Concept agenda 1.
Opening en mededelingen 19.30 uur tot 19.31 uur
2.
Agenda d.d. 2 april 2015 (vaststellen) 19.31 uur tot 19.32 uur
3.
Ingekomen stukken 19.32 uur tot 19.35 uur
4.
Informatie van het college in het kader van de algemene informatieplicht 19.35 uur tot 19.40 uur
5.
Concept beknopt verslag van de vergadering van 5 maart 2015 (vaststellen) 19.40 uur tot 19.45 uur
6.
Afsprakenlijst (bespreken) 19.45 uur tot 19.50 uur
7.
Rondvraag 19.50 uur tot 20.00 uur
PROGRAMMA BESTUUR EN BURGERS 8.
Inkoop- en aanbestedingsbeleid 2015-2019 (om advies) 20.00 uur tot 20.45 uur
PROGRAMMA VEILIGHEID 9.
DVO Toezicht en Handhaving (om advies) 20.45 uur tot 21.15 uur
10. Milieu (bespreken) 21.15 uur tot 22.00 uur De leden van de commissie Bestuur hebben afgesproken om de hieronderstaande stukken te bespreken. De verbinding tussen de onderwerpen 'klimaat' en 'zwerfvuil' wordt gevonden in de kanteling naar samenleving/gedragsbeinvloeding. Aan de orde kunnen komen: - wat kunnen we meer doen aan klimaatbeleid (in kader van speerpunten duurzaamheid en energie uit Bloesemakkoord) - wat kunnen we meegeven voor het uitvoeringsplan zwerfvuil. OVERIG 11. Terugkoppeling intergemeentelijke samenwerkingsverbanden 22.00 uur tot 22.05 uur 12. Sluiting openbare vergadering 22.05 uur De voorzitter sluit de deuren. De commissie dient te beslissen of agendapunt 13 in beslotenheid wordt behandeld. Als in beslotenheid wordt vergaderd, dient de commissie een besluit te nemen over het al dan niet opleggen van geheimhouding over de beraadslagingen. 13. Concept beknopt verslag van de besloten vergadering van 5 maart 2015 (vaststellen) 22.10 uur tot 22.15 uur Ten aanzien van het verslag is door de commissie geheimhouding opgelegd op grond van artikel 25 lid 2 van de Gemeentewet juncto artikel 10 lid 2 Wet openbaarheid van bestuur. Het verslag wordt dan ook per mail onder geheimhouding toegestuurd. 14. Sluiting besloten vergadering
22.15 uur
BEKNOPT – VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE COMMISSIE BESTUUR VAN 2 APRIL 2015
Aanwezig: P. van den Burg (voorzitter), R. van Galen, T. Zuidema, L.H.K. Metiary-Volmer, J.J.J. Heijmans, E.S. Derksen, B. van Gurp, S. de Boer, G.G.G. Groen, A. Haddouch, A.K. Roelofs, M. Aliskan, W. van IJzendoorn-Visser, E. van IJzendoorn, J.D. Stoeten-Flach, J.M.C. Koning, M.E.C. Rijckenberg, C.J. Kerkmeester (leden) en H. Pullen (commissiegriffier) Afwezig met kennisgeving: W. Westerholt (griffier) en W. Kooijman (commissielid) Eveneens aanwezig: J. Beenakker (burgemeester), L. Verspuij, M.J.J. Melissen (wethouders), H. Joosten, D. Volmer, H. Bergsma, N. Peters-Sengers (gemeentelijke adviseurs) en E. de Vries (directeur Avri). 1.
Opening en mededelingen De voorzitter heet een ieder welkom en opent de vergadering.
2.
Agenda d.d. 2 april 2015 (vaststellen) De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
3.
Ingekomen stukken De heer M. Aliskan heeft verzocht om de ingekomen stukken 03.1 (Informatienota reactie provincie op begroting 2015) en 03.2 (Informatienota accountant meerwerk 2013 en opdracht) te agenderen voor bespreking. De commissieleden kunnen hiermee instemmen. Gezien de onderwerpen zal het presidium worden geadviseerd om deze nota's te agenderen voor de volgende vergadering van de commissie beleidscyclus d.d. 20 mei 2015.
4.
Informatie van het college in het kader van de actieve informatieplicht L. Verspuij De heer Verspuij geeft een korte samenvatting van de bijeenkomst d.d. 9 maart 2015 over de windmolens. door de gemeenten Geldermalsen en Neerijnen en de provincie Gelderland enerzijds en de projectontwikkelaar anderzijds is een ontwikkelovereenkomst gesloten t.a.v. de windmolens op het Deil-Avri terrein (planning terrein Avri 3 windmolens en terrein Deil 12 windmolens); volgende stap is dat bij de gemeente Geldermalsen een principe verzoek wordt ingediend voor het plaatsen van drie windmolens op het Avri terrein. In het principe verzoek wordt aangegeven hoe de drie ontwikkelaars de inspraak/participatie gaan regelen. Een van de ontwikkelaars is de "Burgerwind corporatie". Deze corporatie is opgericht om ervoor te zorgen dat de burgers niet alleen de lasten maar ook de lusten van de windmolens krijgen. J. Beenakker de heer Beenakker geeft aan dat het aantal inbraken laag blijft; de heer Beenakker geeft aan dat in het kader van de stadspromotie een nieuw blad van "Uit in Tiel" is uitgebracht; tevens geeft de heer Beenakker aan dat de Zaak van de Stad nu ook op zaterdag open is tussen 10.00 uur en 15.00 uur. M.J.J. Melissen De heer Melissen deelt mee dat de gemeente Tiel van de gemeente Buren een boom heeft gekregen in het kader van "vergroening van de Betuweroute". Het jaar daarop zal de gemeente Tiel in dit kader een boom schenken aan de gemeente Geldermalsen. Pagina 1 van 4
5.
Concept – beknopt – verslag van de vergadering van 5 maart 2015 (vaststellen) Redactioneel Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. Naar aanleiding van Bladzijde 4, agendapunt 12 (Wijziging verordening op de bezwarencommissie 2009). Mevrouw Rijckenberg vraagt of de toezegging van de heer Beenakker (eens kijken naar het maken van afspraken over / een protocol voor gebruik van "social media" voor ambtenaren) op de afsprakenlijst kan worden geplaatst. Dit wordt door de voorzitter toegezegd.
6.
Afsprakenlijst (bespreken) Nr. 4 (vraag van mevrouw Metiary over eventuele vergoeding van Avri aan kledingbank). De heer Verspuij geeft aan dat "kleding" valt onder bedrijfsafval. Met de Avri is de afspraak gemaakt dat dit kosteloos wordt opgehaald (kosten en opbrengsten vallen tegen elkaar weg).
7.
Rondvraag B. van Gurp De heer Van Gurp vraagt of het bekend is dat er bij station Passewaaij veel vernielingen plaatsvinden en zo ja of hier iets aan wordt gedaan. De heer Beenakker geeft aan dat de problematiek rond beide stations in Tiel bekend is. Hier wordt aandacht aan besteed. De heer Van Gurp vraag naar de stand van zaken m.b.t. de toegezegde extra wijkagenten. De heer Beenakker geeft aan dat men met de werving bezig is en dat hij invulling voor het zomerreces verwacht.
8.
Inkoop en aanbestedingsbeleid 2015-2019 (om advies) Technische/verhelderende vragen zijn gesteld waarop een antwoord is gegeven. N.a.v. vragen opmerkingen over het verschoningsverzoek geeft de heer Verspuij aan dat de raad het nu geldende inkoop en aanbestedingsbeleid heeft vastgesteld. Het beleid valt dan binnen het toetsingskader van de accountant. Iedere afwijking van het beleid levert dan een onrechtmatigheid op. Als het beleid door het college wordt vastgesteld valt het beleid buiten het toetsingskader van de accountant. De heer Verspuij geeft een aantal voorbeelden. N.a.v. een vraag van de heer Van Gurp geeft de heer Verspuij aan dat de bouwblokkenmethode ruimte laat aan ondernemers voor invulling van social return. Door commissieleden zijn de volgende opmerkingen gemaakt: kanttekeningen zijn geplaatst bij nut en noodzaak van de coördinator social return (Roelofs, Stoeten, Van IJzendoorn, Van Gurp). Anderen geven aan dat een coördinator juist nodig is om social return tot een succes te maken (Kerkmeester, Metiary); kanttekeningen zijn geplaatst bij het verschoningsverzoek. Hoe kon dit gebeuren en hoe wordt dit in de toekomst voorkomen (Aliskan, Groen, Van Gurp, Kerkmeester, Metiary); voorstander van het hanteren van een norm bij social return, zodat er geen sprake is van vrijblijvendheid (Metiary) Advies commissie Gezien de kanttekeningen die zijn gemaakt over de coördinator social return (Roelofs, Stoeten, Van IJzendoorn, Van Gurp). en over het verschoningsverzoek (Aliskan, Groen, Van Gurp, Kerkmeester, Metiary) adviseert de commissie om het voorstel regulier te agenderen voor de vergadering van de raad van 22 april 2015.
9.
DVO Toezicht en Handhaving (om advies) Mevrouw Metiary neemt geen deel aan de beraadslagingen bij dit agendapunt. Technische/verhelderende vragen zijn gesteld waarop een antwoord is gegeven. Pagina 2 van 4
N.a.v. vragen/opmerkingen wordt door de heer Beenakker het volgende aangegeven: maandelijkse rapportage aan het college is nu van belang om te kunnen bijsturen. Indien dit in de toekomst niet meer nodig blijkt wordt de intensiteit van de rapportage teruggebracht ((Zuidema, Haddouch, Heijmans); gastheerschap is opgenomen als competentie bij de Avri. Bij het monitoren wil de heer Beenakker hier ook aandacht aan besteden (Zuidema, De Boer); verwijderen van graffiti komt op korte termijn bij de Avri te liggen (De Boer); diversiteit is geborgd (Rijckenberg); flexibiliteit is in het stuk opgenomen (Van Gurp); terugkoppeling naar de raad één maal per jaar en tussentijds bij bijzonderheden (Rijckenberg); De vraag van mevrouw Stoeten-Flach over de verhoging van het bedrag van € 952.000,(in 2013) naar het huidige beschikbare bedrag van €967.000,-- wordt schriftelijk beantwoord. Advies commissie De commissieleden kunnen zich vinden in het beslispunt en adviseren om het voorstel te plaatsen op de lijst van hamerstukken van de raadsvergadering van 22 april 2015. 10.
Milieu (bespreken) De leden van de commissie bestuur hebben afgesproken om dit onderwerp te bespreken aan de hand van een aantal informatienota's. De verbinding tussen de onderwerpen "klimaat" en "zwerfvuil" wordt gevonden in de kanteling naar de samenleving/gedragsbeïnvloeding. Technische/verhelderende vragen zijn gesteld over de bijgevoegde informatienota's waarop antwoord is gegeven. N.a.v. vragen/opmerkingen geeft de heer Verspuij het volgende aan: met nieuwsbrieven is aandacht geschonken aan de zonnepanelen in Kellen. Het project wordt weer onder de aandacht gebracht in combinatie met een landelijke regeling. Indien na het zomerreces blijkt dat de aanvragen achter blijven gaat het college in overleg met OCT om maatregelen te treffen (Van Galen, Aliskan, Van IJzendoorn); er wordt al breed uitvoering gegeven aan de motie om zonnepanelen te plaatsen op publieke gebouwen (Voorbeelden worden gegeven. Reeds bestaande gebouwen vallen hier ook onder). Thans is in onderzoek of de daken van de sporthallen geschikt zijn voor het plaatsen van zonnepanelen. Het Waterschap heeft ook het dak beschikbaar gesteld voor plaatsing van zonnepanelen. (Van Galen); geconstateerd is dat de plastic afvalzakken met plastic een bron zijn van zwerfafval. De Avri introduceert daarom een plan voor een andere wijze van ophalen. Namelijk inzamelpunten en een extra container (container 4) voor de inzameling van plastic en drankkartons voor burgers die dit wensen (Van Galen, Rijckenberg, Stoeten, Aliskan); invoering van "combinatie containers" is te duur i.v.m. de vervanging van de huidige containers (Groen, Rijckenberg, Aliskan, Van Galen); blik in combinatie met plastic ophalen loont niet. Blik wordt bij de scheiding van het ingezamelde vuil al eruit gehaald. Er zijn ook praktische problemen (extra kostenpost en blik is scherp en beschadigt plastic zak) (Van Galen); de commissie kan voorstellen verwachten over: buurt 7 problematiek en incontinentiemateriaal. De VNG uitkomsten worden teruggekoppeld naar de commissie en de evaluatie "goed scheiden loont" komt er ook aan; de commissie wordt m.b.t. het klimaat beleid geïnformeerd over de vraag: waar staan we nu en wat gaan we (extra) doen (Van Galen). N.a.v. de opmerkingen over zwerfvuil (alle commissieleden) geeft de heer Melissen aan dat: vooruitlopend op het uitvoeringsplan zwerfvuil tot en met september 2015 tijdelijke maatregelen zijn getroffen. Deze maatregelen houden het volgende in: Pagina 3 van 4
in en rond het centrumgebied wordt een schoonmaakploeg van Iriszorg ingezet om twee dagdelen per week zwerfafval op te ruimen; een extra ronde wordt gemaakt op zaterdag om de afvalbakken in en rond het centrumgebied te legen; een extra ronde wordt gemaakt op zaterdag om afvalbakken te legen in en rond het winkelcentrum Passewaaij. In oktober/november kan de commissie/raad het structurele uitvoeringsplan zwerfvuil verwachten. aan de communicatie op de website wordt gewerkt (Van Galen, Stoeten). De heer De Vries geeft aan dat de problematiek van het zwerfvuil (en ook de relatie tot de kosten) vooral een Tiels probleem is. Het zwerfafval hoort onder beheer openbare ruimte. Dit onderdeel gaat ook naar de Avri en wordt daarom een taak van de Avri. (Derksen, Van IJzendoorn). Door de commissieleden zijn nog de volgende suggesties gedaan m.b.t. zwerfvuil: meerdere "opschoondagen" per jaar organiseren (Metiary, Van Galen). Eventueel in combinatie met beloningen (Stoeten); aandacht aan problematiek in onderwijs (Rijckenberg, Metiary), aandacht voor bewustwording problematiek (inclusief kosten) bij partners/wijkverenigingen enz./ doelgroepen (vooral 18-25 jarigen benaderen ) (Rijckenberg, Metiary, Stoeten); voldoende prullenbakken die groot genoeg zijn en tijdig worden geleegd (Rijckenberg), een ludieke prullenbak (Stoeten). Mevrouw Stoeten heeft nog een aantal suggesties in relatie tot het klimaatbeleid: maak gebruik van het rapport Stadsklimaat; maak een groene binnenstad; boomspiegeladoptie; stimuleren van energiebesparende producten met duurzaamheidsleningen; zonnepaneel gunstig bouwen; CO2 reductie integraal opnemen in verkeers- en vervoersplannen; actuele voorschriften in milieuvergunningen en aandacht voor handhaving; onderzoek hoe agrariërs kunnen bijdragen aan vermindering van broeikasgassen; meer oplaadpunten voor auto's en fietsen. 11.
Terugkoppeling intergemeentelijke samenwerkingsverbanden De heer Verspuij geeft aan dat na een door de BSR geëntameerd proefproces is gebleken dat twee verschillende aanslagen voor lokale lasten (één voor variabele en één voor vaste lasten) op één aanslagbiljet mogen worden geplaatst. Met ingang van 2016 komt er dan ook één aanslagbiljet voor zowel de variabele en de vaste kosten. Dit levert een forse besparing op.
12.
Sluiting De voorzitter dankt een ieder voor de inzet en sluit de openbare vergadering.
Pagina 4 van 4
CONCEPT – BEKNOPT – VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE COMMISSIE BESTUUR VAN 5 MAART 2015
Aanwezig: P. van den Burg (voorzitter), R. van Galen, T. Zuidema, L.H.K. Metiary-Volmer, A. Saddiki, E.S. Derksen, W.A.J. van Baal, S. de Boer, G.G.G. Groen, A. Haddouch, A.K. Roelofs, M. Aliskan, W. van IJzendoorn-Visser, M.J. van Groenesteijn, J.D. Stoeten-Flach, R.G. Corporaal, M.E.C. Rijckenberg, C.J. Kerkmeester (leden) en H. Pullen (commissiegriffier) Afwezig met kennisgeving: I. Joustra (commissielid) Eveneens aanwezig: J. Beenakker (burgemeester), L. Verspuij, C.A.A. van Rhee-Oud Ammerveld, M.J.J. Melissen, H.A. Driessen (wethouders), H. Bergsma, N. Smits, D. Stoffer, K. Fidder (gemeentelijke adviseurs), E. Berendsen (ROC-Rivor) en M. Akrouni (begeleider Zohra-project) 1.
Opening en mededelingen De voorzitter heet een ieder welkom en opent de vergadering. De voorzitter deelt mee dat hij het droevige bericht heeft ontvangen van het overlijden van de heer Stolk. Tijdens de eerstvolgende vergadering van de raad zal op gepaste wijze hier aandacht aan worden besteed.
2.
Agenda d.d. 5 maart 2015 (vaststellen) Agendapunt 10 (aanpak Avri illegale bijplaatsingen afval Hertogenwijk) wordt van de agenda verwijderd. Zie voor motivering agendapunt 3. De agenda wordt met in achtneming van het vorenstaande gewijzigd vastgesteld.
3.
Ingekomen stukken 03.3a (Informatienota Procesvoorstel Uitvoeringsplan Zwerfvuil). Mevrouw De Boer en de heer Van Galen hebben verzocht om deze nota te agenderen voor bespreking. De heer Van Galen verzoekt om dit in samenhang te doen met de ingekomen stukken 03.1b (Terugblik Klimaatbeleid) en 03.4a (Informatienota inzameling drankkartons). Mevrouw Metiary stelt voor om agendapunt 10 (aanpak Avri illegale bijplaatsingen afval Hertogenwijk) dan bij de bespreking te betrekken. Afgesproken wordt om de ingekomen stukken, inclusief ingekomen stuk onder agendapunt 10 onder de noemer "Milieu" te agenderen voor een volgende vergadering. De verbinding tussen de onderwerpen "klimaat" en "zwerfvuil" wordt gevonden in de kanteling naar de samenleving/gedragsbeïnvloeding (Van Galen). Aan de orde kunnen komen: in het kader van de speerpunten uit het Bloesemakkoord (duurzaamheid en energie). Wat kunnen we meer doen aan klimaatbeleid? wat kunnen we meegeven voor het uitvoeringsplan Zwerfvuil; De Avri wordt uitgenodigd bij de behandeling van dit agendapunt.
4.
Informatie van het college in het kader van de actieve informatieplicht L. Verspuij De heer Verspuij wenst een mededeling te doen onder geheimhouding o.g.v. art. 10 lid 2 sub e Wet openbaarheid van bestuur (eerbiediging persoonlijke levenssfeer). C.A.A. van Rhee-Oud Ammerveld Mevrouw Van Rhee-Oud Ammerveld deelt mee dat het college heeft besloten om de verbeurde dwangsom op grond van de koopovereenkomst van 6 april 1999 met M. R. A. van Herwijnen – zo nodig in rechte – in te vorderen. De heer Van Herwijnen gebruikt in strijd met de koopovereenkomst het pand Bellevue als woning (bestemming horeca). Pagina 1 van 5
H.A. Driessen De heer Driessen deelt mee dat de stads- en regiocontracten per 01-01-2016 aflopen. In samenwerking met ondernemers, onderwijs- en zorginstellingen wordt in dit verband een "lobby document" gemaakt; De heer Driessen deelt mee dat d.d. 18 april 2015 een "lobby workshop" voor raadsleden wordt georganiseerd in het Veerhuis van 11.00 uur tot 14.00 uur, inclusief lunch. Uitnodiging volgt. 5.
Concept – beknopt – verslag van de vergadering d.d. 5 februari 2015 (vaststellen) Redactioneel Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. Naar aanleiding van N.v.t.
6.
Afsprakenlijst (bespreken) De commissiegriffier geeft de actuele stand van zaken m.b.t. de afsprakenlijst weer. De heer Beenakker geeft aan dat d.d. 9 februari 2015 de actuele criminaliteitscijfers zijn verstrekt middels een persbericht. Punt 2 (actuele cijfers criminaliteit) kan dus ook van de afsprakenlijst worden verwijderd.
7.
Rondvraag W.A.J. van Baal De heer Van Baal heeft vernomen dat de gemeente Tiel een taakstelling heeft gekregen om 35 asielzoekers op te vangen. Hij vraagt naar de stand van zaken. Mevrouw Van Rhee-Oud Ammerveld geeft aan dat dit de taakstelling voor het komende jaar betreft. Tiel loopt niet achter en verwacht ook geen problemen met de taakstelling. M. Aliskan De heer Aliskan deelt mee dat bij het centraal station in Tiel overlast is van jongeren. Hij vraagt of hier iets aan kan worden gedaan. De heer Beenakker geeft aan dat dit probleem al bekend is en dat hier al aandacht voor is. M.E.C. Rijckenberg Mevrouw Rijckenberg deelt mee dat naar haar mening in toenemende mate sprake is van vandalisme bij het station Passewaaij. De heer Beenakker zegt toe dit te bepreken in "het veilige wijkteam". W. van IJzendoorn-Visser Mevrouw Van IJzendoorn vraagt of de ideeën uit de wijkschouw centrum gedeeld worden met de raadswerkgroep Wijk en buurt De heer Melissen geeft aan dat de ideeën zijn geïnventariseerd. Met de ideeën wordt een plan gemaakt. Dat plan wordt gedeeld met de raadswerkgroep Wijk en buurt/de commissie/raad. Mevrouw Van IJzendoorn heeft kennisgenomen van de inloopavond over de mobile camera. Zij vraagt wat er uit de avond is gekomen. Mevrouw Smits geeft aan dat er drie bewoners zijn geweest en dat er goede afspraken zijn gemaakt over de plaatsing van de camera's (checklist) en de communicatie over de plaatsing. R. van Galen De heer Van Galen heeft vernomen dat een ondernemer is gestart in de gemeente Tiel en dat er problemen waren i.v.m. de kleur van de gevel van het pand. Het zou niet passen in de omgeving. De heer Van Galen kan dit niet plaatsen in het licht van: reduceren van regels; overheid niet belemmerend werken voor ondernemers; kanteling. De heer Verspuij geeft aan dat de raad voor de binnenstad heeft gekozen voor het zwaarste welstandsniveau. Kleur maakt daar onderdeel van uit. Daar is vervolgens uitvoering aan gegeven. Het is aan de raad om voor de binnenstad voor een ander niveau te kiezen.
Pagina 2 van 5
8.
Afsluiten Steeg – onttrekking aan de openbaarheid (om advies) Technische/verhelderende vragen zijn gesteld waarop een antwoord is gegeven. N.a.v. vragen/opmerkingen geeft de heer Melissen aan dat naar alternatieven is gekeken maar dat dat lastig was. Hij wil burgerinitiatief hier een kans geven. Als het niet blijkt te werken wordt opnieuw naar de situatie gekeken (Van Galen, Groenesteijn, De Boer). Omdat er sprake is van investeren in de wijk is hier gekozen voor het budget wijkgericht werken (Van Galen). Advies commissie De commissieleden kunnen zich vinden in de beslispunten en adviseren om het voorstel te plaatsen op de lijst van hamerstukken voor de vergadering van de raad van 19 maart 2015.
