k e r k e n w e r k e n c o m m u n i c a t i e i n g e m e e n t e e n p a ro c h i e
De statische en vloeibare kerk Via kranten, TV en radio werden we voortdurend opgeroepen om op zaterdag 12 juni naar Utrecht te komen voor het landelijke feest van de Protestantse Kerk: een feest voor ‘de statische kerk’ , zou je kunnen zeggen. Soms heb je het gevoel dat er meer energie is gestoken in de nieuwe kerkorde en regelgeving van het instituut “Protestantse Kerk Nederland” ( PKN) dan dat er een nieuwe beweging is gegroeid. k lees in dezelfde week het boek van Riet BonsStorm “Met één been in de kerk” met haar pleidooi voor een ‘vloeibare kerk’.....een postmoderne kerk, die mensen verbindt via allerlei beweeglijke groepen, die als knooppunten in een web met elkaar verbonden zijn. Iedere knoop in het netwerk is een concretisering van ‘kerk’. De interviews uit het boek van Riet Bons zijn zeer herkenbaar: de moeite van de geinterviewden met de ‘eenheidscultuur’ in de kerk, met ‘één maat, die iedereen moet passen’. En op een laag dieper: de moeite met ‘één Waarheid, die voor alle tijden en plaatsen geldig is en die in onze tijd zo aantrekkelijk mogelijk verkondigd en verbreid moet worden’. Het ademt zo’n hierarchische, bevoogdende sfeer.
De analyse van Riet Bons tekent scherp de uitdaging, waarvoor de kerk wordt geplaatst in de postmoderne cultuur. Hoe de kerk een positieve aansluiting kan vinden bij postmoderne mensen met hun behoefte aan authenticiteit en passie.....daarvoor geeft zij slechts enkele aanzetten onder de slogan “een kerk die verschil maakt”. Temidden van de statische kerk gebeuren inmiddels ook heel veel vloeibare activiteiten, waarin mensen - mannen en vrouwen, kinderen en senioren, gezonden en zieken, homo’s en hetero’s, zwarten en witten - tot hun recht komen en samen vorm geven aan hun geloof en twijfel, hun zoektocht naar hoe te leven met vreugde, recht en liefde. Zoeken en experimenteren, maar ook een proces om in te geloven! Ik sta nu meer dan 20 jaar in het ambt van predikant en houd het nog steeds uit met “één been in het instituut kerk en met één been erbuiten”! Een spagaat die ik wil volhouden omdat ik van de kerk én van mensen houd! Aty van Noort predikant Protestantse Gemeente Purmerend
con†act
zomer
2004 jaargang 14
nummer 2
2. kerk en overlijden 2. bezinning 3. media-storm
met mensen in en rondom kerk en parochie
6 redactiestatuten 7. communicatiestatuut Leiden 8. kaarten in de kerk 9. gein van geloven 10 Met één been... 11 op Internet verder 12 Kerkendag (Fr) 13 Tsjerkepaad 2004 14 Breezertaal 16 Dorpsnieuws 17. De Kerk Vlieger 18. PKN en media 19. PKN werkboek 20 boekbesprekingen 21 Rampenplannen 22 cursus Pers 23 korte berichten 23 het product kerk 24. bij het kerkblad?
con†act
zomer 2004
1
De rol van de kerk bij begraven of cremeren
Als een dierbare overlijdt De kerken in Gorinchem hebben een brochure samengesteld, dat zij willen aanbieden aan mensen die geconfronteerd worden of na willen denken over begraven en crematie. De aanleiding voor het verschijnen van deze handreiking is gelegen in het feit dat er weinig of niet gesproken wordt over overlijden en afscheid nemen. Het is min of meer nog altijd een taboe. Laat staan dat we nadenken over de wijze waarop we onze eigen uitvaart of die van een dierbare vorm en inhoud willen geven.
Belangstellenden, die eventueel een eigen versie willen maken, kunnen een exemplaar uit Gorinchem opvragen via www.kerkeningorinchem.nl of de redactie van dit blad
We gaan dit onderwerp het liefst uit de weg. Het is te bedreigend en te emotioneel. Je kunt je ook niet voorstellen dat het gebeuren zal. Tot op zekere hoogte is dat een gezonde houding. Met de dood valt niet te leven. Toch krijgen we er mee te maken of hebben we er mee te maken gehad. In het laatste geval hebben we mogelijk ervaren wat er allemaal komt kijken als er iemand overleden is. Hoeveel er geregeld moet worden en voor welke beslissingen je komt te staan. Dan moet er meestal zoveel gebeuren dat we ternauwernood tijd hebben om bewust keuzes te maken. Vaak ook worden dan allerlei mogelijkheden over het hoofd gezien omdat daar nooit over nagedacht is. Vandaar deze handreiking die een tweeledig doel dient. Op de eerste plaats wil het een aanzet zijn om er op zijn minst eens over na te denken. Nog beter zou het zijn als deze handreiking aanleiding vormt om een en ander vast te leggen in een testament, codicil of wensenformu-
lier. Zo’n document kan van grote betekenis zijn, want een overlijden overvalt ons altijd. Voor de nabestaanden kan het dan erg belastend zijn als zij geen idee hebben hoe iemand begraven of gecremeerd wil worden. Daarbij komt dat een uitvaart die in de lijn van de overledene wordt gehouden erg troostrijk kan zijn. Het is dus zaak om het weloverwogen te regelen. Dit gedeelte is geschreven door ds. Hans van der Linden. Op de tweede plaats wil deze handreiking een aantal praktische zaken aan de orde stellen die kunnen helpen bij het regelen van een uitvaart. Dan moeten er namelijk in korte tijd een aantal keuzes worden gemaakt, die in die ogenblikken zeer ingrijpend zijn. Deze informatie is geschreven voor de situatie in Gorinchem. Pastores uit verschillende kerken beschrijven wat de mogelijkheden zijn om hun kerk in de uitvaart te betrekken. Redacteur van de Gorcumse informatie is ds. Nico van Tellingen. Achterin het boekje staan ten slotte adressen die van belang kunnen zijn rond de uitvaart. De brochure is in Gorinchem voor belangstellenden gratis af te halen bij de deelnemende kerken en publieke plaatsen als stadhuis, bibliotheek en Beatrixziekenhuis. Binnen een maand vonden ruim 200 brochures de weg naar belangstellenden. Blijkbaar is het toch een onderwerp dat in brede kring leeft. Pastores in het ouderenwerk ervaren het als een goede aanleiding om het onderwerp bespreekbaar te maken. Door de speciale productiewijze is er een boekje ontstaan van 20 pagina’s met een full colour omslag, dat toch heel betaalbaar is en kan worden besteld en nabesteld in elk gewenst aantal (minimum aantal de eerste keer 100 ex.).
Bij het samenstellen van dit nummer en de planning van de komende nummers bekruipt me wel eens het gevoel dat al het kerkenwerk in con†act aan bod dreigt te komen. En waarschijnlijk is dat ook zo, want de kerk is een gemeenschap van mensen en die onderhouden contacten met elkaar. Of het nou gaat om catechese en pastoraat, diaconie of evangelisatie, bijbel of liedboeken, gemeente of bedrijfsleven, bidders en zoekers. Daarom geven we in elk nummer van con†act zoveel mogelijk voorbeelden uit de praktijk. Niet om klakkeloos na te volgen maar om in je eigen situaties (indien nodig) toepasbaar te maken. Daarom geven we vooral die boeken aandacht waar je mee aan de slag kunt, zoals in dit nummer het PKN-werkboek ‘Bronnen voor beleid’ en het komende Handboek Diaconaat. Daarom laten we aan de hand van een concrete situatie zien wat je plaats in het rampenplan kan zijn. Want voor de redactie is het uitgangspunt: als je een jaar niets wijzer bent geworden van con†act zeg het dat meteen op!
2
con†act-van de redactie
zomer 2004
Omgaan met de media
Lessen uit het nieuws Pastor zijn onder druggebruikers is werken aan de rand. Aan de rand van de kerk, aan de rand van de samenleving. Mooie plek. Je kan er alles van alles maken en meemaken, en niemand die op je let. Af en toe een stukje in de Horizon. Een enkele keer een opname voor Radio 5 (747 AM). Daarmee heb je de kerkelijke en maatschappelijke belangstelling voor dit werkgebied wel gehad. Werken in de luwte. - Dat was het, totdat op een dag een groep van acht jonge ‘Marrokanen’ één van onze gemeenteleden doodtrapten: Anja Joos. In één klap stonden de vrouw, de druggebruikers en de pastor ‘die-haar-zo-goed-gekendhad’ midden in het nieuws. Zelf zou ik na zo’n tragisch voorval met de eigen mensen bezig willen zijn. In de realiteit volgden een paar roerige weken waarin collega Nelly Versteeg en ik vooral veel met de media te maken hebben gehad. Wat is nieuws? Anja’s dood kwam in het nieuws doordat hier een paar maatschappelijke factoren in één geval bij elkaar kwamen: het eigenrecht (prins Bernhard), overlast door druggebruikers, Marrokaanse jongeren, zinloos geweld. Maar op zichzelf was dit voorval voor de mensen in de scene niet veel schokkender dan andere ervaringen. Dood, geweld en ziekte horen al jaren bij het leven in de scene. Tekenend hiervoor was de reactie van de vrouwen van de nachtopvang bij het horen van dit nieuws: “Anja doodgeslagen? Was het door een klant?” Anderen zeiden prompt: “Nou ik werd laatst ook flink gemept, toen ik betrapt werd.” Een laatste zei: “Het moet wel duidelijk zijn dat Anja een flink knietje gehad heeft. Dadelijk gaan ze zeggen dat ze aan de AIDS is doodgegaan.” Maar de samenleving had even ‘de rand’ ontdekt. Plots wilde iedereen iets weten over de ‘mens’ achter de ‘junk’. – Zelf dacht ik: Waarom willen jullie dat nu weten? Er lopen in Amsterdam al jaren 5000 mensen zoals Anja van wie je al jaren ‘de mens’ achter de bla bla kunt zoeken. Dit gevoel staat aan de basis van wat ik les 1 zal noemen: de media maken het nieuws om er vervolgens zelf achteraan te rennen. Ze doen er alles aan om je te laten geloven dat wat zij willen heel belangrijk en vanzelfsprekend is. Maar realiseer je dat het in de eerste plaats hun belang is. Blijf rustig en zorg dat je weet wat jouw belang is. Concreet: vraag altijd bedenktijd en durf ‘nee’ te zeggen.
