FNV in beweging voor gewoon goed werk Concept Arbeidsvoorwaarden agenda 2013 Inleiding De eurocrisis is nog lang niet opgelost en leidt tot veel onzekerheid bij Nederlandse burgers en bedrijven. Mensen maken zich grote zorgen over hun werk, hun inkomen en de toekomst. De economie stagneert, de werkloosheid loopt op en de sociale bescherming dreigt weg te vallen. Bovendien neemt de druk op versobering van de arbeidsvoorwaarden toe. Velen lopen met vragen of zij straks nog wel werk hebben, of hun inkomen nog wel beschermd is als je tijdelijk even niet werkt en wat er gebeurt als je ziek wordt. Hoe gaan de bezuinigingen mij raken en waar zullen de hardste klappen gaan vallen? Bij de breedste schouders? Of toch bij de lagere en middeninkomens? De uitwerking van het Kunduz-akkoord in de Begroting 2013 bevat een aantal harde maatregelen die grote gevolgen gaan hebben voor iedereen in Nederland met een baan of een uitkering. Door een versnelde verhoging van de AOW-leeftijd zal iedereen die nu nog actief is op de arbeidsmarkt langer moeten doorwerken. Er liggen voorstellen om de ontslagbescherming ingrijpend te verminderen, en de rekening voor het eerste halfjaar WW naar werkgevers door te schuiven, terwijl de positie van werkenden met een flexibel contract daar op geen enkele wijze door verbetert. Ook wordt voor iedereen het leven flink duurder. De BTW is verhoogd naar 21%, voor ouders met jonge kinderen wordt de kinderopvang duurder en iedere werknemer gaat belasting betalen over zijn of haar vergoeding woon-werk verkeer (de zgn. ‘forensentaks’). Werknemers in de publieke sector zitten al twee jaar op de nullijn waardoor de koopkracht van ambtenaren, politiemensen en onderwijzers nog verder achter blijft. De FNV heeft zich voor de verkiezingen tegen deze maatregelen van het Kunduz-akkoord verzet en zal dat blijven doen nu het demissionair kabinet-Rutte deze plannen grotendeels in de rijksbegroting 2013 heeft omgezet. De nieuwe Tweede Kamer en het nieuwe kabinet moeten deze plannen stopzetten en zo ruimte maken voor een nieuwe sociale agenda voor de komende jaren. De FNV zal richting de Tweede Kamer op basis van de nota ‘Niet slopen maar bouwen’ aandringen op een beleid waarin op een sociale manier de crisis wordt bestreden en waarin ‘gewoon goed werk’, net als in de cao, prioriteit nummer één is. Hoe het nieuwe kabinet er ook uit zal zien, er komen jaren van bezuinigingen die iedereen zullen raken. De FNV vindt dat de bezuinigingsmaatregelen moeten bijdragen aan de opbouw van Nederland en niet ten koste mogen gaan van de zwakkeren in onze samenleving. De FNV staat voor een eerlijke verdeling van de lasten, een solidair stelsel, investeren in de toekomst en in een rechtvaardige samenleving. Zekerheid over je werk en je inkomen en voor iedereen die werkt een loon waarvan je kunt leven. Daarvoor voert de FNV campagne ‘De FNV in beweging voor gewoon goed werk!’
De bouwstenen van ons arbeidsvoorwaardenbeleid In de Arbeidsvoorwaardennota 2012 is een aantal prioriteiten genoemd die de inzet voor het afgelopen jaar hebben bepaald. Gezien de ontwikkelingen en de politieke en financiële onzekerheid staan deze prioriteiten voor het komend jaar nog recht overeind. Werkzekerheid voor iedereen, een looneis die minimaal de inflatie dekt en veel aandacht voor onze ‘gewoon goed werk’ agenda. Anders dan in voorgaande jaren komen we daarom dit jaar niet met een nieuwe voorlegger met prioriteiten maar laten we ons arbeidsvoorwaarden-
1
beleid voor 2013 vooral bepalen door een aantal keuzes en ontwikkelingen die we de bouwstenen van de arbeidsvoorwaardenagenda 2013 noemen. Deze bouwstenen zijn deels al bepaald door de FNV in staand beleid en deels worden zij bepaald door de aanhoudende financiële crisis, de onzekerheid over werk en inkomen bij een toenemend aantal werknemers, en de politieke ontwikkelingen.
