Een splinternieuwe Antwerpse cantate van Dirk De Nef op tekst van Joey Brown
Creatie van een Antwerpse Cantate die een eigentijds liefdesverhaal uit de koorwereld bezingt versmolten met hoogtepunten uit 100 jaar Antwerpse geschiedenis
Componist: Dirk De Nef Tekst: Joey Brown uitgevoerd op zondag 21 november 2010 om 16 u. in de Koningin Elisabethzaal in Antwerpen
door
Prima La Musica orkest Koninklijke Zangvereniging Arti Vocali kinderkoor Arti Ragazzi en jeugdkoor Arti’s JoK Lies Vandewege sopraan Gijs Van der Linden tenor Koen Laukens regie o.l.v. Dirk
Vermeulen
‘k Zing A geire is een splinternieuwe Antwerpse cantate, gecomponeerd naar aanleiding van het 100-jarig bestaan van het Antwerpse koor Arti Vocali. Het werk bezingt een eigentijds liefdesverhaal uit de koorwereld dat versmolten wordt met hoogtepunten uit 100 jaar Antwerpse geschiedenis. Dirk De Nef, de componist en tevens koorleider van Arti Vocali, schrijft in een zeer toegankelijke hedendaagse klankentaal met frisse tonaliteiten, zoals die ook terug te vinden zijn in musical- of filmmuziek en die de luisteraar meeneemt in spanning, ontroering en vreugde. De compositie is geschreven voor sopraan solo, tenor solo, gemengd koor, kinder- en jeugdkoor en symfonisch orkest. De Nederlandse tekst is van schrijfster Joey Brown.
Het verhaal Een jongvolwassene (Victor) wordt verliefd op een meisje (Hanne). Ze zijn elkaars tegenpool: hun leefwerelden liggen ver uit elkaar. Victor (tenor) is een product van de i-pod generatie. Muziek liefst zo luid mogelijk, vooral rap, beats, ritme, rebels. Hij is asociaal, individualist, een einzelgänger, is eigengereid, heeft een hoge dunk van zichzelf, een niet te kraken ego, een imago, een grote bek, redelijk plat taalgebruik. Hij staat alleen en op twee benen in de wereld, heeft niemand nodig: ‘wat je alleen doet, doe je beter’. Victor staat op deze manier symbool voor de individualisering van onze maatschappij. Hanne (sopraan) is het tegenovergestelde van Victor. Zij genoot een klassieke zangopleiding en is lid van een koor. Ze is hartelijk, een tikje verlegen, zorgend, sociaal, heeft altijd meer oog voor ‘de groep’ dan voor zichzelf. Ze staat wankel, maar duidelijk niet alleen in de wereld. Ze staat symbool voor het groepsleven, het samenzijn en samenleven. Ze benadrukt hiermee een belangrijk aspect van wat het koorleven eigenlijk is: een minimaatschappij in een grote wereld. Wie deel uitmaakt van het koor, geeft daarvoor een stukje op van zijn individualiteit. Om Hanne voor zich te winnen moet Victor een reis ondernemen. Een reis door de tijd en door Antwerpen, die uitmondt in een zoektocht naar zichzelf. Voor haar is de ontmoeting een stap in het ongewisse: ook zij moet de poorten van haar veilige leefwereldje openzetten om hem te kunnen verwelkomen. Het koor functioneert in de eerste plaats als verteller en commentator, en neemt soms een rol op zich. Bovendien staat het symbool voor onze maatschappij, het leven in groep, onderhevig aan bepaalde normen en wetten. Wie deel wil uitmaken van het koor, moet daarvoor een stukje van zichzelf opofferen, en dat in functie stellen van het koor. Samenzang is belangrijk, niet de stem van één enkel individu. Het werk neemt u mee in een muzikale wandeling door Antwerpen en haar geschiedenis, waarin u ongetwijfeld enkele thema’s bekend in de oren zullen klinken, en wordt visueel ondersteund met Antwerps beeldmateriaal uit de voorbije honderd jaar: beelden uit de oorlog, van de Zoo, de Schelde, de Boerentoren, de voetgangerstunnel, de Kieltorens, de haven en de polders, het standbeeld van Rubens, de ring, het Zeemanshuis, het Sportpaleis, … die ook een plaats krijgen in het verhaal.