con†act-praktijk
Les 1: de media maken het nieuws om er vervolgens zelf achteraan te rennen Het was onwerkelijk om plotseling dat hele media circus over je heen te krijgen. Gelukkig waren we in deze situatie met z’n tweeën. Op de dag dat de dood van Anja bekend werd, zaten “Barend en Witteman” gelijk aan de lijn. Zij wilden iemand hebben die ‘winkeldief’ en ‘drugsverslaafde’ Anja persoonlijk had gekend. Het was toen nog helemaal niet helder wat er zich had voorgevallen. Nelly nam de telefoon. Ik was met een uitvaart bezig. Mijn collega liet zich niet gek maken en wilde zelf niet naar de studio komen. Maar de redactie wilde iemand voor hun programma hebben. Hoewel Nelly duidelijk had gemaakt dat ik met een begrafenis bezig was, drongen ze er toch op aan: “Kan meneer Gilhuis echt niet worden gestoord? Wij moeten namelijk voor vijf uur het programma rond hebben. Daarna kan het niet meer!” Na “Barend en Witteman”, was het een dag stil. Maar al gauw kwamen de programma’s die ‘de mens’ achter de persoon willen belichten. Programma’s die achtergronden belichten en portretten maken. Anja’s familie was niet te achterhalen en liet niks van zich weten. Bij ons was zij goed bekend en dus kwamen veel media bij ons terecht: SBS 6 Hart van Nederland, VPRO, KRO’s Netwerk, Kruispunt TV, Parool, Trouw, Radio 1, Radio 2, NRC, ANP, AT 5, RTV-NH enz. – Voor ons deed zich daar zich een dilemma voor. Enerzijds: Het is een uitgelezen kans om a.d.h.v. Anja uitgebreid te vertellen wat het wel en wee van druggebruikers is. We hadden de kans om de media voor onze zaak te gebruiken. Anderzijds: we zijn pastor, vertrouwenspersonen met een beroepsgeheim. Wat kunnen we wel en wat kunnen we niet vertellen? We werden gedwongen om goed te denken over het eigene van ons werk. Ben ik een actievoerder die zoveel mogelijk slagen moet maken voor zijn doelgroep? Of ben ik een pastor die het vertrouwen van zijn mensen moet bewaren? Les 2: bedenk goed wat voor jou het eigene van je werk en positie is. Neem van daaruit je beslissingen. Een ding hadden we al bedacht. Wat gisteren nog ambtsgeheim was, is dat vandaag ook nog, ook als de persoon in kwestie is overleden. Wij zijn pastores van een gemeenschap en over de mensen in die gemeenschap vertellen we alleen iets persoonlijks wanneer dat in de passende context van de gemeente valt. In dit geval zou dat de herdenkingsdienst voor de begrafenis zijn. Alle media die iets over Anja’s leven wilden weten verwezen we naar de begra-
zomer 2004
Gerson Gilhuis (1971) studeerde aan de VU en werkt als drugspastor in Amsterdam. Reacties:
[email protected]
3
Omgaan met de media
fenis: “U bent dan van harte welkom, en als u dan nog wat te vragen hebt, staan we u na afloop graag te woord”. Al gauw bleek dat de media via andere bronnen al snel net zoveel wist als wij zelf. Ondertussen rolde de zaak verder. Anja zou hebben gestolen en overal in het land werd er stevig over druggebruikers, overlast en eigenrichting gesproken. Over de persoon zouden we niet praten, maar over de positie van druggebruikers wilden we wel wat kunnen zeggen. De meeste media was daar echter niet in geïnteresseerd. Wel was er een verzoek van Radio 1 journaal voor een life interview op vrijdag middag. Ik had daarvoor heel goed met een burauredacteur gesproken. Eindelijk iemand die de tijd nam voor inhoudenlijke vragen. Voor de radio zou ik echter alleen met Sjors praten. Daar zag ik tegenop, omdat het zo’n gevat mannetje is. Maar goed, een ervaren media theoloog adviseerde mij als volgt: “als je ergens de kans krijgt om als kerkfiguur je punt te maken moet je het altijd doen. Je kunt altijd op je bek gaan, maar dat is nooit erger dan het positieve effect van de publiciteit op zich.” Ik heb een nacht slecht geslapen en een paar afspraken afgezegd om vrijdagmiddag beschikbaar te zijn. Een half uur voor de uitzending werd ik gebeld door een mevrouw: “Het spijt me meneer, maar het interview met u kan helaas niet doorgaan. Premier Balkenende staat op het punt om een persconferentie over Mabel Wisse Smit en Johan Friso te geven en die moet rechtstreeks door worden uitgezonden. We kunt helaas ook niet een andere keer komen.” Les 3: vertrouw er niet op dat hun toezegging wordt nagekomen Iets degelijks overkwam ons ook met de journaliste van KRO’s Netwerk. Zij was de eerste van de TV die ons opzocht en de laatste waar we vanaf kwamen, zonder ook maar iets bereikt te hebben. En zij was nog zo enthousiast over Anja en ons werk. Ze zag het helemaal zitten om van ons een item voor Netwerk te maken. Netwerk zou bij de begrafenis komen filmen en daar met ons na afloop een interview houden enz. enz.. Elke dag telefoontjes. Drie weken lang. Einde van het verhaal, programma ging niet door. Het ergste van alles was dat we aan het begin min of meer hadden beloofd dat wij iets ‘exclusiefs’ voor
4
con†act-praktijk
Netwerk zouden doen. Daarom hadden we Kruispunt TV en SBS 6 Hart van Nederland laten schieten. Zeer tot hun ongenoegen, omdat dit soort afspraken zeer tegen de ethiek in omroepland schijnen te zijn. Les 4: laat je niet in de onderlinge concurrentie van de omroepen meeslepen Met de storm aan publiciteit die volgde voelde ik de behoefte om op de een of andere manier wel te laten zien hoe het gebeurde onze gemeenschap had getroffen. Ik hoopte op een artikel die de ‘menselijke’ kant van de drugsproblematiek zou laten zien. Voor onze mensen hielden we op zondag in de Crypte een eigen viering. We lieten in deze viering TV en Radio buiten de deur. Ik had echter wel iemand van de pers erbij gevraagd. Een journalist van het Parool. Dit was dat de krant die het meest erover had bericht. Ik wist dat religie niet direct hun sterke punt was en daarom nodigde ik de man vantevoren uit om hem goed te vertellen wat wij als drugspastoraat beogen en hoe onze vieringen zijn. We hadden een unieke viering. Het huis was afgeladen vol. Warm, mensen branden kaarsen en na het lezen van een Psalm viel spontaan een diepe stilte, die langer dan een minuut aanhield. Daarna een gesprek zoals gewoonlijk, met openhartige meningen van gebruikers, en een gebed waarin we onze nood voor God legden. Ik was blij dat er iemand van de pers bij was om dit te registreren. Maar wat ik zag en voelde, was niet wat de man zag. Het artikel de volgende dag kopte: ‘Junk is bang voor gewone man’, en het enige wat de man over de sfeer en de dienst in de Crypte kon zeggen was dat er ‘zoals gebruikelijk een run was op de gebruikerskoffie met een krentebol’. Verder alleen de quotes van druggebruikers, los van iedere contekst. Hij had net zo goed de straat op kunnen gaan, maar in de Crypte had hij lekker veel gebruikers bij elkaar. les 5: wat jij ziet en belangrijk vindt is niet hetzelfde als wat anderen zien Van alle media wijdde alleen Trouw een artikel aan de religieuze/kerkelijke dimensie van wat het drugspastoraat doet. Achteraf vind ik het opvallend dat van alle ‘levensbeschouwelijke’ bladen er geen enkele was die in dit voorval aanleiding zag voor een artikel. Centraal
zomer 2004
Omgaan met de media
Weekblad, niks, Horizon, weg, Kerkinformatie, te druk met SoW, via de redacteur van Radio 1 was bij Volzin een suggestie gedaan, maar die hadden vier jaar geleden al eens over het drugspastoraat geschreven.... Terzijde, maar ook opvallend: van alle landelijke bladen was de Telegraaf de krant die er het minst over schreef. Een jaar eerder had deze krant nog breeduit geschreven over de Albert Heijn medewerkers die in Amsterdam-Oost een winkeldief hadden geslagen en de reactie van Prins Bernhard op het geval. Wat mij uiteindelijk de meeste aandacht opleverde was de toespraak na de stille tocht voor Anja. Ik had me niet gerealiseerd wat mijn uitspraken op zulke momenten teweeg zouden kunnen brengen. Er zouden vijf mensen spreken, onder wie burgemeester Cohen. Van de organisatie mocht het niet meer dan drie minuten zijn. In driehonderd woorden moest ik het zeggen. Als je het dan een beetje wil laten uitkomen, moet je iets neerzetten. Ik had er wel over nagedacht om het retorisch in de kleden. Zo’n zin als “Anja was een van ons” en deze een paar keer herhalen, zou het wel doen. Ik wilde polarisatie voorkomen in de discussie over de buitenlanders en tegelijk de samenleving erbij bepalen dat buitenlanders én druggbebruikers bij ons horen. Dat je deze groepen niet zomaar aan de kant kunt schuiven, hoeveel problemen ze ook veroorzaken. Het is ook óns probleem. En dus sprak ik ook over ‘de ziekte van deze tijd’. Het moest kort en bondig. De kans om mijn punt te maken. Toen ik zei dat ook de daders “een van ons” waren, kwamen er felle reacties. Van de mensen die meeliepen was ik dat wel gewend. Achteraf bedenk ik dat ik de boosheid die er t.a.v. de daders bestond beter had moeten verwoorden. Maar ik vond dat ik de enige was die zoiets kon en moest zeggen. Daar ben ik dominee voor, om van de groep te zijn en tegelijk tegenover de groep te staan. Verzoening gaat langs pijn, anders niet. – Wat ik me niet realiseerde was het mediaeffect van deze zin. Opeens was ik iemand van het oude stempel (sociaal wenselijk links) die vond dat we maar lief en aardig tegen de buitenlanders moesten zijn. Dat had ik niet voorzien. Ik wilde helemaal niet iets aardigs over de buitenlanders zeggen. Maar ik wilde juist iets over onze samenleving zeggen die maar al te graag een zondebok voor haar eigen problemen zoekt en vervolgens haar handen in onschuld wast. Daarom zei ik: ‘de daders zijn één van ons’, maar ik vrees dat dát punt niet in de media over het licht is gekomen. – Natuurlijk kan het zijn dat ik gewoon anders had moeten communiceren om dat punt te maken. Maar als ik er theologisch op reflecteer dan denk ik dat hier juist een oeroud mechanisme aan het werk was, dat mijn punt bevestigt: wij willen er
con†act-praktijk
niet aan dat het probleem van de ander ook met óns te maken heeft. Net zoals de mensen in Jeruzalem er niet aan wilden dat de schandelijke dood van die man uit Nazareth alles met hun te maken had. – In zekere zin richtte ik mij in die toespraak ook tot de Nederlandse samenleving. Zij wilde wel horen dat die zielige vrouw uit de Pijp bij hen hoorde, maar niet dat ook de andere druggebruikers én de Marrokaanse jongeren een van hen zijn. les 6: achteraf is het genieten, maar zorg dat je vantevoren altijd een reserve energie hebt Door de dood van Anja ben ik me gaan realiseren dat mijn werk zich in niet luwte afspeelt, maar op een stormachtig front, dat de samenleving het liefst op een afstand houdt. Af en toe permitteert men zich een blik naar binnen, bij een bijzondere gebeurtenis. Maar ook in een gemeente kan het je overkomen dat je plotseling aan een stormachtig front zit: je bent dominee in Enschede of Volendam en je denkt, lekker rustig, tot er een ramp gebeurt. Ik probeer nu meer op mijn gemak te werken. Zo’n ‘ramp’ kost veel energie, want dan moet je er staan. En alsof de zaak zelf niet moeilijk genoeg is, komen ook nog al die media.... Zorg dus dat je een reserve aan energie hebt om uit te putten. Ik was op het moment van de Anja’s dood al een paar weken op volle kracht aan het werk. Het heeft mij een paar maanden gekost om weer een beetje bij te komen. Nu lijkt het net of het een allemaal ellende is. Dat is niet zo. Want als je je er goed doorheen slaat, geeft dat achteraf een zeer voldaan gevoel. En bovendien heeft de ‘hele wereld’ kunnen zien dat je goed werk doet. Voor een clubje als het drugspastoraat is dat mooi meegenomen.
Gerson Gilhuis
zomer 2004
Gerson Gilhuis
Dit artikel werd eerder geplaatst in ‘Onderhoud, vlugschrift’ voor verkondiging’ nr.1 onderhoudvvv@ hotmail.com
5
Redactiestatuut
Neem nou Gorinchem: één redactiestatuut buiten de eigen plaats. HaH-blad: twee, wekelijks, redactie bepaalt plaatsing berichten, kerkdienst-overzicht, verspreiding in de hele stad en haar verzorgingsgebied. Natuurlijk heb je als informatieleverancier vaak het liefst een plekje in alle media, dus stuur je overal een bericht naar toe. Maar als lezer heb je van al die herhalingen al snel de buik vol. Bovendien waar ligt de grens van privacy bij ‘lief en leed’?
Het is nog vrij recent: je had een kerkblad en je kreeg na lang aandringen een redactiestatuut. Mooi je wist waar je aan toe was, wat je vrijheden en beperkingen waren en je had een document in handen tegen de notoire klagers over de inhoud. Tegenwoordig heeft een beetje kerk minstens drie, zo niet meer media ter beschikking: kerkblad, nieuwsbrief, website, huis-aan-huis-krant en soms ook nog een regionaal kerkblad. Elk met een eigen redactie en meestal zonder statuut, kan alles wat binnenkomt mooi een plekje krijgen. Een zekere rivaliteit is vaak te bespeuren en ook het verwijt dat het één ten koste gaat van het ander Tijd om een afgestemd redactiestatuut te maken, waarin alle partijen worden benoemd en een plekje krijgen.
Dit is een voorbeeld om te informeren en aanzet te zijn tot discussie, zowel binnen het kerkbestuur als mét de betrokken redacteuren.