De bouwstenen voor 2013 • • • • •
De meerjarennota 2009-2013 ‘Gewoon goed werk voor iedereen’. De evaluatie en ontwikkeling van de gemaakte cao-afspraken in het afgelopen jaar. De politieke actualiteit na de verkiezingen, de bezuinigingen en de gevolgen voor werk en inkomen. De FNV-inzet zoals verwoord in haar nota ‘Niet slopen maar bouwen’ (februari 2012). De belangrijkste prioriteiten uit de Arbeidsvoorwaardennota 2012, namelijk: goede beloning en behoud van koopkracht, gewoon goed werk, werkzekerheid, AOW en pensioen en de naleving van de cao.
De meerjaren Arbeidsvoorwaardennota 2009-2013 In de meerjaren Arbeidsvoorwaardennota 2009-2013 ‘Gewoon goed werk voor iedereen’ is uitgebreid beschreven wat voor de FNV de belangrijkste onderwerpen zijn om te komen tot een goede cao. Uitgangspunt is investeren in mensen. ‘Gewoon goed werk’ betekent dat je zekerheid hebt over je contract, dat je voldoende uren werkt en een loon krijgt waar je van kunt leven. Daarbij zijn plezier in je werk, meer eigen regel- en ontwikkelingsmogelijkheden en de mogelijkheid om werk en privé te kunnen combineren belangrijke randvoorwaarden. Steeds meer werknemers willen bovendien meer eigen verantwoordelijkheid en invloed op de inhoud van het werk. Dat verhoogt het werkplezier voor de werknemer en voor de werkgever de productiviteit. Arbeidsparticipatie is de sleutel tot ontplooiing en tot een volwaardige plek binnen de Nederlandse samenleving. Dat geldt voor mannen en vrouwen, voor jong en oud maar ook voor mensen met een handicap of groepen die nu buiten te boot dreigen te vallen. Iedereen is nodig op de arbeidsmarkt. Het benutten van talenten van alle werkenden en werkzoekenden is cruciaal voor de groei naar een economisch gezonde en sociaal sterke samenleving. Alleen zo komen we uit de crisis. ‘Gewoon goed werk’ betekent ook gezond en veilig kunnen werken en voldoening halen uit je baan. Daarvoor is ontwikkeling en scholing van belang, maar ook zeggenschap over de inhoud en de organisatie van je werk. Telewerken en/of plaats- en tijdonafhankelijk werken oftewel ‘het nieuwe werken’ is niet alleen weggelegd voor kenniswerkers maar is voor veel meer functies en bedrijven mogelijk.
Resultaten cao-afspraken 2012 In prioriteitennota van 2012 ‘Voor koopkracht en kwaliteit’ lag de focus vooral op afspraken over behoud van koopkracht, ‘gewoon goed werk’ onder andere door het terugdringen van flexibele contracten en onzeker werk, het behoud van werkgelegenheid, levensfasebeleid en flexibiliteit en zeggenschap over je werk en werktijden. De FNV sluit in totaal rond de 900 cao’s af. Van de 500 cao’s die in 2012 moeten worden vernieuwd is tot nu toe de helft afgesloten. Het afgelopen cao-seizoen stond in het teken van de crisis en de inzet van werkgevers en overheid voor de nullijn. Daardoor was het niet gemakkelijk om tot goede afspraken te komen en is het in een aantal cao’s nog niet tot een akkoord gekomen. De resultaten van het cao-overleg in 2012 laten zien dat de FNV-inzet onverminderd voortgezet moet worden. Door de verschillen in looptijden is onze inzet nog niet op alle cao-tafels gekomen. Waar het overleg wel is gestart, ligt nog voldoende ruimte om de uitkomst van de onderhandelingen dichter bij onze inzet te brengen.