Dirk De Nef
componist - koorleider Dirk De Nef werd geboren in Gent in 1957. Hij behaalde Eerste Prijzen notenleer, harmonieleer, koordirectie en muziekgeschiedenis aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium van Antwerpen en Eerste Prijzen contrapunt en fuga, compositie en hogere muziekanalyse aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium van Brussel. Hij is laureaat van de meestercursussen koordirectie van ‘De Schak-Nederland’ in 1985 en 1987 en van de internationale dirigentencursus van de Vlaamse Federatie van Jonge Koren o.l.v. Laszlo Heltay en Johan Duyck in 1989. Momenteel is hij leraar schriftuur en harmonieleer aan de muziekacademies van Bornem en Heist-op-den-Berg en doceert hij aan het Lemmensinstituut in Leuven. Dirk De Nef leidt niet enkel Arti Vocali, maar ook het studentenkoor UKA van de Universiteit Antwerpen, het recent opgerichte mannenkoor Homm’eros en het Leuvens kamerkoor Tourdion. Hij was ook enkele jaren dirigent van het Leuvens Universitair koor LUK.
Hij behaalde reeds heel wat prijzen bij compositiewedstrijden. Bij de Koningin Elisabethwedstrijd voor piano van 1995 was zijn ‘Rond’eau’ het verplicht werk in de halve finale. In 1996 was hij laureaat van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België met een werk voor mezzo-sopraan, strijkkwartet en harp. In 2001 componeerde hij Rodian, in opdracht van de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen. Dit modern oratorium voor symfonisch orkest, 3 solisten en koor, over het bedreigde evenwicht in onze natuur, werd gecreëerd op 18 november 2001 door Het Symfonieorkest van Vlaanderen, Arti Vocali en het Vlaams Radio Koor, o.l.v. David Angus. De creatie werd opgenomen en uitgezonden door Radio KLARA. Enkele recente composities van zijn hand: • • • •
F’airplay (voor accordeon), plichtwerk voor de Axion Classics (nov. 2005) T (h)reE motions (voor 4 gitaren, 22 oktober 2006) Compositie voor het Antwerpse luik van het wereldwijde ‘Complaints Choir’ (2008)
A moraRoma, plichtwerk voor het Europees Muziekfestival voor de Jeugd Neerpelt (2010).
Op dit ogenblik werkt hij aan de compositie van de Antwerpse Cantate ‘k Zing A geire ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van Arti Vocali in 2010.
Joey Brown
tekstschrijfster
Joey Brown (° 1976) studeerde Germaanse talen aan de Universiteit Antwerpen. Ze woont en werkt nog steeds in Antwerpen als leerkracht aan een middelbare school. Sinds 2000 is ze lid van het organiserend team van het Antwerps literatuurfestival ZuiderZinnen. Daarnaast begeleidt ze schrijfworkshops, schrijft teksten en vertaalt – al dan niet in opdracht. Sinds kort concentreert ze zich op haar eigen werk: poëzie.
Over haar tekst voor ‘k Zing A geire zei Joey aan de redactie van ons tijdschrift: “Dirk de Nef vroeg me of ik het zag zitten een cantate te schrijven voor Arti Vocali. Ik herinner me mijn antwoord nog: ‘Een wat? En voor wie?’ Ik had begot nog nooit van een cantate gehoord, laat staan van Arti Vocali. Ik ben absoluut niet thuis in klassieke muziek, weet je. Ik heb een muzikaal gehoor, maar daar blijft het dan ook bij. Het idee was voor mij een absolute uitdaging. We zochten eerst hulp bij de historicus Jan Lampo. Die heeft ons de grote lijnen van de voorbije 100 jaar Antwerpse geschiedenis geschetst. Op basis van dat gesprek ben ik dan de boeken ingedoken. Zo heb ik bijvoorbeeld ook in de ledentijdschriften van het koor van de voorbije tien jaar gesnuffeld. Ik wilde immers een idee krijgen hoe het er aan toe gaat in zo’n koor. Ik wilde in de eerste plaats weten voor wie ik dit schreef. Na verloop van tijd had ik te veel informatie. Hoe vat je 100 jaar in enkele regels lied? Het opmerkelijke is dat uiteindelijk niet de grootste gebeurtenissen kwamen bovendrijven, maar eerder de kleine, onooglijke … omdat het kleine vaak een poëtischer beeld geeft dan het grote. Een kerk, een steen, een boot, een vogel… het kleine kan symbool staan voor zoveel groots. Het uitgangspunt van de tekst is 100 jaar Arti Vocali tegen de achtergrond van 100 jaar Antwerpen. Maar Arti en Antwerpen zijn twee grote entiteiten. Om het kleiner, menselijker maken, kwamen we al gauw bij twee personages uit en, o jee cliché, een liefdesverhaal. Er zijn nog andere ideeën de revue gepasseerd, met meerdere personages en stemmen, maar praktisch en financieel gezien was dat allemaal niet haalbaar. We hebben het verhaal bewust universeel gehouden. We wilden er meer van maken dan enkel een ‘gelegenheidsliedje’. Het resultaat is een afwisselend en fris muziekstuk. Niet te zwaar op de hand, misschien wat richting musical, en vooral humoristisch en luchtig.