6
Om te beginnen zetten we de verschillende media op een rij met hun eigenschappen. Kerkblad: bij abonnees, kerkleden, eens per drie weken, één week kopij verwerking. Regio-kerkblad: classicaal, weinig abonnees in Gorinchem, beperkte ruimte, wekelijks. Nieuwsbrief: wekelijks, voor kerkbezoekers, kopij tot vrijdagmorgen, ook verspreiding bij kerktelefoners. Website: van uur tot uur, voor internetters, veel ruimte voor illustraties, ook niet-kerkleden, ook
De tweede stap is het stroomlijnen van de kopij. Er komt een centraal informatiepunt waar alle berichten een plekje naar toe gaan. Van daaruit wordt op basis van gemaakte afspraken beoordeeld wat waar naar toe gaat. Het kerkblad geeft interne informatie in ruimere beschrijvingen van activiteiten die voor actieve gemeenteleden van belang zijn. Alles wat met de organisatie te maken heeft komt daarin, dus ook toelichtingen bij het kerkelijk jaar, leesrooster, activiteiten van werkgroepen, verslagen van vergaderingen en bovenplaatselijke informatie uit de provincie of landelijk. Om het leesbaar te houden staan er ook meditatieve stukjes in en de nodige illustraties. De verslaggeving mag kritisch zijn, mits hoor en wederhoor wordt toegepast. Persoonlijke informatie is alleen van toepassing als er geen sprake is van ‘mogelijk snel wijzigende omstandigheden’. In het regio-kerkblad worden alleen berichten opgenomen waar mensen van ‘elders’ naar toe kunnen komen of baat bij hebben. Deze invalshoek zorgt ervoor dat de aard van de kopij toch beduidend anders is dan de locale informatie. In de zondagse Nieuwsbrief wordt die informatie gegeven die voor het volgen van de liturgie van belang is, en die voor bezoekers een meerwaarde geeft aan de dienst. Het melden van een adres voor een nagesprek is dus een vast onderdeel, als ook uitleg bij de doelen van de verschillende collecten. Verder is er de mogelijkheid om corrigerend te werken over informatie die via andere media was gemeld. Het is dus niet zinvol om delen van het kerkblad te herhalen of algemene mededelingen te doen. Denk bij het invullen van deze brieven ook eens aan gasten, die de dienst meemaken. Wat moet en wil je hen vertellen over ‘onze gebruiken en gewoonten’. De website heeft een vier-dubbele rol te vervullen. Ten eerste kan zij door de korte verwerkingstijd de laatste informatie geven over zieken,
con†act-redactiestatuut
zomer 2004
Een voorzet en reacties
wijziging van voorganger en laatste nieuws. Heel wezenlijk zijn de melding van nieuw geborenen, overlijden: datum en tijden van begrafenis en crematie. De tweede rol heeft te maken met de ruime mogelijkheden om illustraties aan te bieden, niet alleen van babies, maar ook van diensten, uitstapjes, vergaderingen, et cetera. Je kunt zelfs het kerkblad met kleurenillustraties opmaken, wat in die uitvoering ook op de webiste komt. De derde rol heeft te maken met de opslagmogelijkheden. Een website is een ideale mogelijkheid om zowel de nummers van het kerkblad, de nieuwsbrieven als ook vergaderverslagen op te slaan. Ook een digitale versie van de jaargids met adressen en werkgroepen kan hier een plekje krijgen, alhoewel deze informatie ook goed op de website zelf kan. Hier moet wel een duidelijke afspraak worden gemaakt welke informatie voor wie toegankelijk is, omdat... de vierde rol die van informatiebron voor de ‘langs-surfende’ bezoeker. Oud-gemeenteleden en aanstaande wijkbewoners kunnen zich zo informeren over de kerkelijke situatie, en kunnen er terecht voor het adres van de pastor of contactpersonen. Het laatste medium is het hah-blad. Als kerk praat je tegen iedereen in je omgeving. De technische gegevens zijn het makkelijkst: wie preekt waar, wanneer en hoe laat. Vergeet daarbij niet de website te noemen, zodat men zich ook verder kan oriënteren. Daarnaast kun je dit blad 3 tot 4 keer per jaar gebruiken voor een redactioneel artikel. Er moet dan wel een aanknopingspunt zijn, zoals een komende of vertrekkende predikant, een jubileum, sluiting van het kerkgebouw of restauratie. Dat zijn heel technische verhalen, maar je kunt ook denken aan persoonlijke artikelen over bijvoorbeeld de mogelijkheden tot het laten dopen van je kind, de verzorging van een uitvaart of een vertrouwelijk gesprek met een pastor. Een hah-blad met een levensbeschouwelijke vragenrubriek is mij nog niet bekend, maar zou wel een idee kunnen zijn om kennis te nemen van de vragen die er ook buiten de kerkleden leven.
>chronisch zieken: in het kerkblad, wel met de adressen van ziekenhuis en zorginstellingen voor een kaartje; >met spoed opgenomen meneer A. alleen de website; >kerstmarkt: kerkblad, regio-blad en hah-blad.
Natuurlijk moet er in verschillende situaties een keuze worden gemaakt, maar voorop staat daarbij voor wie is die informatie en hoe kunnen wij die bereiken. Duidelijke afspraken over de plaatsing van gegevens voorkomt dat iemand in een kerkblad wordt genoemd als ‘ziekenhuisopname’, bij het verschijnen van het blad al is overleden en pas na drie weken verschijnt het nieuwe blad. Belangrijk is om ook af te spreken wanneer de opslagfunctie van het kerkblad begint. Zijn er abonnementsgelden in het geding dan zou dat ervoor pleiten om alleen ‘oude’ nummers op te slaan. Je kunt dan eventueel het blad (in kleur) wel emailen en de abonnees daar de keuze voor geven. Is het blad gratis of is er een nadelig saldo, laat dan de website het meteen opnemen, want dat wordt toch de toekomst.
Dit concept werd voorgelegd aan de verschillende (eind)redacteuren. Daarbij vielen vier dingen op: a. de bekende tegenstelling tussen gedelegeerde verantwoordelijkheid en blijvende controle; b. ook in de reacties probeert iedereen toch wel het eigen medium wat naar voren te schuiven als belangrijk om meer kopijsoorten op te nemen; c. overleg prima, maar het moet niet nog meer vergadertijd opleveren; d. er bleek een negatieve houding aanwezig ten opzichte van de publieke toegankelijkheid van de website in relatie tot de ‘privacy’ van gemeenteleden en parochianen. Vreemd? De combinatie individualisering binnen de kerken (zie ook Bons-Storm) en de overdreven verwachting dat de halve wereld op onze kerkwebsite surft, geeft voedingsbodem aan een dergelijke opvatting. In het decembernummer hierover meer. Algemene conclusie was: ‘positief om verder uit te werken’.
Met een goede inzetbaarheid van alle media kan optimaal recht worden gedaan aan lezers en boodschappers. De vraag is alleen wie wordt de spil die alles kan aansturen. In de praktijk is een journalistieke kerkbladredacteur of websitebeheerder de meest praktische oplossing, maar of dat ook met de kerkelijke en plaatselijke historie valt te rijmen...
Leen van den Herik
Wat zijn nou de consequenties van een dergelijke afspraak. Laten we een aantal gebruikelijke kopijsoorten eens nader bezien.
Communicatiestatuut Leiden
>meditatie van de pastor/voorganger alleen het kerkblad; >kerkdiensten: kerkblad, regio-blad, website en hah-blad; >toelichting bij de kerkdiensten: kerkblad en nieuwsbrief; >verantwoording collecten: kerkblad. >aankondiging van kerkenraadsvergadering: kerkblad >met de agenda op de website; >bijeenkomsten werkgroepen en commissies: kerkblad; >orgelconcert of speciale diensten (bv. voor doven): ook het regio-blad en hah-blad;
Al eerder werd in ConTact geschreven over plannen van de Doopsgezinde en de Remonstrantse Gemeente in Leiden om een communicatiestatuut vast te stellen. Dit is inmiddels gebeurd. Het statuut regelt de gang van zaken, de rechten en de plichten, doel en werkwijze rond het kerkblad, de website en de perscontacten. Voor zover bekend is het de eerste maal dat een kerk een statuut voor diverse media en voor de mediapubliciteit opstelde. Het statuut is op te vragen bij Friso Keulen van de Do-Re gemeente in Leiden,
[email protected]
con†act-redactiestatuut
zomer 2004
7
Interview met Jonneke Bekkenkamp, bedenker van het Alfabetspel
Kaartspellen over geloven Hoe kwam je op het idee een spel te maken? Ik vind het zelf leuk om gezelschapspellen te spelen. Alles wat je zelf leuk vindt, gaat meestal ook makkelijk. Tot nu toe is iedereen enthousiast. Het is ook leuk te merken dat kinderen (vanaf 12 jaar, schat ik) er veel plezier in hebben om samen met volwassenen te spelen. Ze kunnen makkelijk meedoen met het gesprek. Ook mensen die normaal niet veel zeggen gaan zich roeren. Omdat je moet raden wat een ander vindt, wordt de aandacht goed verdeeld. Wat mij vooral verraste, was dat ook mensen die drie drempels over moeten voordat ze aan een spelletje willen meedoen, geanimeerd raakten. Dat komt denk ik doordat de spelregels echt heel simpel zijn. Wat hoop je dat het spel zal bereiken? Ik word ook regelmatig gebeld door gemeentes of het spel er al is, omdat ze het willen gaan spelen op een gemeentedag. Ik hoop dat het een kleine beweging wordt. Dat dit najaar heel veel gemeentes een eigen alfabet gaan maken. Negen oktober wordt een soort startdag. Samen met Zinweb gaan we dan met elkaar op één dag een spel maken, een historisch ABC-dg (doopsgezind) met prachtige woorden als ‘Vermaning’, ‘Voetwassing’ en ‘Bloeddoop’. Dat wordt dan online uitgezonden door Zinweb. Dan kunnen de mensen zien dat het echt niet ingewikkeld is.
Wendelmoet van der Meiden is redacteur van zinweb waarvoor ook dit interview is geschreven. Dr. Jonneke Bekkenkamp, is directeur van adviesbureau Zin&Zaken. Daarnaast is zij verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, afdeling Kunst, Religie en Cultuur, waar zij religieuze vocabularia doceert.
8
Is het ‘zielig’ dat we een spel nodig hebben om tot gesprek te komen? Waarom zielig? Het is geen noodgreep, maar gewoon eens iets anders. Het spel geeft de mogelijkheid om niet alleen in kerkelijke kring, maar ook thuis met kleinkinderen, buren en vrienden, eens op een niet-missionaire manier over hun geloof te praten. Voordelen van het spel zijn dat iedereen aan bod komt en dat je je wel móet verdiepen in wat de ander denkt. Het is echt frappant wat mensen die elkaar al jarenlang kennen niet van elkaar weten! Waarom is een geloofsgesprek belangrijk? Om de kerk levend te houden. De enorme terugloop komt volgens mij omdat mensen van de kerk verwachten dat ze daar vrij over religie en levensbeschouwing kunnen praten. Geloof is toch het primaire product van de kerk. Wat de kerk in de regel biedt zijn diensten, bijbelkringen en leesgroepen. Dat sluit niet aan bij de behoefte je eigen spiritualiteit te verwoorden en te ontwikkelen. De kerk moet verhalen, geloofswoorden en begrippen in de losse verkoop gooien. Ik denk dat er in gemeentes behoefte is met elkaar
con†act-actief
te praten over geloven. Allereerst een interne behoefte: de doopsgezinden bijvoorbeeld worden gemiddeld steeds ouder en ze zijn nog steeds vooral diakonaal en in het vredesproces voor anderen bezig. Ze willen zelf ook gevoed worden, en elkaar voeden. Vervolgens, als je nieuwe mensen binnen wilt krijgen, zul je toch vooral op dit punt wat te bieden moeten hebben. Helpt het spel om moderne woorden te geven aan de geloofsbeleving van vandaag? Wat ik belangrijk vind, is dat mensen beter leren praten over wat ze geloven. Al pratend ontwikkelen ze dan vanzelf met elkaar een nieuwe taal, nieuwe woorden en (levens)verhalen die die woorden ijken. De doopsgezinden zijn in zekere zin modern en mogen trots zijn op hun traditie. Met alle onderlinge verschillen hebben ze wel een gezamenlijke taal waarin ze zich bij voorkeur uitdrukken. Ik vind ook dat je niet sentimenteel moet doen over oude taal. Alleen, uit angst ouderwets en onbegrijpelijk gevonden te worden, laten kerkmensen soms taalschatten die ze in huis hebben liggen. Dat die woorden wel in popmuziek gebruikt worden bewijst hun evocatieve kracht.