9.
Keuzes vergoeding verenigingen inzameling afval (om advies) Het stuk was ter bespreking overgelegd aan de commissie. Tijdens de vergadering is besloten om de raad een besluit te laten nemen. De status wordt dus "om advies". Technische/verhelderende vragen zijn gesteld waarop een antwoord is gegeven. Het antwoord op de vraag of de kledingbank ook geld ontvangt van de Avri als zij kleding leveren wordt schriftelijk beantwoord (Metiary). N.a.v. vragen/opmerkingen geeft de heer Verspuij aan dat: verenigingen een vaste vergoeding ontvangen per aansluiting (€8,- per aansluiting). Dit blijft gelijk. Er wordt geen onderscheid gemaakt in papier of kleine afvalstromen (Zuidema, Aliskan, Metiary). Avri kan het goedkoper doen. Zij doen het niet in de avonduren. Dit scheelt in loonkosten (Zuidema, Derksen). Advies commissie De volgende voorkeuren zijn uitgesproken: Variant 1 verenigingen klein afval – Avri papier D66 PvdA VVD PvdB CDA ProTiel SociaalTiel CU GroenLinks
Variant 2 verenigingen papier – geen klein afval
Variant 3 Verenigingen papier Avri klein afval
x x x x x x x
D66 en VVD hebben nog geen voorkeur uitgesproken en geven samen met PvdB aan het voorstel terug te nemen voor nadere beraadslaging in de fractie. Gezien het vorenstaande adviseert de commissie om het voorstel regulier te agenderen voor de vergadering van de raad van 19 maart 2015. 10.
Aanpak Avri illegale bijplaatsingen afval Hertogenwijk (bespreken) Vervallen (zie agendapunt 3)
Pagina 3 van 5
11.
Evaluatie Zohra project (bespreken) Technische/verhelderende vragen zijn gesteld waarop een antwoord is gegeven. N.a.v. vragen over de dekking van het project in de toekomst wordt door de heer Berendsen aangegeven dat voor 4 jaar subsidie is aangevraagd bij het Ministerie van Onderwijs ad €230.000,--. De gemeente levert cofinanciering door inzet van uren (Zuidema, Stoeten). De commissieleden zijn positief over de evaluatie (wat betreft de inhoud en de geboekte resultaten) en blij dat ROC-Rivor aansluit bij het project. De volgende opmerkingen zijn gemaakt: opvoedingsstijlen aan ouders van jongeren met Marokkaans/Nederlandse afkomst meegeven (Van Baal, Stoeten); waak er voor dat er geen overlap is met andere projecten voor jongeren (Rijckenberg, Metiary, Stoeten, Groenesteijn); aandacht voor preventie (Rijckenberg, Stoeten); bij volgende evaluatie vooral aandacht voor: successen/fricties en identiteitsontwikkeling (Zuidema); aandacht voor (andere) naam (Haddouch, Rijckenberg).
12.
Wijziging Verordening op de bezwarencommissie 2009 (om advies) Technische/verhelderende vragen zijn gesteld waarop een antwoord is gegeven. Mevrouw Rijckenberg doet in dit verband de suggestie om een protocol/verordening integer handelen voor ambtenaren vast te stellen. De heer Beenakker geeft in reactie aan dat het goed zou zijn om eens te kijken naar het maken van afspraken over / een protocol voor gebruik van "social media" voor ambtenaren Advies commissie De heer Van Galen en mevrouw De Boer zijn vooralsnog geen voorstander van het intern afhandelen van bezwaarschriften (slager keurt zijn eigen vlees). I.v.m. de gedane suggestie over het protocol/ de verordening heeft mevrouw Rijckenberg de voorkeur uitgesproken om het voorstel regulier te agenderen. De overige leden hebben zich niet negatief uitgelaten over het voorstel. Gezien het vorenstaande adviseert de commissie om het voorstel regulier te agenderen voor de raadsvergadering van 19 maart 2015.
13.
Vergroten opdracht verbouwing Stadhuiscampus (om advies) Technische/verhelderende vragen zijn gesteld waarop een antwoord is gegeven. N.a.v. vragen/opmerkingen geeft de heer Verspuij aan dat: de commissie/raad een voorstel kan verwachten over flexibele openingstijden (Zuidema, Kerkmeester); ambtenaren, zoals ondernemers in de binnenstad, een parkeervergunning kunnen krijgen voor een parkeerplaats op een van de grote parkeerplaatsen van Tiel. Hier worden geen problemen verwacht (Zuidema, Kerkmeester, Stoeten, Aliskan); het UWV voor 5 jaar huurt en De Werkzaak voor 10 jaar (Haddouch, Derksen, De Boer, Saddiki); de suggestie om goed te communiceren over de financiële gevolgen van dit besluit naar de burgers van de gemeente Tiel wordt overgenomen (Aliskan). in 2013 nog geen sprake was van Werkzaak Rivierenland en dat het UWV zich nu in Tiel wil vestigen (eigenstandige arbeidsmarktregio in Tiel) en de Werkzaak zich daar bij aansluit (Kerkmeester, Stoeten, De Boer)
Pagina 4 van 5
Advies commissie De commissieleden van de fracties van D66, VVD, ProTiel, CDA en GroenLinks zijn positief over het voorstel. Zij geven aan het voorstel wel terug te nemen naar de fractie voor nadere beraadslaging. Ook de leden van de PvdA en Sociaal Tiel nemen het voorstel terug naar de fractie voor nadere beraadslaging. De leden van de fracties PvdB en CU kunnen zich vooralsnog niet vinden in het voorstel. Gezien het vorenstaande adviseert de commissie om het voorstel regulier te agenderen voor de raadsvergadering van 19 maart 2015. 14.
Terugkoppeling intergemeentelijke samenwerkingsverbanden L. Verspuij De heer Verspuij heeft een terugkoppeling uit het AB van de Omgevingsdienst Rivierenland: in het AB is er een discussie over een eventuele overgang naar output financiering; in de rondvraag heeft de heer Verspuij de behoefte aan een ecoloog ter sprake gebracht. Samen met provincie en andere gemeenten wordt bezien of hier invulling aan gegeven kan worden. Beide onderwerpen hebben een vervolg en worden in de toekomst teruggekoppeld. I.v.m. het tweede aandachtspunt doet de heer Zuidema de suggestie om de presentatie stadsklimaat (van studenten landbouwhogeschool Wageningen) hierbij te betrekken.
15.
Sluiting openbare vergadering De voorzitter dankt een ieder en sluit de openbare vergadering.
Pagina 5 van 5
Afsprakenlijst van de commissie Bestuur
NR. Onderwerp
Afspraak/toezegging
Datum afspraak
Planning
1.
Evaluatie wordt toegezegd (tussenevaluatie is d.d. 05-03-2015 verstrekt)
08-05-2014 05-02-2015
Agenderen in januari/februari 2015 Wordt april
Nota en voorstel afwachten en onderwerp als reminder plaatsen op afsprakenlijst
05-06-2014
Onderwerp agenderen voor bespreking
05-03-2015
2.
3.
Mevrouw De Boer en mevrouw Rijckenberg nadere onderbouwing en evaluatie plaatsing mobiele joppen (op punt van gebruik en overlast toename en/of vermindering elders ) P&C- cyclus gemeenschappelijke regelingen en gemeente op elkaar afstemmen zodat raad tijdig controlerende taak kan waarmaken. Mede in relatie tot nota verbonden partijen n.a.v. rekenkamerrapport Milieu
Een volgende vergadering
Vragen van raads-/commissieleden Nr.
Onderwerp
Afspraak/toezegging
Datum afspraak
4.
L.H.K. Metiary-Volmer Mevrouw Metiary vraagt of de kledingbank ook geld ontvangt van de Avri als zij kleding aan de Avri leveren
Schriftelijk antwoord
05-03-2015
5.
C.J. Kreuk-Wildeman Mevrouw Kreuk heeft verzocht om ingekomen stuk, nummer 03.4a (vervangen 5 informatiepanelen) te agenderen voor bespreking.
Afgesproken wordt om eerst technische vragen te stellen. N.a.v. het gegeven antwoord kan alsnog worden besloten om dit onderwerp te agenderen voor bespreking.
Planning Maart/april
Zie 06b Cie Samenleving d.d. 04-02-2015
NB: indien de commissie geen opmerkingen heeft over de punten 3 en 5 dan worden de betreffende punten bij de volgende uitdraai van de lijst verwijderd. Gemaakt op 10-03-2015
Pagina 1 van 1
Memo beantwoording raad- en commissie vragen Vraag: Onderwerp: Van wie: Datum: Planning: Raad / commissie: Afspraak / toezegging:
Informatieborden Mevrouw C. Kreuk-Wildeman 17 februari 2015
Mevrouw C. Kreuk heeft namens de fractie PvdB, naar aanleiding van de Informatienota van 2 december 2014, de onderstaande vragen gesteld over het vervangen van de defecte informatiepanelen die bij de entrees van Tiel.
Van Informatiebord die ooit ontworpen zijn door kunstenaar Jaap de Jonge zien wij een verschuiving naar grote Full colour reclamezuilen/ledschermen waar 1/3 van de presentatie 'loop' ingevuld wordt door de gemeente en dus 2/3 gevuld wordt met reclame. Onze vragen: 1. Is gekozen optie nog een effectief communicatiemiddel voor de gemeente tiel zoals het ooit bedoeld is? (Met name door de verhouding informatie vs reclame). 2. Heeft de gemeente invloed op de soort reclame die geplaatst wordt? 3. Wat doen de reclamezuilen met het aangezicht van tiel en de veiligheid van weggebruikers? Het gaat om grote Full colour ledschermen, Wat is de afmeting (hoogte x breedte) van de Ledschermen? Is de stadsbouwmeester betrokken? 4. Past het voorstel binnen het reclamebeleid en de daarbij horende beleidsregels en vergunningvoorschriften? in 2013 is dit beleid aangescherpt ivm reclames langs A15 en provinciale wegen http://raad.tiel.nl/DownloadFile.aspx?fileId=d39ce770-b8a1400b-912b-60555a7ea7c4&fileType=Content 5. Past het voorstel binnen het (verkeers)bordarm beleid dat de raad bij motie nastreeft? We hebben immers ook al reclameborden langs de weg, in weilanden, aan lantaarnpalen en op rotondes. 6. Waarom sluit het college een overeenkomst voor 10 jaar af? 7. Wordt over de reclame op deze deze borden reclamebelasting geheven?
Antwoord: Portefeuillehouder:
Wethouder Melissen
Datum: Antwoord:
12 februari 2015 De informatieborden, zoals door kunstenaar Jaap de Jonge zijn ontworpen, worden vervangen door digitale full colour ledschermen. Qua afmeting zijn de nieuwe schermen van dezelfde afmetingen dan de 'oude' schermen. De nieuwe panelen worden op de bestaande zuilen geplaatst op exact dezelfde locatie.
1
1. Binnen de huidige context zijn de nieuwe borden inderdaad effectiever, omdat met beelden kan worden gewerkt (en een beeld zegt vaak meer dan duizend woorden). Overigens betreft het, in het kader van de verkeersveiligheid, geen bewegende beelden (filmpjes bv.). Met de 'oude' borden lag de beperking in het aantal tekens en het aantal regels. De informatie versus reclame is eenderde informatie en tweederde reclame. Dit is een prima verhouding ook gelet op het aantal borden kan de gemeente evenementen en andere relevante gemeentelijke informatie veelvuldig communiceren. De afwisseling is ook een kracht. 2. Ja, contractueel is afgesproken dat reclameboodschappen geweigerd kunnen worden als ze in strijd zijn met de wet en/of naar mening van Infozuil of gemeente Tiel aanstootgevend of in strijd me de goede zeden zijn. Bovendien worden er geen boodschappen geplaatst t.b.v. andere gemeenten, tenzij de gemeente Tiel daartegen geen bezwaar heeft. Tevens is afgesproken dat lokale ondernemers bij voorrang worden benaderd en reclameruimte krijgen toegewezen. En hierbij wordt voldaan aan de behoefte van lokale ondernemers om ook hun reclameboodschappen (bv optredens of producten en diensten) in de het reclameblok te plaatsen. Zoals gebruikelijk zullen evenementen (bijvoorbeeld Jazzy Tiel of Woodstock aan de Waal) in het gemeentelijke deel worden gecommuniceerd. 3. Zoals aangeven blijven de nieuwe schermen van dezelfde afmetingen dan de huidige (1,90 mtr. breed en 1,10 mtr. hoog). Wat betreft de verkeersveiligheid voldoen deze schermen aan de daarvoor gestelde normen die gelden langs openbare wegen (NEN 12966). Deze worden ook toegepast door Rijkswaterstaat. Omdat sprake is van vervanging is geen omgevingsvergunning nodig. Daarom is ook geen welstandsadvies nodig/gevraagd aan de stadsbouwmeester. 4. Het voorstel past binnen het huidige reclamebeleid. Het beleid dat ook is, en wordt, toegepast bij de handhavingsacties verwijdering reclameborden A15 en de provinciale toegangswegen. De gemeente Tiel heeft met de vervanging van deze schermen een extra argument om reclame op andere plekken dan toegestaan tegen te gaan. Er bestaan nu mogelijkheden voor ondernemers om op deze gereguleerde vijf plaatsen reclame te voeren. Wildgroei kan hiermee worden tegengegaan. 5. Ja, zie het antwoord op vraag vier. Bovendien worden geen nieuwe borden toegevoegd. De vijf bestaande panelen worden vervangen door nieuwe. 6. Tienjaartermijnen voor dit type contracten zijn zeer gebruikelijk. De marktpartij die de investering doet, wil gedurende een vaste periode zekerheid over de termijn van afschrijving. Hier staat tegenover dat onderhouds- en beheerskosten (inclusief energiekosten) niet meer voor rekening van de gemeente Tiel komen en dus een besparing opleveren. Het alternatief (het oplappen van de 'oude' borden) zou direct een kostenpost van € 6.000,- opleveren.
2
7. Nee, want op grond van het gestelde in de Verordening Reclamebelasting (Tiel 2012) artikel 10 (sub c en d) wordt er geen reclamebelasting geheven terzake van informatieborden die een maatschappelijk belang dienen. Bovendien is het niet ons oogmerk (lokale) ondernemers, die gebruik willen maken van deze borden, extra te belasten. Tot slot heeft de gemeente Tiel referenties ingewonnen bij de gemeente Woerden. Deze gemeente maakt al enige jaren naar tevredenheid gebruik van de diensten van Infozuil. Steeds meer gemeenten gaan over op digitale informatiepanelen waarop een mix van gemeentelijke informatie en reclame voorkomt. Voordeel is dat onderhouds- en beheerskosten niet meer voor rekening van de gemeente Tiel komen.
Meer informatie: Team: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Advies Roland van Vugt / Willem Rikken 06-18304917
[email protected]
3
Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering Portefeuillehouder Begrotingsprogramma Onderwerp
L. Verspuij Bedrijfsvoering Inkoop en Aanbestedings beleid 2015 – 2019 en verschoningsverzoek 2014
Besluit om: 1. Het Inkoop en Aanbestedingsbeleid 2013 – 2017 in te trekken. 2. Om een budget van € 40.000,00, t.b.v. een coördinator Social Return, af te wegen en deze op te nemen in de perspectievennota
3. Verschoning te verlenen voor de constatering dat niet alle inkoopopdrachten en contracten conform het vigerende inkoop- en aanbestedingsbeleid zijn uitgevoerd.
Wensen en bedenkingen: 1. Inkoop en Aanbestedingsbeleid 2015 – 2019.
Inleiding 1
2 3
In het Bloesemakkoord is vastgelegd dat voor Social Return het Blokkenstelsel als instrument moet worden toegepast. Het Blokkenstelsel Sec is onvoldoende om uitvoering te kunnen geven aan een effectief Social Returnbeleid. Toegevoegd is PSO waardoor het ook mogelijk is om onder de Europese drempel van Leveringen en Diensten Social Return toe te passen. Een motie van de PVDB waarin is aangegeven meer ruimte te geven aan de Inkoper, de grenzen van de drempelbedragen op te zoeken, en de ondernemer administratief te ontlasten, dit is ingevuld middels de maximale grenzen op te zoeken voor de drempelbedragen van de onderhandse en meervoudig onderhandse aanbestedingen. Hiervoor moest het beleid 2013 – 2017 worden herzien en vervangen; De uitvoering van het Blokkenstelsel vraagt om verbinding, sturing en monitoring door een coördinator Social Return. Bij de gedurende het boekjaar 2014 uitgevoerde interne controles en bij de controle van de jaarrekening is gebleken dat zich enkele onrechtmatigheden hebben voorgedaan. Deze zijn zodanig van aard dat zij voorafgaand aan de vaststelling van de jaarrekening kunnen worden hersteld als de raad daarvoor een zogenaamd verschoningsbesluit neemt. Onder verschoning wordt verstaan ‘het achteraf beoordelen en accorderen van een handeling door de raad’. De recapitulatie van de alsnog te accorderen handelingen voor het te nemen verschoningsbesluit zal worden opgenomen in de paragraaf rechtmatigheid in het jaarverslag.
Beoogd effect De gemeente onderschrijft het belang van social return bij inkopen en aanbesteden als instrument om het bedrijfsleven te stimuleren in de bedrijfsvoering actief mee te werken aan het creëren van arbeidsplaatsen, leerwerkplekken en stageplekken voor mensen met een afstand Pagina 1 van 3
tot de arbeidsmarkt. Voorkomen van problemen aangaande de rechtmatigheid omdat er gedurende het lopende jaar afwijkingen optreden bij Inkopen en Aanbestedingen waar het College, mits gemotiveerd, mag afwijken van het vigerende beleid. Wijzigingen op het beleid worden voor wensen en bedenkingen gedeeld met de Raad. Een coördinator social return is noodzakelijk als drijvende kracht en alle partijen (werkzoekenden en werkgevers) met elkaar te verbinden. Middels verschoning van de onrechtmatige handelingen/uitgaven worden deze alsnog rechtmatig en tellen niet mee voor de strekking van het accountantsoordeel.
Argumenten Ad. 1. Wijzigingen in opvattingen omtrent Social Return en de inzet van bijbehorende instrumenten inzichten hebben geleid tot het voorstel van herziening. De gekozen opties voor het toepassen van Social Return passen binnen het gehanteerde beleid van de Provincie Gelderland én de Regio. PSO en het Blokkenstelsel wordt steeds meer toegepast. Middels deze instrumenten kunnen we mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt meer kansen bieden om deze afstand te verkleinen of zelfs op te heffen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft een circulaire uit laten gaan om waarin is aangegeven wat de maximale drempels zijn bij onderhandse en meervoudige aanbestedingen onder de Europese Drempel. Op basis van motie van de PVDB zijn deze grenzen verwerkt in het nieuwe beleid. Met name bij Leveringen en Diensten kunnen we het aantal op te vragen offertes verlagen en daarmee ondernemers ontlasten omdat we de drempel hebben kunnen optrekken met € 20.000,00, van € 30.000,00 naar € 50.000,00. Dit alles heeft er toe geleid u te vragen het Inkoop en Aanbestedingsbeleid 2013- 2017 in te trekken. Ad. 2. De coördinator Social Return kan invulling geven aan Social Return. Door deze taak onder te brengen bij het WAPR verbinden we de werkgevers met de werkzoekende en mensen het een afstand tot de arbeidsmarkt. Ad. 3. Het verschoningsbesluit richt zich op onrechtmatige handelingen die aan het licht zijn gekomen bij de ingestelde interne èn accountantsonderzoeken naar de werking en uitvoering van de belangrijkste gemeentelijke werkprocessen.
Kanttekeningen en Consequenties Ad. 1. Het oude Inkoop en Aanbestedingsbeleid voldoet niet meer aan de huidige inzichten over Social Return in het algemeen. Daarnaast zijn de drempelbedragen genoemd in het oude beleid niet meer conform de richtlijnen van het ministerie. Ad. 2. Het niet invullen van de taak door een coördinator Social Return zou houdt in dat de monitoring en matching niet gedaan zal worden en daarmee het beleid niet kan worden uitgevoerd. Ad. 3. Het verschoningsbesluit is noodzakelijk voor het verkrijgen van een positieve accountansverklaring.
Aanpak / uitvoering / Communicatie De wijzigingen in het beleid zullen worden opgenomen in het Handboek Inkoop en Aanbesteden en worden gedeeld met de Inkopers en budgethouders van de organisatie. De website Tiel.nl zal worden Pagina 2 van 3
aangepast. De contracten moeten worden aangepast op de gewijzigde situatie. Met het WAPR zullen nadere afspraken worden gemaakt over de invulling van de nieuwe taken.
Financiën De financiering van de coördinator Social Return komt voort uit het Bloesemakkoord.
Bijlage(n) 1 2 3 4
Inkoop en Aanbestedingsbeleid 2015 – 2019 Bijlage A Notitie Social Return Notitie Verschoningsverzoek 2014 Overzicht crediteuren verschoningsverzoek
Burgemeester en wethouders van Tiel, de secretaris, de burgemeester,
Advies commissie(s) d.d.:
Tiel, d.d. de commissiegriffier,
Beslissing raad d.d.: de griffier,
Meer informatie: Team: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Projecten Herman Joosten 0621932357
[email protected]
Pagina 3 van 3
Raadsbesluit Gelezen het voorstel van het college van B&W aan de raad van
Onderwerp: Inkoop en Aanbestedings beleid 2015 – 2019 en verschoningsverzoek 2014
Nummer:
Wettelijke grondslag:
Besloten in de raadsvergadering van:
Besluit om: 1. Het Inkoop en Aanbestedingsbeleid 2013 – 2017 in te trekken. 2. Om een budget van € 40.000,00, t.b.v. een coördinator Social Return, af te wegen en deze op te nemen in de perspectievennota 3. Verschoning te verlenen voor de constatering dat niet alle inkoopopdrachten en contracten conform het vigerende inkoop- en aanbestedingsbeleid zijn uitgevoerd
De griffier,
de voorzitter,
Pagina 1 van 1
Nota INKOOP- EN AANBESTEDINGSBELEID 2015 - 2019
Gemeente Tiel
Nota Inkoop- en aanbestedingsbeleid
Pagina 1 van 11
Inhoudsopgave 1.
Inleiding
2.
Doelstellingen
3.
Begripsomschrijving
4.
Wettelijk kader
5.
Uitgangspunten
6.
Procedure voorschrift
7.
Risicoverdeling
8.
Verbintenissen
9.
Beleidsafwijkingen
10.
