Olympische Spelen
• tekst : Jennifer Ward en Claartje van Andel • foto : Dirk Caremans
Lamaze en Hickstead veroveren de wereld
Spannender had de Olympische springfinale in Hong Kong niet kunnen zijn. En beter voor het leidende springpaardenstamboek KWPN ook niet! De uitslag van de individuele Olympische finale springen bewees deze leidende positie geheel. “Ik had de mooiste prijs voor een Canadees al gewonnen, Spruce Meadows vorig jaar. Maar Olympisch goud overtreft alles. Er bestaat geen prijs of eer met meer impact”, zegt Eric Lamaze. De Canadees Eric Lamaze (40) blikt terug op zijn loopbaan en die van de Hamlet-zoon Hickstead, als Opel geboren in Maren-Kessel in de stallen van Van Schijndel. De achtergronden van het ongekende succes van een jongetje uit Montreal en een paardje uit Maren Kessel.
Erica Lamaze; goud op zijn eerste Olympische Spelen met KWPN-er Hickstead.
26
IDS25 • 18 december 2008
IDS25_Lamaze.indd 26
12-12-2008 09:15:45
Vol overtuiging sprong Hamlet-zoon Hickstead naar het goud.
Eric Lamaze is een voorbeeld van een talent dat zonder paardenachtergrond als puber zijn gevoel voor paarden ontdekte. Hij won bij zijn eerste juniorenstart meteen de titel en was een jonge held. Hickstead is een voorbeeld van een talent dat door vele handen ging. Hij was NRPS goedgekeurd en sprong leuk over 1.30 - 1.35m met Arnold Boerenkamps en Tim Franssen. “Leuk, maar de enorme
Vertrouwen Vertrouwen, daar zegt Eric Lamaze wat. Dat was er heel vaak. Maar niet altijd. Niet in Lamaze. En niet in de uiteindelijke potentie van Hickstead. Eric Lamaze begint bij zichzelf. Hij zat voor het eerst op een paard toren hij 12, 13 jaar oud was, op stal bij een vriend van de familie. Zijn natuurlijke aanleg werd snel herkend. Al gauw reed de jonge Eric paarden voor eigenaren en trai-
“Het was gewoon onze tijd. Alles klopte. Het vertrouwen deed de rest.” elasticiteit en rek in dat kleine lijf had ik er toen niet aan af gezien!”, zegt bondscoach Rob Ehrens die Hickstead in Hong Kong elke sprong heeft zien maken. Hickstead, die uiteindelijk min of meer tegen wil en dank bij Lamaze op stal terecht was gekomen. Pas toen het heel moeilijk werd, bleek wat Hickstead echt kon. Pas toen bleek ook wat Eric Lamaze echt waard was. En samen maakten ze het. “Niet door geluk”, zegt Lamaze. “Het was gewoon onze tijd. Alles klopte. Het vertrouwen deed de rest.”
ners in de junioren springcompetitie en junioren huntercompetitie. “Ik reed eigenlijk paarden voor iedereen die een paard te rijden had, moeilijke, of waarvan de eigenaren door de week geen tijd hadden. Of paarden die bij de junioren gestart moesten worden”, zegt Eric Lamaze. Bij zijn eerste optreden op de Royal Agricultural Winter Fair won hij meteen beide kampioenstitels bij de junioren, zowel bij de hunters als de springpaarden. “Ik werkte voor Roger Deslauriers, de vader van de wereldbekerwinnaar van 1984 Mario Deslauriers. Als werkstudent bracht ik een
“in Hong Kong was het gewoon onze tijd.”
IDS25 • 18 december 2008
IDS25_Lamaze.indd 27
27
12-12-2008 09:15:51
Het goud is binnen!
dat hij mij vertrouwen gaf en in mij geloofde! Eddie Creed was ook een verhaal apart. Hij had een oude polo-stal net buiten Toronto. Ik kon de huur voor een eigen begin van tien stallen niet betalen, maar mocht ze een tijd gratis gebruiken in ruil voor het opknappen van de stal. Torrey Pines Stable noemde ik het. Zo heet mijn stal nu nog!”
genwoordigen in een landenwedstrijd. Zijn eerste landenwedstrijd was in 1993 in Washington. “Een ervaring! Daarna volgden er velen. Ik reed met Cagney in 1994 en 1998 in Den Haag en Rome op de WEG in het Canedese team en heb er in 1995 en 1998 wereldbekerfinales mee gereden”, somt Lamaze op. “Cagney was een heel moedig en voorzichtig paard”, vervolgt hij.