Wendelmoet van der Meiden Het Alfabetspel kent drie edities: ABCreli, ABCdood &dan en ABCdoopsgezind. De spellen zijn te bestellen bij
[email protected] en kosten (incl. verzending) €15
zomer 2004
De gein van geloven
Evangelisch Lutherse gemeente Amsterdam De Evangelisch-Lutherse Gemeente Amsterdam (E.L.G.A..) werkt sinds 2002 hard aan de vernieuwing van het gemeenteleven. De neerslag ervan is, ten dele, te vinden in de Zwaan-serie: ‘De Zwaan slaat haar vleugels uit (organisatie van het beleidsproces)’, ‘Communicatie organisatie beleidsproces’ en de ‘Strategische koers’. Daar komt binnenkort het beleidsplan ‘De verassende kerk: maak van je belijdenis een belevenis!’ bij, dat recent is goedgekeurd door de kerkenraad. Deze publicaties zijn de markeringen van even zovele stappen in het beleidsproces dat tot vernieuwing van de gemeente moet leiden. Het is gelukkig niet alleen bij het schrijven van beleidsnota’s gebleven. Naast discussies in de gemeente zijn er ook concrete activiteiten ontwikkeld waarin de vernieuwing kiemt: • het Gemeenteblad heeft al een flinke gedaanteverwisseling ondergaan in vorm en inhoud en mag zich verheugen in een groeiende belangstelling, ook buiten de eigen gemeente; • er zijn themadiensten ontwikkeld die aansluiten bij de hoofdlijnen van de strategische koers. Het afgelopen jaar was dat de serie ‘Pelgrimeren tussen heimwee en verlangen’ en recent de serie ‘Ontmoeting en verdieping’. Aan het concept van dit type diensten wordt hard gewerkt door het team van predikanten. Toegevoegde waarde voor ‘hart, hoofd en hand’ is daarbij een leidend principe en heeft gevolgen voor de inhoud en vormgeving van deze diensten; • teamvorming: in het team van predikanten is daarmee een begin gemaakt, waarbij het gebruik van elkaars gaven en talenten een belangrijk aspect is. Deze teamvorming staat niet op zichzelf maar is nadrukkelijk gekoppeld aan de doelen die de gemeente zich stelt; • het ‘Festival van De Zwaan’: de kerkenraad heeft aan het begin van het beleidsproces er bewust voor gekozen om tijdens dit proces tastbaar te maken wat de lutherse gemeente zich bij die vernieuwing voorstelt. Dit evenement met als leidraad ‘De gein (genade) van geloven’ omvatte ‘De revue van de Goeie genade’, boottochten, een muziek- en korenfestival en een zogenaamde ‘Tischreden’ (een van Maarten Luther stammende maaltijd met gesprek en muziek). Het resultaat van het festival was niet alleen het grote aantal bezoekers: bijna achttien-
con†act-beleid
honderd mensen. De ‘winst’ zat ook in andere dingen: het zelfvertrouwen van de gemeente werd versterkt: wij mogen dan klein zijn, maar wij zijn wel degelijk tot iets in staat; een leerproces: het bleek overduidelijk dat planmatig werken de ruggengraat is voor een veranderende organisatie; dit werd zichtbaar in de ‘totaal’-aanpak (een integraal concept van o.a. het stellen van doelen en het evalueren van resultaten, inhoud en vormgeving, organisatie en promotie). Het leereffect zat ook in de confrontatie met voor ons als gemeente nieuwe dingen: b.v. wie zijn eigenlijk onze doelgroepen, wat is voor hen de toegevoegde waarde van wat wij willen bieden, hoe organiseren wij de promotie en sponsoring? het materiaal voor en over vernieuwing van de gemeente bevindt zich binnen de organisatie en de deelnemers; er is niet alleen in de gemeente behoefte aan dit soort activiteiten maar ook daarbuiten; uit het tijdens het festival gehouden waarderingsonderzoek bleek dit overduidelijk, ook van mensen die geen relatie hebben met de kerk; relaties (bedrijven en organisaties) bleken bereid om concrete activiteiten te sponsoren. Ook bladen buiten geijkte kerkelijke media waren geïnteresseerd in onze aanpak (b.v. belangrijke marketingbladen als ‘Adformatie’ en het ‘Tijdschrift voor Marketing’). In het najaar zal het accent steeds meer komen te liggen op de operationalisering van het nieuwe beleid. Veel concreet materiaal, dat in de loop van het beleidsproces is vergaard en ontwikkeld, zal een plek krijgen in de uitvoeringsprogramma’s. Het beleidsplan zelf, dat de basis is voor deze programma’s, bevat onder meer een visie op geloofs- en levenskunst met inhoudelijke handvatten voor het traceren van de toegevoegde waarde van het christelijke geloof. Daarnaast zijn er een marktverkenning te vinden, met inbegrip van een indeling van de ‘consumenten’markt, bouwstenen voor nieuw beleid én een blauwdruk voor een marktgerichte gemeente. Met geloof, vrolijkheid en vastberadenheid werkt de Evangelisch-Lutherse Gemeente Amsterdam aan haar nieuwe toekomst.
zomer 2004
Paul Schilderman, Beleidsmedewerker E.L.G.A. Voor inlichtingen: E.L.G.A., Handboogstraat 4, 1012 XM Amsterdam; telefoon: 020 – 6231572; e-mail: e; www.elgadam.nl
9
Dit is een startboek voor nieuw beleid en...
‘Nieuwe’ kerkleden Multimedia-project Met één been in de kerk Met het uitkomen van dit boek is een start gemaakt met een project om een groeiend aantal kerkleden als groep zichtbaar te maken. Mensen die kritisch kijken en reageren op de kerk, daarin veelal nog slechts passief betrokken zijn, maar anderzijds de kerk niet willen en kunnen missen. Zij hebben een duidelijk ‘verlangen naar een kerk die verschil maakt’. Dit boek biedt interviews met elf van deze mensen, een analyse door gespreksleidster en auteur dr. Riet Bons-Storm (voormalig hoogleraar Vrouwenstudie vakgroep Praktisch theologie aan de RU Groningen) en enkele lijnen voor verdere doorwerking. Doel hiervan is om in de eigen kerk of parochie deze mensen te herkennen.
dr. Riet Bons Storm is emeritus-hoogleraar RU-Groningen uitgeverij Narratio, Gorinchem isbn 90 5263 328 2 176 pag. €13,50
10
Het bleek niet gemakkelijk om vertellers te vinden. Ik probeerde aan namen en adressen te komen via kennissen, vrienden, predikanten, viavia. Het leek mij het beste dat ik de geïnterviewden niet of nauwelijks van te voren kende. In een brief legde ik mijn bedoeling uit, ik garandeerde anonimiteit en inzage in de tekst van het uitgeschreven gesprek, die zij zouden kunnen bijstellen als zij dat wilden. Sommigen wilden niet. Geloven en kerkelijk meedoen zijn heel persoonlijke zaken, daar bleken zij liever niet over te willen praten. Niet zelden bleek mij dat er schuldgevoel zat bij de mensen, die ik vroeg. Zij hadden het min of meer onbewuste idee dat ik hun gebrek aan meelevendheid in de kerk afkeurde en hen misschien wel in de boezem der kerk terug wilde trekken. De mensen, die mee wilden doen hebben nog iets met de kerk. Zij zien zichzelf absoluut niet als buitenkerkelijk. Ze doen wel mee met onderdelen van het gemeenteleven. Ze hebben kritiek. Ze willen zich niet laten uitschrijven, omdat ze nog iets van de kerk verwachten. Zo kreeg ik dus een bepaald soort vertellers. Mensen, die zich niet laten uitschrijven omdat zelfs dat hen niet interesseert (“ik ben als kind gedoopt. Ik heb me nooit bewust voor die kerk opgegeven, dus ik hoef me ook niet uit te schrijven”), zijn niet te vinden onder de informanten. Ik richt mij op de ambivalenten: met één been in de kerk. “Het is best ‘heftig’ als je je eigen woorden over je leven geschreven ziet staan. Maar zo ervoer ik mijn leven... Ik vond het een heel fijn interview, het gaf mij die dag een heel goed gevoel. Ook heb ik met mijn man over
con†act-cursus
het interview gesproken, dat was prettig”
De interviews zijn in hun geheel weergegeven. Zo kunnen zij het best tegen de lezer(es) spreken. Het gaat om het geheel van een mensenbestaan, om de ontwikkeling van het leven, het geloven en de relatie tot een kerk. Wij willen wat leren van de mensen, die vertellen over hun ervaringen met geloven en kerk. De mensen die ik bezocht en mij hun verhaal vertelden zijn bezig om zicht te krijgen op hun eigen gevoelens en gedachten. Mijn vraag om hun bijdrage nodigde hen uit tot nadenken over hun leven en geloven, zoals dat was en is. Tweede medium is de (toegestane) fotokopie van de interviews om met de mensen plaatselijk het gesprek aan te gaan. Wie herkent zich in welke personen uit het boek. Wat zou men zelf willen. Bewust worden niet heel veel suggesties aangedragen hoe met deze groep aan de slag te gaan, dat moet juist plaatselijk mét die mensen worden uitgewerkt. Daarvoor is het derde medium: de website idee-en-kerk.nl. (zie pag. 11). in feite wordt hier het praktische deel van het boek geschreven, maar dan ook letterlijk vanuit de praktijk. In hoeverre het later nog meer media (nieuwsbrieven, studiedagen, e.d.) worden ingezet, hangt af van de inzet van de gemeente-opbouwers en hun wensen.
zomer 2004
....op internet wordt het gevolg gemaakt
Ideeënmarkt voor kerk en samenleving Succesvol kerkenwerk staat of valt vaak met creatieve ideeën. In talloze gemeenten en parochies gaat veel tijd zitten in het zoeken naar originele invullingen van een speciale dienst, een slimme aanpak van een geldwervingsactie, een goed onderwerp voor een gespreksavond of de manier waarop je samenwerking met andere maatschappelijke organisaties gestalte geeft. Vaak is moeilijk om in te schatten of een idee zal aanslaan, hoe je het moet aanpakken en welke ervaringen ermee zijn. Hoeveel mensen zullen er op afkomen? Zijn er wellicht betere alternatieven? Is het eerder gedaan? Vragen als deze, waarvoor kerkleden in vele gemeenten of parochies zich gesteld zien, worden veelal ook gesteld door mensen die in andere plaatsen kerkelijk actief zijn. En zo wordt vele malen het zelfde wiel uitgevonden. Het kan ook anders. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van ideeën die elders succesvol zijn geweest. Als de omstandigheden vergelijkbaar zijn, waarom zou dat dan niet lukken in de eigen parochie of gemeente? Gebruikmaken van elkaars ideeën scheelt niet alleen veel tijd van vrijwilligers en beroepskrachten in de kerk, maar vergroot ook nog eens de kans op succes! De vraag is alleen: hoe kom je aan al die ideeën? De oecumenische Stichting Leve de Kerk biedt hiervoor een oplossing via Internet. Daar kunnen gemeenteleden en parochianen terecht op website www.idee-en-kerk.nl. Dit ‘virtuele kerkplein’ bestaat uit een ideeënbank met vele honderden ideeën voor iedereen die op zoek is naar inspiratie. Gerangschikt op allerlei facetten van het werk in de gemeente of parochie, zoals kerkelijke feesten, de aanwezigheid van de kerk in de buurt, bijzondere diensten, gespreksgroepen, jongerenpastoraat en kerk- en parochiebestuur. Bezoekers van de site kunnen er ideeën opdoen op allerhande terreinen maar ook reageren op bestaande ideeën, vragen achterlaten voor anderen en eigen ideeën voor kerkelijke activiteiten ter beschikking stellen aan anderen. Op die manier kunnen gemeenteleden en parochianen kennisnemen van geslaagde activiteiten elders, om die - eventueel in aangepaste vorm te gebruiken in de eigen gemeente of parochie. En wie zelf enthousiast is over een activiteit in de eigen kerk, die kan anderen daarin laten delen door hen via de internetsite van het idee op de hoogte te brengen. Zo ontstaat een virtuele ontmoetingsplaats voor iedereen die op het grondvlak van gemeente of parochie actief is of
con†act-n con†act-cursus
zich anderszins met de kerk verbonden voelt, waar ook in Nederland. Daarnaast wil Leve de Kerk ook ruimte geven aan mensen die zich niet (meer) thuis voelen in de gevestigde kerken, en daarom op zoek zijn naar andere vormen van gemeenschapszin en geloofsbeleving. Ook voor hen kan www.idee-en-kerk.nl dé plek zijn om die vormen te vinden, en anderen van eigen ervaringen te laten profiteren. De Stichting Leve de Kerk heeft een oecumenisch karakter en werkt onafhankelijk van kerken of kerkgenootschappen. In het bestuur zijn diverse gezindten vertegenwoordigd, en ook financieel is de stichting afhankelijk van bijdragen van kerken, instellingen, fondsen en particulieren uit de volle breedte van het Nederlandse kerkelijke speelveld. Het initiatief wordt zowel gesteund vanuit de grote protestantse kerken als vanuit de Rooms Katholieke Kerk en verder door tal van personen die actief zijn of waren bij christelijke media en belangenverenigingen, het bedrijfsleven, onderwijs, et cetera. Achtergrond van deze bewust gekozen onafhankelijkheid is dat de stichting nadrukkelijk ook kruisbestuiving wil bewerkstelligen: van ervaringen die zijn opgedaan in een parochie, kunnen protestantse gemeenten wellicht even goed gebruikmaken, en andersom. Ingediende ideeën worden, voor ze een plek krijgen in de ideeënbank, door een redactieraad uiteraard beoordeeld op praktische haalbaarheid, innovatief gehalte en relevantie. Maar of het idee geboren is in reformatorische, katholieke, oecumenische of bijvoorbeeld evangelische kring speelt geen rol. De kracht van het medium Internet is immers dat de meest verrassende combinaties kunnen worden gemaakt. Van dit unieke kenmerk wil de stichting dan ook volop gebruikmaken. Naar aanleiding van het boek van Riet Bons is er een nieuwe rubriek op www.idee-en-kerk.nl toegevoegd, namelijk ‘Met één been in de kerk’. Deze rubriek bevat een aantal ideeën en ervaringen van mensen die met deze kerkleden aan de slag zijn gegaan. Op die manier wordt het boek verder geschreven op Internet en vanuit de plaatselijke praktijk. In de komende nummers van Contact zullen we steeds recente ideeën van deze website benoemen en niet alleen van deze specifieke groep.