Informatie en evaluatie
Nota Inkoop- en aanbestedingsbeleid
Pagina 2 van 11
1. INLEIDING 2. voor wensen en bedenkingen Het inkoop- en aanbestedingsbeleid wordt vastgesteld door het college en is van toepassing op de verwerving door de gemeentelijke organisatie van alle goederen, diensten en werken. Het beleid is openbaar en wordt gepubliceerd op de gemeentelijke website (www.tiel.nl). De uitvoering van het beleid wordt operationeel ondersteund door een inkoophandboek. Het inkoophandboek wordt vastgesteld door het College en is niet openbaar. De gemeente onderschrijft binnen het totaalproces van de bedrijfsvoering het belang van een professioneel ingericht en uitgevoerd inkoopen aanbestedingsbeleid. De uitstraling van professioneel ingerichte gemeentelijke inkoopprocessen naar de eigen organisatie, het bedrijfsleven en de burgers speelt een essentiële rol in het ontwikkelen en vasthouden van vertrouwen in de wijze waarop gemeenschapsgeld wordt besteed. Het inkoop- en aanbestedingsbeleid draagt hiermee bij aan een integere uitvoering van uit te besteden overheidstaken. De gemeente is aan haar inwoners, maar ook aan zichzelf, verplicht de besteding van gemeenschapsgelden zo transparant, objectief, efficiënt en effectief mogelijk uit te voeren. De inkoop- en aanbestedingsprocessen zullen professioneel uitgevoerd moeten worden om aan deze verplichting te voldoen. Het zijn echter niet alleen de mogelijke financiële voordelen waarom de inkoopprocessen professioneel zouden moeten worden ingericht, maar zeer zeker ook de kwalitatieve aspecten van de inkoop. De kwaliteit van de inkoop vertaalt zich uiteraard in de kwaliteit van de producten, diensten en werken zelf, maar ook in de beheersing van doorloop- en levertijden, het voorkomen van onverwachte budgetoverschrijdingen, het voorkomen van toekomstige problemen, de integriteit van de gemeentelijke organisatie met haar betrokken functionarissen, de directe milieuzorg en het sociaal ondernemen welke samenhangen met de inkoop. Het gemeentelijk inkoop- en aanbestedingsbeleid is van toepassing op: - alle inkopen en aanbestedingen van leveringen, diensten en werken waarbij de gemeente opdrachtgever wordt; - alle inkopen en aanbestedingen van leveringen, diensten en werken welke door derden, in opdracht van de gemeente, worden uitgevoerd. Naast het gemeentelijk inkoop- en aanbestedingsbeleid is de gemeente boven het bedrag van de Europese drempel gehouden de Europese wetgeving op het gebied van inkopen en aanbesteden na te leven. Het inkoop- en aanbestedingsbeleid is voor het eerst vastgesteld in 1995. In 2006 is het beleid uitgebreid met het uitgangspunt dat opdrachtnemers van de gemeente een bijdrage leveren aan de werkgelegenheid. In 2013 is het beleid geactualiseerd waarbij rekening is gehouden met: - het rapport “Inkoop- en Aanbestedingsbeleid” van de Rekenkamer Tiel d.d. juni 2009, voor zover de conclusies en aanbevelingen betrekking hebben op het inkoop- en aanbestedingsbeleid; - de, door de Raad aangenomen, motie van Groen Links met betrekking tot het nastreven van social return; - de Aanbestedingswet 2012, welke per 1 april 2013 van kracht is; - de, op 18 maart 2013 door de gemeente mede ondertekende, samenwerkingsovereenkomst inkoop- en aanbestedingsbeleid Rivierenland. In 2015 actualiseren we het inkoop- en aanbestedingsbeleid opnieuw waarbij we rekening houden met:
Nota Inkoop- en aanbestedingsbeleid
Pagina 3 van 11
-
-
2.
het Bloesemakkoord waarin vast ligt dat voor Social Return het Blokkenstelsel moet worden toegepast; de accountant rapportage 2014 waarin is geadviseerd het mandaat voor vaststelling van het inkoop- en aanbestedingsbeleid te verleggen van Raad naar College; De motie van de Raad waarin is aangegeven meer ruimte te geven aan de Inkoper, de grenzen van de drempelbedragen op te zoeken, en de ondernemer administratief te ontlasten.
DOELSTELLING De doelstelling van het inkoop- en aanbestedingsbeleid is kaders vast te leggen voor het professioneel en verantwoord verwerven van bedrijfsmatig benodigde producten, diensten en werken op een gewenst kwaliteitsniveau tegen de laagst mogelijke integrale kosten. Professioneel betekent dat de resultaten van de inkoopprocessen worden getoetst aan (jaarlijks) vastgestelde meetbare doelen inzake doelmatigheid, rechtmatigheid, duurzaamheid, sociaal inkopen en lokaal / regionaal inkopen. Verantwoord impliceert dat de inkoopprocessen planmatig worden uitgevoerd binnen de uitgangspunten op het gebied van ethiek, integriteit, (regionale) samenwerking met derden en risicomanagement. Het gewenste kwaliteitsniveau wordt bepaald door de functionele behoefte, het (strategisch) belang voor de bedrijfsvoering en de (on)mogelijkheden van de inkoopmarkt. Bij kwaliteit gaat het niet alleen om de kwaliteit van het product, dienst of werk, maar ook om de kwaliteit van direct daarmee samenhangende zaken, zoals milieuzorg, service, logistiek, informatie, garantie, voorwaarden, duurzaamheid, maatschappelijk verantwoord ondernemen. De laagst mogelijke integrale kosten houdt in dat alle kosten over de gehele levenscyclus die verband houden met de keuze voor een product, dienst of werk worden meegenomen in de financiële afweging. Laagst mogelijk impliceert dat het effectieve resultaat van individuele inkoop en aanbestedingsactiviteiten mede wordt bepaald door de mate waarin invulling wordt gegeven aan bedrijfsmatige randvoorwaarden op het gebied van personeel, systemen, werkwijzen en procedures.
3.
BEGRIPSOMSCHRIJVING Onder het inkoop- en aanbestedingsbeleid vallen in beginsel alle handelingen waar een externe factuur uit voortkomt. De gemeente ontvangt facturen indien een externe partij, uitsluitend na schriftelijke opdrachtverstrekking (het aangaan van een verplichting), een prestatie heeft verricht. Zo’n prestatie kan betrekking hebben op de levering van goederen, het verrichten van diensten of het uitvoeren van werken. De begrippen “inkoop” en “aanbesteding” kunnen door elkaar worden gebruikt. Het begrip “inkoop” wordt vaker gebruikt bij leveringen en diensten, het begrip “aanbesteding” wordt vaker gebruikt bij werken. Alle handelingen waar een interne factuur uit voorkomt vallen niet onder het inkoop- en aanbestedingsbeleid. De gemeente ontvangt dergelijke facturen ingeval
Nota Inkoop- en aanbestedingsbeleid
Pagina 4 van 11
er sprake is van (quasi)-inbesteding. Van inbesteding is sprake als de gemeente een opdracht plaatst bij een eigen dienstonderdeel. Van quasi-inbesteding is sprake als de gemeente een opdracht plaatst bij een organisatie waarmee de gemeenten nauw is gelieerd b.v. Lander. Het onderscheid in leveringen, diensten en werken is essentieel in de uitvoering van het beleid, zowel onder als boven het Europese drempelbedrag. Voor leveringen, diensten en werken worden de volgende definities gehanteerd: Leveringen:
een overeenkomst onder bezwarende titel voor aankoop, leasing, huur of huurkoop van een product. De bezwarende titel wil zeggen dat de opdrachtnemer en opdrachtgever over en weer een prestatie leveren (respectievelijk de feitelijke prestatie en de betaling). Producten worden gedefinieerd als alle roerende zaken, waar de opdrachtgever eigendom over verwerft. Bijkomende werkzaamheden bij afleveren, aanbrengen of installeren van de producten worden als onderdeel van het product beschouwd.
Diensten:
een overeenkomst onder bezwarende titel voor het verrichten van diensten. Onder diensten worden alle prestaties begrepen die niet onder leveringen of werken vallen.
Werken:
het realiseren van producten van bouw- dan wel wegenbouwkundige werken, die er toe bestemd zijn een economische of technische functie te vervullen. Onder werken wordt verstaan de aanleg, het groot onderhoud en het wijzigen van civiel-, groen-, cultuurtechnische en (wegen)bouwkundige voorzieningen in de openbare ruimte. Regulier terugkerend onderhoud aan groenvoorzieningen en kleine reparaties aan (wegen)bouwkundige werken vallen niet onder de definitie van werken maar onder diensten.
Teneinde misvattingen van de begrippen te voorkomen bevat de wet- en regelgeving een gedetailleerde opsomming van de inhoud van de begrippen.
4.
WETTELIJK KADER Het naleven van wet- en regelgeving is een verplichting en geen keuze. Het naleven van de regels is expliciet als kader opgenomen om uitdrukking te geven aan de verplichting op het naleven van de Europese aanbestedingsrichtlijnen. Specifiek zijn de volgende kaders van belang : 1. Naleven van wet- en regelgeving Door de Europese Unie is een richtlijn vastgesteld (EG-Richtlijn 2004/18) voor de verstrekking van overheidsopdrachten. Deze richtlijn is opgenomen in de Aanbestedingwet 2012, welke met ingang van 1 april 2013 van toepassing is. De Aanbestedingswet 2012 bevat procedureregels voor het uitvoeren van inkopen en aanbestedingen. De wet is niet vrijblijvend maar moeten worden toegepast door de gemeente bij opdrachten voor “Werken”, “Leveringen” en “Diensten” als de waarde van de opdracht het Europese drempelbedrag overschrijdt. 2.
Naleven van transparantie, objectiviteit, non-discriminatie, proportionaliteit en zorgvuldigheid De basisprincipes van de Europese wetgeving zijn ook van toepassing op de verstrekking van overheidsopdrachten met een opdrachtwaarde beneden het
Nota Inkoop- en aanbestedingsbeleid
Pagina 5 van 11
Europese drempelbedrag. Transparantie betekent dat het proces van inkopen en aanbesteden voor alle betrokkenen helder en eenduidig moeten zijn (doch niet altijd openbaar) en derhalve verantwoord moeten kunnen worden. Objectiviteit wil zeggen dat het proces van inkopen en aanbesteden gebaseerd is op verifieerbare feiten en het gebruik van onafhankelijke (beoordelings)methodieken. Non-discriminatie betekent dat alle betrokkenen beschikken over gelijke informatie en dat ere gelijke kansen moeten worden geboden aan alle betrokkenen. Proportionaliteit betekent dat voorwaarden en eisen welke door de gemeente worden gesteld in een redelijke verhouding moeten staan met de aard en omvang van de, in te kopen, leveringen, diensten en werken. De zorgvuldigheid in de uitvoering van inkoop en aanbestedingsactiviteiten dient maximaal te worden geborgd teneinde (juridische) conflicten te voorkomen. Zorgvuldigheid vereist dat het opleggen van de algemene inkoopvoorwaarden onderdeel vormt van de offerte aanvraag en de overeenkomst, dat opdrachten uitsluitend schriftelijk worden verstrekt en dat de uitvoering van een overeenkomst pas kan aanvangen nadat hiertoe schriftelijk opdracht is verstrekt. Zorgvuldigheid in bedrijfsvoering impliceert dat bij iedere inkoop en aanbestedingstraject bewust moet worden overwogen of de ondertekening van een geheimhoudingsverklaring door de potentiële opdrachtnemer voorwaardelijk is voor de gunning van de opdracht.
5.
UITGANGSPUNTEN Beleidsuitgangspunten leggen een relatie tussen de normen en waarden die de gemeente wil uitdragen en de economische uitgangspunten enerzijds en het inkoop- en aanbestedingsbeleid anderzijds. Het normen- en waardepatroon van de gemeente is gebonden aan de beginselen van behoorlijk bestuur. Economische uitgangspunten zijn gebaseerd op gemaakte keuzes van de gemeente. Specifiek voor het gemeentelijk inkoop- en aanbestedingsbeleid zijn een aantal algemene beleidsuitgangspunten van belang : 1. Nastreven van begroting kaders De gemeentelijke begroting is financieel kaderstellend voor alle inkopen en aanbestedingen. Het is niet toegestaan een inkoopprocedure te starten zonder de beschikbaarheid van een goedgekeurd budget en/of het budget te gebruiken voor een ander doel. Leidend voor de start van een inkoopprocedure is niet de beschikbaarheid van een budget, maar de bedrijfsmatige noodzaak tot uitvoering van een levering, dienst of werk. In alle gevallen dienen de voorschriften uit de geldende budgethoudersregeling te worden gevolgd in de uitvoering van het beleid. 2. Nastreven van verlichting administratieve lasten Het verminderen van de administratieve lasten binnen de inkoop- en aanbestedingstrajecten betekent dat in iedere fase van het proces alleen die informatie moet worden gevraagd welke benodigd is voor de voortgang en/of besluitvorming. De vragen moeten betrekking hebben op de inhoudelijke kern van de aanbesteding, niet op de randverschijnselen. Het nastreven van vermindering van de administratieve lasten impliceert tevens dat uitsluitend offertes worden aangevraagd bij partijen welke een gelijke kans hebben de opdracht daadwerkelijk te verkrijgen. Het aanvragen van offertes met als uitsluitend doel te voldoen aan de interne procedures brengt de integriteit van de gemeente in diskrediet en is niet toegestaan.
Nota Inkoop- en aanbestedingsbeleid
Pagina 6 van 11
Het nastreven van vermindering van administratieve lasten betekent ook dat, in samenwerking / overleg met de betrokken eigen diensten, actief moet worden gezocht naar mogelijkheden de inkoopadministratie bij zowel de opdrachtnemers als de gemeente te optimaliseren (reductie van het aantal opdrachten, leveranciers, facturen etc.). 3. Nastreven van balans in beoordeling van prijs en kwaliteit De gemeente streeft naar een optimale afweging van de prijs / kwaliteit verhouding bij de beoordeling van inschrijvingen waarbij de afweging past in de inkoopstrategie. Een optimale afweging impliceert dat de kwalitatieve criteria doorslaggevend kunnen zijn in de selectie van de marktpartij. Op marktsegementen waar de kwaliteit geen onderscheidende factor tussen marktpartijen is, is de beoogde kwaliteit onderdeel van het programma van eisen.
4. Nastreven van risico beheersing De gemeente streeft als opdrachtgever naar een zo maximaal mogelijke beperking van het financiële inkooprisico. Vermindering van het risico richt zich op situaties waarin de gemeente de rol van voorfinancier speelt, op situaties waarin de gemeente aansprakelijk kan worden gesteld voor de juiste en volledige betaling van belastingen en premies door de opdrachtnemer, op situaties van dreigende surseance van betaling of faillissement. 5. Nastreven van regionale inkoopsamenwerking De gemeente streeft op regionaal niveau naar inkoopsamenwerking met andere gemeenten, indien de samenwerking voor de gemeente op enige wijze kwalitatieve en/of financiële voordelen brengt. 6. Nastreven van integriteit Het integriteit beleid van de gemeente is van toepassing op alle betrokken medewerkers. Kernpunt is dat medewerkers een puur zakelijke relatie onderhouden met (potentiële) leveranciers, dienstverleners en aannemers. Functiescheiding in het inkoopproces is daarom geborgd in de toewijzing van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden aan functionarissen binnen het inkoopproces (budgethouders, adviseurs, inkoopcoördinator, medewerkers). Opdrachtnemers dienen integer en betrouwbaar te zijn en zich niet bezig te houden met criminele activiteiten. Binnen inkoop- en aanbestedingstrajecten met een opdrachtwaarde boven Euro 100.000,- worden potentiële opdrachtnemers gevraagd eigen verklaringen hieromtrent te ondertekenen. Bij gunning kan worden gevraagd om nadere bewijsstukken aan te leveren. De gemeente zal bij ernstige twijfel over de integriteit en/of betrouwbaarheid van een opdrachtnemer een BIBOB onderzoek laten uitvoeren. 7. Nastreven van bestuurlijke beleidsdoelen met betrekking tot lokaal / regionaal inkopen De gemeente wil de kansen van lokale en/of regionale ondernemers op het verwerven van opdrachten maximaliseren binnen de wettelijk toegestane kaders. De gemeente zal hiertoe in Europese en nationale aanbestedingsprocedures overwogen rekening houden met de mogelijkheden van de lokale en/of regionale markt. De gemeente zal in onderhandse procedures, daar waar de markt hiertoe de mogelijkheid biedt, één of meerdere lokale en/of regionale ondernemer(s) direct uitnodigen tot deelname aan de procedure.
Nota Inkoop- en aanbestedingsbeleid
Pagina 7 van 11
8.
Nastreven van bestuurlijke beleidsdoelen met betrekking tot social return
De gemeente onderschrijft het belang van social return bij inkopen en aanbesteden als instrument om het bedrijfsleven te stimuleren in de bedrijfsvoering actief mee te werken aan het creëren van arbeidsplaatsen, leerwerkplekken en stageplekken voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Bij de invulling van social return wordt gestreefd naar maatwerk. Dit maatwerk heeft betrekking op: o de manier waarop er invulling wordt gegeven aan social return (de vorm); o de match tussen SROI (Social Return Op Investement) kandidaten en de opdracht/opdrachtgever; o de zwaarte van de SROI eisen ten opzichte van de omvang en aard van de opdracht. De gemeente zal in onderhandse procedures tot aan de Europese Drempel voor Leveringen en Diensten PSO (Prestatielader Socialer Ondernemen) toepassen. Vanaf deze drempel zal het blokkenstelsel worden toegepast. Zie Bijlage A. Bedrijven zullen worden uitgenodigd én ondersteund om creatief / innovatief invulling te geven aan SROI.
9.
Nastreven van bestuurlijke beleidsdoelen met betrekking tot duurzaamheid
De gemeente streeft, binnen de financiële begrotingskaders, naar het realiseren van duurzaamheiddoelen om daarmee de markt voor duurzame producten en methodieken te stimuleren. De gemeente volgt hierbij de definitie van het begrip duurzaamheid zoals vastgesteld door Agentschap.nl in opdracht van de rijksoverheid. Voor opdrachten met een geraamde opdrachtwaarde boven € 50.000,-: o worden alle duurzaamheideisen (van Agentschap.nl) standaard opgenomen in het bestek; o wordt duurzaamheid en fair trade - daar waar mogelijk / wenselijk opgenomen in de gunningcriteria bij inkoop- en aanbestedingstrajecten.
Nota Inkoop- en aanbestedingsbeleid
Pagina 8 van 11
6.
PROCEDURE VOORSCHRIFT Het proces van Inkopen en aanbesteden wordt uitgevoerd conform voorgeschreven procedures. De keuze van de procedure is niet vrij maar wordt bepaald door de categorie (leveringen, diensten, werken) en de raming van het bedrag voor de opdracht: Leveringen en Diensten Bedrag raming opdracht (excl. BTW) € 0 - € 50.000 € 50.000 – Europese drempel * > Europese drempel*
Procedure
Enkelvoudig onderhands Meervoudig onderhands
Minimum aantal offertes 1 3
Maximum aantal offertes 1 5
Europees
Bij inschrijving
n.v.t.
Enkelvoudig onderhands Meervoudig onderhands
Minimum aantal offertes 1 3
Maximum aantal offertes 1 5
Openbaar
Bij inschrijving
n.v.t.
Europees
Bij inschrijving
n.v.t.
Werken Bedrag raming opdracht (excl. BTW) € 0 - € 150.000 € 150.000 – € 1.500.000 € 1.500.000 - Europese drempel* > Europese drempel*
Procedure
* De Europese drempelbedragen worden tweejaarlijks aangepast. Wijzigingen in de drempelbedragen worden zonder voorafgaande goedkeuring doorgevoerd. De actuele drempelbedragen zijn vastgelegd zijn: o o
Leveringen en Diensten: € 207.000,00 Werken; € 5.186.000,00
De hoogte van de drempelbedragen voor onderhandse of openbare procedures is gebaseerd op de regelgeving uit de Gids Proportionaliteit en de circulaire van het ministerie van Binnenlandse zaken (augustus 2013). Het gebruik van een afwijkende procedure onder de Europese drempel kan uitsluitend als dit kan worden gemotiveerd op objectieve gronden. De motivatie moet worden opgenomen in het aanbestedingsdocument.
Nota Inkoop- en aanbestedingsbeleid
Pagina 9 van 11
Het bedrag van de raming dient vakkundig en op realistische en actuele gronden bepaald te worden. De raming betreft de totale looptijd van de opdracht en omvat alle kosten gerelateerd aan de uitvoering opdracht. De rechtmatige keuze van de procedure wordt bepaald door het werkelijke bedrag van de overeenkomst. Bij grensgevallen in de keuze van de categorie wordt geadviseerd de procedure van de hogere categorie te volgen. Ingeval van twijfel over het bedrag van de raming en/of de keuze van de procedure en/of de haalbaarheid van het minimum aantal offertes, dient advies te worden gevraagd bij de inkoopadviseur. In de categorie diensten wordt een onderscheid gemaakt in A- en B-diensten. Voor A-diensten gelden onverkort de Europese richtlijnen. Voor B-diensten met een opdrachtwaarde boven de Europese drempel geldt een verlicht aanbestedingsregime d.w.z. de aanbesteding kan worden uitgevoerd volgens een onderhandse procedure en alleen de gunning moet worden gepubliceerd. De definitie van B-diensten ligt vast in het wettelijk kader. De voorgeschreven procedures onderscheiden zich door de manier waarop de marktpartijen worden gevraagd deel te nemen aan een inkoop- of aanbestedingstraject : Enkelvoudig onderhands : procedure waarin de gemeente 1 marktpartij uitnodigt om een offerte uit te brengen. Meervoudig onderhands : procedure waarin de gemeente meerdere marktpartijen uitnodigt om een offerte uit te brengen. Openbare procedure : procedure waarin de aanbesteding nationaal wordt aangekondigd en marktpartijen de vrijheid hebben een inschrijving in te dienen. Europese procedure : procedure waarin de aanbesteding Europees wordt aangekondigd en marktpartijen de vrijheid hebben een inschrijving in te dienen. Zowel de openbare als de Europese procedure kennen een tweetal varianten, de openbare variant en de niet-openbare variant. De voorgeschreven procedures zijn de meest gangbare procedures. In uitzonderingsgevallen kan worden uitgeweken naar minder gangbare, maar volgens de wettelijke richtlijnen geaccepteerde, procedures (b.v. concurrentiegerichte dialoog) en aanbestedingsvormen (bestuurlijk aanbesteden). 7.
RISICOVERDELING Aanbestedingsreglementen zijn primair bedoeld ter praktische ondersteuning van inkopen en aanbesteden voor zowel de gemeente als externe partijen. De aanbesteding van alle werken, ongeacht de voorgeschreven procedure, vindt plaats volgens het Aanbestedingsreglement Werken 2012 (ARW2012) of een nieuwere versie hiervan. De aanbesteding van leveringen en diensten volgens de Europese procedure vindt plaats volgens de regelgeving uit de Aanbestedingswet 2012. Inkoopvoorwaarden zijn primair bedoeld om de verantwoordelijkheden van de gemeente en de externe partijen te reguleren. De toepasselijkheid van de algemene inkoopvoorwaarden is verplicht voor alle inkopen en aanbestedingen, ongeacht de voorgeschreven procedure. Daar waar algemene voorwaarden bestaan die paritair zijn opgesteld, worden deze toegepast.