2
De maximum looneis is voor het lopende cao-jaar 2012 vastgesteld op 2,5%. Het resultaat van de in 2012 afgesloten cao’s is een gemiddelde loonsverhoging van 1,83%. De gemiddelde loonstijging in de marktsectoren is hoger dan in de publieke sector, door de nullijn die de overheid voor publieke sectoren hanteert en die ook voor de komende jaren dreigt. Deze kloof moet gedicht worden! Het terugdringen van flexibele contracten en onzeker werk valt onder de ‘gewoon goed werk’ agenda. Inmiddels heeft een derde van de cao’s een afspraak over ‘gewoon goed werk’ opgenomen. Die variëren van afspraken over gelijk loon voor gelijk werk tot afspraken over het beperken van het aantal flexibele contracten en beperking van de ketenregeling voor tijdelijke contracten (de zgn. 3x3-regeling). Het begin is er, maar we zijn er nog niet. En dus zetten we de FNV- ‘gewoon goed werk’ agenda met stip door in het komende caoseizoen. In de cao-onderhandelingen van het afgelopen jaar zijn verder flink wat afspraken gemaakt over het aannemen en begeleiden van Wajongers en werknemers met een handicap, maar dit zijn vaak nog studie- of intentieafspraken. Dit moeten er meer worden, met meer concreet resultaat. Ook is er een toenemend aantal afspraken over telewerken, flexibel werken oftewel ‘het nieuwe werken’ en daarmee meer zeggenschap over de organisatie van je werk of je werktijden en de combinatie van arbeid en zorg. Hierin zijn steeds meer werknemers geïnteresseerd. In meer dan een kwart van de dit jaar afgesloten cao´s is een nieuwe afspraak gemaakt over de invoering van levensfasebewust personeelsbeleid. Alle reden dus om deze inzet voor het lopende cao-seizoen voort te zetten in 2013.
De inzet voor 2013 Loon-inkomen Werknemers worden in 2013 voor het vierde jaar op rij met koopkrachtverlies geconfronteerd mede door de verhoging van de BTW van 19 naar 21%, de verhoging van de zorglasten, de hogere bijdrage voor de kinderopvang, de forensentaks en hogere woonlasten. Sommigen worden onevenredig hard getroffen doordat ze met een mix van deze verhogingen te maken krijgen. Alleen al door de invoering van de forensentaks gaan werknemers er meer dan duizend euro per jaar op achteruit. Afhankelijk van de maatregelen die nog op stapel staan, zal het verlies aan koopkracht nog verder toenemen. De FNV zal er alles aan doen om deze maatregelen van tafel te krijgen en ervoor te zorgen dat de pijn eerlijk wordt verdeeld en dat de gevolgen van de bezuinigingen niet eenzijdig bij de lagere en de middeninkomens terechtkomen. De concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven is nog altijd goed te noemen (zoals mede blijkt uit het grote betalingsbalansoverschot, maar ook uit allerlei vergelijkend onderzoek). Het probleem zit voor Nederland niet in gebrek aan export, maar in een gebrek aan binnenlandse bestedingen. Voor dit gebrek aan binnenlandse bestedingen zijn vijf oorzaken aan te wijzen. • Vertrouwenseffecten (huizenmarkt, pensioenen, onzekerheid over werk). • Grote bezuinigingen en lastenverzwaringen door de overheid in 2012 en 2013. Maar ook in daarop volgende jaren. • Sterk gestegen pensioenpremies sinds de dot.com-crisis. • Achterblijvende investeringen door bedrijven die wel over een aanzienlijk spaaroverschot beschikken. • Sterk risicomijdend gedrag door diverse actoren, wat de kredietverlening belemmert (en ook anderszins een rem zet op investeringen).