Jan Roest
voorjaar zomer 2004
Jan Roest secretaris stichting Leve de Kerk
1111
Friese kerkendag in teken van Chare Oecumenica
Leauwe, Hope en Leafde De Raad van Kerken in Friesland belegt voor de tweede maal een Provinciale Friese Kerkendag, en wel op zondag 29 augustus in Bolsward. Om 13.00 uur wordt in de Broerekerk aan het Broereplein het startschot gegeven voor deze manifestatie in het teken van ‘Leauwe, Hope en Leafde; dêr stean wy foar, dêr gean wy foar’ (Geloof, Hoop en Liefde; daar staan we voor, daar gaan we voor). Bedoeling van deze dag is de ‘Charta Oecumenica’, het handvest voor groeiende samenwerking van de kerken in Europa, tastbaar, voelbaar en bespreekbaar te maken en naar de regio te vertalen. Door deze Charta Oecumenica te ondertekenen hebben Europese kerken zich verplicht om in hun eigen omgeving eenheid van kerken en van culturen te bevorderen. De voorbereidingscommissie heeft de drie hoofdlijnen van de Charta tot rode draad gemaakt van het programma. De eerste hoofdstelling ‘wij geloven in de ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk’ is omgezet in activiteiten waarin men van verschillende bronnen van inspiratie kan proeven. Christelijk cabaretier en journalist Ruurd Walinga biedt een voorstelling aan onder de titel ‘Op leven na dood’ en ds. Hinne Wagenaar zal volgens zijn Fryske Teology vertellen over ‘Bonifatius en Fryslân’. Nico ter Linden komt met Lija Hirsch en Gertus Pasveer naar Bolsward om in het stadhuis Chassidische verhalen te vertellen en joodse liederen te zingen. Als inspiratiebron voor geloof en bezinning
De tweede hoofdstelling van de Charta ‘op weg naar een zichtbare gemeenschap van de kerken in Europa’ wordt vertaald in zang en muziek, een gebed in de stijl van Taizé en gelegenheid voor stilte en meditatie. Ineke Bakker, secretaris van de landelijke Raad van Kerken, zal spreken over ‘De weg van de Oecumene anno 2004’. Pastoor Jan van der Wal zal vertellen over ‘Doperse martelaren’ van rond 1535 en daar beelden van tonen. De derde hoofdstelling ‘de gezamenlijke verantwoordelijkheid in Europa’ oftewel ‘de dienst aan de samenleving’ krijgt gestalte in een debat waaraan Klaas de Vries (PvdA), Tineke HuizingaHeringa (ChristenUnie), Margreet Smilde (CDA) en Gerben Hoogterp (Groen Links) zullen deelnemen. Ds. Dini Stavenga-van der Waals zit deze discussie voor. Tot de activiteiten van dit deelthema behoren verder ‘de dialoog met moslims’ en ‘het wie, wat, waar van Kleurrijk Fryslân’. Daarnaast zal de Stichting Leefbaar Friesland de bezoekers de mogelijkheid bieden een persoonlijke ecologische voetafdruk te maken . Intussen is er op het Broereplein een markt van mogelijkheden waarop allerlei organisaties zich presenteren. De Friese kerkendag wordt om 17.00 uur afgesloten met een slotviering in de Martinikerk, geleid door pastoor Van der Wal en ds. Margarithe R. Veen, voorzitter van de Friese Raad van Kerken. De door brand verwoestte Broerekerk voor de restauratie die de kerk voorzag van een glazen dak is op zich al bewonderenswaard
Alle activiteiten zijn vrij toegankelijk. Voor meer informatie kan men terecht bij ds. Teije Osinga, Stobberoeier 7, 8567 KB Oudemirdum, telefoon 0514-571527, e-mail
[email protected]
12
kan men ook een cursus liturgisch bloemschikken volgen.
con†act-kerkleden
zomer 2004
Ts j e r k e p a a d 2 0 0 4
Kerkdeuren in Friesland gaan open Een kerk met de deur op slot is een vaker voorkomend fenomeen dan een open kerk. Met het uurtje op zondag als de klokken luiden voor de dienst is het vaak bekeken, al zijn er door de week in veel gebouwen ook allerlei activiteiten te beleven. Maar die zijn bedoeld voor de deelnemers aan die activiteiten. Gewoon een kerkgebouw binnenwandelen voor een moment van rust of bezinning of uit nieuwsgierigheid om het interieur van een godshuis te bekijken en de sfeer daarvan in je op te nemen, dat is veelal beperkt – en ook dat niet altijd – tot een aantal monumentale kerkgebouwen in de steden waar de gidsen je al staan op te wachten om de finesses van dat kerkgebouw uit de doeken te doen. In het buitenland is dat vaak anders. Zo ontdekte ds. Gerrit Groeneveld uit Sint Nicolaasga tijdens een verblijf in Denemarken dat daar tal van kerken gewoon open zijn als gastvrije plekken voor de passant, en niet eens altijd met een team van vrijwilligers voor de ontvangst. Met een prachtige gids van kerken langs de Deense wegen keerde hij naar het heitelân terug. En hij stelde de Friese Raad van Kerken de vraag: “Waarom zou zoiets ook niet bij ons kunnen?” Die vraag kwam als geroepen, want men was er juist bezig om zich te bezinnen op dat rare verschijnsel van eeuwig op slot zittende kerkdeuren. Pastoor J.R. van der Wal had op verzoek van de Raad in 2002 al een notitie geschreven onder de titel ‘De Tsjerkedoar is los’, met een warm pleidooi om de kerkgebouwen in de provincie open te stellen. Toen Groeneveld ook nog eens zijn Deense ervaringen inbracht, kwamen de activiteiten snel op gang. De Stichting Alde Fryske Tsjerken werd erbij betrokken en het Friesch Dagblad was bereid het project facilitair te ondersteunen. De werkgroep van de Raad van Kerken droomt van een veel grootsere aanpak, maar een bescheiden begin van het openstellen van kerkdeuren in een hele regio is er. Meer dan twintig kerken en kapellen in het gebied tussen ‘Rea Klif’ en Sint Nicolaasga zijn op tien zaterdagmiddagen in de zomer geopend. Tot grote verrassing van de Raad waren kerkenraden en kerkbesturen in dit gebied massaal bereid om mee te doen aan het initiatief. Een Tsjerkepaadgids nr. 1, De Liembulten maakt de geïnteresseerde bezoeker wegwijs in de regio en de betrokken kerken. Die gids is bij de VVV’s en in de kerken zelf verkrijgbaar voor 1 euro per stuk. De echte
con†act-samenleving
start van de route was op zaterdag 3 juli, toen kerkenpadgangers vanaf de twee uiterste punten van de route elkaar tegemoet fietsten onder leiding van gidsen. Zoals gezegd, het begin is nog maar bescheiden. Men streeft er naar in de hele provincie dergelijke kerkenpaden uit te zetten en het ook niet bij zomerse zaterdagmiddagen te laten. Veel discussie is er over de vraag of het dievengilde zich van de zo hartelijke gastvrijheid in kerkgebouwen meester gaat maken. De Raad van Kerken in Friesland maakt zich daar niet al te veel zorgen om, er van uitgaande dat parochies en gemeenten echte kostbaarheden veilig opbergen. Overweging is vooral dat ‘kerkelijke gemeenten gaan beseffen dat de kerk niet alleen van hen is, maar midden in de gemeenschap staat.’ Woorden overigens van Commissaris van de Koningin Ed Nijpels in zijn voorwoord van de Liembultengids.
zomer 2004
13
Va l n i e t i n d e g e g r a v e n k u i l
Breezertaal De geschreven jongerentaal heeft de laatste jaren een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Sinds een jaar of tien kennen we in Nederland een nieuw soort taal: chat- en sms-taal, ook wel Breezertaal genoemd. Deze taal komt voort uit de nieuwe manieren van communiceren die in het afgelopen decennium zijn ontstaan: chatten via een chatbox of een forum en sms’en via de mobiele telefoon. Chat- en sms-taal dankt zijn bestaan aan technische ontwikkelingen en dat maakt dat het niet voor iedereen te begrijpen is. Wie de technische boot heeft gemist, mist in dit geval dus ook de taalkundige boot. En dat treft natuurlijk vooral de 30-plussers.
Johan Vermeeren is werkzaam als infomedewerker bij Bureau Jeugdzaken van Politie Haaglanden en schreef dit artikel voor Narthex, tijdschrift voor levensbeschouwing en educatie. johan.vermeeren@ haaglanden.politie.nl
14
Sinds internet gemeengoed is geworden heeft chatten het dure telefonische babbelen via de babbelboxen verdrongen. Chatsites als Cu2, MSN en Partyflock zijn vooral onder jongeren immens populair (bijna 700.000 Nederlanders hebben een profiel op Cu2, dat is zo’n beetje 1 op de 23!). Bezoekers kunnen aan de hand van een vragenlijst een beeld van zichzelf neerzetten (een pro: van ‘profiel’) en dat samen met foto’s (picca’s, van ‘pictures’) aan andere bezoekers tonen. Die kunnen dan weer op het profiel reageren. Daarnaast hebben veel websites een forum, waarop bezoekers kunnen discussiëren over allerhande onderwerpen. Hoewel Chattaal geschreven taal is, heeft het veel weg van spreektaal. Dat is echter geen gebrek aan taalkunde van de kant van de schrijver. De term chatten is Engels voor ‘een praatje maken’ en spreektaal is per definitie sneller en korter dan schrijftaal. Er worden vaak informele boodschappen uitgewisseld en daarom wordt er een spreekstijlachtige schrijftaal gebruikt. Het is toch een beetje praten via de computer. Chattaal ziet er ook anders uit dan gewone schrijftaal. Sinds keyboard en computer pen en papier hebben verdrongen, is schrijven wel erg onpersoonlijk geworden. Een getypte boodschap ziet er al gauw kil, hard en afstandelijk uit. Niet voor niets vallen e-mails waarin kritiek wordt geuit zo vaak verkeerd bij de ontvangers. Om toch nog een persoonlijke draai te geven aan het onpersoonlijke bericht wordt de boodschap visueel ‘opgeleukt’. Waarschijnlijk speelt graffiti hierbij ook nog een rol. Jongeren zijn opgegroeid met graffiti en zijn er aan gewend om op een creatieve manier met letters en woorden om te gaan. Sms-taal kenmerkt zich vooral door economisch taalgebruik. Per sms-bericht kunnen maar 160
con†act-kerkbladen
tekens worden verstuurd en dat betekent dat er moet worden bezuinigd op letters en lettergrepen. Hoewel in chattaal deze noodzaak tot kort en bondig taalgebruik ontbreekt, is sms-taal ook de chatboxen en forums binnengeslopen. Het resultaat is een onbegrijpelijke brei, althans voor degenen die niet zijn ingewijd in de regels van economisch taalgebruik, emoticons en smileys en ‘opleuking’. Economisch taalgebruik De belangrijkste regel bij Breezertaal is dat zinnen en woorden worden ontdaan van overbodige ballast. Dat kan op verschillende manieren. • Geen leestekens gebruiken: Geen komma’s en punten. Hooguit een vraagteken of uitroepteken. •
Woorden schrappen. Woorden weglaten die kunnen worden gemist. Voorbeeld: Vanavond bioscoop? Heb je zin om vanavond met mij naar de bioscoop te gaan? •
Woorden afkorten. Heel handig hierbij zijn afko’s (een afkorting of samentrekking van woorden, meestal eindigend op een goed bekkende klinker). Voorbeeld: compu, aso, mokro, psycho, doblo, depri, chaggo (chagrijnig). Vaak worden woorden standaard terug gebracht tot een soort drieletterschrift. Voorbeeld: Moe Hui Mak Moet Huiswerk Maken Wee Nix Bet Weet niks beters •
Woorden samenvoegen: Waar mogelijk worden twee of meer woorden samengetrokken. Voorbeeld: Hoest?(Hoestie?) Hoe is ’t ie? Kweenie Ik weet het niet •
Letterwoorden: Een zin met letterwoorden ontstaat wanneer van elk woord in de zin alleen de eerste letter wordt gebruikt. Nederlandse en Engelse letterwoorden vrolijk door elkaar gebruikt. Voorbeeld: AenT Af en Toe EOM End Of Message TM Tot Morgen A/S/L Age, Sex, Location? XZJ Ik Zie Je
zomer 2004
van jongeren taal
•
Letters voor klanken: Woorden worden vervangen door letters met dezelfde klank. Voorbeeld: FF Even Cker Zeker CU See You ICQ I Seek You •
Cijferwoorden: Woorden worden vervangen door cijfers met dezelfde klank. Voorbeeld: G1 Geen Suc6 Succes Pr8ig Prachtig W8 Wacht 2day Vandaag •
Letters weglaten: Hierbij sneuvelt vaak de ‘-n’ op het eind van werkwoorden. Voorbeeld: Wete Weten Zoeke Zoeken •
Shordje: Staat voor short word: een kort woord. Hierbij worden de klinkers weggelaten. Voorbeeld: Ddlk Dadelijk Idd Inderdaad Grg Graag Hswrk huiswerk Mzzl Mazzel Emoticons en Smileys Wie met een minimum aan tekens wil duidelijk maken hoe hij zich voelt én tegelijkertijd zijn boodschap wil ‘opleuken’, kan emoticons en smileys gebruiken. Een emoticon is een emotional icon, een symbool waarmee een emotie wordt uitgebeeld. De term smiley is Engels voor lachebekje. Emoticons en smileys hebben één nadeel: wie ze wil lezen moet zijn hoofd meestal 90 graden kantelen. Na de muisarm en de sms-duim, is het nu wachten op de eerste melding van een smileynek..) :- ) Blij [ ] of ( ) Knuffel [::::] Mobieltje :- )) Erg blij O :- ) Engel :-|| Boos :- ( Verdrietig ;- ) Knipoog :-x Kus (||) Hamburger |-O Gaap!
