveau van EUR 250275 miljoen liggen. Als laatste onderdeel van zijn presentatie besteedt de heer Berdowski aandacht aan het recent door Boskalis verworven belang in Fugro. Boskalis heeft momenteel een aandeel van 25,1 procent opgebouwd. Boskalis beschouwt Fugro als een interessant bedrijf met sterke marktposities in haar kernactiviteiten. De strategie van Boskalis is gericht op de offshore- en (maritieme) infrastructuurmarkten, gebruikmakend van de combinatie van hoogwaardige kennis en maritieme assets. De activiteiten van Fugro sluiten hier uitstekend op aan. De twee bedrijven hebben veel gemeen op het gebied van assets, kennis, kapitaalintensiteit, wereldwijde spreiding, klantenbestand en zijn beide mondiaal leidend in nichemarkten. In het kader van het Corporate Business Plan onderzoekt het bedrijf regelmatig of er bedrijven zijn die qua strategie aansluiten. In dat kader is Fugro de afgelopen jaren een aantal maal besproken. De ontwikkelingen in de olie- en gasmarkt en de koersontwikkeling van Fugro en de eerdergenoemde aansluiting in strategie en de mogelijkheid van het uitwerken van samenwerkingsvormen, hebben na een aantal nieuwe studies in 2014, geleid tot de beslissing om een belang in Fugro op te bouwen. De positie die Boskalis heeft opgebouwd in Fugro is geen opmaat naar een bod. Het management van Fugro heeft een nieuwe strategie ingezet om meer focus aan te brengen in het bedrijf door zich te concentreren op de Survey en Geotechnical divisies. Boskalis steunt deze strategie en zal als grootaandeelhouder deze ontwikkelingen nauwgezet volgen. Pagina 5/23
De heer Hessels dankt de heer Berdowski voor zijn presentatie. Alvorens over te gaan tot de behandeling van de vragen, wordt eerst de film over de mensen van Boskalis Nederland vertoond. De voorzitter stelt de Vergadering in de gelegenheid tot het stellen van vragen over de presentatie van de heer Berdowski en het jaarverslag van de Raad van Bestuur over het verslagjaar 2014. De heer Spanjer vraagt waarom het resultaat deelnemingen is gedaald van EUR 64 miljoen in 2013 naar EUR 56 miljoen in 2014. De heer Kamps geeft aan dat deze daling op de eerste plaats het effect is van het feit dat in 2013 het belang in Archirodon nog is opgenomen in het resultaat. Dit belang is in 2013 afgestoten. Voorts is het resultaat deelnemingen over 2013 positief beïnvloed door de boekhoudkundige herwaardering van het minderheidsbelang van de Vennootschap in Dockwise direct volgend op het volledige bod op Dockwise. Gecorrigeerd voor deze effecten hebben de joint ventures in 2014 een stijging in het resultaat laten zien van ongeveer EUR 14 miljoen. De heer Van Munster complimenteert de Vennootschap met de leesbaarheid van het jaarverslag. Zijn eerste vraag is waar het Base project wordt uitgevoerd. De heer Berdowski geeft aan dat dit in Doha, Qatar is. Het bedrijf is daar doende met het verdiepen van een kanaal naar de basis van de kustwacht met een vertakking naar het paleis van de Emir. De tweede vraag van de heer Van Munster betreft de vindplaats de netto-schuld over EBITDA ratio in het tienjarenoverzicht. De heer Berdowski geeft aan dat deze ratio in het verleden, toen Boskalis te kenschetsen was als een puur baggerbedrijf, minder betekenis had. Deze ratio was in deze jaren meestal verwaarloosbaar. Met de verbreding van het bedrijf met de aankoop van SMIT en Dockwise is besloten, naast de vereisten om deze transacties te financieren, de balans voor het bedrijf te laten werken. In dit kader is het pas in de laatste jaren relevant geworden om de ratio netto-schuld over EBITDA te rapporteren en bij te houden. De heer Lemmers van de VEB feliciteert het bedrijf met het fantastische resultaat in 2014. De eerste vraag van de heer Lemmers betreft de orderportefeuille. De trend lijkt te zijn gezet dat de orderportefeuille stabiliseert en zelfs iets afneemt. De heer Berdowski geeft aan dat het bedrijf in principe in staat is de orderportefeuille binnen een jaar te verdubbelen. Dat is echter niet zonder meer het streven. Het is belangrijker om kwalitatief goede werken te verwerven met een goede marge dan een orderportefeuille te vullen met risicovolle projecten. Om dat gevaar te voorkomen, heeft het bedrijf geen harde doelstellingen op het gebied van omzetgroei. Als volgende staat de heer Berdowski stil bij de ogenschijnlijke daling van de orderportefeuille. Dit is veroorzaakt door het deconsolidatie-effect veroorzaakt door het verkopen van met name Archirodon en Saam Smit. Gecorrigeerd voor dit effect is de ontwikkeling van het orderboek stabiel voor de Dredging divisie en de Offshore Energydivisie. De belangrijke vraag is hoe voor die laatste divisie de markt zich de komende tijd zal ontwikkelen. De volgende vraag van de heer Lemmers heeft betrekking op de aanwezigheid van voldoende groeimogelijkheden op de markt voor de inzet van de Vanguard. De heer Berdowski geeft aan dat in het laatste jaar nieuwe mogelijkheden voor de inzet van de Vanguard zijn ontstaan door de integratie in de groep. Bij het ongeval met de Costa Concordia heef SMIT Salvage de bunkerolie uit het schip verwijderd. Daarna heeft Dockwise aangeboden om het schip te vervoeren naar de sloopwerf. Pagina 6/23
Uiteindelijk is dat laatste niet gebeurd, omdat is besloten het schip in Italië te slopen, maar de verzekeraars hebben Dockwise wel een substantiële annuleringsvergoeding betaald. Een ander voorbeeld is vorig jaar de mobilisatie van de baggervloot naar het project Suezkanaal. Dat diende gezien de korte doorloopperiode van het project tot 1 augustus 2015 zo snel mogelijk te geschieden. De Vanguard heeft dit transport voor een andere baggeraar verzorgd. Door de creativiteit in de groep aan te boren, ontstaan er, naast de reguliere opdrachten, nieuwe inzetmogelijkheden voor dit schip. Als derde vraagt de heer Lemmers naar uitleg over de stijging van de totale loonsom, terwijl het aantal werknemers is gedaald. De heer Berdowski meldt dat dit het effect is dat is ontstaan door het afstoten van een aantal bedrijfsonderdelen, waaronder Archirodon. Daarmee is het aantal werknemers gedaald en de opbouw van de populatie gewijzigd, met nu naar verhouding een groter aandeel West-Europese medewerkers. De heer Heinemann vraagt naar de visie van het bedrijf op de rentabiliteitsontwikkeling van windenergieprojecten, die toch grotendeels door de overheid worden gesubsidieerd, alsmede de ontwikkeling van andere energievormen, zoals zonne-energie en getijdecentrales. De heer Berdowski meldt dat op dit moment de olie- en gasmarkt de belangrijkste energiemarkt is voor Boskalis en dat de verwachting is dat dit in de nabije toekomst niet snel zal wijzigen. De heer Berdowski geeft aan dat de windenergiemarkt voor Boskalis daarnaast ook goede mogelijkheden biedt op werk voor de komende vijf jaar. Het bedrijf is vanwege onder andere de subsidiecomponent wel voorzichtig met het doen van investeringen met een lange terugverdientijd. Voorts heeft de onderneming laatst een aanbieding gedaan voor de aanleg van een getijdecentrale. Deze ontwikkelingen worden nauwgezet gevolgd. De tweede vraag van de heer Heinemann heeft betrekking op de eventuele samenwerking of overname van Fugro. Fugro is momenteel tegen een overname, maar de vraag is of het niet mogelijk is om Fugro geleidelijk van mening te laten veranderen door het aangaan van samenwerkingsverbanden. De heer Berdowski antwoordt dat het bedrijf open staat voor verdere samenwerking. Zoals eerder vermeld, is een bod op Fugro niet aan de orde. De heer Berdowski geeft aan dat al op regelmatige basis met Fugro wordt samengewerkt. Voorts is er contact met de CEO en CFO van Fugro om als grootaandeelhouder op kwartaalbasis op de hoogte te worden gesteld van de laatste gang van zaken. De heer Heinemann stelt als derde vraag of Boskalis bij het Suezkanaal een parallelle baan aanlegt naast het bestaande kanaal. Daarnaast wil hij graag weten op welke wijze de betaling van het werk plaatsvindt. De heer Berdowski geeft aan dat op het traject waar de Vennootschap doende is een parallel kanaal wordt aangelegd, hetgeen tot een verdubbeling van het aantal scheepsbewegingen dient te leiden. Ten aanzien van de betaling heeft het bedrijf verschillende betalingsgaranties met de opdrachtgever afgesproken. Voorts is een kredietverzekering afgesloten met Atradius. De heer Dirkse vraagt of in de toekomst meer substantiële annuleringsvergoedingen, zoals ontvangen bij de Costa Concordia, zijn te verwachten bij Dockwise of andere onderdelen van het bedrijf. De heer Berdowski geeft aan dat dergelijke vergoedingen eerder bij Dockwise voorkomen dan bij andere bedrijfsonderdelen. Grote olie- en gas bedrijven willen op het moment dat hun platform op de werf gereed is, dat dit platform direct naar de plaats van bestemming kan worden vervoerd.