3
Loonmatiging is daarom in de huidige situatie contraproductief. Eerder is een tegengestelde strategie gewenst. Loonruimte zou zo veel mogelijk moeten worden aangewend voor bestedingen en daarmee herstel van de werkgelegenheid. Een nullijn in de publieke sector past daar niet bij. De maatregel is op langere termijn volgens het CPB niet vol te houden, terwijl de risico’s en negatieve effecten groot zijn. De overheid zet haar positie als werkgever op het spel en riskeert, met het oog op de verwachte tekorten als gevolg van de toenemende uitstroom, een uitholling van het niveau van de kwaliteit van de publieke dienstverlening. De koopkracht van de werknemers in de publieke sector wordt er fors door geraakt en dit negatieve effect kan in vier jaar tijd oplopen tot meer dan 10%. De FNV streeft naar een evenwichtige ontwikkeling van de verhouding tussen de markt en publieke sector en zet daarom ook in de publieke sector nadrukkelijk in op een normale looneis in overeenstemming met de beschikbare ruimte. In onze strategie past het ook om te bezien of spaarbronnen, zoals levensloop, meer voor bestedingen beschikbaar worden gemaakt. De FNV zal er daarom bij het kabinet op aandringen om wetgeving rond vitaliteit sparen en levensloop te versoepelen, waarbij het sparen voor pensioen mogelijk moet blijven. Op grond van de economische ontwikkelingen heeft de FNV de arbeidsvoorwaardenruimte berekend op 3% (uitgaande van een productiviteitsstijging van 2% en een prijsontwikkeling van 1%). Het bestedingstekort en de hoge inflatie (2%) maken het wenselijk om te kiezen voor een looneis die op de grens van de (trendmatige) loonruimte zit. De FNV kiest daarom voor een looneis van maximaal 2,5%, rekening houdend met de situatie in sectoren. Om de lagere en middeninkomens extra koopkracht te bieden, kan deze loonstijging gedeeltelijk ook in centen in plaats van procenten worden gerealiseerd.
Beloning en koopkracht Werk en een loon waarvan je kunt leven Er komen steeds meer kleine baantjes die onvoldoende perspectief bieden en onvoldoende loon om van te leven. Kleine deeltijdbanen moeten worden opgeplust naar volwaardig werk. Deeltijders moeten voorrang krijgen bij uitbreiding van werkzaamheden en daarbij beschikbare uren en bij vacatures binnen het bedrijf. Bovendien wil de FNV af van nulurencontracten, oproepcontracten en min-maxcontracten en zal ze zich ervoor inzetten om deze zo veel mogelijk terug te dringen en om te zetten in normale (deeltijd)contracten. Verder verzet de FNV zich tegen een versnippering van werkzaamheden door verdere differentiatie. Door bepaalde werkzaamheden samen te voegen, ontstaan weer volwaardige banen met een fatsoenlijke betaling die ook inhoudelijk weer interessant worden. Een poging tot ondermijning van de arbeidsvoorwaarden vanuit de politiek zien we ook terug in het Wetsvoorstel werken naar vermogen. Hierin wordt voorgesteld om mensen met een arbeidshandicap beneden het wettelijk minimumloon te laten werken omdat hun productiviteit lager zou zijn. Hoewel de WWNV voorlopig is afgeblazen, is de verwachting dat de druk op deze en andere groepen om beneden het minimumloon en met behoud van uitkering te gaan werken weer terug zal komen. De FNV vindt dat iedereen die werkt een eerlijk loon moet verdienen en zal er alles aan doen om ondermijning van het minimumloon te voorkomen. Ook wijst de FNV stukloon af.
4
Gelijk werk, gelijk loon De FNV wil de uitzonderingsbepalingen in de cao over toepassing van loonschalen voor werkenden op een onzeker contract (uitzendkrachten, oproepkrachten, tijdelijke contracten) schrappen. Ook deze werknemers moeten ingeschaald worden op grond van ervaring in de sector en niet bij ieder contract weer op nul beginnen. En zij moeten niet (keer op keer) in de aanloopschalen ingeschaald worden, maar in de gewone cao-schalen. Jongeren en minimumloon In ongeveer de helft van de cao’s is nog steeds sprake van jeugdloonschalen die gebaseerd zijn op het wettelijk minimumjeugdloon. De lage jeugdlonen maken het jongvolwassenen onmogelijk om economisch zelfstandig te zijn. De FNV wil daarom de jeugdloonschalen, waarin leeftijd de bepalende factor is, vervangen door ervaringsschalen. Topbeloningen De FNV vindt het ongepast en onverstandig om werknemers de rekening van de crisis te laten betalen door op hun salaris te beknibbelen terwijl topbestuurders zelf de dans ontspringen en een groot deel van de loonruimte opeisen. De FNV wil daarom evenwichtige beloningsverhoudingen binnen ondernemingen en organisaties. De salariskloof tussen werknemers en topbestuurders moet verkleind. De FNV wil daarom dat ook hogere inkomensgroepen weer onder de cao gaan vallen en beloond worden volgens de cao. Bovendien wil de FNV variabele beloningen aan de top maximeren, deze moeten in een redelijke verhouding staan tot het totale salarisgebouw en de daadwerkelijk geleverde prestaties.