Nota Inkoop- en aanbestedingsbeleid
Pagina 10 van 11
8.
VERBINTENISSEN De gemeente gaat uitsluitend schriftelijke inkoop verbintenissen aan waarop de algemene inkoopvoorwaarden van de gemeente van toepassing zijn. De inkoopverbintenis kent 2 varianten, de opdrachtbrief en de overeenkomst. De opdrachtbrief is voorgeschreven in enkelvoudige of meervoudige onderhandse procedures. De overeenkomst is voorgeschreven in openbare en Europese procedures. De opdrachtbrief wordt eenzijdig door de gemeente ondertekend. De overeenkomst wordt door alle partijen ondertekend. Ondertekening van opdrachtbrieven en overeenkomsten kan uitsluitend plaatsvinden door daartoe, volgens de geldende mandaatregeling, bevoegde functionarissen.
9.
BELEIDSAFWIJKINGEN Afwijkingen van het beleid moeten vooraf beargumenteerd ter goedkeuring worden voorgelegd aan het College. De argumenten kunnen betrekking hebben op markttechnische, beleidsmatige, procedurele en/of bedrijfseconomische aspecten. Voor het verkrijgen van de goedkeuring geldt als richtlijn dat er procesmatig voldoende tijd en budget gereserveerd dient te worden voor de uitvoering van de juiste inkoop- of aanbestedingsprocedure. Tijd- en / of budgetgebrek is derhalve in het algemeen geen reden om af te wijken van het beleid. Het College is bevoegd afwijkingen van het inkoop- en aanbestedingsbeleid goed te keuren mits de afwijking niet strijdig is met wettelijke kaders.
10.
INFORMATIE EN EVALUATIE Het functioneren van het inkoop- en aanbestedingsbeleid, proces, procedures, werkwijzen en (administratieve) organisatie wordt gevolgd aan de hand van overeenkomsten, rechtmatigheids onderzoeken, budgetbewaking. evaluaties van inkopen en aanbestedingen volgens de Europese en openbare procedure, de inkoop- en aanbestedingsrapportage. De management informatie in deze stelt de verantwoordelijken in staat correctieve maatregelen te nemen. Eenmaal per jaar wordt de gemeenteraad geïnformeerd over de realisatie van de bestuurlijke beleidsdoelen uit het inkoop- en aanbestedingsbeleid. De informatie wordt vastgelegd in de jaarrekening, paragraaf bedrijfsvoering. Het inkoop- en aanbestedingsbeleid wordt regulier eenmaal per 4 jaar geëvalueerd. Door gemeentelijke en/of landelijke ontwikkelingen en/of door ontwikkelingen in de marktsituaties kan het noodzakelijk zijn het beleid tussentijds te actualiseren. In die gevallen zal het beleid met toelichting op de wijziging ter vaststelling worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
Bijlagen : A.
Notitie Social Return
Nota Inkoop- en aanbestedingsbeleid
Pagina 11 van 11
Bijlage Social return 1. Inleiding Het doel van deze notitie is om invulling te geven aan kaders en richtlijnen voor “social return” binnen de gemeente Tiel. De uitgangspunten voor beleid en uitvoering zullen worden opgenomen in het algemene inkoop- en aanbestedingsbeleid en het bijbehorende handboek. Aanleiding voor deze notitie is het Bloesemakkoord voor de Gemeente Tiel 2014-2018. "Wij passen social return toe in Tiel op basis van de zogenaamde bouwblokkenmethode (methode Amersfoort). Ook bieden wij bij gemeentelijke opdrachten nadrukkelijk meer kansen aan het regionale en lokale Midden- en Kleinbedrijf. Het vraagt een versterking van de inkooporganisatie om die stimulerende rol te kunnen vervullen in het gehele pallet van inkoop en aanbesteding". Vanuit het Bloesemakkoord is in het collegeprogramma ook opgenomen dat Tiel uiterlijk in 2018 een PSO erkenning wil hebben op trede 1. Daarmee wil de gemeente Tiel aangeven dat zij zichtbaar bijdragen aan werkgelegenheid voor mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt. Aanvullend daarop wil de gemeente Tiel Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) is een ontwikkeling waarin werkgevers bewust aangeven oog te willen hebben voor een goede balans tussen People (mensen), Profit (winst) en Planet (aarde)
2. Wat is Social Return? Het doel van Social Return is om zoveel mogelijk mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt via het aanbestedingsbeleid duurzaam aan het werk te helpen. Social Return houdt in: Het opnemen van sociale voorwaarden, eisen en/of wensen bij de inkoop van diensten, werken en/of leveringen. Dit gebeurt door het maken van afspraken met opdrachtnemers over arbeidsplaatsen, leerwerkplekken en/of stageplekken voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Doelgroep Social Return Gemeenten hebben als doelstelling om mensen met een relatief grote afstand tot de arbeidsmarkt middels haar aanbestedingsbeleid duurzaam aan het werk te krijgen. Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt vormen dus de doelgroep, maar de specifieke betekenis van ‘afstand tot de arbeidsmarkt’ verschilt per gemeente.
Tot de doelgroep voor Social Return behoren werkzoekenden met: • een Bijstandsuitkering Participatiewet/IOAZ/IOAW uitkering via de gemeente (traditionele groep WWB-ers; nieuwe instroom SW en Wajong met arbeidsvermogen;) • WW uitkering (Wet Werkloosheid) • WIA uitkering ( Wet Werk en Inkomen naar arbeidsvermogen) 1
• • • •
Wajong uitkering (Wet Werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten) SW indicatie (Sociale Werkvoorziening) Jongeren zonder Startkwalificatie (VMBO, VSO, Praktijkonderwijs) Leerlingen met een BBL-opleiding (Beroeps Begeleidende Leerweg)
3. Ontwikkelingen rond social return.
Social return. Bij aanbestedingen van diensten en werken wordt gevraagd om 5% van de projectsom dan wel 10% van de loonsom binnen het project te besteden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. In de zg. bouwblokkenmethode worden de inspanningen van de aanbieder op transparante wijze gewaardeerd volgens vooraf vastgestelde blokken. Na de gunning wordt de social return door middel van een plan van aanpak ingevuld en vastgelegd en in een latere fase ook gemonitord. MVO. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) is een ontwikkeling waarin werkgevers bewust aangeven oog te willen hebben voor een goede balans tussen People (mensen), Profit (winst) en Planet (aarde). Er zijn meerdere initiatieven die MVO stimuleren en ondersteunen. Voorbeelden zijn: • In het najaar van 2013 is Samen voor Rivierenland van start gegaan als elfde Samen voorvestiging in Nederland. Vanuit de kernwaarden verbinden,samenwerken en inspireren worden bedrijf & samenleving verbonden. Dat gebeurt op een creatieve, doelgerichte en vernieuwende manier met meerwaarde voor alle betrokken partijen. •PSO: een prestatieladder Socialer Ondernemen, een keurmerk voor sociale ondernemingen op het gebied van mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt. Zie: www.pso-nederland.nl. Werkgeverschap voor de burger met arbeidsbeperking gaat niet alleen maar over volumes. Het gaat vooral ook over motivatie, oftewel: uitdrukkelijk uitkomen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) resp. het uitdrukkelijk nastreven van een inclusieve organisatie. Zoals dat in de Participatiewet staat die gemeenten als (mede-) verantwoordelijke ook moeten uitvoeren. En daarnaast gaat het over een professionele en gecontroleerde uitvoering daarvan in de praktijk waarbij het streven is om een zo laag mogelijke regel- en administratieve druk te hebben. Een goede omgang met de betreffende - vaak kwetsbare - doelgroep is daarnaast een absolute vereiste. Een grondige analyse levert op dat een eenvoudig generiek SROI systeem, waarbij het hebben van een PSO-certificering virtueel inkoop(prijs)voordeel oplevert, volstaat. En ook nog eens het meest goedkoop (lage administratieve en uitvoeringslasten) en pragmatisch is toe te passen. Terwijl voorts het “dwingend karakter” van de certificering door leveranciers kan worden ontlopen. Werkgevers kunnen er zélf voor kiezen het voordeel van het virtuele 2
inkoop voordeel én de mogelijkheid tot ontlopen van de quotum boete naast zich neer te leggen. Daarmee heeft het stelsel een zo min mogelijk dogmatisch karakter . Participatiewet Met de Participatiewet (vanaf 1-1-2015) en de banenafspraak (garantiebanen) uit het Sociaal Akkoord wil de overheid meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk krijgen. Werkgevers worden door middel van deze afspraak en de wet gestimuleerd om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen. In totaal gaat het om 125.000 garantiebanen, namelijk 100.000 banen bij het bedrijfsleven en 25.000 banen bij de overheid (Rijk, gemeenten en provincie). Ook de overheid heeft zich gecommitteerd aan een baangarantie voor arbeidsgehandicapten van 25.000 extra banen in tien jaar tijd. De doelgroep arbeidsgehandicapten bestaat uit, mensen uit de Participatiewet die geen wettelijk minimumloon kunnen verdienen, SW, Wajong, ID-banen, en WIW-banen. Deze Banenafspraak komt voort uit het Sociaal Akkoord. Social Return en MVO met PSO kunnen een middel zijn om aan de banenafspraak te voldoen, de doelgroepen van de Banenafspraak vallen onder de Social Return doelgroep. Om grip te krijgen op de mogelijkheden om Social Return in te zetten voor de banenafspraak is het verstandig dat overheid en opdrachtnemer met elkaar in overleg te treden. Sectorplannen In het kader van de crisisbestrijding heeft minister Asscher 600 miljoen beschikbaar gesteld aan sectorplannen van werkgevers. Deze verschillende sectorplannen bieden vaak (financiële) mogelijkheden om leerlingen of mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen. Mogelijk dat een sectorplan door opdrachtnemers ook kan worden ingezet in het kader van social return.
4. Tiel, regio, Provincie.
Tiel. In Tiel wordt op basis van het huidige inkoopbeleid al wel social return toegepast. In aanbestedingen is er aandacht voor en wordt het opgenomen. Uitwerking en vormgeving vindt wel plaats met en via het Werkgevers Adviespunt Regio Rivierenland (WAPR). Social return is echter niet volledig verankerd binnen de organisatie. Regio, Werkzaak. Binnen Rivierenland is er in meerdere gemeenten aandacht voor social return. Maar het is in geen van de gemeenten goed verankerd en georganiseerd. Binnen Werkzaak i.o. is een concept voorstel in voorbereiding dat zich enerzijds richt op het invullen van de banenafspraak bij de overheidsorganisaties in Rivierenland. Gedacht wordt aan een Regionaal gemeentelijk Sociaal Accoord. Anderzijds richt dit voorstel zich op het stimuleren van MVO (maatschappelijk verantwoord ondernemen) met PSO certificering. Werkzaak wil dan distributeur zijn van PSO certificeringstrajecten.
3
In deze gedachtegang wordt MVO dan verbonden met de arbeidsmarktregio Rivierenland. Een regio welke zich ook vanuit Participatiewet en Banenafspraak richt op nauwe samenwerking en ontwikkeling met werkgevers. Binnen de regio en Werkzaak functioneert ook het WAPR. Vanuit het takenpakket heeft het WAPR een coördinerende positie voor social return. Het WAPR heeft zicht op en toegang tot de doelgroep mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ook is het Wapr gericht op het ontzorgen van werkgevers. Provincie. De provincie Gelderland is onderverdeeld in 6 arbeidsmarktregio’s. In elk van deze arbeidsmarktregio’s zijn regionale werkgeversservicepunten, die werkgevers breed adviseren en ondersteunen bij arbeidsmarktvraagstukken. Ook voor de invulling bij Social Return afspraken. De gemeenten en provincie in Gelderland die Social Return toepassen bij aanbestedingen spannen zich in om hun opdrachtnemer met een Social Returnverplichting te ontzorgen bij het invullen van de verplichting. Dit betekent niet dat de verantwoordelijkheid voor de invulling van de Social Returnverplichting bij de gemeenten ligt, deze blijft liggen bij de opdrachtnemer. Het houdt in dat de gemeenten (opdrachtgevers) waar mogelijk de opdrachtnemer ondersteunen en faciliteren bij het vinden van de juiste inzet op Social Return. De provincie heeft met de centrumgemeenten van de arbeidsmarktregio's een website ontwikkeld. www.socialreturningelderland.nl Deze website is bedoeld om werkgevers, opdrachtnemers en opdrachtgevers informatie aan te bieden over social return. Provincie en centrumgemeenten stemmen periodiek hun ervaringen met social return af met elkaar. Het gaat daarbij om provinciale aanbestedingen, monitoring op de resultaten van social return, de verschillende vormen van uitvoering, enz.
5. Uitvoering van social return. Uitvoering Beleid valt of staat bij de uitvoering ervan. De uitvoering van social return is onlosmakelijk verbonden met het algemene inkoop- en aanbestedingsproces en de controll daarop. Op dit moment worden er plannen ontwikkeld voor een verdere professionalisering van de inkoopen aanbestedingsfunctie. Afspraken worden vastgelegd in een handboek inkoop en aanbesteding. Hier gaan we alleen in op een aantal specifieke aandachtspunten voor wat betreft social return. Uitgangspunten Bij de uitvoering van social return gelden een aantal algemene uitgangspunten: 1) Draagvlak: o Inkopers en aanbesteders (de opdrachtgevers) moeten het belang inzien van social return en zich bewust zijn van hun taak en rol in het hele proces;
4
Opdrachtnemers moet duidelijk zijn wat het voor hen betekent, wat het van hen vraagt en wat het hen oplevert. 2) Maatwerk: o Elke aanbesteding is anders. Maak gebruik van de creativiteit van de opdrachtnemer en houdt rekening met de omstandigheden; Kijk wat wel kan. 3) Ondersteuning: o Inkopers en aanbesteders willen zo min mogelijk “last” hebben van social return bij het reguliere inkoop en aanbestedingsproces; o de opdrachtnemers willen "ontzorgd" worden van bijvoorbeeld het zoeken naar geschikte kandidaten of de begeleiding op de werkvloer. Het kan ook gaan om het wegnemen van werkgeversrisico’s door o.a. detachering. o
Op een schaal van de gemeente Tiel is het veel gevraagd een projectbureau social return in te richten (analoog aan Amsterdam, Rotterdam, Arnhem, Apeldoorn, etc). Een coördinator social return is een rol die wel van belang lijkt. Deze intervenieert tussen inkoop en aanbesteding enerzijds en invulling van social return anderzijds. De belasting van de coordinator Social Return zal maximaal 16 uur per week zijn, maximaal € 40.000,00 per jaar (kosten moeten worden opgenomen in de perspectievennota). Een coördinator social return heeft de volgende taken: o o
o o
o
het scannen van de inkoopjaarplannen op mogelijkheden voor social return; het adviseren van inkopers en aanbesteders tijdens de verschillende fasen van het inkoop/aanbestedingsproces over de concrete invulling van social return; o bij het opstellen van de contracteisen voor social return; o bij het beoordelen van / meedenken over de invulling van een plan van aanpak; o bij het niet nakomen van afspraken over social return; het coördineren van de contacten met het WAPR over matching, plaatsing en functioneren van kandidaten; het monitoren en evalueren van de uitvoering van social return op twee niveaus: o per inkoop en aanbestedingstraject; o jaarlijks voor alle trajecten samen (rapportage); het (blijven) communiceren over social return met alle betrokken (intern en extern) om draagvlak te verwerven (creëren draagvlak).
De coördinator social return trekt daarbij zo veel mogelijk samen op met de algemene inkoop coördinator en de inkoopadviseur. De coördinator social return is creatief, heeft doorzettingsvermogen, is communicatief vaardig en daadkrachting. Hij heeft voldoende kennis van het werkveld van inkoop- en aanbestedingen (om een goede gesprekspartner te kunnen zijn van opdrachtgevers en opdrachtnemers) en dat van de re-integratie (om een goede gesprekspartner te zijn van het WAPR, de casemanagers, LANDER, etc). Een coördinator social return is noodzakelijk als drijvende kracht en alles met elkaar te verbinden. In de Tielse situatie is het logisch om de externe contacten met werkgevers over de matching van kandidaten bij het WAPR te leggen. Dit ligt in het verlengde van hun huidige taak. 5
Arbeidsmarktregio. Ook in dit document is te lezen dat veel arbeidsmarkt activiteiten regionaal worden uitgevoerd. Werkgeversdienstverlening, Werkzaak, Werkbedrijf, Banenafspraak. Ook de provincie haakt aan op de indeling naar arbeidsmarktregio's. In dit perspectief is het geen onlogische gedachte om te bezien of de coördinatie op social return regionaal bij Werkzaak kan worden georganiseerd. Diverse taken zoals boven beschreven passen bij Wapr andere passen in de verbinding met de gemeenten en andere overheidsorganisaties. Zeker als in de uitvoering van social return de orientatie meer wordt gelegd op maatschappelijk verantwoord ondernemen via PSO certificering wordt zo'n keuze nog makkelijker. De monitoring en controll valt dan namelijk weg.
6. Verschillende vormen Social return kan op verschillende manieren worden vormgegeven en vindt altijd plaats binnen de wettelijke kaders voor inkoop en aanbesteding (algemene beginselen, drempelwaarden voor onderhands en openbaar aanbesteden, etc). Er zijn drie manieren om invulling te geven aan social return: 1) voorkeurspositie 2) selectie- en gunningcriteria 3) contract eis Het is niet zozeer een kwestie van kiezen tussen deze drie vormen. Alle vormen kunnen (al dan niet in combinatie met elkaar) worden ingezet. Wel bestaan er (beargumenteerd) voorkeuren voor en varianten op bepaalde vormen. De in de praktijk meest voorkomende vormen zijn: voorkeurposities en de contracteis. Hieronder een overzicht van de (on)mogelijkheden. 6.1. Voorkeurposities Het verlenen van voorkeursposities kan alleen bij onderhands inkopen en aanbesteden. LANDER1 Omdat de gemeente Tiel (bestuurlijk en financieel) verbonden is via een gemeenschappelijke regeling aan LANDER, kan ze er voor kiezen om een opdracht voor te behouden aan LANDER. Men noemt dit “Quasi inbesteden”. LANDER voert de opdracht uit al dan niet in samenwerking met een (onder)aannemer, dienstverlener of leverancier. In de (Tielse) praktijk wordt de samenwerking met LANDER vaak geregeld via een contracteis. In dat geval wordt de opdracht verleend aan een aannemer, dienstverlener of leverancier waarmee afspraken worden gemaakt om de opdracht in samenwerking met LANDER uit te voeren. 1
We schrijven hier nog Lander vanwege de bekendheid. Per 2016 is Lander onderdeel van de Werkzaak, Dan moet worden gelezen Werkzaak.
6
Het beleid van LANDER is erop gericht mensen zo veel als mogelijk te laten werken in een regulier bedrijf (al dan niet met extra begeleiding). Dit kan zowel via "quasi inbesteden" als via een contracteis worden vormgegeven. We gaan bij onderhandse inkoop en aanbestedingen in de marktverkenningsfase expliciet overwegen een opdracht voor te behouden aan LANDER. Sociaal maatschappelijk ondernemen met PSO Het is bij onderhandse aanbestedingen mogelijk bedrijven uit te nodigen die zich (aantoonbaar) bewezen hebben op het gebied van sociaal maatschappelijk ondernemen. Zo “beloon” je bedrijven die structureel werken met mensen met een (blijvende) afstand tot de arbeidsmarkt. Ook bij (Europese) openbare aanbestedingen is het mogelijk om maximaal 20% van de totale aanneemsom op deze manier onderhands aan te besteden. TNO heeft (samen met andere landelijke partijen) een prestatieladder ontwikkeld voor sociaal maatschappelijk ondernemen (PSO), waarbij bedrijven worden gecertificeerd (aspirant, certificaat trede 1-2-3) en daarmee makkelijker te herkennen zijn als sociale ondernemers. Dit vullen we in door, indien mogelijk, bij onderhandse inkoop en aanbestedingen minimaal één (bij voorkeur regionale) ondernemer uit te nodigen die zich aantoonbaar bewezen heeft op gebied sociaal maatschappelijk ondernemen (bij voorkeur via PSO-certificering).
6.2. Gunning en/of selectiecriteria De inzet van gunning en/of selectie criteria is beperkt vanwege de wettelijke eis dat deze criteria betrekking moeten hebben op de opdracht zelf. Dit is in de praktijk vaak (juridisch) moeilijk hard te maken. BESO (Brabants expertise centrum voor sociaal ondernemen) raad het gebruik van selectie criteria daarom af. Gunningcriteria zijn alleen van toepassing als wordt gekozen voor gunning op basis van economisch meest voordelige inschrijving (EMVI). Potentiële opdrachtnemers maken een “sociale paragraaf” waarin zij aangeven hoe zij invulling willen geven aan social return. Hieraan worden punten toegekend op basis van vooraf opgestelde criteria. Vooraf is tevens bepaald voor welk % deze punten meetellen in de totaalbeoordeling. De opdracht wordt verleend aan de aanbieder met de meeste punten. BESO adviseert om alleen te werken met gunningcriteria als de markt veel ervaring heeft met social return en de verwachting bestaat dat opdrachtnemers met goede ideeën kunnen en zullen inbrengen.
6.3. De contracteis Het percentage Veel gemeenten verplichten opdrachtnemers om boven een bepaald drempelbedrag minimaal 5% van de totale aanneemsom te besteden aan social return. Bij kapitaalintensieve opdrachten neemt men minimaal 7% tot 7,5% van de loonsom. Ook het rijk hanteert het percentage van 5%. Uit onderzoek is gebleken dat dit NIET prijsopdrijvend werkt. 7
Het gaat om een minimumpercentage, het kan dus ook meer zijn. De gemeente Rotterdam werkt met percentages van 5% tot 50%. Ook in de Tielse praktijk worden er bij onderhandse aanbestedingen afspraken gemaakt met bedrijven die boven de 5% liggen. Niet in alle gevallen is het mogelijk om een opdrachtnemer te verplichten om meer dan 5% in te zetten voor social return. Dit kan in strijd zijn met het proportionaliteitsbeginsel. Gezien haar sterke regionale marktpositie ligt het afbreukrisico op dit punt voor de gemeente Rotterdam (veel) lager dan voor een gemeente van de omvang van Tiel. Per bedrijfstak is de ervaring met en de bereidheid tot het inzetten van social return verschillend. Drempelbedrag De drempelbedragen verschillen behoorlijk per gemeente. De meeste gemeenten hanteren echter de drempel voor Europees Aanbesteden voor Leveringen en Diensten welke per 0101-2015 is vastgesteld op € 207.000,00. De hoogte van het drempelbedrag wordt bepaald door: 1) de ervaring met social return; 2) het ambitieniveau van de gemeente; 3) de professionaliteit van de uitvoeringsorganisatie. Boven het drempelbedrag is social return bij inkoop en aanbesteding verplicht. Onder het drempelbedrag kunnen opdrachtgevers: o op eigen initiatief social return als verplichting opnemen in hun inkoop- en aanbestedingstrajecten; o opdrachtnemers vragen om op vrijwillige basis invulling te geven aan social return. Invulling Het is de verantwoordelijkheid van de opdrachtnemer om de 5% op een goede manier in te vullen. De gemeente beoordeelt het plan van aanpak en/of helpt om deze mee op/bij te stellen. Er kunnen (vooraf) eisen worden meegegeven over de in te zetten doelgroep en welke kosten wel / niet aan de 5% mogen worden toegerekend (nader uit te werken in standaard bestekvoorwaarden). Het is van groot belang de afspraken zo SMART mogelijk te maken, opdat er later geen discussie over kan ontstaan. Als het niet mogelijk is om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in te zetten bij het uitvoeren van de opdracht zijn er misschien andere mogelijkheden om vorm te geven aan social return. Wellicht is het voor de opdrachtnemer mogelijk om social return in te zetten bij een andere opdracht. Bij leveringen kunnen er bijvoorbeeld ketenafspraken worden gemaakt. Kunnen toeleveranciers invulling geven aan social return? Dat laatste geldt ook voor de aanbestedingsstrategie van de opdrachtgever. Door bundeling van opdrachten (over afdelingen heen) is het gemakkelijker om invulling te geven aan de 5% norm. Voor leveringen, diensten of werken met een totale waarde van meer dan het Europese drempelbedrag voor Leveringen en Diensten gaan we 5% van de aanneemsom inzetten voor social return.