Dirk Vermeulen
dirigent
Dirk Vermeulen geniet een internationale reputatie, vooral door zijn spraakmakende interpretaties van het repertoire uit de achttiende eeuw en de vroege romantiek. Hij is evenzeer vertrouwd met hedendaagse muziek en verleende compositieopdrachten aan talrijke componisten. Na het beëindigen van zijn studies viool en muziektheorie aan het Koninklijk Conservatorium Brussel en aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth, volgde een briljante carrière als violist. Het verzoek van Frans Brüggen om hem bij een aantal producties van het Orkest van de Achttiende Eeuw te assisteren vormde het begin van een internationale loopbaan als dirigent. In 1991 richtte hij het kamerorkest Prima La Musica op, dat al snel door de pers en het publiek tot één van de beste Belgische ensembles gerekend werd. Dirk Vermeulen dirigeerde orkesten in de meeste Europese landen en in Israël. Hij werkte samen met solisten zoals Maria João Pires, José van Dam, Barbara Hendricks, Sabine Meyer, Isabelle Faust, Jeanine Jansen, Isabelle Van Keulen, Jaap van Zweden, Eliane Rodrigues, Ronald Brautigam en Pieter Wispelwey. Sinds enkele jaren is hij ook in de operawereld actief en verdiept hij zich in de opera’s van W.A. Mozart: Vanaf april 2010 leidt hij ondermeer Mozarts Le Nozze di Figaro in een nieuwe productie van Opera Zuid met het Brabants Orkest. In oktober 2009 was Dirk Vermeulen te gast bij de Opéra de Rennes waar zijn versie van Glucks Orphée et Eurydice enthousiast werd onthaald door pers en publiek. Volgend seizoen is Dirk Vermeulen voor de tweede keer te gast bij het Wiener Concert Verein, het kamerorkest van de Wiener Symphoniker. Zijn discografie omvat meer dan 25 cd’s op de labels EMI, Vanguard Classics, Et’cetera, Eufoda en Brilliant Classics. Sinds oktober 2000 is Dirk Vermeulen docent aan het Koninklijk Conservatorium Brussel. www.dirkvermeulen.com
Prima La Musica
kamerorkest
Het kamerorkest Prima La Musica werd in 1991 opgericht door Dirk Vermeulen, chef-dirigent. Alle musici van Prima La Musica spelen op moderne instrumenten. Dit is een bewuste keuze van Dirk Vermeulen, die de verworvenheden op het vlak van de uitvoeringspraktijk van oude muziek wil combineren met de rijke klank van moderne instrumenten. Prima La Musica toont hiermee aan dat een goed kamerorkest in staat is om muziek van alle tijden op een doordachte, stijlvolle en hoogstaande manier te brengen. Het repertoire is heel uitgebreid en omvat orkestrale en vocaal-instrumentale werken uit 400 jaar muziekgeschiedenis. Haydn is van bij de aanvang "huiscomponist" van het ensemble, zijn muziek is een metafoor voor de openheid van geest die het orkest evenzeer nastreeft. In de loop der jaren begeleidde het orkest olv Dirk Vermeulen tal van wereldberoemde solisten: Barbara Hendrickx, Jaap Van Zweden, Peter Lucas Graf, José van Dam, Cyndia Sieden, Peter Zazofsky, Isabelle van Keulen, Sabine Meyer, Stephen Salters, Albrecht Breuninger, Bernard Soustrot, Carlos Bonell, Henning Kraggerud. Naast de "gewone" programmatie heeft Prima La Musica ook stilaan een traditie opgebouwd in de creatie en realisatie van speciale projecten. Er werden 18 cd-opnamen gerealiseerd bij de labels EMI, RGIP en EUFODA met muziek van W.A.Mozart, J.Haydn, J.Ph. Rameau, L. Boccherini e.a. Prima la Musica geniet de steun van de Provincie Oost Vlaanderen.