Gewoon goed werk Terugdringen van flexibele contracten De FNV maakt zich sterk voor structurele werkgelegenheid in vaste banen, met perspectief voor iedereen op de arbeidsmarkt, jong, oud, man, vrouw, allochtoon en autochtoon. Daarbij heeft de FNV extra aandacht voor de verbetering van de positie van jongeren. Vooral jongeren en nieuwkomers op de arbeidsmarkt krijgen steeds moeilijker een vaste aanstelling. Steeds meer werknemers worden ontslagen en kunnen als flexkracht of gedwongen zzp’er, soms zelfs op dezelfde arbeidsplaats, terugkomen. De FNV heeft de afgelopen jaren een begin gemaakt met het maken van stevige afspraken over verbetering van de positie van flexibele krachten en uitzendkrachten. Voor het afgelopen jaar was dit een belangrijk speerpunt. Daar gaan we het komende jaar voortvarend mee door. De FNV constateert voorts dat via allerlei constructies schijnzelfstandigen worden ingehuurd. Zij verwerven opdrachten niet zelf en bepalen ook zelf hun tarieven niet. En die tarieven liggen ook vaak onder het caoniveau. Daarnaast zorgt een tussenpersoon ervoor dat er aan de administratieve vereisten wordt voldaan. De FNV wil actief schijnzelfstandigheid bestrijden.
Terugdringen van tijdelijk werk De FNV zal het komende cao-seizoen doorgaan met het terugdringen van het aantal tijdelijke contracten. Tijdelijke werknemers moeten zo veel mogelijk kunnen doorstromen naar vast werk. Daarvoor wil de FNV afspreken dat zij voorrang krijgen bij het vervullen van vacatures. Na een jaar tijdelijk werk behoort iedereen een vast contract te krijgen. Tevens moet de werknemer tijdig, minstens twee maanden voor afloop van het contract, te horen krijgen of de arbeidsovereenkomst al dan niet wordt verlengd.
5
Onzeker werk Het aantal werknemers via payrollconstructies neemt hand over hand toe. Ook maken werkgevers nog steeds te veel gebruik van uitzendkrachten. Daarmee worden de risico’s van leegloop of reorganisatie afgewenteld op werknemers met onzekere contracten. De FNV wil via cao’s het onverantwoord gebruik van payrollwerknemers en uitzendkrachten terugdringen. De FNV streeft ernaar om iedereen die werkzaam is binnen het bedrijf of instelling direct of indirect onder te brengen bij de voor die werkplek geldende cao en eventueel sociaal plan. Ook voor uitzendkrachten en payrollwerknemers geldt: gelijk loon voor gelijk werk.
Aanbesteden van werk Veel werk dat niet tot de kerntaken van bedrijven behoort, wordt uitbesteed en via aanbestedingsprocedures verdeeld. Daarnaast worden ook publieke taken (bijvoorbeeld openbaar vervoer) steeds vaker uitbesteed. De FNV vindt dat alleen kan worden uitbesteed aan bedrijven die onder een behoorlijke cao vallen, bij voorkeur een mede door een FNV-bond ondertekende cao. Aandachtspunten zijn verder werkzekerheid bij contractwisselingen, werkdruk en de snelheid van opvolging bij aanbestedingsprocedures. Het gebruiken van de aanbestedingsprocedure om zittend personeel te vervangen door uitkeringsgerechtigden die moeten werken om hun uitkering te behouden, wijst de FNV af. Daarnaast is het van belang dat de vakbond aan tafel zit met werkgever èn opdrachtgever. De opdrachtgever/aanbesteder koopt immers diensten in bij de werkgever en bepaalt daarmee de prijs van de arbeid en dus de ruimte voor de werkgever. Dat kan leiden tot neerwaartse druk op lonen en/of tot hogere werkdruk. In openbare aanbestedingen moet een sociale paragraaf worden toegevoegd, met criteria over beloning, arbeidsvoorwaarden en werkzekerheid. De FNV zal hiervoor politiek-Den Haag en -Europa aanspreken, onder meer met behulp van het ILO-verdrag 194, dat lidstaten verplicht zijn om bij de uitvoering van publieke taken sociale aspecten mee te nemen en de relevante cao toe te passen.