8
Organisatiebreed is er nog weinig ervaring met social return en de uitvoeringsorganisatie is nog onvoldoende professioneel. Na 2 jaar kan het drempelbedrag wellicht verantwoord lager worden vastgesteld. Bij een hoger drempelbedrag laten we teveel kansen liggen De Bouwblokkenmethode kenmerkt zich in een maatwerkstructuur met een transparante waardebepaling. De ondernemer kan ZELF, in samenspraak met de gemeente, de verschillende Social Return inspanningen combineren in een voor hem OPTIMALE mix. De opdrachtnemer weet vooraf welke waarde aan de inspanningen worden toegekend. Door deze vorm van maatwerk te bieden kan een opdrachtgever Social Return veel beter inpassen in zijn/haar bedrijfsvoering (realiseren van economisch en sociaal rendement). Meetmethode op basis van het 5% model boven de drempelwaarde: Kenmerkend voor de gekozen aanpak is een structuur van maatwerk en bouwblokken. Hierbij wordt de inzet op SROI gewaardeerd op basis van de afstand tot de arbeidsmarkt die de kandidaat heeft in combinatie met de inspanning die de werkgever moet leveren om de kandidaat naar werk te begeleiden (zie onderstaand tabel). Soort en evt. duur van de uitkering < 2 jaar in WWB (Bijstand) > 2 jaar in WWB (Bijstand) < 1 jaar in WW (Werkloosheidsuitkering) > 1 jaar in WW (Werkloosheidsuitkering) WIA/WAO (Arbeidsongeschiktheidsuitkering) Wajong (Voorziening Jong-gehandicapte) Leerling BBL (Beroepsbegeleidende Leerweg) Leerling BOL (Beroepsopleidende Leerweg) WSW (Wet Sociale Werkvoorziening detachering, diensten) Overige Social Return trajecten
Waarde Social Return inspanning (op basis van een jaarcontract fulltime) € 30.000,= € 35.000,= € 10.000,= € 15.000,= € 30.000,= € 35.000,= € 10.000,= € 5.000,= Betaalde rekeningen aan SW-bedrijf € 1.500,= per dagdeel van 4 uur
De opdrachtnemer / ondernemer kan zelf de verschillende Social Return-inspanningen combineren in een optimale mix, passend bij de bedrijfsvoering. Een voorbeeld: de gefactureerde omzet binnen de opdracht is bijvoorbeeld € 300.000,=. 5 % hiervan is € 15.000,=. De opdrachtnemer kan voor dit bedrag een < 2 jaar WWB-er voor een half jaar aan het werk zetten of een > 1 jaar WW-er één jaar aan het werk zetten om te voldoen aan de Social Return-verplichting binnen de overeenkomst.
Coördinator social return. Voor een gemeente als Tiel gaat het naar inschatting om ongeveer 16 uur per week. De kosten hiervoor zijn +/- € 40.000,- per jaar (= salariskosten inclusief overhead). Elke uitplaatsing (voor één jaar) levert de gemeente zo’n € 15.000,- op . Het plaatsen van ongeveer 2,5 mensen met een WWB uitkering voor één jaar is dus al voldoende om de extra kosten te compenseren. 9
In de Tielse situatie is het logisch om de externe contacten met werkgevers neer te leggen bij het WAPR. Onlangs is het takenpakket van het WAPR uitgebreid en behoort het matchen van kandidaten uit de verschillende doelgroepen daarbij. Om hier uitvoering aan te geven stellen we een coordinator social return aan voor maximaal 16 uur per week en brengen deze taak onder bij het WAPR. Een coördinator social return is noodzakelijk als drijvende kracht en alles met elkaar te verbinden. In de Tielse situatie is het logisch om de externe contacten met werkgevers over de matching van kandidaten bij het WAPR te leggen. Dit ligt in het verlengde van hun huidige taak.
Sancties Goede monitoring van afspraken, dossieropbouw en tussentijdse communicatie met opdrachtnemers moet voorkomen dat afspraken niet worden nagekomen. In elk contract wordt een boeteclausule opgenomen voor het niet nakomen van afspraken over social return. In Amsterdam werkt men met een boete van 2 x het geldbedrag dat staat voor de 5% (= 10 % van de aanneemsom). De boete moet hoog genoeg zijn om een prikkel te geven de afspraken daadwerkelijk uit te voeren. Voorkomen moet worden dat opdrachtnemers social return willen afkopen. De boeteclausule is een noodmaatregel. Beter is het om te kijken of de opdrachtnemer alsnog aan zijn verplichting kan voldoen. Als dat niet lukt, kan het contract ook ontbonden worden. De opdrachtnemer heeft immers niet aan zijn contractverplichtingen voldaan. De rest van de opdracht wordt aan een ander gegund met wie opnieuw afspraken worden gemaakt over social return. 7. Monitoring en evaluatie De raad en het college worden jaarlijks via de jaarrekening (paragraaf bedrijfvoering) op de hoogte gehouden van de resultaten op gebied van social return. In ieder geval wordt in beeld gebracht: 1) Het aantal en % aanbestedingen met en zonder social return naar soort aanbesteding (leveringen, diensten en werken); 2) Het aantal en % aanbestedingen met social return naar aanbestedingsvorm (quasi inbesteden / contracteis); 3) De totale potentiële, gerealiseerde en ingevulde omzet van social return uitgedrukt in euro’s; 4) Het aantal personen dat geplaatst is: o naar doelgroep (soort uitkering); o naar plaatsingsduur (korter of langer dan 6 maanden); o naar soort plaatsing (leerwerkplek, stage, detachering, etc); 5) Het aantal personen dat duurzaam is uitgestroomd en de opbrengst daarvan in euro’s; 6) De kosten voor de uitvoering van social return in euro’s (coördinatie, WAPR, etc). Daarnaast is het belangrijk om de ervaringen van alle direct betrokkenen zoals de inkopers en aanbesteders, de opdrachtnemers, de coördinator social return, de inkoopcoördinator, de geplaatste kandidaten, het WAPR en anderen jaarlijks te bespreken. 10
Randvoorwaarde Het maken van de jaarlijkse rapportages over social return is alleen mogelijk als het algemene inkoop en aanbestedingsproces en de control daarop goed is georganiseerd. Zonder een sluitende administratie / registratie van gegevens kunnen er geen analyses gemaakt worden. De coördinator social return maakt ieder jaar een rapportage social return voor wat betreft de effectiviteit (kwantitatief) en bespreek jaarlijks het uitvoeringsproces met alle betrokkenen (kwalitatief). Het social return beleid evalueren we na 2 jaar.
11
Verschoningsverzoek Inkooptrajecten 2014. Inleiding Bij de gedurende het boekjaar 2014 uitgevoerde interne controles en bij de controle van de jaarrekening is gebleken dat zich enkele onrechtmatigheden hebben voorgedaan. Deze zijn zodanig van aard dat zij voorafgaand aan de vaststelling van de jaarrekening kunnen worden hersteld als de raad daarvoor een zogenaamd verschoningsbesluit neemt. Onder verschoning wordt verstaan ‘het achteraf beoordelen en accorderen van een handeling door de raad’. De recapitulatie van de alsnog te accorderen handelingen voor het te nemen verschoningsbesluit zal worden opgenomen in de paragraaf rechtmatigheid in het jaarverslag. Het gevolg van het nu te nemen besluit is dat de accountant een goedkeurende verklaring kan afgeven over de rechtmatigheid van het gemeentelijk handelen in 2014. Een en ander gebeurt mede in overleg met de accountant. Het besluit dient te worden genomen in de raadsvergadering voorafgaand aan het vaststellen van de jaarrekening door de raad wordt vastgesteld. Ook in voorgaande jaren zijn dit soort onrechtmatigheden geconstateerd. De accountant heeft daar ook over gerapporteerd in zijn advies over de jaarrekeningen 2012 en 2013. Het doel is het aantal onrechtmatigheden zoveel mogelijk te voorkomen, echter zijn er situaties waarin er gekozen moet worden voor een snelle oplossing waarin wel eens voorbij wordt gegaan aan het eigen beleid.
Beoogd effect van het besluit Middels verschoning van de onrechtmatige handelingen/uitgaven worden deze alsnog rechtmatig en tellen niet mee voor de strekking van het accountantsoordeel.
Uitvoering van het besluit Na vaststelling in de raad zal de paragraaf rechtmatigheid opgenomen worden in de Jaarrekening 2014.
Argumenten Het verschoningsbesluit richt zich op onrechtmatige handelingen die aan het licht zijn gekomen bij de ingestelde interne èn accountantsonderzoeken naar de werking en uitvoering van de belangrijkste gemeentelijke werkprocessen. Naar aanleiding van de uitgevoerde onderzoeken in 2014 naar de belangrijkste gemeentelijke processen en de accountantscontrole wordt verschoning gevraagd voor de constatering dat niet alle inkoopopdrachten en contracten conform het vigerende inkoop- en aanbestedingsbeleid zijn uitgevoerd. Het betreft hier opdrachten/verstrekkingen waarbij de interne inkoop- en aanbestedingsrichtlijnen niet of onvoldoende zijn gehanteerd voor in totaal € 5.440.220,89 (18,37%). Het totaal aan beïnvloedbare uitgaven in 2014 is € 29.613.713,73 (100%). Het grootste deel van deze kosten, €3.609.543,12 (12,19%) betreffen inkopen die zijn gedaan t.b.v. inhuur derden en advisering. Deze kosten vallen onder de zgn. B2 diensten waarvoor een mild Europeesbeleid geldt. De overige € 1.830.677,77. Is onderverdeeld in € 1.565.695,90.67 (5,29%) voor ICT, € 100.811,25 (0,34%) Vervoer (water) en € 164.170,62 (0,55%) Bouw.
Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering Portefeuillehouder Begrotingsprogramma Onderwerp
22 april 2015 Hans Beenakker 1 Dienstverleningsovereenkomst toezicht en handhaving
Besluit om: 1. Geen wensen en bedenkingen kenbaar te maken op het voornemen van het college om over te gaan tot ondertekening van de bijgevoegde Dienstverleningsovereenkomst toezicht en handhaving.
Inleiding Vorig jaar heeft de gemeente Tiel met de Avri een Dienstverleningsovereenkomst (verder: DVO) afgesloten voor het leveren van toezicht en handhaving. Dit betrof de werkzaamheden die het voormalige bureau Toezicht en Handhaving uitvoerde. Voortvloeiend uit de DVO en conform toezeggingen aan uw raad (d.d. 18 december 2013) is de vorige DVO aangepast. De afspraken in de nieuwe DVO zijn gericht op de gewenste inzet en output. Hiervoor zijn de ervaringen van 2014 gebruikt.
Beoogd effect Het college beoogt met deze nieuwe DVO het realiseren van beleidsdoelstellingen door middel van toezicht en handhaving op de beleidsterreinen veiligheid, Algemene plaatselijke verordening en overige gemeentelijke verordeningen, evenementen, hondenbeleid, Drank- en Horecawet en parkeren.
Argumenten 1.1 Er zijn concrete afspraken gemaakt binnen de genoemde beleidsterreinen De nieuwe DVO heeft een expliciete koppeling met de beleidsterreinen veiligheid, Algemene plaatselijke verordening en overige gemeentelijke verordeningen, evenementen, hondenbeleid, Drank- en Horecawet en parkeren. Door de koppeling aan de beleidsdocumenten en de concrete afspraken die hierover zijn gemaakt, wordt toezicht en handhaving gericht ingezet op het realiseren van beleidsdoelstellingen. 1.2 Er wordt gestuurd op output De nieuwe DVO bevat afspraken die gericht zijn op output. De afspraken zijn zoveel mogelijk SMART geformuleerd en zijn zowel gericht op de medewerkers als de werkzaamheden. De gemeente laat hiermee los dat er enkel afspraken worden gemaakt op uren of hoeveelheid processen-verbaal of naheffingen. Toezicht en handhaving worden gericht ingezet als middel om beleidsdoelstellingen te realiseren. 1.3 Outputgerichte afspraken geven de mogelijkheid de inzet te toetsen Gebleken is dat de gemeente niet kon controleren wat er tijdens gedraaide uren werd gedaan. Er is dus nu gekozen om outputgerichte afspraken met elkaar te maken. De afspraken zijn zo opgesteld dat gedurende een jaar en na afloop van een jaar deze afspraken kunnen worden getoetst. 1.4 Outputgerichte afspraken geven de mogelijkheid om te sturen De outputgerichte afspraken en de verantwoording die Avri hierover aflegt geven de mogelijkheid aan het college dan wel uw raad om hierop te sturen. Avri kan worden aangesproken op het niet behalen van afspraken, maar buiten dat ontstaat er nu ook meer inzicht in resultaten binnen de beleidsterreinen. Deze inzichten kunnen leiden tot andere keuzes. Binnen de DVO is overigens ruimte gelaten voor tussentijdse andere (bestuurlijke) prioriteitstelling.
Pagina 1 van 2
Kanttekeningen 1.1 Gebleken is dat niet alle beleidsdoelstellingen meetbaar zijn Tijdens het opstellen van de afspraken in de DVO toezicht en handhaving is gebleken dat in het verleden niet alle beleidsdoelstellingen meetbaar zijn gemaakt. Daar waar dit niet het geval is, is afgesproken om dat het komende jaar gezamenlijk te onderzoeken. Dit zal dan betekenen dat hierover concrete afspraken in het volgende DVO terug zullen komen.
Aanpak / uitvoering Na ondertekening van deze DVO zal er worden gewerkt conform de afspraken die hieruit voortvloeien. De uitvoering hiervan wordt door zowel de gemeente Tiel als de Avri bewaakt. Daartoe hebben beide partijen een contractmanager aangewezen. Deze personen bewaken de algemene voortgang van de rechten en verplichtingen die uit de overeenkomst voortvloeien. De beleidsmedewerkers op de verschillende beleidsterreinen blijven verantwoordelijkheid voor de inhoud van hun beleid. Zij werken binnen de afspraken zoals die in de DVO zijn opgenomen en hebben daartoe direct contact met contactpersonen binnen de Avri.
Communicatie De DVO is opgesteld in samenwerking met de Avri en de beleidsmedewerkers van de verschillende onderwerpen. Indien uw raad geen wensen en/of bedenkingen heeft, zal worden overgegaan tot ondertekening van deze DVO. Er zal verder geen extra communicatie hierover plaatsvinden.
Financiën Voor de uitvoering van de taken door Avri is een bedrag van € 967.237,00 beschikbaar. Dit bedrag wordt ook benoemd in de DVO.
Bijlage(n) Dienstverleningsovereenkomst toezicht en handhaving
Burgemeester en wethouders van Tiel, de secretaris, de burgemeester,
Advies commissie(s) d.d.:
Tiel, d.d. de commissiegriffier,
Beslissing raad d.d.: de griffier,
Meer informatie: Team: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Publiekszaken David Volmer 637269 [email protected] Pagina 2 van 2
Raadsbesluit Gelezen het voorstel van het college van B&W aan de raad van 10 maart 2015
Onderwerp: Dienstverleningsovereenkomst toezicht en handhaving
Nummer:
Wettelijke grondslag: -
Besloten in de raadsvergadering van: 22 april 2015
Besluit om: Geen wensen en bedenkingen kenbaar te maken op het voornemen van het College om over te gaan tot ondertekening van de bijgevoegde Dienstverleningsovereenkomst toezicht en handhaving.
De griffier,
de voorzitter,
Pagina 1 van 1
GemeenteTiel
DIENSTVERLENINGSOVEREENKOMST TUSSEN GEMEENTE TIEL EN REGIO RIVIERENLAND / AVRI INZAKE DE UITVOERING VAN WERKZAAMHEDEN OP HET TERREIN VAN TOEZICHT- EN HANDHAVING
De ondergetekenden: De publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Tiel, gevestigd te Tiel, voor deze overeenkomst op grond van artikel 171 van de Gemeentewet vertegenwoordigd door de burgemeester, de heer J. Beenakker, handelend ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2013, nummer 3.11 en het daarop gebaseerde besluit van de gemeenteraad van 18 december 2013, verder te noemen “de opdrachtgever”; en De publiekrechtelijke rechtspersoon Regio Rivierenland, gevestigd te Tiel, als zijnde de rechtspersoon van Avri, gevestigd te Geldermalsen, hiervoor rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer E.J. de Vries, in zijn functie van directeur van Avri, verder te noemen "de opdrachtnemer"; hierna gezamenlijk te noemen: “partijen”; overwegende dat: 1. partijen op 27 februari 2014 een Raamovereenkomst hebben gesloten betreffende het door de opdrachtnemer in opdracht van de opdrachtgever verrichten van werkzaamheden op het terrein van toezicht en handhaving - zoals die bij het aangaan van de overeenkomst werden uitgevoerd door Bureau Toezicht en Handhaving van de opdrachtgever - binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Tiel, hierna ook aan te duiden met “de Raamovereenkomst”; 2. deze Dienstverleningsovereenkomst (hierna ook aan te duiden met “DVO”) een dienstverleningsovereenkomst is als bedoeld in artikel 20 van de Raamovereenkomst; verklaren het navolgende te zijn overeengekomen: Artikel 1: Verhouding Raamovereenkomst en deze DVO 1.1 Het bepaalde in de Raamovereenkomst, inclusief de begripsomschrijvingen, is onverkort van toepassing op deze DVO. 1.2 Voor zover enige bepaling van de Raamovereenkomst en deze DVO en/of de bijlage daarbij met elkaar in tegenspraak zijn, prevaleert het bepaalde in de Raamovereenkomst.
1
GemeenteTiel
1.3 Onder deze DVO wordt verstaan de onderhavige DVO, met de daarbij behorende bijlage, inclusief na ondertekening overeengekomen schriftelijk vastgelegde wijzigingen. De bijlage maakt onverbrekelijk deel uit van deze DVO. Artikel 2: Door Avri uit te voeren werkzaamheden 2.1 Deze DVO heeft betrekking op het verrichten van toezicht- en handhavingswerkzaamheden binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Tiel door de opdrachtnemer in opdracht van de opdrachtgever. 2.2 Een specifieke omschrijving van de uit hoofde van deze DVO te verrichten werkzaamheden is als bijlage aan deze overeenkomst gehecht. 2.3 Bij het verrichten van bij deze DVO overeengekomen werkzaamheden zijn de uitvoeringssystematiek (niet zijnde bedrijfsvoering), het beleid, de regelgeving en de outputgerichte afspraken van de opdrachtgever zoals overeengekomen in de bijlage van toepassing. Artikel 3: Duur 3.1 Deze DVO is aangegaan voor onbepaalde tijd, met ingang van 1 maart 2014, maar eindigt bij het einde van de Raamovereenkomst. 3.2 Jaarlijks, na vaststelling van de gemeentelijke begroting en mitsdien tijdig voor het begin van een nieuw kalenderjaar, zal deze DVO in onderlinge overeenstemming tussen partijen worden aangepast. Deze aangepaste DVO geldt alsdan vanaf 1 januari van het nieuwe kalenderjaar. Artikel 4: Uitvoeringskosten; bestaande contracten met derden In de bijlage is opgenomen tegen welk budget de opdrachtnemer de werkzaamheden als bedoeld in artikel 2.2 uit zal voeren. Artikel 5: Verrekening werkzaamheden uit deze overeenkomst 5.1 De opdrachtnemer stuurt maandelijks aan de opdrachtgever een nota ten behoeve van een voorschot op de vergoeding voor de werkzaamheden die voortvloeien uit deze overeenkomst. De opdrachtgever draagt zorg voor tijdige betaling van deze nota. 5.2 De opdrachtnemer zal zorg dragen voor de volgende rapportages: •
uiterlijk de 7e werkdag van een maand zal een managementrapportage over de voortgang van de werkzaamheden gedurende de voorafgaande maand aan de opdrachtgever worden gezonden;
2
GemeenteTiel •
e
uiterlijk de 7 werkdag van april en september zal een rapportage worden ingediend bij de opdrachtgever waarbij in ieder geval ook de realisatiecijfers zullen worden afgezet tegen de werkzaamheden en het budget; • uiterlijk 5 februari dient de afrekening over het voorafgaande jaar bij de opdrachtgever te zijn ingediend; • de opdrachtnemer is gehouden desgevraagd informatie te verstrekken naar aanleiding van verzoeken in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur, voor de beantwoording van vragen van burgers of in het geval van (onverhoopte) klachten.
Met betrekking tot de voorbereiding van de begroting wordt het volgende afgesproken: •
indien de opdrachtnemer en/of de opdrachtgever voorstellen wensen te doen met budgettaire consequenties die verwerkt moeten worden in de begroting van de opdrachtgever dient een in afstemming gemaakt voorstel daartoe te worden ingediend vóór 1 april van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar.
Artikel 6: Informatieplicht 6.1 Opdrachtgever draagt zorg dat beleid en regelgeving dat betrekking heeft op deze DVO bij de opdrachtnemer bekend wordt gemaakt. 6.2 Opdrachtgever draagt zorg dat alle toekomstige beleidsdocumenten en communicatie die van invloed zijn op deze DVO of waarin opdrachtnemer genoemd wordt vooraf worden afgestemd met de opdrachtnemer. Artikel 7: Bijlagen Bij deze DVO behoort de daarmee onverbrekelijk verbonden en daarvan deel uitmakende bijlage “Door de opdrachtnemer uit te voeren werkzaamheden en daaraan te stellen voorwaarden”.