“Hickstead is zo slim met zijn benen dat het bijna moeilijk is voor hem om een fout te maken. Hij weet altijd op elk moment waar hij een been moet laten om niets te raken.” Landenwedstrijd debuut
jaar bij George Morris door in Amerika. En in mijn laatste juniorenjaar zat ik bij Jay Hayes, de man die twee keer voor Canada op de Olympische Spelen reed”, haalt Lamaze herinneringen op. “De volgende stap was natuurlijk om zelf talentvolle paarden te mogen spotten. De eerste die mij het vertrouwen gaf was Hugh Graham. Hij stuurde mij naar Europa om paarden te vinden. Hij is eigenlijk de man die mij echt in de paarden business heeft ingewijd.” Toen Hugh Graham besloot de handel eraan te geven om zich te wijden aan het trainerschap van een grote stal in Canada, hielp hij tegelijkertijd Eric aan zijn eigen eerste klanten. “Hij stuurde ze gewoon naar mij door, heel genereus”, zegt Lamaze. “En wat meer was, hij bracht Eddie Creed op mijn pad en Tom Gayford. Tom Gayford gaf mij m’n eerste Grand Prixpaard, Big Deal. Gayford was winnaar van teamgoud in 1968. Hij was op dat moment de coach en chef d’équipe van het Canadese team. Het was ongelooflijk
28
In het begin kocht Eric Lamaze vooral volbloeden van de renbaan die hij trainde en verkocht als springpaard of hunter. Maar natuurlijk begon het te kriebelen. Na de succesvolle juniorentijd wilde Eric Lamaze wat graag verder in de sport. Die kans kwam met het Iers gefokte springpaard Cagney (v.Clover Hill). Cagney was te koop voor 18.000 Canadese dollars en staleigenaar Eddie Creed kocht het paard voor Lamaze. “Later maakten we er een syndicaat van. Eddy is altijd deel uit blijven maken van syndicaten van mijn paarden”, zegt Lamaze. Met Cagney kreeg Eric Lamaze eindelijk de kans Canada te verte-
“Hij was ook enorm krachtig. Dat soort kracht heb ik eigenlijk nooit meer in een paard gevoeld. Het was ook alsof Cagney wist wanneer het belangrijk was. Thuis sprong hij maar heel gewoontjes en soms op een wedstrijd in de openingsrubrieken ook, om ineens de pannen van het dak te springen in de zwaarste rubriek en geen paal meer aan te raken. Hij was zeer voorzichtig zolang hij ontspannen was. Als er iets gebeurde waardoor hij zenuwachtig werd, kon hij er zomaar drie of vier afspringen. Hij had compleet zijn eigen stijl.” Met de Hannoveraans gefokte Rio Grande reed Lamaze de wereldbekerfinale in 1996. Mill Creek Raphael was zijn partner voor
Drie medailles voor v.l.n.r. Rolf-Göran Bengtsson, Eric Lamaze en Beezie Madden en hun KWPN-ers Ninja (Guidam x Lys de Darmen), Hickstead (Hamlet x Ekstein) en Authentic (Guidam x Katell xx).
IDS25 • 18 december 2008
IDS25_Lamaze.indd 28
12-12-2008 09:15:58
de WEG 2002. En toen kwam Hickstead op zijn pad…
Hickstead Eric Lamaze zag Hickstead (Hamlet x Jomara ster pref v.Ekstein) voor het eerst in 2004 toen hij weer eens op een trip in Europa naar paarden keek. Hickstead, geboren op 2 maart 1996, werd gefokt door de Gebroeders van Schijndel. Hij kreeg de naam Opel van zijn fokker, en werd verkocht aan wijlen Rinus de Jong. De Jong zette de hengst als tweejarige bij Conny van Stokkum uit Drimmelen op stal en verkocht de helft aan haar. Omdat Hickstead niet zo heel groot was en veel bloed had, brachten De Jong en Van Stokkum de hengst met succes bij het NRPS voor. Toen Hickstead NRPS aangewezen was, maakte Conny hem klaar voor het