Pagina 7/23
Gezien de enorme investeringen, die gemoeid zijn met een dergelijk platform, kan een bedrijf zich het niet permitteren om te wachten totdat capaciteit beschikbaar is om het transport van het platform te verzorgen. De olie- en gasbedrijven boeken daarom, om zeker te zijn, een slot in de planning van de grote transportschepen van Dockwise. Echter de bouw van een platform op de werf kan uitlopen. Als het geboekte slot dan niet wordt gebruikt, worden contractueel annuleringsvergoedingen afgesproken die oplopen naarmate de periode van het geboekte slot dichterbij komt. In de toekomst zijn derhalve bij Dockwise meer annuleringsvergoedingen te verwachten. De tweede vraag van de heer Dirkse betreft de nieuwe divisiestructuur en de integratie van de ERP-systemen. De heer Kamps geeft als eerste aan dat de ERP-systemen bij Boskalis niet erg gecompliceerd zijn. Het huidige systeem van Boskalis, dat al 15 jaar werkt, is aan vernieuwing toe. Dat systeem zal eerst worden herzien. Daarna zullen de systemen van Dockwise en SMIT, die nog separaat functioneren, overgezet worden naar het nieuwe Boskalis systeem. Deze overzetting zal geleidelijk plaatsvinden over de periode van de komende twee jaar. De derde vraag van de heer Dirkse gaat over de stelling van Fugro dat engineering en uitvoering van projecten in de olie- en gasmarkt niet in één bedrijf kunnen worden verenigd. Hij vraagt naar de visie van de Vennootschap op dit onderwerp. De heer Berdowski antwoordt dat geen sprake is van een tegenstrijdig belang. Boskalis is een grootaandeelhouder in Fugro met een belang van 25,1 procent. Filosoferen over een eventueel tegenstrijdig belang is derhalve speculatief. Echter in de markt waarin de Vennootschap zich beweegt zijn meerdere bedrijven te noemen die engineering en aanneming succesvol combineren, zonder dat klanten aangeven daar grote problemen mee te hebben. DEME is een voorbeeld met haar dochterbedrijf Geosea. Voorts kent Boskalis zelf ook een grote survey afdeling op het gebied van grondonderzoek. Als een samenwerking met Fugro ooit aan de orde zou zijn, is dit uiteraard een van de onderwerpen waar aandacht aan zal worden besteed, overigens zonder dit als enorme hindernis te beschouwen. Mevrouw Roeleveld van de VBDO complimenteert het bedrijf met de ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid en het goede CSR-verslag. Daarbij springen in het oog de nieuwe technisch innovaties, de intense samenwerking in de supply-chain en een veiliger werkomgeving door het NINA-programma. Het is duidelijk door de diverse prijzen die het bedrijf heeft ontvangen dat dit ook in de buitenwereld wordt erkend. De VBDO constateert dat Boskalis wordt ondergewaardeerd in de duurzaamheidsbenchmarken met andere ondernemingen, omdat bepaalde internationale standaarden niet actief worden onderschreven en het bedrijf uitdagingen kent met betrekking tot het afgeven van een duidelijke milieudoelstelling. Er is begrip voor het feit dat in de industrie brede normen ontbreken, omdat deze afhankelijk zijn van complexe factoren zoals grond- en weercondities. De positie van de Vennootschap zou echter kunnen verbeteren door het opstellen van een social and environmental profit and loss account. De vraag is of Boskalis bereid is hiertoe over te gaan, wellicht op het niveau van grote projecten. Voorts is het de vraag of Boskalis op het gebied van recycling en cradle tot cradle harde doelstellingen kan formuleren. Als laatste staat mevrouw Roeleveld stil bij de milieuprestaties. De vraag is op welke wijze Boskalis de datacollectie en de meetcriteria zal verbeteren, zodat toetsing op het gebied van besparingen en milieuwinst mogelijk wordt. De heer Berdowski antwoordt dat het bedrijf in Nederland een eerste pilot heeft gedaan met een social and environmental profit and loss account. Pagina 8/23
In Nederland bracht dit al een enorme administratieve last met zich mee, die bij buitenlandse projecten alleen maar zal toenemen. De activiteiten van het bedrijf zijn niet repeteerbaar, maar op elk project anders. Binnen de Nederlandse context zijn wij bereid met een positieve grondhouding verder naar dit concept te kijken, maar de uitvoering is bij een projectmatig bedrijf lastig. De heer Berdowski geeft aan dat op het gebied van cradle to cradle dit ook per project bijzonder verschilt. Hij geeft een uitleg aan de hand van het Base project in Qatar. Bij aanvang van het project was al duidelijk dat gezien de bijzonder harde grondcondities de grenzen van de cuttertechnologie worden opgerekt met een grote consumptie van cuttertanden. Voor dit project is vanaf het begin de doelstelling geformuleerd om een manier te ontwikkelen om de tanden te recyclen. Deze projectdoelstelling laat zich echter minder makkelijk vertalen naar een algemene doelstelling, omdat elk project weer andere omstandigheden kent. Voorts staat de heer Berdowski stil bij de meetbaarheid van de milieuprestaties, zeker op een uniforme basis. Binnen de zeer diverse vloot van Boskalis is dat een uitdaging. Het bedrijf is doende hieraan te werken om de meettechnieken te verbeteren, zodat deze uiteindelijk extern kunnen worden geverifieerd. Er wordt daartoe in systemen en medewerkers geïnvesteerd. Als laatste bespreekt de heer Berdowski het onderschrijven van de veelheid van allerhande standaardrichtlijnen op het gebied van mensenrechten, bedrijven en corruptie. Boskalis houdt zich aan zijn eigen gedragscode, waarin de Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties nadrukkelijk wordt onderschreven en zeer duidelijk wordt aangegeven dat Boskalis zich aan de anti-corruptiewetgeving houdt. Als laatste verzoekt mevrouw Roeleveld het bestuur de uitgebreidere vragenlijst van de VBDO schriftelijk te beantwoorden. De heer Berdowski zegt dat toe. De heer Van Zeijl van Actiam geeft aan dat Actiam de aandelenportefeuilles beheert voor SNS Reaal en Zwitserleven. Voorts vertegenwoordigt de heer Van Zeijl Eumedion. Namens Eumedion stelt de heer Van Zeijl een aantal vragen over Corporate Governance. Boskalis heeft in de laatste maanden zich opgeworpen als hoeder van de goede Corporate Governance. In dat kader wil de heer Van Zeijl een aantal vragen stellen over de Corporate Governance van de Vennootschap. De eerste vraag betreft de toepassing van het vrijwillig structuurregime bij Boskalis. Eumedion acht dat niet meer van deze tijd. De Vergadering heeft daarmee geen invloed op de samenstelling van het bestuur. De vraag is of Boskalis deze vrijwillige toepassing wil heroverwegen. Daarnaast hanteert de Vennootschap een drempel voor het agenderingsrecht van drie procent, terwijl meerdere bedrijven het recht om te agenderen aan aandeelhouders verlenen bij één procent van de aandelen. Daarnaast wijkt Boskalis af van de Corporate Governance Code omdat de bestuursvoorzitter voor onbepaalde tijd is benoemd en de afvloeiingsregeling niet is beperkt tot één jaar. Als laatste acht men de toelichting op de aanwezigheid van de beschermingsconstructie met de Stichting Continuïteit KBW als summier. De statuten van de Stichting zijn bijvoorbeeld niet op de website te vinden. De voorzitter meldt dat de onderneming regelmatig de Corporate Governance tegen het licht houdt, waarbij de ontwikkelingen in de markt goed worden gevolgd. De voorzitter geeft aan dat naar aanleiding van de verschillende vragen dit wederom zal gebeuren, maar dat de onderneming niet uit de pas lijkt te lopen op dit gebied. Daarnaast legt de voorzitter uit dat de heer Berdowski 17 jaar geleden is benoemd voor onbepaalde tijd. Er bestaat geen reden om dit contract niet te honoreren. In het hoofdstuk Corporate Governance in het Jaarverslag wordt dit uitgelegd. Ditzelfde geldt voor de ontslagvergoeding. Boskalis volgt bij de benoeming van nieuwe leden van de Raad van Bestuur wel de best practices van de Corporate Governance Code. De heer Berdowski geeft voorts aan dat het de statuten van de Vennootschap verwijzen naar het wettelijke agenderingsrecht. Op het moment dat de wet het percentage van één procent naar drie procent aanpaste, werkte dat derhalve automatisch door in de statuten van Boskalis. Pagina 9/23