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend te Tiel, op ….…….. 2015,
De gemeente Tiel, de burgemeester,
Regio Rivierenland, gemachtigde, directeur Avri,
Ir. J. Beenakker
E.J. de Vries
3
GemeenteTiel
BIJLAGE
DOOR DE OPDRACHTNEMER UIT TE VOEREN WERKZAAMHEDEN EN DAARAAN TE STELLEN VOORWAARDEN
4
GemeenteTiel
1. Inleiding Het af te spreken en in de DVO opgenomen totaalbudget is kaderstellend, dat wil zeggen het is een maximum bedrag voor de uitvoering van alle werkzaamheden. Omdat het qua kosten uitmaakt of uren overdag, ’s avonds/’s nachts, in weekenden of tijdens feestdagen worden gemaakt. Deze DVO is gericht op output, dat wil zeggen dat de opdrachtnemer bepaalde afspraken dient na te komen en niet vooraf per taak uren toebedeelt krijgt. In de verantwoording achteraf zal de opdrachtnemer aangeven hoe de uren daadwerkelijk per thema zijn besteed. In paragraaf 3 worden de kwaliteitseisen en algemene werkzaamheden benoemd. In paragraaf 4 staan de door de opdrachtnemer uit te voeren (structurele, incidentele en ondersteunende) werkzaamheden beschreven.
2. Budgettair kader De opdrachtnemer ontvangt voor de uitvoering van alle overeengekomen werkzaamheden een bedrag van € 967.237,00.
3. Kwaliteitseisen en algemene werkzaamheden 3.1 Competenties medewerkers De medewerkers die handhavende werkzaamheden uitvoeren – met uitzondering van stagiaires – dienen te voldoen aan het gestelde in artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering. Deze medewerkers moeten daarom ook voldoen aan de eisen en competenties zoals benoemd in het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar (besluit van 11 november 1994) en het daaruit voortkomende beleid zoals onder andere beschreven in de circulaire Buitengewoon Opsporingsambtenaar d.d. 10 januari 2011 met kenmerk 5679441/10 van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, recentelijk gewijzigd op 12-12-2014. Alle medewerkers moeten communicatief vaardig en representatief zijn. Dit betekent in ieder geval een goede beheersing van de Nederlandse taal (in woord en geschrift) en herkenbaar gekleed als handhaver van de gemeente. Medewerkers moeten een professionele houding uitstralen en een daarbij behorend gedrag laten zien.
3.2 Wijze van toezicht houden en handhaven De opdrachtnemer voert toezicht en handhaving minimaal conform de beleidsdoelstellingen van de opdrachtgever uit. De wijze waarop de werkzaamheden plaatsvinden, dient conform het handhavingsbeleid van de opdrachtgever te zijn.
5
GemeenteTiel Daarnaast zijn de medewerkers het ‘visitekaartje’ van de opdrachtgever en zij dienen zich dan ook als zodanig te gedragen. Met name een vriendelijke en correcte bejegening van burgers is van belang. De medewerkers zijn ook de ‘ogen en oren’ van de opdrachtgever en andere overheidsinstanties (zoals de politie). Dat wil zeggen zij alert moeten zijn, ook op zaken die niet direct tot de werkzaamheden behoren, maar waarvan melding aan een contactpersoon van belang kan zijn – op welke manier dan ook – voor de opdrachtgever of die instanties. De medewerkers dienen van elke vorm van toezicht of handhaving een rapportage op te maken. Indien er sprake is van een specifieke opdracht van een verantwoordelijke beleidsmedewerker van een van de genoemde thema's van de opdrachtgever dient de rapportage aan deze persoon te worden verzonden. Indien er geen sprake is van een specifieke opdracht dient de rapportage in het systeem van opdrachtnemer te worden verwerkt. Een rapportage bevat in ieder geval: • Datum van de werkzaamheden • Tijd(svak) van de werkzaamheden • Plaats van de werkzaamheden • Naam van de medewerker • Een beschrijving van het geconstateerde (zoveel mogelijk feitelijke waarnemingen) • Indien gevraagd foto's van de situatie
3.3 Integraal werken Er vindt geen specialistische taakuitvoering op deelterreinen plaats, met uitzondering van toezicht en handhaving met betrekking tot de Drank- en Horecawet. De medewerkers werken integraal, zij “kijken meervoudig” en hebben een oog– en oorfunctie ten aanzien van alle werkzaamheden en zo mogelijk ook van aanpalende werkgebieden.
3.4 Flexibele inzet Als de omstandigheden daarom vragen wordt een flexibele inzet verwacht, aansluitend bij de actuele behoeften van de gemeente. Dit kan voortkomen uit bijvoorbeeld bestuurlijke prioriteit. In overleg kan tot een andere inzet worden besloten. Dit zal gebeuren binnen het bestaande budget, tenzij expliciet en schriftelijk anders is overeengekomen.
3.5 Wijze van aansturing In spoedeisende gevallen kan de opdrachtgever direct betrokken medewerkers van de opdrachtnemer aansturen. In deze gevallen stelt de opdrachtgever de teamleider van de opdrachtnemer zo spoedig mogelijk in kennis. In alle overige gevallen stuurt de opdrachtnemer de medewerkers aan. Verder dient de opdrachtnemer voor onvoorziene gevallen 24 uur per dag en 7 dagen in de week bereikbaar te zijn.
6
GemeenteTiel
3.6 Huisvesting De werkzaamheden zullen worden uitgevoerd vanuit een uitvalsbasis binnen de gemeente. Deze uitvalsbasis betreft de Werf. Voorts kunnen de medewerkers gebruik maken van een verblijfsruimte en toiletgelegenheid van de opdrachtgever.
3.7 Bezwaar- en beroepprocedures De opdrachtgever blijft verantwoordelijk voor de behandeling van bezwaar- en beroepsschriften waarvoor zij bevoegd gezag is in relatie tot de werkzaamheden die in deze overeenkomst worden geregeld. Opdrachtnemer dient in het geval van een bezwaar- en of beroepsprocedure zorg te dragen voor het aanleveren van relevante gegevens, waaronder in ieder geval worden gerekend de gegevens van de betreffende naheffing of proces-verbaal en de gemaakte foto’s. Indien noodzakelijk dient een betrokken medewerker aanwezig te zijn bij een bezwaar- en/of beroepszitting.
3.8 Contractmanagers Partijen wijzen contractmanagers aan die bij uitvoering van de overeenkomst optreden als aanspreekpunt. Deze contractmanagers voeren zo vaak als nodig, doch minimaal één keer per kwartaal, overleg over de voortgang van de dienstverlening en de inhoud en werking van de in en krachtens deze overeenkomst gestelde rechten en verplichtingen. Opdrachtnemer is verantwoordelijk dat alle opdrachten van (beleidsmedewerkers van) de opdrachtgever vallen binnen de in paragraaf 4 beschreven werkzaamheden. Indien de opdrachtnemer constateert dat een opdracht niet binnen deze werkzaamheden valt, dan wordt daarover afstemming gezocht tussen de contractmanagers.
3.9 Naleving afspraken Naleving van de afspraken voortkomend uit de raam- en dienstverleningsovereenkomst worden gecontroleerd aan de hand van de geleverde rapportages als genoemd in artikel 5.2 van de DVO. Teneinde de managementinformatie te kunnen controleren kan onderzoek worden uitgevoerd door de opdrachtgever. De opdrachtnemer dient alle medewerking te verlenen aan dit vooraangekondigde onderzoek. Partijen zullen bij het vaststellen van de werkzaamheden en bekend maken van de resultaten daarop mede gebruik maken van informatie en bevindingen van samenwerkingspartners.
7
GemeenteTiel
3.10 Managementrapportages De managementrapportages als genoemd in artikel 5.2 van de DVO omvatten in ieder geval de volgende informatie: Maandelijks: • Het aantal ontvangen meldingen/klachten per thema en ingestelde controles naar aanleiding hiervan • Het aantal klachten met betrekking tot de (wijze van) uitvoering van de toezicht- en handhavingswerkzaamheden en het gedrag van de medewerkers • De bevindingen over (probleem)locaties per thema • Het aantal opgemaakt processen-verbaal per thema • Het aantal uitgedeelde waarschuwingen per thema • Het aantal opgemaakte fiscale naheffingen en het totaalbedrag dat hiermee gemoeid is • Het aantal uren per thema Rapportages van april en september: • Gelijk aan de maandelijkse managementrapportages aangevuld met een uitgebreid overzicht van de stand van zaken ten opzichte van de werkzaamheden als genoemd in paragraaf 4.
4. Door de opdrachtnemer uit te voeren werkzaamheden 4.1 Structurele en incidentele werkzaamheden Voor de structurele en incidentele werkzaamheden worden volgende thema's onderscheiden: 4.1.1 Veiligheid 4.1.2 Algemene plaatselijke verordening (Apv) en overige gemeentelijke verordeningen 4.1.3 Evenementen 4.1.4 Hondenbeleid 4.1.5 Drank- en Horecawet 4.1.6 Parkeren In de volgende subparagrafen zal nader op de thema's worden ingegaan en worden de werkzaamheden benoemd die jaarlijks dienen te worden uitgevoerd. Handhaving is geen doel op zich, maar één van de middelen om beleidsdoelen te verwezenlijken. Daarom is aangehaakt bij bestaande wetten of beleidsdocumenten van de opdrachtgever.
8
GemeenteTiel 4.1.1 Veiligheid Toezicht en handhaving maakt integraal onderdeel uit van het meerjarenplan veiligheid van de opdrachtgever. Doel van toezicht en handhaving binnen dit thema betreft het bevorderen van de veiligheid in de gemeente Tiel. Hiervoor worden in ieder geval de onderstaande werkzaamheden uitgevoerd: •
•
•
• •
• •
• • • • •
•
Deelnemen aan (en voorbereiding op) de overleggen van het Veilger Wijkteam (VWT), Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) en de wijk-, dorp- en buurtgesprekken door een senior handhaver; Tevens deelnemen aan de hieruit voortkomende projecten. Signaleren onveilige plekken en (probleem)situaties, overtredingen, misdrijven en overlast; Hiervan schriftelijk melding maken bij het secretariaat van het VWT indien er sprake is van meervoudige problematiek. Signaleren van misstanden op het gebied van groen (onderhoud), reiniging, bekladding (graffiti) en/of onderhoud aan wegen binnen de gemeente Tiel en hiervan melding maken bij de Bel- en herstellijn. Signaleren van drugsoverlast en drugshandel en de aanpak hiervan actief afstemmen met de politie. Wekelijks bezoeken van alle hotspots waar jeugd samenkomt en alle jongerenontmoetingsplaatsen; Van deze bezoeken maakt opdrachtnemer een rapportage met gegevens tot persoonsniveau en stuurt deze aan de opdrachtgever. Opdrachtnemer biedt huisvesting aan de straatcoaches en stemt haar werkzaamheden af met de straatcoaches. Alle woonwagenlocaties worden twee keer per jaar bezocht en gecontroleerd op de werkzaamheden genoemd onder thema 2 (Algemene plaatselijke verordening en overige gemeentelijke verordeningen). Assisteren van de politie indien hiertoe een verzoek wordt gedaan en met goedkeuring van de opdrachtgever. Indien gevraagd assisteren van de opdrachtgever bijvoorbeeld ten behoeve van gewelddreiging bij de gemeenteraad, het bestuur of ambtenaren. In de laatste 2 weken van het jaar is er toezicht op afsteken van vuurwerk. Op 31 december is extra aandacht voor afsteken van vuurwerk voor 18.00 uur. Toezichthouders zijn in de laatste 2 weken van het jaar alert op rondslingerende brandbare materialen. Als het op de openbare weg is, zorgen zij dat dit verwijderd wordt. Als het in voortuinen van particulieren is, verzoeken zij dit op te ruimen. Als geen medewerking wordt verleend dan reiken zij aanzegging preventieve bestuursdwang uit en dragen over aan gemeente. Uitgangspunt is dat er in geval van strafbare feiten waarbij medewerkers betrokken zijn of weet van hebben altijd aangifte wordt gedaan.
9
GemeenteTiel 4.1.2 Algemene plaatselijke verordening (Apv) en overige gemeentelijke verordeningen Doel van toezicht en handhaving binnen dit thema betreft het bevorderen van naleving van de gestelde regels in deze verordeningen teneinde de gemeente netjes en leefbaar te houden. Hiervoor worden in ieder geval de onderstaande werkzaamheden uitgevoerd: •
• •
• •
Controleren tijdens regulier toezicht op alle verbodsbepalingen zoals beschreven in de Apv; speerpunten hierbij zijn de verspreiding van gedrukte stukken (artikel 2:6 Apv) en kampeermiddelen e.d. (artikel 5:6 Apv). Alle standplaatshouders bezoeken en controle uitoefenen op de verleende vergunning en de daarbij behorende voorwaarden (artikel 5:18 Apv). Fietsen in de stationsomgevingen (Tiel en Tiel Passewaaij) en op de promenade worden wekelijks voorzien van een waarschuwingslabel. Streven is om vier opruimdagen te organiseren door opdrachtnemer waarbij fietswrakken of verkeerd geplaatste fietsen worden verwijderd in deze gebieden. Het wegslepen van voertuigen bij hoog water conform het daarvoor bij de opdrachtgever vastgestelde protocol of conform het gestelde in de wegsleepverordening. Binnen drie weken uitvoeren van een toezicht- of handhavingsopdracht gegeven door de beleidsmedewerker van dit thema, danwel binnen één week uitvoeren van een toezicht- of handhavingsopdracht indien de beleidsmedewerker hier spoed voor vraagt.
Onderdeel van de Apv is ook de regelgeving op het gebied van de horeca. Toezicht en handhaving maakt integraal onderdeel uit van het horecabeleid van de opdrachtgever. Hiervoor worden in ieder geval de onderstaande werkzaamheden uitgevoerd: Terras • Er wordt toezicht gehouden op het conform de vergunning plaatsen van terrasmeubilair. • Van ieder terras wordt tenminste één keer per jaar gecontroleerd of er een vergunning voor verleend is en of de inrichting van het terras aan de regels voldoet. • Na 1 november wordt tenminste één keer gecontroleerd of het terrasmeubilair dat na die tijd nog op de openbare weg staat, past binnen de vergunning. • Iedere inrichting/exploitatie van een terras met niet "gangbaar" terrasmeubilair (bijv. mobiele tap of partytent) wordt vastgelegd en gerapporteerd aan de opdrachtgever. Verdere actie niet nodig, tenzij anders aangegeven door opdrachtgever. • Tenminste vijf keer per jaar wordt toezicht gehouden op overtreding eindtijd voor terrasexploitatie. Geluid • Op verzoek van opdrachtgever wordt – doorgaans op vrijdag- of zaterdagnacht – gecontroleerd op overtreding eindtijden bij gemelde muziekdagen. • Naast toezicht op verzoek, wordt tenminste vijf keer per jaar gecontroleerd of live muziek of anderszins versterkte muziek ten gehore wordt gebracht zonder dat een muziekdag is gemeld. Tevens wordt gecontroleerd of gemelde muziekdagen de eindtijd in acht nemen.
10
GemeenteTiel Sluitingstijden • Op verzoek van de opdrachtgever wordt bij een specifiek horecabedrijf gecontroleerd of de sluitingstijden in acht worden genomen. • Naast toezicht op verzoek, wordt tenminste vijf keer per jaar gecontroleerd of de sluitingstijden in acht worden genomen. Overlast/exploitatievergunning • Op verzoek van de opdrachtgever wordt bij een specifiek horecabedrijf gecontroleerd of de voorschriften van de exploitatievergunning worden overtreden, dan wel wordt een beeld geschetst van de mate van overlast voor de omgeving. • Er wordt toezicht gehouden op eventuele overlast rondom horeca/coffeeshops, veroorzaakt door bijv. luidruchtige (terras)bezoekers, stelselmatige parkeeroverlast bezoekers, afval enz. Algemeen • Opdrachtnemer neemt vanuit dit thema deel aan Integrale Horecacontrole en integrale coffeeshopcontrole. • Tijdens toezicht op evenementen, zoals genoemd in thema 3 (evenementen) wordt zoveel mogelijk ook het toezicht op bovenstaande punten uitgevoerd. 4.1.3 evenementen (onderdeel van de Apv) Toezicht en handhaving maakt integraal onderdeel uit van het evenementenbeleid van de opdrachtgever. Doel van toezicht en handhaving binnen dit thema betreft het bevorderen van naleving van de aan de organisator verleende vergunning(en) en de daarin gestelde voorwaarden. Tevens wordt met toezicht en handhaving nagestreefd om de veiligheid op de evenementen te vergroten door extra inzet op handhaving van thema 2 (Algemene plaatselijke verordening en overige gemeentelijke verordeningen). Hiervoor worden in ieder geval de onderstaande werkzaamheden uitgevoerd: •
•
•
• •
De helft van de evenementen op de evenementenkalender worden bezocht voor een controle op de vergunning en de daaraan verbonden voorschriften. Hiervoor worden bij voorkeur de evenementen uitgekozen die niet eerder hebben plaatsgevonden. Elk terugkerend evenement wordt minimaal één keer in de twee jaar bezocht. 5 evenementen die niet staan vermeld op de evenementenkalender (zogenaamde meldingsplichtige of A-evenementen) worden bezocht voor een controle op de vergunning en de daaraan verbonden voorschriften danwel de voorwaarden zoals vermeld in de Apv. De specifieke toezicht- en handhavingopdrachten afkomstig van de voorzitter van de evenementencommissie worden stipt opgevolgd en binnen 3 dagen na het plaatsvinden van het evenement wordt de uitkomst van de controle schriftelijk teruggekoppeld. Tijdens Appelpop en Fruitcorso wordt alle beschikbare toezicht- en handhavingcapaciteit ingezet. Op verzoek van de opdrachtgever levert de opdrachtnemer ondersteuning ten behoeve van ceremoniële aangelegenheden zoals 4 mei en sinterklaasviering.
11
GemeenteTiel 4.1.4 hondenbeleid (onderdeel van de Apv) Toezicht en handhaving maakt integraal onderdeel uit van het hondenbeleid van de opdrachtgever. Doel van toezicht en handhaving binnen dit thema betreft het terugdringen van overlast als gevolg van hondenpoep. Hiervoor worden in ieder geval onderstaande werkzaamheden uitgevoerd: • • •
• •
Minder dan 30% van de ondervraagden van de Veiligheidsmonitor geeft aan veel overlast te ervaren van hondenpoep op de stoep, straat of in de perken. Opdrachtgever wijst aan het begin van het jaar probleemlocaties aan (ca. 25). Aan het einde van het jaar is het aantal probleemlocaties verminderd met 5. Prioriteit binnen het hondenbeleid is (in deze volgorde): o de opruimplicht (artikel 2:58 Apv) o aanwezigheid van honden in een kinderspeelplaats, zandbak, speelweide of jongerenontmoetingsplaats (artikel 2:57 Apv) o bij zich dragen van een opruimmiddel (artikel 2:58 Apv) o aanlijnplicht in geval van hinderlijke of gevaarlijke situatie (artikel 2:57 Apv) Een melding met betrekking tot het hondenbeleid al dan niet gemeld via de bel- en herstellijn wordt behandeld door de opdrachtnemer. Opdrachtnemer voert in opdracht van de opdrachtgever controles uit naar aanleiding van gevaarlijk of hinderlijk gedrag van honden (artikel 2:59 Apv) en rapporteert hierover terug aan opdrachtgever.
4.1.5 Drank- en Horecawet Toezicht en handhaving maakt integraal onderdeel uit van het horecabeleid van de opdrachtgever. Doel van toezicht en handhaving binnen dit thema betreft naleving van de Drank- en Horecawet en het terugdringen alcoholgebruik onder jongeren. Hiervoor worden in ieder geval onderstaande werkzaamheden uitgevoerd: • •
• • • •
Een kwart van alle vergunningsplichtige horecabedrijven (ca 120) is bezocht voor een basis(her)controle. Iedere vergunningsplichtige alcoholverstrekker waar regelmatig jongeren komen (hotspot) en iedere niet-vergunningsplichtige alcoholverstrekker (ca 60) is tenminste één maal bezocht voor een controle op verstrekking van alcohol aan jongeren onder 18 jaar. Ieder evenement dat als hotspot wordt aangemerkt (ca 14) is bezocht voor een controle op verstrekking van alcohol aan jongeren onder 18 jaar. De helft van de andere evenementen (ca 18) is bezocht voor een controle op verstrekking van alcohol aan jongeren onder 18 jaar. Iedere locatie op de openbare weg die als hotspot is benoemd door bijv. een Veilige Wijk Team wordt wekelijks gecontroleerd. Opdrachtnemer neemt vanuit dit thema deel aan de Integrale Horecacontrole.
12
GemeenteTiel 4.1.6 Parkeren Toezicht en handhaving maakt integraal onderdeel uit van het parkeerbeleid van de opdrachtgever. Doel van toezicht en handhaving binnen dit thema betreft naleving van de gestelde regels teneinde een evenredig gebruik van parkeerplaatsen te realiseren. Hiervoor worden in ieder geval onderstaande werkzaamheden uitgevoerd: •
• •
•
• •
•
Teneinde extra doelstellingen te kunnen opnemen binnen dit thema spreken partijen af om dit jaar te onderzoeken welke betalingsbereidheid, nalevingbereidheid en bezettingsgraad er wordt nagestreefd op de verschillende parkeerplaatsen en vergunninghouderzones binnen de gemeente. Minder dan 25% van de ondervraagden van de Veiligheidsmonitor geeft aan veel overlast te ervaren van parkeerproblemen. Opdrachtnemer draagt zorg voor een hoge zichtbaarheid op straat op wisselende tijden door middel van: o minimaal twee keer per dag controleren van de voertuigen op de parkeerplaatsen Waalkade, Taluud, Bleekveld en Burg. Hasselmanplein op (de geldigheid en) aanwezigheid van een ticket dan wel op betaling achteraf. o op alle koopzondagen en koopavonden controleren van de voertuigen op de parkeerplaatsen Waalkade, Taluud, Bleekveld en Burg. Hasselmanplein gecontroleerd op (de geldigheid en) aanwezigheid van een ticket dan wel op betaling achteraf. o minimaal één keer per week controleren van alle straten in de vijf zones en de promenade op overtredingen van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften en op juist gebruik van bezoekerskraskaarten, met name tussen 16:00 uur en 22:00 uur, en de blauwe zones in de gemeente Tiel op aanwezigheid en juist gebruik van de parkeerschijf. o dagelijks controleren van alle overige (betaalde) parkeerplaatsen op de aanwezigheid van een ticket dan wel op betaling achteraf en/of op overtredingen van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften. o op alle koopzondagen en koopavonden controleren van alle overige (betaalde) parkeerplaatsen op de aanwezigheid van een ticket dan wel op betaling achteraf en/of op overtredingen van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften. Binnen dit thema ligt prioriteit bij handhaven van geparkeerde voertuigen buiten de vakken (parkeerschijfzone) dan wel hinderlijks parkeren (b.v. direct na een in- of uitrit, of binnen 5 meter vanaf een kruispunt) Bij de handhaving binnen dit thema dient de zogenoemde "10 minutenregel" (coulanceregel) te worden toegepast. Seponering van een naheffing of proces-verbaal is mogelijk op verzoek van de beleidsmedewerker van dit thema, mits schriftelijk en degelijk onderbouwd. Dit verzoek wordt gericht aan de teamleider van de opdrachtnemer. De medewerker die de naheffing of procesverbaal heeft opgesteld is, overeenkomstig de regelgeving, degene die besluit tot seponering. Medewerkers dienen door de Heffingsambtenaar te worden aangesteld teneinde toezicht te mogen houden en te handhaven op fiscaal parkeren. Opdrachtnemer zal daarom uiterlijk één maand voordat medewerkers hun werkzaamheden daadwerkelijk aanvangen de gegevens aan de opdrachtgever verstrekken die nodig zijn voor het besluit van de Heffingsambtenaar. 13
GemeenteTiel •
•
• • • •
Het reguliere onderhoud aan de parkeerautomaten wordt door opdrachtnemer uitgevoerd, inhoudende dat kleine storingen, zoals vermeld in de werkafspraken "klein onderhoud parkeerautomaten TMC", worden opgelost. Hiervoor wordt jaarlijks een cursus gevolgd bij de leverancier van de automaten. Niet te verhelpen storingen worden direct aan de leverancier gemeld zodat zij de storing kunnen laten verhelpen. De opdrachtgever wordt hiervan op de hoogte gesteld. Opdrachtnemer kan maximaal twee keer per jaar worden gevraagd parkeertellingen en tellingen om betalingsbereidheid te meten, uit te voeren. Opdrachtnemer kan op basis van aanvragen voor gehandicaptenparkeerplaatsen worden gevraagd om parkeerdrukmetingen uit te voeren. Alle gehandicaptenparkeerkaarten die worden gebruikt worden gecontroleerd op geldigheid en validiteit. Op verzoek van de beleidsmedewerker op dit thema kan aan opdrachtnemer extra aandacht worden gevraagd voor fout parkeren in de schoolomgeving. Het aantal gegronde bezwaarschriften met betrekking tot fiscale naheffingen blijft onder de 7% De opdrachtnemer zorgt voor inzicht in het aantal geseponeerde processen verbaal op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften met als doel om volgend jaar hierover een doelstelling over te kunnen afspreken.