NRPS-verrichtingsonderzoek. Meteen al bleek de kwaliteit van de patente hengst. Ook toen Arnold Boerenkamps later Hickstead reed, bleek zijn kwaliteit. Gerard Franssen was de volgende eigenaar die de hengst kocht voor zijn zoon Tim, die er 1.30m-parcoursen mee reed. En toen kruiste het pad van Eric Lamaze het pad van Hickstead. Eric Lamaze deed al jaren zaken met Stephen Conter van Contex Stables in België. Conter wilde dat Eric Lamaze Hickstead eens zou proberen. “Ik herinner mij de eerste ontmoeting nog héél goed”, zegt Lamaze. “Hij was een beetje wild. Ik reed hem en hij voelde weliswaar als heel voorzichtig aan, maar ook moeilijk te rijden. Voorzichtig was hij, maar of hij vermogen had? Daar was ik niet zo van overtuigd. Het vertrouwen was er niet meteen.” Geen directe liefde dus bij de eerste ontmoeting van Eric Lamaze met Hickstead. “Maar”, vervolgt Lamaze, “je hebt wel eens van die zakelijke tripjes die wat sloom verlopen. Ik had niet erg veel gezien wat het kopen waard was geweest en op de weg naar huis na het proberen van diverse paarden suggereerde Stephan Conter dat ik Hickstead nog eens zou proberen. Om tien uur ’s avonds heb ik hem nog eens geprobeerd. Hij sprong fantastisch, dat wel, maar hij was beresterk en ik was nog steeds niet echt overtuigd. Eigenlijk paste hij helemaal niet in mijn programma. Als handelspaard was hij te duur. En als speedpaard voor mezelf leek hij mij te heet. Om heel eerlijk te zijn: Stephan praatte hem mij gewoon aan. Vóór mij
hadden ruiters als Nick Skelton en ook mijn latere Olympische teampartner in het zilver Mac Cone hem geprobeerd en hem laten staan. Nu was ik dus zijn eigenaar en werd Hickstead verscheept naar mijn Torrey Pines Stables bij Toronto.” Toen Hickstead aangekomen was in Canada besloot Eric Lamaze hem de tijd te geven, samen met John Fleischhacker die de helft van hem kocht. “Wij wilden allebei de lange termijn aanhouden, dus dat paste op dat moment. Ik wist nog steeds niet hoe Hickstead zich zou ontwikkelen”, zegt Lamaze.
Enorme wil De ontwikkeling ging razendsnel. “De belangrijkste reden daarvoor is dat zijn enorme wil om dit spelletje te doen de doorslag geeft, altijd”, zegt Lamaze. In 2005 sprongen Eric Lamaze en Hickstead
hun eerste 1.50m-parcours. En toen ging het hard met de successen. In 2006 maakten Hickstead en Eric Lamaze al deel uit van het Canadese team op de WEG in Aken en stonden ze tweede na de eerste twee dagen van de wedstrijd. In 2007 maakten Lamaze en Hickstead deel uit van het zilveren Canadese team op de Pan American Games en wonnen ze individueel brons, een prestatie waarmee Canada een teamplaats verdiende voor de Olympische Spelen. En toen werden Hickstead en Lamaze nog de trots van hun land door de Spruce Meadows Masters te winnen. “Na Ian Millar werd ik daarmee de tweede Canadees die deze prestigieuze prijs won. Ongelooflijk. Ik zal dat mijn leven niet meer vergeten”, zegt Lamaze. “Het was een magische dag en alles vroeg erom dat een Canadees weer zou winnen…” Zijn bloederigheid en heetheid die ervoor
“Als je niet met hem springt is Hickstead heel rustig., zegt Lamaze. “Je kunt een twaalfjarige op zijn rug zetten voor een ontspannen buitenritje, een handgalopje of wat dressuurwerk. En op stal is hij super relaxed. Totdat er sprongen staan. Dan is het meteen een ander paard. Dan eet hij de hindernissen op.”