Werkzekerheid en duurzame inzetbaarheid Mensen maken zich zorgen over hun baan. Met de onzekerheid die de eurocrisis met zich meebrengt en de gevolgen voor de arbeidsmarkt, waaronder de oplopende werkloosheid en de onzekerheid vanwege de aangekondigde versoepeling van het ontslagrecht, is het belangrijk dat er in de bedrijven goede afspraken worden gemaakt over werkzekerheid en duurzame inzetbaarheid van werknemers. Daarvoor zijn niet alleen scholingsafspraken en loopbaanbeleid van groot belang, maar ook afspraken over baanmobiliteit en van werknaar-werk-trajecten. Onverminderd blijft onze inzet om banen voor Wajonggerechtigden en andere arbeidsgehandicapten af te spreken. Op elke honderd werknemers in een bedrijf of instelling moet een baan en kwalitatieve ondersteuning voor een Wajonger en WSW’er tot stand komen. Dus concrete afspraken over verantwoording van het aantal daadwerkelijk geplaatsten, de contractvorm en het inkomen van Wajongers in dienst, duurzame financiering van werkplekken, aanpassing van het werk op de werkvloer en de inbedding van de begeleiding van deze mensen. De FNV wil innovatieve afspraken maken met bedrijven en sectoren over van-werk-naar-werk-trajecten en bevorderen dat werkgevers en werknemers in een aantal grote cao-gebieden, grote bedrijven/instellingen of regio’s daarin het voortouw nemen.
6
Werkzekerheid gaat ook over duurzame inzetbaarheid en gezondheid van medewerkers. Nu de AOW leeftijd wellicht zelfs versneld omhoog gaat, is het belangrijk dat iedereen gezond en langer aan het werk kan blijven tot de pensioengerechtigde leeftijd. In de Beleidsagenda 2020 heeft de FNV samen met werkgevers afspraken gemaakt over duurzame participatie van oudere werknemers. In navolging van deze beleidsagenda zal tijdens de komende cao-onderhandelingen onze inzet gericht zijn op het maken van afspraken over doorstroom- en loopbaanmogelijkheden, de inzet van scholingsmiddelen, het gericht werven van ouderen en het bespreekbaar maken van de negatieve en onjuiste beeldvorming van oudere werknemers. Verder zal de FNV zich extra inzetten om met werkgevers afspraken te maken in het kader van de gezondheid van werknemers en de arbeidsomstandigheden, met daarbij specifiek aandacht voor de positie van ouderen, zoals vermeld in haar nota ‘Fit naar de finish’. Er zijn het afgelopen cao-seizoen een flink aantal studie-afspraken gemaakt over levensfasebewust personeelsbeleid. Voor het komende jaar staan afspraken over levensfasebewust personeelsbeleid opnieuw op de agenda en zullen de studie-afspraken moeten leiden tot concrete invulling van het levensfasebewust personeelsbeleid binnen bedrijven. Een betere afstemming van werk en privé blijft bij de cao-onderhandelingen van 2013 prioriteit. Werknemers in Nederland wensen meer zeggenschap over waar en wanneer zij werken. De meeste werknemers (65%!) willen graag meer invloed op hun werktijden en de helft van de werknemers heeft de wens om meer thuis te kunnen telewerken1. Als de werknemer meer invloed krijgt op wanneer en waar hij of zij werkt, leidt dit tot meer werkplezier bij de werknemer, minder ziekteverzuim en een hogere productiviteit. De FNV zet zich daarom in om over telethuiswerken meer en kwalitatief goede afspraken te maken zodat telewerken ook mogelijk wordt voor de lagere functies. De FNV zal doorgaan met het agenderen van het tijd- en plaatsonafhankelijk werken (het nieuwe werken) en daar waar de functie dat niet toelaat afspraken maken over meer zeggenschap voor werknemers over hun werktijden en roosters.