Lies Vandewege
sopraan (Hanne)
Sopraan Lies Vandewege ( Lokeren,1984) startte op 7-jarige leeftijd haar muziekstudies. Zij studeerde met grote onderscheiding af in juni 2007 aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium bij docente Bernadette Degelin. Aan dit instituut kreeg ze operaklas van Guy Joosten en lied van Lucienne Van Deyck en Jozef De Beenhouwer. Zij volgde Masterclasses bij Jard Van Nes, Gidon Saks, Udo Reinemann, Michaela Von Gegerfelt, Carol Yahr, June Anderson en John Norris. Lies Vandewege zingt opera, oratorium en lied. Ze vertolkte o.m. reeds de volgende operarollen: Climene in La Corona van Gluck , Pastore I in La Dafne van Marco da Gagliano , Frasquita in Carmen van G.Bizet, Belinda in Dido en Aeneas van Henry Purcell , en in het voorjaar van 2009 de rol van Dido. Sinds 2007 vervolgt ze haar opleiding in de Muziekkapel Koningin Elisabeth in de operastudio sectie onder leiding van José van Dam. Lies was voor de eerste maal te horen in de Munt met Haydn Amore in juni 2008, in een productie in samenwerking met de Muziekkapel, geregisseerd door Philippe Sireuil en gedirigeerd door Guy Van Waas. In juni 2008 werd Haydn Amore concertant hernomen in Vexin (Frankrijk) en in mei 2009 werd de productie nogmaals hernomen in Lissabon. In januari 2009 zong ze als Meg fragmenten uit Falstaf van G.Verdi onder leiding van Walter Weller in een enscenering van Alain Garichot. In april 2009 was ze opnieuw te horen in De Munt in de productie “Little England” onder leiding van Leo Hussain in een regie van Frederic Wake-Walker. In juni 2009 vertolkte ze de hoofdrol als Peri uit “Das Paradies und die Peri “ van R.Schuman olv Wim de Ru te Leiden, Nederland. In oktober 2009 zong Lies samen met Jose Van Dam in de Verenigde Arabische Emiraten met fragmenten uit opera's van Mozart. In december 2009 zong ze samen met het Brussels Filharmonisch Orkest liederen van Strauss tijdens het kerstconcert in het Koninklijk Paleis.
Gijs Van der Linden
tenor (Victor)
Gijs Van der Linden begon zijn zangopleiding nadat hij op zijn twaalfde werd gevraagd om lid te worden van het Antwerps Kathedraalkoor onder leiding van Jan Schrooten. De dagelijkse repetities vormden een zeer gegronde basis. Zijn eerste zanglessen genoot hij bij Marc Van Daele. Op zijn negentiende werd hij toegelaten tot het Conservatorium te Antwerpen om er te studeren bij Guy De Mey, Anne Cambier en later ook Bernadette Degelin. Op dit moment studeert Gijs bij Gidon Saks en diens assistent Marcos Pujol te Gent. Hij zingt de volgende seizoenen reeds kleinere partijen bij de Vlaamse Opera en in de Koninklijke Muntschouwburg. Gijs volgde tal van masterclasses bij ondermeer Bart Van Oort, Lucienne Van Dijck, Pascal Bertin, Greta De Reyghere, Jan Van Elsacker. Daarnaast volgde hij ook en stage rond Duitse barokmuziek bij het Franse Ak@demia waar hij coaching kreeg op samenzang en interpretatie van Françoise Lasserre, Claire Michon en Agnes Melon. In het academiejaar 2009-2010) volgde hij voortgezette zangstudies aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth. Als freelance zanger werkt Gijs regelmatig mee aan producties van het Vlaams Radio Koor, Cappella Bruggensis, In Ex Tempore, Octopus en Het Antwerps Mannenkoor en de Beethoven Akademie. Hierdoor werkte hij samen met dirigenten als Johan Duyck, Bo Holten, Yvan Meylemans, Mark de Smet, Bart Van Reyn en Benjamin Pope. Als solist maakte Gijs zijn debuut als tenor in het Mozart Requiem in 2005 olv Sir Rbert Ruscoe en later ook met Bart Van Reyn. Inmiddels was hij te horen in werken als de Carmina Burana (Orf), Messa di Gloria (Rossini), Johannes Passie (Telemann) e.a. Dit onder leiding van dirigenten als Patrick Peire, Florian Heyerick, Marc de Smet, Jaak Gregoor, Flip Rathé, Klaas Stok en vele anderen.