De heer Dirkzwager vraagt of de onderneming het voorbeeld gaat volgen om te investeren in semi-submersible schepen met ijsklasse. Daarnaast vraagt hij zich af wat de laatste stand van zaken is met betrekking tot de rechtszaak betreffende Fairstar. De volgende vraag is of Boskalis in het kader van een samenwerking met Fugro voornemens is de schepen over te nemen die Fugro heeft aangekondigd te zullen afstoten. De heer Berdowski geeft aan vooralsnog geen structurele behoefte te zien naar semi-submersible schepen onder ijsklasse. De uitspraak in het kader van de Fairstar rechtszaak is uitgesteld naar juni 2015. Als laatste geeft de heer Berdowski aan een belang in Fugro te hebben van net boven de 25 procent zonder dat er plannen zijn om schepen van Fugro over te nemen. De heer Spanjer vraagt of de werkmethode met de cutterkop voor harde grond met de bijbehorende tanden is gepatenteerd. Voorts vraagt hij wat de waarde van de volledige patentenportefeuille van het bedrijf is. De heer Berdowski geeft aan dat in de industrie het aanvragen van patenten de uitvinding vaak juist toegankelijker maakt voor concurrenten en daarmee makkelijker met een kleine wijziging te kopiëren. De onderneming is daarom voorzichtig met het aanvragen van dergelijke patenten, maar beziet de mogelijkheden altijd scherp. De waarde van eventuele patenten wordt niet geactiveerd op de balans. Aanvullend vraagt de heer Spanjer of de lagere olieprijs, op het gebied van bunkers, ook voordelen heeft voor de onderneming. De heer Berdowski antwoordt dat de effecten van de hogere dollar en de lagere olieprijs op bepaalde projecten zeker voordelen met zich mee hebben gebracht. De effecten op de inkomstenkant in de Offshore markt zijn echter significanter. De heer Jonker geeft aan dat het mogelijk is voor schepen om in het Suezkanaal op bepaalde plaatsen elkaar te passeren. De heer Berdowski meldt dat op het traject van het Suezkanaal, waar de onderneming momenteel aan het werk is, dergelijke passeermogelijkheden niet aanwezig zijn en deze nu juist worden gecreëerd door de aanleg van een parallelle waterweg. De heer Jonker vraag daarnaast of het bedrijf ook betrokken is bij de verdieping van het Dollard-Eemskanaal. De heer Berdowski geeft aan dat het bedrijf hierbij niet betrokken is. Als laatste vraagt de heer Jonker of de Vennootschap het belang in Fugro van 25,1 procent voldoende acht of dat er plannen zijn om heel Fugro over te nemen. De heer Berdowski herhaalt dat het belang van 25,1 procent in Fugro de huidige positie is en er momenteel geen andere plannen zijn. De voorzitter bericht, alvorens hij over gaat tot de behandeling van agendapunt 3, dat er 123 houders van aandelen aanwezig zijn die samen 91.387.119 gewone aandelen vertegenwoordigen. Dit is 74,72 procent van het stemgerechtigde kapitaal.
3
Uitvoering van het bezoldigingsbeleid 2014
De voorzitter stelt de uitvoering van het bezoldigingsbeleid in 2014 aan de orde. De remuneratiecommissie heeft de uitvoering hiervan in het verslagjaar uiteengezet in het remuneratierapport. Dit rapport is te vinden op de website van de Vennootschap en bij de ingang van de zaal. Het remuneratieverslag zal kort worden toegelicht door de heer Van Woudenberg, de voorzitter van de remuneratiecommissie. De heer Van Woudenberg geeft aan dat in 2014 het remuneratiebeleid is uitgevoerd conform het Beloningsbeleid voor de Raad van Bestuur zoals door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders is vastgesteld in 2011 en het Beloningsbeleid van de Raad van Commissarissen zoals vastgelegd in 2012. Pagina 10/23
Het Beloningsbeleid sluit aan bij de strategie en kernwaarden van de onderneming, waarbij lange termijn oriëntatie en continuïteit centraal staan. Bij het opstellen en uitvoeren van het beleid worden de belangen van de aandeelhouders, klanten, medewerkers en de ‘brede omgeving’ meegewogen. De bezoldiging van de Raad van Bestuur kent een drietal beloningselementen. Het eerste element betreft het basissalaris dat regelmatig wordt vergeleken met salarissen in de relevante markt. Daarnaast kent de beloning twee variabele elementen. Het korte termijn element is voor de helft afhankelijk van de ontwikkeling van het nettoresultaat en wordt voor de andere helft bepaald door individuele prestaties. Voorbeelden van individuele doelstellingen zijn het nieuwe Corporate Business Plan, het uitbouwen van de Towage divisie en specifieke commerciële prestaties. Het lange termijn variabele element wordt bepaald door de koersontwikkeling van Boskalis en een aantal lange termijn doelstellingen zoals groei in omzet en resultaat, veiligheidsaspecten en personeelsontwikkeling en de bedrijfsbrede implementatie van het Corporate Business Plan. De accountant, EY verifieert de onderliggende berekeningen voor de beloning. De heer Van Woudenberg geeft aan dat het basissalaris van de CEO geïndexeerd ten opzichte van 2012 in 2014 109 bedraagt. De index voor de totale variabele beloning ten opzichte van 2012 is 94. Voor de CFO geldt dat de index voor het basissalaris sinds 2012 ook 109 is en de index voor de totale variabele beloning 97. Het basissalaris kent daarmee een vrij gematigde verhoging sinds 2012 en de totale variabele beloning laat al naar gelang de prestaties van de bestuursleden een duidelijke variatie zien. De remuneratiecommissie is in 2014 tweemaal bijeengeweest. De remuneratiecommissie heeft in dit jaar met name aandacht besteed, zoals vorig jaar aangekondigd, aan de noodzakelijke wijziging in de pensioenregeling. Het wettelijk kader is op dat gebied veranderd. De remuneratiecommissie heeft een oplossing gevonden die de pensioenvoorziening van de Raad van Bestuur recht doet op een kostenneutrale basis met inachtneming van de fiscale regelgeving. Daarnaast volgt de remuneratiecommissie nauwgezet de nationale en internationale beloningsmarkt. Volgend jaar zal een externe partij worden verzocht hier nader onderzoek naar te doen. Mogelijk zullen de conclusies van dat onderzoek leiden tot aanpassingen in het huidige Beloningsbeleid. De voorzitter nodigt de Vergadering uit om vragen te stellen. De heer Spanjer complimenteert de remuneratiecommissie met de uitvoering van het remuneratiebeleid.