:,( Huilen :D Lachen ((( ))):** Knuffels en kusjes (::()::) Hulp nodig? :-P Tong uitsteken /\../\ Gothic :-V Schreeuwen (:- ( Heel verdrietig :- 6 Doodmoe (_,_) Dikke kont
Opleuking Een getypte tekst is saai en onpersoonlijk, maar er zijn verschillende manieren om een tekst visueel aantrekkelijker te maken. • Spelen met hoofdletters: Geheel naar eigen inzicht hoofdletters en kleine letters afwisselen tot er een leuk en speels woordbeeld ontstaat. Voorbeeld: GeHeeL nAAr EiGeN iNziCHt HooFDlEttErS & kLeIne lEttErS AfWiSSeLeN tOt Er EEn LeUk & sPeeLs WooRdBeeLd oNtStAAt.
con†act-kerkbladen
•
Letter(combinaties) vervangen: Letters of lettercombinaties vervangen door letters met dezelfde klank of door tekens die op die letter(combinaties) lijken. Voorbeeld: nix niks muh saitmijn website xje ‘k zie je Wetuh weten zoekuh zoeken g33n geen @LL33N alleen th@nk u thank you KU$$je$ kusjes •
Woorden verlengen: Niet handig in sms-berichten… Voorbeeld: waarrrrr waarommmm Mzzlllll tzzzzzzz •
Vrije spelling: Alle spellingsregels worden overboord gegooid. Voorbeeld: sgool school Cewl cool sgatje schatje Gurl girl sow! zo! Loezer loser laf joe love you Tot slot nog een kleine waarschuwing voor wie na dit artikel zijn nieuwe kennis op jongeren in het wild wil gaan uitproberen: ‘Taal (…) is voor de eigentijdse tiener wat de PIN-code is voor een bankrekeninghouder. Het is dan ook niet aan te raden tienertaal te gebruiken zonder een grondige kennis van zaken. Na drie verkeerd ingetikte codes gaat er ergens een alarm over’ (Turbotaal, Jan Kuitenbrouwer 1987). Mzzzl!
Johan Vermeeren Literatuur Daniëls, W. (2000). SMS; teksten, smileys, sites. Uitgeverij Unieboek, Houten. Kuitenbrouwer, J. (1987). Turbotaal. Uitgeverij Aramith, Haarlem.
zomer 2004
15
Kerkbladen onder de loep
Ook dorpsnieuws hoort in kerkblad
De wereld verwereldlijkt, kerken verkerkelijken, en daar is waarschijnlijk ook niet veel aan te doen. Toch kun je proberen die twee wat bij elkaar te houden. Het hoeft misschien niet zo te zijn als in de Middeleeuwen, toen de kerk het ontmoetingscentrum bij uitstek was, maar iets daarvan kun je toch wel in praktijk brengen. En dat is eigenlijk helemaal niet moeilijk. Bij ons in Maartensdijk werd dit jaar de 4 mei-herdenking naar de katholieke kerk verplaatst omdat dat beter uitkwam, en hoewel men hier en daar de wenkbrauwen fronste over de ‘kerkelijke’ entourage van een algemene samenkomst, beviel dat prima. Ja, waarom niet. In heel veel kerkgebouwen zijn er activiteiten van allerlei organisaties, kerkelijk of niet kerkelijk, en dat leidt ook tot contact, wisselwerking, mogelijkheid om informatie te geven, gastvrijheid als vorm van kerkelijke aanwezigheid. Zeker, de verhuur spekt de kerkelijke kas, maar de immateriële effecten zijn niet te verwaarlozen. Ook uit PR-oogpunt zou je dergelijke mogelijkheden veel meer moeten benutten.
Daan van der Waals
[email protected]
16
Dat betreft ook het kerkblad. Tenminste: als we het willen zien. Soms kom je een kerk- of parochieblad tegen waarin zichtbaar wordt dat de kerk een plek heeft in een veel bredere plaatselijke gemeenschap. ’t Kevertje, kerk- en verenigingsnieuws voor Heeten – wekelijks verschijnend parochieblad - is zo’n op het hele dorp gericht orgaan. Neem het nummer van 5 februari. Na een pastoraal stukje over een ‘voettocht naar Rome’ volgt het kerknieuws met eucharistievieringen, misintenties, vormselvoorbereiding etc. etc. om daarna over te gaan in ‘verenigingsnieuws’ waarin onder meer de EHBO, de manege, de koninginnedag, een opfriscursus theorie autorijden en een erwtensoepactie in het zwembad de revue passeren. Het complete programma voor het weekend van voetbal, volleybal, handbal en badminton in dit Overijsselse dorp completeert deze aflevering.
con†act-kerkblad
Het is allemaal heel simpel en infoachtig maar het heeft iets weldadigs vergeleken met zoveel gemeente- en parochiebladen die de indruk wekken dat er vier grote muren om de kerkgemeenschap heen staan en dat alleen wat binnen die muren plaats vindt de moeite van het vermelden waard is. Er zit de boodschap in dat een mens meer is dan kerklid alleen en dat het ‘kerksegment’ niet los gezien moet worden van al die andere segmenten. Het is ook service naar anderen in het dorp. Al die plaatselijke verenigingen en instanties liften mee met het parochieblad en genieten op die manier een stukje publiciteit. Zou het niet zinvol zijn als kerkbladredacties eens nagaan aan wie in eigen dorp of buurt een dergelijke service geboden kan worden? Misschien kun je een structurele samenwerking niet aan ieder aanbieden en heldere afspraken zijn nodig. Gastvrijheid kan immers niet ongelimiteerd zijn. Maar dit alles kun je in een redactie of kerkbestuur tegen het licht houden. De tegenwerping dat ‘we toch al ruimte tekort komen’ gaat mijns inziens lang niet altijd op. Het is maar wat je belangrijk vindt. Soms staan in kerkbladen uitweidingen die net zo goed gemist kunnen worden, menig kerkenraadsverslag is volstrekt oninteressant, niet alle kerkelijke feitjes hoeven gemeld te worden, en het kerknieuws ‘van elders’, dat er vaak wel in staat, wordt eerder uit een soort trouwhartigheid geplaatst dan omdat de kerkleden er zo mee zijn gebaat. Misschien zijn nieuwe afwegingen nodig. En: voor wat hoort wat. Als je in het kerkblad het postduivennieuws opneemt, mag de postduivenclub ook wel iets terug doen. Bij voorbeeld: de kerstnachtdienst of de bazar van de kerk aankondigen. Ik noem maar wat. En toch is deze ‘service’-benadering nog maar een deel van het verhaal. Er achter zit immers de overtuiging dat de kerk in de samenleving staat. En dat kan op zoveel manieren in een kerkblad ter sprake komen. Dan ben je nog wel wat fundamenteler bezig. ‘Moord op Terra College schokt jeugdwerk’ is de openingskop van Kerk in Den Haag van maart. Tienerwerkers komen in een reportage aan het woord over de schok die de moord op docent Hans van Wieren teweeg bracht. Zo’n opening is ook een keuze! In zekere zin gaat het in dat artikel evengoed om de kerk en het werk van de kerk, maar dan wel met het gezicht naar de samenleving toe, en inspelend op wat in de samenleving gebeurt. En daar gaat het om. Daan van der Waals
zomer 2004
E e n f r i s s e w i n d o p Te r s c h e l l i n g
De Kerk Vlieger Vlíeg-er-eens-uit met jullie groep ter inspiratie een programma-aanbod op: Terschelling!!! Een gastvrij initiatief vanuit de Gereformeerde Kerk, ET-10 op Terschelling Voor wie: Jongeren-groepen, clubs, teams, klassen, vriendengroepen, families, belijdenisgroepen, doopouders-groepen, themagroepen, werkgroepen, vrijwilligersgroepen, leeskringen, bezoekgroepen,studiegenoten, enz. Kortom allerlei groepen: kleine groepjes, grote groepen van jong tot oud wel of niet kerkelijk gebonden Willen jullie op kamp, een weekendje uit, of hoe dan ook lekker een paar dagen uitwaaien en genieten van ‘zon, zee en strand’?? Zoeken jullie daarnaast een inhoudelijk programma rondom zingeving & Geloof/Inspiratie & Motivatie? Kom dan naar ‘de Kerk-Vlieger’. Als jullie op Terschelling zijn verzorgen wij, in overleg, graag een programma van ‘de KerkVlieger’. Voor één of meer dagdelen. Voor het verhogen en versterken van de betrokkenheid bij elkaar en bij de manier waarop je in het leven staat door het delen van verhalen, vragen en ervaringen rondom geloof en zingeving. Alle programma’s hebben een binnen- en een buitenkant en worden op maat gemaakt. Er wordt een beroep gedaan op sportieve, creatieve, muzikale en andere spelende vermogens. Keuze uit vier programma’s: 1. Eb en Vloed: Over de golfbewegingen in het leven. 2. Jutten en Vissen: Over verzamelen en delen. 3. Hoofd in de wolken: Over dromen en vooruit zien. 4. Bijbelse figuren op Terschelling: Kruip in de huid van.
con†act-bezinning
Ook het maken van een (jongeren)viering hoort tot de mogelijkheden. Eventueel is er gelegenheid om ‘proef te draaien’ in de kerkdienst van ET-10 op zondag. Alle programma’s van ‘de Kerk-Vlieger’ starten vanuit ET-10. Dit is een gebouw van de Gereformeerde kerk op Terschelling. Een multifunctioneel gebouw, met veel zaalruimte, een bar en een keuken. Gelegen aan de rand van het duin op de weg naar het strand van Midsland. De organisatie en leiding van ‘de Kerk-Vlieger ‘ is in handen van Ria Blom: kerkelijk- en sociaal/cultureel opbouwwerkster met veel ervaring in het werken met groepen en het geven van cursussen. Met assistentie van gemeenteleden en predikant.