Arti Vocali
koor & organisator Op 10 juni 1910, exact honderd jaar geleden dus, werd door Michel Lhoëst sr., toenmalig directeur van de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen, een 40-koppig gemengd koor opgericht onder de naam Arti Vocali. Antwerpen was meteen een cultuurfenomeen rijker, te meer omdat Edward Keurvels (het Duveltje, zoals hij in Antwerpen werd genoemd) én dirigent én algemeen directeur van de zangvereniging werd. Hij zou zijn rol van pionier met veel verdienste waarmaken in deze maatschappelijk nochtans zwaar bewogen jaren.
Toen in 1917 Flor Alpaerts als opvolger werd aangeduid, brak voor het symfonisch huisorkest en -koor van de K.M.D.A. een gouden tijd aan. Alpaerts breidde zijn koor uit tot 120 leden, waaronder tal van befaamde solisten. In de loop van zijn bijna 35 jaar durende muzikale leiding realiseerde hij meer dan 50 grootse manifestaties, naast ettelijke ‘gewone’ programmaties. Zijn zoon, Jef Alpaerts, leidde het koor gedurende een overgangsfase van 1 jaar, naar het begin van een volgende indrukwekkende periode. In 1952 nam de 24-jarige Hendrik Rycken de leiding over van het inmiddels vermaarde koor, dat intussen zijn vast huisorkest moest missen. Deze jonge dirigent opende nieuwe horizonten: er kwamen internationale culturele uitwisselingen, er was de medewerking aan het Muziekfestival in het Zwitserse Locarno, maar ook aan radio- en tv-opnames. De uitstraling van Arti Vocali nam nog toe. Toen Jan Valach in 1974 de dirigeerstok overnam, kreeg het koor – dat ondertussen een stevige reputatie als oratoria- en cantate-vertolker had opgebouwd – een nieuwe impuls. Het bracht in het Rubensjaar verschillende uitvoeringen van de Rubenscantate van Peter Benoit. Met steun van het Fonds Alex De Vries knoopte Arti Vocali weer aan met de traditie van bijna 100 jaar Mattheuspassie op paaszaterdag in Antwerpen. Valach waagde zich daarnaast ook aan moderne werken als Porgy & Bess van George Gershwin. Het diamanten jubileum mocht in de stad der diamanten niet ongemerkt voorbijgaan. Het werd dan ook luisterrijk gevierd onder de kundige leiding van Herbert Janssens, koorleider van Arti Vocali sinds 1985. Op het feestprogramma: de integrale uitvoering van Messiah van Händel. Na 8 jaar inzet gaf Herbert Janssens in 1992 het dirigeerstokje over aan Dirk De Nef, onze huidige koorleider. Zijn permanente bekommernis, muzikale vorming en vervolmaking, zijn een essentieel deel van het koorleven geworden. Vooral grote werken met orkest blijven op het repertoire staan en als een van de grotere amateurkoren brengen we die werken in eigen beheer, in Antwerpen. Arti Vocali wordt ook gevraagd door concertorganisatoren of orkesten om haar medewerking te verlenen aan concerten. De voorbije jaren stonden o.m. volgende uitvoeringen op het programma: •
•
• • • •
Op 30 en 31 januari van dit jaar zette Arti Vocali haar jubileumjaar feestelijk in met de uitvoering van Chandos Anthem n° 9 O Praise the Lord van G.F. Händel en het Magnificat van J.S. Bach, in de Sint Carolus Borromeuskerk. Solisten waren Hilde Coppé, Annelies Van Gramberen, Jan Van Elsacker, Jonathan De Ceuster en Elias Benito Arranz. Gloria van F. Poulenc en Schicksalslied en Nänie van J. Brahms (2 mei 2009, St.-Sebastianskirche Ludwigshafen en 23 mei 2009, Koningin Elisabethzaal Antwerpen, in samenwerking met het Chor für Geistliche Musik Ludwigshafen. Requiem van G. Fauré en de Nelsonmesse van J. Haydn (29 en 30 november 2008, Sint-Carolus Borromeuskerk Antwerpen). Dixit Dominus van G.F. Händel en Gloria van A. Vivaldi (18 mei 2008, Sint- Carolus Borromeuskerk Antwerpen). Nieuwjaarsconcert met de Liebeslieder Walzer van J. Brahms en bekende operakoren in het CC De Kern in Wilrijk (januari 2008). medewerking aan Die Fledermaus van J. Strauss met het Vlaams Radio Orkest o.l.v. Jan Stulen, in het Concertgebouw van Amsterdam en in Flagey Brussel (december 2007).