4a.
Bespreking en vaststelling van de jaarrekening over het boekjaar 2014
De voorzitter stelt de bespreking en de vaststelling van de jaarrekening van vorig jaar aan de orde. De tekst van de jaarrekening staat op pagina 61 en volgende van het jaarverslag. In dit kader heeft de Vennootschap de accountant EY ontheven van de geheimhoudingsplicht. De voorzitter geeft de heer Prins van EY het woord voor een korte toelichting op de controle van de jaarrekening over het afgelopen jaar. De heer Prins geeft aan dat EY na de benoeming door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders vorig jaar zijn eerste controle bij de Vennootschap heeft afgerond. Pagina 11/23
Hij staat op de eerste plaats stil bij de transitie tussen KPMG en EY. EY heeft daartoe de controledossiers van KMPG doorgenomen, waarbij EY zich met name heeft gericht op de interne controle, de interne beheersing, de grotere projecten en de door KPMG opgestelde rapportages ten behoeve van het bestuur en de Raad van Commissarissen. In de zomer van 2014 zijn de transitiewerkzaamheden afgesloten en is direct een aanvang gemaakt met de controlewerkzaamheden over het eerste half jaar. Er is een controleplan opgesteld, dat uitgebreid is besproken met het bestuur en de auditcommissie qua scope en materialiteit. Zoals ook aangegeven in de controleverklaring in de jaarrekening, is een materialiteitsgrens gehanteerd van vijf procent van het resultaat voor belasting. De focus heeft gelegen op de grotere en meer risicovolle projecten en de werkzaamheden van een groot aantal groepsonderdelen. Op basis van het controleplan, zijn instructies gegeven aan de accountants van de groepsonderdelen in binnen- en buitenland. Daarnaast heeft EY zelf een aantal grotere groepsonderdelen in het buitenland bezocht om vast te stellen dat de controle conform de instructies is verlopen en om zelf inzicht te krijgen in de belangrijkste controlebevindingen. Na het afronden van het controleproces is stilgestaan bij de kernpunten van de controle. Deze kernpunten worden in de nieuwe controleverklaring uitgebreid beschreven. Het eerste kernpunt betreft de waardering van de onderhanden werken. Daarbij komen vragen aan de orde als op welke wijze de interne controle op het gebied van projectbeheersing en projectresultaat plaatsvindt, wat de contractuele voorwaarden zijn, hoe de projectcalculaties zijn gedaan en in hoeverre de risico’s zijn meegewogen. Voorts is uitgebreid aandacht besteed aan het materieel van het bedrijf. Dit maakt met een waarde van EUR 2,5 miljard, ongeveer 50 procent van het balanstotaal van de Vennootschap uit. Daar is bezien of er indicaties zijn voor bijzondere waardevermindering en of deze zijn opgevolgd. Een ander onderwerp dat is bezien is de post goodwill ter grootte van in totaal EUR 0,5 miljard. Daarbij is de consistentie van de behandeling van de post over de jaren en het waarderingsmodel uitgebreid aan de orde geweest. Als laatste belangrijke punt is stil gestaan bij de belastingpositie in de verschillende landen waarin het bedrijf opereert. De reserveringen, die daarvoor worden aangehouden en de onderbouwing daarvan, is door EY getest in het kader van de controle. Waar nodig zijn fiscale experts in binnen- en buitenland ingehuurd om daarbij te assisteren. De heer Prins geeft aan dat in het kader van de controle geen belangrijke risico’s naar voren zijn gekomen, die niet zijn toegelicht in de jaarrekening. De conclusie van de werkzaamheden is dat EY een goedkeurende verklaring heeft kunnen afgeven. De voorzitter dankt de heer Prins voor zijn presentatie en geeft de Vergadering de gelegenheid tot het stellen van vragen.
Pagina 12/23
De heer Dirkse vraagt op welke wijze de buitenlandse controle door andere accountants heeft plaatsgevonden. De heer Prins antwoordt dat de buitenlandse accountants, deels van EY en deels van de andere wereldwijd grote accountantskantoren, eerst duidelijk zijn geïnstrueerd over de controleaanpak. Voorts is een aantal bezoeken gebracht door de heer Prins en de rest van het EY kernteam aan deze buitenlandse accountants, onder andere in het Midden-Oosten, Rusland, Singapore, Filipijnen en Australië. De heer Dirkse vraagt in aanvulling of EY naar aanleiding van de controle aanbevelingen heeft gedaan en of eerdere aanbevelingen van KPMG zijn opgevolgd door de Vennootschap. De heer Kamps antwoordt dat E&Y aanbevelingen heeft gedaan op het gebied van de systemen van administratieve organisatie. Deze aanbevelingen, en de eerdere aanbevelingen van KPMG, alsmede de stelselmatige opvolging daarvan, zijn besproken in de auditcommissie in de aanwezigheid van de accountant. Tweemaal per jaar wordt door het bestuur aan de auditcommissie gerapporteerd over de opvolging van de aanbevelingen. De heer Wierda informeert op welke wijze de accountant een aannemersbedrijf, dat steeds op andere plekken in de wereld werkzaam is, controleert en daarmee verrassingen uitsluit. De heer Prins geeft aan dit te borgen door op het moment van de controle de informatie over een bepaald project zo compleet mogelijk te krijgen om de controle op een goede wijze uit te voeren. De heer Berdowski vult aan dat het bedrijf een sterke financiële organisatie heeft met controllers die de projecten dagelijks volgen. Daarnaast is het bedrijf zeer behoudend in het nemen van resultaat op een project en progressief in het verwerken van tegenvallers. Het bedrijf heeft ten aanzien van projecten een consistent voorzichtige benadering. De heer Prins beaamt dat. De heer Lemmers van de VEB vraagt of de accountant de waardering van de orderportefeuille heeft gecontroleerd, de gedeeltelijke deconsolidatie daarvan alsmede de kwaliteit van de orderportefeuille. De heer Prins geeft aan dat EY deze elementen van de orderportefeuille alsmede de daaruit voortvloeiende risico’s in het kader van de controle heeft bezien. De heer Lemmers vraagt aanvullend of ook zaken onder de vijf procent materialiteitsgrens door de accountant zijn betrokken in de controle en welke elementen dit betrof. De heer Prins geeft aan dat de materialiteitsgrens niet bij elke controle past. De materialiteitsgrens wordt bijvoorbeeld bij de beoordeling van de beloning van de bestuurders losgelaten. Daar geldt dat elke euro wordt gecontroleerd. De derde vraag van de heer Lemmers betreft de risicoparagraaf. Hij mist de beschrijving ten aanzien van het risico op fraude, omkoping en corruptie. De heer Prins herhaalt dat in het kader van de controle op de jaarrekening geen risico’s zijn aangetroffen die niet in de jaarrekening zijn beschreven. De heer Berdowski geeft aan dat deze risico’s in het jaarverslag in het hoofdstuk Risicobeheer zijn ondergebracht in de paragraaf Naleving wet- en regelgeving. De heer Hessels voegt toe, zoals ook beschreven in het verslag van de Raad van Commissarissen, dat dit risico en de mitigerende maatregelen van het bestuur met regelmaat onderwerp van gesprek is. Zo heeft in het afgelopen jaar een herijking plaatsgevonden van de agentencontracten in het kader van de gedragscode. De heer Lemmers van de VEB heeft voorts een aantal vragen aan de heer Niggebrugge, voorzitter van de auditcommissie. De heer Lemmers acht de auditcommissie het belangrijkste orgaan van de Raad van Commissarissen. Hij vraagt de heer Niggebrugge hoe de interactie tussen de auditcommissie en de accountant is geweest. De heer Niggebrugge geeft aan dat de auditcommissie een ondersteunende commissie is voor de Raad van Commissarissen, die plenair verantwoordelijk is voor het toezicht. De heer Niggebrugge geeft aan dat de auditcommissie een goed contact met de accountant heeft gehad, ook buiten de aanwezigheid van het bestuur. Pagina 13/23