IDS25 • 18 december 2008
IDS25_Lamaze.indd 29
29
12-12-2008 09:16:02
zorgen dat Hickstead niet al te gemakkelijk te rijden is als er hindernissen staan, blijken juist ook zijn kwaliteit te bepalen, merkte Eric Lamaze al snel. “Ik heb het vaker gezegd: het lijkt of Hickstead ogen in zijn benen heeft. Je kan door een bocht komen vliegen en dan nog raakt hij geen paal. Hij is zo slim met zijn benen dat het bijna moeilijk is voor hem om een fout te maken. Hij weet altijd op elk moment waar hij een been moet laten om niets te raken.” Aan de andere kant is de hete Hickstead de rust zelve als er geen hindernissen in de buurt zijn. “Wat dat betreft is het bijna een gespleten persoonlijkheid. Je kunt een twaalfjarige op zijn rug zetten voor een ontspannen buitenritje, een handgalopje of wat dressuurwerk. En op stal is hij super relaxed. En het liefst alleen. Hickstead op stal zal zich niet laten paaien. Je hoeft hem echt geen wortel te laten eten uit de hand, hij komt niet naar je toe. Zelfs zijn eigen groom Jerome Caron die al tien jaar voor mij werkt, kan Hickstead niet verleiden met een wortel of iets anders. Hij is nou eenmaal het liefst een beetje op zichzelf.” Hickstead bokt nooit, hij is heel kalm. Eric Lamaze: “Totdat er sprongen staan! Het lijkt wel alsof dan ineens de motor aangaat, de turbo. Ongelooflijk! Dan is het meteen een ander paard. Dan eet hij de hindernissen op.” Eric Lamaze vervolgt over de persoonlijkheid van Hickstead: “Iedereen weet dat het geen gemakkelijke is. Ik noem het even op. Hij is sterk. Hij is niet gemakkelijk in de mond. Hij wordt vaak erg heet in een parcours. Maar je weet ook dat hij van het hout af wil blijven. Hij wil het gewoon doen! Door zijn bloed heeft hij de heetheid en de kracht en de rek en alles wat je maar wilt om geen fouten te maken. Deze enorme wil om het te doen ben ik op deze manier nooit bij een ander paard tegen gekomen. Dat is echt heel uitzonderlijk. Hij wil altijd maar doorgaan en doorgaan, tegen alle regels. Hickstead heeft gewoon zijn eigen regels. Hij is klein, een echte vechter en nogal ongeduldig. Eigenlijk precies zoals ik zelf ben. Misschien dat het daarom ook wel zo enorm goed klikt met ons samen”, besluit Lamaze.
Hong Kong Eric Lamaze heeft lang moeten wachten op zijn Olympische debuut. In 1996 en 2000 gooiden positieve drugstesten van hemzelf roet in het eten. In 2004 plaatste Canada
Eric Lamaze in een onderonsje met Vincent Voorn tussen de wolkenkrabbers van Hong Kong.
zich niet voor deelname. In 2008 was het dan eindelijk zover. En hoe! Eric Lamaze zegt: “Als het niet je dag is, is het je dag niet. Daar was Duitsland het beste voorbeeld van in Hong Kong. Je kan alles hebben gewonnen wat er te winnen valt, maar het moet nog wel gebeuren en alles moet op dat moment voor elkaar zijn. De teamspirit, de fitheid, alles. In Hong Kong was het gewoon onze tijd. Hickstead was niet steeds topfit geweest. Hij had zelfs koliek gehad na onze overwinning in Spruce Meadows 2007 waardoor we niet naar Europa gingen maar voor Florida hadden gekozen in het voorjaar van 2008. Maar nu was het onze tijd. Zelfs het feit dat Mac Cone in Hong Kong uitviel en we nog maar drie teamruiters over hadden verhinderden ons niet in een barrage met Amerika om het teamgoud en teamzilver te strijden. Dat Hickstead en ik later de strijd nog met individueel goud bekroonden op de Olympische Spelen waar ik mijn hele leven al van droomde om aan te mogen deelnemen, dat is echt ongekend. Iets om je hele leven te koesteren en met je mee te dragen.” Teamgenoot Ian Millar reed in Hong Kong op zijn 61e zijn negende Spelen, Lamaze op zijn 40e zijn eerste. Of Lamaze ook tot zijn 61e doorgaat, waagt hij te betwijfelen. “Ik ben nu gezegend met Hickstead en andere goede paarden. Ik kan naar alle wedstrijden gaan die ik wil, ze zien me graag. Maar ik ga niet blijven rijden zonder dat ik toppaarden tot mijn beschikking heb. Ik ben nu aan de top en daar wil ik ook ophouden, aan die top. Zonder topsport zal ik verder gaan als trainer en als paardenhandelaar. Bovendien ben ik ook gek op
tennis en skiën, er is meer. Ik wil ook heel graag plezier in mijn leven naast 24 uur per dag zeven dagen per week bezig te zijn met paarden. Een pauze van tijd tot tijd kan geen kwaad.” Eric Lamaze heeft eindelijk geluk: iedereen zal hem met zijn gouden medaille op zak elke pauze gunnen die hij maar wil hebben, om vervolgens met open armen klaar te staan om hem te ontvangen. Dat is weleens anders geweest. Lamaze wil het niet meer horen. “Dat verhaal met die drugs, dat ligt nu zo langzamerhand toch wel eens achter mij. Vertrouwen? Zo ongelooflijk veel mensen hebben mij steeds geholpen en vertrouwen gegeven, steeds opnieuw. Dat zegt genoeg.”
Eric Lamaze, trots op zijn ‘gouden’ Hickstead. IDS25 • 18 december 2008
IDS25_Lamaze.indd 31
31
12-12-2008 09:16:09