zomer 2004
‘Huis met de Vlieger’, Burg. Reedekerstr. 62 8881 CB WestTerschelling 0562-443151/ ria.blom@ hetnet.nl
17
De PKN in de Media
Wetenschappers gevraagd Het moeten geen vrolijke tijden zijn voor de Protestantse Kerk in Nederland. Het feestje in de Utrechtse Jaarbeurs was stimulerend, maar ook hard nodig na al het negatieve nieuws rondom de ‘bezwaarde’ gemeenten (beslist geen kleine groep: ik tel nu al zo’n 130 gemeenten met naar schatting 80.000 leden), publicitaire en juridische gevechten met deze gemeenten en een after all toch tegenvallende belangstelling voor de Protestantse Kerkdag. Bas Plaisier, de PKN-secretaris, kan zijn ergernis in Kerkinformatie van mei maar moeilijk onderdrukken. Plaisier blikt terug op de publiciteit rond de fusiebesluiten van 12 december. Die publiciteit heeft hem teleurgesteld. In de media was volgens hem maar weinig belangstelling voor de totstandkoming van de PKN. ‘Wetenschappers moeten zich er maar eens over buigen wat hierachter zou kunnen zitten. Het zou kunnen zijn dat de verdeeldheid en dus de onhelderheid van het protestantse gedachtegoed er de oorzaak van is dat de Nederlanders het hebben opgegeven om zich ermee bezig te houden,’ oppert hij. Pas toen er berichten doorsijpelden over scheuringen in gemeenten kregen journalisten interesse, klaagt Plaisier.‘De Protestantse Kerk werd pas nieuws toen het weer beantwoordde aan het beeld dat men kennelijk van ons heeft: problemen en innerlijk verdeelde gemeenten.’ Nu, ik geloof niet dat we wetenschappers nodig hebben om iets zinnigers over de PKN-publiciteit op te merken dan wat Plaisier ten beste geeft. Voor zijn stelling dat omvang en inhoud van de publiciteit rond de PKN werden bepaald door een vooroordeel over de protestantse wereld ontbreekt ieder bewijs. Zijn verhaal is ook tegenstrijdig. Uit de ruime media-aandacht voor de bezwaarde gemeenten en voor ruzies tussen de PKN en deze groepen blijkt dat media zich wel degelijk bezig willen houden met wat er in de protestantse wereld aan de gang is. Plaisier maakt zich er wel heel gemakkelijk van af als hij beweert dat men die ruzies zo naar voren haalt omdat dit past bij het beeld dat velen nu eenmaal van protestanten hebben.
Daan van der Waals
[email protected]
18
Gereformeerde Bond) gestapt, en moesten zich nu met de werkplaats behelpen. Zou de redactie deze foto echt geplaatst hebben vanwege het vooroordeel dat protestanten scheurmakers zijn? Ik geloof er niets van. De redactie maakte een professionele afweging. Ze zal om te beginnen hebben vastgesteld dat er nieuws was: de ‘bezwaarden’ kwamen voor het eerst in die timmerhal bijeen. De traditionele kledij van de kerkgangers in contrast met een modern bedrijventerrein zal ook een rol hebben gespeeld. Maar vooral de nieuwsgierige vraag als je zo’n foto onbevooroordeeld bekijkt: wat bezielt toch deze mensen om anno 2004 een kerkscheuring te beginnen? Welke overtuiging schuilt hier achter? Het intrigeert, boeit, raakt, vooral door het menselijke aspect. Voor de PKN is het natuurlijk niet leuk dat ze met de ‘historische’ kerkvereniging toch maar zo weinig heeft gescoord, maar vreemd kan ik het niet vinden. Er was misschien wel spanning rondom de fusie-uitslag maar die was uiteindelijk toch voorspelbaar, de daaraan gekoppelde bijeenkomsten waren zo droog als gort, en buiten dit organisatorische gebeuren had en heeft de PKN niet veel te melden. Met een defensieve of verongelijkte reactie schiet je niets op. Laat men de hand in eigen boezem steken. Tijdens een debat op de Kerkdag over kerken en media werd geroepen dat ‘de kerk’ zoveel in huis heeft. De begrijpelijke reactie van journalistieke zijde was: ‘kom dan maar op met je nieuws.’ En nieuws is niet altijd hetzelfde als wat kerkmensen belangrijk vinden of waar zij zelf vervuld van zijn. Kijk er eens naar met de blik van buiten. Maar ik denk dat dit leerproces zich ook al binnen de kerk voordoet. Hoe komt het dat niet iedereen mee is gegaan met de fusie? Waarom kwamen er niet 12.000 maar 5.000 mensen naar de Jaarbeurs? Beter dan het ten beste geven van gemakkelijke antwoorden is een echt kritische evaluatie. Ja, laat die ‘wetenschappers’ maar opdraven.
Daan van der Waals
Een voorbeeld. In het Utrechts Nieuwsblad stond een grote foto van ‘bezwaarde’ gelovigen op weg naar hun kerk in Hardinxveld-Giessendam. Nu ja, kerk… het ging om een timmerhal op het plaatselijke industrieterrein. De ‘bezwaarden’ waren uit de hervormde gemeente (óók
con†act-reflectie
zomer 2004
Nieuw werkboek voor PKN-gemeenten
Bronnen voor beleid Het werkboek Bronnen voor beleid is bedoeld om ‘beleidsmakers’in de gemeente: kerkenraden, werkgroepen, colleges en predikanten. In het werkboek wordt rekening gehouden met de verschillende manieren waarop beleid functioneert in gemeenten. Van belang is aan te sluiten bij de sfeer in de gemeente, en mensen en groepen uit de gemeente erbij te betrekken. De Protestante Kerk in Nederland vindt het wezenlijk dat elke gemeente met beleid bezig is en dat in een beleidsplan uitdrukt. Zo’n plan helpt om overwogen keuzes te maken, om te letten op de koers van het werk, zowel binnen de gemeente als ook naar buiten.
Energiebronnen De titel van het werkboek, ‘Bronnen voor beleid’, verwijst naar het belang van een goede verbinding tussen de plannen en de ‘energiebronnen’ van de gemeente. Gemeentebeleid, dat is zien waar je als gemeente je energie vandaan haalt en hoe je die besteedt. Het werkboek stelt vier belangrijke bronnen centraal die ‘input’ leveren voor het beleid: de geschiedenis van de gemeente, de maatschappij, schrift en traditie, en de levensverhalen van de gemeenteleden. Het beleid kan helpen om op die vier gebieden ook vruchten en resultaten te zien van de activiteiten in de gemeente. Inhoud Het werkboek kent een kort theoriedeel en een uitgebreid praktijkdeel. De theorie gaat in op de veelkleurige praktijk binnen de Protestantse Kerk in Nederland en hoe de gemeente haar energiebronnen in die praktijk kan gebruiken. De praktijk gaat over thema’s als: • -Inspirerend beleid in een helder beleidsplan; • -Valkuilen en voordelen van een beleidsplan; • -De rol van de kerkenraad en van de beleidsplancommissie; • -De indeling van een beleidsplan; • -Het maken van een werkplan; • -Vrijwilligersbeleid; • -Communicatiebeleid; • -Etc. Werkbladen Bovendien biedt Bronnen voor beleid een groot aantal werkbladen en bijlagen waarmee col-
con†act-software
leges, werkgroepen en commissies aan het werk kunnen om hun deel van het gemeentebeleid te formuleren. De werkbladen gaan over de kerkenraad, het pastoraat, diaconaat, missionair werk, financiën en beheer, het kerkgebouw, ZWO, jongeren, de eredienst, catechese, vorming & toerusting, Kerk en Israël, ontmoeting met moslims. De werkbladen geven: • -Een kort overzicht van het werkveld; • -Een doelstelling en een werkwijze; • -Een aantal aandachtspunten voor beleid; • -Enkele vindplaatsen (literatuur, websites, de kerkorde) om verder te zoeken en te lezen. Praktische informatie Het werkboek is losbladig. Wanneer er één exemplaar in de gemeente aanwezig is, kunt u eruit kopiëren voor gebruik in diverse groepen. Voor informatie en adviezen over het gebruik van het werkboek en het malen van beleid kunt u terecht bij het dienstencentrum in uw regio en op w, onder ‘beleidsplan’ in de inhoudsopgave.
zomer 2004
Bronnen voor beleid telt 230 pagina’s, kost €15.95 en kan worden besteld bij www.kerkboek.nl of (030) 2936807
19
Boeken om diaconie in de prakijk te brengen
Barmhartigheid Handboek Diaconie In het najaar van 2001 is een begin gemaakt met het werken aan een nieuw oecumenisch Handboek Diaconie. Al enige tijd is er op dit terrein geen actueel studieboek meer verkrijgbaar. Op dit punt is er sprake van een grote leemte, waarmee onder andere de opleidingen geconfronteerd worden. Daarom hebben de oecumenische Diaconale Studiekring en landelijk bureau DISK het initiatief genomen om tot een nieuw en breed oecumenisch georiënteerd handboek te komen. Het handboek is bedoeld voor hen die beroepsmatig of wetenschappelijk diaconie studeren, voor hen die actief werkzaam zijn in een diaconale functie en voor de bredere kring van diaconaal geïnteresseerden. Het handboek is van belang voor alle kerkelijk werk, dat zijn identiteit omschrijft met de woorden ‘missionair’ en ‘diaconaal’.
Hub Crijns is directeur van landelijk bureau DISK Intekenen Handboek Diaconie bij www.kerkboek.nl (kerkboek-isbn 509272) of (030) 293 68 07 voor € 32,50. Na die datum wordt de verkoopprijs € 42.50. Leven met zorg is al leverbaar.(kerkboek-isbn 507121) €14,90
20
Interessant is dat het handboek opent met concrete voorbeelden de werken van barmhartigheid tot thema hebben. Kijkjes in de geschiedenis brengen een persoon of beweging in beeld, die vernieuwend is geweest voor de diaconale praktijk. Het boek geeft aandacht aan welke plek diaconie inneemt in christelijke stromingen en wereldreligies. Deze praktijkbeschrijvingen lopen uit in vragen, die de leidraad voor de wetenschappelijke reflectie vormen. Diaconaal handelen in de wereld en grondvragen van een diaconale ecclesiologie leiden tot onderzoek naar de plek van diaconie temidden van andere kerkelijke werkvelden. Het handboek eindigt met nieuwe benaderingen en het presenteren van diaconiewetenschap als nieuw vak. De redactie bestaande uit drs. Hub Crijns, drs. Wielie Elhorst (redactiesecretaris), Ploni Robbersvan Berkel, drs. Lútzen Miedema, dr. Herman Noordegraaf, dr. Sake Stoppels en drs. Herman van Well en drs. Esther van der Panne (eindredactie). Het boek wordt uitgegeven door Uitgeverij Kok te Kampen samen met landelijk bureau DISK. Handboek Diaconie wordt gepresenteerd op van 10 september 2004 in de Bergkerk te Amersfoort tijden de bijeenkomst van de Oecumenische Studiekring Diaconie en landelijk bureau DISK.
con†act-boeken
Barmhartigheid doen Kun je diaconie en liturgie met elkaar verbinden? ‘Natuurlijk’, zeggen monniken en ze verwijzen dan naar een eeuwenlange traditie van bidden en werken (ora et labora). ‘Natuurlijk’, zeggen dominee Huib Klijn en de gereformeerde kerk van Leeuwarden-Huizum en zij hebben hun antwoorden ook op papier gezet ter navolging. De zeven werken van barmhartigheid (naar Matteüs 25, 31-46) zijn de beelden van de evangelische verantwoordelijkheid en zorg voor de mensen om ons heen. In het voeden van hongerigen, het laven van dorstigen, het kleden van naakten, het herbergen van vreemdelingen, het verzorgen van zieken, het bezoeken van gevangenen en het begraven van doden ontmoeten we Jezus. Zo immers heeft de anonieme middeleeuwse Meester van Alkmaar in zijn bekende serie panelen over de werken van barmhartigheid tussen de mensen voor wie gezorgd wordt steeds Jezus afgebeeld. Huib Klijn heeft in zijn gemeente met een werkgroep een serie vespervieringen gemaakt, die het diaconale doen verbinden met het liturgische bidden en samenzijn. Zo is een aantrekkelijk boek ontstaan, dat zowel te gebruiken is voor persoonlijke meditatie als voor gebruik in groepen of in de vieringen van parochie of gemeente. Elk van de acht hoofdstukken (een als inleiding op de serie en dan de zeven werken) kent een vaste opbouw, die start met een beeldmeditatie rond een paneel van de Meester van Alkmaar en een verkenning van een werk van barmhartigheid. Vervolgens volgt een bezinning op bijbelse achtergronden rond dit werk, gecombineerd met aanzetten voor persoonlijke meditatie. Dan komt het doe-gedeelte. De suggesties voor de versperdienst openen met gebed en voorbede, een orde van dienst met korte lezingen, overwegingen, psalmen en liederen, waarvan er een aantal in het boek staan afgedrukt.De laatste twee onderdelen zijn vragen voor groepsgesprek of leerhuis en tips voor gebruik in diverse activiteiten, met telkens de gedachte dat je van bidden weer naar werken toegaat of van liturgie vieren naar diaconie. Een uitnodigend, warm hartig en praktisch boekje, dat ik zeer aanbeveel om te gebruiken.