De tweede vraag van de heer Lemmers betreft het oordeel van de auditcommissie over het transitieproces van KPMG naar EY als externe accountant. De heer Niggebrugge geeft aan dat de transitie goed is verlopen. Met EY is als nieuwe accountant besproken of zij zaken hebben geconstateerd in het transitieproces, die extra aandacht behoeven. EY heeft aangegeven dat dit niet het geval is. EY heeft in de transitie veel tijd gestoken in het leren kennen van het bedrijf door middel van gesprekken, dossierstudie en werkbezoeken. In dat kader is de samenwerking tussen EY en de CFO ook goed geweest. De heer Lemmers vraagt in aanvulling naar het oordeel van de heer Niggebrugge over het functioneren van de auditcommissie. De heer Niggebrugge geeft aan dat de auditcommissie zijn rol goed vervult, zeker op het gebied van het risicomanagement. De heer Lemmers heeft als laatste een aantal vragen voor de heer Kamps. De eerste vraag betreft de samenwerking met de nieuwe accountant. De heer Kamps sluit met zijn antwoord aan bij de heer Niggebrugge. EY heeft goed de tijd genomen om het bedrijf en de bedrijfsprocessen goed te leren kennen. De accountant heeft gedurende het controleproces veel relevante vragen gesteld. De controle heeft uitermate grondig en constructief plaatsgehad. De tweede vraag van de heer Lemmers aan de heer Kamps betreft de post niet uit de balans blijkende verplichtingen met betrekking tot leningen aan dochtermaatschappijen ter grootte van circa EUR 700 miljoen. Hij vraagt zich af welke risico’s hieraan zijn verbonden. De heer Kamps geeft dat deze post niet uit de balans blijkende verplichtingen geen leningen zijn, maar verleende bankgaranties, hetgeen gebruikelijk is in de aannemerij. Ter verzekering van het feit dat de werkmaatschappijen de contractuele verplichtingen nakomen, verlangen de opdrachtgevers meestal een bankgarantie. In het algemeen is dat 10 procent van de contractsom. De heer Boom wil weten wat de achtergrond is van de stijging in de fiscale verliezen van EUR 128,5 miljoen naar EUR 154 miljoen. De heer Kamps geeft aan dat in de complexiteit van de onderneming met projecten in verschillende landen, het voorkomt dat ondanks de goede resultaten, in fiscaal opzicht een project geen resultaat oplevert. Dat varieert per project, land en jaar. In aanvulling daarop vraagt de heer Boom hoe de Vennootschap omgaat met het onderwerp Cybersecurity. De heer Berdowski geeft aan dat het onderwerp hoog op de agenda staat. De toegang tot netwerken met daarop gevoelige informatie is een punt van voortdurende aandacht. Er zijn maatregelen genomen om dit risico zo klein mogelijk te houden. De heer Dirkzwager heeft vragen over de goodwill. In het jaarverslag wordt aangegeven dat de gereclassificeerde goodwill vervolgens is opgenomen in de post Activa af te stoten activagroep. Zijn eerste vraag is of dit niet begrijpelijk kan worden opgenomen. De tweede vraag van de heer Dirkzwager betreft de bedoeling op de lange termijn van de post van EUR 360 miljoen goodwill, die momenteel op de balans staat. De heer Kamps meldt dat bij het schrijven van de jaarrekening het streven is om de onderwerpen zo duidelijk mogelijk weer te geven, maar dat wel rekening dient te worden gehouden met de IFRS-regels. De post goodwill staat uit hoofde van de accounting regels op de balans. Op deze post mag niet worden afgeschreven. Indien duidelijk wordt dat onvoldoende rendement zal worden behaald, dient de goodwill op de balans te worden aangepast. Indien dergelijke negatieve omstandigheden zich niet voordoen, kan een post goodwill voor onbepaalde tijd op de balans staan.
Pagina 14/23
De heer Van Munster vraagt waarom de uitstaande optierechten van bestuurders en personeelsleden niet in de jaarrekening zijn opgenomen. In het verleden kende de Vennootschap nog zulke optierechten. De heer Hessels geeft aan dat dergelijke optierechten bij Boskalis al geruime tijd niet meer worden verleend. De voorzitter sluit met het oog op de tijd de discussie en stelt de stemming over agendapunt 4a. aan de orde. 91.272.512 aandeelhouders stemmen voor, 2.400 aandelen stemmen tegen en 112.207 stemmen onthouden zich. De voorzitter constateert dat daarmee de jaarrekening over het boekjaar 2014 is vastgesteld.
4b.
Bespreking van het verslag van de Raad van Commissarissen
De voorzitter meldt dat de bespreking van het verslag van de Raad van Commissarissen als afzonderlijk punt op de agenda staat en stelt de Vergadering in de gelegenheid tot het stellen van vragen over het verslag. De heer Lemmers van de VEB vraagt op welke wijze de Raad van Commissarissen zijn rol heeft vervuld bij het besluitvormingsproces over de opbouw van het belang van de Vennootschap in Fugro. De heer Hessels antwoordt dat de Raad van Commissarissen zeer nauw betrokken is geweest bij dit proces. Op het moment dat de directie heeft aangegeven geïnteresseerd te zijn in het nemen van een aandeel in Fugro, is dit met de Raad van Commissarissen besproken. De Raad van Bestuur heeft een duidelijke toelichting op het voornemen gegeven met gedetailleerde rapporten ten aanzien van de financiële- en marktgegevens, waarop de Raad van Commissarissen de Raad van Bestuur uitgebreid heeft bevraagd. Na de afdoende beantwoording van deze vragen en de bespreking van verschillende scenario’s heeft de Raad van Commissarissen zijn steun uitgesproken om een deelneming in Fugro te bewerkstelligen. Daarbij zijn mandaten aan de Raad van Bestuur gegeven om onder voorwaarden op het gebied van onder andere prijs het belang in stappen op te bouwen. De Raad van Bestuur heeft van deze stappen op regelmatige basis terugkoppeling gegeven aan de Raad van Commissarissen. In dit kader is ook de beschermingsstructuur van Fugro aan de orde gekomen. De Raad van Commissarissen deelt de conclusie dat de Antilliaanse beschermingsstichting van Fugro uit hoofde van goede corporate governance niet passend is en heeft het verzoek van de Raad van Bestuur aan Fugro om dit onderwerp te agenderen mede ondersteund evenals de opvolgende stap om het agenderingsrecht aan de kortgeding rechter voor te leggen. Als laatste geeft de voorzitter aan dat hij kan bevestigen dat momenteel geen voornemen bestaat tot het doen van een bod op Fugro. De heer Lemmers vraagt in aanvulling welke belangenafweging de Raad van Commissarissen heeft gemaakt bij het steunen van het opbouwen van een belang in Fugro. De heer Hessels geeft aan dat de Raad van Commissarissen in het belang van de aandeelhouders en de onderneming een belangenafweging heeft gemaakt waarbij is bezien of deze transactie waarde creëert en welke risico’s daaraan verbonden zijn. De voorzitter stelt na deze vragen de behandeling van agendapunt 5 aan de orde.