AOW en aanvullende pensioenen AOW De FNV wil de door het vorige kabinet op basis van het Kunduz-akkoord doorgevoerde versnelde verhoging van de AOW-leeftijd zonder compensatie voor zware beroepen voor zover mogelijk repareren. De FNV kiest daarbij voor een maatwerk aanpak: een slimme mix van maatregelen in de cao, in de aanvullende pensioencontracten, in regelingen op ondernemingsniveau en eventueel in individuele arrangementen rond de pensionering. De koninklijke weg is echter dat een nieuw kabinet onder meer doorvoert: de flexibele AOW met een extra verhoging met 0,6% en waarin werkende ouderen met een laag inkomen zonder noemenswaardige inkomensdaling op 65 jaar moeten kunnen uittreden. Voor de overige werknemers is de korting maximaal 6,5% en met doorwerkbonussen voor werknemers in zware beroepen.
1
Onderzoek van het vakbonds-Kenniscentrum Werk & Vervoer
7
Aanvullende pensioenen De FNV streeft naar een aanvullend pensioen, waarin een goede afweging wordt gemaakt tussen zekerheid en indexatieambitie. In 2013 zal het pensioentoezicht worden vernieuwd. Dit zal vervolgens in de loop van dat jaar leiden tot onderhandelingen over de vormgeving van het vernieuwde pensioencontract. Als het nieuwe Financiële Toetsingskader bekend is, zal de FNV komen met een gecoördineerde inzet voor deze onderhandelingen. De FNV wil in 2013 verdere voortgang boeken met de gewenste schaalvergroting van pensioenfondsen. De FNV blijft streven naar solidaire pensioenregelingen. Daar waar de pensioenregeling wordt omgezet naar een beschikbare premieregeling zal de FNV zich daartegen verzetten. Pensioen blijft een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers, ook financieel.
Naleving Onverminderd blijft onze inzet op naleving van cao-afspraken. Herhaaldelijk blijkt dat cao-afspraken niet of niet correct worden nageleefd. Er zijn verschillende instrumenten beschikbaar om deze niet-naleving aan te pakken: • een sterke positie van de vakbond in het bedrijf met vakbondsfaciliteiten • instellen van een geschillen- of klachtencommissie • het omkeren van de bewijslast: werkgever moet op verzoek van de bond aantonen dat hij de cao naleeft • partijen belasten een stichting met controle op naleving van de cao • in de cao wordt een artikel opgenomen waarin de niet-nalevende werkgever wordt gedwongen de kosten van de vakvereniging om naleving af te dwingen te vergoeden. Naleving van de cao zal intensiever bij de rechter worden afgedwongen. Een andere manier om cao-naleving te realiseren, is de werkingssfeer aan te passen aan de ontwikkelingen binnen de bedrijfstak. Hiermee wordt een vlucht uit de cao voorkomen. Toename van onzeker werk komt ook voort uit de effecten van globalisering, zoals Europese aanbestedingen en arbeidsmigratie door open grenzen. Werkgevers laten het liefst werk uitvoeren door iemand die niet onder de Nederlandse arbeidsvoorwaarden valt en dus goedkoper is. Werkzaamheden worden om die reden ook naar het buitenland verplaatst. Maar ook komen buitenlandse werkers naar hier en worden tewerkgesteld beneden het niveau van de hier geldende arbeidsvoorwaarden. Dit vergt een intensieve en voortvarende aanpak gericht op handhaving, zowel op nationaal als Europees niveau. De FNV zal daarom ondermijning van arbeidsvoorwaarden ook met vakbonden in buurlanden en in Europees verband aanpakken De goed werk-agenda van de FNV is: • • • • • • • • • •
8
Werkzekerheid en behoud van werkgelegenheid. Meer kansen en zekerheden voor flexwerkers en jongeren. Een verhoging van de arbeidsparticipatie van ouderen. Afspraken over scholing voor jongeren, flexwerkers, deeltijders en 50-plussers. Afspraken over telewerken, ook voor lagere functies. Zeggenschap over werktijden en roosters. Minder versnippering van functies en grotere deeltijdbanen. Afspraken over een levensfasebewust personeelsbeleid. Betere afspraken voor werkende mantelzorgers. Groene arbeidsvoorwaarden en afspraken over maatschappelijk verantwoord ondernemen.