Hub Crijns
zomer 2004
Ve r p l i c h t e k o s t v o o r r a m p e n p l a n a m b t e n a r e n
Rampenplan en kerk “Toen de ramp zich voltrok is niemand op de gedachte gekomen om de pastoor te bellen.” “De politie weigerde elke informatie toen ik daarom vroeg.” “Ik besefte hoe attent de heer Hoogendoorn van de recherche was geweest om mij op te bellen. Het moet van hem eigen initiatief zijn geweest.” “De parochie was ook niet opgenomen in het rampenplan van de gemeente, zelfs niet in het overwegend katholieke Volendam.” Vier zinnen uit het boek ‘Pastoor van Volendam’ van Jan Berkhout in het afsluitende hoofdstuk over de betrokkenheid van de kerk bij een ramp. Het boek sleept je mee en houd je in de ban, vlot geschreven en zonder toegevoegd drama beschrijft het zijn functioneren als pastor. Na een uitvoerige beschrijving van alles wat zich heeft afgespeeld tijdens en na de ramp, tot aan de pelgrimsreis na Lourdes, zijn deze vier zinnen de koude douche van de werkelijkheid. Schokkend wordt duidelijk dat de kerk niet alleen haar rol in de samenleving is ontnomen, maar ook haar specifieke eigenschappen: ‘omzien naar elkaar’ wordt niet zo belangrijk geacht dat haar die taak wordt toegekend. Maar heeft de geschiedenis ook als leerproces gewerkt. Jan Vogelzang, Coördinator Rampenbestrijding in Volendam hierover: Na de Cafébrand in Volendam op 01-01-01 heeft ons gemeentebestuur besloten, dat de kerken een (grotere) rol moesten hebben in de nazorg, begeleiding en pastorale opvang in het geval van een calamiteit. De Cafébrand was voor de gemeente Edam-Volendam aanleiding haar rampenplan te herzien. Nu hebben we een rampenplan, dat is uitgesplitst in 32 deelprocessen. Twee specifieke en interessante deelprocessen zijn naar mijn mening Geestelijke Verzorging en Nazorg. Het deelproces Geestelijke Verzorging is een verantwoordelijk voor de GHOR-organisatie (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen). Deze organisatie, onder leiding van de Regionaal Geneeskundig Functionaris (RGF), stuurt tijdens een calamiteit (grofweg) alle zorgverleners aan voor de eerste verzorging en opvang van slachtoffers en andere getroffenen. Bij zorgverleners kunt u denken aan ziekenhuizen, huisartsen, psychologen en psychiaters, maar ook aan bijvoorbeeld kerken. Het deelproces Nazorg is een verantwoordelijkheid van de gemeente. De gemeente zal zo snel mogelijk na het ontstaan van een ramp het Nazorg-proces
con†act-boeken
opstarten om zorg en hulp te bieden aan haar burgers. Voorbeeld daarvan is het Advies- en informatiecentrum Het Anker, dat in Volendam kort na de Cafébrand is geopend. Ook hier hebben de kerken een belangrijke rol gehad in de begeleiding van slachtoffers en andere getroffenen. Naast deze twee specifieke deelprocessen zijn er onder die 32 deelprocessen meer deelprocessen, waar de kerken een rol bij zullen spelen. U kunt hierbij denken aan de opvang van burgers in een sporthal na een rampzalige gebeurtenis in hun woonomgeving en de uitvaartverzorgingen na een ramp. Hopelijk wachten andere gemeenten niet op een ramp, maar wordt het boek van Jan Berkhout verplichte literatuur voor rampenplan-ambtenaren. Als ze dat boek nou eens van één van hun pastores krijgen aangereikt, kunnen ze meteen een afspraak maken om eens door te praten.
Leen van den Herik
zomer 2004
Pastoor in Volendam van Jan Berkhout kost € 15,90 (kerkboek-isbn 506826)
21
We r k m a k e n v a n r e l a t i e k e r k e n e n l o k a l e m e d i a
Kerk, Pers & Praktijk veer iemand tot ‘perscontactpersoon’. En ga vervolgens enthousiast en planmatig aan het werk.
Kerken die media-aandacht willen, moeten aansprekende persoonlijkheden naar voren schuiven die met kennis van zaken kunnen spreken. Als je als kerk denkt dat je iets te melden hebt, moet je de regels van het spel kennen, zodat je journalisten en programmamakers op de juiste wijze benadert. Zo maar twee – belangrijke – opmerkingen die werden gemaakt in de discussie op de Protestantse Kerkdag over ‘kerken en media’. Ware woorden, en niet alleen voor een landelijke kerk. Ook gemeenten en parochies kunnen ze in de praktijk toepassen. Maar het is daarmee als met zovele ‘conclusies en aanbevelingen’ in talloze rapporten. Ze vervliegen als men er zuchtend of instemmend kennis van neemt en vervolgens overgaat tot de orde van de dag. Je moet er wel mee aan de slag.
Voor meer informatie: Peter van der Ros, Van der Ros Commumicatie D e v e n t e r ,
[email protected], tel: 0570-511600 of Daan van der Waals, PCN, Hollandsche Rading,
[email protected], tel 035-5771895
22
Het verlangen naar ‘aansprekende persoonlijkheden die met kennis van zaken kunnen spreken’ is niet veel waard als er geen mensen zijn die in de gaten houden of zich een actuele aanleiding aandient en wie ze al dan niet de journalistieke wei in kunnen sturen. Ze zullen op zoek moeten gaan naar mensen in gemeente of parochie die als getalenteerd woordvoerder op kunnen treden. Ze zullen ook de centrale figuren van de eigen kerk – of die nu ‘aansprekend’ zijn of niet – moeten helpen om zo goed mogelijk het beeld van hun kerk neer te zetten. En zelf moeten ze natuurlijk de spelregels en de techniek een beetje kennen. Eigenlijk heb je in elke kerk zo’n communicatiemanager of communicatiemanagers nodig. Noem het een ‘PR-werkgroep’ of promo-
con†act-cursus
Cursus Een cursusmiddag die zulke mensen verder helpt is Kerk Pers & Praktijk. Peter van der Ros en Daan van der Waals, communicatieadviseurs op kerkelijk terrein, verzorgen onder deze titel een studiebijeenkomst over mogelijkheden en problemen in de relatie van kerken en media, en wel op woensdag 29 september in de Ontmoetingskerk in Maartensdijk (tussen Utrecht en Hilversum, dichtbij de A27). Een middag voor mensen uit kerkenraden en kerkbesturen die zich willen oriënteren, er meer over willen weten, praktijkervaring willen opdoen, behoefte hebben aan concrete suggesties. Na enkele korte inleidingen over onderwerpen als ‘waarom zijn mediacontacten belangrijk voor een kerk’, ‘welke onderwerpen zijn wel of niet geschikt, hoe kom je aan goede thema’s’, ‘waaraan moet je denken bij het maken van een persbericht’, ‘hoe leggen we contact’, ‘wie stellen we als deskundig woordvoerder namens onze kerkgenootschap aan’, ‘de rol van de perscontactpersoon als verbindingsschakel tussen kerk en media’ en ‘hoe ga je om met negatieve publiciteit’ gaan de deelnemers in groepjes aan de slag met praktijkvoorbeelden. Het oefenen met een persbericht en het maken van een publiciteitsplan komen hierbij onder meer aan de orde. De cursusleiders geven een syllabus mee met de belangrijkste aandachtspunten, voorstellen voor een goede opzet, voorbeelden en praktijktips. Heel belangrijk als men er in de eigen kerk over wil doorpraten. De kosten van deelname bedragen 95,- euro per persoon, consumpties en materiaal inbegrepen. Een groot aantal kerkbesturen en kerkenraden hebben een brief met opgaveformulier ontvangen; brief en formulier zijn ook te downloaden vanaf website www.pcnned.nl
zomer 2004
Derde special gaat over bijbelvertaling en -vertelling
De nieuw(st)e bijbels Oorspronkelijk is de Bijbel duizenden jaren geleden geschreven in het Hebreeuws, het Aramees en het Grieks. Je kunt de Bijbel lezen door deze talen te leren. Maar je kunt ook zorgen voor een goede vertaling. Met het maken van goede bijbelvertalingen heeft het NBG inmiddels veel ervaring. Omdat de Nederlandse taal steeds verandert én omdat er nog steeds veel ontdekt wordt over de bijbeltalen en het ontstaan van de Bijbel, moet er regelmatig een nieuwe vertaling gemaakt worden. Dat is de afgelopen tien jaar gebeurd met de Nieuwe Bijbelvertaling. Het resultaat is vanaf 27 oktober te lezen, maar reeds nu is er een compleet overzicht in de special van con†act. Het begon allemaal in 1993. Toen startte het NBG het project de Nieuwe Bijbelvertaling, na vragen van een aantal kerken. Het was hoog tijd, zo vonden de kerken, dat er een nieuwe bijbelvertaling in hedendaags Nederlands zou komen. Maar een nieuwe bijbelvertaling is niet alleen bedoeld voor gebruik in de kerk. Mensen die geïnteresseerd zijn in kunstgeschiedenis en cultuur hebben ook veel aan een goede vertaling. Feenstra: “Bijbelverhalen hebben tenslotte veel kunstenaars geïnspireerd’ het werk van Rembrandt is daar een goed voorbeeld van. Maar ook op andere manieren struikelen we dagelijks over stukjes bijbelverhalen: van biermerk ‘Het Elfde Gebod’ tot Dick Bruna’s verhaal over de ark van Noach, van de gevelstenen in Amsterdamse grachtenpanden tot het Haagse winkelcentrum Babylon.”
De Nieuwe Bijbelvertaling is niet het werk van slechts enkele vertalers. In totaal hebben ruim honderd mensen meegewerkt aan dit project. Hun werk werd daarna beoordeeld door onder anderen een grote groep van deskundige meelezers. Die uit een kerkgenootschap afkomstig waren. ‘Die gaven behoorlijk wat commentaar!’ zegt Feenstra. “Maar het heeft bijgedragen aan een heldere en leesbare vertaling. En dat was de moeite meer dan waard”, zo stelt Feenstra. In de special van conTact komt niet alleen deze NBV uitvoerig aan bod, maar ook andere bijbels die in brede kring gebruikt (gaan) worden. Zo verschijnt op 15 oktober de Naardense bijbel van de hand van Pieter Oussoren (intekenprijs tot 15 september), krijgt de gereviseerde Willibrordvertaling ‘95 steeds meer aanhang, vonden honderdduizenden boeken Het verhaal gaat... hun weg, voelen jongeren aangesproken door BeeldSpraak en is de Groeibijbel compleet. Deze special zet alles op een rij in een twaalf pagina dikke krant. Handig voor u, informatief voor gemeenteleden en parochianen. Dus is de krant na te bestellen voor leering eerste week oktober voor een betaalbare prijs. Zie het reserveerformulier in de krant of op www.kerkboek.nl
volgende keer in con†act: > een speciaal nummer met de (vertaalde) inleiding van Jurgen Fliege Nabijheid, troost en vieren over het product van de kerk. Ter inspiratie en discussie. en in oktober de vierde special over: LITURGIE
con†act verschijnt viermaal per jaar als tijdschrift en tweemaal per jaar een con†act-special. eindredactie:
Abonnementen
Leen van den Herik
Ik meld mij aan als abonnee: naam .......................................................................................................................
auteurs: staan vermeld bij
Daan van der Waals
de artikelen redactionele bijdragen:
adres
.......................................................................................................................
plaats
.......................................................................................................................
alleen na overleg met de eindredactie. abonnementen:
tel:
..........................................email .................................................................
uitgeverij NARRATIO Postbus 1006
Abonnees betalen per girotel of overschrijving het abonnementsgeld con†act 2004 naar rekening 2127664 t.n.v. Narratio abonnementenrekening, Gorinchem onder opgave van naam, postcode en huisnummer of met de toegezonden acceptgiro € 12,50 Vlaamse abonnees maken het bedrag over naar KBC-Mechelen rek. 733.009 137 430 t.n.v. Narratio Digitale toezending als PDF-bestand is gratis, zowel in Nederland als daarbuiten. Daarvoor kunt u zich aanmelden bij
[email protected] o.v.v. uw naam, adres en emailadres.
con†act-special
zomer 2004
4200 CA Gorinchem tel (0183) 62 81 88 jaarabonnement: €12,50 con†act wordt op het milieuvriendelijke papier Bioset gedrukt. issn 1571-0947
23
24
con†act-bijsluiten bij kerk-parochieblad?
zomer 2004