14
GemeenteTiel
4.2
Ondersteunende werkzaamheden
Opdrachtnemer voert de volgende ondersteunende werkzaamheden uit c.q. levert ondersteunende diensten: • • • • • • • •
• •
de afhandeling van bonnen met betrekking tot de onder thema 6 (parkeren) genoemde werkzaamheden. de verwerking van bestuurlijke strafbeschikkingen en Halt-verwijzingen. de verwerking van aanvragen inzake (aanvullende) proces verbalen. het deelnemen aan beleidsoverleggen (bijvoorbeeld t.a.v. de inzet van straatcoaches en het hondenbeleid). het onderhouden van contact met het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB), bureau Halt en leveranciers. het voeren van een deugdelijke administratie en het opleveren van adequaat cijfermateriaal aan de hand waarvan de uitvoering van werkzaamheden (mede) kan worden geëvalueerd. het onderhouden van een klachtenregeling inzake klachten over de (wijze van) uitvoering van de toezicht- en handhavingswerkzaamheden. het opzetten en onderhouden van een contactcentrum voor het ontvangen van meldingen vanuit de bel- en herstellijn, storingsmeldingen van parkeerautomaten en meldingen vanuit beleidsmedewerkers van de opdrachtgever; Voor partijen staat vast dat de inwoner/klant snel en correct dient te worden geholpen. het bijdragen aan de procedures van de commissie Beroep en Bezwaar (waaronder het bijwonen van ca. 15 hoorzittingen). het applicatiebeheer voor zover dat betrekking heeft op de uitvoering van de met deze overeenkomst geregelde werkzaamheden.
15
Informatienota Aan: Van: Onderwerp: Portefeuillehouder: Datum collegebesluit: Geheim:
Commissie Bestuur College van B en W Terugblik Klimaatbeleid 2014 Laurens Verspuij Nee
Kennisnemen van: de Terugblik Klimaatbeleid 2014
1.
Inleiding
Na de vaststelling van het klimaatbeleidsplan 2010-2020 eind 2009 door de gemeenteraad is het een goede gewoonte geworden om jaarlijks verslag te doen van de inspanningen en resultaten. Het is nu tijd om de terugblik 2014 aan te bieden.
2.
Kernboodschap
In de Terugblik Klimaatbeleid 2014 staat een overzicht van de uitgevoerde activiteiten van de gemeente en partners. Daarnaast staat er het voornemen in om te gaan onderzoeken op welke termijn het haalbaar is om als gemeentelijke organisatie een klimaatneutrale bedrijfsvoering te hebben. Ook wordt er vastgesteld dat er een restbudget is van €37.000,-- die bij de vaststelling van de jaarrekening over 2014 kan worden overgeheveld naar de egalisatiereserve Klimaatbeleid, in lijn van het raadsbesluit uit 2011. In de terugblik wordt niet uitgebreid ingegaan op de vraag in hoeverre de doelstellingen op het gebied van CO2-reductie en duurzame energie worden behaald. Hiervoor zijn twee redenen. Recent (in juli 2014) is de actualisatie van de cijfers van het Tielse klimaatbeleid vastgesteld waarbij ook op het behalen van de doelstellingen is ingegaan en de VNG gaat vanwege het landelijke Energieakkoord de inspanningen en resultaten van gemeenten monitoren. Deze landelijke vergelijking van gemeenten is voor het voorjaar 2015 aangekondigd
3.
Gevolgen
Het beoogde gevolg van deze rapportage is de gemeenteraad betrokken te houden bij de uitvoering van het klimaatbeleid.
4.
Vervolg
Als besluitvorming of ontwikkelingen op het gebied van klimaatbeleid daartoe aanleiding geven, wordt de commissie ingelicht of geraadpleegd.
Bijlagen Terugblik Klimaatbeleid 2014
Meer informatie: Team: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Beleid Noëlle Peters Sengers 637473 [email protected]
Pagina 1 van 1
Rapportage Klimaatbeleid over het jaar 2014
1) Inleiding Deze notitie bevat een rapportage over de uitvoering van het Klimaatbeleid in het jaar 2014. In deze rapportage wordt ingegaan op : • uitgevoerde maatregelen (programmamonitoring) • bereikte resultaten in relatie tot de doelstellingen (effectmonitoring) • financiering van het klimaatbeleid Hierna volgt een vooruitblik op de activiteiten in 2015. 2) Uitgevoerde maatregelen In onderstaand overzicht staan de maatregelen die in 2014 zijn uitgevoerd. Het overzicht correspondeert zo veel mogelijk met het overzicht uit de nota Klimaatbeleid 2010-2020 (zie www.tiel.nl).
Eigen organisatie EO6 Stadhuiscomplex; verbeteren energie-index EO7 Milieuzorg gemeentelijke gebouwen
Eind juni was de feestelijke oplevering van de 102 extra zonnepanelen die op het dak van het stadhuis zijn geplaatst. Deze installatie levert jaarlijks circa 25.000 KwH aan duurzame energie op. Het monumentale schoolgebouw aan Voor de Kijkuit is voorzien van betere dakisolatie. Ook bij de renovatie van het zwembad is gekozen voor extra dakisolatie.
Woningbouw en utiliteit WU9 Dubbele labelsprong 30% huurwoningen
WU10 Dubbele labelsprong 30% koopwoningen
WU9 Dubbele labelsprong 30% huurwoningen
WU9 Dubbele labelsprong 30% huurwoningen
De subsidieregeling waarmee woningeigenaren €500 subsidie kunnen krijgen, is verlengd tot eind 2015. In de afgelopen vier jaar is aan 437 huiseigenaren subsidie verstrekt, voor in totaal circa €225.000. De woningcorporaties SVT en SCW hebben gezamenlijk 2,8 miljoen gekregen van de provincie om circa 450 sociale huurwoningen die al opgeknapt zouden worden in 2014 en 2015 extra te verduurzamen. De verbetering van de Vinkenhof zorgt eveneens voor beter geïsoleerde woningen. In het Bloesemakkoord heeft de gemeenteraad 3 ton beschikbaar gesteld als revolverend fonds voor het energiezuiniger maken van particuliere woningen. Er komt een verkenning onder marktpartijen of zij hieraan vorm willen geven. Samen met het wijkcomité Westroijen is er met een deur-totdeur-enquête gepolst of buurtbewoners interesse hebben in maatregelen als isolatie, dubbel glas of zonnepanelen. Eind 2014 zijn collectief offertes aangevraagd, waarna bewoners nog individueel benaderd gaan worden.
Bedrijventerrein BE 1 Tiels Energie Convenant
Het Tiels Energie Convenant is feestelijk afgesloten. De deelnemende bedrijven en organisaties waren begin 2010
BE1 Tiels Energie Convenant
BE Revitaliseringsplan Kellen
BE Revitaliseringsplan Kellen
BE10 Uitbreiding Medel
BE RWZI op Kellen
verantwoordelijk voor een uitstoot van 64.000 ton CO2. Eind 2013 is dat teruggebracht naar 42.000 ton CO2, oftewel een besparing van 25%. Er is nu een regionaal convenant, waar ook Tielse bedrijven zich bij kunnen aansluiten en hebben aangesloten. Voor het opzetten van een digitaal duurzaamheidsplatform als vervolg op het convenant bleek onvoldoende draagvlak bij het bedrijfsleven. Nu biedt de gemeente bedrijven en organisaties een gratis startabonnement op de Milieubarometer aan. Hiermee krijgen ze inzicht in hun verbruik in vergelijking met anderen en tips voor besparing. In het revitaliseringsplan voor Kellen is een stimuleringsregeling zonnepanelen voor ondernemers opgenomen. Er is €100.000 beschikbaar met een maximum van €7000 per bedrijf. Er zijn vier aanvragen binnengekomen in 2014. Dankzij een investering van €130.000 wordt de openbare verlichting in Kellen vervangen door LED, hetgeen een aanzienlijke energiebesparing oplevert. Het industrieschap Medel is samen met stakeholders begonnen om een duurzaamheidsambitie te bepalen voor de uitbreiding van het bedrijvenpark. Waterschap Rivierenland heeft ruim één miljoen euro uitgetrokken voor verbetering van de rioolwaterzuiveringsinstallatie op Kellen. De aanpassing die deels in 2014 en deels in 2015 gebeurt, levert een jaarlijkse besparing van 700.000 KwH op, oftewel het stroomverbruik van 200 gemiddelde huishoudens.
Mobiliteit MO5 Stimuleren schoner vervoer
MO5 Stimuleren schoner vervoer
Bij de aanschaf van de nieuwe veerpont is gelet op duurzaamheid. Er is, mede dankzij een subsidie vanuit het Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit, gekozen voor een milieuvriendelijke motor en zonnepanelen. De gemeente Tiel heeft in 2014 twee elektrische lease-auto's in gebruik genomen en een laadpaal bij het stadhuis laten installeren.
Duurzame energie
DE1 Masterplan KWO
DE2 Zonne-energie
DE2 Zonne-energie
DE2 Zonne-energie
DE2 Zonnepanelen op geluidsscherm
Begin 2013 is het beleidskader bodemenergie vastgesteld vanwege de AMvB bodemenergie die 1 juli 2013 van kracht werd. De beoogde vaststelling van beleidsregels voor het centrumgebied als interferentiegebied heeft in 2014 niet plaats gevonden. Bij de nadere inhoudelijke en juridische uitwerking van de beleidsregels ontstond twijfel of, met het oog op vermindering van regeldruk, deze beleidsregels voldoende toegevoegde waarde hebben om een nieuwe verordening te rechtvaardigen. In 2015 zal een definitieve afweging worden voorgelegd. Op de nieuwbouw van de Prins Willem Alexanderschool en de Cambier van Nootenschool zijn eind 2014 zonnepanelen geplaatst. In de gemeenteraad is een motie aangenomen om daken van publieke gebouwen beschikbaar te stellen voor het plaatsen van zonnepanelen voor particulieren. Bij de rijksoverheid is een exploitatiesubsidie aangevraagd voor zonnepanelen op de twee sporthallen. Eind 2014 is bekend geworden dat deze subsidie is toegekend, zodat nu onderzocht kan worden voor welke belasting de daken geschikt zijn. De marktpartij die de aanleg van zonnepanelen op het geluidsscherm langs de A15 voorbereidt, heeft in het najaar van 2014 toestemming gekregen van RWS voor het aanbrengen van de panelen. De aanvraag van de omgevingsvergunning staat voor eerste helft in 2015 op stapel.
DE4 Windenergie
Er is nog een marktpartij, deze bekijkt mogelijkheden voor zonnepanelen langs de Betuwespoorlijn en de achtergelegen bedrijventerreinen. Er ligt een intentie-overeenkomst tussen overheden en ontwikkelaars van de windparken bij knooppunt Deil en Avri. Een ontwikkelovereenkomst is in voorbereiding. De gemeente Tiel is geen bevoegd gezag, maar is actief betrokken bij het bestuurlijk overleg en houdt de vinger aan de pols wat betreft communicatie en participatie.
Klimaatadaptatie KA1 Klimaatverandering in kaart brengen
KA2 Stimuleren groene daken
In het rioleringsplan dat in 2014 is vastgesteld, is budget gereserveerd voor het onderzoeken in hoeverre de binnenstad berekend is op de steeds hevigere en vaker voorkomende regenbuien als gevolg van de klimaatverandering. Er is in het kader van Future Cities subsidie aangevraagd voor de 2 aanleg van 3.000 m groene daken. In 2013 werd ongeveer 1200 2 m groen dak bij het ziekenhuis aangelegd. Ook De Achtbaan 2 kreeg een groen dak, 678 m . Naar verwachting zou in 2014 nog 1400 m2 op andere gebouwen in Tiel worden gelegd. De beoogde partijen zagen wegens (plannings-)technische redenen echter geen kans om hun plannen (tijdig) te realiseren. Future Cities is eind 2014 afgerond en de subsidieregeling voor groene daken is daarmee beëindigd.
Communicatie
CE1 Stimuleren energiezuinig gedrag bewoners
CE Bewustwording
CE Bewustwording
In TielAktueel en op www.tiel.nl is met enige regelmaat informatie geplaatst over de isolatiesubsidie. Verder heeft Tiel meegedaan aan de Duurzame Huizenroute, waarbij mensen die maatregelen hebben genomen hun huis openstellen om geïnteresseerden te inspireren. Onder de bewoners van buurt 7 in Passewaaij is een enquête uitgevoerd over de ervaringen met de collectieve warmtevoorziening. In overleg met ontwikkelaars en exploitant wordt hieraan een vervolg gegeven. Stichting Duurzaam Rivierenland heeft aandacht besteed aan voedselverspilling. Er is een kookworkshop geweest voor leerlingen en ouders van de Brede School in Tiel Oost en de met restjes bereide maaltijd is geserveerd aan de Aanschuiftafel.
Bij de activiteiten uit bovenstaand overzicht is de rol van de gemeente variërend van initiatiefnemer tot opdrachtgever en van adviseur tot betrokkene.
3) Doelstellingen Het klimaatbeleidsplan heeft twee hoofddoelstellingen: • In 2020 wordt 10% van de totale energiebehoefte in Tiel duurzaam opgewekt • In 2020 is de CO2-uitstoot tenminste teruggebracht tot het niveau van 1990 • In 2010 heeft Tiel de gevolgen van klimaatverandering en kansen voor adaptatie in kaart gebracht In het voorjaar van 2014 is een actualisatie vastgesteld van de cijfers uit het Klimaatbeleidsplan. Daarin is geconstateerd dat het weinig zin heeft om de doelstellingen af te meten aan de prognose voor het energieverbruik in 2020. Deze prognose is achterhaald door de recessie.
Om in de tussentijd een beeld te krijgen van de stand van zaken gebruiken we de klimaatmonitor van de rijksoverheid: www.klimaatmonitor.databank.nl. Op basis hiervan is in 2014 aangegeven wat de ontwikkeling is wat betreft de CO2-reductie en wat betreft het aandeel duurzame energie. De conclusie uit de actualisatie is dat op deelterreinen goede resultaten worden geboekt. maar dat er nog flinke inzet nodig is om in 2020 de doelstellingen gerealiseerd te krijgen. De VNG heeft aangekondigd inzichtelijk te willen maken waar elke gemeente staat. Hiervoor lanceert de VNG in 2015 een website. Deze zal gebaseerd zijn op twee bronnen, namelijk de landelijke klimaatmonitor aangevuld met de antwoorden op een VNG-enquête. In deze VNG-enquête staan de volgende thema's: • Woningen • Hernieuwbare energie • Maatschappelijk vastgoed • Bedrijven • Mobiliteit Omdat de eigen actualisatie recent is en de VNG-vergelijking in aantocht is, wordt er in deze terugblik geen stand van zaken opgemaakt.
4) Financiële rapportage Het reguliere budget voor klimaatbeleid is als volgt besteed:
Besteding jaarbudget klimaatbeleid 2014 Eigen organisatie
Begeleiding uitvraag zonnepanelen stadhuis
€720
Woningbouw en utiliteit
Wijkaanpak Westroijen
€8750
Enquête Passewaaij
€5500
Industrie/Bedrijven
Duurzame energie
Educatie/informatie
Totaal
Opzet duurzaamheidskring
Interferentiegebied bodemenergie
€630
€6200
Begeleiden aanvraag subsidie zonnepanelen op sporthallen
€600
Contributie Klimaatverbond Duurzame Huizenroute Copyright diverse foto etc
€500 €800 €200
€23.900
Het reguliere budget voor klimaatbeleid bedroeg voor 2014 €39.000. Dit betekent dat er een onderbesteding is van €15.000. Oorzaak hiervan is dat er een beleidsmedewerker gedetacheerd is bij Regio Rivierenland. Deze detachering levert aan inkomsten €22.000 op. In lijn met het raadsbesluit van februari 2011, waarbij het programmatische karakter van klimaatbeleid is onderkend, zullen deze middelen à €37.000 worden toegevoegd aan de egalisatiereserve Klimaatbeleid. Dit gebeurt bij de vaststelling van de jaarrekening 2014.
Het hebben van een reserve Klimaatbeleid is waardevol, zo blijkt uit de ervaring met de subsidieregeling voor zonnepanelen voor Kellen. Deze regeling kon worden opgezet, omdat de gemeente eigen geld kon inzetten vanuit het klimaatfonds, waardoor de provincie bereid was er tweederde co-financiering aan toe te voegen. 6) Vooruitblik Gemeenten spelen een belangrijke rol bij de realisatie van de afspraken in het Energieakkoord en dat is ook de reden waarom de VNG inzichtelijk gaat maken wat er op lokaal niveau gebeurt. De gemeente Tiel is actief op veel fronten; van het bevorderen van duurzame mobiliteit tot het verduurzamen van de openbare verlichting en van het stimuleren van woningeigenaren tot het verleiden van ondernemers. Er lopen diverse initiatieven die in 2015 concrete invulling zullen krijgen. Soms is daarbij voor de gemeente Tiel vooral een faciliterende rol weggelegd. Zo is de realisatie van zonnepanelen langs de A15 een initiatief van marktpartijen en zijn nu in eerste instantie ook marktpartijen aan zet om vorm te geven aan het revolverend fonds. In andere gevallen is het aan de gemeente Tiel zelf om kansen voor verduurzaming optimaal te benutten. Dit geldt onder meer voor de renovatie van het stadhuiscomplex, de vernieuwbouw van het Lingecollege en de uitbreiding van Medel. De gemeente heeft een voorbeeldfunctie. Er is daarom behoefte om meer zicht te krijgen op de mogelijkheden om als gemeentelijke organisatie op termijn energieneutraal te zijn. Het streven is om de consequenties van deze uitdaging in 2015 in beeld te brengen. Op basis hiervan kan dan ook een weloverwogen besluit genomen worden of de gemeente Tiel zich wil aansluiten bij de landelijke Klimaatcoalitie. Dit is een coalitie van overheden, bedrijven en organisaties die als doel hebben uiterlijk in 2050 hun eigen bedrijfsvoering klimaatneutraal te hebben. De coalitie is een voorbereiding op de VN Klimaattop die in december 2015 in Parijs plaatsvindt.
Informatienota Aan: Van: Onderwerp: Portefeuillehouder: Datum collegebesluit: Geheim:
Commissie ruimte College van B en W Procesvoorstel Uitvoeringsplan Zwerfvuil Marcel Melissen Nee
Kennisnemen van: het proces om te komen tot een Uitvoeringsplan Zwerfvuil
1.
Inleiding
Er zijn financiële mogelijkheden om de aanpak van zwerfvuil een nieuwe impuls te geven. Elke gemeente krijgt €1,19 per inwoner uit het Afvalfonds. De gemeente Tiel kan vanaf 2014 per jaar circa €50.000,-- declareren. Dit loopt tot en met 2022.
2.
Kernboodschap
Er zijn suggesties in overvloed om het probleem zwervuil steviger aan te pakken (zie o.a. www.kenniswijzerzwerfafval.nl) De uitdaging is om de juiste keuzes te maken zodat de kans op structurele verbetering het grootst is. Hiervoor zullen de volgende stappen worden gezet: • Analyse probleem; deze fase moet o.a. duidelijk maken wat de aard en mate van vervuiling is, of er sprake is van hotspots en wat er nu gebeurt. • Uitvoeringsstrategie: als er een duidelijker beeld is van het probleem, kan er voor een bepaalde aanpak worden gekozen. Het gaat hierbij o.a. om de gewenste rolverdeling tussen gemeente en andere groepen, het wel of niet gericht aanpakken van hotspots en het accent leggen op voorkomen of op opruimen. Na deze keuze is er een groslijst te maken van mogelijke maatregelen die het beste passen bij de situatie in Tiel. • Consultatie stakeholders: Het is waarschijnlijk dat er maatregelen zijn waarvoor betrokkenheid of daadwerkelijke inzet van burgers en/of ondernemers noodzakelijk is. Het is wenselijk om helder te krijgen of hiervoor draagvlak is. Het is nu nog niet te zeggen wie de betrokken partijen zullen zijn en dat maakt het lastig in te schatten hoeveel tijd de consultatiefase vergt. De schatting is dat er in juni of in september een voorstel in de commissie kan worden besproken. Door deelname aan het project Schone Waal dat dit voorjaar plaatsvindt, gebeurt er al wel concreet iets op het gebied van zwerfvuil en wordt ervaring opgedaan met de inzet van groepen tegen vergoeding.
3.
Gevolgen
Het doorlopen van dit proces kost tijd. Daar staat tegenover dat er een aanpak komt die is afgestemd op de analyse van het probleem en dat duidelijk wordt of er draagvlak is bij betrokken partijen voor deze aanpak.
4.
Vervolg
De commissie krijgt t.z.t een concept Uitvoeringsplan Zwerfvuil ter bespreking voorgelegd.