• •
• •
Ein deutsches Requiem van J. Brahms (10 en 11 november 2007, Sint- Michielskerk Antwerpen en 12 november, Koningin Elisabethzaal). voorjaar 2007: reeks uitvoeringen van de Carmina Burana in de Koningin Elisabethzaal en in deSingel in Antwerpen met het Vlaams Symfonisch Orkest o.l.v. Geert Baetens; op 7 en 29 juni volgden nog twee uitvoeringen met de Muziekkapel van de Marine o.l.v. Yves Segers, in het Casino Kursaal in Oostende en op de Grote Markt van Sint-Niklaas. Elias van Mendelssohn (18 en 19 november 2006, Sint Carolus- Borromeuskerk Anwerpen). Messiah van G.F. Händel (19 en 20 november 2005, Sint-Carolus Borromeus Antwerpen) medewerking aan het concert “Valentijn on Broadway” van Gezinsbond Antwerpen in de Koningin Elisabethzaal (18 februari 2006)
Na de creatie van ‘k Zing A geire gaat het in één rechte lijn naar 26 en 27 maart 2011 met twee uitvoeringen van de Mattheuspassie van J.S. Bach in de Antwerpse Sint-Carolus Borromeuskerk.
Arti Ragazzi & Arti’s Jok
kinder & jeugdkoor In 2008 werd in de schoot van Arti Vocali een kinderkoor, Arti Ragazzi, en een jeugdkoor, Arti’s Jok, opgericht. Momenteel telt het kinderkoor al zo’n 20 leden en het jeugdkoor een 25-tal leden. De koren worden geleid door Tinne De Groot. Tinne is leerkracht Algemene Muzikale Vorming (AMV) en Samenzang aan de Academie voor Muziek en Woord Berchem, waar ze ook coördinator is. Tinne studeerde orthopedagogie en later blokfluit, muziektheorie en pedagogie aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium Antwerpen. Slagtechniek kreeg ze in de pedagogische opleiding van Edwig Abrath.
Begeleider Ronny Plovie heeft een eerste prijs klavecimbel, kamermuziek en is meester in de muziek optie orgel. Hij studeerde in Gent, Brussel, Maastricht en volgde meestercursussen in Bristol, Frichen en Amsterdam. Hij begeleidde en leidde eerder zelf verschillende koren. Thans is hij directeur van de Academie voor Muziek en Woord Berchem en lesgever in het Centrum Gregoriaans van Drongen. In hun prille bestaan brachten ze al enkele gesmaakte concerten: - hedendaagse kinderliedjes van o.a. Jan Coeck, Jan Van Damme, Kurt Bikkembergs. - Oliver Twist van Jan Van Damme, in een regie van Koen Laukens. - Residentie Musica van Jan Coeck. - de kinderopera Brundibar van Hans Krasa, met videobeelden uit Theresienstadt. Op 14 maart 2010, bij hun eerste deelname aan het Provinciaal Koortornooi, wisten ze zich reeds in 2e afdeling te plaatsen. De bedoeling van Arti Vocali is duidelijk: op middellange termijn de continuïteit en de verjonging binnen het koor veilig stellen en samen projecten uitvoeren waarin kinder-en jeugdkoor aan bod komen. In Ik zing A geire zal u voor het eerst beide koren aan het werk zien, samen met het grote volwassenenkoor van Arti Vocali.