Pagina 15/23
5a.
Bestemming van de winst over 2013
De voorzitter bericht dat conform het bepaalde in artikel 28 lid 4 van de statuten van de Vennootschap de Raad van Bestuur voor het onderhavige verslagjaar met goedkeuring van de Raad van Commissarissen een bedrag van EUR 294,6 miljoen van de winst heeft gereserveerd. Hetgeen na deze reservering van de winst overblijft is een bedrag van EUR 195,7 miljoen en dat staat ter vrije beschikking van de aandeelhouders. Dat komt onder punt 5b. van de agenda aan de orde. De voorzitter biedt de mogelijkheid voor het stellen van vragen. Bij afwezigheid van vragen, gaat de voorzitter over op de behandeling van agendapunt 5b.
5b.
Dividendvoorstel
Het dividendbeleid van de Vennootschap heeft als uitgangspunt dat 40 procent tot 50 procent van het nettoresultaat uit gewone bedrijfsuitoefening beschikbaar wordt gesteld als dividend, waarbij wordt gestreefd naar een stabiele ontwikkeling van het dividend voor de langere termijn. Bij de keuze van de vorm van het dividend, hetzij in contanten en/of geheel of gedeeltelijk in aandelen, wordt rekening gehouden met de gewenste balansverhouding van de onderneming en de belangen en de wensen van de aandeelhouders. In dit kader is het dividendvoorstel EUR 1,60 per gewoon aandeel, in de vorm van gewone aandelen Koninklijke Boskalis Westminster N.V. ten laste van de belastingvrije agioreserve, of de overige reserves, tenzij verkozen wordt het hele bedrag in contanten te ontvangen. De keuzeperiode zal aanvangen op 18 mei 2015 en eindigt op 1 juni 2015. De omwisselverhouding stockdividend zal op 4 juni 2015 na sluiting van de handel op Euronext Amsterdam worden vastgesteld op basis van de naar volume gewogen gemiddelde koers van alle verhandelde aandelen van de Vennootschap gedurende de dagen 2, 3 en 4 juni 2015. De nieuwe gewone aandelen zijn dividendgerechtigd over het boekjaar 2015 en de volgende boekjaren. Indien een aandeelhouder te kennen geeft, de uitkering in contanten te willen ontvangen, zal de uitkering in contanten geschieden, ten laste van de winst over het boekjaar 2014. De dividenduitkering in contanten zal geschieden onder aftrek van de wettelijke dividendbelasting. Betaling van het dividend op de gewone aandelen en levering van de nieuwe gewone aandelen, onder eventuele verrekening van fracties in contanten, zal vanaf 9 juni 2015 geschieden. De waarde van het stockdividend zal nagenoeg gelijk zijn aan de waarde van het contante dividend. Het dividendvoorstel houdt tevens in het voorstel aan de Vergadering om de Raad van Bestuur te machtigen een dusdanig aantal gewone aandelen uit te geven, dat benodigd is om het dividend in aandelen uit te keren, alsmede het uitsluiten van voorkeursrecht ten aanzien voormelde uitgifte. De voorzitter vraagt of de Vergadering over dit voorstel vragen heeft. Bij gebreke aan vragen, brengt de voorzitter het voorstel in stemming. 91.275.359 aandeelhouders stemmen voor, er zijn geen tegenstemmers en 111.760 aandeelhouders onthouden zich. De voorzitter constateert dat hiermee het dividendvoorstel is aangenomen door de Vergadering. Pagina 16/23
6.
Decharge van de leden van de Raad van Bestuur voor hun bestuur over het afgelopen boekjaar
De voorzitter behandelt onder dit agendapunt de decharge van de leden van de Raad van Bestuur ten aanzien van 2014. De voorzitter stelt de Vergadering in de gelegenheid om vragen te stellen. Er zijn geen vragen. De voorzitter brengt het agendapunt in stemming. 90.790.868 aandelen zijn voor, 466.411 aandelen stemmen tegen en 129.840 stemmen onthouden zich. De voorzitter constateert dat daarmee het voorstel om de leden van de Raad van Bestuur decharge te verlenen is aangenomen.
7.
Decharge van de leden van de Raad van Commissarissen voor hun toezicht op het door de Raad van Bestuur gevoerde bestuur over het afgelopen boekjaar
De voorzitter stelt de decharge van de leden van de Raad van Commissarissen voor hun toezicht op het door de Raad van Bestuur gevoerde bestuur in 2014 aan de orde. De voorzitter stelt de Vergadering in de gelegenheid om vragen te stellen. Er zijn geen vragen. De voorzitter brengt het agendapunt in stemming. 90.790.868 aandelen zijn voor, 466.411 aandelen stemmen tegen en 129.840 stemmen onthouden zich. De voorzitter constateert dat daarmee het voorstel om de leden van de Raad van Commissarissen decharge te verlenen is aangenomen.
8a.
Herbenoeming van de heer mr. J.M. Hessels als lid van de Raad van Commissarissen
De voorzitter geeft aan dat dit agendapunt zijn mogelijke herbenoeming betreft. Hij geeft derhalve het woord aan de heer Hazewinkel, vicevoorzitter van de Raad van Commissarissen. De vicevoorzitter bericht de Vergadering dat het rooster van aftreden van de Raad van Commissarissen aangeeft dat de benoemingstermijn van de heer Hessels dit jaar afloopt. De Raad van Commissarissen moet derhalve voorzien in een vacature. Op grond van de wet heeft de Vergadering het recht om aanbevelingen te doen. Bij de afwezigheid van aanbevelingen, stelt de vicevoorzitter de herbenoeming van de heer Hessels aan de orde. Pagina 17/23
De heer Hessels heeft te kennen gegeven beschikbaar te zijn voor herbenoeming. De toelichting van de loopbaan van de heer Hessels is opgenomen in de agenda. De Raad van Commissarissen draagt de heer Hessels voor vanwege zijn uitgebreide bestuurlijke ervaring en de deskundige wijze waarop hij invulling heeft gegeven aan zijn lidmaatschap van de Raad van Commissarissen. De herbenoeming past in de profielschets van de Raad van Commissarissen. Het voorstel is om de heer Hessels te herbenoemen voor een periode van vier jaar met ingang van vandaag tot en met de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in 2019. De vicevoorzitter geeft aan dat de heer Hessels op dit moment qua aantal toezichthoudende functies voldoet aan alle wettelijke vereisten. Onder de voorwaarde dat de herbenoeming van de heer Hessels door de Vergadering wordt goedgekeurd, heeft de Raad van Commissarissen besloten de heer Hessels als voorzitter te herbenoemen. De Ondernemingsraad heeft aangegeven de voordracht van de heer Hessels ten volle te steunen. De vicevoorzitter geeft de gelegenheid tot het stellen van vragen. De heer Spanjer geeft aan tegen de herbenoeming van de heer Hessels te stemmen, gezien zijn voormalige functies bij Fortis, Vendex en Super de Boer. De vicevoorzitter brengt het voorstel in stemming. 87.954.532 aandeelhouders zijn voor het voorstel, 3.285.538 aandeelhouders stemmen tegen en 147.049 aandeelhouders onthouden zich van stemming. De vicevoorzitter constateert daarmee dat het voorstel om de heer Hessels te herbenoemen tot lid van de Raad van Commissarissen is aangenomen en feliciteert de heer Hessels met zijn herbenoeming. De vicevoorzitter geeft hiermee het woord weer aan de voorzitter.
8b.