Bijlage: "Zwerfvuil in de gemeente Tiel, voorstel om te komen tot een uitvoeringsplan". Pagina 1 van 2
Meer informatie: Team: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Beleid Noëlle Peters Sengers 637473 [email protected]
Pagina 2 van 2
ZWERFVUIL IN DE GEMEENTE TIEL Voorstel om te komen tot een uitvoeringsplan Inleiding Zwerfvuil is een veelbesproken onderwerp dat hoog op de lijst met ergernissen staat. In de gemeente Tiel is dat niet anders. Er is grote behoefte om het probleem zwerfvuil steviger aan te pakken. Mogelijkheden en suggesties zijn er in overvloed (zie www.kenniswijzerzwerfafval.nl). De uitdaging is om de juiste keuzes te maken zodat de kans op structurele verbetering het grootst is. Deze notitie geeft aan welke stappen er gezet gaan worden om te komen tot een gedragen uitvoeringsplan. Aanleiding Er zijn meerdere aanleidingen om het onderwerp zwerfvuil nader uit te diepen. In het coalitieakkoord 2014-2018 wordt het onderwerp zwerfvuil benoemd. Hierin wordt voorgesteld om scholen en sportverenigingen uit te dagen zich verantwoordelijk te maken voor het terugdringen van zwerfafval en daarvoor een beloningssysteem in te voeren. Daarnaast vraagt de gemeenteraad in een motie d.d. november 2014 om een voorstel hoe de vergoeding die de gemeente Tiel ontvangt uit het Afvalfonds, concreet kan worden ingezet voor extra inspanningen voor zwerfvuilbestrijding. Elke gemeente krijgt €1,19 per inwoner uit het Afvalfonds. De gemeente Tiel kan vanaf 2013 per jaar circa €50.000,-- declareren. Dit loopt tot en met 2022. De besteding van deze landelijke vergoeding is aan regels gebonden. De belangrijkste eis is dat het niet om reguliere opruimwerkzaamheden mag gaan. Reikwijdte De uitdaging is om de extra beschikbare financiële middelen zo effectief mogelijk in te zetten. Het aantal mogelijkheden is veel groter dan het beschikbare budget, dus keuzes zijn noodzakelijk. Er zijn vanuit het Afvalfonds zes categorieën benoemd : • gedragsbeïnvloeding • participatie/beloning • slimmere voorzieningen • prikkels ter beïnvloeding • slimmer beheer/opleidingen • investering in inrichting opdat zwerfvuil wordt voorkomen Binnen deze categorieën variëren de aangedragen maatregelen enorm. Enkele voorbeelden illustreren dit: • adopteren van afvalbakken door ondernemers • investeren in slimmer veegmateriaal • opzetten van een meld en/of monitoringssysteem • inzetten van extra handhavingscapaciteit bij hotspots • etc etc Analyse probleem Om een onderbouwde keuze te maken wat voor de gemeente Tiel de meest effectieve maatregelen zijn, is het nodig eerst een analyse te maken. Er wordt antwoord gezocht op de volgende vragen: • wat is de aard en mate van vervuiling in de gemeente? • zijn er hotspots? • wat is de beleving van de burger? • wat gebeurt er nu? Op basis van deze analyse ontstaat een duidelijker beeld van het probleem.
Uitvoeringsstrategie Een volgende stap is het bepalen van de uitvoeringsstrategie. Hierbij draait het om de volgende vragen: • welke rol ziet de gemeente voor zichzelf of de Avri? • welke rol ziet de gemeente voor anderen? • ligt het accent op opruimen of juist op voorkomen? • welke meetbare doelstellingen wil de gemeente stellen? • is er een gerichte aanpak nodig ten aanzien van hotspots en/of doelgroepen? Op basis hiervan kan er een groslijst gemaakt worden van mogelijke maatregelen. Consultatie stakeholders In het bloesemakkoord staat dat "de gemeente niet meer alleen de spelbepaler is, maar veel meer een medespeler wordt". Dat geldt zeer zeker ook op het terrein van zwerfvuil. Voordat er een uitvoeringsplan kan worden opgesteld, is het daarom van groot belang om betrokken stakeholders te consulteren. De eerste vraag is of zij de analyse van het probleem delen. Daarnaast is het van groot belang om te weten welke oplossingen bij deze stakeholders draagvlak hebben. Als dat gaat om maatregelen waarvoor betrokkenheid of daadwerkelijke inzet van burgers en/of ondernemers noodzakelijk is, is draagvlak zelfs essentieel. Wie de stakeholders zullen zijn, hangt deels af van de analyse. Als mocht blijken dat de omgeving van het ROC of van het voortgezet onderwijs een hotspot is, dan is het logisch de schoolbesturen als partner te betrekken, om maar een willekeurig voorbeeld te noemen. Vooralsnog is het aannemelijk dat in ieder geval Hart van Tiel en wijkcomités betrokken zullen worden. Het resultaat van de consultatie is dat de eerder opgestelde groslijst van maatregelen aangevuld zal worden met de mate waarvoor hier draagvlak bij is de betrokken partijen. Op die manier kan de politiek een weloverwogen keuze maken. Planning Het opstellen van het Uitvoeringsplan is in vier fasen op te delen: 1. analyse huidige situatie februari 2. bepalen uitvoeringsstrategie met groslijst mogelijke maatregelen maart/april 3. consultatie stakeholders april/mei en mogelijk juni 4. bespreken concept-uitvoeringsplan juni of september Het is lastig om in dit stadium in te schatten hoeveel tijd nodig is voor de consultatie van stakeholders. In de tussentijd Samen met acht andere gemeenten heeft de gemeente Tiel zich aangemeld als deelnemer aan het project Schone Waal. Dit is opgezet door het IVN naar voorbeeld van een eerder succesvol project rondom de Maas. Kern van het project is dat er gedurende enkele weekenden in maart en april dit jaar een schoonmaakactie wordt gehouden in de uiterwaarden. Hiervoor worden verenigingen benaderd. Zij krijgen hiervoor een vrijwilligersvergoeding. De gemeente Tiel betaalt deze kosten uit de gelden uit het Afvalfonds. Voor het totale project, dus inclusief vrijwlligersvergoeding, is grofweg € 11.000 geraamd. Dit bedrag komt eenmalig ten laste van het beschikbare budget vanuit het Afvalfonds. Door deelname aan het project Schone Waal maakt de gemeente een begin met het leggen van contacten met verenigingen en groepen bewoners en wordt er gezamenlijk ervaring opgedaan met het tegen beloning schoonhouden van een gebied. Deze ervaring wordt meegenomen bij het opstellen van het uitvoeringsplan.
Tiel, 29 januari 2015
Informatienota Aan: Van: Onderwerp: Portefeuillehouder Datum collegebesluit Geheimhouding:
Commissie Bestuur College van B&W Inzameling drankkartons door AVRI wethouder L. Verspuij 10 februari 2015 Ja / Nee
Kennisnemen van: Het besluit van het college van B&W om in te stemmen met het voorstel van het Dagelijks Bestuur Regio Rivierenland aan het Algemeen Bestuur om: a. De afvalstroom van drankkartons te scheiden van die van het restafval. b. Daartoe per 1 oktober 2015 te starten met de inzameling van drankkartons bij alle huishoudens in regio Rivierenland. c. De inzameling te combineren met de inzameling van het kunststof verpakkingsafval, waarbij deze twee afvalsoorten in één inzamelmiddel kunnen worden aangeboden.
1.
Inleiding
In de vergadering van het Algemeen Bestuur Regio Rivierenland op 11 maart 2015 is een voorstel geagendeerd om vanaf 1 oktober 2015 drankenkartons (pakken met melk, fruitsappen e.d.) tegelijk met het kunststof verpakkingsafval in te zamelen. Wij hebben besloten hiermee in te stemmen. De maatregel draagt bij om in 2020 een scheidingspercentage van 75% te bewerkstelligen. Daarnaast heeft het voorstel een gunstig effect op de hoeveelheid restafval bij huishoudens (en dus minder aanbiedkosten) en een beperkt gunstig effect op de Afvalstoffenheffing door een hoger hergebruikspercentage. Voor meet achtergrondinformatie verwijzen wij kortheidshalve naar het bijgevoegde voorstel aan het AB Regio Rivierenland.
2.
Kernboodschap
Vanaf 1 oktober 2015 kunnen alle huishoudens in Tiel hun drankkartons tezamen met het kunststof verpakkingsafval aanbieden.
3.
Gevolgen
De maatregel draagt bij om in 2020 een scheidingspercentage van 75% te bewerkstelligen. Daarnaast heeft het voorstel een gunstig effect op de hoeveelheid restafval bij huishoudens (en dus minder aanbiedkosten) en een beperkt gunstig effect op de Afvalstoffenheffing door een hoger hergebruikspercentage. Door bijgaand voorstel zal er een toename plaatsvinden van het aantal zakken voor kunststof verpakkingsafval dat aan de straat wordt gezet. Daardoor neemt de kans toe dat er door gescheurde zakken zwerfvuil ontstaat. Overigens is Avri met een voorstel bezig om kunststof verpakkingenafval in de toekomst niet meer via afvalzakken, maar via containers (kliko's en verzamelcontainers) in te zamelen.
4.
Vervolg
Avri zal het voorstel uitvoeren en de inwoners daarover informeren. Pagina 1 van 2
Bijlagen Voorstel AB Regio Rivierenland vergadering 11 maart 2015
Meer informatie: Team: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Stad H. Bergsma 0344-637243 [email protected]
Pagina 2 van 2
Aan Vergadering Agendapunt Van Onderwerp
: : : : :
Algemeen Bestuur 11 maart 2015 "agendapunt" Inzameling drankkartons
Voorstel 1. De afvalstroom van drankkartons te scheiden van die van het restafval 2. Daartoe per 1 oktober 2015 te starten met de inzameling van drankkartons bij alle huishoudens in regio Rivierenland. 3. De inzameling te combineren met de inzameling van het kunststof verpakkingsafval, waarbij deze twee afvalsoorten in één inzamelmiddel kunnen worden aangeboden.
Inleiding Het Rijksstreven is dat in 2020 75% van het huishoudelijk afval gescheiden wordt aangeboden. In het kader van het Rijksprogramma 'Van Afval Naar Grondstof' (VANG) zijn doelstellingen hieromtrent uitgewerkt, waaronder 'Verbetering van de afvalscheiding en inzameling'. In 2014 is Avri gestart met Goed Scheiden Loont als nieuw inzamelsysteem waarin het restafval op basis van volume frequentie wordt ingezameld. In 2013 was het scheidingspercentage van het huishoudelijk afval 55%. De regionale doelstelling voor 2014 was een scheidingpercentage te bereiken van 65%. Na invoering van Goed Scheiden Loont in januari 2014 is deze doelstelling al in september 2014 bereikt: Op basis van de ingezamelde hoeveelheden tot dan toe was al een scheidingspercentage bereikt van 69%. De inzameling van drankkartons als aparte afvalstroom draagt bij aan een nog hoger scheidingspercentage. Inmiddels worden In diverse gemeenten worden drankkartons als aparte afvalstroom ingezameld. Avri stelt voor per 1 oktober 2015 te starten met de inzameling van de drankkartons. Avri adviseert de afvalstroom blik niet gescheiden van het restafval in te zamelen. De hoeveelheid blik die jaarlijks vrij komt is minimaal, namelijk gemiddeld 0,77 kg. per inwoner. Uit ervaring bij andere gemeenten blijkt dat de afvalstroom blik gecombineerd met kunststof verpakkingsafval en drankkartons leidt tot extra vervuiling, het mogelijk scheuren van de plastic inzamelzakken en tot problemen bij het uitsorteren bij de verwerker. Bovendien wordt blik na verbranding met het overige restafval alsnog gescheiden van de overige residuen, waardoor de bijdrage aan milieurendement ook zonder gescheiden inzameling tot stand komt. De inzameling van drankkartons kan gelijktijdig met het kunststofverpakkingsafval door middel van dezelfde inzamelmiddelen worden uitgevoerd. Er zal naar schatting 840 ton aan drankkartons per jaar worden ingezameld. De totale gezamenlijke hoeveelheid verpakkingsafval bestaande uit de afvalsoorten kunststofverpakkingsafval en drankkartons is ongeveer 5.040 ton per jaar, ruim 21 kg per inwoner. De twee afvalsoorten worden bij dezelfde verwerker aangeleverd alwaar ze worden gescheiden.
Beoogd effect Een bijdrage leveren aan de landelijke scheidingsdoelstelling van 75% in 2020.
Argumenten 1.1. Elders in het land zijn door gemeenten succesvolle proeven uitgevoerd met het gescheiden inzamelen van drankkartons. Conform de afspraken in de Raamovereenkomst Verpakkingen 2013-2022 zijn door diverse gemeenten proeven uitgevoerd met de inzameling van drankkartons. Naar aanleiding van de positieve scheidingsresultaten hebben diverse gemeenten de gescheiden inzameling van drankkartons, in combinatie met kunststof verpakkingsafval, structureel ingevoerd. 1.2. Avri is gehouden aan de landelijke doelstellingen inzake afvalscheiding die geformuleerd zijn in het Rijksprogramma VANG. De voorgestelde maatregel levert een bijdrage aan de ze doelstelling. 1.3 Door de aparte inzameling van drankkartons zal de hoeveelheid te recyclen materiaal met minimaal 2,5% toenemen. Dit materiaal zal gebruikt worden als grondstof voor nieuwe producten 1.4 Het apart inzamelen van drankkartons zal de hoeveelheid restafval met minimaal 2,5% reduceren, hetgeen de CO2 uitstoot uit verbranding met ruim 800 ton zal doen afnemen. 2.1. Alle huishoudens in het bedieningsgebied van Avri zullen van de maatregel profiteren. - Door de aparte inzameling van drankkartons kunnen de inwoners merkbaar minder restafval overhouden in de restafvalcontainer, hetgeen een positief effect heeft op het variabele deel van de heffing voor individueel huishouden. - De vergoeding die Avri ontvangt voor het aanbod van de afvalstroom drankkartons is hoger dan de kosten (inclusief vermeden verbranding) en heeft dus een positief effect op de hoogte van de afvalstoffenheffing.
3.1. De inzameling wordt efficiënt, omgevingsbewust en milieubewust georganiseerd. Door de inzameling van drankkartons te integreren binnen de inzameling van kunststof verpakkingsafval wordt voorkomen dat extra ophaalrondes georganiseerd moeten worden voor deze afvalstroom.
Kanttekeningen 3.1. Er kan sprake zijn van vervuiling van afvalstromen. Er kan vervuiling optreden van de afvalstromen door aanbieders die het niet al te nauw nemen met de regels en het gewenste aanbiedgedrag. Er zal daarom regelmatig toetsing plaatsvinden van de afvalstromen in de vorm van sorteeranalyses. Daarnaast zal handhaving ingeschakeld worden bij gerichte controles op de afvalstromen. Hierbij kan zowel preventief als repressief worden opgetreden.
Communicatie Na goedkeuring van het voorstel zal voorafgaand aan de invoering een communicatietraject worden uitgevoerd in samenwerking en overleg met de gemeenten. De huishoudens worden via website, nieuwsbrief en advertenties op de hoogte gebracht van de veranderingen in de wijze van aanbieden en inzamelen van de drankkartons.
Financiën De hoeveelheid ingezamelde drankkartons bedraagt per jaar minimaal 840 ton. De vergoeding bij aanbod van deze afvalstroom bedraagt in 2016 en 2017 € 398,- per gesorteerde tonnage. Gesorteerde tonnage is vastgesteld op 85% van de ingezamelde hoeveelheid drankkartons. Onderstaande de financiële effecten bij implementatie. . Onderdeel Vergoeding Communicatie Logistieke kosten Sorteerkosten Vermeden verbranding restafval Kosten / baten Positief resultaat Positief effect AVH per huishouden
Hoeveelheden 714 ton
baten € 284.172,-
kosten
resultaat
€ 10.000,€ 216.068,€ 49.587,-
714 ton € 51.702,€ 335.874,-
€ 275.655,€ 60.219,€ 0,64
Uitvoering De inzameling van de drankkartons wordt geïntegreerd in de bestaande inzamellogistiek voor kunststof verpakkingsafval. Voor de inzameling wordt hetzelfde inzamelmiddel gebruikt. Door de toename van de totale inzamelhoeveelheid van de afvalstromen kunststof verpakkingsafval + drankkartons zal extra personeel en materieel worden ingezet. Bijlagen Geen
Informatienota Aan: Van: Onderwerp: Portefeuillehouder: Datum collegebesluit: Geheimhouding:
Commissie Bestuur College van B&W Aanpak AVRI illegale bijplaatsingen afval Hertogenwijk wethouder L. Verspuij 13 januari 2015 Ja / Nee
Kennisnemen van: Het voorstel van AVRI om de illegale bijplaatsingen van afval in de Hertogenwijk te beperken.
1.
Inleiding
Vanaf oktober 2009 zamelt AVRI huis-aan-huis het kunststof verpakkingsafval in bij huishoudens in Regio Rivierenland. Het afval wordt iedere 2 weken huis-aan-huis ingezameld door middel van plastic zakken en bij een bepekrt aantal locaties met verzamelcontainers. In de Hertogenwijk wordt regelmatig illegaal kunststof verpakkingsafval bij de ondergrondse inzamelcontainers geplaatst, buiten de inzameldata om. Afgezien van een rommelige aanblik leidt dit ook tot een toename van zwerfafval indien de inzamelzakken scheuren, bijvoorbeeld door verwaaien of katten. Regelmatig worden hierover bij AVRI en de gemeente Tiel klachten ingediend. Dit onderwerp is ook tijdens de wijkschouw Tiel-West op 27 november 2014 aan de orde geweest, naar aanleiding waarvan er in de Gelderlander een artikel over geplaatst is. Naar aanleiding hiervan is AVRI voornemens het probleem op een integrale wijze aan te pakken, door een combinatie van: plaatsing van een verzamelcontainer voor plastic verpakkingsafval (vanaf medio januari 2015); het geven van gerichte voorlichting; handhaving; monitoring. Na 3 maanden zal er een evaluatie van de aanpak plaatsvinden.
2.
Kernboodschap
Er worden concrete maatregelen genomen om de illegale bijplaatsingen van afval in de Hertogenwijk te beperken.
3.
Gevolgen
Na 3 maanden zal de situatie worden geëvalueerd; dan zullen de gevolgen van de aanpak in beeld zijn.
4.
Vervolg
Naar aanleiding van de evaluatie kan worden bekeken welke vervolgaanpak zinvol is.
Bijlagen 1. 2.
Memo AVRI Artikel in De Gelderlander
Pagina 1 van 2
Meer informatie: Team: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Stad H. Bergsma 0344-637243 [email protected]
Pagina 2 van 2
Aan
Gemeente Tiel t.a.v. Henk Bergsma
Van
Nol Macleane
Kopie aan
Heleen van Keulen, Martijn Verharen, Ruben de Kruijff
Datum
9 december 2014
Betreft
Aanpak bijplaatsingen Hertogenwijk te Tiel
MEMO Inleiding De Hertogenwijk in Tiel bestaat qua bebouwing voor een groot gedeelte uit hoogbouw. In de Hertogenwijk zijn een aantal ondergrondse afvalcontainers geplaatst voor het aanbieden van restafval, textiel en papier. Het kunststof verpakkingsafval wordt tweewekelijks huis aan huis ingezameld door middel van plastic zakken. In de Hertogenwijk staat geen brengvoorziening voor kunststof verpakkingsafval. In de vergadering van het Algemeen bestuur op 22 juni 2009 is besloten gelijktijdig met de start van huis-aanhuisinzameling van kunststofverpakkingsafval een proef te starten met een brengsysteem voor hoogbouw en binnenstad. Op verschillende locaties in gemeente Tiel zijn conform het besluit als proef een tiental bovengrondse brengvoorzieningen voor kunststof verpakkingsafval geplaatst. Op twee locaties zijn als proef ondergrondse perscontainers geplaatst. Probleem: Bijplaatsingen van afval In de Hertogenwijk te Tiel wordt regelmatig illegaal afval bij de ondergrondse afvalcontainers geplaatst. Het afval bestaat voor een groot gedeelte uit kunststof verpakkingsafval.
Hoe werkt Avri nu aan het probleem Handhaving De Hertogenwijk is een hotspotplaats voor onze handhavers. Iedere dag wordt gehandhaafd op het aanbiedgedrag. De acties die daar uit voortvloeien variëren van posten in de wijk tot en met het houden van een buurtonderzoek. Er wordt nauw samengewerkt met woningbouwverenigingen. Tijdens de buurt- en wijk overleggen bespreekt Handhaving de situatie met de diverse partners zoals de wijkagent, woningbouwvereniging, de gemeente en met de bewoners. In de Hertogenwijk zijn tot nu toe 17 proces verbalen opgemaakt en een aantal waarschuwingen geschreven op het verkeerd aanbieden van afval (kunststof zakken). Om de problemen omtrent het aanbiedgedrag van de inwoners aan te pakken zijn met kennisgeving aan gemeente Tiel een aantal actiepunten opgesteld. Onderstaand zijn vier actiepunten omschreven. Brengvoorziening voor kunststof verpakkingsafval. 1. Voor de periode van 3 maanden wordt in de Hertogenwijk een bovengrondse brengvoorziening geplaatst voor het aanbieden van kunststof verpakkingsafval. De brengvoorziening maakt deel uit van de reeds bestaande proef van brengvoorzieningen voor kunststof verpakkingsafval in de gemeente Tiel. Medio januari zal deze brengvoorziening worden geplaatst. De container wordt niet in de directe omgeving van de ondergrondse containers te geplaatst in de hoop dat de inwoners geen restafval bij het kunststof verpakkingsafval gooien. De exacte locatie wordt in overleg met gemeente Tiel bepaald.
2. De huishoudens in de Hertogenwijk ontvangen in dezelfde periode een brief waarin een beroep wordt gedaan op de medewerking van de inwoners om het afval op de juiste wijze aan te bieden. In de brief zal tevens aandacht worden besteed aan de handhavingacties. 3. In deze 3 maanden wordt gemonitord hoe de kwaliteit van het kunststof verpakkingsafval is dat afkomstig is uit de brengvoorziening in de Hertogenwijk. De kwaliteit van het kunststof verpakkingsafval uit de huidige brengvoorzieningen is voldoende. 4. Handhaving zal de huidige werkwijze, zoals omschreven en op dit moment wordt uitgevoerd, continueren. Resultaten De resultaten van de acties zullen worden verzameld. Deze resultaten zijn gebaseerd op: - Het aantal bijplaatsingen bij de ondergrondse brengvoorzieningen - De hoeveelheid aangeboden kunststof verpakkingsafval via de brengvoorziening in de Hertogenwijk - De kwaliteit van het kunststof verpakkingsafval uit de brengvoorziening in de hertogenwijk - De inventarisatie van de handhavingsancties die worden uitgevoerd tijdens de genoemde periode Als blijkt dat de afvalstroom kunststof verpakkingsafval afkomstig uit de brengvoorziening in de Hertogenwijk structureel teveel is verontreinigd adviseert Avri de gemeente Tiel deze container te laten verwijderen. Wat doet Avri nog meer Binnen de flankerende maatregelen wordt er door Avri een onderzoek uitgevoerd naar de haalbaarheid van de plaatsing van ondergrondse perscontainers bij supermarkten en invoering van minicontainers bij grondgebonden woningen. Bij invoering van zal de huis- aan - huisinzameling van kunststof verpakkingsafval in plastic zakken worden beëindigd.
Einde De notulen van deze vergadering vindt u terug op het Raadsinformatiesysteem van de gemeente Tiel. http://raad.tiel.nl