Herbenoeming van de heer drs. J.N. van Wiechen als lid van de Raad van Commissarissen
De voorzitter stelt agendapunt 8b. aan de orde betreffende de voorgestelde herbenoeming van de heer Van Wiechen. Het rooster van aftreden van de Raad van Commissarissen geeft aan dat de benoemingstermijn van de heer Van Wiechen afloopt dit jaar. De Raad van Commissarissen moet derhalve voorzien in een vacature. Op grond van de wet heeft de Vergadering het recht om aanbevelingen te doen. Bij de afwezigheid van aanbevelingen, stelt de voorzitter de herbenoeming van de heer Van Wiechen aan de orde. De heer Van Wiechen heeft te kennen gegeven beschikbaar te zijn voor herbenoeming. De toelichting van de loopbaan van de heer Van Wiechen is opgenomen in de agenda.
Pagina 18/23
De Raad van Commissarissen draagt de heer Van Wiechen voor vanwege zijn uitgebreide bestuurlijke ervaring en de deskundige wijze waarop hij invulling heeft gegeven aan zijn lidmaatschap van de Raad van Commissarissen. De benoeming past in de profielschets van de Raad van Commissarissen. Het voorstel is om de heer Van Wiechen te herbenoemen voor een periode van vier jaar met ingang van vandaag tot en met de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in 2019. De voorzitter geeft aan dat de heer Van Wiechen op dit moment qua aantal toezichthoudende functies voldoet aan alle wettelijke vereisten. De Ondernemingsraad heeft aangegeven de voordracht van de heer Van Wiechen ten volle te steunen. De voorzitter geeft de gelegenheid tot het stellen van vragen. Er zijn geen vragen. De voorzitter brengt het voorstel in stemming. 86.947.971 aandeelhouders zijn voor het voorstel, 4.305.756 aandeelhouders stemmen tegen en 133.392 aandeelhouders onthouden zich van stemming. De voorzitter constateert daarmee dat het voorstel om de heer Van Wiechen te herbenoemen tot lid van de Raad van Commissarissen is aangenomen en feliciteert de heer Van Wiechen met zijn herbenoeming.
8c.
Herbenoeming van de heer mr. C. van Woudenberg als lid van de Raad van Commissarissen
De voorzitter stelt agendapunt 8c. aan de orde betreffende de voorgestelde herbenoeming van de heer Van Woudenberg. Het rooster van aftreden van de Raad van Commissarissen geeft aan dat de benoemingstermijn van de heer Van Woudenberg afloopt dit jaar. De Raad van Commissarissen moet derhalve voorzien in een vacature. Op grond van de wet heeft de Vergadering het recht om aanbevelingen te doen. De Vergadering heeft geen aanbevelingen, waarop de voorzitter de herbenoeming van de heer Van Woudenberg aan de orde stelt. De heer Van Woudenberg heeft te kennen gegeven beschikbaar te zijn voor herbenoeming. De toelichting van de loopbaan van de heer Van Woudenberg is opgenomen in de agenda. De Raad van Commissarissen draagt de heer van Woudenberg voor vanwege zijn uitgebreide bestuurlijke ervaring en de deskundige wijze waarop hij invulling heeft gegeven aan zijn lidmaatschap van de Raad van Commissarissen. De benoeming past in de profielschets van de Raad van Commissarissen. Het voorstel is om de heer Van Woudenberg te herbenoemen voor een periode van vier jaar met ingang van vandaag tot en met de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in 2019. De voorzitter geeft aan dat de heer Van Woudenberg op dit moment qua aantal toezichthoudende functies voldoet aan alle wettelijke vereisten.
Pagina 19/23
De Ondernemingsraad heeft gebruik gemaakt van zijn versterkt aanbevelingsrecht voor de herbenoeming van de heer Van Woudenberg en ondersteunt de voordracht van de heer Van Woudenberg ten volle. De voorzitter geeft de gelegenheid tot het stellen van vragen. Bij afwezigheid van vragen brengt hij het voorstel in stemming. 90.941.485 aandeelhouders zijn voor het voorstel, 313.242 aandeelhouders stemmen tegen en 133.392 aandeelhouders onthouden zich van stemming. De voorzitter constateert daarmee dat het voorstel om de heer Van Woudenberg te herbenoemen tot lid van de Raad van Commissarissen is aangenomen en feliciteert de heer Van Woudenberg.
8d.
Benoeming van de heer drs. Ir. J. van der Veer als lid van de Raad van Commissarissen
De voorzitter stelt vervolgens agendapunt 8d. aan de orde, de voorgenomen benoeming van de heer Van der Veer. De voorzitter bericht de Vergadering dat de heer Kramer per vandaag zal terugtreden als lid van de Raad van Commissarissen vanwege werkzaamheden elders. De voorzitter bedankt de heer Kramer voor de plezierige en professionele samenwerking in de afgelopen jaren. De Raad van Commissarissen heeft een vacature vanwege het vertrek van de heer Kramer. Op grond van de wet hebben aandeelhouders het recht om een aanbeveling te doen voor deze vacature. In afwezigheid van aanbevelingen gaat de voorzitter over op het aan de orde stellen van de voorgestelde benoeming van de heer Van der Veer. De heer Van der Veer is geboren in 1947 en heeft de Nederlandse nationaliteit. Hij houdt geen aandelen in het kapitaal van de Vennootschap of hierop betrekking hebbende optierechten. Voorheen was de heer Van der Veer CEO van Royal Dutch Shell plc. De heer Van der Veer is voorzitter van de Raad van Commissarissen van ING Group N.V. en Koninklijke Phillips N.V., lid van de Raad van Commissarissen van Het Concertgebouw N.V. en voorzitter van de Raad van Toezicht van de TU Delft. De voorzitter geeft aan dat de heer Van der Veer wordt aanbevolen c.q. voorgedragen voor benoeming in overeenstemming met de profielschets van de Raad van Commissarissen. Gelet op de brede internationale bestuurlijke ervaring die hij heeft opgedaan bij een van de grootste olie- en gasbedrijven ter wereld, wordt de heer Van der Veer beschouwd als een zeer geschikte kandidaat om de taak van commissaris bij Boskalis te vervullen. De voordracht van de Raad van Commissarissen is om de heer Van der Veer te benoemen voor een periode van vier jaar ingaande op 12 mei 2015 tot en met de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in 2019. De heer Van der Veer voldoet op dit moment qua aantal toezichthoudende functies aan alle wettelijke vereisten. Pagina 20/23
De Ondernemingsraad heeft meegedeeld ten aanzien van deze vacature geen personen aan te bevelen en de voordracht van de heer Van der Veer ten volle te steunen. De voorzitter geeft de Vergadering de gelegenheid tot het stellen van vragen. Er zijn geen vragen, waarop de voorzitter het voorstel in stemming brengt. 91.145.647 aandeelhouders zijn voor het voorstel, 108.080 aandeelhouders stemmen tegen en 133.392 aandeelhouders onthouden zich van stemming. De voorzitter constateert daarmee dat het voorstel om de heer Van der Veer te benoemen tot lid van de Raad van Commissarissen is aangenomen en feliciteert de heer Van der Veer daarmee. De heer Van der Veer bedankt de Vergadering voor zijn benoeming. Hij geeft aan vereerd te zijn dat hij met zijn ervaring een bijdrage mag leveren aan zo’n mooi maritiem aannemersbedrijf.
9.
Kennisgeving aan de Vergadering in verband met het voornemen van de Raad van Commissarissen om de heer ing. T.L. Baartmans te herbenoemen tot lid van de Raad van Bestuur
De voorzitter geeft aan dat de benoemingstermijn van de heer Baartmans als lid van de Raad van Bestuur afloopt per 12 mei 2015. De Raad van Commissarissen heeft het voornemen de heer Baartmans te herbenoemen als lid van de Raad van Bestuur met ingang van 12 mei 2015 voor een periode van vier jaar tot aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 2019. De heer Baartmans is na afronding van zijn opleiding civiele techniek begonnen bij Volker Stevin Dredging. De heer Baartmans heeft zijn carrière vervolgd bij Ham Dredging and Marine Contractors en heeft daar diverse functies bekleed, zowel op projecten als bij stafafdelingen op het hoofdkantoor. Hij is in 2000 in dienst getreden bij Boskalis, aanvankelijk als plaatsvervangend directeur van de Business Unit Area West. De heer Baartmans is sinds september 2004 lid van de Groepsdirectie van de onderneming en in 2007 voor de eerste keer benoemd als lid van de Raad van Bestuur. Hij is op dit moment verantwoordelijk voor de internationale baggeractiviteiten in Australië, Azië, Afrika, Midden-Oosten, Noord- en Zuid-Amerika en Europa, met uitzondering van de thuismarkten. Daarnaast is hij verantwoordelijk voor de exploitatie van het baggermaterieel. De heer Baartmans is tevens voorzitter van het bestuur van de NABU, de vereniging van de Nederlandse Aannemers met Belangen in het Buitenland en lid van het bestuur van International Association of Dredging Companies. Naar het oordeel van de Raad van Commissarissen heeft de heer Baartmans als lid van de Raad van Bestuur een belangrijke bijdrage geleverd aan de Vennootschap en heeft hij zijn functie in de afgelopen vier jaar op voortreffelijke wijze vervuld. De heer Baartmans heeft, in overeenstemming met de nieuwe wetgeving, een overeenkomst van opdracht met de Vennootschap. De belangrijkste elementen van deze overeenkomst zijn uiteengezet in het remuneratierapport, dat te vinden is op de website van de Vennootschap. Aandeelhouders kunnen tijdens de Vergadering een oordeel geven over dit voornemen van de Raad van Commissarissen. Het is geen stempunt. Pagina 21/23
De voorzitter stelt de Vergadering in de gelegenheid voor het stellen van vragen. Bij afwezigheid van vragen, geeft de voorzitter aan dat de Raad van Commissarissen over zal gaan tot de herbenoeming van de heer Baartmans. Hij feliciteert de heer Baartmans met zijn herbenoeming.
10. Machtiging van de Raad van Bestuur tot het verwerven door de Vennootschap van aandelen in het kapitaal van de Vennootschap In het afgelopen jaar heeft de Vennootschap binnen de kaders en uitgangspunten van het Corporate Business Plan 2014 - 2016 een aanvang gemaakt met de uitvoering van het inkoopprogramma eigen aandelen om in de periode 2014 - 2016 onder het voorbehoud van resultaatontwikkelingen en gewenste balansratio’s tien miljoen gewone aandelen Boskalis in te kopen. Tot op heden zijn 629.123 gewone aandelen ingekocht. Op 12 maart 2015 heeft de Vennootschap aangekondigd in het licht van de gewijzigde marktomstandigheden en het verworven belang in Fugro, zoals de heer Berdowski eerder vanmiddag heeft toegelicht, het prudent te achten om het aandelen inkoopprogramma met één jaar op te schorten. De Vennootschap vraagt om instemming van de Vergadering met het verlenen van een machtiging aan de Raad van Bestuur per 12 mei 2015 voor de duur van 18 maanden om gewone aandelen in het kapitaal van de Vennootschap te verwerven op ieder moment gedurende deze 18 maanden. Het aantal te verwerven gewone aandelen, waarvoor machtiging wordt gevraagd, is beperkt tot tien procent van het totaal geplaatste aantal aandelen in het kapitaal van de Vennootschap, zoals bepaald naar de stand per 12 mei 2015. Deze machtiging zal, indien aangenomen, de machtiging vervangen die de Vergadering op 13 mei 2014 heeft verleend om eigen aandelen in te kopen. De voorzitter vraagt of hierover vragen of opmerkingen zijn. De heer Lemmers van de VEB vraagt waarom het verlenen van de machtiging tot inkoop is geagendeerd, terwijl het aandelen inkoopprogramma wordt opgeschort. Hij informeert wat de aanleiding zou kunnen zijn om het inkoopprogramma opnieuw op te starten. De heer Berdowski antwoordt dat het programma is opgeschort voor één jaar en de machtiging een periode van anderhalf jaar kent. Zonder deze gevraagde machtiging heeft het bestuur na afloop van het jaar waarin het aandelen inkoopprogramma is opgeschort geen mogelijkheid om eigen aandelen in te kopen. De heer Berdowski ziet vooralsnog geen aanleiding om de opschorting van het aandelen inkoopperiode voor één jaar te wijzigen, maar een en ander is uiteraard op termijn afhankelijk van de ontwikkelingen op het gebied van de markt en Fugro. De voorzitter brengt het voorstel bij afwezigheid van verdere vragen in stemming. De voorzitter stelt vast dat 85.679.014 stemmen voor zijn, 5.598.133 stemmen tegen en 109.972 stemmen zich onthouden. De voorzitter geeft aan dat daarmee het voorstel tot het verlenen van een machtiging door de Vergadering is aangenomen.
Pagina 22/23
11. Rondvraag De voorzitter vraagt wie hij het woord mag geven voor de rondvraag. De heer Dirkse complimenteert het bedrijf met het magazine ‘New Horizons’. Naar aanleiding van het daarin opgenomen artikel met André Kuipers vraagt de heer Dirkse of Boskalis ook gebruik zal maken van uitvindingen die voor de ruimte zijn ontwikkeld, maar nu voor dagelijks gebruik worden toegepast. De heer Berdowski geeft aan dat dit artikel een parallel legt met het feit dat Boskalis op dagelijkse basis innovatie toepast in haar bedrijfsprocessen. De heer Dirkse vraagt voorts wat de status is van de studie bij Dockwise naar het tweede Ultra Large Transport Vessel. De heer Berdowski antwoordt dat het afgelopen jaar een studie is verricht naar de technische en marktvereisten voor een dergelijk schip. Daarbij zijn de mogelijkheden op het gebied van maatvoering en draagvermogen onderzocht en verschillende concepten ontwikkeld. Deze concepten zullen verder worden uitgewerkt, alhoewel het bedrijf in de huidige omstandigheden in de Offshore markt voorzichtig zal omgaan met het zetten van verdere stappen. De heer Spanjer vraagt waarom Boskalis in het kader van de overname van Fugro via de rechter eist dat de certificering van de aandelen wordt afgeschaft, terwijl Boskalis zelf gecertificeerde aandelen heeft. De heer Hessels geeft aan dat zoals eerder vermeld Boskalis niet het voornemen heeft om Fugro over te nemen. De heer Berdowski geeft aan dat de aandelen van Boskalis sinds het einde van de vorige eeuw niet meer gecertificeerd zijn. Voorts betrof het kort geding bij de rechter niet het afschaffen van de certificering van Fugro, maar het agenderingsrecht van aandeelhouders. De heer Janssen vraagt of het bedrijf voornemens is een bedrijfsbezoek voor aandeelhouders te organiseren. De heer Berdowski geeft aan dat bezien is of er mogelijkheden zijn voor een dergelijk bezoek, maar dat deze momenteel niet voorhanden zijn. De aandeelhouders zullen worden geïnformeerd als de mogelijkheid zich voordoet om een project te bezoeken.
12. Sluiting Bij afwezigheid van verdere vragen, dankt de voorzitter de aanwezigen voor hun bijdrage en gaat over tot sluiting van de Vergadering. De voorzitter geeft aan dat voor de aandeelhouders bij de uitgang een presentje klaarligt. De voorzitter nodigt vervolgens een ieder uit voor de receptie in de ontvangstzaal. Papendrecht, 12 mei 2015
Mr. J.M. Hessels Voorzitter
Pagina 23/23
Mr. F.E. Buijs Secretaris